Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid. Handleiding voor samenstellen portfolio

Transcriptie

1 Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid Handleiding voor samenstellen portfolio Utrecht, juni 2010

2 Colofon Titel: Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid Auteur: Uitgave: APS, Utrecht juni APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

3 Inhoud Inleiding 5 De portfolio 5 De auditonderdelen 5 Algemeen 7 Leerlingen 7 Personeel 7 Huisvesting 7 Materiële voorzieningen 9 Faciliteiten voor het leren 9 De inhoud van de opleiding 11 Buitenschools leren 11 Competenties 11 Algemene competenties 11 Voorwaardelijke competenties 12 Andere onderwijsinhoudelijke gebieden 13 Procesgericht werken 13 Kwaliteit van leren en leeromgeving 14 Rapportage, schoolexamen en toetsing 16 Veiligheid, Zorg en Begeleiding 18 De docent betrokken bij de opleiding SDV 19 School en omgeving 20 De resultaten van de opleiding 23 Conclusies en verbeteringen 25 PDCA 25 Leden reflectiegroep 27 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 3

4 4 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

5 Inleiding In deze handleiding wordt getracht de mensen die de zelfevaluatie van de opleiding gaan uitvoeren een leidraad te geven. Een leidraad met thema's en onderwerpen die voor een goede audit noodzakelijk zijn. Soms is het lastig normen te stellen, omdat die normen verregaand in kunnen grijpen in de dagelijkse organisatie van de school en de opleiding. Toch is het nodig deze normen te hebben, omdat ze enerzijds een baken zijn waarin de opleiding zich wil en kan ontwikkelen, en anderzijds zijn de normen nodig om de kwaliteit die gevraagd wordt om goede SDV leerling op te leiden, te vergroten. De norm is de regel, de criteria zijn indicatief. De portfolio In de portfolio wordt verslag gedaan van wat de opleiding realiseert op de geformuleerde criteria, of in de portfolio wordt een beschrijving opgenomen van hoe de gevraagde kwaliteit gerealiseerd wordt. Daarnaast worden in de portfolio bewijsstukken opgenomen. In de portfolio is opgenomen: Het (opleidings-)jaarplan. Andere specifieke SDV (beleids-)plannen, zoals samenwerkingsconvenanten, zorgplannen en dergelijke. Een reflectie op de stand van zaken van de opleiding aan de hand van het geleverde format (w.o. conclusies en verbeterpunten). Zie hiervoor deze handleiding hoofdstuk 1 t/m 3. Bewijzen. De auditonderdelen Deze handleiding voor de audit bestaat uit de volgende onderdelen waarmee de opleiding gevraagd wordt het volgende te leveren: 1. Een korte beschrijving van de school waar de opleiding SDV onderdeel van is, met enkele kenmerken en kengetallen. 2. Een beschrijving van de materiële voorzieningen ter realisering van het programma SDV. 3. Een beschrijving en analyse van de inhoud van het programma van de opleiding 4. Een inzicht in de resultaten van de opleiding. 5. Conclusies en verbeterpunten. APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 5

6 6 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

7 Een beschrijving van de school Vorm: beschrijving en leveren van documenten Algemeen Geef hier een korte schets van de organisatie: Geef in het organigram aan hoe de SDV-afdeling is opgenomen in de organisatie van uw school. Geef tevens een beschrijving van de managementstructuur van de opleiding en de school waar de opleiding onderdeel van is. Geef aan welke niveau SDV-leerlingen van uw school hebben (basis kader gemengd - theoretisch). Leerlingen Geef hier het aantal leerlingen aan en schets de toe- of afname van het aantal leerlingen. Geef hier aan wat de achtergrond is van de leerlingen. Welk niveau SDV-leerling kent uw school? (Wat is de ratio lwoo-geïndiceerde leerlingen 1.) Besteed ook aandacht aan andere rugzakleerlingen. De ratio is:. Verwijs naar de bijlage waarin een overzicht opgenomen is van alle leerlingenaantallen over de afgelopen vier jaren. Personeel Geef een beschrijving van het personeel zoals dat bij de opleiding werkt. Hoeveel SDV-lesgevenden/begeleiders telt uw SVD-opleiding dit schooljaar? Geef de verhouding aan tussen het aantal leerlingen en (SDV-)lesgevenden of - begeleiders (leerling/docent ratio 2 ) De ratio is: Geef een beschrijving van hun bevoegdheden. Wat is de ratio bevoegd/onbevoegd 3? De ratio is:. Huisvesting Geef een beschrijving van de huisvesting van de opleiding en de school. (Voeg een plattegrond toe.) Hoeveel m2 heeft de opleiding tot zijn beschikking (specifiek SDV) Heeft de opleiding de beschikking over een eigen SDV-balie of -informatieplek? 1 Het aantal geïndiceerde leerlingen gedeeld door het totaal aantal leerlingen. 2 Het totale aantal docent-fte gedeeld door het aantal leerlingen. 3 Het aantal onbevoegde docenten gedeeld door het totale aantal docenten. APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 7

8 8 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

9 Materiële voorzieningen Vorm: beschrijving analyse en verbeterpunten Faciliteiten voor het leren ICT voorzieningen Geef de ratio aan van het aantal ICT-werkplekken en leerlingen 4 De ratio is: Norm: De opleiding is ICT-ondersteund: Hebben de leerlingen de beschikking over schoolmail? Heeft de opleiding de beschikking over een elektronische leeromgeving (ELO)? Kan de leerling gemakkelijk beschikken over alle relevante documenten voor de opleiding? (bv. via usb, elo, netwerkschijf) Werkt de opleiding met een digitaal portfolio? Werkt de opleiding met digiborden? Wordt het onderwijs ondersteund door andere ICT-voorzieningen? Geef een oordeel over de ICT-voorzieningen. Faciliteiten voor de uitvoering van het SDV programma De opleiding beschikt over voldoende faciliteiten voor de realisering van programmaonderdelen van sport, verwijzend naar de CEVO Syllabus. De opleiding beschikt over voldoende faciliteiten voor de realisering van programmaonderdelen van dienstverlening, verwijzend naar de CEVO Syllabus. De opleiding beschikt over voldoende faciliteiten voor de realisering van programmaonderdelen van veiligheid, verwijzend naar de CEVO Syllabus. De eigenheid van de opleiding nodigt uit dat de sportvoorziening ook gebruikt kan worden om andere SDV-onderdelen te realiseren. Geef een oordeel over de faciliteiten voor de leerlingen. 4 Aantal ICT-werkplekken gedeeld door het totaal aantal leerlingen APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 9

10 10 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

11 De inhoud van de opleiding Vorm: beschrijving, analyse en verbeterpunten Buitenschools leren De opleiding creëert voldoende mogelijkheden tot buitenschools leren, waarbij binnen en buiten met elkaar verbonden zijn. Geef een overzicht van de activiteiten die vallen onder buitenschools leren inclusief maatschappelijke stage. Geef aan hoe de activiteiten rond buitenschools leren zijn georganiseerd. Geef een oordeel over hoe de opleiding het buitenschools leren vorm heeft gegeven. Competenties De opleiding SDV is competentiegericht. Dat betekent dat het handelen van de leerling centraal staat. Het programma is erop gericht om leerlingen te leren om in beroepsgerichte situaties op een professionele manier te handelen. Dat vraagt om kennis, vaardigheden, de inzet van persoonlijke kwaliteiten en de juiste beroepshouding. Het resultaat van dat handelen wordt beoordeeld en is het startpunt voor verdere groei op de genoemde gebieden. In het programma van de opleiding staat de realisatie van de volgende competenties centraal: Wij werken met leer en ontwikkellijnen. Wij werken met gesprekken waarin de groei en de persoonlijke ontwikkeling wordt besproken en vastgelegd (geef ook de frequentie van deze gesprekken weer). Wij werken met een portfolio. Geef, door een concrete onderwijsactiviteit te beschrijven en op te nemen in de portfolio, aan hoe deze competenties in het programma worden gerealiseerd, in de oplopende lijn van complexiteit. Illustreer dit door materiaal van leerlingen te overleggen. Geef een onderbouwd oordeel over de manier waarop de leerlingen binnen de opleiding de competenties kunnen ontwikkelen. Algemene competenties Aannemen Je kunt een prestatie aannemen en vaststellen wat de opdrachtgever werkelijk wil. Ontwerpen Je kunt een prestatie vertalen in een ontwerp en een plan van aanpak, en dit aan de opdrachtgever presenteren. Voorbereiden Je kunt alle voorbereidingen treffen die voor de uitvoering van de prestatie nodig zijn. Uitvoeren Je kunt de prestatie uitvoeren en zelf een rol en taak voor je rekening nemen. Afronden Je kunt een prestatie afronden, vaststellen of het werk naar tevredenheid van de opdrachtgever was en verbeteringen aanbrengen in de hierboven genoemde stappen. APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 11

12 Geef aan hoe deze competenties in het programma worden gerealiseerd, in de oplopende lijn van complexiteit, door een concrete onderwijsactiviteit. Illustreer dit door materiaal van leerlingen te overleggen. Vakspecifieke competenties Aanbieden en begeleiden van (bewegings-)activiteiten. Begeleiden van deelnemers aan (bewegings-)activiteiten. Beheren van gebouwen en terreinen. Beheren en verzorgen van randvoorwaarden en materialen. Verzorgen van ondersteunende diensten. Signaleren van onregelmatigheden en overtredingen. Rapporteren over onregelmatigheden en overtredingen. Ontvangen en begeleiden van bezoekers. Geef aan hoe deze competenties in het programma worden gerealiseerd, in de oplopende lijn van complexiteit, door een concrete onderwijsactiviteit. Illustreer dit door materiaal van leerlingen te overleggen. Voorwaardelijke competenties Een voldoende niveau van fitheid om één van de vervolgopleidingen van de sectoren met succes te kunnen volgen. Kunnen deelnemen aan een breed scala aan bewegingsactiviteiten, zoals zwemmen, vormen van zelfverdediging, fitness, outdooractiviteiten en een aantal keuzeactiviteiten. Geef aan hoe deze competenties in het programma worden gerealiseerd, in de oplopende lijn van complexiteit, door een concrete onderwijsactiviteit. Illustreer dit door materiaal van leerlingen te overleggen. Vaardigheden In de competenties liggen een aantal vaardigheden besloten die in de preambule genoemd worden en specifiek zijn voor SDV. Het betreft: - Communiceren Presenteren, mondeling en schriftelijk Werkoverleg Luisteren Onderhandelen Optreden - Samenwerken Werken volgens een afgesproken taakverdeling De taken op elkaar afstemmen Initiatief nemen Een ander hulp vragen of hulp bieden - Zelfstandig werken Doorzetten Hulp vragen Veilig werken - Plannen en organiseren Plannen Organiseren van het eigen werk Bronnengebruik - ICT-gebruik Het oplossen van werkproblemen Creativiteit Voortgangscontrole Eindcontrole 12 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

13 - Leren Hoofd- en bijzaken onderscheiden Verbeterpunten kunnen benoemen Verbeterpunten omzetten in leeractiviteiten Geleerde in praktijk brengen - Reflecteren Reflectie op het leren Product- en procesevaluatie Anticiperen op de toekomst Geef aan hoe deze competenties in het programma worden gerealiseerd, in de oplopende lijn van complexiteit, door een concrete onderwijsactiviteit. Illustreer dit door materiaal van leerlingen te overleggen. Andere onderwijsinhoudelijke gebieden In de volgende paragraaf zijn een aantal normen geformuleerd die minimaal binnen de opleiding SDV gerealiseerd moeten worden. Bij de norm zijn criteria aangegeven. Deze criteria geven inhoud aan de norm. Op basis van de criteria wordt gevraagd een eigen oordeel over de norm te geven. Dit oordeel kan op basis van een schaal van 0 tot 5. Daarbij is: 0 voldoet niet en 5 voldoet helemaal. Daarnaast wordt aan de opleiding gevraagd om op basis van de analyse mogelijke verbeter- en aandachtspunten voor de opleiding aan te geven. Procesgericht werken Norm 1 Er is een jaarplan 5 waarin is opgenomen hoe het SDV-programma is ingericht. De onderdelen van de opleiding (S-D-V) krijgen gelijkelijk aandacht. De eindtermen zijn opgenomen in het jaarplan. De afstemming tussen AVO en beroepsvak SDV is gerealiseerd. Ons oordeel over norm 1 is: Norm 2 De school of de opleiding beschikt over evaluatie-instrumenten voor het verbeteren van het onderwijs. : Er is een meerjarenbeleidsplan waarin SDV een plaats heeft. Er is een cyclus van beoordelen en functioneren. Leerlingen wordt systematisch gevraagd naar de kwaliteit van het onderwijs. De ouders wordt systematisch gevraagd naar de kwaliteit van het onderwijs. Er zijn eventueel andere vormen van systematische monitoring van het onderwijs: welke Ons oordeel over norm 2 is: 5 Bij de verschillende opleidingen wordt verschillend invulling gegeven aan dit begrip. APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 13

14 Norm 3 De school of opleiding zorgt voor systematische terugkoppeling van de resultaten van de evaluatie. De opleiding zorgt voor een adequate terugkoppeling van de resultaten van de evaluaties aan alle relevante partijen. Er zijn periodiek momenten waarin ouders geïnformeerd worden (bijvoorbeeld door eigen zoon of dochter) over het onderwijs binnen de opleiding. Bij externe partijen (bijvoorbeeld stage- en opdrachtgevers) wordt systematisch geëvalueerd over de samenwerking met de opleiding. Ons oordeel over norm 3 is: Kwaliteit van leren en leeromgeving Norm 4 Wij zorgen voor een stimulerende leeromgeving. Wij werken samen met leerlingen. De sfeer in school is ontspannen. Docenten praten positief over leerlingen. De docenten hebben vertrouwen in de leerling. De school is van de leerling. Wij geven alleen op een positieve manier feedback. Leerlingen dragen verantwoordelijkheid. SDV werkt aan de ontwikkeling van zelfstandigheid. Ons oordeel over norm 4 is: Voldoet niet : voldoet helemaal Norm 5 De portfolio staat centraal binnen SDV. Elke leerling heeft een portfolio (vorm: digitaal/analoog). In de portfolio houdt de leerling zijn competentieontwikkeling bij. De portfolio is de basis voor het groeigesprek. De portfolio bestaat uit een informatief, formeel, informeel en reflectief deel. Bewijsstukken maken deel uit van de portfolio. De portfolio kent een cyclische opbouw. De portfolio bevat een POP. De portfolio is een vast onderdeel van het PTA. Leerling laat zijn ontwikkeling zien aan de hand van concreet materiaal en maakt hiermee de verbinding tussen 'dingen' uit de portfolio en de ontwikkeling van de noodzakelijke competenties. Portfolio is een monitor voor de ontwikkeling van het kind, een belangrijk instrument bij het beoordelen en een hulpmiddel bij de meesterproef en het CSPE. 14 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

15 Ons oordeel over norm 5 is: Norm 6 Het onderwijs is effectief. Wij werken met betekenisvolle context voor de leerling. Wij werken met herkenbare contexten. Onze docenten zijn helder in hun instructie. Onze docenten geven systematisch feedback (op het juiste moment). Wij prikkelen de zelfwerkzaamheid. Wij dagen de leerlingen uit nieuwsgierig te zijn. Wij dagen de leerling uit ondernemend te zijn. Ons oordeel over norm 6 is: Norm 7 Ons onderwijs past bij onze leerlingen. Ons onderwijs is competentiegericht ingevuld. Wij hebben op de leerling afgestemde onderwijstrajecten. Alle activiteiten ter ondersteuning aan een prestatie worden geïntegreerd aangeboden op basis van samenhang. Leerlingen werken aan algemene, vakmatige en voorwaardelijke competenties. Het handelen van de leerling staat centraal (kennis, beheersing van de vaardigheid, de inzet van persoonlijke kwaliteiten en de juiste beroepshouding). Het resultaat van het handelen wordt beoordeeld en is het startpunt voor verdere groei op deze gebieden. Ons oordeel over norm 7 is: Norm 8 Ons onderwijs is leerling-gericht. Leerlingen werken tijdens de prestatie-uren in kleinere groepen. De leerling brengt zijn (ambachtelijke) vaardigheden, persoonlijke kwaliteiten en kennis in praktijk. De leerling oefent met de competenties die verworven moeten worden. De leerling werkt met opdrachten voor een opdrachtgever (prestaties). De docent of leermeester begeleidt de leerling tijdens het werken aan prestaties. De groei van de leerling legt hij/zij zelf vast op leer- en ontwikkellijnen (of groeilijnen). Een leerlijn/ontwikkellijn/groeilijn heeft een vaste structuur: Starter gevorderde expert. APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 15

16 Ons oordeel over norm 8 is: Norm 9 De praktijkvorming maakt onderdeel uit van het programma. De praktijkvorming is in samenhang met het overige onderwijs (afstemming). Wij hebben een goed functionerend netwerk van buitenschoolse opdrachtgevers/contacten. Alle didactische werkvormen staan in relatie tot de prestaties en het thema van de periode. Alle leerlingen leren buitenschools (prestaties, stages, activiteiten). Onze leerlingen worden begeleid tijdens de buitenschoolse activiteiten. Ervaringen uit het buitenschools leren worden direct teruggekoppeld in het onderwijsprogramma. Leerlingen kiezen een stageplaats binnen hun eigen interessegebied (S, D of V). De leerling brengt zijn (ambachtelijke) vaardigheden, persoonlijke kwaliteiten en kennis in praktijk. De praktijkvorming combineert drie facetten uit de beroepspraktijk; de rol die je hebt, de taak die je uitvoert en de context waarbinnen het gebeurt. Ons oordeel over norm 9 is: Norm 10 SDV hanteert het didactische model passend bij de criteria. Binnen de opdrachten staat een beroepssituatie centraal. De leerling werkt aan een prestaties (wat wordt er van mij verwacht?). De leerling gaat na Wat kan ik?" En "Wat kan ik nog niet? De leerling bepaalt zijn leervragen Wat wil ik leren? De leerling maakt een plan van aanpak Hoe ga ik dit doen? De leerling verzamelt informatie, verwerkt dit en oefent. De leerling voert de opdracht uit. Na afloop evalueert en reflecteert de leerling op het proces en product. Ons oordeel over deze norm 10 is: Rapportage, schoolexamen en toetsing Norm 11 Wij rapporteren systematisch over het werk van de leerling. Wij toetsen zowel diagnostisch als beoordelend (formatief en summatief). Wij rapporteren systematisch aan onze leerlingen en hun ouders over de toetsing. De rapportage bevat relevante informatie over voortgang en stand van zaken. De rapportage is gericht op wat de leerling kan. Ouders en leerlingen worden actief berokken bij de rapportage. 16 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

17 Ons oordeel over norm 11 is: Norm 12 SDV wordt in het 3 de jaar vmbo afgesloten met een gezellenproef. De gezellenproef is een beperkt-complexe prestatie die door een instelling of een bedrijf van kandidaten gevraagd wordt. De intensiteit van begeleiding is hoog. De gezellenproef resulteert in een product of dienst. Leerlingen werken voor de gezellenproef samen in een groep. De gezellenproef kent een door de opleiding gestandaardiseerde beoordeling van de proef. Ons oordeel over norm 12 is: Norm 13 SDV wordt in het 4 de jaar vmbo afgesloten met een meesterproef De meesterproef is een grote complexe prestatie die door een instelling of een bedrijf van kandidaten gevraagd wordt. De meesterproef resulteert in een product of dienst. Kandidaten werken voor de meesterproef samen in een groep. De meesterproef kent een gestandaardiseerde beoordeling van de onderdelen. Bij het beoordelen van de meesterproef staat het handelen van de leerling tijdens de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie, centraal. De meesterproef bevat opdrachten en vragen die de leerling mondeling, schriftelijk en met gebruik van ICT moeten verwerken. De meesterproef bestaat uit een aantal vaardigheden die vergelijkbaar zijn met de algemene competenties. Het niveau van het eindresultaat van de meesterproef wordt achteraf vastgesteld. (toelichting: er is géén vooropgezet onderscheid tussen de basisen kaderleerling) De kandidaten worden in een panelgesprek beoordeeld op individueel proces, de inbreng van de kandidaat in het groepsproces en op verschillende producten die zij individueel en als groep leveren. Het streven is dat bij de beoordeling een vertegenwoordiger van het ROC aanwezig is. Ons oordeel over norm 13 is: APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 17

18 Norm 14 Het eindexamen SDV wordt afgesloten met een multimediale toets (= CSPE). De leerlingen werken aan de hand van casussen uit de beroepspraktijk. Het CSPE toetst vooral de algemene competenties zoals die in het examenprogramma zijn beschreven. (toelichting: De nadruk ligt daarbij op vaardigheden als het maken van een plan van aanpak, organiseren van een activiteit, het voeren van werkoverleg, notuleren en verslaglegging.) BBL- en KBL-leerlingen maken dezelfde soort opdrachten. De differentiatie wordt bereikt door de reactie van de leerling op onverwachte en complexe situaties te beoordelen. De mate waarop de leerling gebruik maakt van de 'programmacoach' wordt in de eindbeoordeling meegenomen. Bij het maken van het CSPE mag de leerling zijn portfolio gebruiken. Ons oordeel over norm 14 is: Veiligheid, Zorg en Begeleiding Wij bieden leerlingen die door bijzondere omstandigheden hun opleiding niet kunnen afmaken, ondersteuning en begeleiding. Die ondersteuning en begeleiding bestaat uit: Norm 15 Wij bieden een veilige leer- en werkomgeving. Er zijn veiligheidsafspraken gemaakt over de leer- en de werkomgeving. De docenten en leerlingen houden zich aan de veiligheidsafspraken. Wij tonen respect voor elkaar (niet pesten, niet kwetsen, geen discriminatie, ) Er zijn afspraken gemaakt over hoe we met elkaar omgaan. We spreken elkaar aan op die regels (docenten en leerlingen). We gaan integer om met informatie die vertrouwelijk is. De leerlingen worden rechtvaardig behandeld. Ons oordeel over norm 15 is: Norm 16 De leerlingen zijn betrokken bij de school. Onze leerlingen mogen hun gevoelens uiten. Onze leerlingen nemen initiatief. De docenten dagen onze leerlingen uit initiatief te nemen. Wij helpen elkaar. Onze leerlingen denken mee over de inhoud van het programma. Onze leerlingen denken mee over de inrichting van het gebouw. Ons oordeel over norm 16 is: 18 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

19 Norm 17 Wij begeleiden/coachen leerlingen. Toelichting: de opleiding geeft aan hoe de verschillende rollen van de mentor, coach en tutor zijn gedefinieerd en ingevuld. Wij kennen een systeem van begeleiding, vastgelegd in een zorgplan. Onze begeleiding is systematisch. Belangrijke gebeurtenissen worden geregistreerd in bijvoorbeeld een leerlingendossier. Elke leerling heeft wekelijkse een coachgesprek. De leerling heeft minimaal 4x per jaar een groeigesprek (beoordelen). De ideale begeleidingsgroep bestaat uit 12 leerlingen. Ons oordeel over norm 17 is: Norm 18 Wij begeleiden onze leerlingen intensief (relatie). De begeleider kent zijn leerlingen. De leerlingen voelen zich gekend. De relatie leerling begeleider is veilig. Ons oordeel over norm 18 is: Norm 19 Wij begeleiden leerlingen op sociaal-emotioneel gebied. Onze school heeft een zorgteam. Wij bieden leerlingen relevante ondersteuning in de vorm van trainingen aan. Wij vangen leerlingen die (tijdelijk) uitvallen op. Onze school heeft aandacht voor de persoonlijke behoefte van de leerling. Ons oordeel over norm 19 is: De docent betrokken bij de opleiding SDV Norm 20 De professionele docent. Onze docenten zijn vakbekwaam (didactisch competent). Onze docenten reflecteren op hun handelen (al dan niet systematisch door bijvoorbeeld intervisie). Onze docenten zijn pedagogisch competent voor onze leerlingen. Onze docenten zijn naast hun docentschap actief in één van de velden SDV. APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 19

20 Onze docenten houden de vakliteratuur bij. De opleiding ondersteunt de professionalisering van de docent. Ons oordeel over norm 20 is: School en omgeving Externe omgeving Contact toeleverende en afnemende scholen. Norm 21 Wij zorgen voor een soepele overstap basisschool onze school (warme overdracht). Onze aannamecriteria zijn helder geformuleerd (Cito, onderwijskundig rapport, testen, specifieke criteria). Onze aannamecriteria zijn makkelijk te vinden (folder, website, brochure). Wij organiseren activiteiten voor kinderen voordat zij de overstap maken naar onze school. Voorbeeld van activiteiten zijn: Wij organiseren introductieactiviteiten als kinderen bij ons op school zijn. Voorbeeld van activiteiten zijn: Wij rapporteren systematisch aan de toeleverende basisscholen over de leerling. Wij hebben met de toeleverende scholen geregeld overleg. Onze docenten kennen de toeleverende basisscholen. Docenten uit het basisonderwijs kennen onze opleiding. Wij werken samen met scholen uit het basisonderwijs in specifieke activiteiten. Wij organiseren specifieke activiteiten voor scholen basisonderwijs. Ons oordeel over norm 21 is: Norm 22 Wij stemmen af met de afnemende scholen. (ROC) Wij hebben structureel contact met de afnemende scholen. Wij organiseren activiteiten samen met de afnemende scholen. De afnemende school rapporteert ons over de vorderingen van onze oudleerlingen. Er is programmatische afstemming tussen ons en de afnemende scholen. Wij hebben afstemming over methodiek en didactiek. Wij organiseren gezamenlijke leerlijnen. Wij organiseren uitwisselingen tussen docenten van onze opleiding en van de afnemende school. Wij organiseren activiteiten voor onze oud-leerlingen (terugkomdagen, oudleerlingenenquête, et cetera) Oud-leerlingen zijn betrokken bij activiteiten van onze opleiding. Ons oordeel over norm 22 is: 20 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

21 Norm 23 Ouders zijn partners van de opleiding. Ouders worden actief betrokken bij de opleiding. De docent toont actieve belangstelling voor de thuissituatie van de leerling. De ouders wordt regelmatig gevraagd naar de ervaringen van het kind op school. De ouders krijgen de benodigde informatie om de voortgang van hun kind te kunnen volgen via (b.v. Magister) Ons oordeel over norm 23 is: Norm 24 De opleiding kent de relevante partners binnen de werkvelden sport, dienstverlening en veiligheid om het SDV-onderwijs vorm te geven. SDV heeft een netwerk opgezet binnen de werkvelden sport, dienstverlening en veiligheid. Verantwoordelijken hebben regelmatig overleg over de samenwerking, de inzet van leerlingen, de inzet van de begeleiding binnen de werkplek (randvoorwaarden). De opleiding is verantwoordelijk voor het onderhouden van het contact met de relevante partners. Ons oordeel over norm 24 is: APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 21

22 22 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

23 De resultaten van de opleiding Geef een overzicht van: Geef aan hoe de leerlijn LOB is ingevuld. Het totaal aantal leerlingen over de afgelopen 4 jaar. Aantal leerlingen dat uitgevallen is (percentage van totaal). Overstap naar andere opleiding. Vroegtijdig schoolverlaten. Geef inzicht in het aantal leerlingen dat vertraging in de studie heeft opgelopen en wat de oorzaak van die vertraging was. Aantal leerlingen dat de opleiding gekwalificeerd heeft verlaten. Overzicht van vervolgopleiding van de leerlingen. APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 23

24 24 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

25 Conclusies en verbeteringen Vorm: analyse en plan van verbeterpunten De evaluatie is uitgevoerd, de resultaten zijn bij elkaar gezet, de interne gesprekken zijn verwekt in de portfolio. Het is nu zaak om een verbeterplan te maken. De aard en omvang van dit plan hangt nauw samen met de ambitie en de omstandigheden van de opleiding. Streef ernaar om realistisch te zijn en formuleer concrete plannen en doelen. Een hulpmiddel is de Demingcirkel, de PDCA-cyclus. In het andere document, Audit SDV, Kader wordt hier ook op ingegaan. PDCA Plan: De eerste stap is om een plan te maken. In dat plan staat wat je wilt gaan doen en hoeveel tijd je ervoor nodig hebt. Het is goed om je plannen ambitieus, beperkt en haalbaar te houden. Beter het plan om twee buitenschoolse activiteiten te organiseren in het komende jaar, dan 10. Denk eraan dat je bij je plannen rekening houdt met de middelen en tijd die je hebt. Doen: Je gaat je plannen uitvoeren. In je plan heb je beschreven dat je het aankomende half jaar een bepaalde activiteit wilt veranderen en dus anders wilt gaan uitvoeren. Dat ga je dus dan ook doen. Check: Na het half jaar (maar ook tussentijds) kijk je of je plan gelukt is. Je controleert dus je plan. Aanpassen: Je plan is geslaagd, de verandering die je wilde is gelukt. Nu zorg je ervoor dat deze nieuwe werkwijze, deze nieuwe activiteit onderdeel wordt van je bestaande programma. Je plan is niet geslaagd, de verandering die je wilde is niet gelukt. Vraag je af hoe dat komt, wat er mis is gegaan; was er geen tijd, was er geen geld, was het plan te hoog gegrepen, werkten mensen buiten de deur niet mee? Al deze dingen zorgen ervoor dat je je plan kunt aanpassen en opnieuw, in aangepaste vorm, kunt proberen uit te voeren. APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 25

26 26 APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid

27 Leden reflectiegroep Jolanda Spier Marlies Haukes Henk Bijlmakers Bennie Draaijer Rick Jansen Peter van der Hulst Paul Maijstré Spectrum Harderwijk Echnaton Blariacumcollege VMBO 't Venster Trias College Trinitas College locatie Johannes Bosco Kalsbeekcollege Woerden APS uitgave - Audit Sport Dienstverlening en Veiligheid 27