Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Transcriptie

1 Gebruiksaanwijzing Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Het apparaat aansluiten Systeeminstellingen Eigenschappen kopieerapparaat/document Server Printereigenschappen Scannereigenschappen Adressen en gebruikers registreren voor de scannerfunctie Overige Gebruikersinstellingen Appendix Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit apparaat gebruikt en houd ze bij de hand voor eventueel toekomstig gebruik. Lees voor een veilig en correct gebruik van het apparaat eerst de veiligheidsvoorschriften in "Over dit apparaat".

2 Inleiding Deze handleiding bevat uitgebreide aanwijzingen voor en aantekeningen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor een veilig en correct gebruik, deze handleiding zorgvuldig door voordat u met het apparaat gaat werken. Bewaar de handleiding in de buurt zodat u deze snel kunt raadplegen. Belangrijk De inhoud van deze handleiding kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. In geen enkele omstandigheid kan het bedrijf aansprakelijk worden gesteld voor directe, indirecte, speciale of toevallige schade of gevolgschade voortvloeiend uit het hanteren of de bediening van het apparaat. Opmerkingen: Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen enigszins verschillen van het apparaat. Bepaalde opties zijn in enkele landen niet verkrijgbaar. Neem voor details hierover contact op met uw plaatselijke leverancier. Afhankelijk van het land waarin u zich bevindt, kunnen bepaalde eenheden optioneel zijn. Neem voor details hierover contact op met uw plaatselijke leverancier. Opmerkingen: De modelnamen van de apparaten staan niet vermeld op de volgende pagina s. Controleer het type van uw apparaat voordat u deze handleiding leest. Type 1: 55 kopieën/minuut (A4K, 8 1 / 2 " 11"K) Type 2: 65 kopieën/minuut (A4K, 8 1 / 2 " 11"K) Type 3: 75 kopieën/minuut (A4K, 8 1 / 2 " 11"K) Bepaalde typen zijn in enkele landen niet verkrijgbaar. Neem voor details hierover contact op met uw plaatselijke leverancier. Er worden in deze handleidingen twee manieren gebruikt om afmetingen aan te geven. Kijk voor dit apparaat naar de metrische versie.

3 Handleidingen voor dit apparaat Raadpleeg de handleidingen die betrekking hebben op datgene waarvoor u het apparaat wilt gebruiken. Over dit apparaat Lees voor het gebruik van het apparaat eerst de veiligheidsvoorschriften. Deze handleiding geeft een inleiding over de functies van dit apparaat. Ze geeft ook meer uitleg over het bedieningspaneel, de voorbereidingsprocedures om het apparaat te gebruiken, het invoeren van tekst en de installatie van de meegeleverde cd-roms. Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Geeft uitleg over de gebruikersinstellingen en adresboekprocedures zoals het opslaan van adressen en gebruikerscodes. In deze handleiding vindt u tevens de uitleg voor het aansluiten van het apparaat. Problemen oplossen Geeft richtlijnen om de meest voorkomende problemen op te lossen en bevat uitleg over het vervangen van papier, toner, nietjes en andere verbruiksartikelen. Veiligheidsinformatie Deze handleiding is bedoeld voor beheerders van het apparaat. In de handleiding worden de beveiligingsfuncties beschreven die de beheerders kunnen gebruiken om te voorkomen dat er wordt geknoeid met gegevens of om het apparaat te beschermen tegen onrechtmatig gebruik. Raadpleeg deze handleiding ook voor de procedures om beheerders te registreren en om de verificatie van gebruikers en beheerders in te stellen. Kopieerhandleiding/Handleiding Document Server Bevat uitleg over de functies en werking van het kopieerapparaat en de Document Server. In deze handleiding vindt u tevens de uitleg voor het plaatsen van originelen. Printerhandleiding Bevat uitleg over de functies en werking van de printer. Scannerhandleiding Bevat uitleg over de functies en werking van de scanner. Netwerkhandleiding Bevat uitleg over de configuratie en het gebruik van het apparaat in een netwerkomgeving en het gebruik van de meegeleverde software. Deze handleiding is bedoeld voor alle modellen en bevat beschrijvingen van functies en instellingen die op dit apparaat misschien niet beschikbaar zijn. Afbeeldingen, illustraties en informatie over ondersteunde besturingssystemen kunnen ook enigszins afwijken van die van dit apparaat. i

4 Andere handleidingen Handleidingen voor dit apparaat Veiligheidsinformatie Verkorte Kopieerhandleiding Verkorte Printerhandleiding Verkorte Scanhandleiding PostScript3 Supplement UNIX Supplement Handleidingen voor DeskTopBinder Lite Installatiehandleiding DeskTopBinder Lite Introductiehandleiding DeskTopBinder Handleiding Auto Document Link Opmerking De meegeleverde handleidingen horen bij een bepaald type apparaat. Adobe Acrobat Reader/Adobe Reader moet zijn geïnstalleerd om de handleidingen als PDF-bestand te bekijken. Voor "UNIX Supplement", bezoek onze website of neem contact op met een erkende dealer. "PostScript3 Supplement" en "UNIX Supplement" bevatten beschrijvingen van functies en instellingen die op dit apparaat misschien niet beschikbaar zijn. ii

5 INHOUDSOPGAVE Handleidingen voor dit apparaat...i Gebruik van deze handleiding...1 Symbolen...1 Display...2 Toegang tot Gebruikersinstellingen (Systeeminstellingen)...3 Standaardinstellingen wijzigen...3 Gebruikersinstellingen afsluiten...4 Over menu beveiligen Het apparaat aansluiten Verbinden met de interfaces...5 Verbinden met de ethernetinterface...6 Verbinden met de USB-interface...7 Verbinden met de IEEE 1394-interface...8 Verbinden met de IEEE 1284-interface...8 Verbinden met de IEEE b (draadloos LAN)-interface...9 Netwerkinstellingen...13 Instellingen vereist om de printer te gebruiken...13 Instellingen vereist om de functie te gebruiken...17 Instellingen vereist om de functie Scan naar map te gebruiken...22 Instellingen vereist om de netwerkbezorgingsscanner te gebruiken...25 Instellingen vereist om de TWAIN-netwerkscanner te gebruiken...28 Instellingen vereist om Document Server te gebruiken...31 Hulpfuncties gebruiken om instellingen op te geven Systeeminstellingen Algemene functies...43 Instellingen voor uitvoerlade...47 Papierlade-instellingen...48 Timerinstellingen...53 Interface-instellingen...56 Netwerk...56 Paral. interf...60 IEEE IEEE b...63 Lijst afdrukken...65 Bestandsoverdracht...66 Beheerdertoepassingen...72 Programmeer/Wijzig/Verwijder LDAP server...81 De LDAP-server programmeren...82 Systeeminstellingen op hoofd- en subapparaten...87 Algemene functies...87 Papierlade-instellingen...89 Timerinstellingen...91 Beheerdertoepassingen...93 iii

6 3. Eigenschappen kopieerapparaat/document Server Algemene functies...97 Reproductiefactor Bewerken Stempel Achtergrondnummering Vooraf ingestelde stempel Eigen stempel Datumstempel Paginanummering Stempeltekst Invoer/uitvoer Instellingen voor de documentserver Eigenschappen kopieerapparaat/document Server op hoofd- en subapparaten Algemene functies Reproductiefactor Bewerken Stempel Invoer/uitvoer Printereigenschappen Lijst-/proefafd De configuratiepagina afdrukken De configuratiepagina interpreteren Onderhoud Systeem Host interface PCL menu PS Menu PDF Menu Scannereigenschappen Algemene instellingen Scaninstellingen Verzendinst iv

7 6. Adressen en gebruikers registreren voor de scannerfunctie Adresboek Namen in het Adresboek beheren sturen via Snelkiezen Gescande bestanden direct naar een gedeelde map sturen Onrechtmatige gebruikerstoegang van het apparaat tot een gedeelde map voorkomen Gebruikers en het apparaatgebruik beheren Namen registreren Namen registreren Een geregistreerde naam wijzigen Een geregistreerde naam verwijderen Verificatie-informatie Een gebruikerscode registreren Een gebruikerscode wijzigen Een gebruikerscode verwijderen De teller voor elke gebruiker weergeven De teller voor elke gebruiker afdrukken De teller voor alle gebruikers afdrukken Het aantal afdrukken wissen bestemming Een bestemming registreren Een bestemming wijzigen Een bestemming verwijderen Mappen registreren SMB gebruiken om verbinding te maken FTP gebruiken om verbinding te maken NCP gebruiken om verbinding te maken Namen registreren in een groep Een groep registreren Namen registreren in een groep Een groep toevoegen aan een andere groep Namen weergeven die zijn geregistreerd in een groep Een naam verwijderen uit een groep Een groep verwijderen binnen een andere groep Een groepsnaam wijzigen Een groep verwijderen Een beveiligingscode registreren Een beschermingscode registreren voor een enkele gebruiker Een beschermingscode registreren voor een gebruiker in een groep SMTP- en LDAP-verificatie registreren SMTP-authentificatie LDAP-authentificatie v

8 7. Overige Gebruikersinstellingen De taal van het display wijzigen Informatie Teller De teller voor Totaal weergegeven Appendix Specificaties voor de hoofdeenheid Documentserver Automatische documentinvoer Specificaties voor opties Mailbox Boekje Finisher Finisher nieten vellen - 50 vellen Finisher nieten vellen vellen Perforatie-eenheid (Boekje Finisher, Finisher nieten vellen - 50 vellen) Perforatie-eenheid (Finisher nieten vellen vellen) Z-vouweenheid Kopieeruitvoer Bulklade (LCT) Tussenvoegeenheid Specificaties voor overige Kennisgeving Kennisgeving voor gebruikers van de draadloze-lan-interface (optioneel) Auteursrechten en handelsmerken Handelsmerken Informatie over geïnstalleerde software INDEX vi

9 Gebruik van deze handleiding Symbolen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: Duidt belangrijke veiligheidsopmerkingen aan. Deze opmerkingen negeren kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Lees deze opmerkingen goed door. U vindt ze terug in het gedeelte "Veiligheidsvoorschriften" van Over dit apparaat. Duidt belangrijke veiligheidsopmerkingen aan. Deze opmerkingen negeren kan leiden tot lichte verwondingen, materiële schade of beschadiging van het apparaat. Lees deze opmerkingen goed door. U vindt ze terug in het gedeelte "Veiligheidsvoorschriften" van Over dit apparaat. Duidt aandachtspunten aan waarmee u rekening dient te houden tijdens het gebruik van de machine en uitleg over de meest waarschijnlijke oorzaken van vastgelopen papier, beschadigde originelen of verloren gegevens. Lees deze uitleg goed door. Duidt bijkomende uitleg aan over de functies van het apparaat en instructies over het oplossen van gebruikersfouten. Dit symbool bevindt zich op het einde van een gedeelte. Het duidt aan waar u bijkomende relevante informatie kunt vinden. [ ] Duidt de namen aan van toetsen die op het display van het apparaat worden weergegeven. { } Duidt de namen aan van toetsen die op het bedieningspaneel van het apparaat worden weergegeven. 1

10 Display Op het display worden de status van het apparaat, foutberichten en functiemenu s weergegeven. De weergegeven functie-items dienen als keuzetoetsen. U kunt deze items kiezen of selecteren door kort op uw keuze te drukken. Wanneer u een onderdeel op het display selecteert of opgeeft, wordt het als volgt gemarkeerd:. Toetsen die er als volgt uitzien, kunnen niet worden gebruikt. Belangrijk Een schok of stoot van meer dan 30 N (ca. 3 kgf) beschadigt het display. Om het volgende scherm weer te geven, drukt u op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller} om het menu Gebruikersinstellingen weer te geven en vervolgens drukt u op [Systeeminstellingen]. Met het menuscherm Systeeminstellingen als voorbeeld, vindt u in dit gedeelte uitleg over het gebruik van het bedieningspaneel van het apparaat. NL AMC001S 1. De menutabbladen voor verschillende instellingen worden weergegeven. Om de instelling die u wilt opgeven of wijzigen weer te geven, drukt u op het betreffende menutabblad. 2. Een lijst met instellingen verschijnt. Om de instelling die u wilt opgeven of wijzigen weer te geven, drukt u op de betreffende invoer in de lijst. 3. Druk hierop om het menu Gebruikersinstellingen te sluiten. 2

11 Toegang tot Gebruikersinstellingen (Systeeminstellingen) Dit gedeelte is bedoeld voor beheerders die verantwoordelijk zijn voor dit apparaat. Met Gebruikersinstellingen kunt u standaardinstellingen wijzigen of opgeven. Opmerking Bewerkingen voor de systeeminstellingen zijn anders dan gewone bewerkingen. Nadat u klaar bent, moet u altijd Gebruikersinstellingen sluiten. Elke wijziging die u aanbrengt met Gebruikersinstellingen blijft effectief, zelfs als de hoofdschakelaar of de bedrijfsschakelaar wordt uitgeschakeld of als u op de toets {Energiespaarstand} of {Instellingen verwijderen} drukt. Verwijzing Pag.4 Gebruikersinstellingen afsluiten Standaardinstellingen wijzigen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instellingen van Gebruikersinstellingen kunt wijzigen. Belangrijk Als beheerdersverificatie is ingeschakeld, neemt u contact op met de beheerder. A Druk op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller}. AMG003S B Selecteer het menu. Om de systeeminstellingen te wijzigen, drukt u op [Systeeminstellingen]. Om de eigenschappen van het kopieerapparaat/de Document Server te wijzigen, drukt u op [Kopieerapp./Doc. Server-eigensch.]. Om de printereigenschappen te wijzigen, drukt u op [Printereigensch.]. Om de scannereigenschappen te wijzigen, drukt u op [Scannereigensch.]. Om de weergavetaal te wijzigen, drukt u op [Français] of [English]. Om erachter te komen wie u kunt contacteren voor onderhoud en waar u verbruiksartikelen kunt bestellen, drukt u op [Informatie]. Om te teller te controleren, drukt u op [Teller]. 3

12 C Selecteer het menutabblad. D Wijzig de instellingen door de instructies op het display te volgen en druk vervolgens op [OK]. Opmerking Als u de wijzigingen in de instellingen ongedaan wilt maken en wilt terugkeren naar het beginscherm, drukt u op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller}. Verwijzing Pag.43 Systeeminstellingen Pag.97 Eigenschappen kopieerapparaat/document Server Pag.139 Printereigenschappen Pag.155 Scannereigenschappen Pag.223 Overige Gebruikersinstellingen Gebruikersinstellingen afsluiten In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u Gebruikersinstellingen afsluit. A Druk op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller}. AMG003S Opmerking U kunt Gebruikersinstellingen ook afsluiten door op [Afsluiten] te drukken. Over menu beveiligen Met Menu beveiligen kunt u de instellingen beschikbaar voor gebruikers die geen beheerder zijn, beperken. In de volgende Gebruikersinstellingen-menu s kunt u Menu beveiligen toepassen voor elke instelling. Eigenschappen kopieerapparaat/document Server Printereigenschappen Scannereigenschappen Neem contact op met uw beheerder voor meer informatie over menu beveiligen. 4

13 1. Het apparaat aansluiten Sluit het apparaat aan op het netwerk om de netwerkomgeving te configureren. Verbinden met de interfaces In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de interface van het apparaat kunt controleren, het apparaat kunt aansluiten naargelang de netwerkomgeving en de netwerkinstellingen kunt opgeven. Wanneer de IEEE interfacekaart (optioneel) is geïnstalleerd. Wanneer de IEEE interfacekaart (optioneel) is geïnstalleerd. Wanneer de draadloze LAN-kaart (optioneel) is geïnstalleerd. NL AMC004S 1. IEEE 1394-poorten (optioneel) Poorten om de IEEE 1394-interfacekabel aan te sluiten 2. 10BASE-T/100BASE-TX-poort Poort om de 100BASE-TX- of 10BASE-Tkabel aan te sluiten Poort om de 1000BASE-T-, 100BASE-TX of 10BASE-T-kabel aan te sluiten, wanneer Gigabit Ethernet (optioneel) is geïnstalleerd 3. USB2.0-poort Poort om de USB2.0-interfacekabel aan te sluiten 4. IEEE 1284-poort (optioneel) Poort om de IEEE 1284-interfacekabel aan te sluiten 5. Draadloos LAN-poort (optioneel) Poort om draadloos LAN te gebruiken Opmerking U kunt slechts één van de onderstaande opties installeren: IEEE 1394-interfacekaart, IEEE 1284-interfacekaart, IEEE b draadloos LAN 5

14 Het apparaat aansluiten Verbinden met de ethernetinterface 1 Sluit de 10BASE-T- of 100BASE-TX-kabel aan op de ethernetinterface. Belangrijk Als de hoofdschakelaar "Aan" is, schakelt u hem "Uit". A Een ferrietkern voor de ethernetkabel wordt meegeleverd met dit apparaat. De lus van de ethernetkabel moet zich op ongeveer 15 cm (5,9 inch) (A) van het kabeluiteinde aan de apparaatzijde bevinden. AEV047S B Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar op het apparaat "Uit" is. C Verbind de ethernetinterfacekabel met de 10BASE-T/100BASE-TX-poort. AMM007S D Verbind het andere uiteinde van de ethernetkabel met een netwerkaansluiting zoals een hub. E Schakel de hoofdschakelaar op het apparaat in. AMM008S 6

15 Verbinden met de interfaces A Indicator (groen) Blijft groen wanneer het apparaat correct is aangesloten op het netwerk. B Indicator (geel) Wordt geel wanneer 100 BASE-TX wordt gebruikt. Gaat uit wanneer 10 BASE-TX wordt gebruikt. Verwijzing Over dit apparaat Printerhandleiding 1 Verbinden met de USB-interface Verbind de USB2.0-interfacekabel met de USB2.0-poort. A Verbind de USB 2.0-interfacekabel met de USB2.0-poort. AMM009S B Verbind het andere uiteinde met de USB-poort op de hostcomputer. Opmerking Koop een aparte USB-kabel naargelang de personal computer in gebruik. De USB 2.0-interfacekaart wordt ondersteund door Windows ME/2000/XP, Windows Server 2003, Mac OS X v of hoger. Voor Windows ME: Installeer "USB Afdrukondersteuning". Als USB 2.0 wordt gebruikt met Windows ME, is alleen een snelheid gelijk aan die van USB 1.1 mogelijk. Voor Mac OS: Om Macintosh te gebruiken, moet het apparaat zijn uitgerust met de optionele PostScript 3-eenheid. Als USB 2.0 wordt gebruikt met Mac OS X v of hoger, wordt een verzendsnelheid van USB 2.0 ondersteund. Raadpleeg de Printerhandleiding voor meer informatie over de installatie van het printerstuurprogramma. Verwijzing Printerhandleiding 7

16 Het apparaat aansluiten Verbinden met de IEEE 1394-interface 1 Verbind de IEEE 1394-interfacekabel met de IEEE 1394-interfacekaart. A Verbind de IEEE 1394-interfacekabel met de IEEE 1394-poort. AMM010S B Voor de IEEE 1394 (SCSI-print)-aansluiting steekt u het andere uiteinde van de kabel in de interfaceaansluiting op de hostcomputer. Controleer de vorm van de aansluiting op de computer. Bevestig het verbindingsstuk stevig op de computer. Opmerking Gebruik de interfacekabel meegeleverd met de IEEE 1394-interfacekaart (optioneel). Zorg ervoor dat er zich geen lussen in de interfacekabel bevinden. Er zijn twee interfacepoorten beschikbaar om de IEEE 1394-interfacekabel aan te sluiten. Beide zijn geschikt. Raadpleeg de Printerhandleiding voor meer informatie over de installatie van het printerstuurprogramma. Verwijzing Over dit apparaat Printerhandleiding Verbinden met de IEEE 1284-interface Verbind de IEEE 1284-interfacekabel met de IEEE 1284-interfacekaart. A Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar op het apparaat "Uit" is. Als de hoofdschakelaar "Aan" is, schakelt u hem "Uit". B Schakel de hoofdschakelaar van de hostcomputer uit. 8

17 Verbinden met de interfaces C Verbind de IEEE 1284-interfacekabel met de IEEE 1284-poort. 1 Om de verbinding te maken, gebruikt u de omvormer (1) meegeleverd met de IEEE 1284-interfacekaart. D Steek het andere uiteinde van de kabel in de interfaceaansluiting op de hostcomputer. Controleer de vorm van de aansluiting op de computer. Bevestig het verbindingsstuk stevig op de computer. E Schakel de hoofdschakelaar op het apparaat "Aan". F Zet de hostcomputer aan. Wanneer u Windows 95/98/ME/2000/XP of Windows Server 2003 gebruikt, is het mogelijk dat er een installatiescherm voor het printerstuurprogramma verschijnt wanneer u de computer inschakelt. Als dit gebeurt, klikt u op [Annuleren] op het scherm. Opmerking Raadpleeg de Printerhandleiding voor meer informatie over de installatie van het printerstuurprogramma. Verwijzing Over dit apparaat Printerhandleiding AMB011S Verbinden met de IEEE b (draadloos LAN)-interface Verbinden met de IEEE b (draadloos LAN)-interface Opmerking Controleer de instelling van IPv4-adres en subnetmasker op dit apparaat. Zie "Interface instellingen" voor de manier om IPv4-adres en subnetmasker in te stellen met het bedieningspaneel van het apparaat. Verwijzing Pag.56 Netwerk 9

18 Het apparaat aansluiten Instelprocedure 1 Stel IEEE b (draadloos LAN) als volgt in: Opmerking Selecteer [ Ad hoc modus] bij het verbinden van Windows XP als een draadloze LAN-client met behulp van het Windows XP standaard stuurprogramma of hulpfuncties, of wanneer u de infrastructuur-modus niet gebruikt. Zie "IEEE b" voor meer informatie over het instellen van draadloos LAN met het bedieningspaneel op het apparaat. Zie "Hulpfuncties gebruiken om instellingen op te geven" voor meer informatie over het instellen van draadloos LAN van een andere plaats dan het bedieningspaneel op het apparaat. Zie "IEEE b" voor meer informatie over de items van de instellingen. Verwijzing Pag.63 IEEE b Pag.34 Hulpfuncties gebruiken om instellingen op te geven 10

19 Verbinden met de interfaces De aansluiting controleren Controleer de draadloze LAN-aansluiting. Controleer of de LED van de IEEE b-interface-eenheid brandt. In infrastructuur-modus ZGDH600J 1. Als [Type LAN] op het [Interface instellingen] / [Netwerk]-scherm niet is ingesteld op [IEEE b], brandt de LED niet, zelfs als de stroom is ingeschakeld. 2. Als het apparaat correct op het netwerk is aangesloten, is de LED groen in de infrastructuur-modus. Als de LED knippert, is het apparaat aan het zoeken naar apparaten. In adhoc-modus / adhoc-modus 1 2 ZGDH600J 1. Als de IEEE b-interface-eenheid werkt, brandt hij oranje. 2. Als het apparaat correct op het netwerk is aangesloten, is de LED groen in de adhoc-modus of adhoc-modus. Als de LED knippert, is het apparaat aan het zoeken naar apparaten. De LED licht op na enkele seconden. Druk de configuratiepagina af om de instellingen te controleren. Opmerking Zie "Lijst afdrukken" voor meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina. Verwijzing Pag.140 De configuratiepagina afdrukken 11

20 Het apparaat aansluiten Het signaal controleren 1 In infrastructuur-modus kunt u de radiogolftoestand van het apparaat controleren met het bedieningspaneel. A Druk op [Systeeminstellingen]. B Druk op [Interface instellingen]. C Druk op [IEEE b]. D Druk op [Signaal wireless LAN]. De radiogolftoestand van het apparaat wordt weergegeven. E Na het controleren van de radiogolftoestand drukt u op [Afsluiten]. F Druk op de toets {Gebruikersinstellingen/Teller} om terug te keren naar het menu Gebruikerstools / Teller / Informatie. Opmerking Om de radiogolftoestand te controleren, drukt u op [IEEE b] onder [Type LAN] op het [Netwerk]-scherm. 12

21 Netwerkinstellingen Netwerkinstellingen In dit gedeelte vindt u uitleg over de netwerkinstellingen die u kunt wijzigen met Gebruikersinstellingen (Systeeminstellingen). Geef instellingen op naargelang de functies die u wilt gebruiken en de interface die u wilt aansluiten. 1 Belangrijk Deze instellingen moeten worden opgegeven door de systeembeheerder of in overleg met de systeembeheerder. Instellingen vereist om de printer te gebruiken In dit gedeelte vindt u een overzicht van de instellingen die vereist zijn om de afdrukfunctie te gebruiken. Ethernet In dit gedeelte vindt u een overzicht van de instellingen die vereist zijn om de afdrukfunctie te gebruiken met een ethernetaansluiting. Zie "Interface instellingen" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv6-adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk IPv6 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk IPv6 Staatloos adres autom. Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Interface instellingen/netwerk NCP Bezorgingsprotocol Indien vereist Interface instellingen/netwerk NW-frametype Indien vereist Interface instellingen/netwerk SMB Computernaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk SMB Werkgroep Indien vereist Interface instellingen/netwerk Ethernet snelheid Indien vereist Interface instellingen/netwerk Type LAN Verplicht 13

22 Het apparaat aansluiten Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk SNMPv3 communicatie toestaan Indien vereist 1 Interface instellingen/netwerk SSL / TLS communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk Apparaatnaam Indien vereist Opmerking IPv6 kan alleen worden gebruikt voor de afdrukfunctie. Controleer in [Effectief protocol] of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele draadloze LAN-kaart is geïnstalleerd. Als zowel ethernet als IEEE b (draadloos LAN) zijn aangesloten, heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 14

23 Netwerkinstellingen IEEE 1394 (IPv4 over 1394) In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om de printer met een IEEE 1394-interfacekabel te gebruiken. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. 1 Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/ieee 1394 IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/ieee 1394 DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 IPv4 over 1394 Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Opmerking [IEEE1394]wordt weergegeven wanneer de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht IEEE b (draadloos LAN) In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om de printer met een IEEE b (draadloos LAN) te gebruiken. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv6-adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk IPv6 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk IPv6 Staatloos adres Autom. configuratie Indien vereist 15

24 Het apparaat aansluiten Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist 1 Interface instellingen/netwerk DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Interface instellingen/netwerk NCP Bezorgingsprotocol Indien vereist Interface instellingen/netwerk NW-frametype Indien vereist Interface instellingen/netwerk SMB Computernaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk SMB Werkgroep Indien vereist Interface instellingen/netwerk Type LAN Verplicht Interface instellingen/netwerk SNMPv3 communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk SSL / TLS communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk Apparaatnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee b Communicatiemodus Verplicht Interface instellingen/ieee b SSID-instelling Indien vereist Interface instellingen/ieee b Kanaal Indien vereist Interface instellingen/ieee b Beveiligingsmethode Indien vereist Interface instellingen/ieee b Verzendsnelheid Indien vereist Opmerking Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. [IEEE b] en [Type LAN] worden weergegeven wanneer de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd. Als zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE b) zijn aangesloten, heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 16

25 Netwerkinstellingen Instellingen vereist om de functie te gebruiken In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om s te verzenden. Ethernet 1 In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om s te verzenden met een ethernetkabel. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Verplicht Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Interface instellingen/netwerk Ethernet snelheid Indien vereist Interface instellingen/netwerk Type LAN Verplicht Interface instellingen/netwerk SNMPv3 communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk SSL / TLS communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk Hostnaam Indien vereist Bestandsoverdracht SMTP Server Verplicht Bestandsoverdracht SMTP-authentificatie Indien vereist Bestandsoverdracht POP voor SMTP Indien vereist Bestandsoverdracht Ontvangstprotocol Indien vereist Bestandsoverdracht POP3 / IMAP4 Instellingen Indien vereist Bestandsoverdracht adres beheerder Indien vereist Bestandsoverdracht communicatiepoort Indien vereist Bestandsoverdracht Progr/Wijz/Verwijd bericht Indien vereist Bestandsoverdracht Bestandsoverdracht Intervaltijd Scanner opnieuw zenden Aantal keren opnieuw verzenden Scanner Indien vereist Indien vereist 17

26 Het apparaat aansluiten 1 Opmerking Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd. Als zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE b) zijn aangesloten, heeft de geselecteerde interface voorrang. Bij het instellen van [POP voor SMTP] op [Aan], geeft u ook de instelling voor [Ontvangstprotocol] en [POP3 / IMAP4 Instellingen] op. Bij het instellen van [POP voor SMTP] op [Aan], controleert u het [POP3]-poortnummer in [ communicatiepoort]. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht IEEE 1394 (IPv4 over 1394) In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om s te verzenden met een IEEE 1394-interfacekabel. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/ieee 1394 IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/ieee 1394 DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 IPv4 over 1394 Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Verplicht Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Bestandsoverdracht SMTP Server Verplicht Bestandsoverdracht SMTP-authentificatie Indien vereist Bestandsoverdracht POP voor SMTP Indien vereist Bestandsoverdracht Ontvangstprotocol Indien vereist Bestandsoverdracht POP3 / IMAP4 Instellingen Indien vereist Bestandsoverdracht adres beheerder Indien vereist Bestandsoverdracht communicatiepoort Indien vereist Bestandsoverdracht Progr/Wijz/Verwijd bericht Indien vereist 18

27 Netwerkinstellingen Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Bestandsoverdracht Intervaltijd Scanner opnieuw zenden Indien vereist Bestandsoverdracht Aantal keren opnieuw verzenden Scanner Indien vereist 1 Opmerking [IEEE1394] wordt weergegeven wanneer de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. Bij het instellen van [POP voor SMTP] op [Aan], geeft u ook de instelling voor [Ontvangstprotocol] en [POP3 / IMAP4 Instellingen] op. Bij het instellen van [POP voor SMTP] op [Aan], controleert u het [POP3]-poortnummer in [ communicatiepoort]. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 19

28 Het apparaat aansluiten IEEE b (draadloos LAN) 1 In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om s te verzenden met een IEEE b (draadloos LAN). Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Verplicht Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Interface instellingen/netwerk Type LAN Verplicht Interface instellingen/netwerk Interface instellingen/netwerk SNMPv3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Indien vereist Indien vereist Interface instellingen/netwerk Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee b Communicatiemodus Verplicht Interface instellingen/ieee b SSID-instelling Indien vereist Interface instellingen/ieee b Kanaal Indien vereist Interface instellingen/ieee b Beveiligingsmethode Indien vereist Interface instellingen/ieee b Verzendsnelheid Indien vereist Bestandsoverdracht SMTP Server Verplicht Bestandsoverdracht SMTP-authentificatie Indien vereist Bestandsoverdracht POP voor SMTP Indien vereist Bestandsoverdracht Ontvangstprotocol Indien vereist Bestandsoverdracht POP3 / IMAP4 Instellingen Indien vereist Bestandsoverdracht adres beheerder Indien vereist Bestandsoverdracht communicatiepoort Indien vereist Bestandsoverdracht Bestandsoverdracht Bestandsoverdracht Progr/Wijz/Verwijd bericht Intervaltijd Scanner opnieuw zenden Aantal keren opnieuw verzenden Scanner Indien vereist Indien vereist Indien vereist 20

29 Netwerkinstellingen Opmerking Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd. Als zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE b) zijn aangesloten, heeft de geselecteerde interface voorrang. Bij het instellen van [POP voor SMTP] op [Aan], geeft u ook de instelling voor [Ontvangstprotocol] en [POP3 / IMAP4 Instellingen] op. Bij het instellen van [POP voor SMTP] op [Aan], controleert u het [POP3]-poortnummer in [ communicatiepoort]. 1 Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 21

30 Het apparaat aansluiten Instellingen vereist om de functie Scan naar map te gebruiken 1 In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om een bestand te verzenden. Ethernet In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om een bestand te verzenden met een ethernetkabel. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingvereisten Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Verplicht Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Interface instellingen/netwerk Ethernet snelheid Indien vereist Interface instellingen/netwerk Type LAN Verplicht Interface instellingen/netwerk SNMPv3 communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk SSL / TLS communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk Hostnaam Indien vereist Bestandsoverdracht Bestandsoverdracht Intervaltijd Scanner opnieuw zenden Aantal keren opnieuw verzenden Scanner Indien vereist Indien vereist Opmerking Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd. Als zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE b) zijn aangesloten, heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 22

31 Netwerkinstellingen IEEE 1394 (IPv4 over 1394) In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om een bestand te verzenden met een IEEE 1394-interfacekabel. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. 1 Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/ieee 1394 IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/ieee 1394 DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 IPv4 over 1394 Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Verplicht Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Bestandsoverdracht Bestandsoverdracht Intervaltijd Scanner opnieuw zenden Aantal keren opnieuw verzenden Scanner Indien vereist Indien vereist Opmerking [IEEE1394] wordt weergegeven wanneer de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 23

32 Het apparaat aansluiten IEEE b (draadloos LAN) 1 In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om een bestand te verzenden met IEEE b (draadloos LAN). Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Verplicht Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Interface instellingen/netwerk Type LAN Verplicht Interface instellingen/netwerk SNMPv3 communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk SSL / TLS communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee b Communicatiemodus Verplicht Interface instellingen/ieee b SSID-instelling Indien vereist Interface instellingen/ieee b Kanaal Indien vereist Interface instellingen/ieee b Beveiligingsmethode Indien vereist Interface instellingen/ieee b Verzendsnelheid Indien vereist Bestandsoverdracht Bestandsoverdracht Intervaltijd Scanner opnieuw zenden Aantal keren opnieuw verzenden Scanner Indien vereist Indien vereist Opmerking Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. [IEEE b] en [Type LAN] worden weergegeven wanneer de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd. Als zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE b) zijn aangesloten, heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 24

33 Netwerkinstellingen Instellingen vereist om de netwerkbezorgingsscanner te gebruiken In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om gegevens naar het netwerk te sturen. 1 Ethernet In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om gegevens naar het netwerk te sturen met een ethernetkabel. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Interface instellingen/netwerk Ethernet snelheid Indien vereist Interface instellingen/netwerk Type LAN Verplicht Interface instellingen/netwerk SNMPv3 communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk SSL / TLS communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk Hostnaam Indien vereist Bestandsoverdracht Bezorgingsoptie Indien vereist Bestandsoverdracht Bestandsoverdracht Intervaltijd Scanner opnieuw zenden Aantal keren opnieuw verzenden Scanner Indien vereist Indien vereist Opmerking Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd. Wanneer zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE b) zijn aangesloten, heeft de geselecteerde interface voorrang. Als [Bezorgingsoptie] is ingesteld op [Aan], controleert u of het IPv4-adres is ingesteld. 25

34 Het apparaat aansluiten 1 Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht IEEE 1394 (IPv4 over 1394) In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om gegevens naar het netwerk te sturen met een IEEE 1394-interfacekabel. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/ieee 1394 IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/ieee 1394 DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 IPv4 over 1394 Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Bestandsoverdracht Bezorgingsoptie Indien vereist Bestandsoverdracht Bestandsoverdracht Intervaltijd Scanner opnieuw zenden Aantal keren opnieuw verzenden Scanner Indien vereist Indien vereist Opmerking [IEEE1394] wordt weergegeven wanneer de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. Als [Bezorgingsoptie] is ingesteld op [Aan], controleert u of het IPv4-adres is ingesteld. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 26

35 Netwerkinstellingen IEEE b (draadloos LAN) In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om gegevens naar het netwerk te verzenden met IEEE b (draadloos LAN). Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. 1 Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Interface instellingen/netwerk Type LAN Verplicht Interface instellingen/netwerk SNMPv3 communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk SSL / TLS communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee b Communicatiemodus Verplicht Interface instellingen/ieee b SSID-instelling Indien vereist Interface instellingen/ieee b Kanaal Indien vereist Interface instellingen/ieee b Beveiligingsmethode Indien vereist Interface instellingen/ieee b Verzendsnelheid Indien vereist Bestandsoverdracht Bezorgingsoptie Indien vereist Bestandsoverdracht Bestandsoverdracht Intervaltijd Scanner opnieuw zenden Aantal keren opnieuw verzenden Scanner Indien vereist Indien vereist Opmerking Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. [IEEE b] en [Type LAN] worden weergegeven wanneer de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd. Wanneer zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE b) zijn aangesloten, heeft de geselecteerde interface voorrang. Als [Bezorgingsoptie] is ingesteld op [Aan], controleert u of het IPv4-adres is ingesteld. 27

36 Het apparaat aansluiten 1 Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht Instellingen vereist om de TWAIN-netwerkscanner te gebruiken In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om de TWAINscanner in een netwerkomgeving te gebruiken. Ethernet In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om de TWAINnetwerkscanner met een ethernetkabel te gebruiken. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Interface instellingen/netwerk Type LAN Verplicht Interface instellingen/netwerk Ethernet snelheid Indien vereist Interface instellingen/netwerk SNMPv3 communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk SSL / TLS communicatie toestaan Indien vereist Interface instellingen/netwerk Hostnaam Indien vereist Opmerking Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd. Wanneer zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE b) zijn aangesloten, heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 28

37 Netwerkinstellingen IEEE 1394 (IPv4 over 1394) In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om de TWAINnetwerkscanner met een IEEE 1394-interfacekabel te gebruiken. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. 1 Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/ieee 1394 IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/ieee 1394 DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/ieee 1394 IPv4 over 1394 Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Opmerking [IEEE1394] wordt weergegeven wanneer de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 29

38 Het apparaat aansluiten IEEE b (draadloos LAN) 1 In dit gedeelte wordt uitgelegd welke instellingen vereist zijn om de TWAINnetwerkscanner met IEEE b (draadloos LAN) te gebruiken. Zie "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht" voor meer informatie over het bepalen van de instellingen. Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface instellingen/netwerk Apparaat IPv4-adres Verplicht Interface instellingen/netwerk IPv4 Gateway adres Indien vereist Interface instellingen/netwerk DNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk DDNS Configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Domeinnaam Indien vereist Interface instellingen/netwerk WINS configuratie Indien vereist Interface instellingen/netwerk Effectief protocol Verplicht Interface instellingen/netwerk Type LAN Verplicht Interface instellingen/netwerk Interface instellingen/netwerk SNMPv3 communicatie toestaan SSL / TLS communicatie toestaan Indien vereist Indien vereist Interface instellingen/netwerk Hostnaam Indien vereist Interface instellingen/ieee b Communicatiemodus Verplicht Interface instellingen/ieee b SSID-instelling Indien vereist Interface instellingen/ieee b Kanaal Indien vereist Interface instellingen/ieee b Beveiligingsmethode Indien vereist Interface instellingen/ieee b Verzendsnelheid Indien vereist Opmerking Indien [Effectief protocol], controleer of het protocol dat u wilt gebruiken is ingesteld op [Actief]. [IEEE b] en [Type LAN] worden weergegeven wanneer de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd. Wanneer zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE b) zijn aangesloten, heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.56 Interface-instellingen Pag.66 Bestandsoverdracht 30