LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

Transcriptie

1 42205 LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN MINISTERE DES FINANCES F [C 2001/03581] 3 DECEMBRE Arrêté ministériel confirmant le taux facial du Bon d Etat 3/5/7 à taux d intérêt révisable et minimum garanti 4 décembre , pour la période du 4 décembre 2001 au 3 décembre 2003 Le Ministre des Finances, Vu l arrêté royal du 9 juillet 2000 relatif à l émission des bons d Etat, notamment l article 1 er ; Vu l arrêté ministériel du 10 juillet 2000 relatif à l émission des bons d Etat, notamment les articles 8 et 9; Vu l arrêté ministériel du 24 novembre 1998 relatif à l émission du bon d Etat à 5 ans extensible à 7 ans - 4 décembre et du bon d Etat 3/5/7 à taux d intérêt révisable et minimum garanti 4 décembre , notamment l article 3, 2 e alinéa, Arrête : Article 1 er. Le taux d intérêt facial du bon d Etat 3/5/7 à taux d intérêt révisable et minimum garanti - 4 décembre est fixé à 3,70 p.c. pour la période du 4 décembre 2001 au 3 décembre Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 4 décembre Bruxelles, le 3 décembre D. REYNDERS MINISTERIE VAN FINANCIEN N [C 2001/03581] 3 DECEMBER Ministerieel besluit dat de faciale rentevoet van de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet 4 december , voor de periode van 4 december 2001 tot 3 december 2003 bevestigt De Minister van Financiën, Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de uitgifte van de Staatsbons, inzonderheid op artikel 1; Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2000 betreffende de uitgifte van de Staatsbons, inzonderheid op artikelen 8 en 9; Gelet op het ministerieel besluit van 24 november 1998 betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar - 4 december en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare et gewaarborgde minimumrentevoet - 4 december , inzonderheid op artikel 3, 2 e alinea, Besluit : Artikel 1. De faciale rentevoet van de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet - 4 december wordt vastgesteld op 3,70 pct. voor de periode van 4 december 2001 tot 3 december Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 4 december Brussel, 3 december D. REYNDERS * MINISTERE DES AFFAIRES SOCIALES, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE L ENVIRONNEMENT F [2001/22808] 15 OCTOBRE Arrêté royal relatif au titre professionnel et aux conditions de qualification requises pour l exercice de la profession de podologue et portant fixation de la liste des prestations techniques et de la liste des actes dont le podologue peut être chargé par un médecin ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu l arrêté royal n 78 du 10 novembre 1967 relatif à l exercice des professions des soins de santé, notamment l article 5, 1 er, alinéas 1 er et 3, remplacé par la loi du 20 décembre 1974 et modifié par la loi du 19 décembre 1990, l article 22bis inséré par la loi du 19 décembre 1990 et l article 23, modifié par la loi du 19 décembre 1990; Vu l avis du Conseil national des Professions paramédicales du 7 novembre 1991; Vu l avis conforme de la Commission technique des Professions paramédicales du 7 décembre 2000; Vu l avis /1/V du Conseil d Etat, donné le 19 juillet 2001; Sur la proposition de Notre Ministre de la Protection de la Consommation, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. La profession Podologie est une profession paramédicale au sens de l article 22, de l arrêté royal n 78 du 10 novembre 1967 relatif à l exercice des soins de santé. Art. 2. La profession visée à l article 1 er est exercée sous le titre professionnel de podologue. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU N [2001/22808] 15 OKTOBER Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van podoloog en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de podoloog door een arts kan worden belast ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, inzonderheid op artikel 5, 1, eerste en derde lid, vervangen bij de wet van 20 december 1974 en gewijzigd bij de wet van 19 december 1990, artikel 22bis, ingevoegd bij de wet 19 december 1990 en artikel 23 gewijzigd bij de wet van 19 december 1990; Gelet op het advies van de Nationale Raad van de Paramedische Beroepen van 7 november 1991; Gelet op het eensluidend advies van de Technische Commissie voor de Paramedische Beroepen van 7 december 2000; Gelet op het advies /1/V van de Raad van State, gegeven op 19 juli 2001; Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Het beroep Podologie is een paramedisch beroep in de zin van artikel 22 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Art. 2. Het in artikel 1 bedoelde beroep wordt uitgeoefend onder de beroepstitel podoloog.

2 42206 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 3. La profession de podologue ne peut être exercée que par les personnes remplissant les conditions suivantes : 1 être détenteur d un diplôme sanctionnant une formation, répondant à une formation d au moins trois ans dans le cadre d un enseignement supérieur de plein exercice, dont le programme d études comporte au moins : a) une formation théorique en : anatomie générale y compris anatomie topographique des membres inférieurs; chirurgie du pied; physiologie générale; étude du mouvement y compris physiologie du mouvement, biomécanique et biométrie; pathologie générale y compris microbiologie, orthopédie, traumatologie, pédiatrie, dermatologie, neurologie, étude des maladies internes y compris pathologie vasculaire, affections systémiques, affections métabliques et la gériatrie; pharmacologie; chimie; physique; physiotechnique; déontologie; histoire de la podologie. b) une formation théorique en pratique en : méthodes d investigations podologiques et de traitements des troubles structurels et fonctionnels consécutifs à des anomalies biométriques statiques, dynamiques, ainsi qu à des anomalies liées à des affections neurologiques et vasculaires; notions générales de soins cutanés et de soins de plaies; notions générales d hygiène, stérilisation et instrumentation; biomécanique et pathomécanique : semelles; techniques de prise de mesures, connaissances des propriétés des matériaux et technologie d atelier. c) Effectuer un travail en rapport avec la formation dont il ressort que l intéressé est capable de déployer une activité analytique et synthétique dans la branche professionnelle et qu il peut travailler de manière autonome. 2 avoir effectué avec fruit un stage d au moins 600 heures en podologie théorique et pratique, attesté par un carnet de stage que le candidat doit tenir à jour; Ce stage doit se composer au moins des éléments suivants : policlinique : chirurgie, orthopédie et traumatologie, neurologie, médecine physique, dermatologie et maladies internes, pour autant que celles-ci aient trait à la pathologie vasculaire, aux affections systémiques, aux affections métaboliques et à la gériatrie; salle d opération; des stages techniques relatifs à la fabrication de dispositifs techniques tels que l orthoplastie, l orthnyxie et les semelles. 3 entretenir et mettre à jour leurs connaissances et compétences professionnelles par une formation continue, permettant un exercice de la profession d un niveau de qualité optimal. La formation continue visée ci-dessus doit consister en études personnelles et en participation à des activités de formation. Art er. La liste des prestations techniques, visées à l article 23, 1 er, alinéa 1 er, de l arrêté royal n 78, précité, du 10 novembre 1967, figure en annexe I re a) et annexe I re b) au présent arrêté. 2. Les prestations techniques, visées en annexe I re a) requièrent une prescription médicale circonstanciée d un médecin. Les prestations techniques visées en annexe I re b) requièrent une prescription médicale circonstanciée d un médecin spécialiste en chirurgie orthopédique, d un médecin spécialiste en médecine physique et en réadaptation ou d un médecin spécialiste en rhumatologie, d un médecin spécialiste en neurologie, d un médecin spécialiste en neuropsychiatrie, d un médecin spécialiste en neurochirurgie, d un médecin spécialiste en pédiatrie ou d un médecin spécialiste en chirurgie. Art. 3. Het beroep van podoloog mag slechts worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1 houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding van minstens drie jaar in het kader van een voltijds hoger onderwijs, waarvan het leerprogramma op zijn minst omvat : a) een theoretische opleiding in : algemene anatomie met inbegrip van topografische anatomie van de onderste ledematen; voetchirurgie; algemene fysiologie; bewegingsleer met inbegrip van fysiologie van de beweging, biomechanica en biometrie; algemene pathologie met inbegrip van microbiologie, orthopedie, traumatologie, pediatrie, dermatologie, neurologie, inwendige ziekteleer met inbegrip van vasculaire pathologie, systeemaandoeningen, metabole aandoeningen en geriatrie; farmacologie; scheikunde; natuurkunde; fysiotechniek; deontologie; geschiedenis van de podologie. b) een theoretische en praktische opleiding in : de podologische onderzoeksmethoden en behandelingsmethoden van de structurele en functionele stoornissen ten gevolge van de statische, dynamische, biometrische afwijkingen en de afwijkingen ten gevolge van neurologische en vasculaire stoornissen; algemen beginselen van huid- en wondverzorging; algemene beginselen van hygiëne, sterilisatie en instrumentenleer; bio- en pathomechaniek : zolen; meettechnieken, materialenleer en werkplaatstechnologie. c) Het maken van een werk dat in verband staat met de opleiding en waaruit blijkt dat de betrokkene in staat is tot een analystische en synthetische activiteit in het vakdomein en dat hij zelfstandig kan werken. 2 met vrucht een stage doorlopen hebben van minstens 600 uren in podologische methoden en praktijken, ten bewijze waarvan de kandidaat een stageboek moet bij houden; Deze stage dient ten minste uit volgende onderdelen te bestaan : polikliniek : heelkunde, orthopedie en traumatologie, neurologie, fysische geneeskunde, dermatologie en inwendige ziekten, voor zover deze betrekking hebben op vasculaire pathologie, systeemaandoeningen, metabole aandoeningen en geriatrie; operatiezaal; technische stages in verband met het vervaardigen van technische hulpmiddelen zoals orthoplastie, orthonyxie en zolen. 3 hun beroepskennis en -vaardigheden via bijscholing onderhouden en bijwerken, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau mogelijk te maken. De hierboven bedoelde bijscholing moet bestaan uit persoonlijke studie en deelname aan vormingsactiviteiten. Art De lijst van de technische prestaties, bedoeld in artikel 23, 1, eerste lid, van voormeld koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, is opgenomen in bijlage I a) en in bijlage I b) bij dit besluit. 2. De technische prestaties bedoeld in bijlage I a) vereisen een omstandig geneeskundig voorschrift van een arts. De technische prestaties bedoeld in bijlage I b) vereisen een omstandig geneeskundig voorschrift van een geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde, een geneesheer-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie, een geneesheer-specialist in de reumatologie, een geneesheer-specialist in de neurologie, een geneesheerspecialist in de neuropsychiatrie, een geneesheer-specialist in de neurochirurgie, een geneesheer-specialist in de pediatrie of een geneesheer-specialist in de heelkunde.

3 42207 Le traitement au moyen d une semelle à exécuter par un podologue ne peut être prescrit que dans la mesure où cette semelle : 1 s inscrit dans le cadre d un traitement complet en podologie; 2 doit être fabriquée individuellement sur mesure; 3 peut être fabriquée sans équipement hautement technique; 4 ne doit pas être combinée à d autres dispositifs orthopédiques. Art er. La liste des actes dont un médecin peut charger un podologue en application de l article 5, 1 er, alinéa 1 er, de l arrêté royal n 78 du 10 novembre 1967, précité, figure en annexe II a) et annexe II b) au présent arrêté. 2. Les actes visés en annexe II b) peuvent être confiés exclusivement par un médecin spécialiste en chirurgie orthopédique, par un médecin spécialiste en médecine physique et en réadaptation, par un médecin spécialiste en rhumatologie, par un médecin spécialiste en neurologie, par un médecin spécialiste en neuropsychiatrie, par un médecin spécialiste en neurochirurgie, par un médecin spécialiste en pédiatrie et par un médecin spécialiste en chirurgie. Le traitement au moyen d une semelle ne peut être confié à un podologue que dans la mesure où cette semelle : 1 s inscrit dans le cadre d un traitement complet en podologie; 2 doit être fabriquée individuellement sur mesure; 3 peut être fabriquée sans équipement hautement technique; 4 ne doit pas être combinée à d autres dispositifs orthopédiques. Art. 6. Notre Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l Environnement est chargé de l exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 15 octobre ALBERT Par le Roi : De behandeling door middel van een zool, uit te voeren door een podoloog, kan slecht worden voorgeschreven in zover de zool : 1 kadert in een volledige podologische behandeling; 2 individueel naar maat vervaardigd dient te worden; 3 kan vervaardigd worden zonder hoge technische uitrusting; 4 niet dient gecombineerd te worden met andere orthopedische hulpmiddelen. Art De lijst van handelingen waarmee een arts met toepassing van artikel 5, 1, eerste lid, van voormeld koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 een podoloog kan belasten, is opgenomen in bijlage II a) en in bijlage II b) van dit besluit. 2. De handelingen bedoeld in bijlage II b) mogen uitsluitend worden toevertrouwd door een geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde, een geneesheer-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie, een geneesheer-specialist in de reumatologie, een geneesheer-specialist in de neurologie, een geneesheer-specialist in de neuropsychiatrie, een geneesheer-specialist in de neurochirurgie, een geneesheer-specialist in de pediatrie en een geneesheer-specialist in de heelkunde. De behandeling door middel van een zool kan slechts aan een podoloog worden toevertrouwd in zover de zool : 1 kadert in een volledige podologische behandeling; 2 individueel naar maat vervaardigd dient te worden; 3 kan vervaardigd worden zonder hoge technische uitrusting; 4 niet dient gecombineerd te worden met andere orthopedische hulpmiddelen. Art. 6. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 15 oktober ALBERT Mevr. M. AELVOET Annexe I re a) Liste des presentations techniques pouvant être accomplies par les podologues en application de l article 23, 1 er, alinéa 1 er, de l arrêté royal n 78 du 10 novembre Traitement podologiques et un rapport technique intermédiaire écrit, adressé au médecin prescripteur, concernant l évolution du patient sous ce traitement prescrit : 1. traitements cutanés du pied malade : Soins aseptiques des plaies; Redistribution des points de surcharge par : padding, taping, strapping. 2. traitements unguéaux du pied malade : Soins d hygiène des ongles dans les affections vasculaires et neuropathiques; Abrasion des hypertrophies unguéales dans les affections vasculaires, neuropathiques, dermatologique et post-traumatiques; Traitement local des mycoses unguéales; Onychoplastie après résection partielle ou totale par un médecin dans les affections vaschulaires, neuropathiques, posttraumatiques et post-infectieuses; Orthonyxie. 3. Administration de médicaments dans le traitement des lésions épidermiques et dermiques du pied par les voies suivantes : instillation. 4. Traitements des déformations des orteils : en présence de mobilité articulaire : redressement, au moyen de padding, strapping, taping, orthoplastie; en absence de mobilité articlaire : protection des zones de pression au moyen de padding, strapping, orthoplastie. Bijlage I a) Lijst van technische prestaties die door podologen mogen worden verricht met toepassing van artikel 23, 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november Podologische behandelingen en een schriftelijk, aan de voorschrijvende arts gericht, tussentijds technisch verslag betreffende de evolutie van de patiënt onder deze voorgeschreven behandeling : 1. behandeling van de huid van de zieke voet : Aseptische wondverzorging; Herverdeling van punten van overdruk bij middel van : padding, taping, strapping. 2. nagelbehandeling van de zieke voet : Hygiënische nagelverzorging bij vasculaire en neuropathische aandoeningen; Frezen van nagelhypertrofieën bij vasculaire, neuropathische, dermatologische en post-traumatische aandoeningen; Lokale behandeling van nagelmycosen; Onychoplastie na partiële en volledige nagelresectie door een arts bij vasculaire, neuropathische, post-traumatische en postinfectieuse aandoening; Orthonyxie. 3. Toediening van medicamenten ter behandeling van epidermische en dermische letsels van de voet via de volgende toegangswegen : indruppeling. 4. Behandeling van teenafwijkingen : bij nog aanwezige mobiliteit van het gewricht : repositionering door middel van padding, strapping, taping, orthoplastie; bij gebrek aan gewrichts-mobiliteit : beschermen van drukzones door middel van padding, strapping, orthoplastie.

4 42208 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Annexe I re b) Liste des prestations techniques pouvant être accomplies par les podologues en application de l article 23, 1 er, alinéa 1 er, de l arrêté royal n 78 du 10 novembre Examen podologique des troubles fonctionnels et un rapport technique écrit de l examen effectué, adressé au médecin presripteur : Examen podologique des troubles statiques : biométrique, biomécanigue, podoscopique, electropodoscopique, électropododynographique; Examen podologique des troubles dynamiques : biométrique, biomécanique (notamment l étude des fonctions et des disfonctions des différents segments du pied entre eux en rapport avec les segments susjacents), podoscopique, électropodoscopique, électropododynographique. 2. Traitements podologiques et un rapport technique intermédiaire écrit, adressé au médecin prescripteur, concernant l evolution du patient sous ce traitement prescrit : 2.1. Traitements des troubles fonctionnels dans les affections non vasculaires et non neuropathiques : * une semelle dans le but répartir les points de surcharge du pied, * une semelle pour affections épidermiques, * une semelle pour affections post-traumatiques, * strapping, padding, taping fonctionnels, * des semelles. 2.2 rééducation fonctionnelle du pied post-chirurgical et posttraumatique. Bijlage I b) Lijst van technische prestaties die door podologen mogen worden verricht met toepassing van artikel 23, 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november Podologische onderzoek bij functionele stoornissen en een geschreven technisch verslag van het uitgevoerde onderzoek, gericht aan de voorschrijvende arts : Podologisch onderzoek van de statische stoornissen : biometrisch, biomechanisch, podoscopisch, elektropodoscopisch, elektropododynografisch; Podologisch onderzoek van de dynamische stoornissen : biometrisch, biomechanisch (inzonderheid de studie van de functies en dysfuncties van de verschillende segmenten van de voet onderling en in verhouding met de daarboven liggende segmenten), podoscopisch, elektropodoscopisch, elektropodografisch. 2. Podologische behandelingen en een schriftelijk, aan de voorschrijvende arts gericht, tussentijds technisch verslag betreffende de evolutie van de patiënt onder deze voorgeschreven behandeling : 2.1. Behandeling van de functionele stoornissen bij niet-vasculaire en niet-neuropathische aandoeningen : a) van de statische afwijkingen van de voet door middel van : * een zool met het doel van herverdeling van de punten van overdruk op de voet, * een zool voor epidermische aandoening, * een zool voor post-traumatische aandoeningen, * functionele strapping, padding, taping, * zolen. 2.2 functionele revalidatie van de post-chirurgische en posttraumatische voet. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 15 octobre Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 oktober Par le Roi : M. AELVOET Annexe II a) Actes dont un médecin peut charger un podologue en application de l article 5, 1 er, alinéa 1 er, de l arrêté royal n 78 du 10 novembre traitements cutanés du pied : Soins antiseptiques des plaies; Enucléation des kératoses digitales et plantaires dans les affections vasculaires et neuropathiques; Excision des hyperkératoses digitales et plantaires dans les affections vasculaires et neurophatiques. 2. traitements unguéaux du pied : Traitement non chirurgical de l onychocryptose sous anesthédie de contact; Soins post-opératoires du perionyxis. Enucléation des kératoses sous-unguéales et périunguéales dans les affections vasculaires, neuropathiques et post-traumatiques. 3. Administratin de topiques dans les traitements du pied vasculaire, neuropathique, post-traumatique et infectieux. 4. Administration de médicaments dans le traitement des lésions épidermiques et dermiques du pied par les voies suivantes : percutanée; drains. Bijlage II a) Handelingen waarmee een arts met toepassing van artikel 5, 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 een podoloog kan belasten. 1. behandeling van de huid vvan de voet : Antiseptische wondverzorging; Enucleatie van digitale en plantaire keratosen bij vasculaire en neuropathische aandoeningen; Uitsnijding van digitale en plantaire hyperkeratosen bij vasculaire en neuropathische aandoeningen. 2. nagelbehandeling van de voet : Niet-chirurgische behandeling van onychocryptose onder contactverdoving; Post-operatieve verzorging van de peri-onyxis. Enucleatie van subungueale en peri-ungueale keratosen bij vasculaire, neuropathische en post-traumatische aandoeningen. 3. Toediening van topica ter behandeling van letsels van de vasculaire, neuropathische, post-traumatische en infectieuse voet. 4. Toediening van medicamenten ter behandeling van epidermische en dermische letsels van de voet via de volgende toegangswegen : percutaan; drain.

5 42209 Annexe II b) Actes dont un médecin spécialiste en chirurgie orthopédique, un médecin spécialiste en médecine physique et en réadaptation, un médecin spécialiste en rhumatologie, un médecin spécialiste en neurologie, un médecin spécialiste en neuropsychiatrie, un médecin spécialiste en neurochirurgie, un médecin spécialiste en pédiatrie et un médecin spécialiste en chirurgie peut changer un podologue en application de l article 5, 1 er, alinéa 1 er, de l arrêté royal n 78 du 10 novembre Traitements des troubles fonctionnels dans les affections non vasculaires et non neuropathiques : * orthoplastie. 2. Traitements des troubles fonctionnels dans les affections vasculaires et neuropathiques : * une semelle dans le but de répartir les points de surcharge du pied, * une semelle pour affections épidermiques, * une semelle pour affections neuropathiques et post-traumatiques, * strapping, padding, taping fonctionnels, * orthoplastie, * des semelles. 3. assistance et instrumentation en chirurgie du pied. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 15 octobre Bijlage II b) Handelingen waarmee een geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde, een geneesheer-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie, een geneesheer-specialist in de reumatologie, een geneesheerspecialist in de neurologie, een geneesheer-specialist in de neuropsychiatrie, een geneesheer-specialist in de neurochirurgie, een geneesheerspecialist in de pediatrie en een geneesheer-specialist in de heelkunde met toepassing van artikel 5, 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 een podoloog kan belasten. 1. Behandeling van functionele stoornissen bij niet-vasculaire en niet-neuropathische aandoeningen : a) van statische afwijkingen van de voet door middel van : * orthoplastie. 2. Behandeling van functionele stoornissen bij vasculaire en neuropahisch aandoeningen : a) van de statische afwijkingen van de voet door middel van : * een zool met het doel van herverdeling van de punten van overdruk op de voet, * een zool voor epidermische aandoeningen, * een zool voor neuropathische en post-traumatische aandoeningen, * functionele strapping, padding, taping, * orthoplastie, * zolen. 3. assistentie en instrumentatie bij voetchirurgie. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 oktober Par la Roi : M. AELVOET c F [2001/22843] 16 NOVEMBRE Arrêté royal abrogeant l arrêté royal du 21 mars 1995 portant création du Conseil national du Sang Vu la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés du sang d origine humaine; Vu l article 37 de la Constitution; Considérant la directive 89/381/CEE du Conseil du 14 juin 1989 élargissant le champ d application des directives 65/65/CEE et 75/319/CEE concernant le rapprochement des dispositions législatives, réglementaires et administratives relatives aux spécialités pharmaceutiques, et prévoyant des dispositions spéciales pour les médicaments dérivés du sang ou du plasma humain; Considérant que pour l heure, les compétences du Conseil supérieur d Hygiène et du Conseil national du Sang créé ultérieurement se chevauchent, rendant ainsi le politique menée moins transparente; Considérant que plus ou moins un tiers des membres du Conseil national du Sang siègent également au Conseil supérieur d Hygiène; Considérant que le Conseil supérieur d Hygiène se compose en principe d experts scientifiques mais que vu la très large majorité que représentent les milieux scientifiques au sein du Conseil national du Sang, il n y a aucune différence quant à l impact de la composition des conseils sur leurs décisions; Considérant donc que les tâches du Conseil national du Sang peuvent être reprises par le Conseil supérieur d Hygiène; Considérant que pour les matières dépassant le cadre strict de la Science, les membres actuels du Conseil national du Sang issus de milieux non scientifiques peuvent être convoqués à titre de commission ad hoc du Conseil supérieur d Hygiène; Considérant donc que le but est d intégrer le Conseil national du Sang dans le Conseil supérieur d Hygiène; N [2001/22843] 16 NOVEMBER Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 21 maart 1995 tot oprichting van de Nationale Raad voor het Bloed Gelet op de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong; Gelet op artikel 37 van de Grondwet; Overwegende de richtlijn 89/381/EEG van de Raad van 14 juni 1989 tot uitbreiding van de werkingssfeer van de richtlijnen 65/65/EEG en 75/319/EEG betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechterlijke bepalingen inzake de farmaceutische specialiteiten en tot vaststelling van bijzondere bepalingen voor uit menselijk bloed of plasma bereide geneesmiddelen; Overwegende dat de bevoegdheden van de Hoge Gezondheidsraad en de later opgerichte Nationale Raad voor het Bloed elkaar momenteel overlappen zodat de transparantie in het beleid wordt verminderd; Overwegende dat ongeveer één derde van de leden van de Nationale Raad voor het Bloed eveneens in de Hoge Gezondheidsraad zetelen; Overwegende dat de Hoge Gezondheidsraad principieel uit wetenschappelijke deskundigen bestaat maar dat, doordat de wetenschappelijke middens in de Nationale Raad voor het Bloed een zeer ruime meerderheid hebben, er op het vlak van invloed van de samenstelling van de raden op hun beslissingen, geen verschil is; Overwegende dus dat de taken van de Nationale Raad voor het Bloed kunnen worden overgenomen door de Hoge Gezondheidsraad; Overwegende dat voor de materies die het strikt wetenschappelijk overstijgen, de huidige leden van de Nationale Raad voor het Bloed die uit niet-wetenschappelijke middens komen, als commissie ad hoc van de Hoge Gezondheidsraad kunnen worden opgeroepen; Overwegende dus dat het de bedoeling is dat de Nationale Raad voor het Bloed geïntegreerd wordt in de Hoge Gezondheidsraad;