Het gebrek aan middelen voor sport en bewegen voor de meest kwetsbare groepen vormt een groot probleem. Het gaat hierbij om twee knelpunten.

Transcriptie

1 Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mevrouw drs. E.I. Schippers Per en De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Per Kenmerk: FO Amersfoort, 27 juni 2016 Betreft: Reactie Voortgangsbrief Sport d.d. 23 juni 2016 Geachte mevrouw Schippers en heer Van Rijn, In de Voortgangsbrief Sport van 23 juni jl., informeert u De Tweede Kamer over actuele ontwikkelingen op het terrein van sport. Het gaat hierbij om de volgende ontwikkelingen: 1. voortzetting programma Sport en bewegen in de Buurt ; 2. voortzetting actieplan naar een Veiliger Sportklimaat; 3. topsportbeleid 2017 en verder; 4. stand van zaken Kennisagenda Sport. Graag willen wij, Federatie Opvang, RIBW Alliantie en GGZ Nederland reageren op deze voortgangsbrief Sport van juni In eerste instantie zijn wij vanzelfsprekend positief over de verlenging van het programma Sport in de Buurt (ad 1). Ook de veiligheid is een belangrijk thema om juist ook kwetsbare groepen aan het sporten te krijgen en houden (ad.2). Verdere stimulering van de Kennisagenda van Sport (ad 4) is van belang. Toch willen wij graag een aantal kritische kanttekeningen plaatsen bij het door u ingezette sportbeleid en de aangekondigde maatregelen. De grote rol die ook hier weer wordt toegedicht aan de topsport (ad.3) vormt hiervoor mede aanleiding. In deze brief treft u een reactie op uw brief in de context van het belang van sport en bewegen juist voor kwetsbare groepen en de afbreukrisico s die we vanuit de opvangbranche signaleren. Met kwetsbare groepen wordt hier bedoeld: mensen die veelal in een multi-probleemsituatie verkeren, waardoor actieve participatie aan de samenleving wordt gehinderd. Om binnen de opvangsector dit belang te onderstrepen en sport en bewegen als onderdeel van de begeleiding van cliënten te kunnen aanbieden werd het programma Meedoen ontwikkeld. Federatie Opvang voert dit programma uit om participatie en daarbij sport en bewegen als belangrijk onderdeel, voor cliënten te bevorderen; het programma eindigt dit jaar. Dit programma werd door uw ministerie gesteund vanaf Deze steun eindigt in Gekozen is om, naast een reactie in de voorliggende brief, de ontwikkeling die binnen dit programma zichtbaar is uitgebreider, vanuit de praktijkervaring, te beschrijven (zie bijlage). Dit, om u voldoende inzicht te bieden in de knelpunten en kansen die in het (lokale) veld spelen. Ook in deze beschrijving blijkt dat sport en bewegen voor kwetsbare groepen blijvend aandacht behoeft en dat deze aandacht nu onvoldoende aanwezig is. Het belang van sport en bewegen voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving De meest kwetsbare groepen in de samenleving, waaronder onze cliënten in de opvang, hebben te maken met een veelheid aan problemen. De fysieke en mentale gezondheid is vaak slecht tot zeer slecht. Gezondheidsproblemen vormen een grote belemmering om te participeren in de samenleving. Sport en bewegen biedt de mogelijkheid deze te verbeteren. Sport en bewegen kan zo worden ingezet als middel om

2 verdere participatie mogelijk te maken. Een betere gezondheid heeft hierbij een directe relatie met welzijn; je beter voelen, jezelf tot meer in staat achten, een beter zelfbeeld et cetera. Deze laatste aspecten zijn cruciaal als het gaat om het zichzelf handhaven, het opbouwen van een zo belangrijk sociaal netwerk et cetera. Naast de gezondheid vormen ook de slechte financiële situatie, (hierdoor) sociaal isolement, geen stabiele woonsituatie etc. enorme drempels om actief mee te doen. Juist in een periode waarin de zelfredzame burger en participatie zo hoog in het vaandel staan, is het ons inziens van groot belang om te investeren in gezondheid. Uw ministerie omvat niet voor niets de combinatie van de beleidsterreinen sport, volksgezondheid en welzijn. Een adequate aanpak voor de meest kwetsbare groepen: buurtsportcoach? De verlenging van het programma Buurtsportcoach zou hierin een positieve rol kunnen spelen, indien deze coaches zich vooral richten op de meest kwetsbare groepen, contacten leggen met instellingen en welzijn et cetera. In de praktijk echter is de focus veelal gericht op kinderen en jongere deelnemers. In de bijlage van uw brief geeft u vooral aandacht aan ouderen en chronisch zieken. Veel kwetsbare burgers blijven zo opnieuw buiten beeld. Vaak is de buurtsportcoach ook onvoldoende toegerust om met onze doelgroepen te werken. Het gaat om een juiste balans in kennis van sport en het kunnen omgaan met kwetsbare groepen. De buurtsportcoach biedt voor cliënten in de opvang dan ook in veel gemeenten geen soelaas. Kan de minister zorgdragen voor een scherpere focus op de meest kwetsbare groepen in de functie van de buurtsportcoach en daarbij aandacht schenken aan de allerarmste groepen in de samenleving. Kan de minister voldoende formatie financieren om de grote groep van kwetsbare burgers te bedienen, deskundigheid te bevorderen van de buurtsportcoaches en te zorgen voor een actieve brugfunctie tussen het sociale domein, instellingen en de sportverenigingen? Hierbij moet ten slotte worden opgemerkt, dat ook met goed functionerende buurtsportcoaches niet het gehele probleem is opgelost; cliënten die in instellingen verblijven, of zelfstandig wonen met begeleiding, zullen ook door de professionals / begeleiders, moeten worden gestimuleerd en gemotiveerd en begeleid worden naar sport en bewegen. Dit vergt capaciteit en kennis, zaken die binnen het Programma Meedoen aandacht kregen en nu door gebrek aan middelen zullen vervallen. 1 Inzet middelen en onderzoek en innovatie voor breedtesport In uw brief worden extra middelen toegezegd voor twee onderdelen; de topsport (punt 3) en de kennisagenda (punt 4). Vanzelfsprekend is topsport een belangrijke zaak evenals de Kennisagenda. Toch willen we ook hier een pleidooi houden voor meer aandacht voor de echte breedtesport en kwetsbare burgers. De relatie tussen een slechte gezondheid en een slechte maatschappelijke positie is bekend. Het belang van sport en bewegen juist voor mensen die met deze problemen kampen ook. Wij achten het van groot belang dat juist voor deze maatschappelijk kwetsbare groepen extra inzet wordt gepleegd om hen in staat te stellen te sporten en bewegen. Ook waar het gaat om onderzoek, achten wij het noodzakelijk juist te kijken naar ontwikkelingen die bijdragen aan een betere gezondheid, zowel geestelijk als fysiek en daarmee een steviger basis voor maatschappelijke participatie, juist voor deze groepen. Het gebrek aan middelen voor sport en bewegen voor de meest kwetsbare groepen vormt een groot probleem. Het gaat hierbij om twee knelpunten. 1. Allereerst gaat het om het ontbreken van middelen bij instellingen, gemeenten en andere partijen om sport en bewegen structureel mogelijk te maken voor deze meest kwetsbare groepen. Met de terugloop van AWBZ-middelen hieruit werden vaak dit soort activiteiten betaald is er een probleem ontstaan voor veel van onze instellingen om sport en bewegen nog mogelijk te maken. De inzet van de Sportimpuls, bleek slechts een druppel op een gloeiende plaat; met alle enthousiasme en overtuiging van het belang van sport en bewegen voor onze cliënten en andere kwetsbare groepen, werd voor een bedrag van boven de 20 mio aan aanvragen ingediend; er was ruim 3 mio beschikbaar. Dat betekende ook, dat zeer solide en innovatieve projectvoorstellen niet werden gehonoreerd. In de bijlage van de brief meldt u het een positieve ontwikkeling te vinden dat NOC*NSF en de sportbonden nieuwe verdienmodellen en samenwerking inzetten voor een grotere maatschappelijke impact van sport. Ook vanuit Federatie Opvang wordt intensief samengewerkt met partners als NOC*NSF en anderen om gezamenlijk resultaten voor onze cliënten te boeken. Ook 1 Zie verder bijlage voor programma Meedoen, de belangrijke resultaten en het afbreukrisico. 2

3 nieuwe wegen als Crowdfunding en sponsoring worden gezocht. De ervaring leert echter dat samenwerking vanzelfsprekend enig resultaat heeft, maar zonder voldoende middelen niet leidt tot hetgeen we willen: sport en bewegen voor iedereen toegankelijk maken. Extra middelen juist voor sport en bewegen voor kwetsbare groepen is noodzakelijk. Kan de minister het verantwoorden om extra inzet te plegen in de topsport, terwijl de meest kwetsbare groepen door bezuinigingen worden getroffen? Is de minister bereid extra investeringen te doen in initiatieven die juist gericht zijn op de meest kwetsbare groepen? 2. Naast het gebrek aan middelen op macroniveau, is het inkomensniveau van de cliënten dermate laag (vaak schulden in combinatie met een bijstandsuitkering) dat het voor cliënten niet mogelijk is om deel te kunnen nemen aan activiteiten en lid te worden van een sportschool of vereniging. Ook is voor sportkleding geen geld. Voor kinderen en jeugd is veelal makkelijker financiering te vinden dan voor volwassenen. Denk hierbij aan het succes van het Jeugd Sportfonds. Voorstel zou zijn een dergelijk fonds, met dezelfde werkwijze, op te zetten voor volwassenen. Hierbij zou de financiering voor dit fonds kunnen worden gerealiseerd in partnerschap tussen overheid, bedrijfsleven, fondsen et cetera. Ook crowdfunding-activiteiten zouden hierbij kunnen worden ingezet. Is de minister bereid een initiatief als Sport- en Beweegfonds voor Volwassenen mede te initiëren? Vanzelfsprekend wil Federatie Opvang met partners een actieve rol vervullen om een dergelijk concept te ontwikkelen. Kennisagenda voor de meest kwetsbaren Daar waar het de Kennisagenda Sport betreft willen we aandacht vragen voor het belang van toegepast onderzoek en ontwikkeling van effectieve methodieken/aanpakken voor kwetsbare groepen. Een geïntegreerd programma voor sportonderzoek en innovatie achten wij zeker nuttig. Innovatie kan mogelijk ook gevonden worden door succesvolle programma s door te ontwikkelen voor andere doelgroepen en te toetsen op resultaten voor de betrokken deelnemers. Als voorbeeld denken we hierbij aan Cognitieve Fitness dat kan worden doorontwikkeld voor cliënten in de opvang en andere kwetsbare groepen. Aandacht in de Kennisagenda voor het toepassen van sport als middel om de gezondheid en daarmee ook participatie te bevorderen bevelen we van harte aan. Is de minister bereid binnen de Kennisagenda aandacht te besteden aan sport en bewegen voor de meest kwetsbare groepen en onderzoek en innovatie toe te passen voor deze groepen op de hiervoor geschetste wijze? Is de minister bereid in het partnerschap ruimte te bieden voor grote koepelorganisaties die de belangen van de meest kwetsbare burgers behartigen en daarmee de breedtesport een plaats te bieden? Bovenstaande aandachtspunten en vragen komen allen voort uit de overtuiging dat sport en bewegen juist voor onze cliënten van groot belang is. De afgelopen jaren is met steun van uw ministerie hard gewerkt om sport en bewegen op onze agenda te krijgen en houden, professionals te trainen en samenwerking met partners te verstevigen. De aandacht voor het thema is enorm gegroeid, de overtuiging van het belang van sport en bewegen eveneens. De opvang-sector kende geen historie op dit terrein. Sport en bewegen was geen vanzelfsprekend thema, de sportwereld was niet voldoende bekend. Anderzijds was voor de sportwereld de opvangsector onbekend terrein. Door het programma zijn grote stappen voorwaarts gezet. In de bijlage vindt u een beschrijving van de praktijk. Een periode van ruim zes jaar is echter niet voldoende om een volledige en bestendige borging in de sector te realiseren. Ook voor de sportwereld is tijd nodig om te leren juist met de meest kwetsbare groepen om te gaan en hen een plek en aanpak te bieden die passend is. Met de beëindiging van het programma ontstaat een groot afbreukrisico, dat gerealiseerde initiatieven afkalven. Daarnaast is de terugloop van AWBZ-middelen die vaak werden ingezet voor extra begeleiding en beweeg-/ sportinitiatieven die hierbinnen passend waren debet aan minder armslag voor instellingen en krimp van personeel, dat juist geschikt was voor het begeleiden van cliënten naar sport- en beweegactiviteiten. Zonder inzet van extra middelen betekent dit voor onze cliënten het einde van tal van activiteiten die zo waardevol zijn. 3

4 Federatie Opvang zoekt vanzelfsprekend actief naar nieuwe wegen om partners te vinden en middelen te genereren. Dit gebeurt door deelname aan een convenant SAM (Sport Als Middel) 2 en door inzet van sponsoring en Crowdfunding. Zo wordt dit jaar de landelijk Meedoen-dag mede gesteund door GGZ Nederland en RIBW Alliantie. Dit biedt echter vooralsnog onvoldoende soelaas om een geheel aanbod van sport- en beweegactiviteiten, samenwerking met de sportwereld landelijk en lokaal en onze belangrijke Meedoen-dag, overeind te houden. Het gebrek aan beschikbare middelen is hiervan oorzaak. Last but not least willen we hier wijzen op het grote belang van sport en bewegen om het negatieve imago voor kwetsbare groepen als dak- en thuislozen en mensen met psychische problemen te doorbreken. Sport en bewegen biedt de kans om op je eigen niveau mee te doen. Meedoen is belangrijker dan winnen. Bewegen is meedoen, erbij horen, meetellen; dat is de slogan voor onze jaarlijkse Meedoen- (Sport en Beweeg) dag op Papendal, die dit jaar na zes jaar haar laatste editie zal kennen, zonder extra steun. Graag wil Federatie Opvang, samen met partners als GGZ Nederland, RIBW Alliantie, VNG, NOC*NSF en anderen een actieve rol vervullen om de breedtesport voor kwetsbare burgers invulling te geven. Sport en bewegen moet doordringen tot in de haarvaten van de samenleving, zo betoogde André Bolhuis. Daar willen wij graag aan bijdragen. Wij hebben daarbij echter uw steun zeker ook nodig. Voor vragen kunt u terecht bij Karen van Brunschot, telefoon , k.vanbrunschot@opvang.nl. Met vriendelijke groet, Jan Laurier Paul van Rooij Artie van Tuijn Voorzitter Federatie Opvang Directeur GGZ Nederland Voorzitter RIBW Alliantie CC: Vaste Tweede Kamercommissie VWS 2 SAM is een convenant waarin Stichting Life Goals, NOC*NSF, Federatie Opvang, Reclassering en justitie samenwerken. Doel is de samenwerking verder te verbreden met partners als GGZ Nederland, RIBW Alliantie en dergelijke. 4

5 Bijlage bij brief 25 juni Federatie Opvang, kenmerk: FO , d.d. 27 juni 2016: Reactie op Voortgangsbrief Sport d.d. 23 juni 2016 Mevrouw drs. E.I. Schippers Sport en bewegen / gezonde leefstijl in de opvangsector: Programma Meedoen binnen de Opvang Het belang van sport en bewegen voor cliënten in de opvang en in relatie tot verdere participatie werd in 2009 onderzocht binnen de Federatie Opvang. Hierop werd een brede visie op Meedoen ontwikkeld door de Federatie Opvang in samenspraak met haar leden. De sector opvang sprak zich daarmee duidelijk uit; Opvang is veel meer dan bed, bad en brood. Juist Eigen kracht en Meedoen in de samenleving moet de focus zijn. Er werd een Programma Meedoen opgesteld, waarin sport en bewegen een belangrijke basis vormden. Daarnaast is ingezet op het werken met een basismethodiek (krachtgericht werken 3 ) in de begeleiding van cliënten waarin de eigen kracht van de cliënt centraal staat. Beide stromingen zijn gericht op het actief participeren van cliënten. Het programma werd ondersteund door het ministerie van VWS. IN 2016 eindigt deze financiering. Heel graag zouden we vanuit Federatie Opvang dit programma, in samenwerking met een brede coalitie, verder voortzetten om zo voor de meest kwetsbare groepen sport en bewegen blijvend mogelijk te maken. Programma Meedoen in Vogelvlucht Aanleiding voor het programma Meedoen van de Federatie Opvang vormde de slechte uitgangspositie van cliënten: De gezondheidssituatie van cliënten in de sector is slecht (fysiek en mentaal), het sociale netwerk zwak en de economische positie zeer slecht. Er bestaan mede daardoor, grote belemmeringen om cliënten mee te laten doen in de samenleving. De participatiegraad is laag. Binnen de opvang is men hiermee al decennia bekend. De wens om mensen actief te laten meedoen, bestaat ook al lang binnen de sector. Met de toenemende aandacht voor participatie in de samenleving werd een steviger beweging in gang gezet. Doelstelling programma Meedoen De Doelstelling van het programma Meedoen is om participatie van cliënten te realiseren. Sport en bewegen/ een gezonde leefstijl voor onze cliënten, zijn hiervoor belangrijke bouwstenen. Het programma bevordert kennis van de professionals, het zet netwerken op en organiseert evenementen en bijeenkomsten. Sport en bewegen is geen doel op zich, maar wordt hier gezien als middel om de gezondheid te bevorderen, een beter zelfbeeld te ontwikkelen, sociale vaardigheden te vergroten et cetera en daarmee een basis te leggen voor betere deelname in de samenleving. Nevendoelstelling van het programma is ook het doorbreken van het vaak negatieve imago dat de opvang cliënten omkleedt. Ook dat is van groot belang om de kans op meedoen te bevorderen. Communicatie is daarmee een belangrijk onderdeel van Meedoen. Belangrijke activiteiten in het gehele programma waren: het ontwikkelen van een netwerk landelijk en lokaal waarin samenwerking tussen opvang en sportwereld tot stand komt; het bevorderen van deskundigheid van de professionals in de opvang: hoe realiseer je sport en bewegen voor je cliënten (speciaal ontwikkelde training en expertmeetings); het opzetten van pilots waarin verschillende samenwerkingsvormen en aanpakken werden uitgetest; het organiseren van lokale activiteiten en een groot landelijk evenement (Bewegen is Meedoen-dag op Papendal); het inzetten van een Toolkit ter ondersteuning van professionals. 3 UMC Radboud (prof. Judith Wolf) ontwikkelde deze methodiek op basis van het Amerikaanse model, ( evidence based) strenght based method. 5

6 Resultaten Landelijke samenwerking met partners als NOC*NSF, Life Goals, Provinciale sportraden en lokaal met sportaanbieders werd opgezet. (N.B.: een en ander resulteerde in een landelijk convenant SAM 4 met partners). Professionals in de opvang werden op basis van een train the trainer-model getraind: wat is het doel van sport en bewegen, hoe dit te organiseren, hoe ziet de sportwereld eruit en hoe cliënten te motiveren. In vijf jaar zijn de meeste van de instellingen actief geraakt op het gebied van sport en bewegen. Lokaal wordt steeds meer samengewerkt met sportaanbieders. Dit, terwijl dit bij aanvang van het programma op geen enkele locatie gebeurde. Een aantal instellingen heeft sport en bewegen/gezonde leefstijl volledig ingebed in de begeleiding van hun cliënten. (Dit is helaas geen structureel beeld en wordt momenteel negatief beïnvloed door bezuinigingen.) Er zijn contacten gelegd met enkele hogescholen en stagairs worden ingezet in enkele instellingen om activiteiten rond sport en bewegen/gezonde leefstijl te organiseren. Het aantal cliënten dat sport is enorm toegenomen. Het gaat om duizenden op jaarbasis. Hierbij is duidelijk dat vooral individuele sporten als zwemmen en fitness hoog scoren. Er is een Toolkit ontwikkeld: hoe kan ik sport en bewegen inzetten voor cliënten, en er is voorlichtingsmateriaal voor sportaanbieders en verenigingen ontwikkeld. Het evenement op Papendal is uitgegroeid tot een enorm succes: deelnemers jaarlijks en een wachtlijst van ruim 400 (dit ten opzichte van nog geen 650 het eerste jaar). Toekomst De laatste meting 5 in 2014 toonde een zeer positief beeld. Wel is duidelijk dat om sport en bewegen/gezonde leefstijl ook te borgen in de werkwijze van instellingen een langer traject en meer middelen nodig zijn. De aanjaag- en ondersteuningsfunctie van een landelijk programma komt nu te vroeg tot een einde. Ook de koppeling aan gezonde leefstijl moet verder worden doorontwikkeld. Daarbij zijn de ontwikkelingen van de afgelopen anderhalf jaar van grote invloed geweest op het beschikbare budget lokaal. In het verleden konden activiteiten veelal in combinatie met dagbesteding worden gefinancierd vanuit de AWBZ. Deze middelen zijn echter afgenomen. Dit laatste heeft geleid tot minder geld voor sport en bewegen bij de instellingen. Daarnaast zijn ook door algehele bezuinigingen formaties gekrompen binnen veel instellingen, fusies zijn gaande en capaciteit voor extra activiteiten als sport en bewegen is zeer schaars geworden. Afbreukrisico De situatie is nu als volgt. Het draagvlak en de interesse voor sport en bewegen/gezondheid is dankzij het programma groot binnen de sector. Het belang van het inzetten van sport en bewegen (en gezonde leefstijl) als basis voor verdere deelname in de samenleving wordt onderkend in de sector. Het belang van participatie in de samenleving wordt alleen maar groter voor onze cliënten. Burgers worden geacht zelfredzaam te zijn, stevig in het leven te staan. De middelen om dit ook te realiseren voor onze cliënten worden echter geringer. Instellingen zien zich geconfronteerd met bezuinigingen. Ook landelijke middelen zijn verre van voldoende om sport en bewegen/gezonde leefstijl structureel te realiseren voor onze cliënten. De borging van Meedoen en sport en bewegen in de sector is nog niet voldoende bereikt. Dit terwijl de afkalving van initiatieven nu aan de orde van de dag is. Ook de aandacht voor sport en gezondheid van de meest kwetsbare groep in onze samenleving loopt terug. Het duurzaam sporten en bewegen voor cliënten in de opvang staat daarmee op de tocht. Nieuwe impulsen Om te zorgen dat sport en bewegen / gezonde leefstijl binnen de opvang een belangrijk thema blijft in de begeleiding van cliënten zal een nieuwe impuls gegeven moeten worden. Hiervoor is vanuit Federatie Opvang vanzelfsprekend actie ondernomen: er is een interventie ontwikkeld voor de Sportimpuls waarop aangevraagd kan worden. Dit budget is echter verre van toereikend en ondervangt niet de tekorten die leiden tot een afname aan activiteiten; 4 SAM: Sport als Middel, convenant met NOC*NSF, Reclassering, justitie, Federatie Opvang, Life Goals. 6

7 de samenwerking met partners wordt verder opgebouwd om tegen zo gering mogelijke kosten activiteiten te ontwikkelen; er wordt gezocht naar aansluiting bij reeds lopende initiatieven lokaal en landelijk om te zorgen dat sport en bewegen mogelijk blijft. 6 Wat is nodig, welke kansen liggen er De samenwerking met partners en de wens tot borging van sport en bewegen en het verbeteren van de gezondheid hebben geleid tot het idee om in samenwerking met Fitvak het concept Cognitieve Fitness door te ontwikkelen en in onze sector in te bedden. Hierbij gaat het niet alleen om het sportieve aspect, maar juist om de combinatie van bewegen en ook een betere geestelijke gezondheid. Hierin wordt samengewerkt met regionale Health Centres. Ook met GGD wordt aansluiting gezocht. De combinatie tussen sport en gezondheid wordt zo stevig verankerd. Door training van professionals en het uitbreiden van het aanbod kunnen de cliënten duurzaam gebruikmaken van het aanbod. Samenwerking met partners wordt verder geïntensiveerd: NOC*NSF is een belangrijke gesprekspartner en ook Life Goals. 7 Het evenement op Papendal wordt in samenspraak met andere partners verbreed: een sport-/ meedoen-festival voor de kwetsbare groepen in de samenleving achten wij een noodzakelijk jaarlijks initiatief. Wat werkt? Een Landelijke aanjaagfunctie: door een projectleider/team wordt een aantal taken opgepakt: samenwerking landelijk intensiveren; in samenwerking met partners en best practices en goede concepten doorontwikkelen (expertmeetings); ontwikkelen Kennismateriaal partners; een Volwassen Sport/gezondheidsfonds (vergelijk: Jeugdsportfonds). Ondersteuningsfunctie: informeren/kennisdeling tussen sectoren; helpdeskfunctie; ondersteunen samenwerking lokaal; ondersteunen implementatie. Communicatie extern: het ontwikkelen voorlichtingsmateriaal sportaanbieders (concrete aanpakken beschrijven); het doorbreken van negatieve beeldvorming in de sportwereld; het belang van sport en bewegen/gezonde leefstijl onder de aandacht brengen. Evenement/zichtbare activiteiten: activiteiten, toernooien, Meedoen-evenement landelijk: allen dragen bij aan het activeren en stimuleren van cliënten; het doorbreken van negatieve beeldvorming en het bieden van een podium waar ook het bedrijfsleven en andere sponsoren zich kunnen laten zien. 6 Als voorbeeld is hierbij genoemd: gezamenlijk met partners cognitieve Fitness doorontwikkelen en gezamenlijk gebruik maken van de regionale Healthcentres van Fitvak, die goed ingezet kunnen worden voor onze kwetsbare groepen. 7 Life Goals is organisator van Dutch Street Cup en heeft een training Maatschappelijk Sportcoach. 7