OGO, module 6: Lezen en spelen.

Transcriptie

1 6 Lezen en spelen

2 KleurRijker Deze module gaat over Lezen en spelen. Je kunt je kind inschrijven bij de bibliotheek. Je kunt boeken vinden in de bibliotheek. Je kunt lezen over activiteiten in de bibliotheek. Je kunt praten over spelen en spelletjes. De film OGO, module 6: Lezen en spelen. Ga naar en bekijk de film. Bespreek: Kun je de film goed verstaan? Begrijp je waar het over gaat? Wat begrijp je nog niet? Wat wist je al? Wat wist je nog niet? Vind je de film leuk? Waarom wel/niet? 6-1

3 Wat kun je? Lezen en spelen Ik kan gebruik maken van de bibliotheek. Ik kan een gesprek voeren met andere ouders over het binnen spelen van de kinderen. Dat kan ik goed Dat kan ik met hulp Dat kan ik nog niet Dat wil ik leren 6-2

4 Opdracht 1 Bespreek met elkaar. Welk woord hoort bij welk plaatje? de ingang van de bibliotheek de balie van de bibliotheek de bibliotheekpas voorlezen in de bibliotheek 6-3

5 Opdracht 2 Bespreek met elkaar. Ben jij lid van de bibliotheek? Waarom wel / niet? Wat kun je doen in een bibliotheek? In de bibliotheek kun je boeken lenen. Wat kun je nog meer lenen? Is je kind lid van de bibliotheek? Waarom wel / niet? Leest je kind graag boeken? Wat doet je kind nog meer graag? 6-4

6 KleurRijker De bibliotheek Vera is met haar dochter Julia in de bibliotheek. medewerker Vera medewerker Vera Hallo, wat kan ik voor jullie doen? Ik wil graag een abonnement aanvragen voor Julia. Dus Julia komt hier boeken lenen. Dat is leuk! Dan maak ik een bibliotheekpasje voor haar. Wat is de achternaam? Mulder. De bibliotheekmedewerker typt de naam in op de computer. medewerker Vera Mozartweg 92? Ja, dat klopt. De bibliotheekmedewerker typt nog wat gegevens in en print een pasje uit. Vera medewerker Vera Julia Vera Hoe duur is het abonnement? Voor kinderen is het gratis. Dat is fijn. Gaan we nu naar de jeugdafdeling? Ja, we gaan samen een boek uitzoeken. 6-5

7 Julia Vera Ik wil het boek van Rupsje Nooitgenoeg! Dat hebben wij op school ook. Nou, dan gaan we kijken of ze dat boek hebben. Julia en Vera kunnen het boek niet vinden. Vera medewerker Vera medewerker Vera medewerker Ik kan het boek niet vinden. Misschien is het uitgeleend. Ik zal het even vragen. Kan ik u helpen? Ja, wij zoeken het boek van Rupsje Nooitgenoeg. Heeft u al in de catalogus gekeken? Nee, wat is dat? Dat is een lijst op de computer met alle boeken die je kunt lenen. U kunt in die lijst zoeken naar boeken. Er staat bij of ze uitgeleend zijn. Ik zal even voor u kijken of Rupsje Nooitgenoeg uitgeleend is. De bibliotheekmedewerker kijkt in de catalogus op de computer. medewerker Vera medewerker Sorry, het boek is uitgeleend. Het komt volgende week terug. Oké, bedankt. Dan zoeken wij een ander boek uit. Succes ermee! Opdracht 3 Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin. de bibliotheek het abonnement aanvragen lenen het bibliotheekpasje typen de jeugdafdeling gratis de catalogus uitgeleend Lees de tekst De bibliotheek nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op. 6-6

8 Opdracht 4 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 5 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 6 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 7 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. 6-7

9 Opdracht 8 Werk samen. Cursist A: je wilt een bibliotheekpasje aanvragen voor je kind. Cursist B: je bent medewerker bij de bibliotheek. Speel eerst gesprek 1. Ga daarna verder met gesprek 2. Wissel steeds van rol. Cursist A 1. Goedemorgen. Ik wil graag een bibliotheekpasje aanvragen voor mijn kind. 2. Goedemiddag. Hoe duur is een abonnement voor mijn kind? Cursist B 1. Dat kan. Daarvoor heb ik eerst enkele gegevens nodig van uw kind. 2. Kinderen tot twaalf jaar zijn gratis. Bent u zelf ook lid? Cursist A 1. De naam van het kind is De geboortedatum is Het adres is 2. O, dat is fijn. Nee, ik ben geen lid. Cursist B 1. Ik heb een pasje gemaakt voor uw kind alstublieft. 2. Uw kind heeft een pasje nodig om boeken te lenen. U kunt hier een pasje krijgen. 6-8

10 Cursist A 1. Hoeveel boeken mag mijn kind lenen? 2. Hoe lang mag mijn kind de boeken thuis houden? Cursist B 1. Uw kind mag vijf boeken tegelijk lenen. 2. Je mag de boeken vier weken thuis houden. Als je ze langer houdt, betaal je een boete. Bedenk zelf nog twee vragen en antwoorden. Je kunt bijvoorbeeld vragen welke boeken geschikt zijn voor je kind. Je kunt ook vragen hoe je de goede boeken kunt vinden. Je mag ook zelf iets bedenken. Cursist A... Cursist B..... Cursist A.... Cursist B

11 Opdracht 9 Situatie Je kind is oud genoeg om te lezen. Daarom ga je met hem naar de bibliotheek. Je wilt een bibliotheekpasje aanvragen. Werk samen. Cursist A wil een bibliotheekpasje aanvragen. Cursist B is medewerker bij de bibliotheek. Oefen het gesprek. Wissel daarna van rol. Als het kan: vraag of een andere cursist naar jullie wil luisteren. Of neem het gesprek op. Bereid het gesprek eerst voor. 1. Welke woorden en zinnen heb je nodig? 2. Welke vragen ga je stellen? 3. Zeg je u of je? 4. Hoe begin je het gesprek? 5. Wat vraag je als je het niet begrijpt? 6. Hoe eindig je het gesprek? Opdracht 10 Bespreek het rollenspel. 1. Was het een goed gesprek? Wat vond je nog moeilijk? 2. Konden jullie elkaar goed verstaan? 3. Waren jullie beleefd? 4. Heb je goede vragen gesteld? En je antwoorden goed gegeven? 5. Heb je de gegevens goed opgeschreven? Oefen het rollenspel eventueel nog een keer. Maak het gesprek een beetje anders. Bespreek met je docent hoe het rollenspel gegaan is. 6-10

12 Lid worden van de bibliotheek Lid worden? Als je boeken wilt lenen, moet je je inschrijven bij de bibliotheek. Voor kinderen is dit vaak gratis. Volwassenen moeten wel geld betalen. Als je je gaat inschrijven, moet je naar de bibliotheek toe. Je moet een geldig legitimatiebewijs laten zien en het abonnementsgeld betalen. Dan krijg je een bibliotheekpasje met je naam erop. Met dit pasje kun je boeken lenen. Als kinderen lid willen worden van de bibliotheek, moet één van de ouders mee. De vader of moeder moet een legitimatiebewijs laten zien en een handtekening zetten. 6-11

13 Opdracht 11 Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin. de volwassene het legitimatiebewijs de handtekening Lees de tekst Lid worden van de bibliotheek nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op. Opdracht 12 Lees de woorden. Maak van de woorden een goede zin. Schrijf de zin op. Zin 1 graag bibliotheekpasje aanvragen. wil Ik - een... Zin 2 dieren. boeken Ik graag over - lees

14 Zin 3 laten legitimatiebewijs zien. Je een moet - geldig... Zin 4 jij doe Wat je vrije in - tijd?... Zin 5 handtekening De moet zetten. vader een

15 Opdracht 13 Bekijk het formulier hieronder en vul het in. Dit is een formulier waarmee je je kind opgeeft voor een jeugdabonnement bij de bibliotheek. Vul het formulier in. Gebruik de gegevens van je eigen kind of gebruik de volgende gegevens: Je dochter Deniz leest graag boeken. Ze is geboren op 8 maart Je woont vlakbij de vestiging Almere Haven. Jeugd inschrijfformulier Vestiging: Ο Almere Stad Categorie: Ο 0 tot 12 jaar Ο Almere Haven Ο 12 tot 16 jaar Ο Almere Buiten Ο 16 t/m 17 jaar Voorletters Roepnaam :...Achternaam:.. :.. Geboortedatum : J/M Adres Postcode .. : Telefoonnummer:.. :... Legitimatie ouder/voogd :... Legitimatiebewijs van ouder/voogd tonen bij inschrijving Ondergetekende verklaart: - de gegevens naar waarheid te hebben ingevuld. - op de hoogte te zijn met/ te handelen overeenkomstig het uitleenreglement Deze gegevens worden op juistheid gecontroleerd bij burgerzaken Datum: Handtekening ouder/voogd:

16 Zoeken in de bibliotheek Alfabetische volgorde In de bibliotheek staan de boeken op alfabetische volgorde. Zo kun je makkelijk een boek vinden. Alle boeken van één schrijver staan bij elkaar. Om een boek te vinden, moet je de achternaam van een auteur weten. In de eerste kast staan boeken van schrijvers met een achternaam die begint met een A, bijvoorbeeld Mark van Andel. In de laatste kast staan boeken van schrijvers met een achternaam die begint met een Z, bijvoorbeeld Willem Zebregs. Heb je de juiste kast gevonden? Dan moet je nog even verder zoeken. Er zijn meerdere auteurs met een achternaam die begint met een A. Nu kijken we naar de tweede letter van de achternaam. Een boek van Aase Fos Abrahamsen staat voor een boek van Mark van Andel, want de b staat voor de n in het alfabet. Soms moet je naar de derde of de vierde letter kijken. Het Nederlandse alfabet: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z Informatie op het boek Bij jeugdboeken staat op de zijkant van het boek voor welke leeftijden het boek is. Er zijn A- B- en C-boeken: A-boeken zijn voor kinderen van 7 en 8 jaar. B-boeken zijn voor kinderen van 9 tot 12 jaar. C-boeken zijn voor kinderen van 13 jaar en ouder. Als je wilt weten waar een boek over gaat, moet je ook naar de zijkant kijken. Op elk boek staat een plaatje op de zijkant. Aan het plaatje zie je waar het boek over gaat. Dit plaatje zegt welk genre een boek is. Kijk naar het plaatje hieronder. Als je dit plaatje ziet op een boek, is het genre van dit boek: humor. Humor 6-15

17 Plaatjes die bij boeken voor volwassenen voorkomen: Romantisch verhaal Spanning en avontuur Detective Familieverhaal Psychologisch verhaal Oorlog en Verzet Humor Geschiedenis Plaatjes die vooral bij de jeugdboeken voorkomen: School Paarden en pony's Sprookjes Hier zie je een plaatje. 6-16

18 Opdracht 14 Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin. alfabetisch de schrijver de auteur het sprookje het plaatje de zijkant romantisch Lees de tekst Zoeken in de bibliotheek nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op. Opdracht 15 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 16 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. 6-17

19 Opdracht 17 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 18 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 19 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 20 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. 6-18

20 Opdracht 21 Bespreek met elkaar. Lees je graag boeken? Waarom wel / niet? Welk boek heb je het laatst gelezen? Vertel in het kort waar het boek over ging. Uit welke genres zou jij boeken kiezen? Waarom? Welke genres zou je niet snel kiezen? Waarom niet? Wat zijn genres die je kinderen graag kiezen? Waarom? Welke genres zouden ze niet snel kiezen? Waarom niet? Opdracht 22 Stel je komt in de volgende situaties terecht. Bespreek in welke genres je zou kijken om informatie te vinden. Bekijk de genres op pagina 16. Je bent binnenkort jarig. Je wilt voor je gasten een lekkere maaltijd maken. Je zoekt een feestelijk recept. Je hebt een poster gekregen van een schilderij van Vincent van Gogh. Je wilt graag meer over deze schilder weten. Je zoekt een boek over hem. Je gaat in de zomer op vakantie naar Ierland. Je hebt gehoord dat het een bijzonder land is. Je wilt graag meer weten over dit land. Je wilt je zoon leren dammen. Je wilt de regels van het spel nog eens goed doorlezen. Je wilt weten wat er in Nederland gebeurd is tijdens de Tweede Wereldoorlog. 6-19

21 Informatie over de bibliotheek Openingstijden en bereikbaarheid Bibliotheek Hengelo Beursplein Beursstraat HV Hengelo Tel: dinsdag t/m vrijdag uur begane grond vanaf 9.00 uur zaterdag uur begane grond vanaf 9.00 uur De begane grond is dinsdag t/m zaterdag vanaf 9.00 uur geopend. Hier kunt u gebruik maken van alle zelfservice, lever uw boeken in op een rustig moment, maak gebruik van de betaalautomaat, de internet pc s, loop rond op het infoplein met vele folders en affiches, en steeds wisselende tentoonstellingen. Laat u verrassen! Kom ontbijten in het Beurscafé, het enige café met 500 tijdschriften en kranten! Kijk ook op www. bibliotheekhengelo.nl Daarmee kunt u - de catalogus raadplegen - reserveren - verlengen - een vraag stellen - uw eigen gegevens inzien - leessuggesties opdoen - cultuur opsnuiven - de maandkalender inzien Abonnementen 2009 Geldig voor het lenen of verlengen van materialen* Jeugd abonnement voor 0 16 jaar gratis onbeperkt jeugdboeken per jaar en 4 beeld & geluid per keer Junior abonnement voor jaar 12, - onbeperkt boeken per jaar en 4 beeld & geluid per keer U kunt kiezen uit 3 verschillende abonnementen voor volwassenen Basisabonnement 50 materialen per jaar 27,- Groot abonnement 100 materialen per jaar 44,- Top abonnement Voor een onbeperkt aantal materialen per jaar 67,- Activiteitenkorting U ontvangt met uw bibliotheekpas bovendien korting op cursussen en op activiteiten zoals lezingen en workshops. *Materialen = Boeken en beeld & geluid materialen (maximaal 12 per keer) Uitleenvoorwaarden Uitleentermijn De uitleentermijn voor alle boeken en beeld & geluid materialen is 3 weken. Te laat geld Wanneer u de geleende materialen te laat inlevert wordt 0.15 per dag per stuk berekend. Te laat geld wordt alleen berekend voor de dagen dat de bibliotheek geopend is. Beeld en geluid Voor het lenen van beeld & geluid materialen zoals cd s, cd-roms, dvd s en videobanden betaalt u geen leengeld, het lenen van alle materialen is binnen uw abonnement gratis. Reserveringen U kunt in de bibliotheek of via internet gratis boeken of andere materialen reserveren. U kunt het gereserveerde materiaal uitsluitend ophalen wanneer u per post of bericht heeft ontvangen. Verlengen Het verlengen van materialen kan thuis via internet of in de bibliotheek op een pc. Of via de verlenglijn tel U hebt hiervoor alleen uw bibliotheekpas nodig. Voor meer informatie kunt u terecht bij de klantenservice. 6-20

22 Opdracht 23 Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin. de openingstijd de bereikbaarheid reserveren verlengen onbeperkt de korting het materiaal inleveren de uitleentermijn de uitleenvoorwaarden Lees de tekst Informatie over de bibliotheek nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op. Opdracht 24 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 25 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. 6-21

23 Opdracht 26 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 27 Lees de tekst. Vertel in eigen woorden waar de tekst over gaat. Wissel van beurt. Tekst 1: De uitleentermijn voor alle boeken en beeld & geluid materialen is drie weken. Wanneer u de geleende materialen te laat inlevert wordt 0.15 per dag per stuk berekend. Te laat geld wordt alleen berekend voor de dagen dat de bibliotheek geopend is. Tekst 2: Voor het lenen van beeld & geluid materialen zoals cd s, cd-roms, dvd s en videobanden betaalt u geen leengeld, het lenen van alle materialen is binnen uw abonnement gratis. Tekst 3: U kunt in de bibliotheek of via internet gratis boeken of andere materialen reserveren. U kunt het gereserveerde materiaal uitsluitend ophalen wanneer u per post of bericht heeft ontvangen. Tekst 4: Het verlengen van materialen kan thuis via internet of in de bibliotheek op een pc. Of via de verlenglijn tel U hebt hiervoor alleen uw bibliotheekpas nodig. Een verlenging wordt als uitlening geteld. U kunt uw geleende materialen maximaal twee maal verlengen. 6-22

24 Opdracht 28 Kijk naar de bibliotheekpas. Beantwoord de vragen. 1. Wat zie je op de foto? In welke plaats staat de bibliotheek? Wat is het adres van de bibliotheek?

25 4. Wat is het telefoonnummer van de bibliotheek? Dit pasje is van meneer Snijder. Wat is de eerste letter van zijn voornaam?... Opdracht 29 (buitenopdracht) Ga naar een bibliotheek bij jou in de buurt. (Als er geen bibliotheek bij jou in de buurt is, kun je ook een internetsite van een bibliotheek bekijken. Bijvoorbeeld Je kunt dan in de catalogus kijken.) Zoek de volgende jeugdboeken voor je kind. 1. Een boek over koken. 2. Een boek over honden. 3. Een boek uit de serie over Pinkeltje van Dick Laan. 4. Een boek uit de serie Snuf van Piet Prins. Beantwoord de vragen. Vraag 1 Schrijf de titel van het boek op. Boek 1:... Boek 2:... Boek 3:... Boek 4:

26 Vraag 2 Bij welk genre hoort het boek? Kijk naar de pictogrammen op bladzijde 16. Boek 1:... Boek 2:... Boek 3:... Boek 4:... Vraag 3 Voor welke leeftijd is het boek geschikt? Boek 1:... Boek 2:... Boek 3:... Boek 4:... Vraag 4 Welk boek zou je kind leuk vinden? Waarom?

27 Informatie op het prikbord In de bibliotheek hangt vaak een prikbord. Op het prikbord hangen mededelingen en activiteiten. Hieronder zie je een paar voorbeelden hiervan: Tentoonstelling kinderkunst in de Centrale Bibliotheek Fiep Westendorp was tekenares. Ze maakte tekeningen bij verhalen. Fiep werkte veel samen met de beroemde kinderboekenschrijfster Annie M.G. Schmidt. Fiep tekende haar leven lang, iedere dag! In het kunstproject Net als Fiep leerden kinderen het werk van Fiep Westendorp kennen. De kinderen moesten ook tekeningen bij verhalen maken. Ze probeerden de helden van Fiep zo goed mogelijk na te tekenen. Deze tekeningen zijn in september te zien in de tentoonstelling Net als Fiep. Deze tentoonstelling is te vinden in de Centrale Bibliotheek. Nieuwe cursussen in de bibliotheek! Vanaf vrijdag 1 augustus kun je je inschrijven voor de computercursussen in september Nieuw in het cursusaanbod: Digitaal fotograferen Vervolgcursus fotobewerking met Adobe Photoshop Kinderboekenweek 2008 De Kinderboekenweek is van 1 t/m 11 oktober Het thema is: poëzie. Voor deze gelegenheid zal de bibliotheek een aparte hoek maken met alleen maar poëzie. In iedere bibliotheek is iets leuks te doen. Er wordt poëzie voorgelezen, je kunt zelf gedichten leren schrijven en nog veel meer! Nu ook tijdschriften te leen! Op 1 november 2008 start de bibliotheek met het uitlenen van tijdschriften. Er kunnen meerdere tijdschriften tegelijk worden geleend. Deze nieuwe materialen staan de komende maanden op het infoplein. 6-26

28 Opdracht 30 Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin. het prikbord de mededeling de activiteit de held de kunst de tentoonstelling de cursus de poëzie het tijdschrift het gedicht Lees de tekst Informatie op het prikbord nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op. Opdracht 31 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 32 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. 6-27

29 Opdracht 33 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 34 Kun je nu zelf de bibliotheek gebruiken, denk je? Dan kun je een opdracht doen voor je portfolio. Bespreek dit met je docent of begeleider. Heb je een opdracht gedaan? Vul dan een bewijsformulier in en stop het in je portfolio. Vertel in de groep hoe het gegaan is. 6-28

30 Opdracht 35 Bespreek met elkaar. Welke spelletjes / speelgoed herken je op de foto s? Welke spelletjes ken je nog meer? Wanneer spelen jouw kinderen binnen? Welke activiteiten doen ze binnen? Welke spelletjes doen ze graag? Waarom? Vertel bij elk spel waarom het spel leuk of niet leuk is. Vertel bij elk spel wat het kind ervan kan leren. Vera is op bezoek Vera is op bezoek bij haar vriendin Maryan. Vera Maryan Vera Maryan Vera Maryan Vera Maryan Julia is vandaag lid geworden van de bibliotheek. Dat is leuk! Mijn zoon Tom is ook lid van de bibliotheek. We lenen vaak boeken. Wat voor boeken leest hij graag? Hij leest vooral spannende boeken. Nu leest hij een boek over piraten. Julia vindt sprookjes het leukst. Die lees ik elke avond voor haar voor. Ja, de meeste kinderen vinden sprookjes leuk. Tom kijkt ook vaak films over sprookjes. Julia kijkt niet zoveel films. Ze kijkt wel elke dag naar Sesamstraat. En naar Nijntje. Ja, dat keek Tom ook toen hij nog wat jonger was. En waar speelt Julia 6-29

31 Vera Maryan Vera Maryan graag mee? Misschien heb ik nog wel wat speelgoed voor haar, waar Tom niet meer mee speelt. Julia speelt vaak met haar poppen. En ze tekent graag. Buiten spelen doet ze ook veel. Ze heeft net een nieuwe driewieler. Tom speelt veel met zijn lego. Buiten voetbalt hij graag met zijn vrienden. Of hij speelt tikkertje of verstoppertje met de kinderen uit de buurt. Onze kinderen hoeven zich niet te vervelen. Nee, er is genoeg te doen. Opdracht 36 Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin. spannend de piraat het speelgoed de driewieler de lego tikkertje verstoppertje de pop voetballen vervelen Lees de tekst Vera is op bezoek nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op. Opdracht 37 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. 6-30

32 Opdracht 38 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 39 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 40 Werk samen. Cursist A: je bent vader of moeder en stelt vragen over het kind van cursist B. Cursist B: je bent vader of moeder. Speel eerst gesprek 1. Ga daarna verder met gesprek 2. Wissel steeds van rol. Cursist A 1. Waarmee speelt jouw kind graag? 2. Wat doet jouw kind in zijn vrije tijd? Cursist B 1. Mijn kind speelt graag met (lego/auto s/poppen/ de goocheldoos/de verfdoos) 2. Mijn kind houdt van (tekenen/puzzelen/ knutselen) 6-31

33 Cursist A 1. Welke spelletjes doet jouw kind graag? 2. Wat is het favoriete spelletje van jouw kind? Cursist B 1. Mijn kind speelt graag (kwartet/menserger-je-niet/memory) 2. Mijn kind damt heel graag. Cursist A 1. Leest jouw kind graag boeken? 2. Welke boeken leest jouw kind graag? Cursist B 1. Ja, mijn kind leest graag. 2. Mijn kind leest graag (stripboeken/spannende verhalen/fantasieverhalen) Cursist A 1. Naar welke tv-programma s kijkt jouw kind graag? 2. Wat is het favoriete tvprogramma van jouw kind? Cursist B 1. Mijn kind kijkt graag naar (tekenfilmpjes/het jeugdjournaal/sesamstraat /Het Klokhuis) 2. Het favoriete programma van mijn kind is Het Klokhuis. Bedenk zelf nog twee vragen en antwoorden. Je kunt bijvoorbeeld vragen of het kind van ouder B zich wel eens verveelt. Je kunt ook vragen of het goed tegen zijn verlies kan. Je mag ook zelf iets bedenken. 6-32

34 Cursist A... Cursist B... Cursist A... Cursist B... Opdracht 41 Bespreek het rollenspel. 1. Was het een goed gesprek? Wat vond je nog moeilijk? 2. Konden jullie elkaar goed verstaan? 3. Waren jullie beleefd? 4. Heb je goede vragen gesteld? En je antwoorden goed gegeven? Oefen het rollenspel eventueel nog een keer. Maak het gesprek een beetje anders. Bespreek met je docent hoe het rollenspel gegaan is. 6-33

35 Opdracht 42 Kun je nu zelf met andere ouders praten over het binnen spelen van de kinderen, denk je? Dan kun je een opdracht doen voor je portfolio. Bespreek dit met je docent of begeleider. Heb je een opdracht gedaan? Vul dan een bewijsformulier in en stop het in je portfolio. Vertel in de groep hoe het gegaan is. Opdracht 43 Stel je voor, je komt in de volgende situatie terecht. Bedenk wat je zou zeggen en zeg deze zin tegen een andere cursist. Situatie 1: Je vindt het belangrijk dat je kind wat leert over wat er gebeurt in de wereld. Je weet niet of hij oud genoeg is om naar het Jeugdjournaal te kijken. Je vraagt de mening van de moeder van een klasgenoot van je kind. Situatie 2: Je praat met een vriendin. Zij vertelt dat haar kind nooit wil gaan slapen. Ze wil alleen maar lezen. Wat adviseer je? Situatie 3: Als je kinderen een spel doen, eindigt het vaak niet leuk. Het kind dat verloren heeft wordt boos en gooit alles van de tafel. Je vraagt aan andere ouders wat zij doen als dit gebeurt. 6-34

36 Situatie 4: Je praat op het schoolplein met de ouder van Bram. Deze ouder vertelt je dat de leerkracht heeft gezegd dat Bram meer moet oefenen met lezen. Maar Bram kijkt liever naar de televisie. Wat zeg je tegen de ouder van Bram? Situatie 5: Een ouder vertelt dat zijn kind zijn speelgoed helemaal niet meer leuk vindt. Wat adviseer je? Bespreek achteraf in de groep wat je gezegd hebt. Opdracht 44 Lees de woorden. Maak van de woorden een goede zin. Schrijf de zin op. Zin 1 bibliotheek, lenen... Zin 2 abonnement, aanvragen... Zin 3 contributie, betalen

37 Zin 4 legitimatiebewijs, inschrijven... Zin 5 handtekening, formulier... Opdracht 45 Situatie Je hebt boeken geleend bij de bibliotheek. De boeken moeten vandaag worden teruggebracht. Je moet zelf de hele dag werken. Daarom wil je aan je oudste zoon vragen of hij de boeken na school wil terugbrengen. Schrijf een briefje voor je zoon waarin je vraagt of hij de boeken wil terugbrengen. Hoi... Groetjes, 6-36

38 Opdracht 46 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 47 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Opdracht 48 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. De film OGO, module 6: Lezen en spelen doorgeven. Bekijk de film nog een keer. Bespreek: Begrijp je nu alles? Wat begrijp je nog niet? Vertel in je eigen woorden waar de film over gaat. Wat is anders in jouw land? Ben je het eens met de persoon? Wat is jouw mening? Waarom? Examentrainer Ben je klaar voor een oefenexamen? Doe de examentrainer. Ga naar en kies de examentrainer. Kies OGO, module 6: [Lezen en spelen]. Maak de opdracht op de computer. 6-37

39 Woordenlijst Schrijf de betekenis op. Hoe? Dat mag je zelf kiezen. Bijvoorbeeld in je eigen taal, of in het Nederlands. Met een voorbeeldzin, of met een tekening. woord aanvragen het abonnement de activiteit alfabetisch de auteur de bereikbaarheid de bibliotheek het bibliotheekpasje de catalogus de cursus de driewieler het gedicht gratis de handtekening de held inleveren de jeugdafdeling de korting de kunst het legitimatiebewijs de lego lenen het materiaal de mededeling onbeperkt betekenis 6-38

40 de openingstijd de piraat het plaatje de poëzie de pop het prikbord reserveren romantisch de schrijver spannend het speelgoed het sprookje de tentoonstelling het tijdschrift tikkertje typen uitgeleend de uitleentermijn de uitleenvoorwaarden verlengen verstoppertje vervelen voetballen volwassene de zijkant 6-39

41 Schrijf jouw nieuwe woorden op deze lijst. Schrijf ook de betekenis op. Vul minimaal drie woorden in. woord betekenis Kies vijf woorden uit de woordenlijst. Spreek ze uit. Kies opnieuw vijf woorden uit de woordenlijst. Maak een zin waarin het woord voorkomt en spreek deze uit. Kies vijf moeilijke woorden uit de woordenlijst. Vraag aan een medecursist wat de woorden betekenen. 6-40

42 Wat kun je nu? Lezen en spelen Doelen Dat kan ik goed 1. Gebruikmaken van de bibliotheek 2. In gesprek met andere ouders over het binnen spelen van de kinderen 1. Ik weet hoe ik mijzelf of mijn kind kan inschrijven bij de bibliotheek. 2. Ik kan informatie begrijpen over de regels bij de bibliotheek. 3. Ik weet hoe een bibliotheekpasje eruit ziet. 4. Ik kan een briefje van de bibliotheek lezen. 5. Ik kan folders van de bibliotheek lezen (openingstijden, kosten, gang van zaken). 6. Ik kan een bepaald boek vinden in de kast (alfabet). 7. Ik kan de informatie op de rug van boeken lezen (leesniveau, pictogrammen voor genres etc.). 8. Ik kan een inschrijfformulier van de bibliotheek invullen. 1. Ik kan een gesprek voeren over spelletjes, boekjes en tvprogramma s. Dat moet ik nog oefenen Dat heb ik gedaan voor mijn portfolio 6-41