OMZENDBRIEF NR Formalisering Omzendbrief 199 (rev 2) van 24 oktober 2013

Transcriptie

1 Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie Directie P&O Waterloolaan Brussel TEL FAX ADRES Waterloolaan 115, 1000 Brussel DATUM 25 OKTOBER 2013 ONZE REF. Mijnheer de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, Mijnheer de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, Mevrouw en heren eerste voorzitters van de hoven van beroep, De dames en de heren eerste voorzitters van de arbeidshoven, Mevrouw en de heren procureurs-generaal bij de hoven van beroep, Mijnheer de federale procureur, Ter attentie van De dames en heren hoofdgriffiers, hoofdsecretarissen en alle personeelsleden van de griffies en parketsecretariaten OMZENDBRIEF NR 215 BETREFT AANPASSINGEN KONINKLIJK BESLUIT VAN 16 MAART 2001 BETREFFENDE DE VERLOVEN EN DE AFWEZIGHEDEN TOEGESTAAN AAN SOMMIGE PERSONEELSLEDEN VAN DE DIENSTEN DIE DE RECHTERLIJKE MACHT TERZIJDE STAAN SAMENVATTING: Deze omzendbrief geeft toelichting bij de aanpassing van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 door het koninklijk besluit van 7 oktober Formalisering Omzendbrief 199 (rev 2) van 24 oktober 2013 Via het koninklijk besluit van 7 oktober 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, worden de aanpassingen, opgenomen in omzendbrief 199 (rev2) van 24 oktober 2013, geformaliseerd met ingang van 1 november Er wordt op deze bepalingen niet verder ingegaan in deze omzendbrief. Hieronder volgt een overzicht van volledig nieuwe bepalingen of wijzingen van reeds bestaande bepalingen. 2. Overdracht en berekening jaarlijks vakantieverlof 2.1. Overdracht jaarlijks vakantieverlof naar het volgende kalenderjaar De minister van Justitie bepaalt de modaliteiten van de eventuele overdracht van jaarlijks vakantieverlof naar het volgende jaar. Deze overdracht geldt voor maximum één jaar. Met omzendbrief nr. 205 van 6 maart 2013 besliste de minister van Justitie dat er maximum 10 dagen jaarlijks vakantieverlof van 2012 kunnen overgedragen worden naar Deze verlofdagen dienden opgenomen te worden vóór 31 mei 2013.

2 Ter herinnering wens ik er u op attent te maken dat de overdracht van maximum 10 dagen niet pro rata de prestaties gebeurt. Een personeelslid in deeltijdse prestaties heeft eveneens recht op een overdracht van maximum 10 dagen jaarlijks vakantieverlof. Nieuw: In tegenstelling tot de vroegere bepalingen, is de overdracht van het jaarlijks vakantieverlof in geval van afwezigheid wegens ziekte, arbeidsongeval, wegens een ongeval op weg van of naar het werk of wegens een beroepsziekte, niet langer beperkt tot één jaar. Bij de terugkeer van het personeelslid wordt het jaarlijks vakantieverlof opgenomen naar keuze van het personeelslid met inachtneming van de behoeften van de dienst. De modaliteiten voor de overdracht worden vastgelegd door de minister van Justitie en zullen voorwerp uitmaken van een aparte omzendbrief terzake Berekening jaarlijks vakantieverlof In het koninklijk besluit wordt voortaan verduidelijkt dat alle periodes van volledige afwezigheid wegens ziekte voor contractuele personeelsleden, worden beschouwd als periodes die meetellen voor de berekening van het jaarlijks vakantieverlof. Deze bepaling houdt in dat het contractuele personeelslid eveneens recht heeft op vakantieverlof voor periodes waarbij het geen loon maar een uitkering van het ziekenfonds ontvangt. Dit is een wijziging van de bestaande toegepaste praktijk. Ter volledigheid deel ik u mee dat het benoemde personeelslid geen recht heeft op vakantieverlof voor de dagen of periodes dat het zich in de administratieve standen disponibiliteit of nonactiviteit bevindt. Tot slot heeft het personeelslid dat deeltijdse prestaties verricht, geen recht op vervangende verlofdagen wanneer een vrije dag op de werkkalender (in het kader van deeltijds werken) samenvalt met een wettelijke feestdag of met 2 november, 15 november en 26 december. Dit was tevens reeds het geval vóór de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 7 oktober 2013, maar wordt expliciet verduidelijkt met deze aanpassing. 3. Dwingende redenen (van familiaal belang) 3.1 Benoemde personeelsleden De benoemde personeelsleden, met uitzondering van de griffiers, griffiers-hoofden van dienst en hoofdgriffiers, hebben voortaan recht op verlof om dwingende redenen van familiaal belang van maximaal vijfenveertig werkdagen per jaar voor volgende redenen: de ziekenhuisopname van een persoon met wie het personeelslid onder hetzelfde dak woont of van een bloed- of aanverwant in de eerste graad met wie het personeelslid niet onder hetzelfde dak woont om de kinderen van het personeelslid of van de echtgeno(o)t(e) van het personeelslid jonger dan 15 op te vangen tijdens de schoolvakanties om de mindervalide kinderen van het personeelslid of van de echtgeno(o)t(e) van het personeelslid jonger dan 18 op te vangen tijdens de schoolvakanties om de kinderen van het personeelslid of van de echtgeno(o)t(e) die zich onder het statuut van verlengde minderjarigheid bevinden op te vangen tijdens de schoolvakanties 1 1 Wanneer in deze opsomming echtgeno(o)t(e) van het personeelslid staat, bedoelen we, conform het KB van 16 maart 2001, eveneens de persoon, van verschillend of gelijk geslacht met wie het personeelslid samenleeft als koppel op dezelfde woonplaats, ongeacht of een verklaring van wettelijke samenwoning werd afgelegd. 2

3 Bovenstaande redenen zijn van rechtswege erkend. Daarnaast kan de Dienst HR Gerechtspersoneel van het Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie eveneens andere dwingende redenen van familiaal belang erkennen. Het maximum van 45 werkdagen is pro rata de prestaties (berekening naar analogie met de berekening van het jaarlijks vakantieverlof) en de dagen kunnen opgenomen worden per dag of per halve dag. Door het uitzonderlijk karakter van dit verlof en doordat de dwingende redenen heel snel en onverwacht kunnen optreden, zal het in sommige gevallen onvermijdelijk zijn dat het verlof op korte termijn (mondeling of schriftelijk) wordt aangevraagd, misschien wel dezelfde dag ('s morgens). De Dienst HR Gerechtspersoneel behoudt het recht om de door de hiërarchische overste op korte termijn goedgekeurd verlof voor dwingende redenen te weigeren omwille van een ongeldige reden. In dergelijk geval zal het personeelslid gevraagd worden zijn afwezigheid te regulariseren (bijvoorbeeld door de opname van jaarlijks vakantieverlof). Om één of meerdere dagen verlof voor dwingende redenen van familiaal belang aan te vragen, vult het personeelslid het formulier Aanvraag verlof dwingende redenen van familiaal belang (benoemde personeelsleden) in dat aan deze omzendbrief is toegevoegd. Het formulier moet ingescand en per mail overgemaakt worden aan de Dienst HR Gerechtspersoneel. In bepaalde gevallen moet de dwingende reden aangetoond worden door het toevoegen van een bewijsstuk aan de aanvraag. Dit bewijsstuk dient ingescand toegevoegd te worden aan de aanvraag. Tijdens het verlof voor dwingende redenen bevindt het personeelslid zich in de administratieve stand dienstactiviteit. Het personeelslid heeft geen recht op wedde voor de opgenomen dag. Er is geen vermindering van het ziektekrediet en het jaarlijks vakantieverlof. 3.2 Contractuele personeelsleden Er zijn geen wijzigingen aan het verlof voor dwingende redenen voor personeelsleden die via arbeidsovereenkomst in dienst zijn genomen. Ter verduidelijking worden de gekende regels herhaald. Personeelsleden die bij arbeidsovereenkomst in dienst zijn genomen, hebben geen recht op het verlof voor dwingende redenen van familiaal belang, maar wel op maximum 10 dagen verlof voor dwingende redenen per kalenderjaar. Zij die deeltijds werken, krijgen dit verlof in verhouding tot hun arbeidsprestaties. Volgende redenen worden reglementair beschouwd als dwingende reden: ziekte, ongeval of hospitalisatie van o iemand met wie je onder één dak woont o een bloed- of aanverwant in de eerste graad met wie je niet onder één dak woont ernstige materiële beschadiging aan je bezittingen, zoals schade aan je woning door een brand of een natuurramp een verschijning als partij voor een rechtbank Bovenstaande redenen zijn van rechtswege erkend. Daarnaast kan de Dienst HR Gerechtspersoneel van het Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie eveneens andere dwingende redenen erkennen. De modaliteiten voor de aanvraag en de opname van het verlof voor dwingende redenen zijn dezelfde als bij het verlof voor dwingende redenen van familiaal belang voor benoemde personeelsleden. Aan deze omzendbrief is tevens een aanvraagformulier Aanvraag verlof dwingende redenen (contractuele personeelsleden) toegevoegd. Het personeelslid heeft geen recht op wedde voor de desbetreffende dag(en). Er is geen vermindering van het jaarlijks vakantieverlof. 3

4 4. Ziekteverlof en verminderde prestaties wegens medische redenen 4.1 Ziektequota Vanaf 2014 zal elk benoemd personeelslid jaarlijks een overzicht krijgen van het saldo van de dagen waarop het recht heeft vooraleer het zich in de administratieve stand disponibiliteit bevindt. Deze regeling zal voorwerp uitmaken van een aparte omzendbrief die op later ogenblik zal verspreid worden. 4.2 Verminderde prestaties wegens medische redenen De algemene regels in verband met de verminderde prestaties wegens medische redenen worden toegelicht in omzendbrief 152 van 21 december Tot 1 november 2013 worden de verminderde prestaties wegens medische redenen in het kader van de reintegratie én voor chronische en langdurige ziekte opgeschort door: - de loopbaanonderbreking; - de halftijdse vervroegde uittreding; - de vrijwillige vierdagenweek; - de verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden; - de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden; - de verloven in het kader van de moederschapsbescherming; - het ouderschapsverlof. Dit houdt in dat de einddatum van de verminderde prestaties wegens medische redenen worden verplaatst naar latere datum. Volgende aanpassingen zijn voorzien: Vanaf 1 november 2013 is er geen opschorting meer mogelijk van de verminderde prestaties wegens medische redenen in het kader van de re-integratie. Indien een ander verloftype wordt toegekend, worden de verminderde prestaties wegens medische redenen stopgezet. De verloven waarmee de verminderde prestaties wegens medische redenen voor chronische en langdurige ziekte worden opgeschort worden uitgebreid met: de vierdagenweek met en zonder premie halftijds werken vanaf 55 of 50 Ter herinnering wil ik u er op wijzen dat de verminderde prestaties in het kader van de re-integratie en voor chronische en langdurige ziekte, tijdelijk worden onderbroken in geval van een afwezigheid wegens ziekte, arbeidsongeval, een ongeval op de weg en naar het werk en een beroepsziekte. De einddatum van de toegekende verminderde prestaties wordt niet gewijzigd. 5. Uitbreiding van de deeltijdse loopbaanonderbreking (gewoon stelsel) voor personeelsleden die via arbeidsovereenkomst in dienst zijn genomen. Zowel vastbenoemde personeelsleden als contractuele personeelsleden hebben, naast het recht op 60 maanden voltijdse loopbaanonderbreking, eveneens recht op 60 maanden deeltijdse loopbaanonderbreking. De deeltijdse loopbaanonderbreking wordt opgenomen onder de vorm van een halftijdse onderbreking van de loopbaan. 4

5 Nieuw: Contractuele personeelsleden kunnen vanaf 1 november 2013 eveneens hun loopbaan verminderen met 1/3, 1/4 of 1/5. De vermindering met 1/5 mag niet verward worden met de vierdagenweek met of zonder premie (zie verder), waarbij men één dag per week thuisblijft. Bij de loopbaanonderbreking kan men bijvoorbeeld elke dag iets vroeger stoppen. Contractuele personeelsleden die geen voltijds contract hebben, hebben beperktere mogelijkheden voor een deeltijdse loopbaanonderbreking. Zij dienen een contract te hebben dat minstens 3/4 van normale voltijdse prestaties omvat om in aanmerking te komen voor een halftijdse loopbaanonderbreking, d.i. een contract van minstens 28,5 uur per week. Indien aan deze voorwaarde is voldaan, dienen ze minstens 50 % te blijven werken, dit is minstens 17 uur per week. Personeelsleden die geen voltijds contract hebben mogen hun prestaties niet verminderen met 1/3, 1/4 of 1/5. Vanaf 55 jaar mogen contractuele personeelsleden zonder tijdsbeperking deeltijds werken. De aanvraag gebeurt minstens drie maanden voor aanvang van het verlof. Een kortere termijn zal enkel omwille van omstandig gemotiveerde redenen kunnen aanvaard worden door de dienst HR Gerechtspersoneel en dit op advies van de hiërarchische overste. De uiteindelijke beslissing om een kortere termijn te aanvaarden komt toe aan de dienst HR Gerechtspersoneel. De aanvrager voegt het document van de RVA, C61 volledig ingevuld en ondertekend toe aan zijn aanvraag. Enkel volledig ingevulde en ondertekende formulieren kunnen aanvaard worden. De aanvraag gebeurt, gelet op het gegeven dat de RVA een originele aanvraag wenst te ontvangen, via gewone post. 6. Vierdagenweek met en zonder premie en halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar De stelsels van de vrijwillige vierdagenweek en de halftijdse vervroegde uittreding in het kader van de wet en het koninklijk besluit van 10 april 1995 werden na 31 december 2011 niet verlengd. Daardoor was het sinds 1 januari 2012 niet langer mogelijk om gebruik te maken van deze stelsels. Met de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector, worden beide systemen opnieuw ingevoerd, weliswaar in gewijzigde vorm. Daar waar het koninklijk besluit van 10 april 1995 eveneens deze stelsels regelde op het personeel van hoven en rechtbanken heeft de wetgever in de wet van 19 juli 2012 bepaald dat de Koning, bij een Ministerraad overleg besluit, de nadere regelen en voorwaarden kan vastleggen om de vierdagenweek met premie en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar geheel of gedeeltelijk van toepassing te maken op het personeel verbonden aan hoven en rechtbanken. In de aanpassing van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 via het koninklijk besluit van 7 oktober 2013 worden beide stelsels ingevoerd voor het gerechtspersoneel en wordt tevens een nieuw verlofstelsel, de vierdagenweek zonder premie, ingevoerd. 6.1 De vierdagenweek met of zonder premie Wat? In het stelsel van de vierdagenweek werkt het personeelslid vier volledige dagen per week in de plaats van vijf en heeft het één vrije dag. Tijdens de vrije dag mag het personeelslid geen bezoldigde beroepsactiviteit uitoefenen. 2 De aanvraag gebeurt voor een periode van ten minste drie maanden en ten hoogste vierentwintig maanden. 2 Dit ongeacht de onverenigbaarheden opgenomen in art. 299 en volgende van het gerechtelijk wetboek die van toepassing zijn op alle personeelsleden van de rechterlijke orde. 5

6 Wie? De vierdagenweek is mogelijk voor zowel de vastbenoemde als contractuele personeelsleden, maar niet voor de voorlopig benoemde personeelsleden. Contractuele personeelsleden dienen een voltijds contract (d.i. 38 uren tewerkstelling) te hebben om beroep te kunnen doen op de vierdagenweek. Hoofdgriffiers, hoofdsecretarissen, griffiers-hoofden van dienst en secretarissen-hoofden van dienst zijn uitgesloten van het recht op de vierdagenweek met premie en de vierdagenweek zonder premie. Voor de secretarissen, referendarissen en parketjuristen, is de vierdagenweek met premie en de vierdagenweek zonder premie een gunst, die kan worden toegekend door de minister van Justitie, na advies te hebben ingewonnen bij de rechterlijke overheden. Voor de griffiers is de vierdagenweek met premie een gunst, die kan worden toegekend door de minister van Justitie, na advies te hebben ingewonnen bij de rechterlijke overheden. De griffiers zijn uitgesloten van het recht op de vierdagenweek zonder premie. Aanvraag, verlenging en opzeg? De vierdagenweek neemt steeds een aanvang op de eerste van een maand, tenzij het verlof aansluit op een ander verlof, zoals voorbeeld moederschapsrust, verminderde prestaties wegens medische bijstand, De vierdagenweek dient aangevraagd te worden via de hiërarchische weg aan de Dienst HR Gerechtspersoneel tenminste 3 maanden voor de aanvang van de periode. Een kortere termijn kan onder geen enkele voorwaarde aanvaard worden. Een uitzondering op bovenstaande alinea zijn de aanvragen voor de vierdagenweek die ingang vinden op 1 december 2013, 1 januari 2014 en 1 februari 2014 en aanvragen die in de periode tussen 1 december 2013 en 1 februari 2014 aansluitend op een ander verlof worden aangevraagd. Voor elke aanvraag na 1 februari 2014 dient de minimumaanvraagtermijn van 3 maanden gerespecteerd te worden. De aanvraag gebeurt door het personeelslid door middel van hde formulieren Aanvraag vierdagenweek voor vastbenoemde personeelsleden of Aanvraag vierdagenweek voor contractuele personeelsleden die aan deze omzendbrief zijn toegevoegd. Op het formulier brengt het personeelslid zijn voorkeur aan voor de dag waarop het in verlof wenst te zijn en of hij de vierdagenweek wil aanvragen met of zonder premie. De hiërarchische overste geeft zijn advies omtrent de ingangsdatum van het verlof en de dag waarop het personeelslid in verlof is. Indien de hiërarchische overste zich niet akkoord kan verklaren met de voorgestelde dag of de ingangsdatum van het verlof, noteert hij dit op het aanvraagformulier. In dergelijk geval motiveert hij zijn niet-akkoord. De hiërarchische overste bezorgt het personeelslid een afschrift van het door hem ingevulde formulier en maakt dit formulier ingescand over aan de dienst HR Gerechtspersoneel. Het formulier dient op geen enkele andere manier overgemaakt te worden. Er dient geen begeleidend schrijven toegevoegd te worden. De hiërarchische overste ontvangt een automatische bevestiging. Het is de minister van Justitie of zijn afgevaardigde die het verlof en de werkkalender toekent. Omwille van dienstredenen kan het verlof uitgesteld worden met maximum zes maanden. Een verlenging na afloop van de periode dient minstens één maand op voorhand aangevraagd te worden. Bij een onderbreking tussen twee periodes, dient de minimumaanvraagtermijn van drie maanden gerespecteerd te worden. Het personeelslid kan een einde maken aan de vierdagenweek met een opzeggingstermijn van drie maanden, tenzij een kortere termijn wordt aanvaard door de Dienst HR Gerechtspersoneel. De stopzetting van het verlof dient bij voorkeur via , via de hiërarchische weg, worden overgemaakt. Indien een kortere termijn voor de stopzetting word aangevraagd motiveert het personeelslid de kortere termijn. 6

7 Aanpassing werkkalender? Het personeelslid kan verzoeken zijn werkkalender definitief aan te passen voor de lopende periode van de vierdagenweek. Hierbij wordt de afwezigheidsdag definitief gewijzigd. Het personeelslid doet zijn aanvraag via het formulier Wijziging werkkalender vierdagenweek dat later zal verspreid worden. De hiërachische overste geeft zijn akkoord of niet-akkoord aan het verzoek van het personeelslid en levert hem een afschrift van de het ingevulde aanvraagformulier af. Het ingevulde formulier dient ingescand via te worden overgemaakt aan de Dienst HR Gerechtspersoneel. Tevens is er een tijdelijke aanpassing mogelijk bij onderling akkoord. In dergelijk geval brengt de hiërarchische overste de Dienst HR Gerechtspersoneel op de hoogte via het formulier Wijziging werkkalender vierdagenweek dat later zal verspreid worden. Het ingevulde formulier dient ingescand via e- mail te worden overgemaakt aan de Dienst HR Gerechtspersoneel. Tot slot kan de hiërarchische overste, in functie van de noden van de dienst, de Minister van Justitie of zijn afgevaardigde verzoeken om de werkkalender van het personeelslid aan te passen. Hij doet dit tevens via hetzelfde aanvraagformulier, en motiveert zijn aanvraag. Indien de Minister van Justitie of zijn afgevaardigde akkoord gaan met de wijziging van de werkkalender op verzoek, wordt dit minstens twee maanden vóór aanvang van de aanpassing meegedeeld aan het personeelslid door de aanpassing van het besluit waarbij de machtiging voor de vierdagenweek wordt gegeven. Opgelet: de aanpassing van de werkkalender voor personeelsleden die zich in het oude systeem van de vrijwillige vierdagenweek bevinden (zie verder) is enkel en alleen mogelijk mits schriftelijk akkoord van het betrokken personeelslid. Een eenzijdige aanpassing van de werkkalender, door de Minister van Justitie of zijn afgevaardigde, is aldus niet mogelijk. Bovenstaande bepalingen zijn dus enkel van toepassing voor de personeelsleden die zich in de stelsels van de vierdagenweek met of zonder premie bevinden. Opschorting van de vierdagenweek met premie en zonder premie De vierdagenweek wordt ambtshalve opgeschort wanneer het personeelslid één van de volgende verloven geniet: 1. Moederschapsverlof 2. Ouderschapsverlof 3. Adoptieverlof en opvangverlof 4. Verlof voor loopbaanonderbreking teneinde palliatieve zorg te verstrekken of voor het bijstaan van of voor het verstrekken van verzorging aan een lid van het gezin of aan een familielid 5. Verminderde prestaties voor medische reden in het kader van de re-integratie De einddatum van de vierdagenweek wordt verlegd. De schorsingperiodes worden niet aangerekend op de maximumperiode van 60 maanden. Premie? Het personeelslid kan kiezen tussen de vierdagenweek met of zonder premie (met uitzondering van de griffiers die enkel recht hebben op de vierdagenweek met premie). Het recht op de vierdagenweek met premie is beperkt tot 60 maanden tijdens de volledige loopbaan. Na het uitputten van de 60 maanden, kan het personeelslid overstappen naar het systeem van de vierdagenweek zonder premie. Er staat geen beperking op het totaal aantal maanden dat een personeelslid de vierdagenweek zonder premie kan opnemen. De aanvraag gebeurt wel steeds met een maximum van 24 maanden. Het personeelslid kan er overigens voor kiezen om geen beroep te doen op de vierdagenweek met premie, maar enkel op de vierdagenweek zonder premie. Het is dus niet verplicht om eerst de vierdagenweek met premie (volledig) op te nemen vooraleer de vierdagenweek zonder premie te nemen. Tijdens de vierdagenweek ontvangt het personeelslid 80 % van zijn wedde en in geval van de vierdagenweek met premie, een premie die 70,14 EUR (spilindex 138,01 - Netto is dit bedrag hetzelfde als de premie die toegekend wordt in het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek: op 1/10/2012: 110,60 euro) 7

8 bedraagt. Indien het personeelslid zijn wedde niet à 80 % ontvangt, zal de premie ook pro rata verminderd worden. Specifieke regels voor oudere werknemers? De beperking van de premie tot maximum 60 maanden geldt niet voor de benoemde personeelsleden die in het stelsel van de vierdagenweek werken vanaf de leeftijd van 55 jaar. Concreet betekent dit dat zij bij de vierdagenweek boven deze leeftijd wel nog de premie kunnen ontvangen, ook al hebben zij hun 60 maanden reeds uitgeput en dit tot de datum van hun opruststelling. Zij dienen de aanvraag wel te stellen volgens de hierboven gestelde modaliteiten. Het kan echter niet voor onbepaalde duur aangevraagd worden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen benoemde personeelsleden al vanaf 50 jaar hun premie behouden wanneer zij de 60 maanden hebben uitgeput. Deze voorwaarden zijn: 1 dienstanciënniteit hebben van ten minste 28 jaar binnen de Rechterlijke Organisatie OF 2 actief in een zwaar beroep zijn gedurende 5 jaar in de voorgaande 10 jaar, of 7 jaar in de voorgaande 15 jaar. Als zwaar beroep worden beschouwd: 1/of werk in wisselende ploegen 2/of werk met dagprestaties van + 11 uur 3/of werk met nachtprestaties Voor contractuele personeelsleden is een gelijkaardig systeem voorzien in het kader van de deeltijdse loopbaanonderbreking. Bevordering? Er wordt een onderscheid gemaakt naar gelang men van de vierdagenweek met premie of de vierdagenweek zonder premie geniet. Het benoemd personeelslid dat bevordert, behoudt de vierdagenweek met premie voor de resterende duurtijd, voor zover hij in zijn nieuwe graad het stelsel van de vierdagenweek wettelijk kan opnemen. Voorbeeld: Een assistent die werkt in het systeem van de vierdagenweek met premie zal bij bevordering naar de graad van griffier het verlof behouden voor de resterende duurtijd van het toegekende verlof (dus maximaal 24 maanden), daarna dient hij de modaliteiten die verbonden zijn aan zijn nieuwe graad volgen. Dit houdt in dat in dit geval het verlof een gunstmaatregel is. Hij dient het verlof dan ook drie maanden op voorhand aan te vragen en niet één maand zoals bij een gewone verlenging in dezelfde graad. Bij bevordering naar de klasse A2 of A3 verliest het personeelslid onmiddellijk het recht op de vierdagenweek met premie. Indien het personeelslid geniet van de vierdagenweek zonder premie, dan verliest hij altijd dit verlof wanneer hij bevorderd wordt en dient hij dit opnieuw aan te vragen met inachtneming van de vastgelegde modaliteiten. Dit houdt in dat hij het verlof drie maanden op voorhand dient aan te vragen. Opgelet: personeelsleden die zich in het oude systeem van de vrijwillige vierdagenweek bevinden en bevorderen, behouden dit systeem (met uitzondering van de bevordering naar de klasse A2 of A3). Lopende stelsel van de vrijwillige vierdagenweek (KB van 10 april 1995) (= de oude regeling)? Personeelsleden die genieten van het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek kunnen dit verloftype behouden voor een periode van 60 maanden vanaf de inwerkingtreding van de wet van 19 juli 2012 op 1 september Dit houdt in dat zij dit verlof behouden tot die datum tenzij zij er zelf vóór die datum een einde aan stellen. Wanneer zij gedurende 60 maanden hebben genoten van het stelsel van de vrijwillige 8

9 vierdagenweek, kunnen zij enkel nog een beroep doen op de vierdagenweek zonder premie. De wetgever heeft immers voorzien dat de maanden in het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek die opgenomen werden na 1 september 2012 afgetrokken worden van de 60 maanden vierdagenweek met premie die maximaal kunnen toegekend worden. Wanneer zij op een bepaald ogenblik het systeem van de vrijwillige vierdagenweek verlaten, kunnen zij dit niet langer opnieuw opnemen. Zij kunnen wel de resterende maanden (tot 60 maanden) opnemen onder de vorm van vierdagenweek met premie. Zij hebben eveneens recht op de vierdagenweek zonder premie. Algemeen De hiërarchische oversten zijn eraan gehouden de Dienst HR Gerechtspersoneel te informeren wanneer het personeelslid zijn voltijdse prestaties hervat. 6.2 Halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar Wat? Het personeelslid kan vanaf de volle leeftijd van 55 jaar kiezen om halftijds te werken tot aan zijn opruststelling. Hij werkt in de loop van de maand de helft van de prestaties die verbonden zijn aan een voltijdse tewerkstelling en dit volgens een vastgelegd werkschema. Tijdens de dagen waarop hij thuis is volgens het werkschema mag hij geen bezoldigde beroepsbedrijvigheid uitoefenen. 3 Wie? Het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar is mogelijk voor de vastbenoemde personeelsleden. De hoofdgriffiers, hoofdsecretarissen, griffiers-hoofden van dienst en secretarissen-hoofden van dienst zijn uitgesloten van het recht op het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar. Voor de griffiers, secretarissen, referendarissen en parketjuristen, is het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar een gunst, die kan worden toegekend door de minister van Justitie, na advies te hebben ingewonnen bij de rechterlijke overheden. Voor contractuele personeelsleden bestaat het systeem van de deeltijdse loopbaanonderbreking vanaf 55 jaar. Aanvraag en opzeg? Het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar neemt steeds een aanvang op de eerste van een maand, tenzij het verlof aansluit op een ander verlof. Het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar dient aangevraagd te worden via de hiërarchische weg aan de Dienst HR Gerechtspersoneel tenminste 3 maanden voor de aanvang van de periode. Een kortere termijn kan in geen enkel geval aanvaard worden. Een uitzondering op bovenstaande alinea zijn de aanvragen voor het halftijds werken die ingang vinden op 1 december 2013, 1 januari 2014 en 1 februari 2014 en aanvragen die in de periode tussen 1 december 2013 en 1 februari 2014 aansluitend op een ander verlof worden aangevraagd. De aanvraag gebeurt door het personeelslid door middel van het formulier Aanvraag halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar dat aan deze omzendbrief is toegevoegd. 3 Dit ongeacht de onverenigbaarheden opgenomen in art. 299 en volgende van het gerechtelijk wetboek die van toepassing zijn op alle personeelsleden van de rechterlijke orde. 9

10 Op het formulier brengt het personeelslid de wensen aan voor de dagen waarop het in verlof wenst te zijn. De hiërarchische overste geeft zijn advies omtrent de ingangsdatum van het verlof en de dagen waarop het personeelslid in verlof is. Indien de hiërarchische overste zich niet akkoord kan verklaren met de voorgestelde dagen of de ingangsdatum van het verlof, noteert hij dit op het aanvraagformulier. In dergelijk geval motiveert hij zijn niet-akkoord. De hiërarchische overste bezorgt het personeelslid een afschrift van het door hem ingevulde formulier en maakt dit formulier ingescand over aan de dienst HR Gerechtspersoneel. Het formulier dient op geen enkele andere manier overgemaakt te worden. Er dient geen begeleidend schrijven toegevoegd te worden. De hiërarchische overste ontvangt een automatische bevestiging. 4 Het is de minister van Justitie of zijn afgevaardigde die het verlof en de werkkalender toekent. Omwille van dienstredenen kan het verlof uitgesteld worden met maximum zes maanden. Het personeelslid kan een einde maken aan het halftijds werken met een opzeggingstermijn van drie maanden, tenzij een kortere termijn wordt aanvaard door de Dienst HR Gerechtspersoneel. De stopzetting van het verlof gebeurt via , via de hiërarchische weg. De stopzetting is definitief, hij kan achteraf niet opnieuw instappen in het systeem. Aanpassing van de werkkalender? Het personeelslid kan verzoeken zijn werkkalender definitief aan te passen. Hierbij worden de afwezigheidsdagen definitief gewijzigd. Het personeelslid doet zijn aanvraag via het formulier Wijziging werkkalender halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar dat later zal verspreid worden. De hiërachische overste geeft zijn akkoord of niet-akkoord aan het verzoek van het personeelslid en levert hem een afschrift van de het ingevulde aanvraagformulier af. Het ingevulde formulier dient ingescand via te worden overgemaakt aan de Dienst HR Gerechtspersoneel. Tevens is er een tijdelijke aanpassing mogelijk bij onderling akkoord. In dergelijk geval brengt de hiërarchische overste de Dienst HR Gerechtspersoneel op de hoogte via hetzelfde formulier. Het ingevulde formulier dient tevens ingescand via te worden overgemaakt aan de Dienst HR Gerechtspersoneel. Tot slot kan de hiërarchische overste, in functie van de noden van de dienst, de Minister van Justitie of zijn afgevaardigde verzoeken om de werkkalender van het personeelslid aan te passen. Hij doet dit tevens via hetzelfde aanvraagformulier, en motiveert zijn aanvraag. Indien de Minister van Justitie of zijn afgevaardigde akkoord gaan met de wijziging van de werkkalender op verzoek van de hiërarchische overste, wordt dit minstens twee maanden voor aanvang van de aanpassing meegedeeld aan het personeelslid aanpassing van het besluit waarbij de machtiging voor het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar wordt gegeven. Opgelet: de aanpassing van de werkkalender voor personeelsleden die zich in het oude systeem van de halftijds vervroegde uittreding bevinden (zie verder) is enkel en alleen mogelijk mits schriftelijk akkoord van het betrokken personeelslid. Een eenzijdige aanpassing van de werkkalender, door de Minister van Justitie of zijn afgevaardigde, is aldus niet mogelijk. Bovenstaande bepalingen zijn dus enkel van toepassing voor de personeelsleden die zich in de stelsels van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bevinden. Premie? Er is een premie van 295,99 EUR voorzien. Deze premie wordt pro rata berekend indien het personeelslid niet geniet van 50 % van zijn wedde. Het personeelslid kan enkel afzien van de bedoelde premie als de inning ervan de uitbetaling van een overlevingspensioen uitsluit. In dergelijk geval kan het aanvraagformulier voor het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar niet ingescand per overgemaakt worden, het dient via aangetekend schrijven 4 Een uitzondering is de aanvraag voor het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar waarbij wordt afgezien van de premie wanneer deze een overlevingspensioen zou uitsluiten (zie verder). 10

11 overgemaakt te worden aan de FOD Justitie DG Rechterlijke Organisatie Directie P&O Dienst HR Gerechtspersoneel - Sectie administratief en financieel beheer Waterloolaan Brussel. Bevordering? Het statutair personeelslid dat bevordert behoudt het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar, behalve bij bevordering naar de klasse A2 of A3. Specifieke regels voor oudere werknemers? Sommige personeelsleden kunnen vanaf 50 jaar kiezen voor het halftijds werken, wanneer ze gedurende minstens 5 jaar in de voorgaande 10 jaar of 7 jaar in de voorgaande 15 jaar, actief waren in een zwaar beroep dat voorkomt op de lijst van knelpuntberoepen. Deze lijst werd echter nog niet vastgelegd. Lopende stelsel van de halftijds vervroegde uittreding. Personeelsleden die momenteel werken in het stelsel van de halftijds vervroegde uittreding behouden dit stelsel tot aan hun opruststelling. Wanneer zij het stelsel echter verlaten, kunnen zij dit niet opnieuw aanvragen. Zij kunnen wel instappen in het nieuwe systeem van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar. 7. Contactgegevens Voor een vlottere administratieve afhandeling, wordt verzocht om alle aanvragen voor verloven die opgenomen zijn in deze omzendbrief, behoudens andere expliciete vermelding, enkel en alleen via te laten gebeuren, door middel van het inscannen van het aanvraagformulier. De aanvraag dient niet eveneens via de gewone post of via fax overgemaakt te worden. Referendarissen bij het Hof van Cassatie: FMF Post RO 1 (post.ro1@just.fgov.be) Ondersteunend personeel (medewerkers keuken/schoonmaak, medewerkers toezicht en beheer, conciërges): FMF GFAB Pers Soutien (perssoutien@just.fgov.be) Gerechtspersoneel rechtsgebied Antwerpen: FMF GFAB Antwerpen (persantw@just.fgov.be) Gerechtspersoneel rechtsgebied Brussel: FMF GFAB Brussel (persbru@just.fgov.be) Gerechtspersoneel rechtsgebied Gent: FMF GFAB Gent (persgent@just.fgov.be) Behoudens andere vermeldingen treedt deze omzendbrief in werking op 1 november VOOR DE MINISTER: (get.)annie DEVOS Directeur-Generaal a.i. 11