Armoede en bestaansstrategieën: Formele en informele sociale zekerheid in Amsterdam-Zuidoost

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Armoede en bestaansstrategieën: Formele en informele sociale zekerheid in Amsterdam-Zuidoost"

Transcriptie

1 Armoede en bestaansstrategieën: Formele en informele sociale zekerheid in Amsterdam-Zuidoost Derde deelstudie van het project Landschappen van armoede Annelou Ypeij Erik Snel Werkstukken Sociale Vraagstukken en Beleid

2 Armoede en bestaansstratiegieën: Formele en informele sociale zekerheid in Amsterdam-Zuidoost: derde deelstudie van project Landschappen van armoede / Annelou Ypeij & Erik Snel. Trefw.: Armoede Beleving van armoede Bestaansstrategieën Sociale ondersteuning sociale zekerheid. Rotterdam: RISBO Contractresearch BV / Erasmus Universiteit Rotterdam. Januari 2002 Verkoopprijs: 15,90 (inclusief BTW en administratiekosten en exclusief verzendkosten) Exemplaren van deze uitgave zijn te bestellen bij: Secretariaat RISBO Erasmus Universiteit Rotterdam Postbus DR Rotterdam tel: fax: Copyright RISBO Contractresearch BV. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de Directie van het Instituut. ISBN

3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave i Voorwoord iii Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding Methoden en technieken van onderzoek Bestaansstrategieën van arme huishoudens Probleemstellingen van dit onderzoek 9 Hoofdstuk 2 De respondenten en Zuidoost Inleiding Van woonparadijs tot achterstandswijk De sociale problematiek nader geduid Profielschets van respondenten De respondenten over Zuidoost Samenvatting 29 Hoofdstuk 3 Formele ondersteuning door de overheid Inleiding Profijt van het armoedebeleid Theorieën over niet-gebruik publieke voorzieningen Hindernissen van het armoedebeleid Verhalen over de overheid en publieke instellingen Informele inkomsten Afwegingen tussen baten en lasten en strijd voor de eigen rechten Samenvatting en conclusies 60 i

5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 4 Alleenstaande moeders en informele ondersteuning Inleiding Begrippen en operationaliseringen Financiële situatie van de alleenstaande moeders uit Amsterdam-Noord en - Zuidoost Omvang en samenstelling van sociale netwerken Terreinen en omvang van sociale steun Tussentijdse conclusies Culturele variaties in familiesystemen Dynamische samenstelling van het familiehuishouden Samenvatting en conclusies 85 Hoofdstuk 5 Formele en informele sociale zekerheid Inleiding Intensief onderzoek: onderzoek over mensen Formele en informele sociale zekerheid De rol van de formele sociale zekerheid Informele sociale zekerheid De verhouding tussen formele en informele sociale zekerheid 100 Literatuurlijst 105 ii

6 Voorwoord Armoede en bestaansstrategieën is het derde onderzoeksrapport van het project Landschappen van armoede. Dit onderzoeksproject is in 1996 paralel aan de jaarboeken in de reeks Arm Nederland opgestart. In deze reeks zijn vijf studies verschenen die ingaan op de aard, omvang en sociale gevolgen van armoede in de Nederlandse verzorgingsstaat, alsmede op de effecten van het gevoerde armoedebeleid. Het onderzoeksproject heeft zich vooral gericht op de intensieve studie van duurzame armoede in specifieke stedelijke gebieden waar veel arme huishoudens wonen. Het betreft gebieden waar sociale uitsluitingsprocessen een ruimtelijke neerslag hebben gekregen, zoals in Amsterdam-Noord, De Bijlmermeer en de deelgemeente Delfshaven in Rotterdam. Onderzoek in dergelijke gebieden biedt de mogelijkheid om in contact te komen met mensen die al lange tijd moeten rondkomen van een inkomen rond het sociaal minimum. Dat is van groot belang omdat de duurzame armen veelal zijn ondervertegenwoordigd in het onderzoek naar armoede en uitsluiting. Wie het huidige onderzoek rond armoede en sociale uitsluiting overziet, kan twee verhalen vertellen. Het eerste verhaal is een macroverhaal gebaseerd op allerlei indicatoren ontleend aan survey-onderzoek of belastinggegevens. Die indicatoren hebben betrekking op armoedelijnen, deprivatie-indexen, inkomstenbronnen, buurtkenmerken, woonlasten, et cetera. In dit type verhalen staan niet zozeer arme mensen centraal, maar de kenmerken van kwetsbare categorieën (afgemeten aan een aantal vaste persoonskenmerken), alsmede enkele determinanten van armoede en achterstand. Dit type onderzoek geeft inzicht in de risicofactoren voor het ontstaan en de bestendiging van armoede. De Nederlandse pendant van dit type verhalen wordt aangetroffen in de Armoedemonitoren van het Sociaal Cultureel Planbureau en ook in diverse bijdragen in de jaarrapporten in de reeks Arm Nederland. In het tweede verhaal staan de sociale werelden van individuen en huishoudens centraal, en de bestaansstrategieën die zij ontwikkelen om hun leven zo adequaat mogelijk vorm te blijven geven. Daarbij wordt tevens geprobeerd om nader inzicht te krijgen in de betekenis van de sociale netwerken en ruimtelijke verbanden waarin arme huishoudens zijn ingebed, alsmede in de mate waarin arme huishoudens profiteren van het lokale iii

7 Voorwoord armoedebeleid. Er wordt dus niet alleen gekeken naar reguliere en formele inkomens van arme huishoudens, maar ook naar de informele inkomensbronnen die zij aanboren. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat arme huishoudens, in meer of mindere mate, zowel beschikken over formele als over informele systemen van ondersteuning. Het project Landschappen van armoede vertelt dit tweede verhaal. In dit rapport wordt verslag gedaan van intensief onderzoek onder zeventig huishoudens in Amsterdam-Zuidoost. Ook wordt gebruik gemaakt van eerder verzamelde gegevens in Amsterdam-Noord. In dit rapport staat vooral de positie van eenoudergezinnen centraal, waarbij systematisch aandacht wordt besteed aan twee belangrijke bestaansstrategieën, namelijk de mate waarin arme huishoudens profiteren van het lokale armoedebeleid en de mate waarin arme huishoudens diverse hulpbronnen weten te mobiliseren uit de sociale netwerken waarvan zij deel uitmaken. Gewichtiger geformuleerd gaat het om het profijt van arme huishoudens - en in het bijzonder eenoudergezinnen - van formele en informele systemen van sociale zekerheid. De resultaten van deze studie zijn in veel opzichten verrassend. In de eerste plaats is er de constatering van de duurzaamheid van armoede bij specifieke groepen. De gemiddelde armoededuur van de populatie bedroeg ruim negen jaar. In de tweede plaats is er de waarneming dat het lokale armoedebeleid nog te weinig wortel heeft geschoten, waardoor veel huishoudens er te weinig van profiteren. En in de derde plaats is er de constatering dat veel eenoudergezinnen de beschikking hebben over belangrijke vormen van informele ondersteuning. Het bestaan van dergelijke vormen van ondersteuning verklaart deels waarom arme huishoudens zich staande weten te houden, en verklaart tevens de afwijzende houding van groepen armen jegens bepaalde beleidsinitiatieven (in het bijzonder de toeleiding tot de arbeidsmarkt). Sommige groepen zijn niet zozeer gericht op vooruitkomen, maar op het handhaven van de zekerheden die ze in de loop der jaren hebben verworven. Het is onze overtuiging dat kennis van de leefwerelden en bestaansstrategieën van arme huishoudens, alsmede kennis van de mechanismen die kortsluitingen veroorzaken tussen de wereld van het beleid en de wereld van de burgers, elementaire voorwaarden zijn voor het ontwikkelen van meer realistisch en effectief beleid ter bestrijding van armoede. Deze studie is geschreven door Annelou Ypeij en Erik Snel. Annelou Ypeij heeft het veldwerk georganiseerd en deels zelf verricht. Maar deze studie heeft niet plaats kunnen hebben zonder de inspanning van vele personen en iv

8 Voorwoord instellingen. Een woord van dank is dan ook op zijn plaats. Onze erkentelijkheid gaat in de eerste plaats uit naar de zeventig respondenten die bereid zijn geweest om ons op een indringende manier een kijk te geven in hun dagelijks leven. Ondanks hun soms drukke werkzaamheden wisten ze tijd vrij te maken om de vele vragen te beantwoorden. Zonder hun openhartigheid en vertrouwen had dit onderzoek geen doorgang kunnen vinden. In de navolgende analyse komen hun meningen, perspectieven en dagelijkse ervaringen uitgebreid aan de orde. Verder zijn we veel dank verschuldigd aan iedereen die heeft geholpen met het werven van de respondenten. Hierbij willen we met name noemen: Manon Aalmoes (Advocatenkantoor Aalmoes), dhr. H. Axwijk (Stida), dhr. Bijlsma (inloopcentrum Bijlmerduif), mw. E. Blijd (De Doorzetters), Heleen Booij (De Echo), Ria Braaf (BZO), Anneke Coutinho (Vrouwenvakschool), Marian van Es (sociale dienst), Gert-Jan van Goudoever (maatschappelijk werk), Astrid Grant (Nieuwe Perspectieven), mw. Hamelink (Project Nieuw Werk), Titia Hartvelt (De Echo), Stanley Held, Dhr. M. Hofman (Cliëntenraad sociale dienst), medewerkers kinderopvang t Hop, dhr. J. Hoppenbrouwers (Arbeidsbureau Zuidoost), Harm Huizinga (sociaal raadsman), dhr. Jacobs (basisschool De Regenboog), mw. Koning (AMBO), Sylvia Korevaar (sociale dienst), mw. R. van Kruijssen (sociaal spreekuur BZO), Joan Labor (Opstap), Marelfa Lauffer (Buurthuis Hofgeest), medewerkers Leger des Heils, David Lobato (Werkmaatschappij Zuidoost), Ton van Loon (basisschool De Brink), Ester Macharius (Stichting Werk en Leefbaarheid), medewerkers MUG, Martien van Netten (basisschool De Vijzelmolen), Els Nicolas (Disk), medewerkers Radio Mart, Dyana Ramdhani (sociale dienst), dhr. R. Sikkema (sociaal raadsman), Genia Soudain (Intra-Support), Gert Taubman (Ouderen Advies Raad Zuidoost), Kathelijn Velema (Stadsblad Amsterdam), Janneke Verheul (Reclassering Amsterdam), mw. Van der Vliet (Vrouwen in de Bijstand), mw. Van Zundert (basisschool De Knotwilg), Olga van der Kreeke en velen anderen. v

9 Voorwoord Tot slot zijn we veel dank verschuldigd aan onze collega-onderzoekers Mirjam Dankoor, Astrid Grant, Tamara van der Hoek en Frank Wiendels. Zij hebben met veel inzet en enthousiasme respondenten geworven, interviews gehouden en deze vervolgens uitgewerkt. Tiziana Chessa en Katja Rusinovic hebben ondersteuning geboden bij de verwerking van de data en met Richard Staring hebben we vele inhoudelijke discussies gevoerd. We danken hen voor commentaar en suggesties. Godfried Engbersen (Projectleider Landschappen van armoede) Rotterdam, januari 2002 vi

10 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding Tijdens het laatste decennium van de vorige eeuw is armoede in de Nederlandse samenleving als maatschappelijk probleem erkend. Vanaf 1995 heeft de overheid een specifiek armoedebeleid ontwikkeld en uitgevoerd. Ondanks de economische groei en algemeen toegenomen welvaart bestaan er eind jaren negentig nog steeds veel huishoudens die wat betreft hun financiële middelen en maatschappelijke positie ver achterblijven bij de meer bevoorrechte delen van de bevolking. De belangrijkste conclusie uit Arm Nederland. Balans van het armoedebeleid is dat de armoede in de rijke jaren negentig, ondanks de gunstige economische situatie en het gevoerde armoedebeleid, is bestendigd. In 1990 behoorde ruim tien procent van alle Nederlandse huishoudens tot de sociale minima, in 1998 is dat nog steeds het geval. Bovendien tekent zich de tendens af, dat de armoede zich steeds sterker is gaan concentreren bij alleenstaande vrouwen en huishoudens van alleenstaande moeders. In dit verband wordt wel van de feminisering van de armoede gesproken. Daarnaast dienen zich nieuwe risicogroepen aan zoals kinderen en jongeren. Tenslotte is er een sterke oververtegenwoordiging van allochtone groepen onder de sociale minima (Snel, Engbersen en Vrooman 2000). Deze gegevens tonen aan dat armoede in Nederland een serieus probleem is. Tegelijkertijd wordt onze kennis van dit verschijnsel vooral bepaald door statistische tellingen en metingen, waarbij het bepalen van de omvang van de armoede evenals diverse kenmerken van de armoedepopulatie centraal staan. Onderzoek over het dagelijks leven van mensen die langdurig met een minimuminkomen moeten rondkomen is bijna niet voorhanden. Het project Landschappen van armoede, dat we in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1997 tot en met 2000 hebben uitgevoerd, beoogt in deze leemte te voorzien. Het project heeft tot doel een beschrijving en een verklaring te bieden van de leefsituatie van diverse groepen arme huishoudens. Het project wil vooral de aandacht vestigen op de wijze waarop de betrokkenen actief omgaan met hun vaak precaire 1

11 Hoofdstuk 1 financiële situatie. De centrale onderzoeksvragen richten zich op de bestaansstrategieën die arme huishoudens ontwikkelen. Op welke wijzen gaan arme huishoudens met hun financiële middelen om? Hoe maken ze hun financiële situatie hanteerbaar? Wat doen ze om deze te verbeteren? Het onderzoeksproject kenmerkt zich door intensieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Het is uitgevoerd op vier verschillende onderzoekslocaties die gemeen hebben dat ze een hoge concentratie van arme huishoudens kennen. Het gaat in drie gevallen om buurten in grote steden, namelijk Amsterdam-Noord, Amsterdam-Zuidoost en Rotterdam- Delfshaven. Als vierde locatie is de middelgrote stad Arnhem gekozen. De vier deelstudies van het project Landschappen van armoede verschillen niet alleen van elkaar doordat het om verschillende onderzoekslocaties gaat. Bij iedere studie staat bovendien een specifieke doelgroep centraal, zoals oudere, autochtone Nederlanders, Turkse huishoudens en jongeren. 1 In de onderhavige studie, uitgevoerd in Amsterdam-Zuidoost, wordt speciale aandacht besteed aan de situatie van alleenstaande moeders van verschillende etnische achtergronden. Dit betekent overigens niet, dat in deze deelstudie uitsluitend alleenstaande moeders aan het woord komen. Tijdens het veldwerk hadden we ons tot doel gesteld om tachtig respondenten per locatie te werven, waarvan ongeveer de helft tot de specifieke doelgroep, hier dus alleenstaande moeders, behoorde. Bij de andere helft van de respondenten gold als enig selectiecriterium dat het huishouden van een inkomen op of rond (hooguit tien procent boven) het sociaal minimum leeft. Het streefgetal van tachtig interviews is in deze deelstudie niet geheel gehaald. Uiteindelijk spraken we met zeventig respondenten, van wie 31 alleenstaande moeders. Zesentwintig van hen vormen samen met hun kinderen een huishouding. De overige vijf behoren met hun kinderen tot een zogenoemde uitgebreide huishouding. (vgl. par. 2.2). In het hele onderzoek Landschappen van armoede werden ruim driehonderd respondenten geïnterviewd. De opbouw van dit rapport is als volgt. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de methoden en technieken van onderzoek die we hebben gebruikt in 1 Andere gepubliceerde deelstudies: Ypeij, Annelou, Erik Snel en Godfried Engbersen (1999) Armoede in Amsterdam-Noord. Eerste deelstudie van project Landschappen van armoede, Rotterdam: Risbo Contract Research en Staring, Richard, Godfried Engbersen en Annelou Ypeij (2001) Armoede, migranten en informaliteit in Rotterdam-Delfshaven. Tweede Deelstudie van project Landschappen van armoede Rotterdam: Risbo Contract Research. 2

12 Inleiding Amsterdam-Zuidoost. Vervolgens formuleren we de onderzoeksvragen van deze deelstudie. In de eerste deelstudie over Amsterdam-Noord hebben we verschillende bestaansstrategieën onderscheiden en beschreven. De onderhavige deelstudie beoogt twee bestaansstrategieën aan een nadere analyse te onderwerpen. De eerste betreft de inbedding van arme huishouding in het systeem van sociale zekerheid die toegang verschaft tot formele ondersteuning door de overheid. De tweede bestaansstrategie betreft de inbedding van arme huishoudens in sociale netwerken van vrienden, familie en andere bekenden en de informele ondersteuning die op basis daarvan kan worden gegenereerd. In hoofdstuk 2 wordt een korte profielschets van de geïnterviewde respondenten gegeven, waarbij onder meer wordt ingegaan op hun inkomenssituatie en op de subjectieve beleving ervan. Verder wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de onderzoekslocatie. Het onderzoek is uitgevoerd in Amsterdam-Zuidoost, waarvan de Bijlmermeer deel uitmaakt. In dit hoofdstuk staan we tot slot stil bij de wijze waarop de respondenten het wonen in dit deel van Amsterdam beleven. Hoofdstuk 3 besteedt aandacht aan de formele ondersteuning die de respondenten van de overheid ontvangen. Welk profijt ontlenen zij aan het stelsel van sociale voorzieningen en meer specifiek aan het gevoerde armoedebeleid? Hoe ervaren respondenten hun contacten met de overheid en de uitvoerende ambtenaren van de diverse beleidsinstanties? Welke strategieën ontwikkelen respondenten in hun omgang met de overheid en publieke instellingen? We zullen laten zien dat het gebruik van het gevoerde armoedebeleid niet optimaal is en beargumenteren dat de meningen van respondenten over publieke instellingen en de overheid in het algemeen hierbij een belangrijke rol speelt. De overheid blijkt onvoldoende in staat om naar de mening van de respondenten hun bestaanszekerheid voldoende te garanderen. Een belangrijk deel van de respondenten ziet zich om die reden genoodzaakt om informele inkomsten te verwerven. In hoofdstuk 4 presenteren we een analyse van de vormen van sociale ondersteuning waar de respondenten toegang toe hebben. Bij deze analyse beperken we ons tot de alleenstaande moeders. Omdat elders is geconstateerd dat allochtonen meer ondersteuning ontvangen dan autochtonen (Engbersen, Snel en Rusinovic 2000: 53) maken we een vergelijking tussen alleenstaande moeders met verschillende etnische achtergronden. Hierbij besteden we aandacht aan Antilliaanse, Surinaamse en autochtone Nederlandse moeders. De alleenstaande moeders wonen deels in Amsterdam-Zuidoost, maar deels ook in Amsterdam-Noord (vgl. Ypeij, 3

13 Hoofdstuk 1 Snel en Engbersen 1999, Ypeij en Snel 2000). Een belangrijke vraag in deze beschouwing is of er op basis van de verschillende etnische achtergronden verschillen zijn te constateren in mate en vormen van informele ondersteuning. Het laatste hoofdstuk bevat een recapitulatie van de voornaamste bevindingen uit de voorgaande hoofdstukken. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op de vraag naar de verhouding tussen enerzijds de rol die het formele stelsel van sociale zekerheid speelt in het leven van arme huishoudens en anderzijds de informele strategieën die zij ontwikkelen om te kunnen omgaan met beperkte financiële middelen en bestaansonzekerheid. Von Benda-Beckmann en Von Benda-Beckmann (1994) maken in dit verband een onderscheid tussen formele sociale zekerheid en informele sociale zekerheid. Formele zekerheid wordt geboden door het stelsel van sociale voorzieningen. Daarnaast bestaan er echter nog tal van andere sociale instituties en praktijken, waarmee mensen perioden van armoede en bestaansonzekerheid het hoofd proberen te bieden. Te denken valt aan de informele ondersteuning die mensen ontlenen aan hun sociale netwerken, maar ook aan het verwerven van informele inkomsten. Dit geheel van sociale instituties en praktijken noemen zij informele sociale zekerheid. 1.2 Methoden en technieken van onderzoek Amsterdam-Zuidoost is als onderzoekslocatie gekozen wegens het relatief grote aantal alleenstaande moeders dat er woont. Bijna eenvijfde deel van alle huishoudens in Zuidoost bestaat uit eenoudergezinnen. Het Amsterdamse gemiddelde ligt op elf procent (O+S 2000: tabel ). Dit hoge percentage alleenstaande moeders hangt samen met etnische samenstelling van de bevolking. Bijna veertig procent van de bevolking bestaat uit Surinamers en Antillianen. Beide gemeenschappen kennen relatief veel eenoudergezinnen. Het onderzoek is uitgevoerd van november 1998 tot en met juli Het onderzoeksteam bestond uit een hoofdonderzoekster en vier assistentonderzoekers. Het betreft een man en vier vrouwen, van wie twee met een Surinaamse achtergrond. Eén van de Surinaamse onderzoeksters heeft het onderzoekswerk uitgevoerd naast haar dagelijkse werkzaamheden in de jeugdhulpverlening. Door haar grote netwerk in Zuidoost wist zij vele deuren voor ons te openen. Het onderzoeksteam werkte vanuit een flat in H-buurt in Zuidoost die speciaal voor dit doel was gehuurd. 4

14 Inleiding Evenals bij de andere deelstudies heeft ook in Amsterdam-Zuidoost de werving van de respondenten veel tijd en energie gevergd. Ondanks de grote inzet van het team konden we het streefgetal van tachtig respondenten binnen de geplande tijd en financiële middelen niet bereiken. Na het zeventigste interview hebben we het onderzoeksproces geëvalueerd en zijn we tot de conclusie gekomen, dat we reeds over voldoende inzichten en kennis beschikten. De extra inspanning en middelen die nodig zouden zijn om nog eens tien respondenten te werven zouden naar onze mening niet geheel opwegen tegen de additionele kennis die dit zou opleveren. De belangrijkste criteria waarop we de respondenten hebben geselecteerd betreffen het feit dat ze woonachtig zijn in Zuidoost en een inkomen hebben op of rond het minimum. Verder zochten we speciaal naar alleenstaande moeders. De werving van respondenten is op verschillende manieren aangepakt. De meeste respondenten, namelijk 33, hebben we geworven via instellingen die op de een of andere manier in contact staan met mensen met een gering inkomen. Voorbeelden zijn Sociaal Raadslieden, scholen, organisaties van arbeidstoeleiding, inloopcentra, buurthuizen, arbeidsbureau, belangen- en doelgroeporganisaties, et cetera. Deze instellingen en organisaties benaderden namens ons hun cliënten met het verzoek aan het onderzoek mee te werken. Sommige medewerkers deden dat door cliënten direct aan te spreken, anderen door middel van de verspreiding van schriftelijke oproepen. Bij de sociale dienst kregen we toestemming om bij verschillende gesprekken met cliënten aanwezig te zijn. Aan het eind van een dergelijk gesprek vroegen we vervolgens aan de cliënten of ze aan het onderzoek wilden meewerken. Hoewel we veel respondenten via organisaties hebben geworven, vereist deze wervingsmethode een grote tijdsinvestering. Voor de werving van de genoemde 33 respondenten hebben we met ruim vijftig instellingen contact opgenomen. Dat betekent het voeren van telefoongesprekken, het opsturen van schriftelijke informatie en het afleggen persoonlijke bezoeken. Verschillende instellingen wilden bij voorbaat niet meewerken uit angst de cliënten te beledigen. Andere probeerden het wel, maar hadden geen succes. We hebben bijvoorbeeld met ruim twintig basisscholen contact gelegd, wat welgeteld twee respondenten heeft opgeleverd. Een wervingsmethode die voor ons veel sneller is verlopen, betreft het plaatsen van een oproep in huis-aan-huisbladen en andere organen. Omdat de hoofdonderzoekster ook al de deelstudie in Amsterdam-Noord had uitgevoerd en daaraan in de media aandacht was besteed, waren verschillende lokale journalisten geïnteresseerd in het onderzoek in Zuidoost. 5

15 Hoofdstuk 1 Er verschenen twee interviews in de gratis weekbladen waarop verschillende respondenten hebben gereageerd. Ook mochten we van de redactie van het Maandblad voor Uitkeringsgerechtigden gratis oproepen plaatsen. In totaal hebben we op deze manier zeventien respondenten geworven. Verder hebben we respondenten gezocht door de deuren langs te gaan. Meestal in groepjes van twee kozen de onderzoekers dan een bepaalde straat of flatgebouw uit en belden deur voor deur aan. Op deze manier hebben we tien respondenten gevonden. De laatste manier die we willen noemen is het werven via andere respondenten. In acht gevallen lukte het ons in contact te komen met respondenten doordat we al een kennis, familielid of vriend van deze persoon hadden geïnterviewd. Via een bevriende buurtbewoner hebben we ook nog twee respondenten kunnen werven. De belangrijkste onderzoeksmethode betreft het afnemen van interviews. Omdat het project Landschappen van armoede door een groot team van onderzoekers werd uitgevoerd, namelijk dertien onderzoekers verdeeld over vier locaties, hebben we gewerkt met een gestructureerde vragenlijst. Deze vragenlijst bestaat uit gesloten en open vragen. De gespreksthema s die is daarin aan bod komen betreffen de buurt, arbeid, inkomen en vaste lasten, rondkomen, contacten met publieke instanties, sociale netwerken en maatschappelijke participatie. De meeste gesloten vragen worden gevolgd door de open vraag om een toelichting. Van de interviews zijn geluidsopnamen gemaakt. De meeste interviews zijn vervolgens zo letterlijk mogelijk uitgetypt. Bij de verwerking van de gegevens is gebruik gemaakt van de computerprogramma s Kwalitan en SPSS. De meeste gesprekken werden na een persoonlijke of telefonische afspraak bij de mensen thuis gehouden. De gemiddelde duur van de interviews bedraagt bijna drieënhalf uur. Soms kon het interview in één bezoek worden afgerond, maar vaker waren er meerdere gesprekken nodig. Gemiddeld hebben we de respondenten ruim anderhalf maal bezocht. In Zuidoost werden we vaker dan in bijvoorbeeld Amsterdam-Noord geconfronteerd met het feit dat de respondenten na één bezoek hun verdere medewerking aan het onderzoek staakten, ook al waren nog niet alle vragen en thema s aan bod geweest. Tien van de zeventig interviews zijn om die reden niet volledig afgerond. De meeste hiervan betreffen interviews met allochtone respondenten zoals Surinamers, Antillianen, een Marokkaanse en een Ghanese respondent. Ons inziens kon dit gebeuren, omdat gaandeweg het interview de respondenten onze vragen steeds indringender en persoonlijker vonden, maar ook wegens de toch wat formele manier waarop we de 6

16 Inleiding interviews afnamen. We maakten immers eerst een afspraak voor een bepaalde datum en tijd en kwamen vervolgens gewapend met een dikke vragenlijst en een cassetterecorder op bezoek. Deze formele wijze van interviewen paste niet steeds in het ritme van het dagelijks leven van de respondenten. Hun tijdsplanning verloopt niet altijd volgens een strakke agenda en sommigen laten veel ruimte voor spontane, onverwachte acties en beslissingen. Een meer antropologische manier van onderzoek met aandacht voor groepsontmoetingen, het delen van dezelfde ruimte, participerende observatie en informele, kortdurende gesprekken, had ons inziens beter aangesloten bij de leefwereld van verschillende respondenten. De beschikbare tijd en middelen in combinatie met het ambitieuze streven van tachtig respondenten per locatie bood hiervoor niet alle ruimte. De balans die we zochten tussen kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden is wat dit betreft uitgeslagen naar het kwantitatieve. 1.3 Bestaansstrategieën van arme huishoudens Een belangrijke reden voor het uitvoeren van intensief of kwalitatief onderzoek is inzicht te verkrijgen in de dagelijkse leefwereld van mensen die van een inkomen op of rond het bestaansminimum leven, en te ontdekken hoe ze met hun beperkte financiële middelen omgaan. Wat doen leden van arme huishoudens om hun dagelijkse leven hanteerbaar te maken en, indien mogelijk, hun financiële situatie te verbeteren? In de literatuur wordt in dezen wel gesproken van coping, dat wil zeggen het omgaan met moeilijke en spanningsvolle levenssituaties. Vaak wordt daarbij een grof onderscheid gemaakt tussen twee vormen van coping, namelijk probleemgerichte en emotiegerichte coping. Het eerste betreft het feitelijk oplossen van een als moeilijk ervaren situatie. Het tweede betreft het verminderen van de emotionele, psychische of sociale kwetsuur die het gevolg is van een dergelijke situatie. Een voorbeeld van dit laatste is onder meer het verschijnsel dat werklozen na verloop van tijd niet meer solliciteren om zichzelf de pijn van het steeds afgewezen worden te besparen. Een ander voorbeeld is dat werklozen of leden van arme huishoudens contacten met mensen met meer maatschappelijk succes vermijden, omdat juist in dergelijke contacten het eigen maatschappelijk falen zichtbaar wordt (vgl. Tazelaar en Springers 1984, Engbersen en Van der Veen 1987). Deze vorm van coping komt in het derde hoofdstuk (paragraaf 3.6) aan de orde. 7

17 Hoofdstuk 1 Probleemgerichte coping gaat om de pogingen van arme huishoudens om daadwerkelijk verbetering te brengen in hun materiële en financiële situatie (vgl. Snel en Engbersen 1996, Ypeij et al. 1999). In de sociaalwetenschappelijke literatuur wordt in dit verband gesproken over overlevingsstrategieën. Om het gevaar van een dramatisering van de situatie te voorkomen gaat onze voorkeur uit naar het begrip bestaansstrategieën. Het directe overleven is in de Nederlandse situatie immers lang niet altijd bedreigd. Op basis van Roberts (1991: 139) definiëren we bestaansstrategieën als een geheel van activiteiten die bewust worden ondernomen door een of meer leden van een huishouden met het doel de bestaanszekerheid van het huishouden op de korte of langere termijn te garanderen. Het omvat het maken van afwegingen en keuzes tussen verschillende alternatieven. In eerder onderzoek beschreven we onder meer de volgende bestaansstrategieën (vgl. Snel en Engbersen 1996, Ypeij, Snel en Engbersen 1999): a) zorgvuldig budgetmanagement door financiële planning, zuinigheid, sparen en eventueel schulden maken; b) de strategische samenstelling van het huishouden waardoor het samenvoegen van inkomsten mogelijk wordt, evenals het delen van bepaalde kosten en het gezamenlijk uitvoeren van taken ten aanzien van huishouden en zorg; c) het ontwikkelen van meervoudige inkomensstrategieën waarbij één lid van een huishouden verschillende inkomsten heeft of meerdere leden inkomsten hebben die vervolgens worden samengevoegd. Hieronder vallen zowel formele als informele (neven)inkomsten; d) het mobiliseren van sociale steun uit het informele relatienetwerk waarin men participeert; e) het verwerven van ondersteuning of subsidies van de overheid. In deze deelstudie richten wij ons vooral op de laatste twee bestaansstrategieën, enerzijds de wijze waarop de onderzochte huishoudens toegang krijgen tot de formele ondersteuning door de overheid (sociale zekerheid, armoedebeleid, enzovoort) en anderzijds de mate en soort van informele sociale steun die zij weten te verwerven uit de sociale relatienetwerken waarin zij participeren. Verder komen de meervoudige inkomensstrategie in de vorm van informele (neven)inkomsten en de strategische samenstelling van de huishouding meer zijdelings aan de orde. 8

18 Inleiding 1.4 Probleemstellingen van dit onderzoek Op basis van het bovenstaande formuleren we voor deze deelstudie de volgende onderzoeksvraag: wat is het profijt dat de respondenten ontlenen aan de formele sociale zekerheid en aan informele sociale steun en op welke wijze verhouden de toegang tot formele overheidssteun en informele solidariteit zich tot elkaar? Hiermee samenhangende deelvragen zijn: Met betrekking tot overheidssteun: In welke mate en op welke wijze ontvangen de respondenten ondersteuning van de overheid? Indien het profijt van de overheidsondersteuning niet optimaal is, wat zijn daarvoor de redenen? Met betrekking tot informele solidariteit: In welke mate en op welke wijze ontvangen respondenten ondersteuning op basis van hun inbedding in sociale netwerken? Welke waarden, normen en regels spelen een rol bij de toegang tot ondersteuning? Zijn er verschillen tussen allochtone en autochtone respondenten en hoe zijn deze te begrijpen? Met betrekking tot de relatie tussen formele sociale zekerheid en informele solidariteit: Als respondenten veel toegang hebben tot formele solidariteit hebben zij dan ook veel toegang tot informele solidariteit? De eerste twee onderzoeksvragen komen aan de orde in hoofdstuk 3. De volgende drie onderzoeksvragen worden beantwoord in hoofdstuk 4 en de laatste onderzoeksvraag komt aan de orde in hoofdstuk 5. 9

19

20 Hoofdstuk 2 De respondenten en Zuidoost 2.1 Inleiding Wie met de auto door de hoogbouw van Zuidoost rijdt, beter bekend als de Bijlmermeer, ontdekt al snel één van de architectonische essenties van de functionele stad. Vanuit het idee wonen en verkeer te scheiden wordt het autoverkeer geleid over brede dreven die meestal hoger zijn gelegen dan de ingangen van de flatgebouwen. Voor de automobilist zijn de flats bereikbaar via logge garages en grote parkeerterreinen. De dreven verdelen de Bijlmermeer in verschillende buurten die genoemd zijn naar de letters E. tot en met K. Karakteristiek voor de Bijlmermeer is de parkachtige inrichting van de openbare ruimte. Tussen grasvelden, struikgewas, bomen en waterpartijen is een web van wandel- en fietspaden aangelegd, vaak onder de dreven door, dat de flats met elkaar verbindt. Verreweg de meeste flats zijn gebouwd in het zogenoemde honingraatpatroon. Ze hebben tien woonlagen en kennen lange galerijen. Het stadsdeel Zuidoost is echter veel groter dan de Bijlmermeer. Tussen Duivendrecht en de Bijlmermeer bevindt zich de buurt Venserpolder. Ten Zuidwesten van de Bijlmermeer, aan de andere kant van de A9, bevinden zich vijf buurten die deel uitmaken van het stadsdeel Zuidoost, namelijk Holendrecht, Reigersbos, Gaasperdam, Nellestein en Gein. In al deze buurten is middelhoogbouw in de vorm van portiekwoningen, maar ook eengezinswoningen, de belangrijkste architectonische trend. Tot slot behoort ook Driemond tot het stadsdeel, maar omdat we daar geen respondenten hebben geïnterviewd laten we deze dorpsgemeenschap verder buiten beschouwing. In de dagelijkse spreektaal maken de bewoners van Zuidoost vaak een onderscheid tussen de laagbouw en de hoogbouw. Hierbij staat de hoogbouw voor alle negatieve associaties die de Bijlmermeer en Zuidoost oproepen, zoals vandalisme, verloedering en onveiligheid. Behalve Zuidoost als woongebied wordt vanaf de jaren negentig de strategische locatie van het stadsdeel erkend en in toenemende mate economisch ontwikkeld. Het zakencentrum Amstel III is hiervan onder meer het resultaat. Zuidoost heeft twee extreme gezichten. Vanaf het station 11

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

buurtprofiel Schrijverswijk

buurtprofiel Schrijverswijk buurtprofiel Schrijverswijk bevolking De buurt Schrijverswijk in de wijk Veenendaal-Noordwest telde in 2016 1.420 inwoners; dat is ruim 2% van de Veenendaalse bevolking. Jongeren zijn oververtegenwoordigd:

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap J. Mevissen, L. Heuts en H. van Leenen SAMENVATTING Achtergrond van het onderzoek Het verschijnsel zelfstandige zonder personeel (zzp er) spreekt tot de verbeelding.

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2016 verspreid in 40 vestigingen van Resto VanHarte, in 29 steden/gemeenten.

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding Landelijk beeld: afname Steeds minder mensen in Nederland doen een beroep op de bijstand. Het aantal bijstandsontvangers van 15-64 jaar nam tussen en af van 489.170 tot 334.990, een afname van 31,5%. De

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015 Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2015 verspreid in 32 vestigingen van Resto VanHarte, in 20 steden/gemeenten.

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep Hoofdstuk 16. Financiële situatie Samenvatting 16. FINANCIËLE SITUATIE In hoofdstuk 5 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Wat is armoede? Er zijn veel verschillende theorieën en definities over wat armoede is. Deze definities zijn te verdelen in categorieën.

Wat is armoede? Er zijn veel verschillende theorieën en definities over wat armoede is. Deze definities zijn te verdelen in categorieën. Wat is armoede? Er zijn veel verschillende theorieën en definities over wat armoede is. Deze definities zijn te verdelen in categorieën. Absolute en relatieve definities Bij de absolute definities wordt

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Persbericht. 31 juli 2013. Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten

Persbericht. 31 juli 2013. Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten Persbericht 31 juli 2013 Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten Werkloosheid en bezuinigingen zijn volgens inwoners van Twente verreweg de grootste problemen in hun gemeenten.

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Ruim zeven op de tien Leidenaren

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond

Samenvatting. Achtergrond Samenvatting Achtergrond Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking bestaat uit niet-westerse allochtonen. Hoewel dit een aanzienlijk deel van de bevolking betreft, weten we nog weinig van de wegen die

Nadere informatie

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Tilburg

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Tilburg Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Tilburg Doelgroepen Iedereen is welkom bij Resto VanHarte. Maar mensen of groepen die sociaal geïsoleerd zijn of dreigen te raken krijgen onze speciale aandacht. Wij willen

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354 In het gebied groeit meer dan de helft van de kinderen op in een minimasituatie. Daarnaast groeit in De Wierden bijna de helft op in een eenoudergezin. De combinatie van relatief lage doorstroming en relatief

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Onderzoeksdocument. Creatieve Bloeiplaats

Onderzoeksdocument. Creatieve Bloeiplaats Onderzoeksdocument Creatieve Bloeiplaats HVA Instituut voor Interactieve Media Amsterdam oktober 2008 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Inleiding...3 Doelstellingen...4 Doelgroep...5 De vragen...6 De resultaten...7

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Samenvatting Hfst 5. Trendvragen financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Managementsamenvatting: Schaduweffecten van EU-arbeidsmigratie in Rotterdam

Managementsamenvatting: Schaduweffecten van EU-arbeidsmigratie in Rotterdam : Schaduweffecten van EU-arbeidsmigratie in Rotterdam Een onderzoek naar de positie van personen met een EU-achtergrond in Rotterdam Y. Seidler A. van den Heerik J. de Boom A.M. Weltevrede Met medewerking

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

De binnenstad is een woongelegenheid in een stedelijk centrum, omdat daar minder en dure woningen zijn, en veel horeca, winkels en kantoren.

De binnenstad is een woongelegenheid in een stedelijk centrum, omdat daar minder en dure woningen zijn, en veel horeca, winkels en kantoren. Praktische-opdracht door Mere 1507 woorden 11 juni 2015 7 3 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Stap 2 Een wijk kiezen Wij kozen de Binnenstad! Dit leek ons een interessante wijk om te

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

3. Minder tevreden over het wonen

3. Minder tevreden over het wonen 3. Minder tevreden over het wonen zijn minder tevreden over hun woning en hun woonomgeving dan autochtonen. Zij wonen in kwalitatief minder goede woningen en moeten met meer mensen de beschikbare ruimte

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

Visie op participatie

Visie op participatie 1. Inleiding De VVD vindt dat ieder individu een zelfstandig en zelfredzaam bestaan moet kunnen hebben. Volledige zelfontplooiing is een basisrecht dat daarbij hoort. De overheid dient daar waar nodig

Nadere informatie

PERSBERICHT. Armoedesignalement 2013: Sterke groei armoede in 2012, maar afzwakking verwacht ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 3 DECEMBER 2013, 00:01 UUR

PERSBERICHT. Armoedesignalement 2013: Sterke groei armoede in 2012, maar afzwakking verwacht ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 3 DECEMBER 2013, 00:01 UUR PERSBERICHT ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 3 DECEMBER 2013, 00:01 UUR Inlichtingen bij Dr. P.H. van Mulligen persdienst@cbs.nl T 070 3374444 Dr. J.C. Vrooman c. vrooman@scp.nl T 070 3407846 of Dr. S.J.M. Hoff

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Imago Zuidoost 2013. vierde meting. In opdracht van: Stadsdeel Zuidoost. Projectnummer: 13248. Anne Huijzer. Esther Jakobs

Imago Zuidoost 2013. vierde meting. In opdracht van: Stadsdeel Zuidoost. Projectnummer: 13248. Anne Huijzer. Esther Jakobs vierde meting In opdracht van: Stadsdeel Zuidoost Projectnummer: 13248 Anne Huijzer Esther Jakobs Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 0422 Postbus 658, 1000 AR Amsterdam www.os.amsterdam.nl

Nadere informatie

buurtprofiel De Pol en Gelderse Blom

buurtprofiel De Pol en Gelderse Blom buurtprofiel De Pol en Gelderse Blom bevolking De buurten De Pol en Gelderse Blom tellen samen 3.805 inwoners; dat is 6% van de Veenendaalse bevolking. Omdat er in beide buurten vooral gezinnen wonen,

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 7. Financiële situatie Samenvatting Bijna driekwart van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, twee op de tien komt net rond en bijna een

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt, midden in de polder, een nieuwe woonwijk: de Groote Wielen. In totaal komen er ongeveer 4.350 woningen, daarvan

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Buurtenquête hostel Leidsche Maan Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding

Nadere informatie

Armoede en kinderen: ontwikkeling, achtergronden, gevolgen Lezing voor Inspiratiesessie kinderarmoede Divosa, Amersfoort 6 juni 2017

Armoede en kinderen: ontwikkeling, achtergronden, gevolgen Lezing voor Inspiratiesessie kinderarmoede Divosa, Amersfoort 6 juni 2017 Armoede en kinderen: ontwikkeling, achtergronden, gevolgen Lezing voor Inspiratiesessie kinderarmoede Divosa, Amersfoort 6 juni 2017 Erik Snel Department of Public Administration and Sociologie (DPAS/EUR)

Nadere informatie

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel Resultaten LHBT-Veiligheidsmonitor 2015: Kwart maakte afgelopen jaar een onveilige situatie mee; veiligheidsgevoel onder transgenders blijft iets achter. De resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek

Nadere informatie

Concentratie allochtonen toegenomen

Concentratie allochtonen toegenomen Jan Latten 1), Han Nicolaas 2) en Karin Wittebrood 3) Niet-westerse wonen vanouds geconcentreerd in het westen van Nederland. Daarbinnen zijn ze geconcentreerd in de vier grote steden. In 4 bestond procent

Nadere informatie

Woningbouw, groen en water

Woningbouw, groen en water Woningbouw, groen en water In de periode van 21 mei tot en met 20 juni 2008 zijn de 338 leden van het internetpanel Zuidoost benaderd met een vragenlijst over woningbouw in het stadsdeel en de Groen- en

Nadere informatie

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer Resultaten onderzoek naar woon- en zorgvoorzieningen voor Surinaams- Javaanse ouderen in juli 2003. Inhoudsopgave Inleiding...2 1. Huidige situatie...3

Nadere informatie

Hoe gaat het met de Bijlmer patient in 2010? Paul van Soomeren Jolien Terpstra 15 april 2011

Hoe gaat het met de Bijlmer patient in 2010? Paul van Soomeren Jolien Terpstra 15 april 2011 Hoe gaat het met de Bijlmer patient in 2010? Paul van Soomeren Jolien Terpstra 15 april 2011 www.dsp-groep.nl 1. Historie Bijlmer 2. Bijlmermeer: functionele stad 3. Bijlmervernieuwing 4. De DSP BijlmerMonitor

Nadere informatie

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede 1 Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede Doelgroepen Iedereen is welkom bij Resto VanHarte. Mensen of groepen die sociaal geïsoleerd zijn of dreigen te raken krijgen onze speciale aandacht. Wij willen

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken naar de bekendheid en het gebruik van vijf inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke

Nadere informatie

Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden

Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden Doelgroepen Iedereen is welkom bij Resto VanHarte. Maar mensen of groepen die sociaal geïsoleerd zijn of dreigen te raken krijgen onze speciale aandacht. Wij willen

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN - eindrapport - Drs. Janneke Stouten Dr. Marga de Weerd

Nadere informatie

Sociaal investeren in de sociale infrastructuur

Sociaal investeren in de sociale infrastructuur Sociaal investeren in de sociale infrastructuur Annelou Ypeij Godfried Engbersen Werkstukken Sociale Vraagstukken en Beleid Sociaal investeren in de sociale infrastructuur / Annelou Ypeij & Godfried Engbersen.

Nadere informatie

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk Waardering van voorzieningen, vervoer en werk Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Een afname van het inwoneraantal heeft gevolgen voor het voorzieningenniveau. Er zal immers niet

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf Profiel van daklozen in de vier grote Omz, UMC St Radboud Nijmegen steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) IVO, Rotterdam Jorien van der

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Ten noorden van de Binnenstad ligt de wijk Muntel/Vliert. Deze wijk bestaat uit drie verschillende buurten: de Muntel, de Vliert en Orthenpoort. De wijk telt bijna

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen. Hilde Kalthoff

Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen. Hilde Kalthoff Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen Hilde Kalthoff Inhoud presentatie Cijfers en risicogroepen Invloed op welbevinden Eerste jaren hersenontwikkeling, armoede en hechting Armoede,

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING 1p 1 Het aantal asielaanvragen is sinds 2000 gedaald. Waardoor is het aantal asielzoekers in Nederland

Nadere informatie

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Middelburg

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Middelburg Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Middelburg Doelgroepen Iedereen is welkom bij Resto VanHarte. Maar mensen of groepen die sociaal geïsoleerd zijn of dreigen te raken krijgen onze speciale aandacht. Wij

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

Cultuurparticipatie in Dordrecht. Cultuurparticipatie in Dordrecht. Bas Hoeing CMV 2 09018387 Inhoudsopgave: Aanleiding Blz. 3 Het probleem Blz. 3 De opdrachtgever Blz. 3 Vraagstelling Blz. 4 Deelvragen Blz. 4 Aanpak Blz. 4 Definities

Nadere informatie

Jeugd in Schildersbuurt. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

Jeugd in Schildersbuurt. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015). Jeugd in Schildersbuurt De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 31.639 inwoners (1 januari 2015). 1 Demografie Demografie Deze paragraaf geeft een beeld van de samenstelling van de

Nadere informatie

Rotterdamwet in de Westwijk. De buurt op slot voor minima

Rotterdamwet in de Westwijk. De buurt op slot voor minima Rotterdamwet in de Westwijk De buurt op slot voor minima Buurt enquête SP-Vlaardingen, versie 1.0 15 december 2015 Vlaardingen, 15 december 2015 Inleiding Op 3 november 2015 stelde het college van burgemeester

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

Informatie 10 januari 2015

Informatie 10 januari 2015 Informatie 10 januari 2015 ARMOEDE: FEITEN EN CIJFERS ARMOEDE WERELDWIJD Wereldwijd leven ongeveer 1,2 miljard mensen in absolute armoede leven: zij beschikken niet over basisbehoeften zoals schoon drinkwater,

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Kerncijfers armoede in Amsterdam - Fact sheet juli 218 18 van de Amsterdamse huishoudens behoorde in 216 tot de minima: zij hebben een huishoudinkomen tot 12 van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en hebben weinig vermogen. In deze 71.386

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Werkloosheid Amsterdam

Werkloosheid Amsterdam Werkloosheid Amsterdam Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon 020 527 9459 Fax 020 527 9595 www.os.amsterdam.nl Amsterdam, februari Werkloosheid in Amsterdam neemt verder

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Engelen De wijk Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich

Nadere informatie

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

5. CONCLUSIES ONDERZOEK 5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.

Nadere informatie