Bijlage 5 Evaluatie wetenschappelijk ruimteonderzoek Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
|
|
- Johannes de clercq
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bijlage 5 Evaluatie wetenschappelijk ruimteonderzoek Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen 1. Inleiding De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft bij brief van 23 mei 2005 de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) verzocht het wetenschappelijk ruimteonderzoek te evalueren. Deze evaluatie vormde een onderdeel van de evaluatie van het Nederlandse ruimtevaartbeleid, waarvan de operationele aspecten zijn geëvalueerd door de Evaluatiewerkgroep Aardobservatiebeleid (EWAB) onder voorzitterschap van de heer R. Olierook. De terms of reference van de evaluatie van het wetenschappelijk ruimteonderzoek zijn als bijlage 1 aan dit rapport toegevoegd. Het bestuur van de KNAW heeft de volgende personen bereid gevonden de evaluatie van het wetenschappelijk ruimteonderzoek ter hand te nemen: prof.dr.ir. S. Radelaar, voorzitter, prof.dr.ir. E. van der Giessen, prof.dr. E.P.J. van den Heuvel en prof.dr. W. Spakman; vanuit het Bureau-KNAW ondersteunden L.H.W. Noor en J.D. Schiereck de commissie. Gezien de zeer beperkte tijd die beschikbaar was voor de uitvoering van de evaluatie, heeft de commissie op voorhand aan het ministerie gemeld dat zij zich in belangrijke mate baseert op door anderen uitgevoerde evaluaties van delen van het ruimteonderzoek. De commissie heeft drie maal plenair vergaderd. Leden van de commissie hebben informeel gesproken met enkele sleutelpersonen uit het ruimteonderzoeksveld. De voor deze evaluatie gebruikte rapporten staan in een bijlage vermeld (bijlage 2). Hierna worden eerst enkele opmerkingen gemaakt over de organisatie van het onderzoek. Daarna passeren het astronomisch ruimteonderzoek, het aardgerichte ruimteonderzoek, het microgewichtonderzoek en het planetenonderzoek de revue. Tot slot volgen enkele conclusies en aanbevelingen. Het rapport bevat bijlagen met de opdracht aan de commissie, een lijst van geraadpleegde rapporten en gebruikte afkortingen. 2. Organisatie en karakter van het onderzoeksveld Met wetenschappelijk ruimteonderzoek wordt hier verwezen naar onderzoek dat plaats vindt met behulp van instrumenten die zich buiten de dampkring bevinden. Het Nederlands wetenschappelijk ruimteonderzoek kan in vier gebieden worden onderscheiden, die onderling vrij sterk van karakter verschillen. Het astronomisch ruimteonderzoek is vooral disciplinair van aard en omvat delen van de astrofysica, astrochemie en astrobiologie. Het aardgericht ruimteonderzoek is gericht op onderzoek naar de atmosfeer, hydrosfeer en geosfeer en hun interacties. Deze worden door specialisten uit een groot aantal disciplines (geofysica, klimatologie, oceanografie, geodesie, hydrologie, milieuwetenschappen, etc.) onderzocht. Naast verscheidene optische en chemische meettechnieken spelen ook metingen van het zwaartekrachtsveld in dit onderzoek een belangrijke rol. Het microgewichtonderzoek bestudeert de gevolgen van praktisch gewichtsloze omstandigheden op biologische processen en gedrag van materialen. Microgewicht kan in de eerste plaats worden gekarakteriseerd als een experimentele omstandigheid, namelijk het vrijwel geheel ontbreken van de invloed van zwaartekracht. Het onderzoek wordt uitgevoerd door onderzoekers uit zeer uiteenlopende disciplines (biologie, medische wetenschappen, fysica, etc.). Het planetaire onderzoek is gericht op de (andere) planeten in ons zonnestelsel; ook het onderzoek naar exoplaneten
2 (buiten ons zonnestelsel) en vergelijkend planetair onderzoek spelen een belangrijke rol. Qua karakter is dit onderzoek sterk verwant met het aardgerichte ruimteonderzoek met dien verstande dat het onderzoek aan planeten, nog meer dan de aardwetenschappen, is aangewezen op de experimentele faciliteiten geboden door de ruimtevaarttechnologie. Voor het wetenschappelijk ruimteonderzoek speelt de Stichting Ruimteonderzoek Nederland (SRON) een centrale rol. De Stichting Astronomisch Onderzoek Nederland (ASTRON) is primair gericht op sterrenkundig onderzoek vanaf de aarde; ASTRON draagt tevens in beperkte mate bij aan onderzoek vanuit de ruimte. Bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) vindt wetenschappelijk ruimteonderzoek plaats naar atmosferische processen. Het universitaire wetenschappelijk onderzoek dat gebruik maakt van instrumenten die zich in de ruimte bevinden is voor het grootste deel ondergebracht in de (top)onderzoekscholen Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA), Netherlands Research Centre for Integrated Solid Earth Sciences (ISES), het Instituut voor Marien en Atmosferisch onderzoek (IMAU, Utrecht), de Vening Meinesz Onderzoekschool voor Geodynamica (VMSG) en het Department of Earth Observation and Space systems (DEOS, Delft). Bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) kennen twee programmacommissies financiële middelen toe aan voorstellen voor onderzoek op gebied van aardobservatie en van microgewichtonderzoek. Het NWO-Gebied Aard- en Levenswetenschappen en SRON werken hierin samen. 3. Het wetenschappelijk onderzoek Hierna wordt achtereenvolgens ingegaan op het astronomisch ruimteonderzoek, het aardgerichte ruimteonderzoek, het microgewichtonderzoek en planetaire exploratie en planetenonderzoek. 3.1 Astronomisch ruimteonderzoek Het Nederlands astronomisch ruimteonderzoek is van excellente kwaliteit. Het heeft een grote internationale reputatie en is op enkele terreinen zelfs wereldleider. Dit geldt met name op het gebied van de hoge-energie astrofysica (röntgen- en gamma-astronomie) en de infrarood en submillimeter astronomie. Nederlandse onderzoeksinstellingen zijn geselecteerd voor deelname in bijna alle belangrijke grote ruimtetelescopen van ESA (zoals de röntgentelescoop XMM-Newton en de infraroodsubmillimeter telescoop Herschel) en van NASA (zoals de Hubble Space Telescope, het Compton Gamma-Ray Observatory, het X-ray observatory CHANDRA en de toekomstige James Webb Space Telescope). In dit opzicht is Nederland binnen Europa uniek. Voor elk van deze telescopen vervullen (vervulden) Nederlandse organisaties de rol van principal investigator (PI) voor een belangrijk instrument. Bovendien heeft SRON als principal investigator belangrijke bijdragen geleverd aan diverse bilaterale projecten, waaronder de zeer succesvolle samenwerking met Italië in BeppoSAX. Deze rol, in combinatie met de zeer hoge kwaliteit van het Nederlandse sterrenkundig onderzoek, heeft geresulteerd in een aantal grensverleggende ontdekkingen. De internationale erkenning daarvoor blijkt uit belangrijke
3 prijzen zoals de 1998 Bruno Rossi Prize van de American Astronomical Society en de 2002 EU Descartes Prize, beide voor ontdekkingen op het gebied van Gamma-ray Bursts met Nederlandse instrumenten in de Italiaans-Nederlandse BeppoSAX satelliet. Om de vooraanstaande positie van het astronomisch ruimteonderzoek en SRON te kunnen handhaven is het van wezenlijk belang dat Nederland ook in de toekomst regelmatig de PI-rol weet te verwerven voor een belangrijk ruimte-instrument voor ESA of NASA. De principal investigator beheert de datastromen van het instrument, hetgeen de mogelijkheid biedt een vooraanstaande rol te spelen bij het wetenschappelijk onderzoek met het betreffende instrument. De PI is dikwijls beter dan de andere participanten in staat om de wetenschappelijke mogelijkheden van het instrument uit te buiten. Een instituut wordt als PI geselecteerd in sterke internationale competitie, op grond van unieke technologische expertise. Ruimtemissies worden echter steeds groter en duurder en het vervullen van een PIrol vereist een steeds groter overall budget omdat de PI in de praktijk wordt geacht tenminste 30% van de kosten van een instrument bij te dragen. Gezien de unieke technologische expertise van SRON tezamen met Nederlandse technischfysische laboratoria (onder meer in Delft en Twente) op het gebied van detectorontwikkeling voor röntgen- en infrarood/submillimetergolflengten, alsmede op het gebied van de interferometrie, meent de commissie dat een PI-rol voor Nederland voor ruimtemissies op deze terreinen zeker is weggelegd. Om dit te kunnen bereiken is het noodzakelijk dat wegen worden gevonden om de financiering veilig te stellen van de (tijdelijke) piek in de uitgaven die het PI-schap voor SRON met zich meebrengt. In ESA s lange termijn plan Cosmic Vision zijn de volgende astronomische/astrofysische missies passend bij de technologische expertise van het Nederlandse ruimteonderzoek aan de orde: - XEUS, een 10 m apertuur röntgentelescoop, is de eerstkomende grote cornerstone missie in het röntgengebied. De technische R&D is afgerond en de missie is technologisch uitvoerbaar. - Darwin, de terrestrial planet finder van ESA en NASA, is een interferometrische missie in het infrarode golflengtegebied, bestaande uit een aantal free flying telescopen die via lasercommunicatie onderling op hun plaats gehouden worden. Er zijn nog een aantal onopgeloste technologische problemen, waardoor het mogelijk is dat een concurrerende, eenvoudiger planet finder (bijvoorbeeld gebruikmakend van fotometrische technieken) uiteindelijk voorrang zou kunnen krijgen. - LISA, eveneens een gecombineerde missie van ESA en NASA, voor het meten van gravitatiegolven. Ook deze missie bestaat uit een aantal free flyers, en ook deze missie heeft vooralsnog een aantal onopgeloste technologische problemen. Met behulp van een ESA satelliet uit de zogenaamde SMART-serie (de LISA-pathfinder) moet de voor LISA in te zetten technologie worden geselecteerd en (on orbit) gevalideerd in Na 2020: Infrarood/submillimeter-missie (opvolger van Herschel). 3.2 Aardgericht ruimteonderzoek Internationale positie aardgericht ruimteonderzoek en nationale ontwikkelingen In de relatief korte geschiedenis van het Nederlands aardgericht ruimteonderzoek hebben vele onderzoeksgroepen inmiddels een uitstekende internationale positie verworven. In de eerste plaats hebben sinds de vorige evaluatie van het aardgerichte ruimteonderzoek (2000) vele
4 daarin al genoemde onderzoeksgroepen verbonden aan universiteiten en nationale onderzoeksinstellingen op gebied van oceaan- en atmosfeeronderzoek hun internationale positie geconsolideerd. In de tweede plaats heeft het onderzoek naar de geosfeer (de vaste aarde ), dat in 2000 nog niet zo sterk vertegenwoordigd was, in de laatste vijf jaren een sterke groei doorgemaakt door DEOS (VMSG) een speciale inspanning binnen de toponderzoekschool ISES. Dit betreft met name onderzoek naar de tektonische vervorming van het aardoppervlak, altimetrie en zwaartekrachtonderzoek op basis van GPS, satellietradar (InSAR) en satellietzwaartekracht (CHAMP, GRACE, GOCE). Het Nationaal Programma Gebruikers Ondersteuning (GO-2) is sinds 2000 een spil geworden in de nationale financiering van het wetenschappelijk aardgericht ruimteonderzoek. Dit programma heeft tevens, via de coördinerende en initiërende rol van SRON, een belangrijke monitoringfunctie gekregen op het gebied van integratie en kwaliteitsbewaking van de Nederlandse inzet op wetenschappelijk aardgericht ruimteonderzoek. De evaluatiecommissie onderschrijft de conclusies en aanbevelingen van NWO-ALW over het GO-2 programma, met name dat mede dankzij het GO-programma Nederlandse onderzoekers een internationaal sterke positie hebben opgebouwd en dat een vervolg van dit programma deze positie verder zal kunnen versterken. Door al deze inspanningen, het commitment van onderzoekers en de kwaliteit van het onderzoek kan het Nederlandse aardgericht ruimteonderzoek bogen op een uitstekende internationale reputatie. Het wetenschappelijk onderzoek heeft veel baat gehad bij het GO-2 en dit (deel van het) programma zou om deze reden moeten worden gecontinueerd. Het GO-2 vervult ook een functie voor het gebruik van aardobservatieinstrumenten anders dan voor wetenschappelijk aardgericht onderzoek. Voor de evaluatie van dit deel van het GO- 2 wordt verwezen naar het rapport van de Evaluatiewerkgroep Aardobservatiebeleid (EWAB) Meerwaarde van SRON voor het Nederlands aardgericht ruimteonderzoek SRON heeft een substantiële en fundamentele bijdrage geleverd aan instrument- en algoritmeontwikkeling voor onderzoek naar atmosfeersamenstelling en atmosferische processen. Hierbij kan worden gedacht aan de projecten GOME (1995), SCIAMACHY (2002), OMI (2004), en het toekomstige project TELIS. Voor het geodynamisch en het fysisch-oceanografisch onderzoek betreft de inzet van SRON de GOCE-missie (2006) en de toekomstige LDIM-missie (2015). De laatste twee missies voorzien in nauwkeurige observaties met een hoge resolutie van het zwaartekrachtveld waarbij in de LDIM missie (naar verwachting tien maal nauwkeuriger dan GOCE in de statische component) gebruik wordt gemaakt van laser interferometertechnologie die wordt ontwikkeld voor de LISA Pathfinder (2008) (waaraan SRON ook bijdraagt). Met deze inzet voedt en stimuleert SRON voor Nederland een breed veld van aardgericht ruimteonderzoek. De sectie Earth Oriented Science van SRON heeft nauw contact met het gebruikersveld over onderzoek met en voortgang van de huidige missies en de ontwikkeling van toekomstige missies. Deze stimulerende rol van SRON wordt zeer gewaardeerd door het gebruikersveld evenals haar coördinerende rol in de uitvoering van het GO-2 programma Wetenschappelijke uitdagingen in aardgericht ruimteonderzoek Aardgericht ruimteonderzoek in Nederland bestaat uit drie delen. In de eerste plaats gaat het om chemisch en fysisch onderzoek naar processen van atmosfeer en oceanen en de koppeling tussen atmosfeer en hydrosfeer. In de tweede plaats betreft het onderzoek dat is gericht op landgebruik, bodemkunde, hydrologie, ecologie terreinveranderingen, etc. In de derde plaats wordt onderzoek gedaan naar de fysische processen van de vaste aarde. Belangrijke verbindende (regionale en mondiale) thema's zijn global change en klimaatverandering. Ook de
5 koppeling tussen de geosfeer, hydrosfeer en atmosfeer, paleoklimaat en natuurrampen zijn onderwerp van onderzoek. Daarnaast is de kwetsbaarheid van het aardse systeem (bio logischfysisch-chemisch) en de mondiale samenleving op korte en langere termijn een speerpunt van onderzoek. Het aardgericht ruimteonderzoek vormt een onderdeel van het onderzoek aan het Systeem Aarde. Dit onderzoek kan worden gezien als een gebalanceerde samenstelling van fundamenteel, toepassingsgericht, en toegepast onderzoek. Satellietobservatie en de bijbehorende dataverwerking en analyse met behulp van numerieke procesmodellering vergen het uiterste van fundamentele kennis, moderne computational science en computertechnologie. Het uitvoeren van grensverleggend fundamenteel onderzoek op het gebied van observatietechnieken en data-analyse is hiervoor van groot belang. Het onderzoek levert belangrijke directe opbrengsten voor regionale en mondiale operationele toepassingen. De meest recente ontwikkeling betreft het onderzoeksthema aardoppervlak, met name de geologische en geofysische ontwikkeling van het oppervlak met alle daaraan verbonden elementen van de dynamiek van riviersystemen tot de aandrijvende processen vanuit de diepe aarde. Dit thema, geïnitieerd vanuit de Nederlandse toponderzoekschool ISES onder de titel TopoEurope betreft een multidisciplinaire inzet van Europese aardonderzoekers om de dynamiek van het huidige Europese vaste oppervlak te definiëren (inclusief natuurrampen). De component aardgericht ruimteonderzoek concentreert zich op de ruimtegeodetische observatie en analyse van veranderingen van het aardoppervlak (GALILEO, GPS, InSAR, remote sensing) en van het gedetailleerde zwaartekrachtsveld (GOCE, LDIM). De kennis en technologie die zijn ontwikkeld in atmosfeer-, hydrosfeer en geosfeeronderzoek zullen ove rigens ten volle benut kunnen worden in toekomstig onderzoek in de planetaire exploratie. De commissie is van mening dat in het rapport van de EWAB een te beperkte selectie van thema s (klimaatverandering, ruimte- en waterbeheer en luchtkwaliteit) wordt voorgesteld. Vanuit een puur wetenschappelijk belang en perspectief bezien is deze selectie te eenzijdig. Onderwerpen die niet mogen ontbreken vanwege het wetenschappelijk onderzoek zijn de thema s van vaste aarde-onderzoek, zwaartekrachtonderzoek en oceanografisch onderzoek. 3.3 Microgewicht onderzoek Microgewichtonderzoek kan bijdragen aan het vergroten van fundamenteel inzicht in het gedrag van gecompliceerde systemen. Biologische systemen, bijvoorbeeld, reageren op diverse mechanische stimuli waaronder zwaartekracht. Deze invloed is onder microgewichtomstandigheden praktisch uitgeschakeld zodat dan inzicht kan worden verkregen in de rol van de zwaartekracht op perceptie en mechanotransductie (bijvoorbeeld bij osteoporose). Microgewichtonderzoek bestaat uit een verzameling van onderzoeksgebieden die gebruik maken van een reeks ruimtefaciliteiten, om de invloed van de zwaartekracht te reduceren waaronder het ISS en sondeerraketvluchten. Naar aanleiding van aanbevelingen van de Commissie-Roubos uit 2001 is het onderzoek in Nederland vooral gericht op vraagstukken uit de levenswetenschappen; hiertoe behoren circa tweederde van de thans lopende projecten. Ten opzichte van de situatie vóór 2000 is dit een lichte verschuiving, die zich zeer duidelijk heeft doorgezet in recente aanvraagrondes. Er is geen formele evaluatie beschikbaar van het microgewichtonderzoek sinds 2000 waarmee kan worden nagegaan of er ook een verschuiving heeft plaatsgevonden in de internationale positie van het Nederlandse onderzoek in de betreffende vakgebieden. Het (ruimte)onderzoek
6 dat onder omstandigheden van microgewicht wordt uitgevoerd is zeer divers. Dat maakt een onderlinge vergelijking van onderzoeksprojecten erg lastig; microgewichtonderzoek kan beter worden vergeleken met ander onderzoek uit dezelfde discipline. Er is evenwel een toename zichtbaar van het aantal onderzoeksgroepen dat zich bezig houdt met de rol van microgewicht. Met de toename van de omvang van het microgewichtonderzoek zijn ook de kwaliteit en de internationale zichtbaarheid toegenomen. Het onderzoek is thans voor het grootste deel geïnspireerd door wetenschappelijke vraagstellingen; toepassingsgerichte vragen op het gebied van menselijke ruimtevaart spelen maar een ondergeschikte rol. Het aantal publicaties in SCI-tijdschriften is in de laatste vijf jaar met 25% toegenomen ten opzichte van de periode daarvoor. In de peer reviews van de recente beoordelingsronde wordt het onderzoek op internationaal niveau als goed tot zeer goed aangemerkt. Terwijl Nederland in de European Low Gravity Research Association (ELGRA) in 2000 nog nauwelijks een rol speelde, is er nu een Nederlandse afgevaardigde in haar leiding. De Nederlandse deelname aan ESA-projecten is thans groter dan verwacht mag worden op basis van de nationale bijdrage aan ESA. Verder wordt er op dit moment in Nederland mede in het licht van verscheidene Nederlandse biomedische initiatieven een roadmap opgezet voor microgewichtonderzoek, waarin biologische experimenten, net als in 2001, als eerste zijn geprioriteerd. Binnen het ESA-thema environment is een opmerkelijke toename zichtbaar van de interesse vanuit het Nederlandse bedrijfsleven. Nederland heeft sinds 2001 op goede wijze geïnvesteerd in microgewichtonderzoek. Het is van belang daarvan nu de revenuen binnen te halen. Microgewichtexperimenten in bijvoorbeeld het ISS zijn van wezenlijk belang voor onderzoek dat zich specifiek richt op de rol van zwaartekracht, bijvoorbeeld tijdens de groei van planten en dieren. Sommige vraagstukken betreffende de invloed van de sterkte van de zwaartekracht kunnen ook worden bestudeerd met aardse alternatieven, zoals centrifuges (voor het toepassen van versnellingen groter dan g) of de Random Positioning Machine, een door Dutch Space ontwikkelde 3D-clinostaat waarmee microgewichtsomstandigheden kunnen worden nagebootst. Voorts kan met behulp van zogenaamde valtorens en met paraboolvluchten vanaf de aarde gedurende maximaal ongeveer dertig seconden een situatie van microgewicht worden gerealiseerd; met sondeerraketten is gewichtsloosheid gedurende enkele minuten te realiseren. Deze mogelijkheden lijken echter soms te worden vergeten, ondanks het beperkte aantal vluchtmogelijkheden in de ruimte en de hoge kosten van onderzoek dat wordt uitgevoerd in het ISS. Hierbij speelt de getrapte beoordelingssystematiek vermoedelijk een rol. Een vaak omvangrijk, internationaal voorstel wordt eerst aan ESA voorgelegd (waarbij ook getoetst wordt op haalbaarheid en beschikbaarheid van vluchten) en pas na honorering aldaar wordt het Nederlandse deel voor NWO/SRON in een peer review proces getoetst op wetenschappelijke merites. Het verdient aanbeveling de beoordelingsprocedure te vereenvoudigen en bij ESA het belang van een evenwichtige samenstelling van ground based en space based onderzoeksvoorstellen te benadrukken. 3.4 Planetaire exploratie en onderzoek Mede als gevolg van de ontdekking in de afgelopen jaren van circa 150 planeten buiten ons zonnestelsel bestaat zowel in de sterrenkundige als in de aardwetenschappelijke gemeenschap in Nederland een groeiende belangstelling voor onderzoek van de planeten in ons zonnestelsel. Vele vragen betreffende exoplaneten kunnen vooralsnog slechts worden beantwoord door studie van de planeten in ons zonnestelsel. Daarnaast speelt de search for life een belangrijke rol. De aardwetenschappelijke belangstelling voor planeetonderzoek komt
7 voort uit het belang van vergelijkend planeetonderzoek en de mogelijkheden om met behulp van planetaire exploratie fundamentele vragen over de evolutie van ons zonnestelsel te kunnen beantwoorden. Het onderzoek kan ook nieuwe inzichten bieden in de chemie van de aardatmosfeer en de vaste aarde. Het wetenschappelijk programma van ESA en het Aurora exploratieprogramma dat nu door ESA wordt ingezet, bieden veelbelovende mogelijkheden. Het gaat hier in de eerste plaats om missies naar Mars en de Jupitermaan Europa. Eén van de hoofddoelen van deze missies is het zoeken naar sporen van leven, zowel in de bodem van Mars als in de meer dan tien kilometer diepe oceaan van Europa. ESA voorziet als missies in de nabije toekomst: - ExoMars (Aurora program for planetary exploration) - Mars Sample Return (Aurora program for planetary exploration) - Jupiter Exploration Probe (Cosmic Vision strategie van het wetenschappelijk programma). Deze missies zijn technisch realiseerbaar en de verwachting is, gezien de groeiende focus van ESA op exploratie van het zonnestelsel, dat deze missies binnen ESA hoge prioriteit zullen krijgen. Gezien de groeiende belangstelling voor dit soort onderzoek, en de grote maatschappelijke uitstraling ervan, verdient het sterke aanbeveling te streven naar Nederlandse deelname in missies van deze aard, bij voorkeur op het niveau van principal investigator. Anticiperend op ontwikkelingen in de Verenigde Staten en Europa betreffende toekomstig onderzoek aan het zonnestelsel is het Nederlands Platform voor Planetair onderzoek (NPP) opgericht. Het NPP heeft onlangs het plan Roadmap Planetary Exploration and Research aangeboden aan de relevante ministeries. Dit plan is in sterke mate gebaseerd op de kennis, infrastructuur, en het wetenschappelijk potentieel dat ontwikkeld is in Nederlands aardgericht ruimteonderzoek en de Nederlandse aardwetenschappen. Onderzoekers werkzaam in aardgericht ruimteonderzoek (atmosfeer en geosfeer) zullen daarom ook een rol kunnen spelen in toekomstig planetair onderzoek. De commissie oordeelt zeer positief over de door het NPP geformuleerde ambities en hecht sterk aan de initiatieven om een Nederlandse PI-rol in één of meer planetaire missies na te streven. 4. Conclusies en aanbevelingen Op grond van de bevindingen komt de commissie tot de volgende conclusies en aanbevelingen. 4.1 Financiering Voor alle hier geëvalueerde onderzoeksgebieden geldt dat continuering van het onderzoek adequate financiering vereist. De huidige wijze van financieren is niet optimaal aangepast aan de soms zeer lange looptijd (vaak meer dan tien, tot zelfs twintig jaar) van projecten. Bovendien heeft het verdelen van middelen over verschillende budgetten en programma s een remmende invloed op het onderzoek. Dit geldt in het bijzonder bij het vervullen van een rol als principal investigator, omdat daarbij onvermijdelijk een piek optreedt in de financieringsbehoefte gedurende een deel van de looptijd van het programma. Bij de huidige wijze van financieren van het onderzoek zorgt juist deze tijdelijke hoge financiële druk voor problemen. Het belang van een PI-rol van SRON voor het Nederlandse wetenschappelijk
8 ruimteonderzoek is echter zeer groot. De commissie is van mening dat Nederland moet nastreven voor minimaal één instrument voor astronomisch ruimteonderzoek, voor aardgericht ruimteonderzoek en voor planeetonderzoek de rol van principal investigator te vervullen. 4.2 Astronomisch ruimteonderzoek Het Nederlandse astronomisch ruimteonderzoek is van excellente kwaliteit. Gezien de unieke technologische expertise van SRON tezamen met Nederlandse technisch-fysische laboratoria (onder meer in Delft en Twente) op het gebied van detectorontwikkeling voor röntgen en infrarood/submillimeter golflengten, alsmede op het gebied van de interferometrie, is een rol als principal investigator voor Nederland voor ruimtemissies op deze terreinen zeker haalbaar. Om dit te kunnen bereiken is het van groot belang naar zodanige vormen van financiering te zoeken, dat rekening kan worden gehouden met kortdurende extra behoefte aan financiële middelen. 4.3 Aardgericht ruimteonderzoek Het aardgericht ruimteonderzoek heeft inhoudelijk een belangrijke groei doorgemaakt waarbij multidisciplinair onderzoek sterk aan belang heeft gewonnen. Het onderzoek heeft thans in internationaal perspectief een uitstekende positie. Dit is mede een gevolg van het Nederlandse en internationale aardobservatiebeleid. Het deel van het Nationaal Programma Gebruikers Ondersteuning (GO-2) dat onder de hoede staat van ALW-NWO en SRON is sinds 2000 een spil geworden in de nationale financiering van wetenschappelijk aardgericht ruimteonderzoek. Dit deel van het GO-programma heeft dankzij de internationale peer review van het onderzoek tevens een belangrijke monitoringfunctie gekregen op het gebied van integratie en kwaliteitsbewaking van de Nederlandse inzet op aardgericht ruimteonderzoek. De kwaliteit van gehonoreerde voorstellen is goed tot uitstekend. Vanwege dit succes benadrukt de commissie het belang van voortzetting van het wetenschappelijk deel van het GO-programma. SRON heeft met enkele projecten een grote en gewaardeerde bijdrage geleverd aan chemisch atmosfeeronderzoek en aan geodynamisch en fysisch-oceanografisch onderzoek. 4.4 Microgewichtonderzoek Nederland begint nu de vruchten te plukken van de investeringen die de afgelopen jaren in microgewichtonderzoek zijn gedaan, maar er is nog meer oogst binnen te halen. Het verdient daarom aanbeveling het microgewichtonderzoek te blijven ondersteunen. Microgewichtexperimenten in bijvoorbeeld het ISS zijn van wezenlijk belang voor onderzoek dat zich in het bijzonder richt op de rol van zwaartekracht, bijvoorbeeld tijdens de groei van planten en dieren. Voor vraagstukken betreffende de invloed van de sterkte van de zwaartekracht wordt echter soms ten onrechte voorbijgegaan aan goedkopere alternatieven dan het ISS, zoals centrifuges of de Random Positioning Machine. Voor onderzoek onder microgewichtomstandigheden kan zowel onderzoek in de ruimte als onderzoek direct vanaf de aarde van nut zijn (space based en ground based). Het verdient daarom aanbeveling om de balans tussen kostbare microgewichtexperimenten, in bijvoorbeeld het ISS, en andere vluchtdan wel aardgebonden onderzoeksfaciliteiten te verbeteren. 4.5 Planeetonderzoek
9 Gezien het wetenschappelijk belang en de groeiende belangstelling voor planeetonderzoek, zowel vanuit de aardwetenschappen als vanuit de astronomische gemeenschap, oordeelt de commissie zeer positief over de door het NPP geformuleerde ambities en hecht sterk aan de initiatieven om een Nederlandse rol als principal investigator in één of meer planetaire missies na te streven. Deze deelname zal naar verwachting tevens een grote maatschappelijke uitstraling hebben. De commissie beveelt aan om ook voor het planetaire onderzoek een gebruikersprogramma op te zetten. KNAW Rapport-Bijlages 1 Evaluatieopdracht Terms of Reference voor een Evaluatie van het Wetenschappelijk Ruimteonderzoek in Nederland (bijlage bij briefnr. OWB/WG/2005/10580) 1. Inleiding/achtergrond In het Actieplan Ruimtevaart is aangekondigd dat in 2005 het wetenschappelijke ruimteonderzoek in Nederland geëvalueerd wordt. Dit is nodig om de in het najaar de positie van Nederland te bepalen voor de in december 2005 geplande ESA ministersconferentie. De laatste evaluatie van het wetenschappelijke ruimteonderzoek stamt uit Doel / Doelstelling 2.1. De evaluatie is gericht op de wetenschappelijke kwaliteit van het ruimteonderzoek dat plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van Nederlandse onderzoekers De evaluatie is tevens gericht op een door SRON op te stellen nationaal wetenschappelijk programma voor ruimteonderzoek op basis waarvan de verantwoordelijke ministers een beslissing kunnen nemen over de inzet in de wetenschappelijke programmaonderdelen waarover tijdens de ESA ministersconferentie in december 2005 wordt besloten. 3. Opdrachtgever/initiatiefnemer 3.1. De evaluatie is een initiatief van het ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid De voortgang en de resultaten worden besproken in de door de Interdepartementale Commissie Ruimtevaart (ICR) ingestelde Coördinatiegroep voor de uitvoering van het Actieplan Ruimtevaart (maandelijkse vergadering). 4. Opdrachtnemer De directeur OWB verzoekt namens de minister van OCW de KNAW de evaluatie uit te voeren. 5. Reikwijdte en uitgangspunten van het advies 5.1. Het gaat om het onderzoeken van het belang/ de waarde van de Nederlandse bijdrage in de opbouw van een wetenschappelijke infrastructuur in de ruimte en het gebruik hiervan op het terrein van het astronomisch onderzoek, het aardgericht onderzoek, het fysisch, chemisch en biologisch/medisch onderzoek ( vaak samengevat onder de noemer microgewicht onderzoek) en tenslotte het in ESA kader nieuwe planetaire exploratieonderzoek.
10 5.2. Daarnaast is de rol en waarde van de instituten binnen NWO (in het bijzonder SRON maar ook ASTRON), TNO en de universiteiten onderwerp van de evaluatie In de evaluatie ligt de nadruk op de kwaliteit van het onderzoek en niet op de onderlinge prioriteit (zoals in de evaluatie van 2001). Belangrijk uitgangspunt is een onafhankelijke evaluatie van het gehele ruimteonderzoek In de evaluatie wordt, in tegenstelling tot de vorige evaluatie van 2001, niet gevraagd om te adviseren over de wenselijkheid en omvang van gebruikersondersteunende programma s binnen de Nederlandse ruimtevaart. 6. Tijdsbestek Het eindrapport van de evaluatie wordt vóór 15 september 2005 opgeleverd. Vóór 1 augustus 2005 wordt een voortgangsrapportage opgeleverd. 7. (Project)organisatie De organisatie bestaat uit de coördinator ruimtevaart van OCW, de KNAW projectleider, de door de KNAW in te stellen evaluatiecommissie en de in artikel 3 al vermelde ICR Coördinatiegroep. 8. Op te leveren producten/diensten (+ opleverdata) 8.1. Uiterlijk 1 juni 2005 zijn overzichten van verricht onderzoek, publicatielijsten en uitgevoerde zelfevaluaties, en zo mogelijk, plannen voor toekomstig onderzoek beschikbaar Uiterlijk 1 augustus 2005 wordt door de KNAW een voortgangsrapportage opgeleverd ten behoeve van een door SRON op te stellen nationaal wetenschappelijk programma voor ruimteonderzoek Uiterlijk 1 september 2005 wordt het finale concept van het eindrapport aan de ICR gestuurd Uiterlijk 15 september 2005 wordt het eindrapport opgeleverd. 9. Benodigde bijdrage opdrachtgever/initiatiefnemer of betrokken dienstonderdeel Initiatiefnemer OCW verzorgt de adviesaanvraag aan de KNAW. 2 Literatuurlijst - KNAW/NWO Evaluatiecommissie Ruimteonderzoek (Commissie -Van der Laan). Wetenschappelijk ruimteonderzoek in Nederland: Kennis, kansen, keuzen KNAW, NWO. Advies naar aanleiding van de evaluatie van het astronomisch en aardgericht ruimteonderzoek. 30 januari ALW-NWO evaluatiecommissie microgewichtonderzoek (Commissie -Roubos). Microgravity Research in the Netherlands: Past Performances and Future Perspectives KNAW, NWO. Advies naar aanleiding van de evaluatie van het microgewichtonderzoek. 2 mei KNMI (Commissie-Tindemans). Report of the review of the research efforts of the Royal Netherlands Meteorological Institute. Februari Ministerie van EZ, Ministerie van VenW, Ministerie van OCW. Actieplan Ruimtevaart - ruimtevaart in Nederland. November 2004.
11 - ASTRON. ASTRON Institute - Self-evaluation document ( ). Maart Voortgangs- en eindrapportages ALW-NWO/SRON programma s microgewichtonderzoek en aardobservatie SRON. Self-Evaluation Report april Netherlands Platform for Planetary Research. Roadmap Planetary Exploration and Research. 1 juli ALW-NWO. Evaluatie van het Nationaal Programma Gebruikers Ondersteuning Evaluatiewerkgroep Aardobservatiebeleid. Evaluatie Nederlandse aardobservatiebeleid - Eindrapport - concept 1. 2 augustus Platform Microgewichtonderzoek Nederland. Roadmap Netherlands Microgravity Research Afkortingen KNAW-rapport ALW-NWO Gebied Aard- en Levenswetenschappen van NWO ASTRON Astronomisch Onderzoek Nederland BeppoSAX Satellite per Astronomia X, "Beppo" in honor of Giuseppe Occhialini ChaMP CHANDRA Multiwavelength Project Chandra NASA's Chandra X-ray Observatory was named in honor of the late Indian-American Nobel laureate, Subrahmanyan Chandrasekhar DEOS Department of Earth Observation and Space systems (TU-Delft) ELGRA European Low Gravity Research Association ELIPS European Programme on Life and Physical Sciences and Applications utilising the International Space Station ESA European Space Agency EWAB Evaluatiewerkgroep Aardobservatiebeleid GALILEO GALILEO is a global navigation infrastructure under civil control. GO-2 Nationaal Programma Gebruikersondersteuning (GO-2) GOCE Gravity Field and Steady State Ocean Circulation Explorer GOME Global Ozone Monitoring Experiment GPS Global Positioning System GRACE Gravity Recovery and Climate Experiment InSAR Interferometric Synthetic Aperture Radar ISES Netherlands Research Centre for Integrated Solid Earth Sciences ISS International Space Station KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut LDIM Laser Doppler Interferometry Mission for earth gravity LISA Laser Interferometer Space Antenna NASA National Aeronautics and Space Administration NOVA Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie NPP Nederlands Platform voor Planetair Onderzoek NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek OMI Ozone Monitoring Instrument (NASA) PI principal investigator SCIAMACHY SCanning Imaging Absorption SpectroMeter for Atmospheric CHartographY SMART Small Missions for Advanced Research in Technology TELIS TErahertz and sub millimeter LImb Sounder TOPOEUROPE Topgraphy Evolution in Europe TUD Technische Universiteit Delft
12 UU VMSG XMM-Newton Universiteit Utrecht Vening Meinesz Onderzoekschool voor Geodynamica X-ray Multi-Mirror
Nationaal Programma Gebruikersondersteuning Ruimteonderzoek
Nationaal Programma Gebruikersondersteuning Ruimteonderzoek 2012-2016 1. Doelstelling Nederland participeert in verschillende wetenschappelijke programma s van het Europese ruimteagentschap ESA. Hierdoor
Nadere informatieevaluatie wetenschappelijk ruimteonderzoek in nederland 2006-2011
evaluatie wetenschappelijk ruimteonderzoek in nederland 2006-2011 Amsterdam, 4 juli 2011 koninklijke nederlandse akademie van wetenschappen 2 inhoudsopgave Samenvatting 5 1. Inleiding 7 2. Wetenschapsgebieden
Nadere informatieTO BOLDLY GO WHERE NO ONE HAS GONE BEFORE... EEN NIEUWE KOERS IN HET WETENSCHAPPELIJK RUIMTEONDERZOEK
TO BOLDLY GO WHERE NO ONE HAS GONE BEFORE... EEN NIEUWE KOERS IN HET WETENSCHAPPELIJK RUIMTEONDERZOEK De nieuwe strategie van SRON... De ruimte: de laatste grens. Dit is de nieuwe langetermijnstrategie
Nadere informatieRUIMTEVAART: QUO VADIS?
RUIMTEVAART: QUO VADIS? Symposium 50 jaar NVR 21 december 2001 Dr. A.G.M. Driedonks, Algemeen Directeur NIVR RUIMTEVAART: QUO VADIS? Onderwerpen Heroriëntatie Nederlands ruimtevaartbeleid 2001 ESA Ministers
Nadere informatieVerbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie
Verbinden van wetenschap en samenleving NWO-strategie 2019-2022 Verbinden van wetenschap en samenleving Dit strategisch plan beschrijft de koers van NWO voor de jaren 2019 tot en met 2022. NWO legt hierin
Nadere informatieDelfstoffen uit de ruimte
Delfstoffen uit de ruimte Waar werk je? Je ben als deskundige op het gebied van sterrenkunde en ruimtevaart deel van een team bij het Kapteyn Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen en SRON (Netherlands
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 24 446 Ruimtevaartbeleid Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,
Nadere informatieKenmerkend voor ruimtevaart is de succesvolle samenwerking van bedrijfsleven, universiteiten & kennisinstituten en overheid: de gouden driehoek.
00 Ruimtevaart in Nederland en in Europa - Kort resume van de Nederlandse positie. Aandacht voor de komende Ministersconferentie van de European Space Agency (ESA) In december 2014 vindt de ESA Ministersconferentie
Nadere informatieRuimteonderzoek in Nederland
Ruimteonderzoek in Nederland Of; de kruisbestuiving tussen wetenschap en technologie Gerard Cornet, stafmedewerker SRON 1 Wat is ruimteonderzoek? Wetenschappelijk onderzoek dat gebruik maakt van satellieten
Nadere informatieAstronomische Technieken Hovo Cursus Prof.dr. Paul Groot (RU) Dr. Gijs Nelemans (RU)
Astronomische Technieken Hovo Cursus 2010 Prof.dr. Paul Groot (RU) Dr. Gijs Nelemans (RU) Opbouw van de cursus 15/3: 22/3: 12/4: 19/4: 26/4: 3/5: - Berichten uit de ruimte - Ontvangers op Aarde Paul Groot
Nadere informatieBestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015
Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015 In het najaar van 2007 hebben de besturen van VSNU, NWO en KNAW besloten tot aanpassing van het Standard Evaluation Protocol (SEP) 1.
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 27 februari 2009
> Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-Generaal Bezuidenhoutseweg 20 Postbus 20101 2500 EC Den Haag
Nadere informatieAan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum: 22 april 2013 Betreft: Beleidsreactie op het advies "De
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 10:3, 10:4 en 10:11 van de Algemene wet bestuursrecht;
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 10565 15 juli 2009 Besluit van de Minister van Economische Zaken, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de
Nadere informatieProfiel NWO. Lid raad van bestuur tevens domeinvoorzitter Sociale en Geesteswetenschappen
Profiel Lid raad van bestuur tevens domeinvoorzitter Sociale en Geesteswetenschappen Lid raad van bestuur, tevens domeinvoorzitter Sociale en Geesteswetenschappen De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
Nadere informatieNSO presentatie Big Science Industry Day 16 oktober 2013 Joost Carpay Netherlands Space
1 NSO presentatie Big Science Industry Day 16 oktober 2013 Joost Carpay (j.carpay@spaceoffice.nl; Netherlands Space www.spaceoffice.nl) Office Netherlands Space Office (NSO) Ruimtevaartorganisatie van
Nadere informatieLeraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten
Exacte Wetenschappen Leraar in onderzoek Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten Den Haag, mei 2010 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 3 2 Doel 4 3
Nadere informatieStichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie
Stichting VHAN Reglement Wetenschapscommissie Aangepaste versie januari 2015 Inhoudsopgave 1. Begripsbepalingen 2. Taakopdracht 3. Samenstelling commissie, benoeming en zittingsduur 4. Werkwijze en besluitvorming
Nadere informatieAgendapunt 6: Op weg naar KP8
Agendapunt 6: Op weg naar KP8 Consultatie ten behoeve van de Nederlandse inzetbepaling Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Waar staan we KP6 is afgerond (2002-2006) Document: Evaluatie achteraf
Nadere informatieReglement Wetenschapscommissie Medisch Centrum Haaglanden
Reglement Wetenschapscommissie Medisch Centrum Haaglanden 1 Inhoudsopgave 1. Begripsbepalingen 2. Taakopdracht 3. Samenstelling commissie, benoeming en zittingduur 4. Werkwijze en besluitvorming 5. Taken
Nadere informatieParticipatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN
Aanbiedingsformulier Onderwerp Participatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN behoudens advies van de Commissie voor Economische Zaken, Grondzaken, Toerisme en Parkeren, bijgaand raadsvoorstel
Nadere informatieStatus Roadmap 2.0 28.10.2011 Nico van Putten / Luc Boumans
Status Roadmap 2.0 28.10.2011 Nico van Putten / Luc Boumans Roadmap 2.0 Aanleiding en context Status Roadmaps 2.0 Evaluatie Hoe verder? Waarom Roadmap 2.0; het budget Consequenties van het beleid en in
Nadere informatieVerslag van uitgeoefende activiteiten in 2014. Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut
Verslag van uitgeoefende activiteiten in 2014 Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut UITNODIGING Bestuursleden, Ambassadeurs, Young Ambassadors, Vrienden en Donateurs: bedankt! 2 Het Hubrecht Instituut
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en aanbevelingen
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Blootstelling aan elektromagnetische velden die afkomstig zijn van apparatuur voor mobiele telecommunicatie is in toenemende mate een bron van zorg in de maatschappij.
Nadere informatieCommissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie industrie, onderzoek en energie 14.12.2010 2010/2211(INI) ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, onderzoek en energie aan de Bijzondere Commissie beleidsuitdagingen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 24 446 Ruimtevaartbeleid Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,
Nadere informatieFijnmechanisch ontwerper
Fijnmechanisch ontwerper t.b.v. de ontwikkeling van space-instrumentatie SRON Netherlands Institute for Space Research ontwikkelt innovatieve instrumenten voorgrensverleggend astrofysisch en aardgericht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 637 Bedrijfslevenbeleid Nr. 204 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,
Nadere informatieNFI Academy. Sleutel tot de expertise van het Nederlands Forensisch Instituut
NFI Academy Sleutel tot de expertise van het Nederlands Forensisch Instituut NFI Academy Sleutel tot de expertise van het Nederlands Forensisch Instituut Met ruim 500 professionals en expertise in meer
Nadere informatieGravitatiegolven & Technology Transfer
Gravitatiegolven & Technology Transfer Nikhef onderzoekers spelen een leidende rol in het onderzoek naar gravitatiegolven. Deze minuscule rimpelingen in ruimte-tijd vereisen naast complexe data analyse
Nadere informatieRadiotelescoop op de maan?
Netherlands Institute for Radio Astronomy Radiotelescoop op de maan? - Dr. Raymond Oonk Astronoom in de Astronomy Group (ASTRON) ASTRON is part of the Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO)
Nadere informatieMilieuwetenschappen in Leiden
Milieuwetenschappen in Leiden Combineer je opleiding met milieu en duurzaamheid leiden.edu.nl Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken. Waarom milieu en duurzaamheid? Thema s als gezondheid, armoedebeschrijving,
Nadere informatieTrainingen: Biologische effecten van straling Dosimetrie (in de ruimte)
Alle opleidingen/studies (alle niveaus : bachelor, master, master na master, voortgezette opleiding, enz.) die door uw universiteit worden aangeboden, alsook de titels van de lessenreeksen die verband
Nadere informatieEvaluatie Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen
Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie FWO Evaluatie Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen In de beheersovereenkomst 2002-2007 tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Fonds voor Wetenschappelijk
Nadere informatieEVALUATIE NATIONAAL PROGRAMMA GEBRUIKERSONDERSTEUNING RUIMTEONDERZOEK (GO)
EVALUATIE NATIONAAL PROGRAMMA GEBRUIKERSONDERSTEUNING RUIMTEONDERZOEK (GO) 2012-2016 18 februari 2016 Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding... 5 2. Oordeel over de bereikte resultaten... 7 3. Aanbevelingen
Nadere informatieVerslag van uitgeoefende activiteiten in 2013. Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut
Verslag van uitgeoefende activiteiten in 2013 Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut 1 UITNODIGING Dromen worden waarheid Conferentie 2013 Donateurs bedankt voor uw giften in 2013. 2 Hubrecht Instituut
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 24 446 Ruimtevaartbeleid Nr. 15 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATER- STAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieFiche 4: Mededeling ruimtevaartstrategie ten dienste van de burger
Fiche 4: Mededeling ruimtevaartstrategie ten dienste van de burger 1. Algemene gegevens Titel Voorstel Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Sociaal Comité en het
Nadere informatieDit document is opgesteld in het kader van de portfolio-evaluatie van de KNAW- en NWO-instituten in SRON 1
SRON 1 Dit document is opgesteld in het kader van de portfolio-evaluatie van de KNAW- en NWO-instituten in 2018. SRON Netherlands Institute for Space Research Missie SRON maakt doorbraken mogelijk in het
Nadere informatieNEDERLAND IN BEWEGING - Aardobservatie, NAP, bodemdaling - Prof.dr.ir. P.J.G. Teunissen DEOS TU Delft en NCG-KNAW
NEDERLAND IN BEWEGING - Aardobservatie, NAP, bodemdaling - Prof.dr.ir. P.J.G. Teunissen DEOS TU Delft en NCG-KNAW Nederland-Waterland Nederland is beroemd om zijn strijd tegen het water. Het ontstaan van
Nadere informatieBestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen Tilburg University
Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen Tilburg University 2015-2021 In het voorjaar van 2014 hebben de besturen van VSNU, NWO en KNAW besloten tot aanpassing van het Standard Evaluation Protocol
Nadere informatieDe Nederlandse bijdrage aan ENVISAT Arno Landewers, 13 januari 2010
De Nederlandse bijdrage aan ENVISAT Arno Landewers, 13 januari 2010 De Europese ENVISAT satelliet is de eerste satelliet welke geheel ontwikkeld is voor observatie van de chemische samenstelling van de
Nadere informatiebron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden (geavanceerde opleidingscursussen) in het kader van het specifieke
Nadere informatieN e d e r l a n d s c e n t r u m v o o r. Naturalis, Zoölogisch Museum Amsterdam en Nationaal Herbarium Nederland bundelen hun krachten
N e d e r l a n d s c e n t r u m v o o r biodiversiteitonderzoek NCB Naturalis, Zoölogisch Museum Amsterdam en Nationaal Herbarium Nederland bundelen hun krachten Nederlands Centrum voor Biodiversiteitonderzoek
Nadere informatieNATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING. CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING
NATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING Versterking van de wetenschap en een betere benutting van de resultaten zijn een onmisbare basis, als Nederland
Nadere informatieConvenant Eenvormige Toetsing Gezondheidsonderzoek vanuit het Parelsnoer Instituut
Convenant Eenvormige Toetsing Gezondheidsonderzoek De ondergetekenden: 1. Academisch Medisch Centrum Amsterdam... gevestigd aan... te..., vertegenwoordigd door... (hierna te noemen...) en 2...., gevestigd
Nadere informatieDELPHI CONSORTIUM, een business model voor strategisch- fundamenteel wetenschappelijk onderzoek
CONSORTIUM, een business model voor strategisch- fundamenteel wetenschappelijk onderzoek Voor universiteiten zijn er een aantal interessante mogelijkheden om een prominente rol te spelen in het innovatieproces.
Nadere informatieStimulering Europees Onderzoek
Call for proposals Stimulering Europees Onderzoek 2016 Den Haag, oktober 2016 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond 1 1.2 Beschikbaar budget 1 1.3
Nadere informatieCONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018
Hoort bij raadsvoorstel 27-2012 BIJLAGE 2 APPENDIX 1. CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018 1. Doel van de opdracht Winnen van de titel Culturele Hoofdstad van Europa voor het project 2018Brabant
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Onderzoek en Wetenschapsbeleid IPC 4100 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus
Nadere informatieContextschets Techniek
Contextschets Techniek Nationaal Techniekpact 2020... 2 Welke activiteiten ondernemen de hbo-instellingen?... 2 Welke activiteiten ondernemen de universiteiten?... 3 Welke activiteiten onderneemt de 3TU?...
Nadere informatieHorizon 2020 Kansen voor Hogescholen
Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen DG Onderzoek en Innovatie mei 2013 Inhoud presentatie Opzet toekomstig Europees R&I beleid Hoofdlijnen Horizon 2020 Waar staan we nu? Kansen voor hogescholen in Horizon
Nadere informatieSlim kijken naar Dijken
Slim kijken naar Dijken Patroon en anomalie herkenning door combinatie van verschillende air-borne Remote Sensing technieken Kennisdag Waterkeringbeheer en Remote Sensing - STOWA 9 maart 2004, Aviodrome,
Nadere informatieEvaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma
Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel
Nadere informatieNaturalis Society Samen richting geven aan een duurzame toekomst
Samen richting geven aan een duurzame toekomst Aan één van deze onderzoeksdomeinen kunt u zich verbinden. Evolutie Darwinvinken Paleoecologie Schedelkapje Homo erectus Etnobotanie Cadé apothekers herbarium
Nadere informatie1. Versterking dynamiek van het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de cultuur.
Werkprogramma 1998 De Ministers van EZ en OCenW hebben, blijkens de Voortgangsrapportage Wetenschapsbeleid (bijlage in het ontwerp Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 1998) met instemming kennis genomen
Nadere informatieCONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT
Beslisdocument Investeringsdossier 2018 BIJLAGE 4 CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT 1. Doel van de opdracht Winnen van de titel Culturele Hoofdstad van Europa voor het project 2018 Culturele
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.6.2011 COM(2011) 366 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT Verlenging van de regeling tussen de Europese Commissie en het Office of
Nadere informatieSamenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?
Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient
Nadere informatieWetenschappelijke bijeenkomsten ALW
1 Aard- en Levenswetenschappen Call for proposals ALW Den Haag, maart 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek 1 Inleiding en doel NWO heeft als wettelijke taak onder meer de nationale
Nadere informatieHoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond Het wordt algemeen erkend dat de werkzaamheid van geneesmiddelen bij kinderen kan afwijken van die bij volwassenen. Om te komen tot passende farmacotherapeutische
Nadere informatieToelichting op de NWO-bijdrage Topsectoren
Toelichting op de NWO-bijdrage Topsectoren 2016-2017 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoudsopgave Toelichting op de NWO-bijdrage Topsectoren 2016-2017 1 Inleiding en werkwijze
Nadere informatieAdviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP
Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie!! " # "# $ -. #, '& ( )*(+ % & /%01 0.%2
Nadere informatierendement van talent aanbevelingen voor motiverend en stimulerend loopbaanbeleid advies
de jonge akademie rendement van talent aanbevelingen voor motiverend en stimulerend loopbaanbeleid advies samenvatting De afgelopen jaren hebben de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW),
Nadere informatieProgramma. SBIR Ruimtevaart (Mark Loos, NSO) Toelichting SBIR-proces (Mark Hoogbergen, RVO) De vraag vanuit RWS (Charlotte Schmidt, RWS)
Programma 14:00u: 14:05u: 14:20u: 14:45u: 15:15u: 15:45u: Opening SBIR Ruimtevaart (Mark Loos, NSO) Toelichting SBIR-proces (Mark Hoogbergen, RVO) De vraag vanuit RWS (Charlotte Schmidt, RWS) Afsluitende
Nadere informatieHuygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)
Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: P.H.M. Lohman, Levensbericht F.H. Sobels, in: Levensberichten en herdenkingen, 1994, Amsterdam, pp. 93-96 This PDF was
Nadere informatieEvaluatie Odysseusinitiatief. Volledige naam
Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie Evaluatie Odysseusinitiatief Evaluatie Odysseusinitiatief Het Odysseusinitiatief is bedoeld als een startfinanciering om uitstekende Vlaamse onderzoekers
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.11.2017 COM(2017) 644 final 2017/0286 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het ACS-EU-Comité van ambassadeurs in te nemen
Nadere informatieR&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018
R&D-barometer 2018 Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven November 2018 Inhoud 1. Achtergronden onderzoek 2. Kerncijfers R&D-barometer 2018 3. De trends in R&D; samenwerking blijft
Nadere informatieHolland High Tech High Tech Solutions for Global Challenges Topsector High Tech Systemen en Materialen
Holland High Tech High Tech Solutions for Global Challenges Topsector High Tech Systemen en Materialen Amandus Lundqvist Voorzitter Topteam HTSM 21 maart 2014 Topteam HTSM advies toename private én publieke
Nadere informatieKennis voor de samenleving
Kennis voor de samenleving Acht opties voor verbreding van het wetenschapsbeleid Bericht aan het Parlement Nederland is een kennissamenleving. Wetenschappelijke kennis, expertise en opleiding zijn cruciaal
Nadere informatieSamenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie
Verkenning Prioriteiten e Justitie De Raad Justitie en Binnenlandse zaken van de EU heeft in november 2008 het eerste Meerjarenactieplan 2009 2013 voor Europese e justitie opgesteld. Op 6 december 2013
Nadere informatieDe Ketenbenadering in Aardobservatie
De Ketenbenadering in Aardobservatie Van waarnemingen tot geo-informatieproducten Looking backward looking forward 35 jaar aardobservatie in Nederland Geo-informatie Nederland GIN-sectie Aardobservatie
Nadere informatieKWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak
KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 23 september 2011 1. Achtergrond en aanleiding In 2008 heeft de gemeente Oirschot de Bestuursvisie 2002-2012
Nadere informatieHierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.
Europese Raad Brussel, 14 december 2017 (OR. en) EUCO 19/1/17 REV 1 CO EUR 24 CONCL 7 BEGELEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Bijeenkomst van de Europese
Nadere informatieRemote Sensing. Betere informatie voor duurzamer, doelmatiger en klimaatrobuuster waterbeheer
Remote Sensing Betere informatie voor duurzamer, doelmatiger en klimaatrobuuster waterbeheer 2016 25 Remote Sensing Betere informatie voor duurzamer, doelmatiger en klimaatrobuuster waterbeheer Waterschappen
Nadere informatieCo-Designing Citizen Observatories deel 2 van Stap 1 Samen komen tot een specifiek doel
Co-Designing Citizen Observatories deel 2 van Stap 1 Samen komen tot een specifiek doel Inge Liekens (Vito) Stijn Vranckx (Vito) Onno Giller(IHE Delft) co-design workshop, 15 januari, Antwerpen Ground
Nadere informatieSTEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap
STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken
Nadere informatie1 Bezoekersbeurs. Call for proposals. Bezoekersbeurs. Den Haag, december 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
1 Bezoekersbeurs Call for proposals Bezoekersbeurs 2016 Den Haag, december 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inleiding en doel Met de bezoekersbeurzen stimuleert NWO het bezoek
Nadere informatieRaad voor Accreditatie (RvA) De sterkte van het zwaarteveld in Nederland
Raad voor Accreditatie (RvA) De sterkte van het zwaarteveld in Nederland Document code: RvA-Tk-2.27 Datum vaststelling: 14 september 2004 Een RvA-Toelichting beschrijft het beleid en/of de werkwijze van
Nadere informatieEVALUATIE VAN HET NEDERLANDSE RUIMTEVAARTBELEID BIJLAGENBOEK. Niels-Ingvar Boer Holmer Doornbos Pauline Krauss Joost Krebbekx
EVALUATIE VAN HET NEDERLANDSE RUIMTEVAARTBELEID 2001-2006 BIJLAGENBOEK Utrecht, 14 maart 2008 Ruud Berndsen Niels-Ingvar Boer Holmer Doornbos Pauline Krauss Joost Krebbekx EVALUATIE VAN HET NEDERLANDSE
Nadere informatieSociaal-Wetenschappelijke. 6e SWR-Hendrik Muller Seminaar. De islam aan de grenzen verkend. Sociaal-Wetenschappelijke Raad
Sociaal-Wetenschappelijke Koninklijke Nederlandse Raad Akademie van Wetenschappen 6e SWR-Hendrik Muller Seminaar De islam aan de grenzen verkend Sociaal-Wetenschappelijke Raad Wie organiseert het Seminaar?
Nadere informatieStichting Ieder mbo een practoraat
Jaarverslag 2016 Verslag van de realisatie van de activiteiten Stichting Ieder mbo een practoraat Voor u ligt het jaarverslag 2016 van de Stichting Ieder mbo een practoraat. In dit jaarverslag staat wie
Nadere informatieRegionale financiering voor SMART CITIES in Brussel. Beata Bibrowska Senior Advisor- Dep Europa, OOI beleid en programma's- Innoviris
Regionale financiering voor SMART CITIES in Brussel Beata Bibrowska Senior Advisor- Dep Europa, OOI beleid en programma's- Innoviris Agenda JPI Urban Europe «SMART CITIES» in het EFRO in Brussel (in voorbereiding)
Nadere informatieJapans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties. Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl
Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl Samenvatting Elf Japanse top-onderzoeksuniversiteiten spraken tijdens zijn bezoek aan
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatieUitgelicht. Nieuwsbrief Astronomie, Informatica en Wiskunde. Nieuwsbrief van NWO frequenter én afgestemd op uw interesse
online lezen afmelden Nieuwsbrief Astronomie, Informatica en Wiskunde mei English version of this newsletter Uitgelicht Nieuwsbrief van NWO frequenter én afgestemd op uw interesse U ontvangt maandelijks
Nadere informatieDe wetenschappelijk kant van "Advanced Instrumentation" Big Science in het SRON programma. en de kansen die hieruit volgen
De wetenschappelijk kant van "Advanced Instrumentation" Big Science in het SRON programma en de kansen die hieruit volgen Gerard Cornet Henk van der Linden Henk Hoevers SRON and BIG Science To conceive
Nadere informatieChinese borden Universiteiten in en uit balans
Chinese borden Universiteiten in en uit balans 15-03-2016, Science in Transition conferentie Barend van der Meulen, Elizabeth Koier, Edwin Horlings 2 Universiteiten uit en in balans Barend van der Meulen
Nadere informatieStimulering Europees Onderzoek
Call for proposals Stimulering Europees Onderzoek 2015 Den Haag, juli 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond 1 1.2 Beschikbaar budget 1 1.3 Geldigheidsduur
Nadere informatieLogistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020
Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020 Martin Bakker, november 2013 Samenvatting Het nieuwe kaderprogramma voor onderzoek & innovatie van de Europese Unie, Horizon 2020, geeft een breed scala
Nadere informatieWat zit er in de aarde en wat beweegt haar. Jacob T. Fokkema
Wat zit er in de aarde en wat beweegt haar Jacob T. Fokkema Bataafsch December 10, 2010 Genootschap 1 Golf patronen van Mallet in 1848 December 10, 2010 2 Het eerste concept van seismische reflectie (1922)
Nadere informatieKorte beschrijving van het project Inhoud van dit document Contactinformatie Team: Email: Telefoon: Persinformatie
SpaceBillboard Onze missie is om mensen te inspireren en ruimtevaartonderzoek te steunen, door het eerste reclamepaneel ooit in de ruimte te lanceren. Korte beschrijving van het project SpaceBillboard
Nadere informatieDe VLIZ onderzoeksagenda. Michiel Vandegehuchte, onderzoeksdirecteur
De VLIZ onderzoeksagenda Michiel Vandegehuchte, onderzoeksdirecteur Nieuwe rol VLIZ 1999-2017 - Faciliteren en ondersteunen onderzoek OOK: uitvoeren en initiëren onderzoek onderzoek in VLIZ Onderzoeksinfrastructu
Nadere informatieStatus Roadmap 2.0 10.4.2012 Nico van Putten
Status Roadmap 2.0 10.4.2012 Nico van Putten Roadmap 2.0 Aanleiding en context Status Roadmaps 2.0 Evaluatie Hoe verder? Waarom Roadmap 2.0; het budget Consequenties van het beleid en in Regeerakkoord
Nadere informatieCampus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta
Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta BZW Bijeenkomst Middelburg, 4 april 2017 Inhoudsopgave 1. Campus Zeeland 2. Bèta College 3. Kennis & Innovatie Netwerken
Nadere informatieVoorlichting Studieloopbaanbegeleiding (SLB)
Voorlichting Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Doel Informatie over vakkenkeuze jaar 3 Afronden bachelor Toelating master Ingangsvakken masterprogramma s Vragen: - op schema met studie? - wat wil ik na BSc?
Nadere informatieToekomstplan sterrenkunde 2011-2015
Toekomstplan sterrenkunde 2011-2015 Nederlands Comité Astronomie Mei 2010 Preambule Dit toekomstplan is door het Nederlands Comité Astronomie (NCA) opgesteld namens de gehele Nederlandse astronomische
Nadere informatie