De erkenning en de grenzen van ons multidisciplinair team

Transcriptie

1 1 / 6 Gebruikte afkortingen: MDT OBC MDV VAPH BVR Multidisciplinair team Observatie en Behandelingscentrum Multidisciplinair verslag Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Besluit van de Vlaamse Regering Doel Tegemoet komen aan de minimale kwaliteitseisen voor MDT s, zoals vermeld in het Besluit van de Vlaamse Regering dd 12 november 2010, in werking op 1 januari Onze medewerkers informeren op welke wijze wij deze kwaliteitseisen in de praktijk brengen. Toepassingsgebied Alle cliënten die ons consulteren voor de opmaak van een multidisciplinair verslag ( MDV ), onafhankelijk van de vraag of zij zorg krijgen via onze OBC-werking of niet. Onder multidisciplinair team of MDT moet in het kader van deze procedure NIET het team begrepen worden dat we in het kader van onze OBC-opdracht gemeenzaam als dusdanig benoemen. Met de term MDT duiden we hier het team aan dat (cfr. art.22 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de inschrijving bij het VAPH) door het Agentschap erkend is om een multidisciplinair verslag ( MDV ) op te maken. Verwante documenten en hulpmiddelen Infobundel minimale kwaliteitseisen voor multidisciplinaire teams: VAPH - Minimale kwaliteitseisen voor MDT's Praktijkgids voor multidisciplinaire teams: VAPH - Praktijkgids Handleiding Griffoen: VAPH - Handleiding Griffoen Infonota s MDT s VAPH infonota s (de diagnostische protocollen die voor onze doelgroep relevant zijn, in het bijzonder deze omtrent GES, ASS en mentale handicap) De interne infomap voor cliënten die ons consulteren voor een multidisciplinair verslag Het reglement van orde van het OBC in de infomap voor OBC cliënten. De erkenning en de grenzen van ons multidisciplinair team Jeugdzorg is erkend door het VAPH als multidisciplinair team onder het nr. M074 voor het opmaken van MDV s voor minderjarigen met een vraag naar een vorm van zorg. Dit

2 betekent dat alle minderjarigen met een vraag naar zorg georganiseerd door het VAPH, bij ons moeten terecht kunnen of minimaal adequaat moeten worden doorverwezen. In de praktijk richten we ons niet expliciet tot personen met wie we geen samenwerking hebben of gehad hebben via onze OBC context. Dat wil zeggen dat we de volgende categorieën personen in principe doorverwijzen, na een gesprek met de instroommedewerker van het OBC, tevens lid van het MDT. Die doorverwijzing doen we zo gericht mogelijk, gelet op doelgroep, specialisatie en locatie van de MDT s: zie We leggen een eerste telefonisch contact zodat de aanvrager weet tot wie hij zich moet wenden in het MDT waar we naar verwijzen. Bij minderjarigen met een vraag om in het OBC Jeugdzorg te worden opgenomen, is afhankelijk van de opnameprocedure welk MDT wanneer zal zorgen voor het MDV: art. 2 van het BVR : Voor deze minderjarigen dient er van bij de start van onze OBC zorg een beslissing te zijn die de betrokkene toegang geeft tot het OBC. Deze beslissing dient door het VAPH te worden genomen op basis van een MDV dat door een ander MDT is opgemaakt. Wij wensen immers dat deze beslissing genomen wordt op basis van informatie die onafhankelijk is van onze eigen werking. art. 7 van het BVR : Voor deze minderjarigen zal het VAPH in haar beslissing een periode bepalen, in termen van maanden. Omdat wij in deze situatie de minderjarige en zijn context het beste kennen, zal ons multidisciplinair team voor het einde van die periode het multidisciplinair verslag opstellen met een voorstel of de betrokkene al dan niet behoort tot de doelgroep van het VAPH en desgevallend een voorstel van indicatiestelling voor de periode die er op volgt. art. 8 van het BVR : Voor deze minderjarigen zal eveneens ons multidisciplinair team, binnen een periode van drie maanden na de datum van de beslissing van het VAPH, een multidisciplinair verslag opstellen met een voorstel of de betrokkene al dan niet behoort tot de doelgroep van het VAPH en desgevallend een voorstel van indicatiestelling voor de periode die er op volgt. Bij minderjarigen tenslotte die na onze OBC zorg vervolghulp nodig hebben die door het VAPH wordt georganiseerd, zal uiteraard ons MDT het daarvoor benodigde MDV opstellen. 2 / 6 De samenstelling van ons multidisciplinair team

3 Ons multidisciplinair team is samengesteld uit de volgende medewerkers met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur met VZW Jeugdzorg : de kinderpsychiaters de psychologen en de orthopedagogen de maatschappelijk assistenten de instroommedewerker de directeur Interimarissen werken onder de verantwoordelijkheid van deze medewerkers en handtekenen het MDV met de vermelding in opdracht of i.o. Het multidisciplinair team zal voor de meeste cliëntsystemen worden bijgestaan door opvoeders enerzijds en anderzijds de psychologe en de paramedici die verbonden zijn aan het neuropsychologisch team van het OBC. Deze personen maken echter geen deel uit van het MDT zelf. 3 / 6 De vorming en opleiding van ons multidisciplinair team Teneinde aan alle minimale kwaliteitseisen te voldoen nemen alle leden van het multidisciplinair team kennis van alle verwante documenten waar in deze procedure naar verwezen wordt en de updates er van: zie de verwijzingen onder aanverwante documenten. Bovendien zal een afvaardiging van het team de opleidingen volgen van en deelnemen aan bilateraal overleg waartoe het team door het VAPH wordt uitgenodigd en de conclusies daarvan intern verspreiden. Zoveel als nodig, maar minimaal een maal per jaar, zal een interne vorming worden georganiseerd voor alle leden van het MDT. De werking van ons multidisciplinair team Hoewel alle leden van ons multidisciplinair team ook actief zijn in het kader van onze OBC werking, start de werking als MDT pas op het ogenblik dat de vraag of we voor het betrokken cliëntsysteem een MDV dienen op te maken, met de cliënt wordt besproken: het intakegesprek. Het is absoluut noodzakelijk dat de datum van dit gesprek en het feit dat het gesprek effectief heeft plaats gevonden, zorgvuldig wordt geregistreerd. Dit doen we door een dossier op te starten in Griffoen en daarin de gegevens van het intakegesprek te vermelden. Tijdens dit intakegesprek bezorgen we aan de cliënten ook de interne infomap met daarin de volgende VAPH brochures: U heeft een handicap, waar kan U terecht? Hoe inschrijven bij het VAPH?

4 Thuis wonen of in een voorziening, wat is mogelijk? Naast deze brochures bevat deze map ook de informatie omtrent de werkwijze voor het opmaken van het MDV en meer bepaald de wijze waarop de cliënten en hun eventuele bijstandspersoon hierbij worden betrokken, en de klachtenprocedure. Tijdens het intakegesprek wordt deze informatie met de cliënten overlopen. Op een apart document worden, in afspraak, de volgende gegevens ingevuld en ter hand gesteld aan de cliënt: naam en contactgegevens MDV contactpersoon, zijnde de coördinator van het cliëntsysteem datum intakegesprek, eveneens de datum waarop het A001 formulier wordt ondertekend (indien de cliënt akkoord gaat) en verzonden. geplande datum van het multidisciplinair teamoverleg geplande datum waarop het MDV met de cliënt wordt besproken uiterste datum van indiening van het MDV: d.i. datum intakegesprek + 3 maanden Uiteraard gelden alle kwaliteitseisen die voor onze zorg als OBC gelden en vermeld zijn in ons reglement van orde, zoals respect voor de kinderrechten en de persoonlijke leefsfeer en het recht op inzage, uitleg en kopie van de dossiergegevens, op overeenkomstige wijze. 4 / 6 Het multidisciplinair verslag Aangezien het VAPH haar beslissing zal nemen op basis van het MDV is het voor de cliënt van het hoogste belang dat dit verslag alle informatie bevat die relevant is om de zorgvraag te beoordelen. Naast een beschrijving van de ondersteuningsvraag en een actueel, correct en integraal beeld van het cliëntsysteem, geven we een gemotiveerd voorstel van indicatiestelling. Voor de diagnostiek moet uit het verslag blijken dat aan de volgende kwaliteitscriteria is voldaan: Indien belangrijke diagnostische gegevens ouder zijn dan twee jaar of om een andere reden twijfel op roepen, doen we een nieuw onderzoek. We gaan in de mate van het mogelijke na of de bestaande diagnostische gegevens verzameld zijn volgens de richtlijnen of protocols van het VAPH, daar waar van toepassing. Uiteraard gebruiken we deze richtlijnen voor de eigen diagnostische procedures We vermelden voor alle testmateriaal dat we in het verslag gebruiken in de rubriek synthese 1 stoornis en/of in de rubriek cognitief en communicatief functioneren, welke de testversie was, waar, door wie (naam en functie) en wanneer de test werd afgenomen. Deze informatie herhalen we in de synthese 2. Indien we ons baseren op externe verslagen en/of deze toevoegen als bijlage aan het MDV, gaan we na of er tussen dit verslag en het MDV geen tegenstrijdigheden

5 bestaan. In voorkomend geval positioneren we ons ten aanzien van deze tegenstrijdigheid. Op basis van het teamoverleg, waarvan de datum in het MDV wordt vermeld, wordt in de synthese 2 een duidelijk voorstel van indicatiestelling gedaan dat de volgende vier punten omvat: Menen we dat betrokkene getroffen is door een handicap, ja of neen? Achten we de gevraagde zorgvorm noodzakelijk en waarom? Welke alternatieven zijn geëxploreerd met de aanvrager en waarom worden deze niet weerhouden Waarom achten we de gevraagde zorgvorm de meest aangewezen oplossing in functie van de mogelijkheden en beperkingen van het cliëntsysteem. Indien de minderjarige zelf, rekening houdend met zijn handelingsbekwaamheid, en/of diens ouders niet akkoord gaan met onze indicatiestelling, dan wordt dit met opgave van hun visie vermeld in het daarvoor bestemde luik in het Griffoenverslag. Een tweede of volgende multidisciplinair verslag Indien ons multidisciplinair team een tweede of volgende MDV op maakt voor een bepaalde cliënt, naar aanleiding van een nieuwe vraag, dan gelden uiteraard alle bovenstaande kwaliteitseisen onverkort. Het nieuwe MDV zal de nieuwe vraag voor ondersteuning grondig motiveren, en de wijzigingen die zich bij het cliëntsysteem hebben voorgedaan sinds het vorig MDV grondig beschrijven. Indien het vorige MDV door een ander MDT is opgemaakt nemen we hier uiteraard grondig kennis van en gaan we op zoek naar eventuele tegenstrijdigheden met onze bevindingen. De bewaring van het multidisciplinair verslag Het MDV wordt minstens vijf jaar en maximaal 30 jaar (cfr. onze elektronische OBC dossiers) bewaard in Griffoen, te rekenen vanaf de datum van indiening van het verslag. Het door de MDT-leden origineel gehandtekende document dat bij het MDV hoort, wordt in het OBC dossier van de minderjarige eveneens minstens vijf jaar bewaard. In het Griffoenprogramma worden de MDV als volgt geordend: in de map actuele MDV s bevinden zich de MDV s die nog niet afgewerkt zijn en afgewerkte MDV s tot de cliënt onze voorziening verlaat. De MDV s worden hier geordend in submappen op naam van de leden van het MDT, meer bepaald de coördinatoren met een contract van onbepaalde duur. Interimarissen werken dus met de mappen van de titularissen. in de map archief MDV s bevinden zich alle MDV s van vertrokken kinderen, geordend volgens rijksregisternummer, steeds gevolgd door de naam. Via de zoekfunctie op naam kan een MDV steeds snel terug gevonden worden; de naam van 5 / 6

6 6 / 6 de MDV leden die tekenden is steeds te vinden in het MDV zelf. Het is de verantwoordelijkheid van de contactpersonen om MDV s van vertrokken kinderen naar de archiefmap te brengen en om het gehandtekende document met de rest van het papieren dossier naar het onthaal te brengen voor archivering. Registraties registratie wie Indexering bewaartermijn MDV contactpersoon op NN in Griffoen 5 jaar