Exponentiële groei. Introductie 125. Leerkern 125

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Exponentiële groei. Introductie 125. Leerkern 125"

Transcriptie

1 Open Inhoud Universiei leereenheid 4 Wiskunde voor milieuweenschappen Exponeniële groei Inroducie 125 Leerkern Groeimodellen Exponeniële oename en groeifacor Exponeniële afname Procenuele oename en afname 133 Samenvaing 137 Zelfoes 138 Terugkoppeling Uiwerking van de opgaven Anwoorden op de zelfoes

2 Leereenheid 4 Exponeniële groei Leereenheid 4 Exponeniële groei Inroducie Twee veel voorkomende groeimodellen zijn die van de lineaire en exponeniële groei. In he begin van deze leereenheid worden beide kor aangesip. De groeifuncie bij een lineair groeimodel is al uigebreid behandeld in leereenheid 2. In deze leereenheid concenreren we ons daarom verder op diverse vormen van exponeniële groei en op de bijbehorende funcievoorschrifen. LEERDOELEN Na besudering van deze leereenheid ken u he verschil ussen een lineair en een exponenieel groeimodel ken u verschillende siuaies waarin er sprake is van exponeniële groei, zoals verdubbeling, halvering, procenuele oename en procenuele afname kun u op grond van een beschrijving van he groeiproces de groeifacor en he funcievoorschrif van de groeifuncie bepalen kun u de groeifacor en he funcievoorschrif van de groeifuncie ook vinden op grond van een abel. LEERKERN 1 Groeimodellen Richingscoëfficiën Groeifacor In de milieuweenschappen besuderen we vaak de oename of afname van een grooheid, zoals de hoeveelheid of de concenraie van een bepaalde sof. Daarbij komen wee groeimodellen vaak voor: De oename (of afname) van de hoeveelheid H () is op ieder ijdsip hezelfde. He verschil H ( + 1) H ( ) is dan een vas geal a. Bij di verband hoor een formule van de vorm H() = a + b. H is dan dus een lineaire funcie en a is de richingscoëfficiën van de grafiek van H. De oename (of afname) van de hoeveelheid H () is evenredig aan de al aanwezige hoeveelheid H(). He quoiën H( + 1)/H() is dan een vas geal, de groeifacor g. Di verband word meesal geschreven als H ( + 1) = H ( ) g. He eerse groeimodel noemen we lineaire groei. He weede groeimodel leid o exponeniële groei. De groei van de lenge van een kind vanaf de derde o aan de waalfde verjaardag kan worden beschreven me he lineaire groeimodel. 125

3 Open Universiei Wiskunde voor milieuweenschappen VOORBEELD 4.1 Anneke heef de lenge van haar zoon Bar ieder jaar op zijn verjaardag gemeen. Daarbij heef zij genoeerd: leefijd lenge in cm In figuur 4.1 zijn deze meingen weergegeven als punen in een assenselsel. lenge (in cm) leefijd FIGUUR 4.1 De lenge van Bar op zijn derde /m waalfde verjaardag OPGAVE 4.1 (*) a Me hoeveel cm groei Bar gemiddeld per jaar? b Sel een formule op voor L, de lenge van Bar in cm als funcie van l, de leefijd van Bar in jaren. c Wa is, gele op de eks bij voorbeeld 4.1, he domein van deze funcie? En wa is he bereik? d Verklaar da er hier sprake is van lineaire groei. Lineaire groei VOORBEELD 4.2 Nuldeorde chemische reacie Een ander voorbeeld van lineaire groei zijn we egengekomen in voorbeeld 2.2. Bij deze nuldeorde chemische reacie was de concenraie ammoniak een lineaire funcie van de ijd en nam de concenraie iedere seconde me 2 mol/lier af. De concenraie in mol/l als funcie van de ijd in seconden werd gegeven door de formule f( ) = Merk op da hoewel hier sprake is van afname, we och spreken van een lineair groeimodel. Bij een lineair groeimodel pas een groeifuncie van de vorm H() = a + b. De verandering per ijdseenheid is dan consan: H( + 1) H( ) = ( a( + 1) + b) ( a + b) = a + a + b a b = a. Di is precies de richingscoëfficiën van de grafiek van H. Deze verandering kan zowel posiief zijn (d.w.z. een oenemende hoeveelheid) als negaief (d.w.z. een afnemende hoeveelheid). Aangezien we lineaire funcies al uigebreid besudeerd hebben in leereenheid 2, concenreren we ons in deze leereenheid verder op he weede groeimodel: exponeniële groei. In di groeimodel is de oename of de afname van een grooheid evenredig aan de al aanwezige hoeveelheid van die grooheid. 126

4 Leereenheid 4 Exponeniële groei In de wereld om ons heen zien we vele voorbeelden van exponeniële groei. Vanui een milieuweenschappelijk perspecief dragen we hieronder wee voorbeelden aan: een voor exponeniële oename (populaiegroei), en een voor exponeniële afname (radioaciviei). BOX 4.1 Populaiegroei Een van de bekendse voorbeelden van exponeniële groei is de groei van populaies van mensen en dieren. Sel da in een populaie ieder ouderechpaar zes nakomelingen produceer die zich op hun beur zullen reproduceren. Als we me 1 ouderpaar beginnen, dan verdrievoudig de populaiegrooe iedere generaie van 2, naar 6, 18, 54, 162 enzovoors, individuen in de volgende generaies. De groeisnelheid blijf dus sijgen naar gelang de grooe van de populaie. Zeker bij snelle voorplaning, de aanwezigheid van voldoende nauurlijke hulpbronnen, en in afwezigheid van nauurlijke vijanden kan populaiegroei dan ook flink ui de hand lopen. Bron: OU cursus Levensweenschappen 1: Evoluie (van Rhijn, 2009) Aandachsgebied: Populaiegroei, Dynamiek van ecosysemen BOX 4.2 Radioaciviei Radioaciviei is he fenomeen waarbij aomen vervallen in een andere aoomsoor of aoomoesand. Hierbij word sraling uigezonden in de vorm van deeljes, of elekromagneische sraling. He verschijnsel werd ondek door de fysicus Henri Becquerel (1895). Hij merke da een brok uraniumers een foografische plaa zwar maake. Kennelijk zond he ers sraling ui, vandaar da hij he woord radioaciviei inroduceerde. Men wee egenwoordig da de uraniumaomen in he uraniumers vervallen o horiumaomen. Hierbij worden zogenaamde alfadeeljes uigezonden. Da zijn in feie kale heliumkernen, besaande ui 2 proonen en 2 neuronen. Van belang is da de snelheid van he vervalproces en daarmee de inensiei van de alfasraling evenredig is aan de hoeveelheid overgebleven uraniumaomen in he uraniumers. In he geval van uranium gaa he vervalproces langzaam, maar gesaag. Na zo n 5 miljard jaar is de helf van he aanal uraniumaomen vervallen, waardoor ook de inensiei van de alfasraling zal zijn gehalveerd. Na nog eens 5 miljard jaar zal de helf van he reserende uranium alsnog zijn vervallen, waardoor wederom de sraling zal zijn gehalveerd, en ga zo maar door. De sralingsinensiei zal dus alijd blijven afnemen, maar de snelheid waarmee di gebeur neem ook af. Bron: OU cursus Nauurkunde voor milieuweenschappen (van Belleghem, 2012) Aandachsgebied: Radioaciviei BOX 4.3 Microbiële groei (voorbeeld van populaiegroei) Om een en ander concree e maken bekijken we de groei van een kweek baceriën als voorbeeld van populaiegroei. Baceriën zijn eencellige organismen. Zij vermeerderen zich door weedeling ofwel binaire splising. Di verschil van geslachelijke voorplaning, waar een ouderpaar een bepaald aanal nakomelingen produceer. De snelheid waarmee een populaie baceriën groei is dus uisluiend afhankelijk van de snelheid waarmee de weedeling plaasvind. 127

5 Open Universiei Wiskunde voor milieuweenschappen De duur van een volledige baceriedeling varieer serk en is afhankelijk van een aanal facoren, zoals he beschikbare voedsel en geneische facoren. De cyclus van E. coli, bijvoorbeeld, duur onder opimale omsandigheden ongeveer 20 minuen. De cyclus van groei en deling gaa door zolang de cellen zich in een omgeving bevinden waarin de noodzakelijke nuriënen in voldoende mae beschikbaar zijn en de omsandigheden (ph, emperauur, redoxcondiies) voor groei gunsig zijn. In deze zgn. exponeniële groeifase word de groei van de populaie baceriën omschreven door he exponeniële groeimodel. Hebben we aan he begin van de exponeniële groeifase een aanal van N cellen, dan zal na een zekere ijd he aanal cellen zijn verdubbeld o 2 N. Deze ijd noemen we dan ook de verdubbelingsijd. Bron: OU cursus Biologie van cellen (Middelbeek & Counoe-Poman, 1999) Aandachsgebied: Populaiegroei, Biologie van cellen VOORBEELD 4.3 Microbiële groei De E. coli-bacerie deel zich onder laboraoriumomsandigheden elke 20 minuen. Als we deze periode van 20 minuen als ijdseenheid nemen en saren me 1 cel = 1 bacerie op = 0, dan heef deze zich op = 1 gedeeld in wee baceriën. Deze wee baceriën hebben zich op hun beur weer gedeeld op = 2. Op da ijdsip zijn er dus 4 baceriën. OPGAVE 4.2 Microbiële groei Hoeveel baceriën zijn er in de groeisiuaie van voorbeeld 4.3 op = 3? En op = 4 en = 5? Hoeveel baceriën zijn er op = 10 en op = 15? OPGAVE 4.3 Microbiële groei Sel da we in voorbeeld 4.3 op = 0 al 1000 baceriën hebben. a Hoeveel baceriën zijn er dan op = 1, op = 2, op = 3 en op = 4? b Hoeveel baceriën zijn er dan op = 10 en op = 15? Bij de besudering van de groei van een kweek baceriën lig he meer voor de hand om ui e gaan van he gewich van de kweek en om di gewich op vase ijdsippen e meen. OPGAVE 4.4 Microbiële groei Sel da we voor een kweek baceriën de volgende meegegevens hebben: ijd gewich (in mg) a Me hoeveel mg neem he gewich oe in he eerse uur? En in he weede, derde, vierde en vijfde uur? b Hoe verhoud e oename van he gewich in een uur zich o he begingewich van da uur? c En hoe verhoud he gewich op een bepaald ijdsip zich o he gewich van één uur voor da ijdsip? 128

6 Leereenheid 4 Exponeniële groei In opgave 4.4a en b zien we da de oename in een bepaald uur evenredig is aan he begingewich van da uur. Di zouden we kunnen gebruiken om de hoeveelheid na da uur e berekenen, maar he is veel eenvoudiger om zoals in opgave 4.4c direc de verhouding ussen he gewich op een bepaald ijdsip en he gewich één uur voor da ijdsip e bepalen: als G () he gewich op ijdsip is, dan neem he gewich in he uur ussen ijdsip en ijdsip + 1 oe me 2 G (). Er geld dus G ( + 1) = G () + 2 G () = 3 G (). OPGAVE 4.5 Microbiële groei a Me welke facor moe he gewich op = 6 vermenigvuldigd worden om he gewich op = 7 e krijgen? b Bereken ook he gewich van deze kweek baceriën op = 8, = 9 en = Exponeniële oename en groeifacor In voorbeeld 4.3 en opgaven 4.2 /m 4.5 is de oename van he aanal baceriën c.q. van he gewich van de kweek evenredig aan he al aanwezige aanal/gewich. In opgave 4.2 en 4.3 verdubbel he aanal baceriën iedere 20 minuen. De oename in een zekere periode van 20 minuen is dus precies gelijk aan de beginhoeveelheid. In opgave 4.4 en 4.5 verdrievoudig he gewich ieder uur. De oename in een uur is dus wee keer he begingewich. In opgave 4.3 en 4.5 hadden we he aanal baceriën resp. he gewich van de kweek als volg kunnen berekenen: A (0) = 1000 G (0) = 50 A(1) = A(0) 2 = = 2000 G(1) = G(0) 3 = 50 3 = 150 A(2) = A(1) 2 = A(0) 2 2 = = 4000 G(2) = G(1) 3 = G(0) 3 3 = = 450 A(3) = A(2) 2 = A(0) 22 2 = = 8000 G(3) = G(2) 3 = G(0) 32 3 = = 1350 A(4) = A(3) 2 = A(0) 23 2 = = G(4) = G(3) 3 = G(0) 33 3 = = 4050 In opgave 4.3 krijgen we he aanal baceriën op ijdsip dus door he beginaanal keer e verdubbelen en in opgave 4.5 krijgen we he gewich van de kweek op ijdsip door he begingewich keer e verdrievoudigen. Di geef de formules: A ( ) = A(0) 2 = en G ( ) = G(0) 3 = 50 3 In de abel is ook duidelijk wa deze formules zouden moeen opleveren als we = 1 of = 0 invullen: = 1 : Volgens de formule geld A(1) = A(0) 21 = en G(1) = G(0) 31 = Di moe gelijk zijn aan A(1) = A(0) 2 = en G(1) = G(0) 3 = Hierui volg: 21 = 2; 31 = 3 en algemeen a1 = a. 129

7 Open Universiei Wiskunde voor milieuweenschappen = 0 : Volgens de formule geld A(0) = A(0) 20 = en G(0) = G(0) 30 = Di moe gelijk zijn aan A (0) = 1000 en G (0) = 50. Zo volg: 20 = 1; 30 = 1 en algemeen a 0 = 1. Zie ook appendix A, paragraaf A.7. De formules A ( ) = A(0) 2 = en G ( ) = G(0) 3 = 50 3 zijn dus ook geldig voor = 0 en = 1. In groeimodellen als die van opgave 4.2 /m 4.5 word de begin hoeveelheid ( A (0) resp. G (0) ) ook wel aangegeven me b. De facor waarmee we A () of G () moeen vermenigvuldigen om he aanal/he gewich op he volgende ijdsip e krijgen, word de groeifacor genoemd en aangegeven me g. In opgave 4.2 en 4.3 is de groeifacor gegeven doorda in voorbeeld 4.3 is aangegeven da he aanal baceriën om de winig minuen verdubbel. In opgave 4.4 en 4.5 moe de groeifacor ui de abel afgeleid worden. Deze is gelijk aan G(1)/G(0), aan G(2)/G(1) en algemeen aan G( + 1)/G(). He groeimodel van opgaven 4.2 /m 4.5 kan als volg worden samengeva: Groeifacor Als in een groeiproces de oename van de hoeveelheid H () evenredig is aan de al aanwezige hoeveelheid H (), dan kan H+ ( 1) berekend worden door H () e vermenigvuldigen me een vas geal g. Di geal hee de groeifacor van di groeiproces. De hoeveelheid op een willekeurig ijdsip kan dan ook direc berekend worden uigaande van b, de hoeveelheid op ijdsip = 0. Voor = 0 geld dan uieraard H(0) = b ( = b g0 ). Voor = 1 geld H(1) = H(0) g = b g ( = b g1). Voor = 2 geld H(2) = H(1) g = ( b g) g = b g2. Voor = 3 geld H(3) = H(2) g = ( b g2) g = b g3. Algemeen geld: H ( ) = H ( 1) g= bg 1 g= bg. Exponeniële groei Omda de invoervariabele hier in de exponen van de groeifacor saa, word deze vorm van groei exponeniële groei genoemd. Bij een exponenieel groeiproces is de verandering per ijdseenheid gelijk aan: H ( + 1) H () = H () g H () = ( g 1) H (). Deze verandering is dus evenredig aan de al aanwezige hoeveelheid H () me evenredigheidsfacor r = g 1. Bij exponeniële groei is de verhouding G( + 1)/G() consan. Deze verhouding is precies de groeifacor g. OPGAVE 4.6 Microbiële groei Bepaal de beginhoeveelheid b en de groeifacor g in voorbeeld 4.3 en in opgaven 4.3 en

8 Leereenheid 4 Exponeniële groei OPGAVE 4.7 (*) Een schip loos olie op zee. Op = 0 word de lozing vanui de luch ondek. Op da momen is 1,5 km 2 zeeoppervlak vervuild. Helaas duur he enige ijd voorda de marine bij he schip is. To die ijd kan men alleen de grooe van he veronreinigde oppervalk vanui de luch meen. Di doe men iedere 20 minuen. He resulaa van deze meingen zie u in de volgende abel. ijdsip (20 min.) (40 min.) (1 uur) (80 min.) (100 min.) (2 uur) vervuilde oppervlake (in km 2 ) 1, a Waarom is er hier sprake van een exponenieel groeimodel? b Bepaal de groeifacor over een periode van 20 minuen. c Bepaal ook de groeifacor over een periode van 1 uur. d Geef een funcievoorschrif voor V, he vervuilde zeeoppervlak in km 2, als funcie van de ijd. Neem daarbij 20 minuen als ijdseenheid. Neem aan da de marine he schip 3 uur nada de lozing ondek is, aanhoud. e Hoe groo is he vervuilde zeeoppervlak dan? 3 Exponeniële afname Formules van de vorm H () = bg kunnen ook onsaan als de beginhoeveelheid in de loop van de ijd afneem. BOX 4.4 Radioacief afval (voorbeeld van radioaciviei) Ongeveer ien procen van de elekriciei die we in Nederland gebruiken, is opgewek door een kerncenrale. Deze vorm van energie winning heef voordelen zoals de beperke uisoo van CO 2 maar er kleven ook nadelen aan. Een van de problemen is he afval, da gedurende een lange periode radioacief blijf. Hier bekijken we he laag-radioacieve afval da overblijf bij he winnen en verwerken van uraniumers o een bruikbare radioacieve uigangssof. Uraniumers beva doorgaans nie meer dan enkele ienden van procenen uranium. Bij uraniumwinning worden daarom groe hoeveelheden ers vermalen, waarbij de Uranium me zuur of base word geëxraheerd. He resan word geneuraliseerd en als een slibachig resproduc in reservoirs op locaie opgeslagen. In di resan zullen echer radioacieve elemenen overblijven, waaronder uranium en reacieve dochers (ofwel vervalproducen) hiervan. De sraling vanui he resan neem vervolgens over een lange ijdsduur geleidelijk af. He verval word hierbij gedomineerd door een radioacieve isooop van he elemen Thorium, he zogenaamde 230 Th. Deze isooop heef een halfwaardeijd van (afgerond) jaar. Bron: Clingendael Inernaional Energy Programme (2006), WISE Uranium projec (hp:// geraadpleegd 23 april 2012), Milieucenraal (hp://www. milieucenraal.nl/, geraadpleegd op 23 april 2012). Aandachsgebied: Radioaciviei, Radioacief afval 131

9 Open Universiei Wiskunde voor milieuweenschappen VOORBEELD 4.4 Radioacief afval Zie appendix B. He resan van uraniumwinning heef ypisch een aciviei van zo n 130 Bq per kg maeriaal. Bij een reservoir van een goede 3 miljoen on spreken we dus al gauw van een oale radioaciviei van MBq. Sel da op een zeker momen ( = 0 ) inderdaad een reservoir me een sraling van MBq overblijf na he verwerken van de uraniumers. Na jaar is de sraling dan nog MBq. En na jaar is de sraling nog MBq. De becquerel (Bq) is de SI-eenheid voor radioacieve sraling. Deze is gedefinieerd als he aanal aoomkernen da per seconde radioacief verval. OPGAVE 4.8 Radioacief afval Bekijk he radioacief verval ui voorbeeld 4.4. a Bereken de sraling in MBq na jaar en na jaar. Bij di proces pas ook een funcie me een funcievoorschrif van de vorm S () = b g, me als ijdseenheid de halfwaardeijd van jaar (dus = 1 na jaar, = 2 na jaar, = 3 na jaar en = 4 na jaar). b Bepaal b en g. c Zal de sraling ooi helemaal verdwijnen? En zal de sraling op een gegeven momen zo goed als verdwenen zijn? Hoe groo is bijvoorbeeld de sraling na jaar? BOX 4.5 Eerseorde chemische reacie In een eerdere oepassing (box 2.1) beschreven we al de nuldeorde chemische reacie A B+ C. Deze nuldeorde reacie is een vrij specifiek geval waarbij de reaciesnelheid onafhankelijk is van de concenraie van A. Bij een eerseorde chemische reacie is de reaciesnelheid evenredig aan de concenraie van A. Omda de concenraie van A afneem, neem de reaciesnelheid ook af. Een voorbeeld van een eerseorde scheikundige reacie is de zogenaamde eerseorde onledingsreacie, zoals de hieronder beschreven onleding van 1-chloorpropaan in propeen en waersofchloride. Overigens word ook radioacief verval in de scheikunde een eerseorde reacie genoemd. Bron: OU cursus Scheikunde voor Milieuweenschappen (Holkamp & van Wijnen, 2012) Aandachsgebied: Scheikunde, Reaciekineiek VOORBEELD 4.5 Eerseorde chemische reacie Een goed voorbeeld van een eerseorde scheikundige reacie is de onleding van 1 chloorpropaan in propeen en waersofchloride. Deze zgn. onledingsreacie word in (scheikundige) formulevorm beschreven als: CH 3 CH 2 CH 2 Cl CH 3 CH = CH 2 + HCl We bekijken een hoeveelheid in waer opgelos 1-chloorpropaan me een concenraie N van precies 1 mol / lier. Zodra de reacie op gang kom, meen we de verandering van de concenraie van de oorspronkelijke sof 1-chloorpropaan als funcie van de ijd. Voor een aanal ijdsappen zijn de waarden van N gegeven: ijdsip (in seconden) concenraie N() (in mol/lier) 1,000 0,707 0,500 0,250 0,125 0,

10 Leereenheid 4 Exponeniële groei OPGAVE 4.9 Eerse orde chemische reacie Bekijk de chemische reacie ui voorbeeld 4.5. a Me welke facor moeen we N (0) vermenigvuldigen om N (1) e krijgen? b Vermenigvuldig N (1) me he anwoord van vraag a. Krijg u precies N (2) ui de abel? Zo nee, waarom nie? c Bij di proces pas ook een funcie me een funcievoorschrif van de vorm H () = bg Bepaal b en g en conroleer da de overige abelwaarden bij deze formule passen. d Zal he 1-chloorpropaan ooi helemaal verdwijnen? En zal de concenraie op een gegeven momen zo goed als 0 zijn? We zien dus da ook bij exponeniële afname de hoeveelheid H () gegeven word door een formule van de vorm H() = b g. De groeifacor g is nu kleiner dan 1. Omda H ( + 1) = H ( ) gen g < 1, geld H ( + 1) < H ( ). 4 Procenuele oename en afname Groei word ook vaak uigedruk in een groeipercenage. Ook dan kunnen we he groeiproces weergeven me een formule van de vorm H () = bg. BOX 4.6 Bevolkingsgroei (voorbeeld van populaiegroei) Ook de groei van de menselijke bevolking verloop vaak exponenieel. Zo lig de jaarlijkse groei sinds 1960 van de Nederlandse bevolking ussen de 0% en 1.5%, en van de wereldbevolking ussen de 1 en 2%. Zuivere exponeniële groei vind plaas wanneer he groeipercenage consan is. Bij bovengenoemde voorbeelden is da nie he geval: de groei word seeds minder ussen 1960 en In een land als Oeganda lig de jaarlijkse bevolkingsgroei echer op een relaief hoog en consan niveau van 3%. Bron: OU cursus Ecosysems and human well-being (de Kraker, 2007), World Developmen Indicaors (hp://daabank.worldbank.org, geraadpleegd op 24 april 2012) Aandachsgebied: Populaiegroei, Bevolkingsgroei OPGAVE 4.10 Bevolkingsgroei In januari 1960 had Oeganda 6,8 miljoen inwoners. He aanal inwoners van Oeganda nam volgens bovensaande ussen 1960 en 2010 oe me 3% per jaar. Neem in deze opgave aan da di percenage juis is. a Hoeveel inwoners kreeg Oeganda er bij in 1960? Hoeveel inwoners had Oeganda dus in januari 1961? b Hoeveel inwoners kreeg Oeganda er bij in 1961? Hoeveel inwoners had Oeganda dus in januari 1962? Als we de bevolkingsgroei van Oeganda in de res van de periode willen besuderen, kunnen we nauurlijk op de manier van opgave 4.10 verder rekenen. Dan rekenen we per jaar eers ui hoeveel inwoners er bij komen (3% van he aanal inwoners aan he begin van he jaar) en ellen we di op bij he aanal inwoners aan he begin van he jaar. Als we he aanal inwoners aan he begin van jaar aangeven me A (), dan geld dus voor he aanal inwoners aan he begin van he volgende jaar: A+ ( 1) = (3% van A()) + A (). 133

11 Open Universiei Wiskunde voor milieuweenschappen Di kunnen we ook zó uirekenen: A ( + 1) = 0,03 A () + A () = (0,03+ 1) A () = 1,03 A () = A ()1,03 Als we = 0 nemen in 1960, dan volg dus: jaar A() (in miljoenen) 6,8 A(0) 1,03 = 6,8 1,03 = 7,004 A(1) 1,03 = A(0) 1,03 1,03 = 6,8 1,03 2 = 7,21412 A(2) 1,03 = A(0) 1,03 2 1,03 = 6,8 1,03 3 7, A(0) 1,03 = 6,8 1,03 Een groeiproces me een oename van 3% (per jaar) kom dus overeen me een groeiproces me een groeifacor van 1,03 (over een jaar). OPGAVE 4.11 Bevolkingsgroei De formule A ( ) = A(0) 1, 03 = , 03 gaa er van ui da Oeganda in 1960 precies 6,8 inwoners had en da di aanal ieder jaar me precies 3% oegenomen is. In de prakijk is de bevolkingsoename nauurlijk nie precies volgens deze formule verlopen. De werkelijke aanallen voor de jaren 1960, 1970, 1980, 1990, 2000 en 2010 vind u in de abel hieronder, afgerond op honderdduizenden. jaar aanal inwoners (in miljoenen) 6,8 9,4 12,7 17,7 24,2 33,4 a Bereken he aanal inwoners van Oeganda in januari 1970 volgens de formule A ( ) = 6,8 1,03. Bedenk daarbij da = 0 in Hieronder zie u een Maxima-uivoer waarin eers he funcievoorschrif word ingevoerd voor een willekeurig groeipercenage p (%i1). Vervolgens krijg p de waarde 3 (le op: we kennen een waarde oe aan een variabele me een dubbele pun). Daarna worden A (0), A (10), A (20), A (30), A (40) en A (50) berekend. b Me welke jaren ui de abel hierboven corresponderen deze waarden van A? c Wa val u op als u de waarden ui de Maxima-uivoer vergelijk me de waarden in bovensaande abel? 134

12 Leereenheid 4 Exponeniële groei OPGAVE 4.12 MAXIMA In opgave 4.11 zien we da he groeipercenage van de bevolking in Oeganda och blijkbaar ies hoger is dan de 3% die in de lierauur vermeld word. Om een schaing e maken van he werkelijke groeipercenage van de bevolking van Oeganda, maken we een aanal berekeningen in Maxima. a Produceer de Maxima-uivoer in opgave 4.11 ook zelf. b Klik op regel (%i2) en vervang deze door p:4. Klik vervolgens op regel (%i3) en druk op <shif><ener>. Zo worden A (0), A (10), A (20), A (30), A (40) en A (50) opnieuw berekend. Ga na da he groeipercenage kleiner is dan 4. c Herhaal vraag b me p:3.2, p:3.21, p:3.22 en p:3.23. Ui opgaven 4.11c en 4.12b is duidelijk da he werkelijke groeipercenage van de bevolking van Oeganda ergens ussen 3% en 4% lig. In opgave 4.12c zien we da di percenage vrijwel 3,23% is. He aanal inwoners van Oeganda word dus goed benaderd door de formule A ( ) = 6,8 1,0323 ( in jaren, = 0 in 1960). OPGAVE 4.13 Bevolkingsgroei a Me hoeveel procen neem he aanal inwoners van Oeganda volgens bovensaande formule oe in 10 jaar? b In hoeveel jaar verdubbel he aanal inwoners van Oeganda volgens deze formule? VOORBEELD 4.6 He sandaardvoorbeeld van procenuele groei is een kapiaal da egen een vase rene op een bankrekening saa. Als de rene jaarlijks bijgeschreven word op deze rekening en er verder geen geld bijgesor of afgehaald word, neem he saldo van deze rekening me een vas percenage oe. OPGAVE 4.14 (*) Pera heef eind 2009 op haar 45 se verjaardag een leuke prijs gewonnen in de loerij en zij heef besloen om van die prijs 1 miljoen euro vas e zeen op een bankrekening. Deze ransacie is op 1 januari 2010 uigevoerd en he vase jaarlijkse renepercenage bedraag 5%. De rene word ieder jaar op 1 januari bijgeschreven. a Hoeveel bedraag he saldo van deze bankrekening in 2011, dus nada er één keer rene is bijgeschreven? b En hoeveel bedraag he saldo in 2012? c Geef de groeifacor van he saldo van de bankrekening en geef een formule die he saldo van de bankrekening geef als funcie van de ijd in jaren ( = 0 in 2010). In 2035 is Pera 70 jaar en beslui zij he geld van deze bankrekening op e nemen als aanvulling op haar pensioen. d Hoe groo is he saldo op deze bankrekening na de renebijschrijving van 1 januari 2035? e In hoeveel jaar verdubbel he saldo op een bankrekening waarop jaarlijks 5% rene word bijgeschreven (en verder geen geld word bijgesor of afgehaald)? 135

13 Open Universiei Wiskunde voor milieuweenschappen Samengeva: Als een grooheid me een vas percenage p per ijdseenheid oeneem, dan groei deze grooheid exponenieel me groeifacor g = 1 + p/100. De groeifuncie is dan p H () = b Ook als een grooheid afneem me een vas percenage per ijdseenheid, onsaa een exponeniële groeiformule. BOX 4.7 Overbevissing Groeiende bevolking en daarmee een groeiende consumpie kan een flinke inbreuk maken op onze nauurlijke hulpbronnen. Een voorbeeld hiervan is overbevissing. Elk jaar worden vissen geboren en zullen vissen serven, bijvoorbeeld door visvangs. Is geboore en serfe even groo, dan is de vispopulaie in evenwich. Zij blijf consan. Bij overbevissing echer, is de serfe groer dan de geboore en neem de populaie dus elk jaar af. Sel bijvoorbeeld, da de geboore elk jaar 10% bedraag van de dan aanwezige populaie vis. De visvangs echer, is hoger: elk jaar 20% van de aanwezige hoeveelheid vis. He verschil ussen he geboore- en serfecijfer geef dan aan hoeveel de populaie jaarlijks groei of daal. In di geval dus een daling van 10% per jaar. Bron: OU cursus Ecosysems and human well-being (de Kraker, 2009) Aandachsgebied: Visserij, Dynamiek van ecosysemen, Nauurlijke hulpbronnen OPGAVE 4.15 Overbevissing Neem aan da in een bepaald zeegebied de haringsand op = 0 gelijk aan on is en da de populaie door overbevissing afneem me 10% per jaar. a Me hoeveel on neem de haringsand af ussen = 0 jaar en = 1 jaar? b Wa is dus de haringsand op = 1 jaar? c Bereken op dezelfde manier de haringsand in di zeegebied op = 2 jaar. OPGAVE 4.16 Overbevissing Me hoeveel procen neem de haringsand in di zeegebied af ussen = 0 jaar en = 2 jaar? De haringsand op = 3 jaar en op = 4 jaar kunnen we vinden door op de manier van opgave 4.15 verder e rekenen. We kunnen ook eers een formule afleiden warmee we deze hoeveelheden direc kunnen berekenen. Bekijk daarvoor de sappen van de berekening in opgave We berekenen A+ ( 1) door 10% van A () e nemen en di af e rekken van A (). Er geld dus: A ( + 1) = A () 0,1 A () = 1 0,1 A () = 0,9 A () = A ()0,9. ( ) Me A (0) = volg dan: A() A(0) 0,9 = ,9 = A(1) 0,9 = A(0) 0,9 0,9 = ,9 2 = A(2) 0,9 = A(0) 0,9 2 0,9 = ,9 3 = A(0) 0,9 = ,9 136

14 Leereenheid 4 Exponeniële groei Een groeiproces me een afname van 10% (per jaar) kom dus overeen me een groeiproces me een groeifacor van 0,9 (over één jaar). Merk op da de groeifacor gelijk is aan 1 10/100. Algemeen geld: p Bij een afname me p% hoor een groeifacor van OPGAVE 4.17 Overbevissing a Bereken de haringsand volgens bovensaand model op = 10. b In welk jaar zal de haringsand volgens di model voor he eers onder de on zijn? OPGAVE 4.18 Overbevissing Er word een vangsquoum ingeseld van on. Deze maaregel gaa echer pas in op = 2. Neem aan da de haringsand zonder bevissing me 10% per jaar zou oenemen. a Leg ui da de haringsand voor = 3 dan gegeven word door A(3) = 1,1 A(2) b Bereken voor deze siuaie de haringsand op = 3, = 4 en = 5. c Hoe groo moe he vangsquoum zijn om e bereiken da de haringsand na = 2 weer oeneem? OPGAVE 4.19 (*) Paul heef eind 2009 ook een prijs gewonnen in de loerij. Hij heef daarvan ook 1 miljoen euro op een bankrekening geze, maar hij laa de rene (5%) ieder jaar direc uibealen en hij neem ook ieder jaar op 1 januari 5% van he uisaande saldo op, voor he eers op 1 januari a Hoeveel bedraag he saldo op deze rekening op 31 december 2011? b Welk bedrag onvang Paul dus in oaal op 1 januari 2012? Jan reken Paul voor da 5% gelijk is aan 1 winigse deel, dus da hij na 20 jaar al he geld van deze rekening heef opgenomen. c Waarom klop deze redenering nie? De redenering van Jan kan ook onkrach worden door he saldo e berekenen nada Paul 20 keer een opname heef gedaan, da is dus na de opname van 1 januari d Bereken de groeifacor over één jaar van he saldo op de rekening van Paul. e Ga na da he saldo na de geldopname van 1 januari 2030 gegeven word door S (20) = , 9520 en bereken di saldo. Aangezien de rene op de rekening van Paul 5% per jaar is, onvang hij elk jaar in oaal 10% van he uisaande saldo, Om zijn inkomen aan e vullen, heef hij minimaal euro per jaar nodig. f In welk jaar onvang Paul voor he eers minder dan euro van deze rekening? Samenvaing Lineaire groei Exponeniële groei Bij lineaire groei is de oename (of afname) per ijdseenheid van een grooheid H consan. De groeifuncie word gegeven door H() = a + b, waarin b= H(0). Bij exponeniële groei is de oename (of afname) van een grooheid H evenredig aan de al aanwezige hoeveelheid. De groeifuncie word gegeven door H () = bg, waarin b= H(0). De vermenigvuldigingsfacor g hee de groeifacor. 137

15 Open Universiei Wiskunde voor milieuweenschappen Exponeniële groei kan worden beschreven door he explicie geven van de groeifacor (verdubbeling, verdrievoudiging, halvering) he geven van een abel me funciewaarden, waarbij er een vase verhouding besaa ussen H () en H+ ( 1). De groeifacor is dan g = H( + 1)/H(). he geven van een percenage waarmee de hoeveelheid oeneem of afneem. Bij een oename me p% is de groeifacor gelijk aan g = 1 + p/100; bij een afname me p% is de groeifacor gelijk aan g = 1 p/100. Bij exponeniële groei word de ijdseenheid vaak zo gekozen, da de gegevens gemakkelijk veraald kunnen worden naar een groeiformule. ZELFTOETS 1 a Voor een lineair groeiproces is gegeven: H (0) = 15 en H (1) = 20. Sel een formule op die de hoeveelheid H geef als funcie van de ijd. b Voor een exponenieel groeiproces is gegeven: H(0) = 15 en H(1) = 20. Sel een formule op die de hoeveelheid H geef als funcie van de ijd. c Voor een lineair groeiproces is gegeven: H (1) = 20 en H (2) = 25. Sel een formule op die de hoeveelheid H geef als funcie van de ijd. d Voor een exponenieel groeiproces is gegeven: H(1) = 20 en H(2) = 25. Sel een formule op die de hoeveelheid H geef als funcie van de ijd. 2 He gewich van een kweek baceriën is op = 0 gelijk aan 350 milligram. He gewich van deze kweek groei me 2% per uur. a Bereken he gewich van deze kweek op = 2 uur. b Me hoeveel procen groei he gewich van deze kweek per dag? 3 He aanal inwoners van Groeisad was in 2010 gelijk aan Di aanal neem oe me 15% per jaar. a Bereken he aanal inwoners van Groeisad in b In welk jaar heef Groeisad voor he eers meer dan inwoners? 4 He aanal inwoners van Leegloopdorp was in 2010 gelijk aan Di aanal neem af me 7% per jaar. a Bereken he aanal inwoners van Leegloopdorp in b In welk jaar heef Leegloopdorp voor he eers minder dan inwoners? 5 De Algemene Bank bied 1% rene per maand op een spaarrekening. De rene word maandelijks aan he saldo oegevoegd. De Volksbank bied 13% rene per jaar. Bij welke bank zou u uw spaargeld inleggen? BOX 4.8 Bevolkingsgroei in New Towns Na de Tweede Wereldoorlog werd besloen om de bevolkingsgroei van de regio Londen op e vangen door een ring van voorseden rond Londen e bouwen, de zogenaamde New Towns. Meesal werd zo n New Town onwikkeld rond een besaande kleine sad, of werden een aanal dorpen samengevoegd en uigebouwd o een nieuwe sad. In Nederland vond er vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw een vergelijkbare 138

16 Leereenheid 4 Exponeniële groei onwikkeling plaas in seden als Purmerend en Nieuwegein. Eén van de New Towns bij Londen is Milon Keynes, waar he hoofdkwarier van onze collega s van de Brise Open Universiy is gevesigd. Bron: Wikipedia (hp://nl.wikipedia.org/wiki/milon_keynes, geraadpleegd op 23 april 2012) 6 De (ficieve) sad Calculus is in 1955 officieel ingewijd als New Town. De onwikkeling van he aanal inwoners van Calculus /m 1970 is weergegeven in ondersaande abel. jaar aanal inwoners a Pas er bij deze abel een lineair groeimodel? Zo ja, bereken dan he aanal inwoners volgens di model in Zo nee, leg ui waarom nie. b Pas er bij deze abel een exponenieel groeimodel? Zo ja, bereken dan he aanal inwoners volgens di model in Zo nee, leg ui waarom nie. 7 Onze New Town Calculus had in 1975 zijn geplande maximale inwoneraanal van bereik. Vanaf die ijd werden er geen woningen meer bijgebouwd en omda de gemiddelde gezinsgrooe (he aanal inwoners per woning) afnam, nam he aanal inwoners van Calculus vanaf 1975 ook geleidelijk af: jaar aanal inwoners a Pas er bij deze abel een lineair groeimodel? Zo ja, bereken dan he aanal inwoners volgens di model in Zo nee, leg ui waarom nie. b Pas er bij deze abel een exponenieel groeimodel? Zo ja, bereken dan he aanal inwoners volgens di model in Zo nee, leg ui waarom nie. 139

17 Open Universiei Wiskunde voor milieuweenschappen erugkoppeling 1 Uiwerking van de opgaven 4.1 a In 9 jaar word Bar 45 cm langer, da is dus gemiddeld 5 cm per jaar. b De richingscoëfficiën is 5, dus L = 5 l + b. Als l = 3, dan is L = 100, dus 100 = b = 15 + b. Hierui volg da b = 85 en L = 5 l c He domein is [3, 12] en he bereik [100, 145]. d Ieder jaar is de oename even groo. Da verband kunnen we weergeven me een lineaire funcie, zoda we spreken van lineaire groei. 4.2 Op = 2 zijn er 4 baceriën. Op = 3 dubbel zoveel, dus 8. Op = 4 zijn er 16 en op = 5 zijn er 32. Vervolgens gaa he hard. Doorrekenen geef da op = 10 er 1024 baceriën zijn en op = 15 zijn da er a Op soorgelijke wijze als in opgave 4.2 berekenen we da he aanal baceriën op = 1 gelijk is aan Op = 2 zijn er 4000 en op = 3 zijn er Op = 4 zijn er Op ieder ijdsip zijn er 1000 keer zoveel. b Ook op = 10 en =15 zullen er 1000 keer zoveel zijn, dus op = 10 zijn er , en op = 15 zijn er a De oename in mg in he eerse uur is 150. Vervolgens 300, 900, 2700, 8100, b In een uur is de oename seeds wee keer he begingewich. c Tussen wee opeenvolgende ijdsippen neem he gewich seeds me een facor 3 oe. 4.5 a We moeen me een facor 3 blijven vermenigvuldigen, dus he gewich op = 7 is b Seeds vermenigvuldigen me 3 geef , , en In voorbeeld 4.3 is de beginhoeveelheid b op = 0 gelijk aan 1. De groeifacor is 2. In opgave 4.3 is de beginhoeveelheid op = 0 gelijk aan 1000 en de groeifacor is 2. In opgave 4.4 is de beginhoeveelheid 50 en de groeifacor is a Iedere 20 minuen verdubbel de oppervlake, de groeifacor is consan en er is dus exponeniële oename. b De groeifacor is 2. c Na een uur is de oppervlake 8 keer zo groo, dus dan is de groeifacor 8. d De beginhoeveelheid is 1,5, de groeifacor is 2, dus he funcievoorschrif is V() = 1,5 2. e Na 3 uur is = 9, en he oppervlak is V(a) = 1,5 2 9 = 1,5 512 = 768 km 2 (in de veronderselling da de oppervlake seeds blijf verdubbelen). 4.8 a Na nog eens jaar is de sraling weer gehalveerd, dus MBq. Na nog wee periodes is he MBq. b b = ; g = ½. c De sraling zal nooi helemaal verdwijnen; alijd blijf de helf over. Na is = 10 en de sraling gelijk aan (½) 10 = / MBq. 140

18 Leereenheid 4 Exponeniële groei 4.9 a De facor is N(1)/N(0) = 0,707. b N(1) 0,707 = 0,707 0,707 = 0, Di is nie precies gelijk aan N(2). Omda we me meefouen en afrondingseffecen e maken hebben, is er enig verschil. c Omda geld H(0) = b = 1, vinden we direc b = 1. Voor = 2 vinden we: H(2) = b g 2 = g 2 = 0,5 = ½. Dus g 2 1 = ½, ofwel g = 1 2 = 2. 2 d Omda de concenraie seeds halveer, blijf er seeds wa over, en zal de sof nooi helemaal verdwijnen (maar wel ooi zo goed als 0 zijn) a 3% van 6,8 miljoen is inwoners komen er in 1960 bij. Op 1 januari 1961 waren er dus ongeveer 7 miljoen inwoners. b 3% van 7 miljoen is inwoners. Op 1 januari 1962 waren er dus ongeveer 7,2 miljoen inwoners a We berekenen A() = 6,8 1,03 voor = 10: A(10) = 6,8 1, ,139. b De waarden corresponderen precies me de waarden ui de abel, immers de oupu bij (%08) is nu 50 jaar, dus in c De Maxima-waarden zijn allemaal lager. Blijkbaar is he groeipercenage hoger dan 3% U kun de Maxima-uivoer zelf produceren a We berekenen 1, ,374. In 10 jaar neem de bevolking dus oe me ongeveer 37%. b Enig uiproberen geef da 1, ,01. In ongeveer 22 jaar verdubbel he aanal inwoners van Oeganda a Na 1 jaar word euro bijgeschreven en he saldo is dan euro. b Nu is 5% rene van he saldo gelijk aan Na 2 jaar is he saldo euro. c De groeifacor is 1,05 en he funcievoorschrif is (1,05). d Op 1 januari 2035 geld = 26. He saldo is dan (1,05) 26 = ,69. e Enig uiproberen geef (1,05) 14 1,98. He saldo verdubbel dus in ongeveer 14 jaar a 10% van on is on. b Op = 1 is de haringsand on. c Nu is 10% van on gelijk aan on. Op = 2 is de haringsand on De afname is on, da is 19% van a Op = 10 en me p = 0,9 geld A(10) = (0,9) 10 = on. b Enig uiproberen laa zien da bij = 16 de haringsand voor he eers onder de on is a De groei is 10%, dus zonder bevissing zou de haringsand op = 3 gelijk zij aan 1,1 A(2). Er word echer on gevis, dus A(3) = 1,1 A(2) b Op = 2 is A(2) = Nu volgen: A(3) = 1, = A(4) = 1, = A(5) = 1, = c Om groei e bereiken mag er nie meer gevis worden dan de geboore. De geboore is 10% en op = 2 is da on. De haringsand neem 141 oe als he vangsquoum kleiner is dan on.

19 Open Universiei Wiskunde voor milieuweenschappen 4.19 a De rene word nie bijgeschreven en in 2011 word 5% opgenomen. 5% is euro, dus eind 2011 saa er nog euro op de rekening. b 5% rene van euro is euro. Als hij ook 5% opneem, dan onvang hij dus euro. c Hij neem seeds 5% op van he bedrag da er nog saa. Da word seeds minder en daarvan zal er na 20 jaar nog geld op de rekening saan. d Paul neem seeds 5% op, dus de groeifacor is 0,95. e De beginwaarde is en de groeifacor is Er geld dus S() = (0,95) en S(20) = , Di is gelijk aan euro. f Paul onvang minder dan euro als he saldo onder de euro kom, ofwel zodra 0,95 kleiner is dan 0,1. Di is he geval voor = Anwoorden op de zelfoes 1 a Per ijdseenheid is de groei gelijk aan 5. De formule is dus H() = 5 + b. Me H(0) = 15, volg da 15 = b, dus H() = b De groeifacor is 20/15 = 4/3. De formule is nu H() = b g = 15 (4/3). c De formule in onderdeel a heef als resulaa H(1) = 20 en H(2) = 25. De formule blijf dus gelijk. d De groeifacor is nu 25/20 = 5/4. Omda H(1) = 20 volg b g = 20 ofwel b = 20/g = 20/(5/4) = 16. De formule word dus H() = 16 (5/4). 2 a He gewich zal gelijk zijn aan 350 (1,02) 2 = 364,14. b De groeifacor is 1,02 per uur. In 24 uur is de groeifacor (1,02) 24 1,61. De groei per dag is dus ongeveer 61%. 3 a Er geld (1,15) 10 4, He aanal inwoners in 2020 is b Er geld (1,15) 5 2,011. Na 5 jaar is he aanal inwoners voor he eers meer dan a De groeifacor is 0,93. Er geld ,93 10 = b Na 9 jaar is he aanal inwoners nog meer dan Na 10 jaar is he voor he eers minder. 5 Een rene van 1% geef een groeifacor van 1,01. Omda 1, ,127 is he renepercenage op jaarbasis ongeveer 12,7%. De Volksbank bied me 13% meer rene. 6 a De oename in iedere periode van 5 jaar is respecievelijk , en Di is nie een consane oename, dus er is nie sprake van een lineair groeimodel. b De groeifacor in de periodes is seeds 1,5. Er is dus exponeniële groei. In 1975 is he aanal inwoners ,5 = a De afname in de opeenvolgende periodes was , en Deze aanallen zijn nie helemaal gelijk, maar wel bijna. Gemiddeld is de afname per periode. In 2010 zijn er vier periodes versreken, dus he inwoneraanal is dan = b De groeifacor in de opeenvolgende periodes is 0,950, 0,943 en 0,942. Deze zijn ongelijk en de groei (afname) is nie ech exponenieel. Als we zouden rekenen me een groeifacor van 0,945 dan is he aanal inwoners in 2010 gelijk aan (0,945)

20

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei Moderne wiskunde 9e ediie Havo A deel Uiwerkingen Hoofdsuk - Formules voor groei bladzijde 00 V-a = 08, ; 870 08, ; 70 0, 8; 60 00 00 870 70 08,, gemiddeld 0,8 b De beginhoeveelheid is 00 en de groeifacor

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules V-1a 4 Hoofdsuk 1 - Exponeniële formules Hoofdsuk 1 - Exponeniële formules Voorkennis prijs in euro s 70 78,0 percenage 100 119 1,19 b Je moe de prijs me he geal 1,19 vermenigvuldigen. c De BTW op de fies

Nadere informatie

Uitslagen voorspellen

Uitslagen voorspellen Eindexamen vwo wiskunde A pilo 04-I Vraag Anwoord Scores Uislagen voorspellen maximumscore 3 De afsand ussen Wilders en Thieme is 4 De conclusie: nie meer dan wee maal zo groo maximumscore 3 Bij gelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies Havo B deel Uiwerkingen Moderne wiskunde Hoofdsuk Eponeniële funies ladzijde 6 V-a Door zih in weeën e delen vermenigvuldig he aanal aeriën per ijdseenheid zih seeds me een faor is de eginhoeveelheid,

Nadere informatie

Blok 1 - Vaardigheden

Blok 1 - Vaardigheden 6 Blok - Vaardigheden Blok - Vaardigheden Exra oefening - Basis B-a Bij abel A zijn de facoren achereenvolgens 8 : = 6 ; 08 : 8 = 6 en 68 : 08 = 6. Bij abel A is sprake van exponeniële groei. Bij abel

Nadere informatie

Logaritmen, Logaritmische processen.

Logaritmen, Logaritmische processen. PERIODE Lineaire, Kwadraische en Exponeniele funcies. Logarimen. Logarimen, Logarimische processen. OPDRACHT 1 Gebruik je (G)RM voor de berekening van: 1) log 2) log 0 3) log 00 4) log 000 5) log 1 6)

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a b c d e a Analyse De omze was in 987 ongeveer, miljard (de recher as) De wins was ongeveer 6 miljoen (linker as) 6 miljoen 6 miljoen = %, % Er is sprake van verlies als de wins/verlies-grafiek negaief

Nadere informatie

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof RUDOLF STEINERCOLLEGE HAARLEM WISKUNDE HAVO CM/EM T112-HCMEM-H579 Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punen kunnen worden behaald. Anwoorden moeen alijd zijn voorzien van een berekening, oeliching

Nadere informatie

Boek 3 hoofdstuk 10 Groei havo 5

Boek 3 hoofdstuk 10 Groei havo 5 Boek 3 hoofdsuk 0 Groei havo 5. Lineaire en exponeniële groei. a. Opp = 750 + 50 me = 0 op juni, per week en opp. in m. Y =750 + 50 Y (3) = 00 m en Y (5) = 500 m (mehode : voer in Y, daarna rekenscherm,

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2019-II

wiskunde A vwo 2019-II Coninu Vakanie Onderzoek maximumscore He aanal personen da op vakanie gaa, is 5,5 (,76...),78 = miljoen De gehele CVO-populaie is,76... 0,807 miljoen He anwoord: 5 84000 maximumscore 4 He aflezen van wee

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 60 Hoofdsuk Eponeniële funies ladzijde 6 V-a Door zih in weeën e delen vermenigvuldig he aanal aeriën per ijdseenheid zih seeds me een faor is de eginhoeveelheid, dus 0 g is de groeifaor, dus g d gewih

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies Hoofdsuk - Eponeniële funcies Voorkennis: Groeifacoren ladzijde 7 V-a 060, 80 8, - euro 079, 0, 9, 88 c 0, 98, - 998, V-a De facor waarmee je de oude prijs vermenigvuldig om de nieuwe prijs e krijgen is

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B (nieuwe sijl) Examen VW Voorbereidend Weenschappelijk nderwijs Tijdvak Donderdag 22 mei 3.30 6.30 uur 20 03 Voor di examen zijn maximaal 83 punen e behalen; he examen besaa ui 20 vragen. Voor

Nadere informatie

wiskunde A pilot vwo 2015-I

wiskunde A pilot vwo 2015-I Piramiden maximumscore a = en x =,5 geef h = 6,5 (dm) De oppervlake van he grondvlak is,5,5 = 6, 5 (dm²) De inhoud is 6, 5 6,5 4 (dm³) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 I = x (9 x ) geef di 6 d = x x x x

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden Moderne Wiskunde Uiwerkingen bij vwo C deel Hoofdsuk Overige verbanden Hoofdsuk - Overige verbanden bladzijde < a D 4 4,, 8 dus heef de vergelijking 4p p +, geen oplossingen en zijn er geen snijpunen van

Nadere informatie

wiskunde A bezem havo 2017-I

wiskunde A bezem havo 2017-I Disribuieriem Een disribuieriem is een geribbelde riem die in een moderne verbrandingsmoor van een auo zi. Zo n riem heef en opziche van een keing voordelen: hij maak minder lawaai en er is geen smering

Nadere informatie

Lineaire processen. HAVO - CM en EM

Lineaire processen. HAVO - CM en EM PERIODE STATISTIEK, COMBINATORIEK, Lineaire en Exponeniele funcies. DERDE WEEK Lineaire processen. HAVO - CM en EM Er is een duidelijk recep voor he opsellen van lineaire (rechlijnige) formules op basis

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden Hoofdsuk - Overige verbanden bladzijde < a D 4 4,, 8 dus heef de vergelijking 4p p +, geen oplossingen en zijn er geen snijpunen van de grafiek me de horizonale as. b 4p p +,, p 4p p of p 4 + c Voor p

Nadere informatie

C. von Schwartzenberg 1/11

C. von Schwartzenberg 1/11 G&R havo A deel C von Schwarzenberg 1/11 1a m 18:00 uur He verbruik was oen ongeveer 1150 kwh 1b Minimaal ongeveer 7750 kwh (100%), maimaal ongeveer 1150 kwh (145,%) Een oename van ongeveer 45,% 1c 1d

Nadere informatie

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Deel 2. Basiskennis wiskunde Deel 2. Basiskennis wiskunde Vraag 26 Definieer de funcie f : R R : 7 cos(2 ). Bepaal de afgeleide van de funcie f in he pun 2π/2. (A) f 0 ( 2π/2) = π (B) f 0 ( 2π/2) = 2π (C) f 0 ( 2π/2) = 2π (D) f 0

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek Anwoordmodel VWO wa 00-II Anwoorden Speelgoedfabriek Voorwaarde II hoor bij immeren Voor immeren zijn 60x + 40y minuen nodig Voor immeren zijn 80 uur dus 4800 minuen beschikbaar 60x + 40y 4800 kom overeen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2004-II

Eindexamen wiskunde B1 havo 2004-II Bacerieculuur De groei van he aanal baceriën van een bacerieculuur hang onder andere af van he voedingsparoon, de emperauur en de beliching. Ui onderzoek blijk da he aanal baceriën van een bepaalde bacerieculuur

Nadere informatie

Blok 4 - Vaardigheden

Blok 4 - Vaardigheden Havo B deel Uiwerkingen Moderne wiskunde Blok - Vaardigheden bladzijde a domein en bereik b x = = = c Me behulp van onderdeel b en de grafiek: d Eers: log x = ofwel x = = Dan me behulp van de grafiek:

Nadere informatie

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2 Uiwerkingen Toes IEEE, Modules en Daum: 9 sepember 007 Tijd: 0.40.0 (90 minuen) Opgave I) Di is een warmmakerje. In woorden is V is de serieschakeling van, en (de parallelschakeling van 3 en 4) of V =

Nadere informatie

NAAM: SaLVO! KLAS: Lesbrief Straling. en exponentiële verbanden NATUURKUNDE KLAS 5 VWO

NAAM: SaLVO! KLAS: Lesbrief Straling. en exponentiële verbanden NATUURKUNDE KLAS 5 VWO NAAM: KLAS: SaLVO! Lesbrief Sraling en exponeniële verbanden NATUURKUNDE KLAS 5 VWO SaLVO! Di lesmaeriaal is een onderdeel van he samenwerkingsprojec SaLVO! da als doel heef om meer samenhangend onderwijs

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I Eindexamen wiskunde B vwo 2003-I Lenge Ui saisisch onderzoek is gebleken da de volwassen Nederlandse mannen in 999 gemiddeld 80,0 cm lang waren, en da er een sandaardafwijking van 2,8 cm was in de lengeverdeling.

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 - Formules maken

Hoofdstuk 6 - Formules maken Hoofdsuk 6 - Formules maken ladzijde 0 V-a Formule, wan de grafiek gaa door he pun (,) 0 en formule is exponenieel. Formule heef voor x = 0 geen eekenis, erwijl de grafiek door he pun (0, 3) gaa. Formule,

Nadere informatie

1 Inleidende begrippen

1 Inleidende begrippen 1 Inleidende begrippen 1.1 Wanneer is een pun in beweging? Leg di ui aan de hand van een figuur. Rus en beweging (blz. 19) Figuur 1.1 Een pun in beweging 1.2 Wanneer is een pun in rus? Leg di ui aan de

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B,2 (nieuwe sijl) Examen VW Voorbereidend Weenschappelijk nderwijs Tijdvak Donderdag 22 mei 3.30 6.30 uur 20 03 Voor di examen zijn maximaal 86 punen e behalen; he examen besaa ui 9 vragen. Voor

Nadere informatie

2.4 Oppervlaktemethode

2.4 Oppervlaktemethode 2.4 Opperlakemehode Teken he --diagram an de eenparige beweging me een snelheid an 10 m/s die begin na 2 seconden en eindig na 4 seconden. De afgelegde weg is: =. (m/s) In he --diagram is de hooge an de

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 - Logaritmische functies

Hoofdstuk 7 - Logaritmische functies Hoodsuk 7 - Logarimishe unies ladzijde 0 V-a De dagwaarde egin op 000 en daal naar 000. Dus: 000 g 000 = = 06 ; g = 000 06 0 909. = 000 g ; Op ijdsip = 0 is de dagwaarde 000. De groeiaor g 0 909 dus W

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde A I

Eindexamen havo wiskunde A I Eindexamen havo wiskunde A 0 - I Supersize me maximumscore 3 33,6 G = 5000 G 49 (kg) He anwoord: 49 85 = 64 (kg) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 E b = 33,6 85 = 856 Zijn energieoverscho is 5000 856 = 44

Nadere informatie

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs 12_DRUK_nr2_2005 19-04-2005 11:33 Pagina 12 Druk op de INLEIDING Bij he bewerken van plaamaeriaal onsaa vaak de siuaie da maeriaal langs een radius moe bewegen. Meesal heef men dan van doen me he maken

Nadere informatie

wiskunde C pilot vwo 2015-I

wiskunde C pilot vwo 2015-I Succesvogels en pechvogels maximumscore 3 Aflezen ui de figuur: he aanal in 004 kom overeen me 65% en he aanal in 994 me 95% 00 In 990 waren er 60 000 9 300 (gruo s) ( nauwkeuriger) 65 In 994 waren er

Nadere informatie

Voorbeelden van lineaire eerste-orde differentiaalvergelijkingen

Voorbeelden van lineaire eerste-orde differentiaalvergelijkingen Voorbeelden van lineaire eerse-orde differeniaalvergelijkingen Hieronder vind je 8 voorbeelden waarbij een differeniaalvergelijking e behulp van he overzich wor opgelos. Opdrach Besudeer de voorbeelden

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO 2002-II wiskunde A (oude stijl) Speelgoedfabriek

Antwoordmodel VWO 2002-II wiskunde A (oude stijl) Speelgoedfabriek Anwoordmodel VWO 00-II wiskunde A (oude sijl) Anwoorden Speelgoedfabriek Voorwaarde II hoor bij immeren Voor immeren zijn 60x + 40y minuen nodig Voor immeren zijn 80 uur dus 4800 minuen beschikbaar 60x

Nadere informatie

Overzicht Examenstof Wiskunde A

Overzicht Examenstof Wiskunde A Oefenoes ij hoofdsuk en Overzih Examensof Wiskunde A a X min 0, X max 0, Y min 0 en Y max 000. 0 lier per minuu. Als de ank leeg is, dan is W 0, dus 00 0 0 dus 0. Na 0 minuen is de ank leeg. a Neem de

Nadere informatie

Gebruik van condensatoren

Gebruik van condensatoren Gebruik van condensaoren He spanningsverloop ijdens he laden Als we de schakelaar s sluien laden we de condensaor op. De condensaorspanning zal oenemen volgens een exponeniële funcie en de spanning over

Nadere informatie

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia Oefeningen Elekriciei I Deel Ia Di documen beva opgaven die aansluien bij de cursuseks Elekriciei I deel Ia ui he jaarprogramma van de e kandidauur Indusrieel Ingenieur KaHo Sin-Lieven.. De elekrische

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Lineaire en exponentiële verbanden

Hoofdstuk 1 Lineaire en exponentiële verbanden Hoofsuk Lineaire en exponeniële veranen lazije A: Geen lineair veran, als x me oeneem, neem y nie sees me ezelfe waare oe. B: Lineair veran, als x me oeneem, neem y sees me, oe. C: Geen lineair veran,

Nadere informatie

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1 EFENTETS HAV B DEEL 1 HFDSTUK 2 VERANDERINGEN PGAVE 1 Een oliehandelaar heef gedurende 24 uur nauwkeurig de olieprijs bijgehouden. Zie de figuur hieronder. Hierin is P de prijs in dollar per va. P 76 75

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2015-I

wiskunde A vwo 2015-I wiskunde A vwo 05-I Diabeesrisicoes maximumscore 4 He aanal personen me verborgen diabees is binomiaal verdeeld me n = 400 en p = 0, 0 P( X 00 ) = P( X 99 ) Beschrijven hoe di me de GR berekend word De

Nadere informatie

X Y e. p n+ e. X Y e. Y(stabiel)

X Y e. p n+ e. X Y e. Y(stabiel) Faculei Bèaweenschappen Ioniserende Sralen Pracicum chergrondinformaie Eigenschappen van ioniserende sraling Bij he uizenden van ioniserende sraling röngensraling en α-, β- en γ-sraling door maerie gaa

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correcievoorschrif VWO 009 ijdvak wiskunde A, He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie

PERIODE Lineaire, Kwadratische en Exponentiele functies. Logaritmen.

PERIODE Lineaire, Kwadratische en Exponentiele functies. Logaritmen. PERIODE Lineaire, Kwadraische en Exponeniele funcies. Logarimen. Lineaire processen. OPDRACHT 1 Mijn kleine neefje kreeg 10 euro van opa in zijn spaarvarken. Daarna kreeg hij elke maand 10 euro van zijn

Nadere informatie

UITWERKINGEN. Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3. Embargo 10 december 2012

UITWERKINGEN. Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3. Embargo 10 december 2012 Embargo 0 december 0 UIWERKINGEN Gecoördineerd examen sralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 Nuclear Research and Consulancy Group echnische Universiei Delf Boerhaave Nascholing/LUMC Rijksuniversiei

Nadere informatie

NAAM: SaLVO! KLAS: 13 Exponentiële functies. graf ieken van exponent iële verbanden. 0 < g < 1 g > 1 WISKUNDE

NAAM: SaLVO! KLAS: 13 Exponentiële functies. graf ieken van exponent iële verbanden. 0 < g < 1 g > 1 WISKUNDE NAAM: KLAS: SaLVO! 13 Exponeniële funcies graf ieken van exponen iële verbanden 0 < g < 1 g > 1 25 20 h 15 10 5 0 0 5 10 x x WISKUNDE NATUURKUNDE BIOLOGIE SCHEIKUNDE KLAS 5 VWO SaLVO! Di lesmaeriaal is

Nadere informatie

40 = = Kruislings vermenigvuldigen geeft 40( c + 3) = 100 c waaruit volgt dat

40 = = Kruislings vermenigvuldigen geeft 40( c + 3) = 100 c waaruit volgt dat Kern Analyse 00 ( + 0) 00 a = 0 geef S = =. We zoeken de oplossing van de vergelijking S = 85. Oplossen + 0+ 3 + 3 lever = 7. b ijd (uren) 0 3 7 7 57 percenage S 0 50 70 80 90 95 c S 80 60 40 0 O 0 0 30

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies Hoofsuk - Eponeniële funies lazije 7 V-a hooge in m 7, 8 8, 9 ij in uren 9, Aangezien e punen op een rehe lijn liggen, noemen we eze groei lineair. Als je e rehe lijn naar links voorze, an kun je aflezen

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde 1 HAVO Beweging

Samenvatting Natuurkunde 1 HAVO Beweging Beweging Samenvaing Nauurkunde HAVO Eenparig rechlijnige beweging a Eenparig versnelde rechlijnige beweging a a = consan a = 0 m/s Oppervlake = v = 0 m/s Oppervlake = v v v v = consan v() = a Oppervlake

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2015

Correctievoorschrift VWO 2015 Correcievoorschrif VWO 205 ijdvak wiskunde C (pilo) He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo I

Eindexamen wiskunde B1 vwo I indeamen wiskunde B vwo 009 - I Over een parabool gespannen In figuur is de grafiek van de funcie f me f ( ) = 3 geekend. Tussen wee punen en S die even ver van O op de -as liggen, word denkbeeldig een

Nadere informatie

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π G&R havo B deel Veranderingen C. von Schwarzenberg / a b c Tussen en uur. Van en uur neem de sijging oe. Van o 6 uur neem de sijging af. Van o 8 uur neem de daling oe. Van 8 o uur neem de daling af. 6,,,,,

Nadere informatie

UITWERKINGEN VOOR HET VWO

UITWERKINGEN VOOR HET VWO UITWERKINGEN VOOR HET VWO AB DEEL Hoofdsuk Opp Cirkel πr KERN EXPONENTIEL FUNCTIES a) Diameer r O oppervlake π 7m b) Toename per jaar % 7 O π,, 7,,,,,,,7 7, c) g a) H b) H e) H d) a) K 7,, 7, b) g c) d)

Nadere informatie

Krommen in het platte vlak

Krommen in het platte vlak Krommen in he plae vlak 1 Een komee beschrijf een baan om de zon. We brengen een assenselsel aan in he vlak van de baan van de komee, me de zon als oorsprong. Als eenheid in he assenselsel nemen we de

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2014

Correctievoorschrift VWO 2014 Correcievoorschrif VWO 04 ijdvak wiskunde A (pilo) He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4. 4.1 Soorten straling en stralingsbronnen

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4. 4.1 Soorten straling en stralingsbronnen Uiwerkingen opgaven hoofdsuk 4 Opgave 1 a 4.1 Sooren sraling en sralingsbronnen Eröngenfoon = h f h f 4 = 6, 6607 10 Js 19 = 1, 9 10 Hz E = = röngenfoon 4 19 14 6, 6607 10 1,9 10 1, 59 10 J b De hoeveelheid

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe sijl) Correcievoorschrif VWO Voorbereidend Weenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uierlijk op juni de scores van de alfabeisch eerse vijf kandidaen per school op de daaroe

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a Blok - Vaardigheden ladzijde d 9 B B 6 f a a e r 9 9r r r r 8 a De rihingsoëffiiën van de lijn is gelijk aan en he sargeal is dus 7 0 de vergelijking is y x+ De rihingsoëffiiën van de lijn is gelijk

Nadere informatie

Tuinstijlen. Tuinstijlen. Het ontstaan van tuinstijlen. Formele tuinstijl. Informele tuinstijl. Moderne tijd

Tuinstijlen. Tuinstijlen. Het ontstaan van tuinstijlen. Formele tuinstijl. Informele tuinstijl. Moderne tijd Tuinsijlen Tuinsijlen He aanleggen van een uin word voorafgegaan door he maken van een uinonwerp. Om de uin o een geheel e maken moe u in he onwerp rekening houden me een bepaalde uinsijl. Door allerlei

Nadere informatie

Analoge Elektronika 1 DE KOMPARATOR

Analoge Elektronika 1 DE KOMPARATOR naloge Elekronika DE KOMPRTOR De mees eenvoudige oepassing van de operaionele verserker is de komparaor. Om de werking van de komparaor e begrijpen, bekijken we de karakerisiek van de opamp, zoals geekend

Nadere informatie

Rekenen banken te veel voor een hypotheek?

Rekenen banken te veel voor een hypotheek? Rekenen banken e veel voor een hypoheek? J.P.A.M. Jacobs en L.A. Toolsema Me enige regelmaa word door consumenen en belangenorganisaies gesuggereerd da banken de hypoheekrene onmiddellijk naar boven aanpassen

Nadere informatie

Dynamische Modellen (in de biologie, scheikunde en natuurkunde)

Dynamische Modellen (in de biologie, scheikunde en natuurkunde) 1 8 G Z 6 4 I 5 1 15 5 3 35 4 Dynamische Modellen (in de biologie, scheikunde en nauurkunde 3 x-y,5 y 1,5 1,5 1 3 4 5 x Inhoud 1 Coninue dynamische modellen 1.1 Groeimodellen 1.1 1. Opdrachen 1.4 Modelleren.1

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo I Eindexamen wiskunde A- vwo 009 - I Beoordelingsmodel Vraag Anwoord Scores Emissierechen maximumscore 3 Mogelijkheid kos 50 000 euro Mogelijkheid lever 50 000 euro aan emissierechen op Mogelijkheid kos

Nadere informatie

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER Analoge Elekronika DE SCHMITT TIGGE Een Schmi rigger is een komparaor me hyseresis. Ne zoals bij een komparaor is de ingang een analoog signaal, erwijl de uigang een digiaal signaal is. De uigangsspanning

Nadere informatie

Examen beeldverwerking 10/2/2006

Examen beeldverwerking 10/2/2006 Richlijnen Examen beeldverwerking 10/2/2006 Di is een gesloen boek examen. Communicaieapparauur en beschreven of bedruk papier of andere voorwerpen zijn dus nie oegelaen. Schrijf je naam op elk blad. Schrijf

Nadere informatie

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS Behorende bij de Bacheloropdrach HS Door: Julia Berkhou Lena Jezuia Sephen Willink Begeleider: Prof.dr. A.A. Soorvogel Daum: 17 juni 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Achergrondinformaie 3 2.1 He geij.................................

Nadere informatie

Het wiskunde B1,2-examen

Het wiskunde B1,2-examen Ger Koole, Alex van den Brandhof He wiskunde B,2 examen NAW 5/4 nr. 2 juni 2003 65 Ger Koole Faculei der Exace Weenschappen, Afdeling Wiskunde, Vrije Universiei, De Boelelaan 08 a, 08 HV Amserdam koole@cs.vu.nl

Nadere informatie

Lans Bovenberg, Roel Mehlkopf en Theo Nijman Techniek achter persoonlijke pensioenrekeningen in de uitkeringsfase. Netspar OCCASIONAL PAPERS

Lans Bovenberg, Roel Mehlkopf en Theo Nijman Techniek achter persoonlijke pensioenrekeningen in de uitkeringsfase. Netspar OCCASIONAL PAPERS Nespar OCCASIONAL PAPERS Lans Bovenberg, Roel Mehlkopf en Theo Nijman Techniek acher persoonlijke pensioenrekeningen in de uikeringsfase Techniek acher persoonlijke pensioenrekeningen in de uikeringsfase

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 4 Exra oefening hoofdsuk a Invullen van a en geef B. Dus saa er, op de meer. B +, 8 +, 5 euro. c 5 +, 8a +, 5 5 + 8, a d 8, a 4 a 5 Er is 5 km afgelegd. Chauffeur X leg km in ijvooreeld minuen af. Dan

Nadere informatie

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen.

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen. 1a 1b G&R havo A deel 1 Tabellen en grafieken C. von Schwarzenberg 1/14 Een buspakje kan door de brievenbus, een pakke nie. Een zending die voorrang krijg. 1c 5, 40. (Worldpack Basic prioriy Buien Europa

Nadere informatie

-g Wetenschappelijk. e en. _ Examen VWO. ::l ~.- (1)

-g Wetenschappelijk. e en. _ Examen VWO. ::l ~.- (1) _ Examen VWO (1) Voorbereidend -g Weenschappelijk ::l Onderwijs ~.- (1) J: e en Tijdvak 2 Dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur f J Als bij een vraag een verklaring, uileg, berekening of afleiding gevraagd word,

Nadere informatie

Onderzoeksverslag: Risicomarge van uitvaartverzekeraars: de kasstroommethode voor de schatting van toekomstige kapitaalvereisten.

Onderzoeksverslag: Risicomarge van uitvaartverzekeraars: de kasstroommethode voor de schatting van toekomstige kapitaalvereisten. Onderzoeksverslag: Risicomarge van uivaarverzekeraars: de kassroommehode voor de schaing van oekomsige kapiaalvereisen. Aueurs: Dr. P. Bors AAG & M. Bors MSc Daum: Sepemr 2018 Inhoud 1. Inleiding... 2

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo 2002-I Vogels die voedsel zoeken Vogels die voedsel zoeken op de grond veronen vaak een karakerisiek paroon van lopen en silsaan. In iguur 1 is di paroon voor wee vogelsooren

Nadere informatie

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Studiekosten of andere scholingsuitgaven Bij voorlopige aanslag inkomsenbelasing 2013 IB 275-1T31FD Volg u in 2013 een opleiding of een sudie voor uw (oekomsige) beroep? Of had u kosen voor een EVC-procedure (Erkenning Verworven Compeenies)?

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 : EXPONENTIELE FUNCTIES

HOOFDSTUK 2 : EXPONENTIELE FUNCTIES HOOFDSTUK : EXPONENTIELE FUNCTIES Kern : eponeniele verschijnselen a) Door verschillende groeiacoren ui e rekenen. Als deze gelijk zijn dan is er sprake van eponeniele groei. b) groeiacor g 7 5 3 ; 7 7

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2017-I

natuurkunde vwo 2017-I nauurkunde vwo 07-I Zonvolgsyseem maximumscore De wee parallelle akken ABD en ACD zijn ideniek. Dus saa er geen spanning over de moor en loop er geen sroom door de moor. inzich da beide parallelle akken

Nadere informatie

Dus de groeifactor per 20 jaar is 1,5 = 2,25 een toename van 125% in 20 jaar. Dus Gerben heeft geen gelijk.

Dus de groeifactor per 20 jaar is 1,5 = 2,25 een toename van 125% in 20 jaar. Dus Gerben heeft geen gelijk. G&R havo B deel Groei C. von Schwarzenber / a In 980 is N i = 0 + 0 = 800 miljoen. b Vermenivuldien me,. (iedere 0 jaar van 00% naar 0% iedere 0 jaar keer,) c In 980 is N o = = N o = = d 0% oename per

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe sijl) Examen VWO Voorbereidend Weenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 28 mei 13.30 16.30 uur 20 02 Voor di examen zijn maximaal 90 punen e behalen; he examen besaa ui 20 vragen.

Nadere informatie

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad.

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad. POST HBO-OPLEIDINGEN Beonconsruceur BV Saalconsruceur BmS Professional maser of srucural engineering Toegepase mechanica Maeriaalmodellen en nie-lineaire mechanica docen : dr. ir. P.C.J. Hoogenboom TENTAMEN

Nadere informatie

11 Groeiprocessen. bladzijde 151 21 a A = c m 0,67 } m = 40 en A = 136. 136 = c 40 0,67 136 = c

11 Groeiprocessen. bladzijde 151 21 a A = c m 0,67 } m = 40 en A = 136. 136 = c 40 0,67 136 = c Groeiprocessen ladzijde a A = c m 7 } m = 40 en A = = c 40 7 = c, 40 0 7 c, Dus de evenredigheidsconsane is,. m = 7 geef A =, 7 7 Dus de lichaamsoppervlake is ongeveer dm. c A =, geef, m 7 =, m 7 009 m

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen Hoofdsuk 5 - Differeniaalvergelijkingen 5. Differenievergelijkingen ladzijde a 0 3 4 5 A 00 0 04 06 08 0 oename B 00 30 69,00 9,70 85,6 37,9 oename 30 39 50,70 65,9 85,68 C 00 3 73,60 7,68 97,98 389,38

Nadere informatie

Examen beeldverwerking 30/1/2013

Examen beeldverwerking 30/1/2013 Richlijnen Examen beeldverwerking 30//03 Di is een gesloen boek examen. Communicaieapparauur en beschreven of bedruk papier of andere voorwerpen zijn dus nie oegelaen. Schrijf je naam op elk blad. Schrijf

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correcievoorschrif VWO 2007 ijdvak 2 wiskunde A,2 He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de

Nadere informatie

www.aarde nu Voor een profielwerkstuk over de aarde Tweede Fase havo/vwo Leerlingenboekje wiskunde

www.aarde nu Voor een profielwerkstuk over de aarde Tweede Fase havo/vwo Leerlingenboekje wiskunde Voor een profielwerksuk over de aarde www.aarde nu In opdrach van: Vrije Universiei Amserdam Universiei van Amserdam Technische Universiei Delf Universiei Urech Wageningen Universiei Teksen: Gerard Heijmeriks

Nadere informatie

2000 loopt van t = 5 tot t = 6. De toename in 2000 is N L(6) N L(5) 69 (lepelaars).

2000 loopt van t = 5 tot t = 6. De toename in 2000 is N L(6) N L(5) 69 (lepelaars). G&R havo A deel 0 Groei C. von Schwarzenber /6 a b Na drie weken 750 + 50 = 00 (m ); na vijf weken 750 + 5 50 = 500 (m ). Na één week 6 = (m ); = = na vier weken 6 6 56 (m ). w c 750 + w 50 = 6 (inersec)

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioactiviteit ( ) Pagina 1 van 12

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 8 Radioactiviteit ( ) Pagina 1 van 12 Sevin vwo Anwoorden hoofdsuk 8 Radioaiviei (06-06-03) Pagina van Als je een ander anwoord vind, zijn er minsens wee mogelijkheden: óf di anwoord is fou, óf jouw anwoord is fou. Als je er (vrijwel) zeker

Nadere informatie

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Studiekosten of andere scholingsuitgaven 12345 Aanvullende oeliching bij aangife inkomsenbelasing IB 266-1T02FD (2464) Sudiekosen of andere scholingsuigaven Volgde u in een opleiding of een sudie voor uw (oekomsige) beroep? Dan mag u de uigaven

Nadere informatie

Hoofdstuk 11:Reactiesneleid 1.waarom van het waarom De reactiesnelheid kan afhankelijk zijn van verschillende factoren:

Hoofdstuk 11:Reactiesneleid 1.waarom van het waarom De reactiesnelheid kan afhankelijk zijn van verschillende factoren: Hoofdsuk :eaciesneleid.waarom van he waarom De reaciesnelheid kan afhankelijk zijn van verschillende facoren:. aard van de reagerende producen(uigangssoffen) A + B AB A + B AB Hoeveel kans op bosing? ~[

Nadere informatie

Evolueren met portfoliomonitoring

Evolueren met portfoliomonitoring sofware-engineering Evolueren me porfoliomonioring Toolki analyseer en visualiseer sofwaresysemen Door gebrek aan inzich beschouwen bedrijven hun sofwareporfolio vaak als weerbarsige en onbeheersbare doos

Nadere informatie

Juli 2003. Canonpercentages Het vaststellen van canonpercentages bij de herziening van erfpachtcontracten

Juli 2003. Canonpercentages Het vaststellen van canonpercentages bij de herziening van erfpachtcontracten Canonpercenages He vassellen van canonpercenages bij de herziening van erfpachconracen Juli 23 SBV School of Real Esae Drs. L.B. Uienbogaard Drs. J.P. Traudes Inhoud Blz. 1. Inleiding... 3 2. Toeliching

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel Vakanies maximumscore 4 De aanallen inerneboekingen zijn resp. 288, 846, 258 2 Da is samen 392 He anwoord 48 (%) 2 maximumscore 3 Er moe gekeken worden naar een groe waarde van He inzich

Nadere informatie

t Ik bekijk de plaatjes, de titel en de tussenkopjes.

t Ik bekijk de plaatjes, de titel en de tussenkopjes. 2.1 LWB 7A-20 Les: Geen vis INFORMATIE Leeseks Teks 1: informaieve eks over walvissen. Teks 1: oud AVI 9; nieuw AVI M6. Zie ook sofware. Cenrale sraegie/leerdoel Teks inerpreeren: je bedenk de hoofdvraag

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2015

Correctievoorschrift VWO 2015 Correcievoorschrif VWO 205 ijdvak wiskunde C He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie

Tentamen Golven en Optica

Tentamen Golven en Optica Tenamen Golven en Opica woensdag 9 juni 011, 15.00-18.00 uur Maak elke opgave op een apar vel voorzien van uw naam en sudennummer. Gebruik van een (grafische) rekenmachine is oegesaan. Verdeel uw ijd opimaal

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2003-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2003-I Eindexamen wiskunde A- vwo 003-I 4 Anwoordmodel Levensduur van kfiezeapparaen Maximumscore 4 Na,5 jaar zijn er 500 0,99 0,97 apparaen Na 3,5 jaar zijn er 500 0,99 0,97 0,87 apparaen He verschil hierussen

Nadere informatie

Testen aan de voorkant

Testen aan de voorkant esen als kriische Tesen aan de voorkan Opimaal rendemen halen ui s De meese organisaies zien esen als noodzakelijke en effecieve maaregel om de kwaliei van sysemen e bepalen en fouen erui e halen voorda

Nadere informatie