Universiteit van Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Universiteit van Amsterdam"

Transcriptie

1 Universiteit van Amsterdam Faculteit economie en bedrijfskunde Masterscriptie: fiscale economie De behandeling van valutaresultaten en afdekkingsinstrumenten onder art. 10a Wet VPB 1969 nader onder de loep genomen Marty le Clercq ( ) Fiscale economie 1ste begeleider: S.J. Mol-Verver 2de begeleider: G.W.J.M. Kampschöer

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Valutaresultaten, rente en waardering schulden in vreemde valuta 2.1 Omschrijving van valutaresultaten 2.2 Verband tussen rente en valutaresultaten 2.3 Verband tussen rente en termijnkoersen van valuta 2.4 Misbruik en het verband tussen rente en valutaresultaten 2.5 Eurocrisis en het echte (onverwachte) valutaresultaat 2.6 Waardering schulden in vreemde valuta 3 Fiscale rechtsvinding 3.1 Algemeen 3.2 Grammaticale methode 3.3 Wetshistorische methode 3.4 Wetsystematische methode 3.5 Teleologische methode 3.6 Literatuur en jurisprudentie 3.7 Redelijke wetstoepassing 4 Behandeling van valutaresultaten onder art. 10, lid 1, sub d, 10b en 10d Wet VPB Behandeling van valutaresultaten onder art. 10, lid 1, sub d, Wet VPB Behandeling van valutaresultaten onder art. 10b Wet VPB Behandeling van valutaresultaten onder art. 10d Wet VPB Behandeling van positieve valutaresultaten onder art. 10a Wet VPB De verschillende benaderingen voor de behandeling van positieve valutaresultaten onder art. 10a Wet VPB Behandeling van positieve valutaresultaten onder art. 10a Wet VPB 1969 volgens de interpretatiemethodes 5.3 Behandeling van de verschillende benaderingen voor de behandeling van positieve valutaresultaten onder art. 10a Wet VPB Vergelijking van art. 10a Wet VPB 1969 met art. 10, lid 1, sub d, 10b, 10d en 13, lid 1 (oud), Wet VPB Het verband tussen rente en (oneigenlijke) valutaresultaten onder art. 10a Wet VPB Behandeling van positieve valutaresultaten onder art. 10a Wet VPB 1969 in de rechtspraak/jurisprudentie inclusief eigen commentaar 5.7 Tussenconclusie 6 Afdekken van valutarisico 7 Behandeling van afdekkingsinstrumenten onder art. 10, lid 1, sub d, 10b en 10d Wet VPB Behandeling van afdekkingsinstrumenten onder art. 10, lid 1, dub d, Wet VPB Behandeling van afdekkingsinstrumenten onder art. 10b Wet VPB Behandeling van afdekkingsinstrumenten onder art. 10d Wet VPB Behandeling van afdekkingsinstrumenten onder art. 10a Wet VPB Behandeling van het begrip kosten in de tekst van art. 10a Wet VPB Verplichte samenhangende waardering 9 Conclusie 2

3 Bibliografie Bijlage Interview met dhr. Marres 3

4 Lijst van gebruikte afkortingen Art. Artikel BNB Beslissingen in Belastingzaken Nederlandse Belastingrechtspraak FED Fiscaal Weekblad FED Hof Gerechtshof HR Hoge Raad der Nederlanden HvJ EU Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen NDFR Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht NTFR Nederlands Tijdschrift Fiscaal Recht NV Nota naar aanleiding van het Verslag NW Nota van Wijziging TFO Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht VN Vakstudie Nieuws UIP Uncovered Interest rate Parity USD United States Dollar VS Vakstudie Wet IB Wet op de inkomstenbelasting 2001 Wet VPB Wet op de vennootschapsbelasting 1969 WFR Weekblad Fiscaal Recht 4

5 1 Inleiding Landen kunnen hun munteenheid inzetten om een concurrentievoordeel ten opzichte van andere landen met een andere valuta te behalen. Centrale banken kunnen de koers van de eigen munteenheid beïnvloeden door de eigen munt te kopen of verkopen. In tijden van economische crisis zal de concurrentiestrijd alleen maar toenemen. Tijdens de depressie van de jaren dertig lieten landen hun munteenheid devalueren door de koppeling met het goud los te laten. Vandaag de dag verkeert de wereldeconomie in een recessie. Echter wordt de wisselkoers van een valuta tegenwoordig bepaald door vraag en aanbod. Vraag en aanbod worden bepaald door de kracht van de economie, het monetaire beleid en de renteverschillen tussen landen. In tijden van crisis kunnen valutakoersschommelingen daarom groot zijn. Ondernemingen kunnen naast eigen vermogen, ook vreemd vermogen aantrekken in de vorm van geldleningen. Fiscaaltechnisch is het voor ondernemingen voordeliger om vreemd vermogen aan te trekken, omdat rente aftrekbaar is en dividend niet. Als gevolg hiervan worden kunstmatige constructies gecreëerd om zoveel mogelijk renteaftrek te claimen in Nederland, terwijl de rentebaten niet of zo goed als niet worden belast omdat deze terecht komen in laagbelaste landen. In de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 zijn daarom een aantal antimisbruikbepalingen in de vorm van renteaftrekbeperkingen opgenomen, zoals art. 10, lid 1, sub d, art. 10a, art. 10b en art. 10d Wet VPB Indien leningen luiden in een vreemde valuta, wordt een valutarisico gelopen. Aangezien valutakoersschommelingen groot kunnen zijn, kan het valutaresultaat aanzienlijk zijn. Valutaresultaten kunnen worden afgedekt met afdekkingsinstrumenten. Het is daarom belangrijk om te weten hoe valutaresultaten en afdekkingsinstrumenten worden behandeld onder de renteaftrekbeperkingen. De wetgever is helaas niet altijd duidelijk over de behandeling van valutaresultaten en afdekkingsinstrumenten onder de renteaftrekbeperkingen. Ook worden valutaresultaten en afdekkingsinstrumenten onder de renteaftrekbeperkingen verschillend behandeld. De meningen van de wetgever, de rechtbank, het hof en van de verschillende auteurs omtrent de juiste behandeling van valutaresultaten onder de renteaftrekbeperkingen verschillen daarnaast ook nog sterk. Dit maakt de behandeling van valutaresultaten en afdekkingsinstrumenten onder de renteaftrekbeperkingen een interessant scriptieonderwerp. Art. 10a Wet VPB 1969 vervult de hoofdrol in deze scriptie, omdat een geschil over de behandeling van positieve valutaresultaten onder art. 10a Wet VPB 1969 bij de Hoge Raad aanhangig is. Kort samengevat 5

6 houdt art. 10a Wet VPB 1969 in dat rente op schulden, die binnen een concern of bij een aandeelhouder of natuurlijk persoon zijn afgesloten, onder omstandigheden niet kan worden afgetrokken. De onderzoeksvraag luidt als volgt: Hoe dienen (positieve) valutaresultaten en afdekkingsinstrumten te worden behandeld onder art. 10a Wet VPB 1969? In hoofdstuk 2 geef ik een omschrijving van valutaresultaten, ga ik in op het verband tussen rente en valutaresultaten en behandel ik de waardering van schulden in een vreemde valuta. Hierna bespreek ik in hoofdstuk 3 het proces van fiscale rechtsvinding. Hoofdstuk 2 en 3 vormen de basis voor het onderzoek naar de behandeling van valutaresultaten onder de renteaftrekbeperkingen. In hoofdstuk 4 onderzoek ik de behandeling van valutaresultaten onder art. 10, lid 1, sub d, 10a, 10b en 10d Wet VPB Ik gebruik hiervoor de wettekst, de wetsgeschiedenis, de jurisprudentie en indien nodig de literatuur. Vervolgens onderzoek ik in hoofdstuk 5 de behandeling van (positieve) valutaresultaten onder art. 10a Wet VPB In hoofdstuk 5 doe ik onderzoek aan de hand van de interpretatiemethoden, de jurisprudentie, de literatuur en door een vergelijk te trekken met art. 10, lid 1, sub d, 10a, 10b en 10d Wet VPB In hoofdstuk 6 bespreek ik het afdekken van valutarisico s. In hoofdstuk 7 onderzoek ik de behandeling van afdekkingsinstrumenten onder art. 10, lid 1, sub d, 10a, 10b en 10d Wet VPB In hoofdstuk 8 onderzoek ik hoe afdekkingsinstrumenten onder art. 10a Wet VPB 1969 worden behandeld en wat voor gevolgen eventuele verplichte in samenhangende waardering van een besmette lening en het afdekkingsinstrument heeft. Tot slot volgt in hoofdstuk 9 de conclusie. 2 Valutaresultaten, rente en waardering schulden in vreemde valuta Het eerste gedeelte van dit hoofdstuk wijd ik aan de omschrijving van valutaresultaten. Ik geef kort weer hoe valutaresultaten ontstaan. Daarna ga ik in op het verband tussen rente en valutaresultaten. Ook geef ik het verband weer tussen rente en termijnkoersen van valuta. Vervolgens geef ik weer hoe het verband tussen rente en valutaresultaten misbruik in de hand kunnen werken. Hierna ga ik kort in op de op de zogenoemde eurocrisis en geef ik aan wat voor gevolgen deze heeft voor valutaresultaten. Tot slot volgt de waardering van schulden in een vreemde valuta. 6

7 2.1 Omschrijving van valutaresultaten Ondanks de invoering van de euro, zijn er nog steeds veel verschillende valuta over de wereld. Elke valuta heeft een bepaalde koers ten opzichte van een andere (vreemde) valuta. Valutakoersen kunnen sterk fluctueren. Door koersschommelingen ontstaan valutaresultaten. Valutaresultaten kunnen zowel positief als negatief zijn. Stel dat een lening wordt aangegaan die luidt in een vreemde valuta. Indien de vreemde valuta in waarde daalt ten opzichte van de eigen valuta, dan wordt een valutawinst behaald. Indien de vreemde valuta in waarde stijgt ten opzichte van de eigen valuta, dan wordt een valutaverlies geleden. Wanneer een lening wordt aangegaan in een vreemde valuta, ontstaat dus een valutarisico. Aangezien art. 10a Wet VPB 1969 centraal staat in deze scriptie, ga ik in op valutaresultaten behaald op schulden. Dit betekent dat de behandeling van valutaresultaten aan de kant van de debiteur in deze scriptie aan bod komt. In art. 10a Wet VPB 1969 wordt de term schulden gebruikt, maar gemakshalve gebruik ik in deze scriptie ook de term geldlening of lening. Aan de hand van een voorbeeld wil ik illustreren op welke wijze een valutaverlies dan wel een valutawinst wordt behaald: Een in Nederland gevestigde onderneming (A BV) heeft een lening in Amerikaanse dollars (hierna: USD) ter hoogte van $ Op het moment dat de lening wordt aangegaan is de valutakoers: 1 = $ 1. Begin jaar 2 is de koers van de USD gestegen ten opzichte van de euro: 2 = $ 1. Stel dat A BV de schuld direct na deze valutakoersverandering aflost. A BV dient omgerekend dan niet terug te betalen maar Er is sprake van een valutaverlies ter hoogte van , oftewel een negatief valutaresultaat. Ook het tegenovergestelde kan het geval zijn. Stel dat in jaar 2 de koers als volgt is: 0.5 = $ 1. Omgerekend dient A BV nu terug te betalen in plaats van In dit geval is er sprake van een valutawinst ter hoogte van , oftewel een positief valutaresultaat. 2.2 Het verband tussen rente en valutaresultaten Om het verband tussen rente en valutaresultaten te onderzoeken is het belangrijk om te weten dat er zwakke en sterke valuta bestaan. Een valuta kan zwak worden genoemd wanneer op de markt wordt verwacht dat de valuta in koers gaat dalen ten opzicht van andere (vreemde) valuta. Daarentegen kan een valuta sterk worden genoemd wanneer op de markt wordt verwacht dat de valuta in koers gaat stijgen ten opzichte van andere (vreemde) valuta. Het is algemeen bekend dat een zwakke valuta een hoge rente kent, 7

8 terwijl een sterke valuta een lage rente kent. 1 De verwachting bij een zwakke valuta is dat deze in waarde zal dalen, daarom kent een zwakke valuta een relatief hoge rente ter compensatie van het relatief hoge risico voor de geldverstrekker. De alsdan behaalde valutawinst vormt voor de geldlener een correctie op de relatief hoge rent. De verwachting bij een sterke valuta is dat deze in waarde zal stijgen, daarom kent een sterke valuta een relatief lage rente ter compensatie van het van het relatief lage risico voor de geldverstrekker. Het alsdan gemaakte valutaverlies vormt voor de geldlener een correctie op de relatief lage rent. Een kort voorbeeld ter verduidelijking: Een in Nederland gevestigde onderneming (A BV) heeft een lening in USD bij een in Amerika gevestigde onderneming (B Inc) ter hoogte van $ Op het moment dat de lening is aangegaan was de valutakoers: 1 = $ 1. De verwachting is dat de koers van de USD gaat dalen ten opzichte van de euro naar: 1 = $ 0.8. B Inc zal naar verwachting de koersdaling proberen te compenseren door een (relatief) hoge rente te rekenen aan A BV. A BV zal naar verwachting een valutawinst maken door de waardedaling van USD. Deze valutawinst compenseert de (relatief) hoge rente. Het verband tussen rente en valutaresultaten wordt bevestigd in de uitspraak van de Hoge Raad op 28 april 1999 (Spaanse Peseta arrest). 2 In het volgende onderdeel van deze scriptie wordt het Spaanse peseta arrest uitgebreid behandeld. Brandsma geeft in zijn boek Hybride lenigingen ook aan dat er een verband bestaat tussen de rentevoet en de sterkte/zwakte van de valuta. Namelijk hoe sterker de valuta, hoe lager de rentevoet en omgekeerd Het verband tussen rente en termijnkoersen van valuta Als eerste zal ik uitleggen wat de termijnkoers van een valuta is. De termijnkoers van een valuta is de prijs van een valuta die je nu afspreekt om over een bepaalde periode (bijvoorbeeld 3, 6, 9 of 12 maanden) een bepaalde (vreemde) valuta te kopen of te verkopen. 4 Aan de hand van een voorbeeld laat ik zien dat de termijnkoers te berekenen is op basis van de renteniveaus van de verschillende valuta: 1 Kok, Q.W.J.C.H. (2007), De invloed van de samenhang tussen rente en valutaresultaten op de renteaftrekbeperkingen en de groepsrentebox, WFR 2007/253 2 HR 28 april, BNB 1999/313, nr Brandsma, R.P.C.W.M. (2003), Hybride lenigingen, fiscale monografieën nr. 106, Deventer: Kluwer, blz Allen, F., R.A. Brealy, S.C. Myers (achtste editie), Principles of corporate finance, New York: McGraw-Hill, blz

9 Ik ga uit van de valuta euro en USD. De valutakoers is: 1 = $ 1. De jaarlijkse rente op de euro is: 8 %. De jaarlijkse rente op de USD is: 12 %. Stel dat de één jarige termijnkoers is: 1 = $ 1. In dat geval is het meest winstgevend om 1000 te ruilen tegen $ 1000 en vervolgens een één jarig termijncontract af te sluiten. Na één jaar is er een bedrag van $ 1120 dat kan worden geruild tegen Indien het bedrag ter hoogte van 1000 niet was geruild tegen $ 1000, dan was dit na een jaar een bedrag ter hoogte van 1080 geworden. Helaas is het niet zo eenvoudig om winst te behalen. Indien op deze manier winst zou kunnen worden gemaakt, zou er sprake zijn van arbitrage. De valutamarkt is echter efficiënt, dus arbitrage is niet mogelijk. In dit geval is de termijnkoers: 1 = $ De berekening is als volgt: 1.12 / 1.08 = Op grond van de verschillende renteniveaus is deze koers, ceteris paribus, de goede valutakoers. Deze valutakoers resulteert uiteindelijk weer in een bedrag ter waarde van $ 1120 / $ = Kortom, de ruil is zinloos. De toekomstige werkelijke valutakoers kan vervolgens weer verschillen van de termijnkoers. In tegenstelling tot de termijnkoers, is de toekomstige werkelijke valutakoers niet mathematisch te bepalen. De toekomstige werkelijke valutakoers is niet te voorspellen. Tussen de termijnkoers en de toekomstige werkelijke valutakoers bestaat geen verband. Het verschil tussen de huidige koers en de termijnkoers kan worden aangeduid als het oneigenlijke valutarisico, oftewel het verwachte valutaresultaat. Het verschil tussen de termijnkoers en de toekomstige werkelijke valutakoers kan worden aangeduid als het echte valutarisico, oftewel het onverwachte valutaresultaat. 5 Het renteniveau wordt gecompenseerd door het oneigenlijke valutaresultaat. Het echte valutaresultaat wordt nergens door gecompenseerd. Opgemerkt dient te worden dat de termijnkoers kan worden gezien als de verwachte wisselkoers. Inflatie speelt ook een rol. De purchasing power parity impliceert dat het verwachte verschil in inflatiestanden tussen landen zal worden gecompenseerd door een verandering van de (huidige) wisselkoers. Het verwachte verschil in inflatiestanden tussen landen is gelijk aan de verwachte verandering van de (huidige) wisselkoers. 6 Kortom, om achter de verwachte verandering van de ( huidige) wisselkoers te komen, moet het verwachte verschil in inflatiestanden tussen landen worden berekend. Indien de verwachte verandering van de wisselkoers bekend is, kan de verwachte wisselkoers worden berekend en zodoende ook het verwachte valutaresultaat. 5 Kok, Q.W.J.C.H. (2007), De invloed van de samenhang tussen rente en valutaresultaten op de renteaftrekbeperkingen en de groepsrentebox, WFR 2007/253 6 Allen, F., R.A. Brealy, S.C. Myers (achtste editie), Principles of corporate finance, New York: McGraw-Hill, blz

10 Met behulp van een grafiek wil ik duidelijk het verband weergeven tussen de rente, de verwachte wisselkoers en de verwachte inflatiestanden. Uit de grafiek blijkt dat de verwachte wisselkoers (verandering) is uit te rekenen met behulp van de rente en inflatie op de euro en de USD. Verschil in rentestanden Is gelijk aan Verwachte verschil in inflatiestanden Is gelijk aan Is gelijk aan Verschil tussen verwachte en huidige wisselkoers Is gelijk aan Verwachte verandering van huidige wisselkoers r = rente i = inflatie V = verwachte wisselkoers H = huidige wisselkoers E = Verwachte verandering De theorie van de zogenoemde Uncovered Interest rate Parity (hierna: UIP) kan worden gebruikt om het verwachte (deel van het) valutaresultaat te berekenen. De UIP is een evenwichtsvergelijking die stelt dat de verhouding tussen de buitenlandse en binnenlandse rente gelijk is aan de verhouding tussen de verwachte en huidige wisselkoers (zie grafiek hierboven). Verwachte wisselkoersveranderingen zullen volgens de theorie van de UIP de renteverschillen tussen landen compenseren. 7 Aangezien bekend is wat 7 Burda, M.C. en C. Wyplosz (2001), Macroeconomics, New York: Oxford University Press Inc., blz

11 de binnenlandse rente, buitenlandse rente en de huidige wisselkoers zijn, is eenvoudig de verwachte wisselkoerskoers te berekenen. Als het verwachte valutaresultaat bekend is, kan uiteindelijk wanneer duidelijk is wat het totale valutaresultaat is (de som van het verwachte en onverwachte valutaresultaat), uiteraard ook eenvoudig het onverwachte valutaresultaat worden berekend. Het verband tussen rente en valutaresultaten (specifieker het verband tussen rente en verwachte valutaresultaten) wordt bevestigd door de uitspraak van de Hoge Raad op 28 april 1999 (Spaanse Peseta arrest). 8 Ik licht het arrest kort toe: Een (Nederlandse) belastingplichtige is ter financiering van de aankoop van een buitenlandse deelneming een lening aangegaan in Spaanse peseta s. De inspecteur was van mening dat de rente op deze lening viel onder de kostenaftrekbeperking van art 13, lid 1, (oud) Wet VPB 1969 (inmiddels afgeschafte aftrekbeperking voor deelnemingskosten ter financiering van buitenlandse deelnemingen). De rentekosten op de lening waren derhalve niet aftrekbaar. De belastingplichtige was echter van mening dat de relatief hoge rente verband hield met de zwakke peseta. Een deel van de rente stond tegenover de (belaste) valutawinst op de pesetaschuld als gevolg van de waardedaling van de peseta. Een deel van de rente viel volgens de belastingplichtige daarom niet onder de aftrekbeperking. De Hoge Raad was het eens met de stelling van de belastingplichtige en verwees de zaak terug naar het Hof. De Hoge Raad zei letterlijk: Indien een deel van de rente op een voor de verwerving van een deelneming aangegane schuld zijn grond vindt in de zwakte van de valuta waarin de schuld is uitgedrukt, heeft dat deel betrekking op belaste voordelen uit valutaveranderingen en valt het niet onder de niet voor aftrek in aanmerking komende kosten welke verband houden met een deelneming. ( ) Kortom, de niet aftrekbare rentekosten van een geldlening in een ten opzichte van de gulden zwakke valuta (in casu Spaanse peseta) mag worden opgesplitst in een rentedeel en een valutarisicopremie. 9 Het Hof moest vaststellen welk deel van de rentevergoeding een vergoeding (valutarisicopremie) voor de te verwachten valutawinst was. Het Hof kwam tot de conclusie dat de rente was gebaseerd op Nederlandse staatsobligaties en de rentevergoeding daarom geen vergoeding voor de te verwachten valutawinst bevatte. Het risico van waardefluctuaties van de peseta kwam voor rekening van de schuldeiser. De zaak werd zodoende in het nadeel van de belastingplichtige beslecht. De belastingplichtige was het niet eens met de uitspraak van het Hof en is in hoger beroep gegaan HR 28 april 1999, BNB 1999/313, nr HR 28 april 1999, BNB 1999/313, nr HR 22 oktober 2004, BNB 2005/74, nr

12 Vanwege het feitelijke karakter van de uitspraak van het Hof, kon de Hoge Raad niet tot cassatie overgaan. In deze situatie kan worden verdedigd dat de rente onzakelijk laag is vastgesteld. In zakelijke verhoudingen zou de rente zijn gebaseerd op Spaanse staatsobligaties. Op grond van het arm slengthbeginsel zou dan een hoge(re) rente in aanmerking moeten zijn genomen, waarvan een deel op grond van BNB 1999/313 aftrekbaar zou zijn geweest. 11 In dat geval zou er sprake zijn van een relatief hoge rente welke verband houdt met de zwakke peseta. Helaas is de zaak uiteindelijk ten onrechte, op grond van het feit dat de rente was gebaseerd op Nederlandse staatsobligaties in plaats van Spaanse staatsobligaties, onbevredigend afgelopen. Al met al, de Hoge Raad heeft bevestigd dat het renteniveau verband houdt met de zwakte van de valuta. Daarom staat een deel van de rente tegenover het positieve valutaresultaat op de lening als gevolg van de waardedaling van de peseta. Dit deel van de rente valt niet onder de aftrekbeperking in art 13, lid 1, (oud) Wet VPB 1969 en is daarom gewoon aftrekbaar. In het geval van het Spaanse peseta arrest betrof het een zwakke valuta, een relatief hoge rente en een valutawinst. Ik ben van mening dat het Spaanse peseta arrest ook ziet op de omgekeerde situatie met een sterke valuta, een relatief lage rente en een valutaverlies. Het lijkt alsof de Hoge Raad in BNB 1999/313 het over een andere situatie heeft als de situatie beschreven in deze scriptie. De Hoge Raad heeft het namelijk over een vergoeding (valutarisicopremie) in de rente voor het te verwachten positieve valutaresultaat. Deze vergoeding (valutarisicopremie) is volgens de Hoge Raad aftrekbaar. Ik heb het over het verwachte (oneigenlijke) valutaresultaat en meen dat dit verwachte valutaresultaat moet worden vrijgesteld. Ik laat op de volgende bladzijde met behulp van een voorbeeld zien dat het verwachte valutaresultaat hetzelfde is als de vergoeding in de rente voor het te verwachten valutaresultaat. Het enige verschil tussen mijn werkwijze en de werkwijze van de Hoge Raad is, dat ik van mening ben dat het verwachte valutaresultaat onder de renteaftrekbeperkingen valt en daarom niet belastbaar is en de Hoge Raad van mening is dat de vergoeding in de rente voor het te verwachten valutaresultaat niet onder de renteaftrekbeperking valt en gewoon belastbaar is. Het eindresultaat is hetzelfde. Later in deze paragraaf zal blijken dat ik van mening ben dat het verwachte valutaresultaat, dankzij het verband met de rente, niet onder een renteaftrekbeperking hoort te vallen. Mijn inziens is de beslissing van de Hoge Raad op 28 april 1999 ook van toepassing op de andere renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting. Ik ben namelijk samen met Juch van 11 Kok, Q.W.J.C.H. (2007), De invloed van de samenhang tussen rente en valutaresultaten op de renteaftrekbeperkingen en de groepsrentebox, WFR 2007/253 12

13 mening dat het oordeel van de Hoge Raad in algemene bewoording is gesteld. 12 Bovendien is het verband tussen rente en oneigenlijke valutaresultaten onder elke renteaftrekbeperking hetzelfde. Voorbeeld: Omvang lening: $ jarige rente (sterke valuta): 5% 1 jarige rente $ (zwakke valuta): 7% Huidige wisselkoers $/ : 1 Toekomstige wisselkoers: 1, Verwacht valutaresultaat: ,57 Vergoeding in de rente voor het te verwachten valutaresultaat: ,59 Indien in Nederland wordt geleend is de rente: Indien in de United States wordt geleend is de rente: $ Berekening van de verwachte wisselkoers: Berekening van het verwachte valutaresultaat: Berekening van de vergoeding in de rente voor het te verwachten valutaresultaat: 12 HR 28 april 1999, BNB 1999/313, nr , zie commentaar D. Juch 13

14 In het voorbeeld is te zien dat het verwachte (oneigenlijke) valutaresultaat gelijk is aan de vergoeding in de rente voor het te verwachten valutaresultaat. Kortom, het Spaanse peseta arrest bevestigt het verband tussen rente en verwachte valutaresultaten. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat een verband bestaat tussen rente en valutaresultaten. Een zwakke valuta gaat gepaard met een (relatief) hoge rente. Een zwakke valuta zal in waarde dalen, hierdoor wordt een valutawinst gemaakt. De (relatief) hoge rente en de valutawinst compenseren elkaar. Daarentegen gaat een sterke valuta gepaard met een (relatief) lage rente. Een sterke valuta zal in waarde stijgen, hierdoor wordt een valutaverlies gemaakt. De (relatief) lage rente en het valutaverlies compenseren elkaar. Daarnaast is duidelijk geworden dat het totale valutaresultaat uit een echt en oneigenlijk deel bestaat. Alleen tussen rente en oneigenlijke valutaresultaten bestaat een verband. Het oneigenlijke valutaresultaat is verwacht en voorspelbaar. Daarentegen is het echte valutaresultaat onverwacht en onvoorspelbaar. Het verband tussen rente en valutaresultaten is naar mijn mening de reden dat (oneigenlijke) valutaresultaten onder de werking van de renteaftrekbeperkingen horen te vallen. Wel rijst de vraag of het gehele valutaresultaat of alleen het oneigenlijke valutaresultaat onder de werking van de renteaftrekbeperkingen hoort te vallen. Kortom, moet het valutaresultaat worden opgesplitst. Ik ben van mening dat voor een evenwichtige situatie het valutaresultaat moet worden opgesplitst. Het oneigenlijke valutaresultaat moet onder de werking van de aftrekbeperkingen vallen en het echte valutaresultaat moet gewoon tot het belastbare bedrag worden gerekend. Met betrekking tot het oneigenlijke (verwachte) en echte (onverwachte) valutaresultaat kunnen de volgende uitgangspunten worden geformuleerd ten aanzien van een evenwichtige belastingheffing onder de renteaftrekbeperkingen 13 : Bij een renteaftrekbeperking moeten, naast de rente, ook oneigenlijke (verwachte) valutaresultaten buiten het fiscale resultaat worden gehouden. Bij een renteaftrekbeperking moeten echte valutaresultaten niet buiten het fiscale resultaat worden gehouden. 13 Kok, Q.W.J.C.H. (2007), De invloed van de samenhang tussen rente en valutaresultaten op de renteaftrekbeperkingen en de groepsrentebox, WFR 2007/253 14

15 Met betrekking tot het tweede uitgangspunt kan een nuancering worden aangebracht. Er zijn namelijk argumenten te noemen om ook de echte valutaresultaten onder de aftrekbeperkingen te brengen. Kok meent dat gesteld kan worden dat elk resultaat uit een door de wetgever als onwelgevallig beschouwde schuld buiten het resultaat moet blijven, dus ook het echte valutaresultaat. Daarnaast zou het vanuit uitvoeringstechnisch perspectief complex zijn steeds een splitsing te moeten maken tussen het echte en oneigenlijke valutaresultaat. 14 Ik ben het niet eens met het eerste punt van Kok. Ik ben van mening dat iets dat niet is te voorzien, niet als misbruik kan worden bestempeld, ook al vindt het zijn/haar oorsprong in een besmette schuld. Het tweede argument klinkt redelijk. Echter ben ik van mening dat kosten en tijd (complexiteit) niet in de weg mogen staan van een correcte en evenwichtige belastingheffing. Niettemin zal in hoofdstuk 4.3 blijken dat de wetgever onder art. 13, lid 1, (oud) Wet VPB 1969 uit ging van het verband tussen de rente en het gehele valutaresultaat. De wetgever splitst het valutaresultaat niet op in een oneigenlijk en echt deel. Ik zal daarom in de behandeling van valutaresultaten onder de renteaftrekbeperkingen, uit gaan van twee situaties: Renteaftrekbeperkingen dienen alleen te gelden voor oneigenlijke valutaresultaten Renteaftrekbeperkingen dienen te gelden voor het gehele valutaresultaat 2.4 Misbruik en het verband tussen rente en valutaresultaten In een normale situatie worden rente en valutaresultaten gelijk behandeld. Rente is aftrekbaar en valutaresultaten worden tot het belastbare resultaat gerekend (art. 3.8 Wet IB 2001 juncto art. 8 Wet VPB 1969). Deze situatie is zowel voor de belastingplichtige als de belastingdienst evenwichtig. Indien een lening wordt aangegaan in een zwakke valuta is de rente relatief hoog. Hierdoor is het verwachte valutaresultaat positief. De aftrekbare relatief hoge rente en de belastbare verwachte valutawinst compenseren elkaar. In de tegenovergestelde situatie met een lening in een sterke valuta is de rente relatief laag. Het verwachte valutaresultaat is negatief. Ook nu compenseren de aftrekbare relatief lage rente en het belastbare verwachte valutaverlies elkaar. In beide situaties kan van misbruik geen sprake zijn, omdat zowel de rente als de valutaresultaten zijn gefiscaliseerd. 14 Kok, Q.W.J.C.H. (2007), De invloed van de samenhang tussen rente en valutaresultaten op de renteaftrekbeperkingen en de groepsrentebox, WFR 2007/253 15

16 Nu betrek ik de renteaftrekbeperkingen erbij. Indien een lening onder de werking van een renteaftrekbeperking valt, is de rente niet aftrekbaar. Om het misbruik aan te tonen, ga ik van de situatie uit dat valutaresultaten gewoon belastbaar zijn. Stel dat een lening wordt aangegaan in een zwakke valuta. De niet aftrekbare rente is relatief hoog terwijl de door de relatief hoge rente gemaakte valutawinst belastbaar is. De belastingplichtige bevindt nu zich in een fiscaal nadelige positie. Deze nadelige situatie verandert voor de belastingplichtige in een evenwichtige situatie indien een positief valutaresultaat wordt meegenomen onder de renteaftrekbeperkingen. Kortom, het is voor belastingplichtigen nadelig om in een zwakke valuta een lening aan te gaan. Nu ga ik uit van de tegenovergestelde situatie met een lening in een sterke valuta. De niet aftrekbare rente is relatief laag terwijl het door de relatief lage rente gemaakte valutaverlies aftrekbaar is. Nu bevindt de belastingplichtige zich in een fiscaal voordelige positie. Een deel van de niet aftrekbare rente is als het ware omgezet in een aftrekbaar valutaverlies. Kortom, het is voor belastingplichtigen voordelig om in een sterke valuta een lening aan te gaan. Dit is mijn inziens het misbruik dat de belastingplichtige kan toepassen onder de renteaftrekbeperkingen indien een negatief verwacht valutaresultaat niet wordt meegenomen onder de renteaftrekbeperkingen. Deze nadelige situatie verandert voor de belastingdienst in een evenwichtige situatie indien een negatief valutaresultaat wordt meegenomen onder de renteaftrekbeperkingen. Hieronder volgt een kort voorbeeld: De in Nederland gevestigde onderneming A BV is bij een Amerikaanse concern maatschappij een schuld aangegaan luidend in USD ter hoogte van $ Deze keuze is bewust gemaakt omdat de USD een sterkere valuta is dan de EURO. Dit betekent dat de rente relatief laag is. Op het moment dat de schuld wordt aangegaan is de valutakoers: 1 = $ 1. Begin jaar 2 is de koers van de USD gestegen ten opzichte van de Euro: 2 = $ 1. Stel dat A BV de schuld direct na deze valutakoersverandering aflost. A BV dient omgerekend dan niet terug te betalen maar Er is sprake van een valutaverlies ter waarde van en een relatief lage (niet aftrekbare) rente. Het misbruik ziet op het omzetten van niet aftrekbare rente in een valutaverlies. Het misbruik is gebaseerd op het verband tussen rente en valutaresultaten. 2.5 Eurocrisis en het echte (verwachte) valutaresultaat De huidige economische situatie in de eurozone heeft grote invloed op de koers van de euro. De euro staat onder sterke druk door aanhoudende onrust over de schuldencrisis in de eurozone. Griekenland en Ierland hebben tot dusver steun gekregen van de Europese centrale bank (ECB) en het internationaal monetair 16

17 fonds (IMF). Vele economen denken dat Spanje en Portugal zullen volgen. Spanje is de op vier na grootste economie van Europa en daarom een belangrijke schakel. Een redding van Spanje en/of Portugal wordt voor de andere eurolanden wellicht onbetaalbaar, wat de koers van de euro drukt. Kortom, de steunpakketten en geruchten over mogelijke extra steunpakketten zetten de koers van de euro flink onder druk. Bovenstaande ontwikkelingen hebben grote invloed op het echte (onverwachte) valutaresultaat. Stel dat begin 2010 een besmette lening is afgesloten in USD en deze halverwege 2010 had moeten worden afgelost. Begin 2010 stond de koers (EUR/USD) rond de Halverwege 2010 stond de koers (EUR/USD) rond de Dit was de laagste stand ten opzichte van de dollar in vier jaar tijd. 15 Deze sterke koersdaling is te danken aan het gebrek aan vertrouwen in de euro dankzij de schuldencrisis. Bij aflossing van de besmette lening zal een aanzienlijk valutaverlies worden gemaakt. Dit valutaverlies zal grotendeels bestaan uit een onverwacht deel, aangezien de sterke koersdaling dankzij de schuldencrisis niet te voorzien was begin Ik ben daarom van mening dat het opsplitsen van het valutaresultaat in een echt (onverwacht) en oneigenlijk (verwacht) deel van groot belang is voor een evenwichtige situatie. Het echte valutaresultaat zou gewoon tot het belastbare resultaat moeten worden gerekend. Het oneigenlijk valutaresultaat hoort onder de renteaftrekbeperkingen te vallen en zou buiten het belastbare resultaat moeten worden gehouden. Nogmaals wil ik benadrukken dat naar mijn mening een valutaresultaat dat niet is te voorzien, niet als misbruik kan worden aangemerkt, en daarom gewoon tot het belastbaar bedrag moet worden gerekend. 2.5 Waardering van schulden in vreemde valuta Voor het onderzoek naar de behandeling van valutaresultaten onder de renteaftrekbeperkingen is het van belang om te weten wanneer valutaresultaten fiscaal worden gerealiseerd. Kortlopende direct opeisbare schulden De meningen zijn verdeeld over hoe een direct opeisbare schuld die luidt in een vreemde valuta fiscaal dient te worden gewaardeerd. De auteurs van de Vakstudie Inkomstenbelasting zijn, op grond van de uitspraak van Hof s-gravenhage op 11 december 2001, van mening dat direct opeisbare schulden in een vreemde valuta moeten worden gewaardeerd tegen de actuele waarde. Het hof heeft in de uitspraak op

18 december 2001 bepaald dat direct opeisbare vergoedingen in een buitenlandse valuta dienen te worden beschouwd als liquide middelen, welke op grond van het realiteitsbeginsel op de balansdatum tegen de actuele koers moeten worden gewaardeerd. Naar de mening van de auteurs van de Vakstudie Inkomstenbelasting kan deze lijn worden doorgetrokken naar schulden die luiden in een vreemde valuta en direct opeisbaar zijn. 16 Derhalve dienen zowel valutaverliezen als valutawinsten direct in aanmerking te worden genomen bij het vaststellen van het belastbaar resultaat. Ik maak hieruit op dat het realiteitsbeginsel prevaleert boven het voorzichtigheidsbeginsel, omdat direct opeisbare schulden en zodoende de valutaresultaten op direct opeisbare schulden onmiddellijk kunnen worden gerealiseerd. Daarentegen zijn de auteurs van fiscale brochure Wisselkoersveranderingen en fiscus van mening dat voorzichtigheidsbeginsel voorrang heeft op het realiteitsbeginsel. Zodoende dienen volgens de auteurs valutaverliezen direct te worden genomen en worden valutawinsten pas in de belastingheffing getrokken bij daadwerkelijke realisatie. 17 Langlopende schulden Langlopende schulden dienen te worden gewaardeerd tegen de historische koers dan wel de hogere actuele koers. Zodoende worden koersverliezen op langlopende schulden, op grond van het voorzichtigheidsbeginsel, in het jaar waarin deze verliezen zijn ontstaan in de winst- en verliesrekening verwerkt. 18 Uit de uitspraak van de Hoge Raad 8 mei 1957 volgt dat indien de koers op balansdatum is gestegen ten opzichte van de historische koers, het voorzichtigheidsbeginsel met zich brengt dat de schuld gewaardeerd mag worden op de hogere koers per balansdatum. 19 Valutawinsten hoeven pas bij realisatie te worden genomen. 3 Fiscale rechtsvinding Het is wachten op de conclusie van de Hoge Raad omtrent de behandeling van positieve valutaresultaten onder art. 10a Wet VPB Ik probeer door middel van het toepassen van het proces van fiscale rechtsvinding erachter te komen wat de Hoge Raad zal gaan beslissen. Het gaat in deze scriptie daarom niet zozeer om het onderwerp fiscale rechtsvinding op zichzelf. Belangrijk is om het proces van fiscale 16 VS Inkomstenbelasting, ; Hof 11 december 2001, nr. 99/01680, VN 2002/ Dijck, J.A.E.M., S.F.M. van Niekel en J.W. Tangelder (2000), Wisselkoersveranderingen en fiscus, Deventer: Kluwer 18 Kampschoer, G.W.J.M. (2007), Herleiding van de vennootschapplijke jaarrekening tot de fiscal aangifte, Woerden: Huybregts Drukkerij, blz HR 8 mei 1957, nr , BNB 1957/208 18

19 rechtsvinding te begrijpen en toe te kunnen passen op het vraagstuk. Ik zal daarom de methoden van fiscale rechtsvinding in dit hoofdstuk kort toelichten. Later in deze scriptie zullen de methoden van fiscale rechtsvinding worden toegepast op het vraagstuk. 3.1 Algemeen Rechtsvinding kan worden gedefinieerd als het geheel van werkzaamheden dat bestaat uit het opsporen van de feiten, de rechtsnormen en de waardering van die feiten in het licht van die normen. 20 Rechtsvinding wordt toegepast door de rechterlijke macht. Het proces van rechtsvinding bestaat uit drie fasen. Fase één bestaat uit het vaststellen van de feiten. Fase twee bestaat uit het opsporen van de toepasselijke rechtsregel gezien de feiten. Ten slotte bestaat de derde fase uit de vaststelling van het rechtsgevolg (conclusie). In het proces van rechtsvinding rijst altijd de vraag hoe feiten in het licht van een bepaalde rechtsregel moeten worden bezien. Vaak bestaat er een verschil van inzicht over de uitleg van een rechtsregel. Bij die uitleg komt de wetsinterpretatie aan bod. De interpretatie heeft tot doel de wettelijke bepaling zo precies mogelijk uit te leggen. 21 Het is belangrijk om te weten of de technieken van rechtsvinding die in het civiele recht van toepassing zijn, ook kunnen worden toegepast in het belastingrecht. Uit de uitspraken van de Hoge Raad op 27 februari 1935 en 25 februari 1959 blijkt dat de regels voor interpretatie in het civiele recht ook gelden in het belastingrecht. 22 De rechterlijke macht legt de wettelijke regels uit door middel van de technieken van rechtsvinding. Deze technieken van rechtsvinding kunnen worden gezien als de gereedschapskist van de rechter. 23 De van belang zijnde interpretatiemethoden in de fiscale rechtsvinding zijn: de grammaticale, de wetshistorische, de wetsystematische en de teleologische interpretatiemethoden. 24 Net als in de civiele rechtspraak valt in de fiscale rechtspraak niet een duidelijke volgorde te ontdekken waarin rechters de verscheidene rechtsvindingmethoden toepast Cursus Belastingrecht (Vennootschapsbelasting), onderdeel Cursus Belastingrecht (Formeel Belastingrecht), onderdeel HR 27 februari 1935, BNB 5801; HR 25 januari 1959, BNB 1959/ Niessen, R.E.C.M. (2009), Rechtsvinding in belastingzaken, Amersfoort: SDU Uitgevers, blz Cursus Belastingrecht (Formeel Belastingrecht), onderdeel Drielsma, H.A. (1958), De wetsinterpretatie in het fiscale recht en de rechtsbescherming van de Nederlandse staatsburger (dissertatie), Deventer-Antwerpen: Kluwer, blz. 169; Lubbers, A.O. (2007), Werken aan fiscale rechtsvinding, NTFR 2007/

20 In dit hoofdstuk verwijs ik veelvuldig naar het proefschrift Fiscale rechtsvinding van Geppaart. De reden hierachter is dat het proefschrift van Geppaart tot op heden wordt gebruikt door menig auteur als basis van de fiscale rechtsvinding, indien het onderwerp fiscale rechtsvinding wordt aangesneden De grammaticale interpretatiemethode De grammaticale interpretatiemethode ziet op het onderzoeken van de formulering van de wettekst. De woorden van de wet vormen de formulering van de rechtsnorm. De zin van de wet wordt bij de grammaticale interpretatiemethode uit de woorden van de wettekst afgeleid. In beginsel wordt alleen aandacht besteed aan de letterlijke tekst van de wet, zonder rekening te houden met de geschiedenis van de totstandkoming van de wet of aan de daaruit blijkende subjectieve bedoelingen van de wetgever. 27 De woorden van de wet hebben een betekenis. De Dikke van Dale kan worden gebruikt om de betekenis achter de woorden van de wet te vinden. Daarmee is de onzekerheid van de grammaticale methode meteen duidelijk, want er is geen reden om aan te nemen dat de wetgever altijd de in dat boek vermelde betekenis voor ogen staat. Daarnaast hebben woorden veelal meer dan één betekenis. 28 Strikte toepassing van de grammaticale methode leidt tot de situatie waarin de rechter slechts als spreekbuis van de wet optreedt. 29 Relevant is dus niet alleen welke betekenissen een woord kan hebben, maar ook welke daarvan binnen een gegeven context is bedoeld. 30 Indien de woorden van de wet niet duidelijk zijn, moeten de andere interpretatiemethoden worden toegepast. Ook al zijn de woorden van de wet duidelijk, dan hoeft de wet alsnog niet beslissend te zijn en kan er met andere interpretatiemethoden rekening worden gehouden. Als voorbeeld kan worden gedacht aan duidelijke woorden in de wet die niet in overeenstemming zijn met de bedoeling van de wetgever. Het is natuurlijk wel zo dat aan de woorden van de wet gezag door de rechter wordt toegekend. Indien bij een beslissing aan de woorden van de wet waarde wordt toegekend, dan wordt de rechtszekerheid gediend. Belastingplichtigen mogen erop vertrouwen dat in de woorden van de wet de bedoeling van de wetgever en de strekking van de wet is geformuleerd. Daarnaast kan de rechter niet zomaar van de wet afwijken met het oog op de traditionele scheiding der machten (trias politica) Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED 27 Cursus Belastingrecht (Formeel Belastingrecht), onderdeel Niessen, R.E.C.M. (2009), Rechtsvinding in belastingzaken, Amersfoort: SDU Uitgevers, blz Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgever FED, blz C.E. Smith (2009), Het woord als grenswachter: functies van de taalkundige interpretatie voor de rechtsvinding, Rechtsgeleerdheid Magazijn Themis, 2, blz Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz

21 Van belang zijn de objectieve en subjectieve leer bij de vraag of wel of niet moet worden rekening gehouden met de bedoeling van de wetgever. Bij de objectieve leer wordt alleen waarde gehecht aan de woorden van de wet, zonder rekening te houden met de geschiedenis van de totstandkoming van de wet of uit de woorden klaarblijkelijke subjectieve bedoelingen. Slechts de tekst bindt, niet de geschiedenis daarvan. Hiertegen over staat de subjectieve leer. In deze leer wordt wel waarde toegekend aan de bedoeling van de wetgever, ook indien deze bedoeling niet rechtstreeks in het wettelijk voorschrift tot uitdrukking is gebracht. Aan de wetsgeschiedenis komt in deze opvatting een normatieve betekenis toe. 32 In Nederland kennen we een gemengde leer. Volgens Geppaart streeft de Nederlandse fiscale rechtspraak naar een synthese tussen de objectieve en subjectieve leer De wetshistorische interpretatiemethode Bij de wetshistorische interpretatiemethode wordt waarde toegekend aan de rechtshistorie. 34 De rechtshistorie wordt gezien als de factor van de rechtsvinding. 35 Bij de beoordeling van de inhoud van de rechtsnorm wordt de geschiedenis van het recht betrokken. De geschiedenis van het recht volgt veelal uit de parlementaire geschiedenis. De gedachte hierachter is dat de bedoeling van de wetgever ligt vervat in de woorden van de wet. 36 Geppaart is van mening dat zich twee situaties kunnen voordoen. 37 In de eerste situatie is de wet duidelijk en wordt de grammaticale uitlegging versterkt met een wetshistorische interpretatie. De inhoud van de norm is in deze situatie gemakkelijk vast te stellen. In de tweede situatie leidt de grammaticale interpretatie tot de conclusie dat de bepaling op verschillende manieren kan worden uitgelegd. De rechter kan in dat geval een keuze maken aan de hand van de vastgestelde bedoeling van de wetgever. Er is ook nog een derde situatie te onderscheiden. Dat is de situatie waarbij de tekst van de wet en de bedoeling van de wetgever niet met elkaar in overeenstemming zijn. Deze situatie deed zich voor in het zogenoemde ex-warrantarrest. 38 Het ex-warrantarrest komt erop neer dat de wettekst voorrang heeft boven de bedoeling van de wetgever in het geval waarin de wetgever zich bewust is geweest van de discrepantie tussen bedoeling en door hem opgestelde wettekst. Het is verder niet noodzakelijk om dit arrest nader toe te lichten. 32 Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz Cursus belastingrecht (Formeel Belastingrecht), onderdeel Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz Cursus belastingrecht (Formeel Belastingrecht), onderdeel Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz HR 24 januari 1996, nr , BNB 1996/138 21

22 3.3 De wetsystematische interpretatiemethode Bij de wetsystematische interpretatie wordt waarde toegekend aan de plaatst van het wettelijke voorschrift binnen andere wettelijke voorschriften waarvan het deel uitmaakt. 39 De wetssystematiek staat centraal. Er wordt van uit gegaan dat de wet een logisch geheel vormt, bestaande uit verschillende onderdelen die ieder een zinvol element vormen. 40 De wil van de wetgever wordt dan aan het stelsel der wetten ontleend. Wanneer de woorden van de wet of de wetshistorie geen uitkomst bieden, zal een beroep worden gedaan op de wetsystematische interpretatiemethode. De algemene gedachte is dat de wetsystematische interpretatie vooral aanvullend wordt toegepast, met andere woorden ondersteunend voor de grammaticale en wetshistorische interpretatiemethoden De teleologische interpretatiemethode Bij de teleologische interpretatiemethode worden de aan de wet ten grondslag liggende doeleinden opgespoord. 42 De rechter gaat op zoek naar een zinvolle interpretatie welke leidt tot het antwoord op de vraag op welke wijze de aan de wet ten grondslag liggende gedachten zo juist mogelijk zouden kunnen worden gerealiseerd. 43 De strekking van de wet is af te leiden uit de geschiedenis van de totstandkoming van de wet. Bij de teleologische interpretatiemethode wordt een beslissing gesteund op de strekking van de wet. De strekking van de wet wordt afgeleid uit de grondgedachte van het wettelijke voorschrift. In beginsel wijkt de strekking van de wet voor de woorden van de wet. In sommige gevallen schieten de woorden van de wet tekort in hun geformuleerde taak. In dat geval is een afwijking van de woorden, aan de hand van de strekking, noodzakelijk. De strekking stelt dan het wetssysteem terzijde, de uitkomsten van een redelijke wetsuitlegging worden door de strekking van de wet begrensd Jurisprudentie en literatuur 39 Cursus Belastingrecht (Formeel Belastingrecht), onderdeel Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz Cursus Belastingrecht (Formeel Belastingrecht), onderdeel Cursus Belastingrecht (Formeel Belastingrecht), onderdeel Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz

23 Jurisprudentie is van belang bij fiscale rechtsvinding. Veelal verwijzen rechters in hun uitspraken naar eerdere uitspraken. Het gewicht van jurisprudentie is dan al onderstreept. In praktijk hebben veel arresten de betekenis van wettelijke regels. 45 De uitspraak van een rechter heeft betrekking op een concreet geval, er is niet sprake van een algemene regel. Nochtans zijn er in uitspraken van de rechter wel duidelijke hoofdlijnen te vinden. Deze hoofdlijnen worden door belastingplichtigen aangehouden bij hun handelingen, er is sprake van rechtszekerheid. Ik ben van mening dat het in het Spaanse peseta arrest opgemerkte verband tussen rente en oneigenlijke valutaresultaten zo een hoofdlijn is. 46 Ook komt hier de rechtsgelijkheid naar voren: de belastingplichtigen hebben het recht dat een door de rechter uitgegeven beslissing ten aanzien van de ene burger ook wordt gegeven ten aanzien van een andere burger welke in overeenkomstige omstandigheden verkeerd. 47 Kortom, aan de uitspraak van een rechter zit rechtszekerheid en rechtsgelijkheid verbonden. Een rechter zal daarom niet snel van zijn/haar standpunt afwijken. Rechtspraak is derhalve van (grote) invloed op fiscale rechtsvinding. In tegenstelling tot de jurisprudentie wordt op literatuur in rechterlijke uitspraken geen beroep gedaan. De functie van literatuur is tweeërlei. In de eerste plaats vormt de literatuur een belangrijke bron van voorlichting voor de rechter. Door middel van literatuur kan de rechter zich in bepaalde rechtsmaterie inlezen. In de tweede plaats vormt de literatuur een belangrijke plaats voor kritiek op de rechtspraak. Hierdoor vormt zij een voortdurende prikkel voor de rechterlijke macht om zich in te spannen om tot de beste resultaten van rechtsvinding te komen Redelijke wetstoepassing Wanneer de hiervoor behandelde technieken van rechtsvinding niet tot een door de rechter gewenst resultaat leidt, komt de redelijke wetstoepassing aan de orde. Het gaat bij het leerstuk van de redelijke wetstoepassing om belastingplichtigen met goede bedoelingen die zich op het doel en strekking van de wet beroepen, terwijl de wet een dergelijk beroep niet toestaat. 49 De rechter stelt in zo n geval vast dat de wet niet voorziet in het gewenste rechtsgevolg. De rechter komt dan met het oordeel dat er sprake is van een rechtstekort. In het geval er sprake is van een rechtstekort, kan de rechter geen recht spreken op basis van de wet, terwijl de rechter zich wel gedrongen voelt de rechtsregel waarop de belastingplichtige zich beroept toch toe te passen ten gunste van de belastingplichtige. In dat geval kan de rechter een beroep 45 Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz HR 28 april 1999, BNB 1999/313, nr Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz Geppaart, P.A. (1965), Fiscale Rechtsvinding, Amsterdam: NV Uitgeverij FED, blz Cursus Belastingrecht (Formeel Belastingrecht), onderdeel

DenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450

DenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450 Qöd ^4co5 DenHaa9 '05JAN2010 Kenmerk: DGB 2009-6450 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam X van 26 november 2009, nr. 08/00445, inzake IEËli ifai«ibaélsga^aili^i

Nadere informatie

(A)symmetrie bij de behandeling van valutaresultaten op 10a-schulden?

(A)symmetrie bij de behandeling van valutaresultaten op 10a-schulden? Weekblad voor Fiscaal Recht, (A)symmetrie bij de behandeling van valutaresultaten op 10a-schulden? Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: WFR 2009/1010 Bijgewerkt tot: 01-01-2009

Nadere informatie

Weekblad voor Fiscaal Recht, (A)symmetrie bij de behandeling van valutaresultaten op 10a-schulden?

Weekblad voor Fiscaal Recht, (A)symmetrie bij de behandeling van valutaresultaten op 10a-schulden? Weekblad voor Fiscaal Recht, (A)symmetrie bij de behandeling van valutaresultaten op 10a-schulden? Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: WFR 2009/1010 Bijgewerkt tot: 01-01-2009

Nadere informatie

Thijs van schijndel januari 2015 Begeleider : G.C. van der Burgt

Thijs van schijndel januari 2015 Begeleider : G.C. van der Burgt Op welke manier worden valutaresultaten en afdekkingsinstrumenten behandeld onder de renteaftrekbeperkingsregeling van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en hoe zouden ze idealiter

Nadere informatie

Valutaresultaten binnen de bepalingen van renteaftrekbeperking

Valutaresultaten binnen de bepalingen van renteaftrekbeperking ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Faculteit der Economische Wetenschappen Bachelorscriptie Valutaresultaten binnen de bepalingen van renteaftrekbeperking Pien Chen Studentnummer 290877 Begeleider:

Nadere informatie

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving?

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? (verkorte versie ten behoeve van de internetconsultatie Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie

Nadere informatie

ACHTERGRONDINFORMATIE STAALBANKIERS HYPOTHECAIRE LENING IN ZWITSERSE FRANKEN

ACHTERGRONDINFORMATIE STAALBANKIERS HYPOTHECAIRE LENING IN ZWITSERSE FRANKEN Staalbankiers N.V. Postbus 327 2501 CH DEN HAAG ACHTERGRONDINFORMATIE STAALBANKIERS HYPOTHECAIRE LENING IN ZWITSERSE FRANKEN Deze achtergrondinformatie bij de Staalbankiers hypothecaire lening in Zwitserse

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011

No.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011 ... No.W06.11.0119/III 's-gravenhage, 1 juni 2011 Bij Kabinetsmissive van 12 april 2011, no.11.000950, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Weekblad voor Fiscaal Recht, Valutawinsten en renteaftrekbeperkingen; de gevolgen van HR 24 februari 2012

Weekblad voor Fiscaal Recht, Valutawinsten en renteaftrekbeperkingen; de gevolgen van HR 24 februari 2012 Page 1 of 7 Weekblad voor Fiscaal Recht, Valutawinsten en renteaftrekbeperkingen; de gevolgen van HR 24 februari 2012 Vindplaats WFR 2012/628 Bijgewerkt tot 10-05-2012 Auteur Drs. F.J. Elsweier en dr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 818 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoring van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen

Nadere informatie

VALUTAWINSTEN EN RENTEAFTREKBEPERKINGEN DRS. F.J. ELSWEIER EN DR. J. VAN STRIEN 1. 1 Inleiding. 2 Het arrest in een notendop

VALUTAWINSTEN EN RENTEAFTREKBEPERKINGEN DRS. F.J. ELSWEIER EN DR. J. VAN STRIEN 1. 1 Inleiding. 2 Het arrest in een notendop 628 Weekblad fiscaal recht. 6953. 10 mei 2012 VALUTAWINSTEN EN RENTEAFTREKBEPERKINGEN DE GEVOLGEN VAN HR 24 FEBRUARI 2012 DRS. F.J. ELSWEIER EN DR. J. VAN STRIEN 1 1 Inleiding Op 24 februari 2012 heeft

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Spoedmaatregelen Fiscale eenheid - en het per element benadering arrest van het HvJ EU: een nadere beschouwing

Spoedmaatregelen Fiscale eenheid - en het per element benadering arrest van het HvJ EU: een nadere beschouwing Spoedmaatregelen Fiscale eenheid - en het per element benadering arrest van het HvJ EU: een nadere beschouwing Daniël Smit ACTL Afternoon-seminar 20 maart 2018 De Industrieele Groote Club Het arrest van

Nadere informatie

Stichting Yourney te Amsterdam. Rapport inzake de jaarrekening 2012/2013

Stichting Yourney te Amsterdam. Rapport inzake de jaarrekening 2012/2013 Stichting Yourney te Amsterdam Rapport inzake de jaarrekening 2012/2013 Inhoudsopgave RAPPORT Blz. Algemeen 3 Fiscale positie 4 JAARREKENING Grondslagen voor de financiële verslaggeving 5 Balans per 31

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 00 0 3 88 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling

Nadere informatie

DEELNEMINGSRENTE Dr. J. Vleggeert 1. 1.Inleiding

DEELNEMINGSRENTE Dr. J. Vleggeert 1. 1.Inleiding Deelnemingsrente Gepubliceerd in Weekblad Fiscaal Recht 2011/6922, blz. 1222-1226 J. Vleggeert, Associate Professor at the Institute of Tax Law of the University of Leiden j.vleggeert@law.leidenuniv.nl

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Uitleg van het begrip belang voor artikel 10a Wet Vpb 1969

Uitleg van het begrip belang voor artikel 10a Wet Vpb 1969 Uitleg van het begrip belang voor artikel 10a Wet Vpb 1969 Naam auteur: Jasper van der Meij Collegekaartnummer: 0424056 Inleverdatum: 22 augustus 2010 Afstudeervariant: Fiscale economie FEB UVA Eerste

Nadere informatie

Artikel 13, lid 7 Wet VPB 69, een loterij zonder nieten?

Artikel 13, lid 7 Wet VPB 69, een loterij zonder nieten? Artikel 13, lid 7 Wet VPB 69, een loterij zonder nieten? Naam: Tom Vervaart Adres: Poststraat 12 5038 DH, Tilburg Telefoonnummer: 0643495773 Studie: Fiscale Economie Administratienummer: 532170 Afstudeerdatum:

Nadere informatie

Valutaresultaten en art. 10a Wet Vpb 69.

Valutaresultaten en art. 10a Wet Vpb 69. Valutaresultaten en art. 10a Wet Vpb 69. M.I. van Zielst Administratienummer: 321463 Afstudeerscriptie Fiscaal Recht Afstudeerdatum: 28 september 2011 Examencommissie: drs. F.J. Elsweier en prof. dr. J.A.G.

Nadere informatie

Valutaresultaten in de winstsfeer. C. Bruijsten

Valutaresultaten in de winstsfeer. C. Bruijsten Valutaresultaten in de winstsfeer C. Bruijsten 1. Inleiding De valutakoers (ook wel wisselkoers genoemd) is de waarde van een valuta uitgedrukt in een andere valuta. In deze bijdrage wordt uitgegaan van

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a Wet op de Vennootschapsbelasting 1969

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 De parallelliteitstoets bij externe financieringen Bachelor Scriptie Tilburg University Tilburg School of Economics and

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 Jaarrekening is vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 24 april 2014 R. Mooij Jaarverslag 2014 31 december 2014 JAARVERSLAG

Nadere informatie

Fraus legis bij concernfinanciering

Fraus legis bij concernfinanciering Fraus legis bij concernfinanciering Naam: Nanette Burger Studentnummer: 374231 Begeleider: R.C. de Smit Rotterdam, 22 juli 2015 Inhoudsopgave 1. Hoofdstuk 1 Inleiding o Fraus legis o Doel o Probleemstelling

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015 Jaarverslag 2015 31 december 2015 JAARVERSLAG 2015 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2015 - Balans per 31 december 2015 3 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2015 4 - Algemene

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 6 juni 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 6 juni 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. DenHaag, I Q jyl2012 Kenmerk: DGB 2012-3421 Motivering van liet beroepsctirift In cassatie (rolnummer 12/02585) tegen de uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 12 april 2(312, nr. 11/3414, 11/3415 en

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1

Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor

Nadere informatie

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012 Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting Cervus, juni 2012 Agenda BOSAL-rente een korte terugblik Wanneer wordt BOSAL-rente een BOSAL-gat? Eerdere reparatievoorstellen Wetsvoorstel

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-05-2016 Datum publicatie 23-06-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5196 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

De behandeling van positieve valutaresultaten bij artikel 10a Wet Vpb

De behandeling van positieve valutaresultaten bij artikel 10a Wet Vpb Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Masterscriptie Fiscale economie De behandeling van positieve valutaresultaten bij artikel 10a Wet Vpb Anita Liu Studentnummer: 0468851 Eerste

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

De familiebank - vanaf 2013

De familiebank - vanaf 2013 De familiebank - vanaf 2013 Inleiding Sinds 01-01-2013 moet iedere nieuwe lening t.b.v. de eigenwoning worden afgelost, met uitzondering van situaties die vallen onder het overgangsrecht. Omdat banken

Nadere informatie

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor.

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor. Uitwerking tentamenopgave 1 (totaal 50 ptn) Opgave a; relevante fiscale aspecten voor 2007 (5 ptn) Voor 2007 zijn in principe alleen de beide leningen relevant. Voor wat betreft de betaalde optiepremie

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

De renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb

De renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb De renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb Auteur: R.H. Honing Studentnummer: 5603218 Onder begeleiding van: Tweede beoordelaar: Universiteit: Faculteit: Opleiding: Studierichting:

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Valutaproblematiek met vaste inrichtingen

Valutaproblematiek met vaste inrichtingen Valutaproblematiek met vaste inrichtingen JOB-Lezing Prof. mr. Eric C.C. M. Kemmeren Valutaproblematiek met vaste inrichtingen 2 Agenda Inleidende opmerkingen Generale onderneming en VI/VV Methoden van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT

HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT 1 HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT 1. PRIJSVORMING OP DE WISSELMARKTEN 1.1. Enkele begrippen Wisselkoers = prijs van de buitenlandse munt, uitgedrukt in nationale munt bv. wisselkoers () van de

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 6 F E B 2013 Kenmerk: DGB 2013-384 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00280) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00501, X inzake

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

\4CA^< CGLS. Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:

\4CA^< CGLS. Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen: \4CA^< CGLS Edelhoogachtbaar college, 1. Bij brief van I november 2010 heeft B.V., Irechtstreeks beroep in cassatie als bedoeld in artikel 28 AWR ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem (hierna:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie

De onzakelijke lening:

De onzakelijke lening: Na de baanbrekende arresten in 2011 en 2012 over de onzakelijke lening, is er de afgelopen jaren nog veel (verfijnende) jurisprudentie verschenen. De auteur behandelt deze jurisprudentie en verwacht dat

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

- Algemene toelichting 3. - Balans per 31 december Winst- en verliesrekening over het jaar Toelichting op de balans 6

- Algemene toelichting 3. - Balans per 31 december Winst- en verliesrekening over het jaar Toelichting op de balans 6 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2012 - Algemene toelichting 3 - Balans per 31 december 2012 4 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2012 5 - Toelichting op de balans 6 - Toelichting

Nadere informatie

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale

Nadere informatie

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen

De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscale economie

Nadere informatie

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats door Dr. M. van Dun 1997 KLUWER - DEVENTER Inhoudsopgave LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XVI 1 INLEIDING 1 2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Valutamarkt

Hoofdstuk 24 Valutamarkt Hoofdstuk 24 Valutamarkt Open vragen 24.1 Een valutahandelaar van een bank die in dollars handelt, krijgt op een gegeven moment de volgende gegevens op zijn beeldscherm (we gaan ervan uit dat het verschil

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Is de ingehouden dividendbelasting verrekenbaar? Inwoner van Nederland

Is de ingehouden dividendbelasting verrekenbaar? Inwoner van Nederland Is de ingehouden dividendbelasting verrekenbaar? Inwoner van Nederland SynVest is als fiscale beleggingsinstelling verplicht om 15% dividendbelasting in te houden op uitgekeerd dividend en dit af te dragen

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

Eigen vermogen versus vreemd vermogen

Eigen vermogen versus vreemd vermogen Eigen vermogen versus vreemd vermogen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale Economie Naam: Arwin van Helden Studentnummer: 432850 Begeleider: R.B.N. van Ovost

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2205, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:164, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2205, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:164, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen ECLI:NL:HR:2016:2036 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2016 Datum publicatie 09-09-2016 Zaaknummer 15/00707 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2205,

Nadere informatie

Stichting Alfred Heineken Fondsen Amsterdam. Jaarrekening 2016

Stichting Alfred Heineken Fondsen Amsterdam. Jaarrekening 2016 Stichting Alfred Heineken Fondsen Amsterdam Jaarrekening 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Balans per 31 december 2016 3 2 Staat van baten en lasten 2016 4 3 Activiteiten van de stichting 5 4 Grondslagen voor

Nadere informatie

Regeling functionele valuta FI

Regeling functionele valuta FI Regeling functionele valuta FI «Wet op de vennootschapsbelasting 1969» Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 21 augustus 1997, nr. WDB97/348M, houdende voorwaarden voor het berekenen van het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:5823

ECLI:NL:RBZWB:2016:5823 ECLI:NL:RBZWB:2016:5823 Instantie Datum uitspraak 20-09-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer BRE - 15 _ 7455 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Mijndomein.nl Services BV

Mijndomein.nl Services BV 15 Mijndomein.nl Services BV 1 Cappa Accountants & Adviseurs Inhoudsopgave jaarrekening 2015 De in dit rapport opgenomen getallen tussen haakjes zijn negatief. Tenzij anders vermeld luiden de bedragen

Nadere informatie

Invloed van valutaresultaten en negatieve rente op Nederlandse renteaftrekbeperkingen

Invloed van valutaresultaten en negatieve rente op Nederlandse renteaftrekbeperkingen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics (ESE) Masterscriptie NADRUK VERBODEN Invloed van valutaresultaten en negatieve rente op Nederlandse renteaftrekbeperkingen Naam student: R.M.

Nadere informatie

Jaarrapport 2014. van. New Spring Foundation. Moerkapelle

Jaarrapport 2014. van. New Spring Foundation. Moerkapelle Jaarrapport 2014 van New Spring Foundation te Moerkapelle INHOUDSOPGAVE I. 1. Balans per 31 december 2014 3 I. 2. Staat van baten en lasten over 2014 5 I. 3. Waarderingsgrondslagen, grondslagen voor de

Nadere informatie

a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT?

a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT? TOETS JAARREKENINGLEZEN BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR VOORJAARSSCYCLUS 2012 EN INHALERS 11 OKTOBER 2012 (12.00 13.15 UUR) Naam :..... Cursusgroep :..... a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET

Nadere informatie

Examen HAVO - Compex. economie 1

Examen HAVO - Compex. economie 1 economie 1 Examen HAVO - Compex Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 23 mei totale examentijd 2,5 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 19 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid

Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid Dr. H.J.M. Nieuwenhuizen Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid Een onderzoek naar de betekenis van drie spanningsvelden bij het bepalen van defiscalewerkelijkheid Qp Kluwer Deventer - 2010 a Wolters Kluwer

Nadere informatie

HALFJAARVERSLAG. C.V. S2 Vastgoed VII te Groningen. Over de periode 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012

HALFJAARVERSLAG. C.V. S2 Vastgoed VII te Groningen. Over de periode 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012 HALFJAARVERSLAG C.V. S2 Vastgoed VII te Groningen Over de periode 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012 INHOUD Pagina HALFJAARVERSLAG 1 Resultaat over 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012 3 2 Balans per 30 juni 2012

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

Principe. Daarom heeft de wetgever 2 belangrijke beperkingen ingevoerd. Beperking 1: maximumstand rekening-courant

Principe. Daarom heeft de wetgever 2 belangrijke beperkingen ingevoerd. Beperking 1: maximumstand rekening-courant Welke interest mag u nu betalen op uw rekening-courant? Welke interest mag u nu betalen op uw rekening-courant?... Principe... Beperking 1: maximumstand rekening-courant... Een voorbeeld verduidelijkt

Nadere informatie

Stichting Alfred Heineken Fondsen Amsterdam. Jaarrekening 2015

Stichting Alfred Heineken Fondsen Amsterdam. Jaarrekening 2015 Stichting Alfred Heineken Fondsen Amsterdam Jaarrekening 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Balans per 31 december 2015 3 2 Staat van baten en lasten 2015 4 3 Activiteiten van de stichting 5 4 Grondslagen voor

Nadere informatie

Jaarrapport van. New Spring Foundation. Moerkapelle

Jaarrapport van. New Spring Foundation. Moerkapelle Jaarrapport 2017 van New Spring Foundation te Moerkapelle INHOUDSOPGAVE I. 1. Balans per 31 december 2017 3 I. 2. Staat van baten en lasten over 2017 5 I. 3. Waarderingsgrondslagen, grondslagen voor de

Nadere informatie

Stichting Alfred Heineken Fondsen Amsterdam. Jaarrekening 2014

Stichting Alfred Heineken Fondsen Amsterdam. Jaarrekening 2014 Stichting Alfred Heineken Fondsen Amsterdam Jaarrekening 2014 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Balans per 31 december 2014 3 2 Staat van baten en lasten 2014 4 3 Activiteiten van de stichting 5 4 Grondslagen voor

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving Van: NOAB Adviesgroep-lid Punt & Van de Weerdt Belastingadviseurs Datum: Februari 2018 Onderwerp: 1. Inleiding Het is weer zover. Het Ministerie van Financiën lijdt in Luxemburg bij de Europese rechter

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 Bewaarbedrijf Am N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 1 Bewaarbedrijf Am N.V. Eindhoven Jaarverslag 2005 Inhoudsopgave Verslag van de directie 3 Jaarrekening 2005 Algemene toelichting 4 Balans per 31 december

Nadere informatie

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015 Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum Jaarrapport 2015 Inhoudsopgave Pagina Verslag van het bestuur 2 Doelstelling van de Stichting 2 Economie en financiële markten 2 Beleggingsbeleid Portefeuille 2 Stortingen

Nadere informatie

1. Inleiding en richtlijnen

1. Inleiding en richtlijnen NOTITIE RENTE 2017 1. Inleiding en richtlijnen 1.1 Inleiding Bij de wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de invoering van de Vennootschapsbelasting (VPB) voor de lagere overheden

Nadere informatie

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken?

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen Herman M. Kappelle 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Terzake van de wijzigingen van het fiscale regime van de kapitaalverzekeringen in de Wet IB 2001, had

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-413 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 december 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Kort Nieuws. Met name uit Nederland

Kort Nieuws. Met name uit Nederland Kort Nieuws Met name uit Nederland Machtiging bij bezwaarprocedure is ook geldig in (hoger) beroep Hoge Raad,7 maart 2014 Het gaat hierbij om een bezwaar tegen een door de Gemeente vastgestelde WOZwaarde

Nadere informatie

UIT geld en banken

UIT geld en banken Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen

Nadere informatie

Inhoud Algemeen 2. Overige gegevens 11. Bijlage I: Toegekende donaties

Inhoud Algemeen 2. Overige gegevens 11. Bijlage I: Toegekende donaties Jaarrekening eindigend op 31 Augustus 2013 Inhoud Algemeen 2 Jaarrrekening 5 Balans per 31 augustus 2013 (na resultaatbestemming) 5 Staat van baten en lasten over 2013 voor jaar eindigend op 31 augustus

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA JAARREKENING 2015 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2015 ---------------- 31-12-2014 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 6.875 8.375 MATERIËLE

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde

Nadere informatie

No.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012

No.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012 ... No.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012 Bij Kabinetsmissive van 8 november 2012, no.12.002573, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van

Nadere informatie

Beleggen met geleend geld van de BV

Beleggen met geleend geld van de BV Beleggen met geleend geld van de BV Overtollige middelen van de BV kunnen beter niet binnen de BV worden belegd, maar in privé. De BV betaalt namelijk 35% vennootschapsbelasting over de beleggingsresultaten,

Nadere informatie

De compartimentering van valutaresultaten

De compartimentering van valutaresultaten De compartimentering van valutaresultaten Over de samenloop van de Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen en de Wet compartimenteringsreserve Auteur: Toby van der Maden Masterscriptie ANR: 548955

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie