EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN

Transcriptie

1 scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT Allergie ENQUETE 2013/2 WIV-2013/2/Allergie/68 Expertise, dienstverlening en klantenrelaties Kwaliteit van medische laboratoria J. Wytsmanstraat, Brussel België

2 ISSN: COMITE VAN EXPERTEN INSTELLING TEL Secretariaat WIV Coördinator Bernard China WIV Vervanger coördinator WIV Wim Coucke Experten E. Van Hoeyveld KUL E. Cavalier ULg J. Smitz VUB Expertenvergadering: neen Toestemming verspreiding rapport: Door Bernard China, enquêtecoördinator op 17/06/2013. Alle rapporten zijn tevens te raadplegen op onze website: FORM 43/124/N v4 2/22

3 INHOUDSTAFEL INTERPRETATIE VAN HET INDIVIDUEEL RAPPORT... 4 DE STALEN... 5 DE TARGETWAARDE... 5 DE STATISTIEKEN... 5 GRAFISCHE VOORSTELLING... 6 CASUS MONSTER CASUS MONSTER CASUS MONSTER RAPPORT ALLERGIEGRADEN FORM 43/124/N v4 3/22

4 INTERPRETATIE VAN HET INDIVIDUEEL RAPPORT Naast dit globaal rapport, heeft u ook toegang tot een individueel rapport via de toolkit. Hieronder vindt u informatie die u kan helpen om dit rapport te interpreteren. De positie van uw kwantitatieve resultaten gegeven in vergelijking met alle resultaten van alle deelnemers en in vergelijking met de resultaten van de deelnemers die dezelfde methode als u gebruiken. De volgende informatie wordt gegeven: Uw resultaat (R) Uw methode De globale mediaan (M g ): de centrale waarde van de resultaten bekomen door alle laboratoria voor alle methoden. De globale standaarddeviatie ( g ): maat voor de spreiding van de resultaten bekomen door alle laboratoria voor alle methoden. De globale mediaan van uw methode (M m ): de centrale waarde van de resultaten bekomen door de laboratoria die dezelfde methode als u gebruiken. De standaarddeviatie van uw methode ( m ): maat voor de spreiding van de resultaten bekomen door de laboratoria die dezelfde methode als u gebruiken. De variatiecoëfficiënt (uitgebruikt in ) voor alle laboratoria en voor de laboratoria die dezelfde methode als u gebruiken: m = ( m / M m ) * 100 () en g = ( g / M g ) * 100 (). De Z-score: het verschil tussen uw resultaat en de mediaan van uw methode (uitgedrukt als een veelvoud van de ): Z m = (R - M m ) / m en Z g = (R - M g ) / g. De U-score: de relatieve afwijking van uw resultaat t.o.v. de mediaan van uw methode (uitgedrukt in ): U m = ((R - M m ) / M m ) * 100 () and U g = ((R - M g ) / M g ) * 100 (). Een grafische interpretatie van de positie van uw resultaat (R), enerzijds in vergelijking met alle resultaten van alle deelnemers, anderzijds in vergelijking met de resultaten van de deelnemers die dezelfde methode als u gebruiken, gebaseerd op de methode van Tukey, voor elke parameter en voor elk geanalyseerd staal. R : uw resultaat M m/g : mediaan H m/g : percentielen 25 en 75 I m/g : interne limieten (M ± 2.7 ) O m/g : externe limieten (M ± 4.7 ) FORM 43/124/N v4 4/22

5 De globale grafiek en deze van uw methode worden uitgedrukt volgens dezelfde schaal, op deze wijze zijn beide vergelijkbaar. Deze grafieken geven u een ruw geschatte indicatie van de positie van uw resultaat (R) t.o.v. de mediaan (M m/g ). U kan meer details vinden in de 3 brochures die beschikbaar zijn op onze website op het volgende adres: (kies Brochures in het voorgestelde menu) of rechtstreeks op het volgende adres: De 3 volgende documenten verschijnen: 1) Informatiebrochure over de externe kwaliteitsevaluatieprogramma's voor klinische laboratoria (Algemene informatiebrochure over de externe evaluatie). 2) Statistische brochure (Algemene statistische berekeningsprocedure opgesteld door Professor Albert). 3) Verwerking van gecensureerde waarden (Statistische berekeningsprocedure toegepast op de gecensureerde waarden opgesteld door Professor Albert). De Stalen De stalen zijn sera afkomstig van patiënten. De stalen werden afgenomen en verdeeld door het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (Winterswijk, Nederland) volgens de ISO13485:2003 standaard. De sera zijn negatief voor HBV, H en HIV. De homogeniteit en de stabiliteit van de stalen werden volgens de ISO13528 standaard getest. Na analyse van de resultaten werden de stalen als stabiel en homogeen beschouwd. De targetwaarde De targetwaarde is de mediaan van de methode indien het aantal resultaten voor deze methode hoger of gelijk is aan 6. De targetwaarde is de globale mediaan voor de deelnemers waarvoor de methode minder dan 6 resultaten bevat. De statistieken Globaal en voor elk staal en voor elke parameter werden indien n 6, de mediaan, de standaarddeviatie (), de variatiecoëfficiënt () en het aantal laboratoria berekend. Naast de statistieken van de individuele rapporten, werd een Wilcoxon test toegepast om de methoden onder elkaar te vergelijken voor de parameters per staal waarbij n 6 en indien het aantal gecensureerde waarden de berekening van de beschrijvende statistieken niet verhinderde. FORM 43/124/N v4 5/22

6 Grafische voorstelling Naast de tabellen met de resultaten, wordt er soms een grafische voorstelling van de resultaten als box en whisker plot toegevoegd. Zij bevat de volgende elementen voor methoden met minstens 6 deelnemers: een rechthoek die gaat van percentiel 25 (P 25 ) tot percentiel 75 (P 75 ) een centrale lijn die de mediaan van de resultaten voorstelt (P 50 ) een ondergrens die de kleinste waarde voorstelt x > P * (P 75 - P 25 ) een bovengrens die de grootste waarde voorstelt x < P * (P 75 - P 25 ) alle punten buiten dit interval worden voorgesteld door een cirkel. O = P * (P 75-P 25) I = P * (P 75-P 25) LIMIETEN VAN TUKEY H M H I = P * (P 75-P 25) P 50 P 75 P 25 x < P * (P 75 -P 25 ) x > P * (P 75 -P 25 ) < waarde < kwantificatielimiet O = P 25-3 * (P 75-P 25) O I H M H I O M - 4.7σ M - 2.7σ P 25 P 75 M + 2.7σ M + 4.7σ Overeenkomstige limieten in geval van een normale verdeling FORM 43/124/N v4 6/22

7 Casus Monster Anamnese Vrouw, 47 jaar, niet-roker. Bekend met hooikoorts in het voorjaar; dan ook mild astmatische klachten. Ze heeft een paraberk syndroom (appel en boomnoten). De verdere allergie anamnese vermeldt geen bijzonderheden. De tractus anamnese eveneens niet. Zij wordt al 3 jaar behandeld met boompollen specifieke immunotherapie. De prik kuur verloopt probleemloos. Huidtesten: - met luchtweg allergenen: Positief voor boompollen (1,6); verder negatief. - met voedselallergenen: Positief voor hazelnoot (1,1); amandel (1); appel (1). Verder negatief. RAST Graspollenmix(GX3): 0.34 Boompollenmix(TX9): >100 Onkruidpollenmix(WX3): 0.15 Schimmelsporenmix (MX1): neg Huisstofmijt D.pter(D1): neg Kat epitheel(e1): neg Paard epitheel(e3): neg Hond epitheel(e5): neg Tarwe (F4): neg Pinda (F13): neg Soja (F14): neg Kippeneiwit (F1): neg Melk (F2): neg Vis (F3): neg Conclusie/diagnose 1. Hooikoorts (boompollen) 2. Paraberk syndroom (appel, hazelnoot) Opmerking: Huidtesten met luchtwegallergenen en giffen zijn uitgevoerd met extracten van ALK- Abello; de resultaten worden uitgedrukt in HEP-index (positief vanaf 0,5): Huisstofmijt D.pter; grassen-5 mix; bomen-3 mix; bijvoet stuifmeel; kat epitheel, hond epitheel, paard epitheel, konijn haren, cavia haren, hamster haren, Aspergillus fumigatus schimmelsporen, Cladosporium herbarum schimmelsporen; Alternaria alternata schimmelsporen. Op indicatie: wespengif en bijengif Huidpriktesten met voedselallergenen zijn uitgevoerd met extracten van ALK-Abello en deels met verse producten (prick-to-prick test); de resultaten worden uitgedrukt in HEPindex (positief vanaf 0,5). Koemelk, kippeneiwit, soja, pinda, hazelnoot, amandel, walnoot, cashewnoot, appel, kabeljauw, garnaal. RAST (Siemens) uitgevoerd in het SKML referentie laboratorium Winterswijk; alle titers uitgedrukt in. Neg = < 0,35 FORM 43/124/N v4 7/22

8 Tabel 1. Bepaling (globaal en per methode) van totale IgE () in het staal Totale IgE Staal Non-Isotopic - Abbott Quantia (6K42-01) Siemens Dimension Vista - nephelometry Non-Isotopic - Siemens Immulite Non-Isotopic-Siemens-ADVIA Centaur Non-Isotopic-Pharmacia-Cap/Unicap/Immunocap Non-Isotopic- Diasys IgE FS Non-Isotopic-Beckman Coulter-Access Non-Is. -Roche-Elecsys/ Mod E / cobas e Global results (all methodes and all measuring systems) N Figuur 1. Box and whisker plots van de resultaten () per methode (X-as) (indien n> 6). De waarde 67.3, bekomen voor methode 61, is niet op de figuur aangetoond. De Wilcoxon test toont aan dat de methoden 48 en 61 significant verschillend zijn alsook de methoden 61 en 88 (p<0.05) terwijl de methoden 48 en 68 geen significant verschillende resultaten tonen (p 0.05). FORM 43/124/N v4 8/22

9 Tabel 2. Bepaling van specifieke IgE () van het allergeen e3 in het staal e3 Horse dander Staal PHARMACIA UNICAP/FLUORESCENT SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE Global results (all methodes and all measuring systems) 110 Geen box and whisker plots omwille van een te groot aantal gecensureerde waarden (zie tabel 3). Tabel 3. Individuele waarden per methode voor de bepaling van specifieke IgE van het allergeen e3 in het staal e3 Horse dander ( ) Staal Oldmeth No PHARMACIA UNICAP/FLUORESCENT (002) Results : < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE (005) Results : < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < N 31 FORM 43/124/N v4 9/22

10 Tabel 4. Bepaling van specifieke IgE () van het allergeen g5 in het staal g5 Lolium perenne Staal PHARMACIA UNICAP/FLUORESCENT SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE Global results (all methodes and all measuring systems) N labs 15 Figuur 2. Box and Whisker plot van de resultaten () voor methode 002. Geen box and whisker plot voor de methode 005 omwille van een te groot aantal gecensureerde waarden (table 5). Tabel 5. Individuele waarden per methode voor de bepaling van specifieke IgE van het allergeen g5 voor de methode 005 (Siemens Immulite) in het staal g5 Lolium perenne ( ) Staal Oldmeth No.labs SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE (005) Results : < < < < < < < < < < Commentaar : Het staal werd als negatief beschouwd door de Siemens Immulite methode (graad 0) en positief door de Phadia Unicap methode (graad 2). Gezien de anamnese en de negatieve huidtesten voor graspollen, lijkt een negatief resultaat logischer. FORM 43/124/N v4 10/22

11 Tabel 6. Bepaling van specifieke IgE () van het allergeen g6 in het staal g6 Phleum pratense Staal PHARMACIA UNICAP/FLUORESCENT SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE N labs Global results (all methodes and all measuring systems) Figuur 3. Box and whisker plots van de spreiding van de waarden () per methode (X-as) (indien n> 6) voor de dosering van specifieke IgE van het allergeen g6 in het staal De waarde <0.1 voor methode 5 is niet op de grafiek weergegeven. De Wilcoxon test toont aan dat de resultaten bekomen voor de twee methoden significant van elkaar verschillen (p<0.05). Commentaar : Het staal werd als negatief beschouwd door de Siemens Immulite methode (graad 0) en positief door de Phadia Unicap methode (graad 2). Gezien de anamnese en de negatieve huidtesten voor graspollen, lijkt een negatief resultaat logischer. FORM 43/124/N v4 11/22

12 Casus Monster Anamnese Vrouw, 53 jaar, niet-roker. Bekend met hooikoorts en matig/ernstig allergisch astma. Toename van klachten in het hooikoorts seizoen en bij contact met dieren ( hond, kat, paard). Zij heeft chronisch gegeneraliseerd atopisch eczeem. Ze heeft mild klachten passend bij een paraberk syndroom ( appel, hazelnoot, kers). Ze eet pinda zonder klachten. De verdere allergie anamnese vermeldt geen bijzonderheden. Tractus anamnese: geen aanvullende bijzonderheden. Huidtesten: - met luchtweg allergenen: Positief voor boompollen (1,4); voor graspollen (1,9); voor huisstofmijt (1,8); kat epitheel (1,2), hond epitheel (1,8), paard epitheel (2,5), cavia haren (1,1), konijn haren (0,9). Verder negatief - met voedselallergenen: Positief voor pinda (2,7), hazelnoot (0,9), amandel (1,3), appel (1,2), walnoot (0,9), kers (0,9).Verder negatief. RAST Graspollenmix(GX3): >100 Boompollenmix(TX9): >100 Onkruidpollenmix(WX3): 3.62 Schimmelsporenmix (MX1): 0.52 Huisstofmijt D.pter(D1): >100 Kat epitheel(e1): Paard epitheel(e3): Hond epitheel(e5): Tarwe (F4): 1.27 Pinda (F13): 5.97 Soja (F14): 0.56 Kippeneiwit (F1): 0.86 Melk (F2): neg Vis (F3): neg Conclusie/diagnose 1. Allergische luchtwegklachten (pollen, dierlijk epitheel, huisstofmijt) 2. Paraberk syndroom (appel, hazelnoot, kers) 3. Atopisch eczeem Opmerking: Huidtesten met luchtwegallergenen en giffen zijn uitgevoerd met extracten van ALK- Abello; de resultaten worden uitgedrukt in HEP-index (positief vanaf 0,5): Huisstofmijt D.pter; grassen-5 mix; bomen-3 mix; bijvoet stuifmeel; kat epitheel, hond epitheel, paard epitheel, konijn haren, cavia haren, hamster haren, Aspergillus fumigatus schimmelsporen, Cladosporium herbarum schimmelsporen; Alternaria alternata schimmelsporen. Op indicatie: wespengif en bijengif Huidpriktesten met voedselallergenen zijn uitgevoerd met extracten van ALK-Abello en deels met verse producten (prick-to-prick test); de resultaten worden uitgedrukt in HEPindex (positief vanaf 0,5). Koemelk, kippeneiwit, soja, pinda, hazelnoot, amandel, walnoot, cashewnoot, appel, kabeljauw, garnaal. RAST (Siemens) uitgevoerd in het SKML referentie laboratorium Winterswijk; alle titers uitgedrukt in. Neg = < 0,35 FORM 43/124/N v4 12/22

13 Tabel 7. Bepaling van totale IgE () in het staal Totale IgE Staal Non-Isotopic - Abbott Quantia (6K42-01) Siemens Dimension Vista - nephelometry Non-Isotopic - Siemens Immulite Non-Isotopic-Siemens-ADVIA Centaur Non-Isotopic-Pharmacia-Cap/Unicap/Immunocap Non-Isotopic- Diasys IgE FS Non-Isotopic-Beckman Coulter-Access Non-Is. -Roche-Elecsys/ Mod E / cobas e Global results (all methodes and all measuring systems) N Figuur 6. Box and whisker plots van de resultaten () per methode (X-as) (indien n> 6). De Wilcoxon test toont aan dat de methoden 48 en 61significant verschillend zijn alsook de methoden 61 en 88 (p<0.05) terwijl de methoden 48 en 68 geen significant verschillende resultaten tonen (p=0.69). FORM 43/124/N v4 13/22

14 Tabel 8. Bepaling van specifieke IgE () van het allergeen e3 in het staal e3 Horse dander Staal PHARMACIA UNICAP/FLUORESCENT SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE N labs Global results (all methodes and all measuring systems) Figuur 7. Box and wishker plots van de resultaten () per methode (X-as) voor de dosering van specifieke IgE van het allergeen e3 in het staal Voor de methode 2, wordt de waarde 0.55 en voor de methode 5 wordt de waarde 46.7 niet getoond. De Wilcoxon test toont aan dat de resultaten bekomen voor de twee methoden significant van elkaar verschillen (p<0.05). FORM 43/124/N v4 14/22

15 Tabel 9. Bepaling van specifieke IgE () van het allergeen f1 in het staal f1 Egg white Staal PHARMACIA UNICAP/FLUORESCENT SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE N labs Global results (all methodes and all measuring systems) Figuur 8. Box and whisker plots van de verpreiding van de waarden () per methode ( X- as) voor de bepaling van specifieke IgE van het allergeen f1 in het staal De Wilcoxon test toont aan dat de resultaten bekomen voor de twee methoden significant van elkaar verschillen. FORM 43/124/N v4 15/22

16 Tabel 10. Bepaling (globaal en per methode) van specifieke IgE () van het allergeen f13 in het staal f13 Peanut Staal PHARMACIA UNICAP/FLUORESCENT SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE N Global results (all methodes and all measuring systems) Figuur 9. Box and whisker plots van de spreiding van de waarden () per methode (X-as) voor de bepaling van specifieke IgE van het allergeen f13 in het staal De Wilcoxon test toont aan dat de resultaten bekomen voor de 2 methoden significant van elkaar verschillen (p<0.05). FORM 43/124/N v4 16/22

17 Casus Monster Anamnese Man, 33 jaar, niet-roker. Bekend met hooikoorts en matig/ernstig allergisch astma. Toename van klachten in het hooikoorts seizoen en bij contact met katten. Hij heeft mild atopisch eczeem; met name actief in de buigplooien van de ledematen. De verdere allergie anamnese vermeldt geen bijzonderheden. Tractus anamnese: geen aanvullende bijzonderheden Hij werd tot een jaar geleden behandeld met allergeenspecifieke immunotherapie (graspollen en huisstofmijt). Sindsdien zijn z n klachten verbeterd en gebruikt hij minder symptomatische medicatie. Huidtesten: - met luchtweg allergenen: Positief voor graspollen (1,2); voor huisstofmijt (1,2); kat epitheel (1,2); hond epitheel (0,8), paard epitheel (0,7), cavia haren (0,7), konijn haren (0,6). Verder negatief - met voedselallergenen: Negatief. RAST Graspollenmix(GX3): 2.97 Boompollenmix(TX9): neg Onkruidpollenmix(WX3): neg Schimmelsporenmix (MX1): neg Huisstofmijt D.pter(D1): Kat epitheel(e1): 4.03 Paard epitheel(e3): neg Hond epitheel(e5): 0.45 Tarwe (F4): neg Pinda (F13): neg Soja (F14): neg Kippeneiwit (F1): neg Melk (F2): neg Vis (F3): neg Conclusie/diagnose 1. Allergische luchtwegklachten (graspollen, kat epitheel, huisstofmijt) 2. Atopisch eczeem Opmerking: Huidtesten met luchtwegallergenen en giffen zijn uitgevoerd met extracten van ALK- Abello; de resultaten worden uitgedrukt in HEP-index (positief vanaf 0,5): Huisstofmijt D.pter; grassen-5 mix; bomen-3 mix; bijvoet stuifmeel; kat epitheel, hond epitheel, paard epitheel, konijn haren, cavia haren, hamster haren, Aspergillus fumigatus schimmelsporen, Cladosporium herbarum schimmelsporen; Alternaria alternata schimmelsporen. Op indicatie: wespengif en bijengif Huidpriktesten met voedselallergenen zijn uitgevoerd met extracten van ALK-Abello en deels met verse producten (prick-to-prick test); de resultaten worden uitgedrukt in HEPindex (positief vanaf 0,5). Koemelk, kippeneiwit, soja, pinda, hazelnoot, amandel, walnoot, cashewnoot, appel, kabeljauw, garnaal. RAST (Siemens) uitgevoerd in het SKML referentie laboratorium Winterswijk; alle titers uitgedrukt in. Neg = < 0,35 FORM 43/124/N v4 17/22

18 Tabel 11. Bepaling van totale IgE () in het staal Totale IgE - Staal Non-Isotopic - Abbott Quantia (6K42-01) Siemens Dimension Vista - nephelometry Non-Isotopic - Siemens Immulite Non-Isotopic-Siemens-ADVIA Centaur Non-Isotopic-Pharmacia-Cap/Unicap/Immunocap Non-Isotopic- Diasys IgE FS Non-Isotopic-Beckman Coulter-Access Non-Is. -Roche-Elecsys/ Mod E / cobas e N labs Global results (all methodes and all measuring systems) Figuur 10. Verspreiding van de resultaten () per methode (X- as) weergave in box and whisker plots (indien n 6). De Wilcoxon test toont aan dat de methoden 48 en 61 significant verschillend zijn alsook de methoden 61 en 88 (p<0.05) terwijl de methoden 48 en 68 geen significant verschillende resultaten tonen (p=0.84). FORM 43/124/N v4 18/22

19 Tabel 12. Bepaling van specifieke IgE () van het allergeen d1 in het staal d1 Dermatophag pt - Staal PHARMACIA UNICAP/FLUORESCENT SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE N labs BIOMERIEUX RAST/FLUORESCENT 1 Global results (all methodes and all measuring systems) Figuur 11. Verspreiding van de resultaten () per methode (X- as). Box en whisker plots (indien n 6). Voor de methode 13 wordt de waarde 14.7 niet op de grafiek getoond. De Wilcoxon test toont aan dat de resultaten bekomen met de twee methoden significant van elkaar verschilden (p<0.05). FORM 43/124/N v4 19/22

20 Tabel 13. Bepaling van specifieke IgE () van het allergeen e1 in het staal e1 Cat dander Staal PHARMACIA UNICAP/FLUORESCENT SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE N labs BIOMERIEUX RAST/FLUORESCENT 1 Global results (all methodes and all measuring systems) Figuur 12. Verspreiding van de resultaten () per methode (X-as). Box en whisker plots (indien n 6) voor de dosering van specifieke IgE van het allergeen e1 van het staal De Wilcoxon test toont aan dat de gegevens bekomen met de twee methoden significant van elkaar verschilden (p<0.05). FORM 43/124/N v4 20/22

21 Tabel 14. Bepaling van specifieke IgE () van het allergeen e5 in het staal e5 Dog dander Staal PHARMACIA UNICAP/FLUORESCENT SIEMENS IMMULITE 2000/CHEMILUMINESCENCE N labs Global results (all methodes and all measuring systems) Figuur 13. Verspreiding van de resultaten () per methode (X-as). Box en whisker plots (indien n 6). Voor methode 2 zijn de waarden <0.1 en 0.12 en voor methode 5 de waarde 0.61 niet weergegeven op de figuur. De Wilcoxon test toonde aan dat de gegevens bekomen met de twee methoden significant van elkaar verschilden (p<0.05). Commentaar : Het staal wordt beschouwd als licht positief met de Siemens Immulite methode (graad 1) en negatief met de Phadia Unicap methode (graad 0). Gezien de anamnese en de positieve huidtest voor hond epitheel (0.8), lijkt een licht positief resultaat is logischer. FORM 43/124/N v4 21/22

22 Staal e3 Horse dander Staal g5 Lolium perenne Staal g6 Phleum pratense Staal e3 Horse dander Staal f1 Egg white Staal f13 Peanut Staal : d1 Dermatophag pt Staal : e1 Cat dander Staal : e5 Dog dander RAPPORT ALLERGIEGRADEN Graad N Graad N Graad N Graad N Graad N Graad N Graad N Graad N Graad N EINDE Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Brussel Dit rapport mag niet gereproduceerd, gepubliceerd of verdeeld worden zonder akkoord van het WIV. FORM 43/124/N v4 22/22