Protocol Oriëntatie & Mobiliteit Fundashon Pro Bista

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Protocol Oriëntatie & Mobiliteit Fundashon Pro Bista"

Transcriptie

1 Protocol Oriëntatie & Mobiliteit Fundashon Pro Bista Adviesteam KijkVerder Daniëlle Kistemaker (419141) Sanne Lohuis (416004) Senioradviseur Drs. Marie-Antoinette Minis

2 Willemstad, juni 2009 Opdrachtgever: Fundashon Pro Bista Contactpersoon opdrachtgever: Sharon Melfor Adviesteam KijkVerder: Daniëlle Kistemaker Sanne Lohuis Senior Adviseur: Drs. Marie-Antoinette Minis

3 Voorwoord Afdeling revalidatie heeft ons als adviesteam benaderd met de vraag om een protocol op te stellen waarin beschreven staat hoe de kennismakingsbegeleiding van binnenkomende cliënten met een visuele beperking vorm gegeven kan gaan worden. Binnen Fundashon Pro Bista (FPB) is namelijk het probleem gesignaleerd dat nieuw binnenkomende cliënten vaak niet de juiste begeleiding kunnen krijgen in deze, voor hen nieuwe, omgeving. Hierdoor kunnen cliënten zich moeilijk oriënteren binnen de instelling waardoor ze zich niet zelfstandig kunnen verplaatsen. Afdeling revalidatie hoopt met dit protocol de volgende doelen te behalen: - Door het protocol kunnen alle medewerkers, vrijwilligers en stagiaire de cliënten op een juiste wijze begeleiden bij het verplaatsen. - Het protocol geeft concrete handvatten over de wijze waarop cliënten het gebouw het beste kunnen leren kennen. - Door het protocol wordt deze kennismakingsbegeleiding op een eenduidige werkwijze uitgevoerd. Wanneer iedereen het protocol toe zal gaan passen en zich de werkwijze die is beschreven eigen maakt, zal de kwaliteit van de begeleiding aan cliënten toenemen. Met als doel dat cliënten zichzelf beter kunnen oriënteren en verplaatsen. Wij wensen iedereen veel succes met het toepassen van het protocol en de uitvoering van de kennismakingsbegeleiding. Met vriendelijke groet, Adviesteam KijkVerder Daniëlle Kistemaker Sanne Lohuis Auteur Adviesteam KijkVerder 3

4 Inhoudsopgave Begrippenlijst 6 1. Inleiding 7 2. Uitgangspunten van het protocol Thema Aanleiding Doelgroep Doel van het protocol Eisen met betrekking tot de gewenste situatie 8 3. Oriëntatie en Mobiliteit Begripsomschrijving Uitleg van de zintuigen Zien Gehoor Tast Reuk Karakter Basisvaardigheden voor het verplaatsen Mobiliteitsproblemen Mentale plattegrond Ankerpunten Aandachtspunten bij begeleiding Aandachtspunten Van algemeen belang bij begeleiden Belemmerende factoren Afspraken maken met de cliënt Wijze van instructie Belemmerende factoren Taalgebruik van de begeleider Plaats tijdens de instructie Veiligheid en ingrijpen Manieren van rondleiden Begeleidingsmethoden Wijze van vasthouden Ellebooggreep Tijdsduur en frequentie Aanleren van oriënteren Herkenningspunten Kennismakingsbegeleiding Fundashon Pro Bista Stroomdiagram Contactmomenten Stappen Stappen 1 & Stap 3: Oriëntatie Kennismakingsbegeleiding 18 Auteur Adviesteam KijkVerder 4

5 5.2.3 Stap 4: Voorbereidingsfase Stap 5: Uitvoerfase Stap 6: Evaluatie fase Stap 7: Benadering afdeling revalidatie Stap 8: Behoefte aan kennismakingsbegeleiding? Conclusie Literatuurlijst 26 Bijlagen Bijlage 1: Stroomdiagram kennismakingsbegeleiding 28 Bijlage 2: Evaluatieformulier kennismakingsbegeleiding 34 Auteur Adviesteam KijkVerder 5

6 Begrippenlijst Afdeling revalidatie Begeleider Cliënt Fundashon Pro Bista Gidslijn Herkenningspunt Kennismakingsbegeleiding Afdeling binnen FPB die zich bezig houdt met de uitvoer van alledaagse taken van de cliënt. Hieronder vallen vaardigheden voor oriëntatie en mobiliteit. Binnen deze afdeling zijn twee ergotherapeuten werkzaam. Persoon die de cliënten begeleidt bij het verplaatsen. Personen met een visuele beperking die naar FPB toe komen. Instelling voor blinden en slechtzienden op Curaçao. In dit document afgekort als FPB. Lijn die door slechtzienden en blind gebruikt kan worden om een route te volgen. Bijvoorbeeld het witte zeil in de gang of het volgen van de muur. Een herkenningspunt kan omschreven worden als een punt waardoor mensen met een visuele beperking een ruimte of object kunnen herkennen. Begeleiding die bij binnenkomst aan nieuwe cliënten wordt gegeven, zodat zij zich zelfstandig kunnen leren oriënteren en verplaatsen binnen het gebouw. Oriëntatiepunt Een oriëntatiepunt stelt iemand in staat te controleren waar hij of zij zich bevindt. (Pierik & Van Grinsven, 2004). Professionals Experts met betrekking tot het behandelen en begeleiden van cliënten met een visuele beperking. Verbale instructie Informatie die op een mondelinge wijze wordt gegeven. Visuele beperking Zintuigen Mensen met een oogaandoening. Voor cliënten binnen FPB geldt dat hun zicht 30% of minder is. Vermogen om uitwendige prikkels op te nemen: gehoor, gezicht, reuk, smaak en gevoel (VanDale, 2008). Auteur Adviesteam KijkVerder 6

7 1. Inleiding Voor u ligt het protocol Oriëntatie & Mobiliteit van de afdeling revalidatie van Fundashon Pro Bista (FPB). Om dit protocol tot stand te brengen, heeft er als eerst onderzoek plaats gevonden. In dit protocol is meegenomen: - Literatuur - Conclusies uit het vragenlijstonderzoek die gehouden is onder cliënten van FPB - Conclusies uit het observatieonderzoek van het gebouw - Ervaringen van professionals Met dit protocol hoopt afdeling revalidatie medewerkers, vrijwilligers en stagiaires inzicht te geven in oriëntatie- en mobiliteitsvaardigheden en de vaardigheden die iemand moet bezitten om cliënten te begeleiden bij het verplaatsen. Belangrijk voor u om te weten is dat er niet verwacht wordt dat u na het lezen alle vaardigheden zult bezitten. Er zal een informatiemoment gepland worden door afdeling revalidatie waarin zij deze vaardigheden nogmaals uitleggen en u leert deze toe te passen. Indien u tijdens het lezen van dit protocol vragen heeft, kunt u altijd terecht bij afdeling revalidatie. Leeswijzer Het protocol is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten van het protocol beschreven. In hoofdstuk 3 worden de begrippen oriëntatie en mobiliteit uitgelegd en principes die daarbij belangrijk zijn. In hoofdstuk 4 worden aandachtspunten bij de begeleiding besproken en wordt in gegaan op vaardigheden die belangrijk zijn voor de begeleider. In hoofdstuk 5 wordt het daadwerkelijke stroomdiagram voor de kennismakingsbegeleiding beschreven. Hier zijn handvatten te vinden voor de echte kennismakingsbegeleiding. In hoofdstuk 6 volgt de conclusie. In bijlage 1 is het stroomdiagram te vinden. In bijlage 2 is het evaluatieformulier voor de kennismakingsbegeleiding te vinden. Auteur Adviesteam KijkVerder 7

8 2. Uitgangspunten van het protocol 2.1 Thema Het protocol Oriëntatie & Mobiliteit beschrijft de stappen die genomen dienen te worden bij het rondleiden van nieuwe cliënten binnen het gebouw van FPB zodat zij zich hierin zelfstandig kunnen oriënteren en verplaatsen. 2.2 Aanleiding Wanneer visueel beperkten in een nieuwe omgeving komen is het voor hen moeilijk om de omgeving te leren kennen. Binnen FPB lopen ze tegen het probleem aan, dat cliënten vaak niet de juiste begeleiding kunnen krijgen in deze, voor hen, nieuwe omgeving. Hierdoor kunnen cliënten zich moeilijk oriënteren binnen de instelling waardoor ze zich niet zelfstandig kunnen verplaatsen. Binnen de instelling houdt iedereen zich bezig met het wegwijs maken van nieuwe cliënten. Doordat de rondleiding nu door veel verschillende personen gebeurd is er geen eenduidige werkwijze. Bovenstaande heeft afdeling revalidatie van FPB er toe gebracht een project te starten met als doelstelling dat begeleiding van nieuw binnenkomende cliënten met een visuele beperking in de instelling, op een eenduidige en juiste manier verloopt. 2.3 Doelgroep Het protocol is bedoeld voor alle medewerkers, stagiaires en vrijwilligers die direct in contact staan met cliënten binnen FPB. 2.4 Doel van het protocol Nieuwe cliënten met een visuele beperking van FPB worden op een verantwoorde en eenduidige wijze begeleid door medewerkers, vrijwilligers en stagiaires zodat zij zich vertrouwt voelen binnen het gebouw. 2.5 Eisen met betrekking tot de gewenste situatie: - Wanneer een nieuwe cliënt binnen FPB komt, ontvangt deze begeleiding zodat hij zich zelfstandig leert oriënteren en verplaatsen binnen het gebouw. - De begeleiding aan nieuwe cliënten wordt uitgevoerd door een persoon die hier kennis en affiniteit mee heeft. - De begeleider is zich bewust van de voorwaarden van oriëntatie en mobiliteit van mensen met een visuele beperking. - De begeleider richt de begeleiding op de persoonlijke mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. - De begeleider voor de kennismakingsbegeleiding doorloopt het vastgestelde stroomdiagram zodat de kennismakingsbegeleiding op een eenduidige wijze plaatsvindt. Auteur Adviesteam KijkVerder 8

9 3. Oriëntatie en Mobiliteit De vele vormen van visuele beperkingen die het gevolg zijn van aandoeningen in het oog, van de oogzenuw en/of de hersenen hebben in het kader van de mobiliteit een paar belangrijke consequenties gemeen. Beperkingen in het zien, zullen effecten hebben op het waarnemen van details (het scherp zien) en/of het waarnemen van het gehele blikveld (gezichtsveld) wat problemen kan veroorzaken met het verplaatsen (Van Grinsven, 1994). Veilig kunnen verplaatsen heeft alles te maken met oriëntatie en mobiliteit (Virgili & Rubin, 2006). 3.1 Begripsomschrijving Oriëntatie doelt op het vermogen om jezelf bewust te zijn van de eigen positie in relatie tot de omgeving, dus om te weten waar je zelf bent. Mobiliteit doelt op het vermogen om veilig en zelfstandig te verplaatsen met of zonder het gebruik van een hulpmiddel. (Diepeveen, Teurlings & Verstraten, 2000). Het oriëntatievermogen speelt een belangrijke rol bij het verplaatsen. Om te kunnen oriënteren wordt gebruik gemaakt van de informatie die via de zintuigen binnenkomt. Mensen met een visuele beperking moeten het ontbreken van zicht compenseren met een combinatie van informatie die zij verzamelen via gehoor, de tast en reuk. Smaak heeft voor de oriëntatie weinig betekenis. (Soong, Love-Kitchen & Brown, 2001; Diepeveen, et al., 2000). Voor iemand die visueel beperkt wordt bevat oriëntatie het reorganiseren of herleren van methoden en het verzamelen van informatie die nodig is om georiënteerd te raken (Silverstone, Lang, Rosenthal & Faye, 2000). Ze moeten van alle stukjes informatie die zij binnenkrijgen een geheel proberen te maken, om zo een beeld te krijgen van de wereld om hen heen (Moons & Joosten-Roon, 1998). Niet alleen de zintuigen hebben we nodig om een beeld te krijgen van de omgeving. Ook besef van ruimte en van belangrijke objecten in de omgeving is belangrijk. Het gaat om het horen en voelen (bijvoorbeeld ik voel een houten plank), wat we begrijpen (het is de deur) en of we aan deze informatie een betekenis kunnen toekennen (het is de deur naar de kamer die uitkomt op de gang). Pas dan kan iemand snappen waar hij zich bevindt. (Diepeveen, et al., 2000). Goede oriëntatie is één van de belangrijkste voorwaarden voor een geslaagde verplaatsing. Dus een voorwaarde voor mobiliteit. 3.2 Uitleg van de zintuigen Zien Tijdens het oriënteren speelt visuele informatie een belangrijke rol. Visuele informatie geeft inzicht over de kleur, het contrast en de diepte. Wanneer zicht ontbreekt, moeten andere zintuigen gebruikt worden om inzicht te krijgen in de omgeving. Slechtzienden kunnen mogelijk nog contrast, kleurverschillen en diepte gebruiken (Bibby & Maslin, 2007). Contrastgevoeligheid geeft informatie over de mogelijkheid om minimale verschillen in helderheid te onderscheiden. Kleuren zien geeft slechtzienden informatie over de omgeving. Kleuren kunnen tevens dienen als oriëntatiepunt (Van Grinsven, 1994). Auteur Adviesteam KijkVerder 9

10 3.2.2 Gehoor Naast de visuele waarneming biedt de auditieve waarneming de mogelijkheid om op afstand plaats en richting te bepalen van objecten en personen in de omgeving. Je kunt horen waar het geluid vandaan komt (richting en afstand van een geluidsbron) en wat het voorstelt. Tevens kun je door behulp van Echolokalisatie besef van de ruimte krijgen. Door te klappen, te stampen of te praten in een ruimte krijg je besef van de grote van de ruimte en aanwezige meubelen (Van Grinsven, 1998) Tast De informatie die mensen met een visuele beperking binnen krijgen door gebruik te maken van tast is erg belangrijk voor de beeldvorming van de omgeving. Het gevoel wordt gebruikt om eigenschappen van de directe omgeving te ontdekken. Tevens behoort druk, trilling, temperatuur, pijn en de posities en bewegingen van onze lichaamsdelen tot het gevoel (Van Grinsven, 1998) Reuk Geuren kunnen informatie geven over de geurbron zoals de keuken of het toilet. Geuren die altijd aanwezig zijn kunnen gelden als oriëntatiepunt (Van Grinsven, 1998) Karakter Bovenstaande zintuigen geven informatie over een ruimte. Met de verzamelde informatie kan de cliënt een bepaald karakter toekennen aan de ruimte. Het karakter van een ruimte geeft informatie over de ruimte. Het is een abstract begrip en ook voor iedereen anders. Het karakter kan een bepaald gevoel weergeven over een ruimte. Het geluid is de belangrijkste factor wat bepalend is voor een ruimte. Doordat iemand een bepaald karakter toekent aan een ruimte kan dit helpen bij het herkennen van deze ruimte. Het is belangrijk dat de cliënt op zoek gaat naar het karakter van de ruimte (Kistemaker & Lohuis, 2009a). 3.3 Basisvaardigheden voor het verplaatsen Onderstaande basisvaardigheden zijn nodig om te kunnen oriënteren. Dit zijn vaardigheden die de cliënten misschien nog niet allemaal bezitten bij de start van de kennismakingsbegeleiding. Daarom is het belangrijk dat u als begeleider weet wat deze vaardigheden zijn, zodat u de cliënt kunt stimuleren om deze vaardigheden te ontwikkelen. Oriëntatievaardigheden 1. Het gebruiken en gericht op zoek gaan naar visuele informatie die afkomstig is uit kleur, contrast en diepte om objecten te herkennen. 2. Het onderscheiden en benutten van ondergrondstructuren en hoogte verschillen. 3. Het lokaliseren van en lopen naar een geluidsbron als ook het benutten van echo s. 4. Het onderscheiden en benutten van geuren en temperatuurverschillen. 5. Het omgaan met ruimtelijke begrippen en instructies. 6. Het inschatten van ruimtes en het kunnen lokaliseren van voorwerpen in ruimtes. (Pellekaan, 2001). 3.4 Mobiliteitsproblemen Goede oriëntatie is van belang bij het kunnen verplaatsen. Echter, ook als slechtzienden over een goed oriëntatie vermogen beschikken, kunnen ze stoornissen hebben die de mobiliteit beperken. Bij het ouder worden neemt de kans op problemen met het bewegen en met de zintuigen toe, de algehele lichamelijke conditie zal verminderen en ook kunnen er problemen ontstaan met het nadenken en begrijpen. Auteur Adviesteam KijkVerder 10

11 Als begeleider is het belangrijk om u bewust te zijn van de problemen die de cliënt kan hebben naast zijn visuele beperking en hierop in te spelen in de begeleiding. (Diepeveen, et al., 2000). 3.5 Mentale plattegrond Nadat iemand enkele keren in een bepaalde omgeving is geweest, gaat deze persoon de omgeving onthouden. Een beeld van de omgeving wordt in het geheugen ook wel een mentale plattegrond genoemd. Met behulp van deze plattegrond stuurt men zichzelf naar de plek waar men naar toe wil. Om ergens heen te gaan is dus een mentale plattegrond nodig die richting geeft. De mentale plattegrond moet goed in het hoofd worden opgebouwd, zodat er op vertrouwd kan worden. Een plattegrond wordt opgebouwd met behulp van diverse oriëntatiepunten, die zich in een bepaalde volgorde aandienen. Het zijn verschillende indrukken van de omgeving, die via de zingtuigen binnenkomen. Zo worden strategieën ontwikkeld om verplaatsingsproblemen op te lossen en zelfstandig te kunnen verplaatsen. Voor iemand met een visuele beperking kost het meer tijd en energie om een mentale plattegrond te maken. Het is voor hen moeilijk om de omgeving in kaart te brengen. Er zullen eerst allerlei kleine stukjes afzonderlijk verkend moeten worden om daarna tot een geheel te worden verwerkt, dit is een langdurig en inspannend leerproces. Ook het bewerken van informatie is moeilijker voor iemand met een visuele beperking omdat bestaande informatie aangepast moet worden. (Diepeveen, et al., 2000). 3.6 Ankerpunten Het is belangrijk dat binnen de mentale plattegrond een aantal ankerplaatsen zijn. Een ankerpunt is voor de cliënt een punt, een locatie, ten opzichte waarvan deze zijn positie nauwkeurig kan bepalen. Kenmerken van een ankerpunt: - Het ankerpunt moet bekend en vertrouwd zijn voor de cliënt. - Het punt moet gemakkelijk te vinden zijn met de beschikbare zintuigen. - Het moet de cliënt duidelijke informatie verschaffen over zijn of haar positie in de ruimte. Als iemand onder het lopen echt verdwaalt en het ankerpunt niet meer op eigen kracht kan vinden, dan heeft dat punt ook als eigenschap dat het bij vragen om hulp heel duidelijk beschreven kan worden. Als men het ankerpunt dan weer gevonden heeft, kan men van daaruit doorgaan. (Pierik & Van Grinsven, 2004). Auteur Adviesteam KijkVerder 11

12 4. Aandachtspunten bij begeleiding Voordat van start kan worden gegaan met de begeleiding van cliënten is het belangrijk, dat u als begeleider een aantal basisprincipes bezit. 4.1 Aandachtspunten Van algemeen belang bij begeleiden Het belangrijkste bij het begeleiden van het verplaatsen is dat de cliënt zich veilig moet voelen en dat hij/zij veilig moet zíjn (Silverstone, Lang, Rosenthal & Faye, 2000). 1. De cliënt moet zich veilig voelen Wanneer een cliënt door een onbekende wordt begeleid en deze niet bekend is met zijn manier van werken kan dit een onveilig gevoel oproepen. Vraag daarom altijd of begeleiding gewenst is en hoe de cliënt dit wil ontvangen. Het opbouwen van een vertrouwensband tussen cliënt en begeleider is belangrijk voordat begeleiding plaatsvindt. 2. De cliënt moet veilig zijn. Wanneer de cliënt daadwerkelijk veilig is, is dit van invloed op het gevoel van veiligheid wat de cliënt heeft. Het volgende kunt u doen om een maximale veiligheid te bereiken. Denk zelf aan de breedte en lengte die u samen met de cliënt heeft. Dit is breder en misschien wel langer dan normaal Benader, stoepranden, drempels, op- en afstapjes e.d. altijd recht van voren. Het lopen met twee of meer cliënten gaat ten koste van de veiligheid. Loop in een rustig tempo als er sprake is van een onbekende omgeving of een onbekende begeleider. (Willemse, 1992) Belemmerende factoren Ondanks de goede bedoelingen en het enthousiasme van u als begeleider kunnen er tijdens het begeleiden belemmerende factoren ontstaan die het succes mogelijk in de weg staan. Het is belangrijk om bewust te zijn van deze voorkomende problemen zodat u ze adequaat kunt oplossen of voorkomen. Er kan sprake zijn van: Overbescherming, waardoor de cliënt te weinig mogelijkheden krijgt om te leren van zijn eigen fouten. Te veel nadruk op wat goed is en wat fout is. De cliënt kan hierdoor angst krijgen om te falen. Dat er meer nadruk ligt op wat de cliënt moet herinneren in plaats van dat hem gevraagd wordt om logisch na te denken. Gebrek aan tijd of geduld om uit te lokken dat cliënt zijn eigen problemen op lost. Hoe kunnen deze belemmerende factoren voorkomen worden? Bespreek met de cliënt dat fouten maken niet erg is, je leert er alleen maar van. Benoem niet alleen de successen van de cliënt, maar ook wanneer hij bereid is iets te proberen. Complimenteer de cliënt wanneer bij diverse oplossingen afweegt. Moedig de cliënt aan risico s te nemen. Zorg voor stapsgewijze instructie die haalbaar maar ook uitdagend is. (Van Grinsven, 2003). 4.2 Afspraken maken met de cliënt Maak voor de kennismakingsbegeleiding begint afspraken met de cliënt over hoe de begeleiding er uit zal zien en andere belangrijke aspecten. Hierdoor zullen u en de cliënt dezelfde verwachtingen hebben en zal de kennismakingsbegeleiding succesvoller zijn. Auteur Adviesteam KijkVerder 12

13 Bespreek de volgende punten: Verwachtingen Het doel van de kennismakingsbegeleiding De wijze van informatie geven De wijze van rondleiden De wijze van vasthouden De tijdsduur van de kennismakingsbegeleiding De afstand van de kennismakingsbegeleiding Het aanleren van oriënteren De soort herkenningspunten De veiligheid en de manier van ingrijpen Wanneer u zegt stop betekend dit direct stop (Pierik & Van Grinsven, 2004; Kistemaker & Lohuis, 2009b). De eerstgenoemde punten zullen worden toegelicht in de volgende paragrafen. 4.3 Wijze van instructie De manier waarop u iemand instrueert kan voor elk persoon anders zijn (Virgili & Rubin, 2007). Hieronder wordt beschreven waar u aan kunt denken wanneer u een cliënt instructies geeft Informatievoorziening Het belangrijkste bij een goede informatievoorziening is dat u weet op welke manier de cliënt leert. Hoe verkrijgt deze zijn informatie het beste. U kunt hier de informatie voorziening op aanpassen. Let hierbij op de volgende punten: Afhankelijk van het niveau, de ervaring, concentratie en mogelijkheden van de cliënt wordt bepaald op welke manier instructie wordt gegeven. Gekozen kan worden voor: Informeren tijdens het lopen. Informeren tijdens de kennismakingsbegeleiding op momenten dat de cliënt stil staat. Informeren voorafgaand aan de kennismakingsbegeleiding. (Kistemaker & Lohuis, 2009b). Uit literatuur (Diepeveen, et al., 2000) blijkt dan in nieuwe situaties waar in veel verwerkt moet worden, informatie het beste verstrekt kan worden op momenten dat de cliënt stil staat. Vindt een goed evenwicht tussen instrueren en leren door zelfervaring. Heeft de cliënt behoefte aan veel informatie of leren door fouten te maken en dit zelf op te lossen? Weet hoeveel instructie de cliënt in een keer aan kan. Verdeel de instructie in kleine stukjes, teveel informatie kan in het bijzonder bij meervoudig gehandicapten averechts werken. Ga uit van het principe van veel herhalen. Dit hoeft geen letterlijke herhaling te zijn. Vindt een goed evenwicht tussen instructies geven en gezellig kletsen. Maak daar afspraken over. (Van Doorn, 2001). Volgens professionals is het geven van verbale informatie niet altijd genoeg, en is lichamelijk contact nodig. Bijvoorbeeld wanneer een cliënt na verbale informatie niet de juiste richting aanneemt kan door middel van een tikje op zijn/haar rechter of linker schouder richting gegeven worden. De instructie, feedback en bescherming die je als begeleider biedt worden gedurende de contacturen geleidelijk afgebouwd (Moons & Joosten-Roon, 1998). Auteur Adviesteam KijkVerder 13

14 4.3.2 Taalgebruik van de begeleider De taal die gebruikt wordt tijdens de instructie en het moment waarop het verteld wordt is erg belangrijk. Het is noodzakelijk dat wat verteld wordt begrepen wordt en dat de cliënt hier zo min mogelijk een eigen interpretatie aan geeft. Dit kan bereikt worden door: Gebruik van eenduidige taal: vermijdt termen als een beetje, een stukje e.d. Vermijd woorden als hier en daar. Geef uitleg over de plaats, zoals links achter u. Geven van goede en tijdige feedback. Altijd te vertellen wat u doet en overleg dit zo nodig met de cliënt. Gebruik maken van de woordkeuze van de cliënt. Herhaal termen of woorden die de cliënt zelf steeds gebruikt, hierdoor hoeft de cliënt minder na te denken. In de verschillende contactmomenten worden dezelfde termen gebruikt. (Van Doorn, 2001; Visio, 2004) Plaats tijdens de instructie Neem tijdens de instructie altijd een vaste plaats in ten opzichte van de cliënt. Hierdoor is het duidelijk waar u zich bevind. Dit is vooral belangrijk wanneer de cliënt aangeeft dat hij niet vastgehouden hoeft te worden. Loop indien mogelijk niet tussen de cliënt en de gidslijn. Loop indien mogelijk en gewenst een meter achter de cliënt. Houdt bij het geven van instructie rekening met de plaats waar u dit doet, let bijvoorbeeld op afleidende factoren zoals geluid. (Van Doorn, 2001). Volgens professionals is het in het begin soms raadzaam om naast de cliënt te lopen. Dit hangt af van het feit dat de cliënt zich veilig voelt of niet. Het gehoor van iemand met een visuele beperking is over het algemeen beter ontwikkeld van mensen zonder visuele beperking. Bent u er op bedacht dat het geluid dat u maakt tijdens het verplaatsen de cliënt aanwijzingen kan geven. Ook zonder dat u dit bedoeld heeft zou de cliënt u kunnen volgen door de geluiden die u maakt. Kies er daarom in sommige gevallen voor om achter de cliënt te gaan lopen Veiligheid en ingrijpen Om de veiligheid van u en de cliënt te waarborgen is het belangrijk dat tijdens de kennismakingsbegeleiding hier op gelet wordt. Te snel ingrijpen, kan uw cliënt onzeker maken, veelvuldig corrigeren ook. Houdt rekening met een eventuele aanvullende handicap van de cliënt, dit kan van invloed zijn op het beoordelingsvermogen van de cliënt. Laat weten wat u doet om de veiligheid te waarborgen. (Van Doorn, 2001). Verder is het belangrijk dat de cliënt weet hoe hij zichzelf kan beschermen tijdens het verplaatsen Manieren van rondleiden Uit onderzoek onder cliënten van FPB is gebleken dat de manier waarop cliënten rondgeleid worden verschild. De manier waarop cliënten het beste rondgeleid kunnen worden hangt af van de manier waarop de cliënt leert, de soort herkenningspunten die hij gebruikt en de rest visus die hij heeft (Kistemaker & Lohuis, 2009b). Het belangrijkste is dat tijdens het rondleiden de cliënt de ruimte leert kennen op een manier die voor hem prettig en nuttig is. De volgende stappen zouden genomen kunnen worden bij de kennismakingsbegeleiding: - U loopt samen met de cliënt het gebouw rond, waardoor de cliënt een beeld krijgt van de grootte van het gebouw. De verschillende ruimtes worden nog niet benoemd. Auteur Adviesteam KijkVerder 14

15 - U loopt samen met de cliënt het gebouw rond en vertelt wat er achter elke deur zit. - U loopt samen met de cliënt het gebouw rond en vertelt wat er achter elke deur zit en gaat samen de ruimte binnen. - U legt uit hoe de cliënt een ruimte kan herkennen. - U legt uit hoe de cliënt een ruimte kan herkennen en laat hem zelf de ruimte verkennen. - U laat de cliënt zelf ontdekken hoe hij de ruimte de volgende keer kan ontdekken. Belangrijk is dat u met de cliënt overlegt wat voor hem het prettigst is. De manier van rondleiden kan tijdens de verschillende kennismakingsbegeleidingen in moeilijkheid worden opgebouwd. Overleg met de cliënt of hij graag eerst het gehele gebouw zou willen zien of dat hij het prettiger vindt om eerst een klein aantal ruimtes wil leren kennen. 4.4 Begeleidingsmethoden Wijze van vasthouden Om een cliënt tijdens het verplaatsen te begeleiden zijn er verschillende methoden. Uit ervaring van professionals is gebleken dat de volgende methoden in de praktijk voorkomen: - Cliënt houdt de begeleider aan de elleboog vast - Cliënt houdt de begeleider aan de schouder vast - Begeleider en cliënt lopen arm in arm - Begeleider en cliënt lopen hand in hand - Sommige cliënten worden liever niet vastgehouden Ook bestaan er technieken waarbij de cliënt voorop loopt. Dit gebeurt vaak in een later stadium. Doordat de cliënt zelf voorop loopt leert hij zelf de weg te zoeken en wordt meer zelfstandig. De volgende methoden komen dan voor: - Begeleider houdt de cliënt aan de elleboog vast - Begeleider houdt de cliënt aan de schouder vast Aanbeveling: De keuze voor een greep hangt af van de leeftijd van de cliënt, voorkomende mobiliteitsproblemen en de visuele mogelijkheden en beperkingen. Overleg met de cliënt over de wijze van vasthouden is altijd noodzakelijk. Let bij de keuze die gemaakt wordt over de wijze van vasthouden ook op wat voor u prettig is. Het is belangrijk dat zowel de begeleider als de cliënt zich comfortabel kunnen verplaatsen Ellebooggreep De standaard methode bij het begeleiden is de elleboog greep (Silverstone, Lang, Rosenthal & Faye, 2000). Om deze reden zal deze apart benoemd worden in deze paragraaf. In de literatuur wordt veel gesproken over de ellebooggreep (Willemse, 1992; Module Mobiliteit) tijdens het verplaatsen. Dit is een methode waarbij zowel de cliënt als de begeleider vrijheid heeft om te bewegen. Bij deze greep loopt in eerste instantie de begeleider voorop en pakt de cliënt iets boven de elleboog vast, waarbij de vingers aan de binnenkant van de arm zijn en de duim aan de achterkant. Hierdoor is de positie van de cliënt schuin-achter de begeleider. Het contact gaat uit van de cliënt. De ellebooggreep maakt het mogelijk om bij verandering van de omgeving, bijvoorbeeld op plekken waar het smaller wordt, van positie te veranderen zonder dat het contact verbroken wordt. De begeleider plaatst de contactarm achter zijn lichaam waardoor de Auteur Adviesteam KijkVerder 15

16 cliënt weet dat hij achter de begeleider moet gaan lopen en de onderarm van de begeleider vast moet pakken. Later in het proces kan positie van begeleider en cliënt omgewisseld worden waardoor de cliënt zelf zijn weg kan bepalen. Positieve punten aan de ellebooggreep: De cliënt wordt tijdig attent gemaakt op veranderingen van de situatie doordat de begeleider langzamer gaat lopen of de arm achter de rug brengt. Er is sprake van meer zelfstandigheid en vrijheid in bewegen voor de cliënt en de begeleider. De cliënt loopt actief en heeft minder de neiging om aan de begeleider te gaan hangen. Het manoeuvreren bij smalle doorgangen verloopt soepeler. De begeleider is niet verplicht de arm gebogen te houden en kan deze gebruiken om iets te pakken, open te maken, e.d. Voor ouderen die extra ondersteuning nodig hebben bij het verplaatsen is het te overwegen om voor een andere greep dan de ellebooggreep te kiezen (Silverstone, Lang, Rosenthal & Faye, 2000). 4.5 Tijdsduur en frequentie Het leren kennen van een nieuwe omgeving en hierin zelfstandig kunnen oriënteren en verplaatsen is intensief. Wanneer het gaat om mensen met een hogere leeftijd is het mogelijk dat er naast de visuele beperking nog meer beperkingen zijn die het leren en concentreren moeilijk maakt. Daarom is het belangrijk om als begeleider hiervan bewust te zijn en de tijdsduur van een kennismakingsbegeleiding hierop aan te passen. Over het algemeen is het beter om vaker maar in korte periodes te trainen. (Verstraten, 1994; Kistemaker & Lohuis, 2009). 4.6 Aanleren van oriënteren Wanneer iemand een ruimte leert verkennen en daarin geordend en gericht dient te bewegen en oriënteren, moeten daarbij een aantal stappen doorlopen worden. Het is belangrijk dat tijdens het leren kennen van het gebouw de volgende stappen toegepast worden. Eerst de indruk laten verwoorden, eventueel met behulp van klappen, stampen of tikken met de stok. Zijn er opvallende geluiden/contrasten in kleur en/of reliëf? Waar zijn deze en waar ten opzichte van de deur? Laat de cliënt vanuit verschillende posities naar en van de deur lopen. Gebruik in eerste instantie de muur als gidslijn. (Van Doorn, 1996). Volgens professionals is het een goede methode om cliënten eerst bewust te laten worden van geluiden in de ruimte en vervolgens andere zintuigen er bij te betrekken. Vooral in het begin is het belangrijk dat niet te veel zintuiglijke informatie tegelijk gegeven wordt omdat de cliënt moet wennen aan of vertrouwen krijgen in het gebruiken van deze zintuigen. Vroeg of laat visueel beperkten Een belangrijk verschil tussen mensen met een visuele beperking is het moment waarop ze blind of slechtziend zijn geworden. Mensen die vanaf een jonge leeftijd een visuele beperking hebben, hebben vanaf een jonge leeftijd de andere zintuigen ontwikkeld. Zij kunnen over het algemeen beter Auteur Adviesteam KijkVerder 16

17 voelen, horen en ruiken. Het is voor hen echter wel moeilijker om een voorstelling van een bepaalde ruimte te maken en van objecten. Hierdoor hebben zij meer moeite met het invullen van de mentale plattegrond. Mensen die op latere leeftijd een visuele beperking hebben verworven, hebben over het algemeen minder ontwikkelde zintuigen. Echter is het voor hen wel gemakkelijker om een voorstelling van een ruimte te maken en om een mentale plattegrond in te vullen. Zij kunnen op dat moment informatie putten uit hun ervaringen uit het verleden. (Kistemaker & Lohuis, 2009a). 4.7 Herkenningspunten Een herkenningspunt is een punt waardoor mensen met een visuele beperking een ruimte of object kunnen herkennen. Herkenningspunten kunnen gelden als oriëntatiepunten. Uit het onderzoek is gebleken (Kistemaker & Lohuis, 2009b) dat herkenningspunten ondergebracht kunnen worden onder de volgende groepen aspecten: Kleurverschillen, reliëf, geuren, geluiden, objecten, temperatuur, locatie van objecten en ruimtes en functie van ruimtes. Een begeleider dient tijdens de kennismakingsbegeleiding deze aspecten aan bod te laten komen en de cliënt te laten experimenteren met de verschillende soorten herkenningspunten. Hierdoor krijgt de cliënt de mogelijkheid om voor hem zelf geschikte herkenningspunten te selecteren. Auteur Adviesteam KijkVerder 17

18 5. Kennismakingsbegeleiding Fundashon Pro Bista Om er voor te zorgen dat nieuwe cliënten het gebouw van FPB leren kennen is het belangrijk dat zij hier speciale begeleiding in krijgen. Een aantal begeleiders zullen zich gaan richten op deze kennismakingsbegeleiding. Het is belangrijk dat elke begeleider dit op dezelfde manier doet, dit hoofdstuk zal daar verder op in gaan. 5.1 Stroomdiagram Bij de kennismakingsbegeleiding zal een bepaald stroomdiagram steeds doorlopen worden. Dit stroomdiagram is te vinden in bijlage 1 van dit protocol. In dit hoofdstuk wordt dit plan nader toegelicht en zijn nog meer handvatten te vinden Contactmomenten Elke kennismakingsbegeleiding met de cliënt bestaat uit verschillende contactmomenten. Het aantal contactmomenten dat nodig is hangt af van wat noodzakelijk is voor de cliënt en de manier waarop deze leert. Voor het eerste contactmoment zal het gehele stroomdiagram doorlopen worden, de daarop volgende momenten zal het stroomdiagram steeds vanaf stap 4. doorlopen worden. 5.2 Stappen Stappen 1 &2 Deze stappen worden genomen voordat u ingeschakeld wordt voor het geven van de kennismakingsbegeleiding. In deze stappen komt een nieuwe cliënt binnen Fundashon Pro Bista en zal de afdeling revalidatie bepalen wie de kennismakingsbegeleiding op zich zal nemen. De uitkomst van deze stap is een interne verwijzingsbrief voor diegene die de kennismakingsbegeleiding op zich gaat nemen. Hier is informatie over de cliënt in te vinden dat belangrijk is voor het geven van de juiste begeleiding. De beperkingen die de cliënt heeft bij het zien worden daarin genoemd en eventueel andere beperkingen. Het is belangrijk dat u als begeleider weet wat de beperking in het scherp zien en/of in het gezichtsveld betekend voor de dagelijkse mobiliteit van de cliënt. Wat wordt wel, en wat wordt niet waargenomen (Van Grinsven, 1998) Stap 3: Oriëntatie Kennismakingsbegeleiding Hier is het belangrijk dat u als begeleider zich oriënteert op de taken van de kennismakingsbegeleiding. Leest u in, in de gegevens van de cliënt d.m.v. de interne verwijsbrief en doorloop het protocol nogmaals. Aanbeveling: Wanneer u vragen heeft over bijvoorbeeld de beperkingen van de cliënt of over het aanpakken van de kennismakingsbegeleiding kunt u hier altijd mee terecht bij de afdeling revalidatie Stap 4: Voorbereidingsfase 4.a Beginsituatie bepalen Voordat u daadwerkelijk begint met het voorbereiden en bespreken van de begeleiding is het belangrijk dat u eerst bepaalt wat de beginsituatie is van de cliënt. Dit doet u door: Te observeren hoe de cliënt op dit moment beweegt o Wat kan de cliënt zelf en hoe doet hij/zij dit? Auteur Adviesteam KijkVerder 18

19 o Is hij/zij angstig om te bewegen? o Beweegt de cliënt op een aparte manier? o Kan de cliënt zich oriënteren? Te bespreken hoe de huidige manier van oriënteren is. o Op welke manier oriënteert de cliënt zich op dit moment? o Is de cliënt zich bewust van verschillende oriëntatie punten? Aanbeveling: Neem eerst rustig de tijd om uzelf een beeld te vormen van de beginsituatie van de cliënt. U zult merken dat naar mate u meer ervaring krijgt dit gemakkelijker zal gaan. 4.b Verwachtingen bespreken Het is belangrijk om te weten wat de cliënt over het algemeen van de kennismakingsbegeleiding verwacht en ook om te weten wat de cliënt van elk contactmoment afzonderlijk verwacht. Wanneer verwachtingen duidelijk zijn kan de kennismakingbegeleiding hierop aangepast worden en weet u als begeleider hoe ver u kunt gaan. Aanbeveling: Belangrijk om te weten is of de cliënt open staat voor het leren kennen van het gebouw en zijn eigen oriëntatievaardigheden wil verbeteren. 4.c Afspraken maken met de cliënt Om de kennismakingsbegeleiding een vorm te geven en goed te laten verlopen is het belangrijk om vooraf afspraken te maken met de cliënt. Hierdoor weet u als begeleider wat de cliënt prettig vindt en hoe de kennis het beste aan hem wordt overgedragen. Ook kan de begeleiding dan puur op het oriënteren worden gericht en zullen irritaties of afleidende factoren worden beperkt. Het is belangrijk om het volgende af te spreken: Het doel van de kennismakingsbegeleiding. Wat wil de cliënt in dit contactmoment bereiken, waar ligt specifiek de aandacht op? Dit kan gericht zijn op het leren kennen van een bepaalt gedeelte van het gebouw, maar ook op het verbeteren van een bepaalde vaardigheid. De wijze van informatie geven. Wat is voor deze cliënt een prettige manier van informatie verstrekken en wat sluit aan bij zijn manier van leren. Zie paragraaf voor verdere uitleg. De wijze van rondleiden. Wat is voor deze cliënt een prettige manier van rondleiden en wat sluit aan bij zijn beperkingen en manier van leren. Zie paragraaf voor verdere uitleg. De wijze van vasthouden. Wat is voor deze cliënt een prettige manier om vastgehouden te worden? Zie paragraaf 3.4 voor verdere uitleg. De tijdsduur van de kennismakingsbegeleiding. Wat is voor deze cliënt een geschikte tijdsduur van de begeleiding? Belangrijk is om rekening te houden met het concentratievermogen van de cliënt. Zie paragraaf 3.5 voor verdere informatie. De afstand van de kennismakingsbegeleiding. Wat is voor deze cliënt de beste afstand van de kennismakingsbegeleiding? Het is hier belangrijk om af te spreken welke ruimtes behandeld worden tijdens het contactmoment. Auteur Adviesteam KijkVerder 19

20 Aanbeveling: Het is belangrijk om steeds een klein aantal ruimtes tegelijk te behandelen. Een persoon kan maar een beperkte hoeveelheid nieuwe informatie verwerken. Daarom is het belangrijk om maar een paar ruimtes per keer te behandelen en te beginnen met de ruimtes die het meest bekend zijn voor de cliënt (Verstraten, 1994). Het aanleren van oriënteren. Ga na hoe de cliënt zich nu oriënteert en welke oriëntatievaardigheden hij nog kan ontwikkelen. Zie paragraaf 3.6 voor meer informatie. De soort herkenningspunten. Welke soort herkenningspunten gebruikt de cliënt nu en is hij/zij zich er van bewust? Zie paragraaf 3.7 en verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie. De veiligheid en de manier van ingrijpen. Hoe zorgen jullie samen voor een veilige begeleiding en heeft de cliënt het vertrouwen dat hij zich veilig kan verplaatsen. Ga na hoe de cliënt zich veilig voelt en hoe u als begeleider hier op kan inspelen. Vertel de cliënt hoe u ingrijpt zodat hij/zij niet schrikt van een onverwachte beweging. Wanneer u zegt stop, betekent dit direct stop. Voor de veiligheid is het belangrijk dat wanneer u als begeleider stop zegt, de cliënt hier direct op reageert. Bespreek dit daarom. 4.d Plan van aanpak Voordat gestart kan worden met het contactmoment van de kennismakingsbegeleiding is het belangrijk dat er een plan wordt gemaakt hoe dit contactmoment er uit gaat zien. Bij het maken van het plan is het belangrijk om de volgende elementen in gedachten te houden: De activiteit: o Wat is het doel van dit contactmoment? o Welke ruimtes gaat u behandelen? o Wat moet de cliënt zelfstandig doen en waar zal u hem bij begeleiden? o Welke oriëntatievaardigheden wilt u met de cliënt behandelen? o o De situatie: o o o Welke herkenningspunten neemt u op in de activiteit? De activiteit moet uitdagend zijn maar ook niet te moeilijk want dit zorgt voor frustraties bij de cliënt en waarschijnlijk ook bij u als begeleider. Materiële omgeving: Welke obstakels zijn er en hoeveel omgevingsgeluid is er aanwezig. Stem de moeilijkheid van de omgeving af op de situatie van de cliënt. Relationele omgeving: Welke mensen bevinden zich nog meer in de ruimte en is dit van invloed op het handelen van de cliënt? Overweeg, zeker in de beginsituatie, om een ruimte op te zoeken waar het rustig is en de cliënt weinig druk van andere mensen voelt. Het tijdstip: Wat is voor de cliënt een prettig tijdstip? Het kan zijn dat de cliënt zich s ochtends nog goed kan concentreren of dat hij juist moeite heeft met opstarten. Ga ook na wat binnen de instelling een druk of rustig moment is. Acties van begeleider: o Welke acties kunt u ondernemen of juist niet ondernemen om de cliënt tijdens de kennismakingsbegeleiding te helpen? Bedenk dat u de cliënt begeleid bij het leren kennen van het gebouw, het verbeteren van zijn oriëntatievaardigheden en het ontwikkelen van vertrouwen om zich zelfstandig te verplaatsen. Auteur Adviesteam KijkVerder 20

21 o o Hoe kunt u de cliënt mondeling ondersteunen? Denk hierbij aan mondelinge aanwijzingen, maar ook bijvoorbeeld aan complimenten, bemoediging en geruststelling op momenten van verwarring. Hoe kunt u de cliënt lichamelijk begeleiden? Denk hierbij bijvoorbeeld aan het begeleiden van de hand van de cliënt naar een object of bijvoorbeeld een deurklink. Aanbeveling: Om te leren hoe een plan van aanpak het beste gemaakt kan worden, is het goed om de eerste keren te overleggen met de afdeling revalidatie. Hierdoor krijgt u als begeleider vertrouwen in de aanpak die u hebt en ervaring met het toepassen van de juiste begeleiding Stap 5: Uitvoerfase In deze fase wordt het plan van aanpak en de afspraken zoals gemaakt in stap 4, uitgevoerd. 5.a Afgesproken ruimtes Behandel de ruimtes zoals is afgesproken met de cliënt. Zoals eerder beschreven is het belangrijk om met een klein aantal ruimtes te beginnen. Ankerpunt o Als eerste is het belangrijk dat de cliënt een ankerpunt (zie paragraaf 2.6) heeft waar hij steeds naar terug kan. Vanuit dat ankerpunt kan de cliënt zijn mentale plattegrond gaan vullen (zie paragraaf 2.5). o Het is zinvol op een ankerpunt te zoeken wat voor volgende contactmomenten ook gebruikt kan worden. o Zorg er tijdens de kennismakingsbegeleiding voor dat de cliënt meerdere ankerpunten heeft in het gebouw. o Wanneer er tijdens de route, tussen het beginpunt en het eindpunt, een beslismoment is, dan geldt dit vaak als ankerpunt. De beslissing kan gaan over rechtdoor gaan of linksaf. Beginpunt en eindpunt Het is van belang bij de kennismakingsbegeleiding dat elk contactmoment een duidelijk beginpunt heeft en een duidelijk eindpunt. Dit is van belang voor het leren van de routes in het gebouw. Verkennen van ruimtes o Bouw het verkennen van de ruimtes zoals benoemd in paragraaf op. o Het belangrijk om de cliënt mondelinge informatie te geven over de ruimte. Hierbij kunt u denken aan informatie over: Waar de ruimte voor gebruikt wordt. Welke personen in de ruimte werken. Waar deze personen zich in de ruimte bevinden (vooraan/ achteraan) o Het ontdekken van het karakter van de ruimte is voor visueel beperkten belangrijk voor het herkennen van de ruimtes (2.2.5). Aanbeveling: Geef de cliënt de mogelijkheid om het karakter van een ruimte te ontdekken. Stimuleer heb daarbij om gebruik te maken van geluid en op zoek te gaan naar geluiden in de ruimte. Lokaliseren van ruimtes/objecten o Tijdens de kennismakingbegeleiding is het van belang dat de cliënt de ruimtes weet te vinden. Dus ook kennis heeft over de lokalisatie van Auteur Adviesteam KijkVerder 21

22 o ruimtes ten opzichte van elkaar en kennis heeft van objecten in de ruimte ten opzichte van elkaar. Ondersteun de cliënt hierbij door mondelinge informatie te geven, maar laat hem dit ook zelf ervaren zodat hij het in zijn mentale plattegrond kan plaatsen. 5.b Oriëntatievaardigheden Stimuleer de cliënt om zijn huidige manier van oriënteren te gebruiken. Hierdoor verbetert hij/zij de vaardigheid waar hij al mee bekend is en raakt hiermee vertrouwd. Het is belangrijk om de cliënt niet gelijk nieuwe technieken te laten uitvoeren maar ook zijn eigen werkwijze te verbeteren. Later in het proces is het belangrijk om de cliënt te stimuleren andere zintuigen te gebruiken bij het oriënteren. Bekijk goed of de cliënt zich hier prettig bij voelt en of hij/zij het zinvol vindt. Aanbeveling: Geef de cliënt de tijd om vertrouwd te raken met de nieuwe manier van oriënteren en de verkregen informatie te verwerken. De cliënt heeft tijd nodig om de informatie in de mentale plattegrond te kunnen plaatsen. Zie verder paragraaf 3.6 voor meer informatie over het aanleren van oriënteren. 5.c Herkenningspunten Zoals al eerder is besproken zijn er verschillende soorten herkenningspunten en gebruikt elke cliënt andere soorten herkenningspunten. Ze zijn te verdelen in de volgende groepen: - Kleurverschillen - Reliëf - Geluiden - Geuren - Objecten - Temperatuur - Locatie van objecten en ruimtes - Functie van ruimtes (Kistemaker & Lohuis, 2009b). Zoals beschreven is het belangrijk om de functie van de ruimte te vertellen aan de cliënt omdat dit moeilijk zelf te ontdekken is. Onder de cliënten van FPB heeft een onderzoek plaatsgevonden. Hier uit bleek dat verschillende herkenningspunten naar voren kwamen die gebruikt werden om een ruimte te herkennen. De belangrijkste punten die genoemd werden zijn: - Het witte pad door de gang - De gele deuren van het toilet - Reliëfverschillen op de grond/wand (voelen met de stok) - Nummers op de deur (voelen en zien) - Geuren in kinderkamer/ in de revalidatiekamer en keuken - Het toetsenbord op de deur van de computerkamer - Het teken op de toiletdeur - Het handvat bij het damestoilet draait naar links en bij de heren normaal - Licht - Kleur van de vloer - Geluid van de machinekamer (Kistemaker & Lohuis, 2009b). Auteur Adviesteam KijkVerder 22

23 Aanbeveling: Het is belangrijk om in de kennismakingbegeleiding verschillende herkenningspunten te benoemen, zodat de cliënt kan bekijken welke herkenningspunten voor hem/haar van toepassing zijn. (Kistemaker & Lohuis, 2009b). Belangrijk is om te weten dat blinde personen over het algemeen veel met reliëf doen, ook is voor hen geur en geluid belangrijk. Slechtzienden maken zoveel mogelijk gebruik van rest visus om een ruimt en de objecten te herkennen. Maar ook voor hen is geluid, reliëf en geur erg belangrijk. (Kistemaker & Lohuis, 2009b). 5.d Aandachtspunten tijdens begeleiding Tijdens de begeleiding is het belangrijk om op signalen te letten die cliënten afgeven. Professionals van FPB geven aan dat cliënten niet altijd zeggen wat ze denken, daarom is het belangrijk om op het gezicht van cliënten te letten om de signalen op te pikken. U kunt denken aan signalen die wijzen op: - Vermoeidheid - Concentratievermindering - Angst - Onbegrip 5.e Werkwijze aanpassen Om de kennismakingsbegeleiding tot een succes te laten zijn is het belangrijk dat de cliënt zo min mogelijk last heeft van bovenstaande signalen. Daarom is het van belang om goed te reageren wanneer de cliënt zich niet prettig voelt. Pas de werkwijze zo nodig aan en geef de cliënt: - Vertrouwen - Begrijpelijke uitleg - Rust tijdens de begeleiding - Een rustige omgeving om in te handelen Aanbeveling: Wanneer bovenstaande acties geen verbetering geven is het belangrijk om een pauze te nemen of om te stoppen en op een andere dag of moment door te gaan. Wanneer u de cliënt overbelast kan deze weerstand oproepen, wat gevolgen kan hebben voor latere contactmomenten Stap 6: Evaluatie fase De evaluatiefase is een belangrijke stap die niet vergeten mag worden. Wanneer elk contactmoment goed geëvalueerd wordt, kan u samen met de cliënt tot nieuwe aandachtspunten en doelen komen voor het volgende contactmoment. Dit zal de kwaliteit van de kennismakingsbegeleiding verbeteren. Voor een goede begeleiding zijn de volgende stappen belangrijk. 6.a Evaluatie met cliënt Als eerste bespreekt u het contactmoment met de cliënt. De volgende punten zijn daarbij belangrijk: - Wat zijn de ervaringen van de cliënt? - Wat heeft de cliënt geleerd? - Wat vond de cliënt goed gaan/ minder goed gaan? - Waar ligt volgende keer de aandacht? Aanbeveling: Bij het evalueren is het belangrijk dat de cliënt als eerste zijn mening geeft. Hierdoor wordt de cliënt gestimuleerd om over zijn eigen handelen na te denken. Auteur Adviesteam KijkVerder 23

24 Daarna kunt u uw bevindingen benoemen aan de cliënt. Het is dan belangrijk dat u altijd met iets positiefs begint en iets positiefs eindigt. Daartussen kunt u dan benoemen wat aandachtspunten zijn. (Van Meer, Van Neijenhof & Bouwens, 2001). 6.b Evaluatieformulier Het is belangrijk dat u en de afdeling revalidatie weet hoe de kennismakingsbegeleiding verloopt. Daarom is een evaluatieformulier ontwikkeld die u na elk contactmoment kunt invullen (zie bijlage 2). Door dit op papier te beschrijven wordt u bewust van hoe de begeleiding is gegaan en wat de invloed van u handelen was op de cliënt. Hierdoor kan het zijn dat u tot nieuwe inzichten komt over de begeleiding. Daarnaast kan de afdeling revalidatie door de evaluatieformulieren de voortgang van de kennismakingsbegeleiding volgen en eventuele aandachtspunten signaleren. 6.c Vragen ten aanzien van wijze begeleiding? Wanneer u vragen heeft over de begeleiding of u loopt tegen problemen aan dan kunt u dit bespreken met de afdeling revalidatie. De afdeling revalidatie kunt u altijd in vertrouwen nemen Stap 7: Benadering afdeling revalidatie Indien nodig kan hier dus contact opgenomen worden met de afdeling revalidatie. Het is mogelijk dat u handvatten krijgt zodat u samen met de cliënt verder kan met de begeleiding. Ook is het mogelijk dat er dusdanige oriëntatie en/of mobiliteitsproblemen zijn dat de afdeling revalidatie verder gaat met specifieke training. Overleg tussen u en de afdeling revalidatie is hier belangrijk Stap 8: Behoefte aan kennismakingsbegeleiding? In de laatste stap van elk contactmoment wordt bekeken of de cliënt nog behoeften heeft aan verdere kennismakingsbegeleiding. Aanbeveling: U hoeft niet na elk contactmoment letterlijk te vragen of de behoefte er nog is. U zult merken dat u deze gaande weg op kan maken aan de houding van de cliënt. Wel is het belangrijk dat u gedurende de gehele kennismakingsbegeleiding verschillende keren na gaat of de cliënt nog behoeften heeft aan de begeleiding. Wat ook belangrijk is bij het besluit om door te gaan is of u noodzaak ziet voor verdere begeleiding. Vertrouw op uw ervaring op de momenten dat dit besluit genomen moet worden. Belangrijk is wel dat: - U zich niet alleen laat leiden door wat de cliënt zegt. Cliënten kunnen soms zeggen dat alles goed gaat terwijl het daadwerkelijke handelen anders laat zien. - Bedenk dat het mogelijk is dat cliënten niet altijd op een gelijk niveau presteren. Als het een dag goed gaat, betekent dit niet altijd dat ze het vanaf dan altijd zullen doen. Controleer altijd of ze meerdere goede contactmomenten achter elkaar hebben en hoe de cliënt daadwerkelijk zelfstandig handelt. Noteer in het evaluatieformulier dat u samen met de cliënt heeft besloten om te stoppen met de kennismakingsbegeleiding. Het is belangrijk dat de afdeling revalidatie hiervan op de hoogte wordt gebracht. Wanneer u door gaat met de begeleiding doorloopt u de stappen in het stroomdiagram steeds vanaf stap 4. Auteur Adviesteam KijkVerder 24

Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit

Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit Adviesteam KijkVerder Daniëlle Kistemaker (419141) Sanne Lohuis (416004) Senioradviseur Drs. Marie-Antoinette Minis Nijmegen, juni 2009 Opdrachtgever:

Nadere informatie

Lesmodule 4 fasen van. dementie. VOORBEELD LESMODULE: 4 fasen van dementie

Lesmodule 4 fasen van. dementie. VOORBEELD LESMODULE: 4 fasen van dementie Lesmodule 4 fasen van dementie Inhoudsopgave: 1. Wat is dementie? blz. 3 2. Twee basisprincipes over de werking van de hersenen blz. 4 3. Omschrijving van de vier fasen van ikbeleving bij dementie blz.

Nadere informatie

Cerebrale Visuele Stoornissen. Jij maakt het verschil!

Cerebrale Visuele Stoornissen. Jij maakt het verschil! Cerebrale Visuele Stoornissen Weet bij jij kinderen wat ik zie? Weet jij wat ik zie? Jij maakt het verschil! Studiedag Carantegroep 20-05-2011 Even voorstellen Marieke Steendam ergotherapeut VVB-team Koninklijke

Nadere informatie

Koninklijke Visio voor mensen met visuele problemen door niet-aangeboren hersenletsel

Koninklijke Visio voor mensen met visuele problemen door niet-aangeboren hersenletsel Koninklijke Visio voor mensen met visuele problemen door niet-aangeboren hersenletsel Samen helpen we u verder U bent bij de oogarts, omdat u visuele klachten heeft. Dit kan komen door een oogafwijking,

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

Voorbeeldles RIS-instructie RIS-WRM juni 2009

Voorbeeldles RIS-instructie RIS-WRM juni 2009 Inleiding Voorbeeldles RIS-instructie RIS-WRM juni 2009 Kennismaking Bekijk het ingevulde basis RIS-lesplan en volg de aanwijzingen. Pak de RIS-instructiekaart van de leerling en kijk wat er bij deze les

Nadere informatie

Aandachtspunten. voor ondersteuning van personen met een visuele en (zeer) ernstige verstandelijke beperking

Aandachtspunten. voor ondersteuning van personen met een visuele en (zeer) ernstige verstandelijke beperking Aandachtspunten voor ondersteuning van personen met een visuele en (zeer) ernstige verstandelijke beperking Inleiding Personen met zowel een visuele als verstandelijke beperking hebben meer ondersteuning

Nadere informatie

Afhankelijk gedrag. Andere factoren zijn wel te beïnvloeden, met andere woorden: daar kun je mogelijk wel iets aan doen:

Afhankelijk gedrag. Andere factoren zijn wel te beïnvloeden, met andere woorden: daar kun je mogelijk wel iets aan doen: Afhankelijk gedrag Samenvatting Hieronder hebben we de inhoud van de aflevering Afhankelijk gedrag samengevat. Gemakkelijk om er nog eens bij te pakken. Wat is afhankelijk gedrag? Mensen met dementie die

Nadere informatie

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt.

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt. KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek : Datum gesprek : KIJK! Lijst 1. Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig

Nadere informatie

De opzet van de sessies

De opzet van de sessies De opzet van de sessies De opzet van elke sessie is steeds hetzelfde. In deze paragraaf beschrijven we de verschillende onderdelen ervan. Hoe de onderdelen in een sessie worden toegepast valt te lezen

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Video Interactie Begeleiding (VlB) bij de omgangsregeling van verstandelijk beperkte ouders en hun kind(eren) in pleegzorg.

Video Interactie Begeleiding (VlB) bij de omgangsregeling van verstandelijk beperkte ouders en hun kind(eren) in pleegzorg. Video Interactie Begeleiding (VlB) bij de omgangsregeling van verstandelijk beperkte ouders en hun kind(eren) in pleegzorg. Inleiding: Vanaf 2006 heeft de William Schrikker Pleegzorg geëxperimenteerd met

Nadere informatie

Talentmeting in korte trajecten

Talentmeting in korte trajecten Talentmeting in korte trajecten Het portfolio is voor kort durende maatschappelijke stages een te uitgebreid middel om mee te werken. Voor de kortdurende intensieve maatschappelijke stages is een andere

Nadere informatie

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum Naam Geboortedatum 2-5-2012 School/Locatie Boogschutter 0-7 Schooljaar 2017-2018 Aanmaakdatum 9-10-2017 Groep Beren 2 Leraar Lieve van W. Bazalt Basisbehoeften Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn

Nadere informatie

Klachten na een hersenschudding algemene informatie

Klachten na een hersenschudding algemene informatie Een hersenschudding ontstaat door een klap op het hoofd, bijvoorbeeld bij een ongeluk. Je wordt duizelig of raakt bewusteloos. Meestal duurt het enige tijd voor de hersenen hiervan herstellen. Zolang de

Nadere informatie

Hoofdpijn Duizeligheid Vermoeidheid Concentratieproblemen Vergeetachtigheid

Hoofdpijn Duizeligheid Vermoeidheid Concentratieproblemen Vergeetachtigheid Hersenschudding In deze folder vertellen we wat de gevolgen van een hersenschudding kunnen zijn en wat u kunt verwachten tijdens het herstel. Ook geven we adviezen over wat u het beste wel en niet kunt

Nadere informatie

L e t s g e t P h y s i c a l

L e t s g e t P h y s i c a l L e t s g e t P h y s i c a l I n h o u d s o p g a v e 2 6-7 4-5 4-5 8-9 10-11 12-13 12-13 3 4 Horen werkw.uitspraak: [hore(n)] Verbuigingen: hoorde (verl.tijd ) Verbuigingen: heeft gehoord (volt.deelw.)

Nadere informatie

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave Wat betekent het dat uw kind moeilijk lerend is en wat 3

Nadere informatie

Stap 7 Nabespreking met het slachtoffer en nabespreking met de steungroepleden (apart)

Stap 7 Nabespreking met het slachtoffer en nabespreking met de steungroepleden (apart) Handleiding No Blame Stappenplan No Blame Stap 1 Gesprek met het slachtoffer Stap 2 Organiseer een bijeenkomst met de steungroep Stap 3 Uitleg probleem Stap 4 Deel de verantwoordelijkheid Stap 5 Ideeën

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling bij volwassenen met visuele problemen door hersenletsel. Informatie voor verwijzers

Onderzoek en behandeling bij volwassenen met visuele problemen door hersenletsel. Informatie voor verwijzers Onderzoek en behandeling bij volwassenen met visuele problemen door hersenletsel Informatie voor verwijzers Mijn ogen zijn goed, maar ik zie de stoeprand niet Meer dan 50% van de mensen met niet-aangeboren

Nadere informatie

Soms ziet hij maar een deel van wat er te zien is; zo worden delen van het werkvlak of het werkblad niet gebruikt.

Soms ziet hij maar een deel van wat er te zien is; zo worden delen van het werkvlak of het werkblad niet gebruikt. Bijlage 1.1 Vragenlijst op basis van de signaallijst CVI bij kleuters Deze vragenlijst is gebaseerd op de signaallijst CVI uit deel 1. Daarin wordt gedrag beschreven dat we bij kleuters met CVI frequent

Nadere informatie

LEZING VOOR DE THEMA-AVOND VAN DE MULTIPLE SCLEROSE VERENIGING NEDERLAND, REGIO ZUID-HOLLAND-NOORD.

LEZING VOOR DE THEMA-AVOND VAN DE MULTIPLE SCLEROSE VERENIGING NEDERLAND, REGIO ZUID-HOLLAND-NOORD. MS en COGNITIE LEZING VOOR DE THEMA-AVOND VAN DE MULTIPLE SCLEROSE VERENIGING NEDERLAND, REGIO ZUID-HOLLAND-NOORD. WOENSDAG 12 OKTOBER 2011, DIACONESSENHUIS, LEIDEN. Mw. drs. M.W. Pleket Gz-/neuropsycholoog

Nadere informatie

KIJK OP ZICHT VISUEEL FUNCTIE PROFIEL

KIJK OP ZICHT VISUEEL FUNCTIE PROFIEL 1 KIJK OP ZICHT VISUEEL FUNCTIE PROFIEL In dit document staan al mijn 'visuele functies' beschreven, zo worden de onderdelen genoemd waaruit visuele waarneming bestaat. Oftewel; de aspecten waarmee ik

Nadere informatie

AUTISME EN MONDZORG. Informatie en tips voor mondzorgverleners

AUTISME EN MONDZORG. Informatie en tips voor mondzorgverleners AUTISME EN MONDZORG Informatie en tips voor mondzorgverleners AUTISME: EEN SOMS ONZICHTBARE HANDICAP Autisme komt bij ongeveer 1% van de Nederlandse bevolking voor. Dat betekent dat iedere mondzorgverlener

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren met Acadin

Zelfgestuurd leren met Acadin Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen

Nadere informatie

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel. 4 communicatie Communicatie is het uitwisselen van informatie. Hierbij gaat het om alle informatie die je doorgeeft aan anderen en alle informatie die je van anderen krijgt. Als de informatie aankomt,

Nadere informatie

ZieZo Observatiemethode Handleiding

ZieZo Observatiemethode Handleiding ZieZo Observatiemethode Handleiding Ellen Eelman Marjolein Kuiper Marieke Steendam Inhoud 1. Inleiding 3 1.1. Doel 3 1.2. Gebruikers 3 1.3. Samenstelling 3 2. Verantwoording 4 3. Visuele basisvaardigheden

Nadere informatie

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben IK WIJZER Ik wil graag weten wie ik ben Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Copyright DilemmaManager B.V. Pagina 2 van 8 1 Inleiding Hallo Ruben, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer.

Nadere informatie

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars. op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars. Auteur: Anneke Lucassen Zelfevaluatie begeleiden bij zelfstandig

Nadere informatie

Autisme en een visuele of visuele én verstandelijke beperking

Autisme en een visuele of visuele én verstandelijke beperking Autisme en een visuele of visuele én verstandelijke beperking Koninklijke Visio expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen www.visio.org Volg ons op: Pellentesque ipsum ligula, accumsan nec, elementum

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Hallo Sander, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer. Hierin staat wat jij belangrijk vindt en wat je minder belangrijk vindt.

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties. Informatie voor verwijzers

Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties. Informatie voor verwijzers Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties Informatie voor verwijzers Zie jij wat ik zie? Kinderen met CVI Visuele problemen en beperkingen in het dagelijks

Nadere informatie

Na afloop van het oefenen mag u geen pijn hebben. Is dit wel het geval, oefen dan de volgende keer minder intensief.

Na afloop van het oefenen mag u geen pijn hebben. Is dit wel het geval, oefen dan de volgende keer minder intensief. U hebt een borstoperatie moeten ondergaan waarbij de lymfeklieren in de oksel zijn verwijderd. Als gevolg van deze operatie kan de beweeglijkheid van de schouder zijn verminderd. In deze folder staan oefeningen

Nadere informatie

Executieve functies - compenseren Programma. - Voorkennis opfrissen - Compenseren van zwakke zelfsturing - Toepassen in je eigen klas - Reflectie

Executieve functies - compenseren Programma. - Voorkennis opfrissen - Compenseren van zwakke zelfsturing - Toepassen in je eigen klas - Reflectie Executieve functies - compenseren Programma - Voorkennis opfrissen - Compenseren van zwakke zelfsturing - Toepassen in je eigen klas - Reflectie Antwoord Executieve functies Herhaling De denkprocessen

Nadere informatie

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven l Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven Pagina 1 van16 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan

Nadere informatie

MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking.

MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. MEE Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Voor verwijzers Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Veel

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 L Mijn persoonlijk actieplan

Hoofdstuk 5 L Mijn persoonlijk actieplan Hoofdstuk 5 L Mijn persoonlijk actieplan Duur 40 minuten Leerdoel deelnemers Deelnemers kunnen tenminste één risicofactor kiezen en actie(s) benoemen om hun gezond in positieve zin te verbeteren. Inhoud

Nadere informatie

VSO Leerlijnen Voorbereiding op dagbesteding & arbeid (Leren leren)

VSO Leerlijnen Voorbereiding op dagbesteding & arbeid (Leren leren) VSO Leerlijnen Voorbereiding op dagbesteding & arbeid (Leren leren) VSO LEERLIJNEN VOORBEREIDING OP DAGBESTEDING & ARBEID CED-Groep 2012 Leerlijnen Kerndoelen Uitstroom Dagbesteding/ Arbeid 1.1. Verkennen

Nadere informatie

Kinderen op bezoek op de Intensive Care

Kinderen op bezoek op de Intensive Care Kinderen op bezoek op de Intensive Care Informatie voor ouders/verzorgers Als een ouder of een familielid op de Intensive Care is opgenomen, kan dit voor kinderen veel vragen oproepen. Kinderen hebben

Nadere informatie

Omgaan met afname zintuiglijke functies (horen, zien) tijdens de zorgverlening

Omgaan met afname zintuiglijke functies (horen, zien) tijdens de zorgverlening OPDRACHTFORMULIER Omgaan met afname zintuiglijke functies (horen, zien) tijdens de zorgverlening Naam student: Datum: Je houdt rekening met de afname van zintuiglijke functies (horen, zien) bij de zorgvrager.

Nadere informatie

Inhoud. HOOFDSTUK 1 Logisch denken 9. HOOFDSTUK 2 Geheugen 59. HOOFDSTUK 3 Vaardigheid met getallen 109. HOOFDSTUK 4 Persoonlijke vaardigheden 159

Inhoud. HOOFDSTUK 1 Logisch denken 9. HOOFDSTUK 2 Geheugen 59. HOOFDSTUK 3 Vaardigheid met getallen 109. HOOFDSTUK 4 Persoonlijke vaardigheden 159 Inhoud Inleiding 4 Hoe is dit boek met tests opgebouwd? 5 Gebruiksaanwijzing 6 HOOFDSTUK 1 Logisch denken 9 DOSSIER 1 Ruimtelijk inzicht en oriëntatievermogen 11 DOSSIER 2 Logische reeksen 27 DOSSIER 3

Nadere informatie

Slechtziend zijn. ervaar het maar!

Slechtziend zijn. ervaar het maar! Slechtziend zijn. ervaar het maar! Visuele beperkingen bij ouderen Verenso congres 25-11-2011 Marianne Pietersen ambulant begeleider Bartiméus www.bartimeus.nl Programma Hoe vaak komt een visuele beperking

Nadere informatie

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid

Nadere informatie

Zelfstandig van A naar B met een visuele beperking. 5 de Themadag Oog en Werk, 8 maart 2013, Amersfoort Else Havik

Zelfstandig van A naar B met een visuele beperking. 5 de Themadag Oog en Werk, 8 maart 2013, Amersfoort Else Havik Zelfstandig van A naar B met een visuele beperking 5 de Themadag Oog en Werk, 8 maart 2013, Amersfoort Else Havik Waarom is zelfstandige verplaatsing met een beperkte visus zo lastig? Verschil met normaal

Nadere informatie

Omgaan met aandacht- en geheugenproblemen. Café Brein, Uden en Oss, September 2014

Omgaan met aandacht- en geheugenproblemen. Café Brein, Uden en Oss, September 2014 Omgaan met aandacht- en geheugenproblemen Café Brein, Uden en Oss, September 2014 Hersenletsel.. En dan? Helaas is er nog te weinig bekendheid rondom niet-aangeboren hersenletsel (NAH) Filmpje SWZ Wat

Nadere informatie

Spreek de gulden regel af dat de deelnemers de opname kunnen laten stopzetten wanneer zij of de kinderen zich ongemakkelijk voelen.

Spreek de gulden regel af dat de deelnemers de opname kunnen laten stopzetten wanneer zij of de kinderen zich ongemakkelijk voelen. Goede filmafspraken! Een vertrouwensband Tijdens de opname zet je je waarderende, ondersteunende en coachende vaardigheden al in. Immers, het opbouwen van een vertrouwensband start al tijdens de eerste

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders

Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders Pagina 1 van 10 Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor Strategieën ter bevordering van interactie communicatiestijl van het kind Rol van de ouder 1: Laat je kind

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9

Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9 Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9 Extra materiaal na de Taalsituaties, Vervolgmodule OGO Algemeen In Extra materiaal na de Taalsituaties wordt de leerstof uit drie voorgaande

Nadere informatie

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer Gedragswaaier Een passende aanpak voor ieder kind Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer 2. Introductie van de Gedragswaaier De Gedragswaaier biedt leerkrachten in het primair onderwijs handvatten

Nadere informatie

NAH heb je samen!? Werkconferentie Gluren bij de buren Annemieke Engele, Ergotherapie Carmen Zwaga, Maatschappelijk werk

NAH heb je samen!? Werkconferentie Gluren bij de buren Annemieke Engele, Ergotherapie Carmen Zwaga, Maatschappelijk werk NAH heb je samen!? Werkconferentie Gluren bij de buren. 07-10-2015 Annemieke Engele, Ergotherapie Carmen Zwaga, Maatschappelijk werk autoongeluk val op hoofd tumor NAH beroerte infectie zuurstofgebrek

Nadere informatie

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 Opdrachtformulier Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6

Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6 Wenbeleid Inhoud 2 Hoofdstuk 1: Inleiding 3 Hoofdstuk 2: Eerste kennismaking 4 Hoofdstuk 3: Het afscheid 5 Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6 Bijlage 1: Wenschema 2 1. Inleiding Pedagogische medewerkers

Nadere informatie

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk PAS Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk Handleiding Deel B Handleiding Adviesgroep ErgoJob Auteurs: Senioradviseur: In opdracht van: Marije Goos Lieke van de Graaf Wendy Speksnijder Natascha

Nadere informatie

Gedrag van de week schooljaar

Gedrag van de week schooljaar Gedrag van de week schooljaar 2019-2020 Binnen naar buiten 19 augustus Ik loop rustig naar binnen. Respect voor allen Samen verantwoordelijk Veiligheid voor ieder Ik ben vriendelijk voor klein en groot

Nadere informatie

U kunt zich voorstellen dat plotseling wakker worden in Frankrijk iets minder grote problemen veroorzaakt voor het

U kunt zich voorstellen dat plotseling wakker worden in Frankrijk iets minder grote problemen veroorzaakt voor het Afasie Inleiding Als gevolg van een hersenbeschadiging kan een patiënt te maken krijgen met communicatieproblemen. Deze beperken hem/haar in het uitwisselen van gedachten, wensen en gevoelens. Op de afdeling

Nadere informatie

Begeleiding van leerlingen

Begeleiding van leerlingen Begeleiding van leerlingen Doel Voorbeelden aanreiken van de wijze waarop begeleiding vorm kan krijgen. Soort instrument Voorbeelden Te gebruiken in de fase Uitvoeren Beoogde activiteit in de school Het

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Respecteer de stille periode van kinderen. Geef kinderen die het nodig hebben, meer tijd om een luisteropdracht

Nadere informatie

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Voor verwijzers Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Veel mensen met een licht

Nadere informatie

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens Inleiding Omgangskunde draait om contact maken. Met deze oefeningen hoop ik dat u echt contact kan maken met leerlingen. We willen allemaal gezien en gehoord worden. We zijn allemaal mensen en iedereen

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

acute verwardheid adviezen na een ZorgSaam

acute verwardheid adviezen na een ZorgSaam acute verwardheid adviezen na een hernia-operatie (delier) ZorgSaam 1 2 ACUTE VERWARDHEID Dit informatieboekje is bedoeld voor familie en betrokkenen van de patiënt met acuut optredende verwardheid. Inleiding

Nadere informatie

DUUR WAT HOE MATERIAAL

DUUR WAT HOE MATERIAAL DUUR WAT HOE MATERIAAL 0.00 5 min Intro begeleiders Introductie thema agressiehantering Doelen simulatiespel Toelichting rollen Introduceer jezelf en het spel Introductie begeleiders Nodig deelnemers uit

Nadere informatie

Onderwijs, zorg en dienstverlening voor volwassenen met een visuele beperking

Onderwijs, zorg en dienstverlening voor volwassenen met een visuele beperking Onderwijs, zorg en dienstverlening voor volwassenen met een visuele beperking Volop in het leven staan Ik wil de krant blijven lezen, zijn daar hulpmiddelen voor? Ik ben slechtziend, hoe breng ik de kinderen

Nadere informatie

Naam: Datum: Ik-Wijzer

Naam: Datum: Ik-Wijzer Ik-Wijzer Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Hallo, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer. Hierin staat wat jij belangrijk vindt en wat je minder belangrijk

Nadere informatie

Mammacare Arm- en schouderoefeningen na het verwijderen van de okselklieren

Mammacare Arm- en schouderoefeningen na het verwijderen van de okselklieren Mammacare Arm- en schouderoefeningen na het verwijderen van de okselklieren Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Arm en schouderoefeningen na het

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

Communicatie NHB DEURNE

Communicatie NHB DEURNE Communicatie NHB DEURNE Sociale vaardigheden Het vermogen om goed met anderen om te kunnen gaan Inzicht in eigen gedrag Inzicht in gedrag van anderen Goed communiceren Zelfpresentaie Stemgebruik Houding

Nadere informatie

Signaleringslijst voor leerlingen met autisme!

Signaleringslijst voor leerlingen met autisme! Signaleringslijst voor leerlingen met autisme! Wennen en je begrepen voelen op je nieuwe school. De overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is voor iedereen even wennen. Zeker als je

Nadere informatie

WandelTrainersDag 8 april Ronder 3 nr. 30. Best Practice: Wandelen als interventie bij dementie Anne-Mieke Huisman

WandelTrainersDag 8 april Ronder 3 nr. 30. Best Practice: Wandelen als interventie bij dementie Anne-Mieke Huisman WandelTrainersDag 8 april Ronder 3 nr. 30 Best Practice: Wandelen als interventie bij dementie Anne-Mieke Huisman Waarom deze workshop? Momenteel leven 270.000 mensen in Nederland met dementie en dat aantal

Nadere informatie

H u i s w e r k b e l e i d

H u i s w e r k b e l e i d H u i s w e r k b e l e i d Voor maken. sommige een Voor kinderen aantal anderen kinderen een is complexe het levert huiswerk huiswerk taak echter waarbij geen een zij problemen bron een beroep van op,

Nadere informatie

Libra R&A locatie Blixembosch. Multiple Sclerose

Libra R&A locatie Blixembosch. Multiple Sclerose Libra R&A locatie Blixembosch MS Multiple Sclerose Deze folder is bedoeld voor mensen met multiple sclerose (MS) die worden behandeld bij Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch. Tijdens uw

Nadere informatie

Help, ik kan het niet alleen!

Help, ik kan het niet alleen! Help, ik kan het niet alleen! Even voorstellen Fanny Cattenstart Trainingen / lezingen / workshops Observaties en begeleiding Plusgroepen Advies aan organisaties Begeleiding ouders en kinderen Gratis webinars

Nadere informatie

En, wat hebben we deze les geleerd?

En, wat hebben we deze les geleerd? Feedback Evaluatie Team 5 En, wat hebben we deze les geleerd? FEED BACK in de klas En, wat hebben we deze les geleerd? Leerkracht Marnix wijst naar het doel op het bord. De leerlingen antwoorden in koor:

Nadere informatie

ACUUT OPTREDENDE VERWARDHEID (DELIER) INFORMATIE VOOR PATIENT, FAMILIE EN BETROKKENEN

ACUUT OPTREDENDE VERWARDHEID (DELIER) INFORMATIE VOOR PATIENT, FAMILIE EN BETROKKENEN ACUUT OPTREDENDE VERWARDHEID (DELIER) INFORMATIE VOOR PATIENT, FAMILIE EN BETROKKENEN Inleiding Uw familielid, partner of kennis is in Franciscus Gasthuis & Vlietland opgenomen. Hij of zij is opgenomen

Nadere informatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015

Nadere informatie

S.V.F. Sportvereniging Fortissimo Sportpark De Nieuwe Kamp Overrijnseveld GH Cothen BIJLAGE 2: Pestprotocol

S.V.F. Sportvereniging Fortissimo Sportpark De Nieuwe Kamp Overrijnseveld GH Cothen BIJLAGE 2: Pestprotocol BIJLAGE 2: Inhoudsopgave 1.... 2 2. Stap 1 Signalering van pestgedrag... 2 3. Stap 2 Bespreking met de groep... 3 4. Stap 3 Oplossingen bedenken... 4 5. Stap 4 Afspraken maken... 4 6. Stap 5 Afronding:

Nadere informatie

De patiënt met plotseling optredende verwardheid (delier) Informatie voor familie en betrokkenen

De patiënt met plotseling optredende verwardheid (delier) Informatie voor familie en betrokkenen De patiënt met plotseling optredende verwardheid (delier) Informatie voor familie en betrokkenen Inhoud Inleiding 3 Wat is een delier? 4 Wat zijn de verschijnselen bij een delier? 4 Wanneer treedt een

Nadere informatie

De zorgvrager ondersteunen bij het lopen

De zorgvrager ondersteunen bij het lopen OPDRACHTFORMULIER De zorgvrager ondersteunen bij het lopen Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of

Nadere informatie

Werkvorm: 4 niveaus van communicatie

Werkvorm: 4 niveaus van communicatie Werkvorm: 4 niveaus van communicatie Doel De communicatie effectiever maken door te leren communiceren op de 4 niveaus als discussies alleen maar over de inhoud gaan en niet leiden tot effectieve besluitvorming.

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

NIEUWE KINDEREN. Ontvangst nieuwe ouder/kind

NIEUWE KINDEREN. Ontvangst nieuwe ouder/kind Pagina: 1 van 10 Ontvangst nieuwe ouder/kind Ouder&kind voelen zich op hun gemak Vertrouwensband opbouwen, zodat ouders en kinderen zich thuis voelen. Richtlijnen Ouder wordt door degene die de intake

Nadere informatie

Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe!

Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Lieven Coppens Vooraf De ontwikkeling van een kind verloopt op verschillende domeinen. Elk kind ontwikkelt op zijn eigen

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips Thema Kernelementen Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips Tips voor de trainer: Doseer je informatie: less is more. Beoordeel wat je gymnasten doen, niet wie ze

Nadere informatie

Epilepsie. Wat de docent moet weten.

Epilepsie. Wat de docent moet weten. Epilepsie Wat de docent moet weten. Sommige epileptische aandoeningen zijn moeilijker onder controle te brengen dan andere, maar de kans is groot dat de voorgeschreven medicijnen goed werken. Epilepsie

Nadere informatie

Aanpassingen examens 2018 Maatschappelijke zorg

Aanpassingen examens 2018 Maatschappelijke zorg Examens serie 2018 Maatschappelijke Zorg Examen Opmerkingen Niet aanpassen Aanpassen aug. 2018 Opmerking OTL Alle examens Geen consequent gebruik in het benoemen van examennummer (voorblad, bovenaan rechts).

Nadere informatie

Werken als artiest drama

Werken als artiest drama 08763 Atirst Drama 29-10-2008 11:52 Pagina 1 werkproces 1 1 2 3 4 5 6 Werken als artiest drama Artiest Drama Wat laat je zien? Je hebt passie voor theater Je laat jezelf zien Je gaat ervoor en je zet door

Nadere informatie

De gids en de padvinder

De gids en de padvinder De gids en de padvinder - Versie 3.1-16/05/12 De gids en de padvinder De gids kent de weg en loodst je veilig naar de plek waar je wil zijn. De padvinder kent de weg niet maar zoekt het pad dat, naar haar

Nadere informatie

Kindergeneeskunde. Babymassage. www.catharinaziekenhuis.nl

Kindergeneeskunde. Babymassage. www.catharinaziekenhuis.nl Kindergeneeskunde Babymassage www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl KIN003 / Babymassage / 05-07-2013 2 Babymassage In het Catharina Ziekenhuis

Nadere informatie

Creativiteit, kun je dat afdwingen?

Creativiteit, kun je dat afdwingen? Creativiteit, kun je dat afdwingen? Over procesgerichte didactiek, de didactiek van creativiteit, eigenaarschap en betrokkenheid www.kunstedu.nl procesgerichte didactiek proces van de kunstenaar zelf ondergaan

Nadere informatie

Huiswerk tips! Speciaal voor jou! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching

Huiswerk tips! Speciaal voor jou! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching Speciaal voor jou! De leergierige scholier Huiswerk tips! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching Schipperswijk 10 9665PM Oude Pekela tel: 06-10318833 info@moniquecoachtkids.nl www.moniquecoachtkids.nl

Nadere informatie

16. Luister naar wat ik vertel

16. Luister naar wat ik vertel 16. Luister naar wat ik vertel Tijdens deze activiteit: luisteren de kinderen naar beschrijvingen van kenmerken van verschillende voorwerpen uit de natuur. Hierdoor komen ze te weten over welk voorwerp

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Studievaardigheden. BEN/LO/ADHD/14/0003j April 2014

Studievaardigheden. BEN/LO/ADHD/14/0003j April 2014 Studievaardigheden N.B.: de inhoud van dit programma is slechts van adviserende aard en dient niet als vervanging voor professioneel en/of medisch advies. Als u verdere consultatie wenst, of wanneer u

Nadere informatie

We vragen je om in ieder geval twee documenten te lezen. Deze kun je via de volgende linkjes downloaden.

We vragen je om in ieder geval twee documenten te lezen. Deze kun je via de volgende linkjes downloaden. Voorbereidingsopdracht Selectie & Plaatsing HAN Fysiotherapie voor iedereen die met deze opleiding wil starten in september 2018 (studiejaar 2018-2019) In dit document vind je een groot deel van de vragen,

Nadere informatie

BEWEGEN BIJ KANKER 17041

BEWEGEN BIJ KANKER 17041 BEWEGEN BIJ KANKER 17041 Inleiding De ziekte kanker, maar ook de behandeling, zoals chemotherapie, operatie, bestraling en hormonale therapie, kunnen aanleiding geven tot langdurige vermoeidheid en conditieverlies.

Nadere informatie

AudioFitness Dagboek. Naam en geboortedatum

AudioFitness Dagboek. Naam en geboortedatum AudioFitness Dagboek Naam en geboortedatum 1 2 Basis van de training Oren en hersenen Horen doen we niet alleen met onze oren, maar vooral tussen de oren in onze hersenen. Alle informatie die onze oren

Nadere informatie