Onderwijs & Onderzoek Competentieprofielen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwijs & Onderzoek Competentieprofielen"

Transcriptie

1 Onderwijs & Onderzoek Competentieprofielen Auteurs: Jan Jacobs (UC Leuven-Limburg Frederik Houben (Hogeschool PXL) Annemie Spooren (Hogeschool PXL) Katrien Lannoy (Hogeschool PXL) 1

2 INDEX 1. Inleiding 2. Materiaal en methoden a. Enquête b. Inclusiecriteria c. Exclusiecriteria d. Data-analyse enquête e. Focusgroepen f. Data-analyse focusgroepen 3. Resultaten a. Respondenten b. Resultaten enquêtes i. Resultaten belangrijkheid en frequentie 1. Kennis 2. Diagnostiek 3. Interventie 4. Communicatie ii. Resultaten basis versus gespecialiseerd 1. Kennis 2. Diagnostiek 3. Interventie 4. Communicatie c. Resultaten focusgroepen i. Domein KENNIS ii. Domein DIAGNOSTIEK iii. Domein INTERVENTIE iv. Domein COMMUNICATIE v. Focusgroep ARTS + ZIEKENHUISSPECIALIST 1. Focusgroep huisartsen 2. Focusgroep ziekenhuisspecialisten d. Basiscompetentieprofiel per discipline e. Competentieprofiel gespecialiseerde opleiding (postgraduaat) 4. Discussie a. Methodiek i. Enquête ii. Focusgroep b. Resultaten (verschillen tussen disciplines) 5. Conclusie 2

3 1. Inleiding De problematiek van niet-aangeboren hersenletsels (NAH) is zeer complex, wat maakt dat zorgverleners die werken met mensen met een NAH de nodige kennis en competenties moeten bezitten. Tijdens het ERNAH voortraject gaven de verschillende stakeholders aan dat er nood is aan meer kennis en competenties bij zorgverleners (zowel basis als gespecialiseerde kennis en competenties). Het doel van dit deelproject is het beter voorbereiden van zorgverleners om de specifieke noden en vragen van personen met een NAH beter te herkennen en het professionele handelen hier op af te stemmen. Om dit doel te bereiken is het belangrijk om op zoek te gaan naar specifieke competenties die een zorgverlener moet bezitten om op een professionele wijze een antwoord te kunnen bieden op de wensen en noden van personen met een NAH. Met de kennis over de nodige competenties kan er gestreefd worden naar een congruent beeld tussen het werkveld en het onderwijs waarbij de nodige competenties geïntegreerd kunnen worden in reguliere opleidingen en navormingen. De Vereniging voor Gehandicaptenzorg Nederland legt in het artikel NAH: competentieprofiel voor beroepskrachten in het primaire proces van de gehandicaptenzorg die ondersteuning bieden aan mensen met een niet-aangeboren hersenletsel, de nadruk op de specifieke zorg- en ondersteuningsbehoeften van personen met een NAH en de daarop aansluitende nodige expertise en competenties van de zorgverleners. Hierin wordt aangegeven dat het opleidingsaanbod op het terrein van NAH door het werkveld als onvolledig en gefragmenteerd wordt beschouwd, waardoor er nood is aan een competentieprofiel rond NAH [1]. Echter, Darragh et al. en Dierckx de Casterlé et al. geven aan dat de behoeften van de cliënten kunnen ook verschillen voor verschillende landen [2-3]. Cramm et al. geven ook aan dat de kijk die verschillende landen hebben op taakverdeling en het multidisciplinair werken van de verschillende medici en paramedici binnen de NAH settings anders is en dat in elk land de focus van de zorgverlening en de nodige competenties wel wat anders ligt [4]. Daarom is het ook belangrijk dat dit er een competentieprofiel voor verschillende disciplines wordt opgesteld in België. Dit deelproject beoogt een antwoord te formuleren op de vraag wat de nodige competenties zijn voor verschillende (para) medische disciplines (ergotherapeuten, kinesitherapeuten, verpleegkundigen, artsen, orthopedagogen en psychologen) om een volwaardige revalidatie aan te bieden bij personen met een NAH. 2. Materiaal en methoden Er werd een kwalitatief onderzoek uitgevoerd voor het opstellen van het competentieprofiel. Eerst werden de competenties bevraagd via een enquête. Daarna werden de resultaten van de enquête afgetoetst via focusgroepen. a. Enquête De enquête werd opgesteld op basis van een literatuurstudie en bevragingen van experten. Hierbij werd het NAH-competentieprofiel voor beroepskrachten (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, 2011) door een multidisciplinair team geanalyseerd. Vanuit deze analyse werden een groot aantal competenties geselecteerd. Daarnaast werden vanuit de literatuur en de ervaring van experten in België een aantal competenties toegevoegd vb. preventief werken, geven van vormingen, sensibilisatie, bespreekbaar maken van ethische dilemma s, 3

4 Deze enquête werd per discipline aangepast aan de discipline-specifieke beroepsvereisten. Hierbij werden voor bepaalde disciplines bepaalde competenties uitgesplitst, dan wel samengevoegd afhankelijke van het gewicht dat bepaalde competenties krijgen binnen bepaalde disciplines. De enquête is een bevraging van competenties die betrekking hebben op de revalidatie van personen met een NAH. Er werd ook een onderscheid gemaakt tussen de competenties op gebied van kennis, diagnostiek, communicatie en interventies gericht op NAH. In de enquête werd per competentie de belangrijkheid en frequentie bevraagd. Dit werd gescoord via de Likert-schaal op een 5-punten score. Elke competentie werd getoetst op: Belangrijkheid ( deze competentie is belangrijk bij het werken met NAH ) (5 antwoordmogelijkheden: helemaal oneens oneens neutraal mee eens helemaal mee eens). Frequentie ( deze competentie komt vaak voor bij het werken met NAH ) (5 antwoordmogelijkheden: helemaal oneens oneens neutraal mee eens helemaal mee eens). Verder werd bevraagd of een competentie basis (hetgeen aan bod moet komen in een disciplinespecifieke basisopleiding) of gespecialiseerd (hetgeen aan bod moet komen in een navorming of postgraduaat) is bij het werken met NAH. Enkel de discipline ARTS werd algemeen bevraagd (niet per competentie) of het thema NAH meer aan bod moet komen in de basis- dan wel de gespecialiseerde opleiding (waarbij de basisopleiding slaat op de basisopleiding geneeskunde en de gespecialiseerde opleiding op de opleiding tot huisarts- of ziekenhuisspecialist. Er werden 6 disciplines bevraagd Verpleegkunde (VPK) Sociaal Agogisch Werk Orthopedagogie (SAW) Psychologie (PSYCHO) Ergotherapie (ERGO) Kinesitherapie (KINE) Arts (ARTS) b. Inclusiecriteria De volgende inclusiecriteria werden gebruikt: Werkzaam in settings die werken met de doelgroep NAH, meer specifiek met de pathologie CVA, MS, TBI en dementie; Werkzaam in settings die werken met patiënten met NAH binnen een acute, subacute of chronische fase; Werkzaam bij stakeholders van het ERNAH project; Werkzaam in grote revalidatiecentra binnen en buiten Limburg; Respondenten met minimum vijf jaar ervaring; Respondenten met een leidinggevende functie. c. Exclusiecriteria Respondenten die geen ervaring hadden met de doelgroep, werden geëxcludeerd. 4

5 De enquêtes werden via verzonden naar de zorgprofessionals van de verschillende disciplines van de desbetreffende instellingen. Er werden in totaal 60 instellingen gecontacteerd over Vlaanderen. d. Data-analyse enquête Per competentie werd berekend hoeveel % van de respondenten de scores 4 (mee eens) en 5 (helemaal mee eens) gaf. Een competentie wordt als belangrijk aanzien bij een cutoff van 80% (via consensus tussen 3 onafhankelijke onderzoekers). Dit betekent wanneer 80% van de bevraagden deze competenties op vraag naar belangrijkheid scoorden als mee eens en helemaal mee eens). Voor de frequentie hanteerden we een cutoff van 70% (<70% = lage frequentie) en van 40% (<40% = zeer lage frequentie). Voor de vraag of een competentie basis of gespecialiseerd werd beschouwd, werd het principe van de meerderheid gehanteerd (als meer dan 50% van de deelnemers de competentie als basis scoorden, werd deze als basis beschouwd). Indien het verschil tussen basis en gespecialiseerd minder dan 10% bedroeg, kreeg de competentie de code BG (zowel basis als gespecialiseerd). Na het afnemen van de enquêtes bij de verschillende zorgdisciplines werd er een eerste globale analyse verricht aan de hand van het statistische softwareprogramma SPSS (Statistical Package for the Social Sciences). Er werd per competentie de gemiddelde belangrijkheid en de gemiddelde frequentiescore berekend. Deze werden gehanteerd om de verschillen tussen verscheidene competenties beter in kaart te kunnen brengen. Indien er niets werd ingevuld door een bepaalde respondent, werd dit door het programma automatisch beschouwd als een missing system. Deze missing systems werden dan uitgesloten bij de berekening van de gemiddelde belangrijkheid en de gemiddelde frequentie. e. Focusgroepen Om de resultaten van de enquête te valideren en een beter (meer diepgaand) beeld te krijgen over de competenties en een duidelijke klassering te bekomen van basis of gespecialiseerde kennis, werden focusgroepen gehouden voor de verschillende disciplines die bevraagd werden via de enquête. Tevens werd er ook een focusgroep gehouden met logopedisten en met de cliënt en mantelzorger. Wat betreft de groep van artsen werd ervoor geopteerd om deze groep op te splitsen in huisartsen en ziekenhuisarts-specialisten (fysische geneeskunde-neurologiepsychiatrie). Dezelfde inclusiecriteria werden gebruikt als voor de enquête. Een topiclijst werd opgesteld op basis van de resultaten van de enquêtes. Alle competenties die lagers scoorden dan de cut-off score (zowel voor belangrijkheid als voor frequentie) werden bevraagd. Ook werden de competenties bevraagd waarbij de score voor basis of gespecialiseerd lag tussen 40 en 60. De topiclijst werd in consensus door 2 onderzoekers opgesteld. Voor elke competentie werd er getracht tot een algemeen beeld of consensus te komen. Daar er geen discipline-specifieke enquêteresultaten beschikbaar waren voor de focusgroepen van de cliënt-mantelzorger en zorgdiscipline logopedie werd hiervoor het gemiddelde genomen van de percentueel-gemiddelde resultaten van alle bevraagde zorgdisciplines. Nadat er een geschikte datum gevonden werd, is de brief opgesteld om de deelnemers uit te nodigen. De respondenten werden gerekruteerd via het netwerk van het Euregionaal project Niet- 5

6 Aangeboren Hersenletsel (ERNAH) alsook door aankondigingen via de website van het Steunpunt Expertise Netwerken (SEN). Na toezegging van hun aanwezigheid kreeg elke respondent enkele dagen voor de focusgroep een leidraad en de gegevens van hun zorgdiscipline doorgestuurd. De focusgroepen werden geleid door verschillende moderatoren, die ervaring hadden met het leiden van focusgroepen. Daarnaast werden er notities gemaakt door observator. Voor de focusgroep van start ging werd er nogmaals een toelichting gegeven bij het doel van de focusgroep en de verkregen leidraad. De gesprekken werden, met toestemming van de respondenten, opgenomen aan de hand van een audiorecorder. De respondenten werd eveneens gevraagd om hun informed consent uit te spreken. Zo dienden zij hun naam te vermelden, alsook het feit dat zij uit vrije wil aanwezig waren. Dit werd eveneens vastgelegd via de audiorecorder. Na het bespreken van deze competenties volgde een korte pauze waarin de moderator en de verslaggever zich terugtrokken. In het tweede deel van de focusgroep gaven zij een samenvatting van de besproken inhoud/competenties, bij wijze van debriefing. De duur van de focusgroep varieerde tussen één en 2,5 uur. f. Data-analyse focusgroepen Na de focusgroep is er van het gesprek een gecodeerd transcript gemaakt, op basis waarvan de belangrijkste concepten uit de focusgroep gehaald werden. Tot slot zijn de resultaten van de focusgroep vergeleken met die van de enquêtes. 3. Resultaten a. Respondenten De enquête werd verspreid naar het NAH-zorglandschap (discipline-specifiek). Er waren in totaal 200 respondenten waarvan 160 met ervaring met NAH. De verdeling per discipline is als volgt: Verpleegkunde (VPK): 62 respondenten (waarvan 41 ervaring met NAH) Sociaal Agogisch Werk Orthopedagogie (SAW): 34 respondenten (waarvan 29 ervaring met NAH) Psychologie (PSYCHO): 48 respondenten (waarvan 35 ervaring met NAH) Ergotherapie (ERGO): 19 respondenten (waarvan 19 ervaring met NAH) Kinesitherapie (KINE): 13 respondenten (waarvan 13 ervaring met NAH) Arts (ARTS): 23 respondenten (waarvan 23 ervaring met NAH) b. Resultaten enquêtes Van de 70 bevraagde competenties scoorden 55 competenties hoog op vlak van belangrijkheid en 52 competenties op vlak van frequentie. In dit overzicht van de resultaten worden enkel de competenties met afwijkende waarden (lager dan de cutoff) besproken. Al de andere bevraagde competenties scoorden qua belangrijkheid en frequentie hoog bij alle bevraagde disciplines. De resultaten van alle competenties per discipline staan in tabel 1 tot 8 (overeenkomstige competenties uit de verschillende bevragingen worden samen weergegeven). Rekening houdend met het verschillend aantal respondenten per discipline werd het algemeen gemiddelde op score belangrijkheid en frequentie per competentie (over de verschillende disciplines heen) berekend op basis van de gemiddelde waardes per competentie per discipline. 6

7 Deze gemiddelde waardes werden gebruikt als startpunt voor de focusgroepen logopedie en mantelzorgers (aangezien er geen enquêtes werden afgenomen bij deze disciplines). i. Resultaten belangrijkheid en frequentie 1. Kennis De competenties in het domein kennis worden als belangrijk (89,4%) en frequent voorkomend (78,3%) ingeschat over alle disciplines heen (op basis van de gemiddelde waarden van alle competenties in het domein kennis). Enkel de competenties omtrent kennis van anatomie en neurofysiologie (comp. K2), en kennis over het zorglandschap (comp. K15) scoorden gemiddeld (over alle disciplines heen) laag op vlak van belangrijkheid (respectievelijk 68% en 62,2%) én frequentie (respectievelijk 67,1% en 52%). o Kennis van de normale werking van het brein (competentie K1) Deze competentie wordt algemeen ingeschat als belangrijk door alle disciplines, maar twee disciplines (SAW en KINE) schatten de frequentie lager in (SAW: 69%, KINE: 66,7%). o Kennis van anatomie en neurofysiologie van het bovenste lidmaat (competentie K2) Van de vier disciplines (VPK, SAW, KINE, ERGO) die bevraagd zijn over deze competentie scoorden drie disciplines (VPK, SAW, ERGO) de belangrijkheid van deze competentie lager in, waarbij SAW beduidend lager scoorde (27,6%) dan de 3 andere disciplines (VPK: 73,2%, KINE: 92,3%, ERGO: 78,9%). Op vlak van frequentie schatte 2 disciplines (VPK en SAW) deze competentie als minder voorkomend in (VPK: 61%, SAW: 37,9%). De score van SAW wordt aanzien als een zeer lage frequentie. o Kennis van de belangrijkste gevolgen op medisch vlak (competentie K5) Op vlak van belangrijk én frequentie scoren 3 disciplines (SAW, KINE, ERGO) deze competentie lager in. Voor belangrijkheid was dit respectievelijk 75,9%, 76,9% en 78,9%, voor frequentie was dit respectievelijk 69%, 50% en 66,7%. o Kennis van de gevolgen van NAH op cognitief en psycho-emotioneel vlak (competentie K6) Eén discipline (KINE) scoorde laag voor frequentie (66,7%). o Kennis van de rouwverwerkingsprocessen (competentie K7) Enkel SAW (75,9%) en KINE (76,9%) qua belangrijkheid en SAW (65,5%), KINE (58,3%) en ERGO (66,7%) qua frequentie scoorden lager dan de cut-off. o Kennis van de gevolgen van NAH op gedragsmatig vlak (competentie K8) Van de twee bevraagde disciplines (PSYCHO, ARTS) scoorde de discipline ARTS lager op vlak van belangrijkheid (70%). o Kennis van de communicatieve problemen (competentie K9) Van de bevraagde disciplines (VPK, SAW, PSYCHO, KINE, ERGO) scoorde enkel ERGO lager qua belangrijkheid (78,9%) o Kennis van de psychologische en sociale gevolgen (competentie K10 en K11) 7

8 Evenals voor competentie K10 (kennis van de verminderde belastbaarheid) als voor competentie K11 (kennis van impact van NAH op het functioneren van het systeem) scoorde ERGO van de vier bevraagde disciplines (VPK, SAW, PSYCHO, ERGO) zowel laag op vlak van belangrijkheid (78,9%) als op vlak van frequentie (66,7%). o Kennis van de invloed van persoons- en omgevingsfactoren op functioneren en gedrag(competentie K14) Er zijn twee uitschieters wat betreft frequentie. KINE haalde een score van 66,7%, voor ARTS was de score 65%. o Kennis van het NAH-zorglandschap (competentie K15) Bij de zes bevraagde disciplines was er een algemene tendens zichtbaar qua belangrijkheid (VPK: 51,2%, SAW: 69%, PSYCHO: 74,3%, KINE: 71,4%, ERGO: 63,2, ARTS: 74%) en frequentie (VPK: 36,6%, SAW: 69%, PSYCHO: 65,7%, KINE: 27,3%, ERGO: 61,1%, ARTS: 52%) van een lage score ten opzichte van de cut-off. De score qua frequentie van VPK en KINE wordt als zeer laag beschouwd. 8

9 Tabel 1: Belangrijkheid (%) per KENNIS-competentie KENNIS BELANGRIJKHEID VPK SAW PSYCHO KINE ERGO ARTS Gemiddelde 1 heeft kennis van de (normale) werking van het brein 92,7 82, ,7 / 94 2 heeft kennis van de anatomie en (neuro)fysiologie van het bovenste lidmaat 73,2 27,6 / 92,3 78,9 / 68 3 heeft kennis van de oorzaken en vormen van NAH 92, , ,6 4 heeft kennis van de gevolgen van het hersenletsel op neurologisch vlak en de betekenis hiervan op functioneren van de persoon met NAH 97,6 89, ,9 5 heeft kennis van de belangrijkste gevolgen op medisch vlak zoals epilepsie, slaapproblemen, medicatie, 95,1 75,9 97,1 76,9 78, ,3 6 heeft kennis van de gevolgen van het hersenletsel op cognitief en psychologisch-emotioneel vlak en de betekenis hiervan op functioneren van de persoon met NAH en zijn omgeving 92, ,8 7 heeft kennis van rouwverwerkingsprocessen in combinatie met beperkingen als gevolg van hersenletsel 92,7 75, ,9 84, heeft kennis van de gevolgen van hersenletsel op gedragsmatig vlak en de betekenis hiervan op functioneren van persoon met NAH en op zijn omgeving / / 97,1 / / 70 83,6* 9 heeft kennis van de gevolgen op vlak van communicatie en taal zoals afasie, en de betekenis hiervan op het functioneren van persoon met NAH 97, ,1 84,6 78,9 / 91,6 10 heeft kennis van psychologische en sociale gevolgen: kennis van de verminderde belastbaarheid, zowel op mentaal als fysiek vlak 90,2 93,1 100 / 78,9 / 90,6 11 heeft kennis van psychologische en sociale gevolgen: kennis van de impact van NAH op het functioneren van het systeem 90,2 93,1 94,3 / 78,9 / 89,1 12 heeft kennis van de gevolgen op vlak van ADL / / 88,6 / / 91 89,8* 9

10 13 heeft kennis van emotionele, cognitieve en/of gedragsmatige benaderingen 95,1 93, / 97,6 14 heeft kennis van de invloed van persoons- en omgevingsfactoren op het functioneren en gedrag van de NAH patiënt, zoals wonen en werken, sociaal netwerk, 95,1 89,7 97, ,8 15 heeft kennis van het NAH-zorglandschap, de betrokken instanties en de bestaande regelgeving en procedures 51, ,3 41,7 63, ,2 16 heeft kennis over het omgaan met familie ,1 / / 84,2 / 92,4* Noot: Wanneer geen gegevens zijn gepresenteerd, betekent dit dat deze niet werden bevraagd voor de overeenkomstige zorgdiscipline. * = gemiddelde van slechts 2 of 3 zorgdisciplines / grijze arcering = gemiddelde belangrijkheid < 80% 10

11 Tabel 2: Frequentie (%) per KENNIS-competentie KENNIS FREQUENTIE VPK SAW PSYCHO KINE ERGO ARTS Gemiddeld e 1 heeft kennis van de (normale) werking van het brein 80, ,4 66,7 88,9 / 79,3 2 heeft kennis van de anatomie en (neuro)fysiologie van het bovenste lidmaat 61 37,9 / 91,7 77,8 / 67,1 3 heeft kennis van de oorzaken en vormen van NAH 87,8 79,3 94,3 81,8 88, ,4 4 heeft kennis van de gevolgen van het hersenletsel op neurologisch vlak en de betekenis hiervan op functioneren van de persoon met NAH 92,7 89,7 85,7 83,3 88, ,4 5 heeft kennis van de belangrijkste gevolgen op medisch vlak zoals epilepsie, slaapproblemen, medicatie, 85, , , heeft kennis van de gevolgen van het hersenletsel op cognitief en psychologisch-emotioneel vlak en de betekenis hiervan op functioneren van de persoon met NAH en zijn omgeving 87, ,7 88, ,6 7 heeft kennis van rouwverwerkingsprocessen in combinatie met beperkingen als gevolg van hersenletsel 75,6 65,5 88,6 58,3 66, heeft kennis van de gevolgen van hersenletsel op gedragsmatig vlak en de betekenis hiervan op functioneren van persoon met NAH en op zijn omgeving / / 91,4 / / 70 80,7* 9 heeft kennis van de gevolgen op vlak van communicatie en taal zoals afasie, en de betekenis hiervan op het functioneren van persoon met NAH 92,7 96,6 94,3 83,3 88,9 / 91,2 10 heeft kennis van psychologische en sociale gevolgen: kennis van de verminderde belastbaarheid, zowel op mentaal als fysiek vlak 87,8 93,1 97,1 / 66,7 / 86,2 11 heeft kennis van psychologische en sociale gevolgen: kennis van de impact van NAH op het functioneren van het systeem 87,8 93,1 88,6 / 66,7 / 84,1 12 heeft kennis van de gevolgen op vlak van ADL / / 85,7 / / 82 83,9* 11

12 13 heeft kennis van emotionele, cognitieve en/of gedragsmatige benaderingen 92,7 89,7 88, ,2 / 86,8 14 heeft kennis van de invloed van persoons- en omgevingsfactoren op het functioneren en gedrag van de NAH patiënt, zoals wonen en werken, sociaal netwerk, 92,7 86,2 88,6 66,7 88, ,4 15 heeft kennis van het NAH-zorglandschap, de betrokken instanties en de bestaande regelgeving en procedures 36, ,7 27,3 61, heeft kennis over het omgaan met familie 97,6 86,2 / / 77,8 / 87,2* Noot: Wanneer geen gegevens zijn gepresenteerd, betekent dit dat deze niet werden bevraagd voor de overeenkomstige zorgdiscipline. * = gemiddelde van slechts 2 of 3 zorgdisciplines / grijze arcering = gemiddelde frequentie < 70% / donkergrijze arcering = gemiddelde frequentie < 40% 12

13 2. Diagnostiek Algemeen worden competenties in het domein diagnostiek als belangrijk (87,4%) en frequent (74,8%) voorkomend ingeschat over alles disciplines heen. Enkel de competenties omtrent observeren en evalueren van het functioneren van de patiënt op gebied van werkgerelateerd handelen (comp. D18), het gebruik van assessments (comp. D26) en inventarisatie van hulpvragen op basis van opleiding, levensgeschiedenis en interesses (comp. D29) scoorden gemiddeld (over alles disciplines heen) laag op vlak van belangrijkheid (respectievelijk 78,5%; 69,1; 78,5%) én frequentie (respectievelijk 63,6%; 53,2%; 68,5%). Op vlak van frequentie scoorden ook het observeren en evalueren van het functioneren op gedragsmatig (comp. D20), emotioneel (comp. D21) en psychosociaal (comp. D22) vlak laag (respectievelijk 68,1%; 66,2%; 67%). o Observeren en evalueren van het functioneren op dagelijks en werkgerelateerd vlak (competentie D17 en D18) Alle discipline, met uitzondering van PSYCHO, werden bevraagd. Hierbij scoorden SAW op vlak van belangrijkheid laag (75,9%), alsook KINE, maar dan specifiek voor het werkgerelateerd handelen (54,5%). Voor frequentie scoort ARTS laag (44%) alsook KINE, maar dan specifiek voor het werkgerelateerd handelen (45,5%). o Observeren en evalueren van het functioneren op cognitief en gedragsmatig vlak (competentie D19 en D20) Voor belangrijkheid scoorden SAW (72,4%) en ARTS (79%) laag, KINE scoorde laag, maar dan specifiek voor cognitief functioneren (63,6%) en gedragsmatig functioneren (54,5%). Naar frequentie toe scoort ARTS zeer laag (39%), KINE scoort laag voor cognitief (63,6%) en gedragsmatig (45,5%) functioneren. o Observeren en evalueren van het functioneren op emotioneel en psychosociaal vlak (competentie D21 en D22) Voor belangrijkheid scoorden SAW (72,4%) en ARTS (78%) laag, KINE scoorde laag, maar dan specifiek voor emotioneel functioneren (54,5%) en psychosociaal functioneren (60%). Naar frequentie toe scoort ARTS zeer laag (39%), KINE scoort laag voor emotioneel (45,5%) en psychosociaal (50%) functioneren. o Observeren en evalueren van het functioneren op gebied van motorisch en sensorisch functioneren (competentie D23) Zowel PSYCHO als ARTS werden bevraagd. Voor deze competentie scoort enkel ARTS laag, dit wat betreft frequentie (61%). o Vraaggericht werken (competentie D24) Vier disciplines werden bevraagd (VPK, SAW, PSYCHO, ARTS). Enkel ARTS scoort laag voor belangrijkheid (77%) en frequentie (41%). o Gebruik van assessments (competentie D26) Alle disciplines werden bevraagd (met uitzondering van PSYCHO). Uitgezonderd ERGO scoorde alle bevraagde disciplines laag voor zowel belangrijkheid (VPK: 78%, SAW: 58,6%, KINE: 50%, ARTS: 65%) als frequentie (VPK: 65,9%, SAW: 44,8%, KINE: 33,3%, ARTS: 34%). De resultaten qua frequentie van KINE en ARTS worden als zeer laag ingeschat. 13

14 o Inventarisatie van hulpvragen op basis van opleiding, levensgeschiedenis en interesses (competentie D29) Enkel VPK en SAW werden bevraagd, VPK scoort zowel voor belangrijkheid (70,7%) als voor frequentie (61%) laag. o Beeldvorming van de persoon met NAH en zijn omgeving voor en na het letsel (competentie D30) Enkel de frequentie bij ARTS werd als laag inschat (65%). o Herkennen en begrijpen van handelen in relatie tot het letsel (competentie D31) Alle disciplines werden bevraagd (met uitzondering van PSYCHO). Enkel de frequentie bij ARTS werd als laag inschat (69%). 14

15 Tabel 3: BELANGRIJKHEID (%) per DIAGNOSTIEK-competentie DIAGNOSTIEK BELANGRIJKHEID VPK SAW PSYCHO KINE ERGO ARTS Gemiddeld e 17 kan het functioneren van de patiënt observeren en evalueren op gebied van het dagelijkse handelen 92,7 75,9 / 90,9 94, , op gebied van professioneel (werkgerelateerd) handelen 92,7 75,9 / 54,5 82, ,5 19 op gebied van cognitief functioneren 90,2 72, ,6 94, , op gebied van gedragsmatig functioneren 90,2 72, ,5 94, , op gebied van emotioneel functioneren 87,8 72, ,5 94, , op gebied van psychosociaal functioneren 87,8 72, , , op gebied van fysiek (motorisch / sensorisch) functioneren / / / 100 / 92 96* 24 kan vraaggericht werken, de vraag van de persoon met NAH verhelderen en aansluiten bij de behoefte van de cliënt 92, ,1 / / 77 91,7 25 kan gegevens verzamelen (observaties, gesprek met patiënt en familie,...) 92,7 86,2 / / / / 89,5* 26 kan gebruik maken van het aanwezige assessment 78 58,6 / 50 93, ,1 27 kan gegevens verzamelen en verschillende informatiebronnen raadplegen over de hulpvraag van de persoon met NAH 82,9 89,7 / 84,6 88,9 / 86,5 28 kan hulpvragen inventariseren op basis van een realistisch beeld van mogelijkheden en beperkingen van de patiënt 85,4 96,6 97,1 / / / 93* 29 kan hulpvragen inventariseren op basis van opleiding, levensgeschiedenis en interesses van de patiënt 70,7 86,2 / / / / 78,5* 30 kan zich een beeld vormen van de patiënt en zijn omgeving voor en na het letsel 80,5 93,1 97, ,3 31 herkent en begrijpt het handelen van de patiënt in relatie tot het letsel 95,1 100 / , ,9 15

16 kan verbanden leggen tussen situaties en gedragingen in het dagelijks functioneren en de kennis van de mogelijkheden en beperkingen van de persoon met NAH 87,8 96, ,7 94,4 / 94,1 kan de gegevens van bovenstaande evaluaties toetsen aan bevindingen van collega s die betrokken zijn bij de begeleiding van de persoon met NAH 82,9 96,6 97, ,8 / 92,1 kan de gegevens van bovenstaande evaluaties integreren en conclusies trekken 80,5 89, ,3 / 92,7 Noot: Wanneer geen gegevens zijn gepresenteerd, betekent dit dat deze niet werden bevraagd voor de overeenkomstige zorgdiscipline. * = gemiddelde van slechts 2 of 3 zorgdisciplines / grijze arcering = gemiddelde belangrijkheid < 80% 16

17 Tabel 4: Frequentie (%) per DIAGNOSTIEK-competentie DIAGNOSTIEK FREQUENTIE VPK SAW PSYCHO KINE ERGO ARTS Gemiddelde 17 kan het functioneren van de patiënt observeren en evalueren op gebied van het dagelijkse handelen 82,9 72,4 / 90,9 93, , op gebied van professioneel (werkgerelateerd) handelen 82,9 72,4 / 45,5 73, ,6 19 op gebied van cognitief functioneren 80,5 75,9 94,3 63,6 78, op gebied van gedragsmatig functioneren 80,5 75,9 94,3 45,5 73, , op gebied van emotioneel functioneren 75,6 72,4 91,4 45,5 73, , op gebied van psychosociaal functioneren 75,6 72,4 91, , op gebied van fysiek (motorisch / sensorisch) functioneren / / / 100 / 61 80,5* 24 kan vraaggericht werken, de vraag van de persoon met NAH verhelderen en aansluiten bij de behoefte van de cliënt 82,9 96,6 88,6 / / 41 77,3 25 kan gegevens verzamelen (observaties, gesprek met patiënt en familie,...) 90,2 82,8 / / / / 86,5* 26 kan gebruik maken van het aanwezige assessment 65,9 44,8 / 33,3 88, ,2 27 kan gegevens verzamelen en verschillende informatiebronnen raadplegen over de hulpvraag van de persoon met NAH 73,2 79,3 / 91,7 88,2 / 83,1 28 kan hulpvragen inventariseren op basis van een realistisch beeld van mogelijkheden en beperkingen van de patiënt 75,6 86,2 85,7 / / / 82,5* 29 kan hulpvragen inventariseren op basis van opleiding, levensgeschiedenis en interesses van de patiënt 61 75,9 / / / / 68,5* 30 kan zich een beeld vormen van de patiënt en zijn omgeving voor en na het letsel 70,7 89,7 94,3 91,7 88, ,3 31 herkent en begrijpt het handelen van de patiënt in relatie tot het letsel 87,8 89,7 / 91,7 76, ,9 17

18 kan verbanden leggen tussen situaties en gedragingen in het dagelijks functioneren en de kennis van de mogelijkheden en beperkingen van de persoon met NAH 90,2 93,1 91,4 81,8 82,4 / 87,8 kan de gegevens van bovenstaande evaluaties toetsen aan bevindingen van collega s die betrokken zijn bij de begeleiding van de persoon met NAH 75,6 89,7 88,6 72,7 93,8 / 84,1 kan de gegevens van bovenstaande evaluaties integreren en conclusies trekken 80,5 79,3 94,3 77,8 92,9 / 85 Noot: Wanneer geen gegevens zijn gepresenteerd, betekent dit dat deze niet werden bevraagd voor de overeenkomstige zorgdiscipline. * = gemiddelde van slechts 2 of 3 zorgdisciplines / grijze arcering = gemiddelde frequentie < 70% / donkergrijze arcering = gemiddelde frequentie < 40% 18

19 3. Interventie Algemeen worden competenties in het domein interventie als minder belangrijk (78,5%) en minder frequent (66,9%) voorkomend ingeschat over alle disciplines heen. o Opstellen, evalueren en bijsturen van een behandelingsplan (competentie I35) Voor belangrijkheid scoort VPK (63,4%), SAW (79,3%) en ARTS (65%) laag. Voor frequentie scoort VPK (41,5%) laag en ARTS (39%) zeer laag. SELECTEREN VAN ADEQUANTE BEHANDELTECHNIEKEN GERICHT OP: o Dagelijks en werkgerelateerd handelen (competentie I36) Met uitzondering van ARTS en PSYCHO werden alle disciplines bevraagd. Voor belangrijkheid scoort VPK (65,9%) en SAW (79,3%) laag. Voor frequentie scoort enkel VPK (51,2%) laag. o Cognitief en gedragsmatig functioneren (competentie I37 en I38) Alle disciplines werden bevraagd (met uitzondering van ARTS). Voor belangrijkheid scoort VPK (68,3%) en SAW (79,3%) laag. KINE scoort laag voor cognitief (60%) en gedragsmatig (50%) functioneren qua belangrijkheid. Bij ERGO is er enkel een lage score qua belangrijkheid op vlak van gedragsmatig functioneren (70,6%). Voor frequentie scoort VPK (56,1%). KINE scoort zeer laag voor cognitief (33,3%) en laag voor gedragsmatig (44,4%) functioneren qua frequentie. Bij ERGO is er enkel een lage score qua frequentie op vlak van gedragsmatig functioneren (66,7%). o Emotioneel en psychosociaal functioneren (competentie I39 en I40) Alle disciplines werden bevraagd (met uitzondering van ARTS). Voor belangrijkheid scoort VPK (65,9%) en SAW (79,3%) laag. KINE en ERGO scoren laag voor emotioneel functioneren (respectievelijk 50% en 70,6%) qua belangrijkheid. Voor frequentie scoort VPK (53,7%) laag. KINE en ERGO scoren laag voor emotioneel functioneren (respectievelijk 44,4% en 66,7%) qua frequentie. o Omschrijven van handelingscomponenten, omgevingsvoorwaarden en taakvereisten die nodig zijn voor het functioneren van de persoon met NAH (competentie I41) Alle disciplines werden bevraagd (met uitzondering van ARTS en PSYCHO). Voor belangrijkheid scoort VPK (68,3%) en SAW (75,9%) laag. Voor frequentie is er enkel een lage score voor VPK (61%). UITVOEREN VAN INTERVENTIES GERICHT OP: o Dagelijks en werkgerelateerd handelen (competentie I42 en I43) Uitgezonderd PSYCHO werden alle disciplines bevraagd. Voor belangrijkheid scoort SAW (79,3%) en ARTS (60%) laag. Specifiek voor werkgerelateerd handelen scoort ERGO laag (77,8%). Voor frequentie is er een zeer lage score voor ARTS (34%). Specifiek voor werkgerelateerd handelen scoort ERGO laag (64,7%). o Cognitief en gedragsmatig functioneren (competentie I44 en I45) Alle disciplines werden bevraagd. Voor belangrijkheid scoort SAW (75,9%), KINE (63,6%) en ARTS (52%) laag. Specifiek voor gedragsmatig functioneren scoort ERGO laag (77,8%). Voor frequentie is er een lage score voor KINE (45,5%) en een zeer lage score voor ARTS (35%). Specifiek voor gedragsmatig functioneren scoort ERGO laag (61,1%). o Emotioneel en psychosociaal functioneren (competentie I46 en I47) 19

20 Alle disciplines werden bevraagd. Voor belangrijkheid scoort SAW (75,9%), KINE (54,5%), ERGO (77,8%) en ARTS (56%) laag. Voor frequentie scoort KINE laag (45,5%) en ARTS zeer laag (39%). Specifiek voor emotioneel (61,1%) en psychosociaal (66,7%) functioneren scoort ERGO laag voor frequentie. o Gebruik van compensatiestrategieën en hulpmiddelen (competentie I49) Alle disciplines werden bevraagd. Zowel voor belangrijkheid als frequentie scoort SAW (69%) laag. Voor frequentie scoort ARTS laag (43%). o Inschatting van mogelijkheden omtrent zelfstandig werken (competentie I50) Zowel voor belangrijkheid als frequentie scoren SAW (72,4% en 62,1%) en ARTS (79% en 45%) laag. o Preventie (competentie I51) Drie disciplines werden bevraagd (VPK, SAW en PSYCHO). Allen scoren ze laag op vlak van belangrijkheid (respectievelijk 78%; 44,8%; 71,4%) en frequentie (respectievelijk 68,3%; 44,8%; 57,1%) o Vormingen geven (competentie I52) Alle disciplines werden bevraagd (behalve KINE en ERGO). Voor belangrijkheid scoren VPK, SAW en ARTS laag (respectievelijk 70,7%; 48,3%; 57%). Voor frequentie scoren VPK, SAW, PSYCHO laag (respectievelijk 43,9%; 41,4%; 62,9%) en ARTS zeer laag (26%). o Sensibiliseren (competentie I53) Alle disciplines werden bevraagd (behalve KINE en ERGO). Zowel voor belangrijkheid als frequentie scoren VPK (78% en 53,7%) en ARTS (73% en 44%) laag. 20

21 Tabel 5: BELANGRIJKHEID (%) per INTERVENTIE-competentie 35 INTERVENTIE BELANGRIJKHEID VPK SAW PSYCHO KINE ERGO ARTS Gemiddelde kan op basis van de diagnostiek en in samenspraak met de cliënt en/of zijn naaste omgeving een individueel behandelplan opstellen, evalueren en bijsturen (KTD en LT) 63,4 79,3 97, , ,3 kan adequate behandeltechnieken selecteren op het gebied van het dagelijkse en professioneel (werkgerelateerd) handelen 65,9 79,3 / 90 94,1 / 82, op gebied van cognitief functioneren 68,3 79,3 91, ,2 / 77, op gebied van gedragsmatig functioneren 68,3 79, ,6 / 73, op gebied van emotioneel functioneren 65,9 79, ,6 / 73, op gebied van psychosociaal functioneren 65,9 79,3 100 / / / 81,7* 41 kan omschrijven welke handelingscomponenten, omgevingsvoorwaarden of taakvereisten nodig zijn voor het functioneren van de persoon met NAH 68,3 75,9 / ,8 / 84,5 kan interventies uitvoeren gericht op het dagelijkse handelen 85,4 79,3 / 90,9 94, op professioneel (werkgerelateerd) handelen 85,4 79,3 / 90,9 77, ,7 44 op gebied van cognitief functioneren 82,9 75,9 91,4 63,6 94, , op gebied van gedragsmatig functioneren 82,9 75, ,6 77, , op gebied van emotioneel functioneren 80,5 75, ,5 77, , op gebied van psychosociaal functioneren 80,5 75, ,5 77, , kan interventies toetsen, doelen evalueren en behandelplan bijsturen 92,7 93,1 / 91,7 85,7 / 90,8 kan de nodige compensatiestrategieen en hulpmiddelen gebruiken om het handelen te verbeteren 87, , ,1 kan inschatten wanneer de persoon met NAH zelfstandig kan werken of wanneer de therapeut moet sturen of overnemen 87,8 72,4 97, , ,5 21

22 heeft oog voor primaire, secundaire en tertiaire preventie en kan dit ook toepassen 78 44,8 71,4 / / / 64,7* kan vanuit zijn expertise vormingen verzorgen t.a.v. andere hulpverleners en kaderleden met betrekking tot de doelgroep NAH 70,7 48,3 82,9 / / 57 64,7 kan een sensibiliserende rol aannemen ten aanzien van de doelgroep NAH (maakt omgeving bewust van de problematiek ten gevolge van NAH) 78 89,7 91,4 / / Noot: Wanneer geen gegevens zijn gepresenteerd, betekent dit dat deze niet werden bevraagd voor de overeenkomstige zorgdiscipline. * = gemiddelde van slechts 2 of 3 zorgdisciplines / grijze arcering = gemiddelde belangrijkheid < 80% 22

23 Tabel 6: Frequentie (%) per INTERVENTIE-competentie 35 INTERVENTIE FREQUENTIE VPK SAW PSYCHO KINE ERGO ARTS Gemiddelde kan op basis van de diagnostiek en in samenspraak met de cliënt en/of zijn naaste omgeving een individueel behandelplan opstellen, evalueren en bijsturen (KTD en LT) 41,5 75,9 85,7 72,7 94, ,2 kan adequate behandeltechnieken selecteren op het gebied van het dagelijkse en professioneel (werkgerelateerd) handelen 51,2 75,9 / 77,8 94,1 / 74, op gebied van cognitief functioneren 56,1 75, ,3 83,3 / 65, op gebied van gedragsmatig functioneren 56,1 75,9 85,7 44,4 66,7 / 65, op gebied van emotioneel functioneren 53,7 72,4 91,4 44,4 66,7 / 65, op gebied van psychosociaal functioneren 53,7 72,4 88,6 / / / 71,6* 41 kan omschrijven welke handelingscomponenten, omgevingsvoorwaarden of taakvereisten nodig zijn voor het functioneren van de persoon met NAH 61 75,9 / 72,7 93,8 / 75,9 kan interventies uitvoeren gericht op het dagelijkse handelen 80,5 79,3 / , , op professioneel (werkgerelateerd) handelen 80,5 79,3 / , op gebied van cognitief functioneren 75,6 79, ,5 77, , op gebied van gedragsmatig functioneren 75,6 79,3 85,7 45,5 61, , op gebied van emotioneel functioneren 75,6 82,8 91,4 45,5 61, , op gebied van psychosociaal functioneren 75,6 82,8 88,6 45,5 66, , kan interventies toetsen, doelen evalueren en behandelplan bijsturen 82,9 86,2 / 70 92,9 / 83,0 kan de nodige compensatiestrategieen en hulpmiddelen gebruiken om het handelen te verbeteren ,9 90,9 88, ,5 kan inschatten wanneer de persoon met NAH zelfstandig kan werken of wanneer de therapeut moet sturen of overnemen 80,5 62,1 85,7 81,8 83, ,1 23

24 heeft oog voor primaire, secundaire en tertiaire preventie en kan dit ook toepassen 68,3 44,8 57,1 / / / 56,7* kan vanuit zijn expertise vormingen verzorgen t.a.v. andere hulpverleners en kaderleden met betrekking tot de doelgroep NAH 43,9 41,4 62,9 / / 26 43,6 kan een sensibiliserende rol aannemen ten aanzien van de doelgroep NAH (maakt omgeving bewust van de problematiek ten gevolge van NAH) 53,7 75,9 80 / / 44 63,4 Noot: Wanneer geen gegevens zijn gepresenteerd, betekent dit dat deze niet werden bevraagd voor de overeenkomstige zorgdiscipline. * = gemiddelde van slechts 2 of 3 zorgdisciplines / grijze arcering = gemiddelde frequentie < 70% / donkergrijze arcering = gemiddelde frequentie < 40% 24

25 4. Communicatie Algemeen worden competenties in het domein communicatie als belangrijk (87,7%) en frequent (75,6%) voorkomend ingeschat over alles disciplines heen. Enkel de competenties omtrent het schakelen tussen verschillende communicatietechnieken (comp. C61), omgaan met conflicten tussen personen met NAH en zijn omgeving (comp. C62), psycho-educatie voor de omgeving (comp. C67) en het bespreekbaar maken van ethische dilemma s (comp. C70) scoorden gemiddeld (over alles disciplines heen) laag op vlak van frequentie (respectievelijk 67,9%; 63,8%; 66,7%; 65,4%). Specifiek voor ARTS werden een aantal deelcompetenties gebundeld (o.a. contact met de persoon met NAH, motiveren, structuren en schakelen tussen communicatietechnieken), deze gebundelde deelcompetenties scoorden laag qua belangrijkheid (74%) en zeer laag qua frequentie (39%). o Accepteren en respecteren van persoon met NAH (competentie C59) Alle disciplines werden bevraagd (met uitzondering van ARTS). Enkel SAW scoorde laag qua belangrijkheid (79,3%). o (H)erkennen van communicatieve beperkingen (competentie C60) Alle disciplines werden bevraagd (met uitzondering van ARTS). Enkel SAW scoorde laag qua belangrijkheid (79,3%). o Schakelen tussen verschillende communicatietechnieken (competentie C61) Alle disciplines werden bevraagd (met uitzondering van ARTS). Voor belangrijkheid scoort SAW (75,9%) en KINE (63,6%) laag, voor frequentie scoort VPK (68,3%) en KINE (50%) laag. o Omgaan met conflicten tussen personen met NAH en zijn omgeving (competentie C62) Alle disciplines werden bevraagd (met uitzondering van KINE). Voor belangrijkheid scoort ERGO (72,2%) en ARTS (74%) laag, voor frequentie zien we een lage score voor VPK (61%) en ERGO (50%), en een zeer lage score voor ARTS (39%). o Motiveren van persoon met NAH (competentie C63) Alle disciplines werden bevraagd (met uitzondering van KINE en ARTS). Voor belangrijkheid scoort SAW laag (75,9%). o Psycho-educatie en advies voor de persoon met NAH en zijn omgeving (competentie C66 en C67) Voor belangrijkheid zien we een laag resultaat voor VPK (75,6% gericht naar persoon met NAH, 73,2% gericht naar omgeving), SAW (75,9% gericht naar persoon met NAH), KINE (66,7% gericht naar omgeving). Voor frequentie zien we een laag resultaat voor VPK (58,5% gericht naar persoon met NAH, 51,2% gericht naar omgeving), voor ARTS (52% gericht naar persoon met NAH én omgeving) en een (zeer) laag resultaat voor KINE (36,4% voor psycho-educatie naar de omgeving). o Bespreekbaar maken van ethische dilemma s (competentie C70) Drie disciplines werden bevraagd (VPK, SAW, PSYCHO). Enkel VPK scoorde laag op vlak van frequentie (43,9%) 25

26 Tabel 7: BELANGRIJKHEID (%) per COMMUNICATIE-competentie COMMUNICATIE BELANGRIJKHEID VPK SAW PSYCHO KINE ERGO ARTS Gemiddelde 54 kent de rechten van de persoon met NAH en respecteert zijn privacy 87,8 93,1 97,1 / / / 92,7* 55 bezit de volgende basisvaardigheden: empathie, onvoorwaardelijke acceptatie en echtheid in de omgang met een persoon met NAH ,6 94,3 / / / 97,0* 56 kan contact maken met de patiënt en rekening houden met het disharmonisch profiel (afhankelijk van situatie tot situatie) van de persoon met NAH 95,1 93,1 97, , ,3 57 kent verschillende manieren om de persoon met NAH structuur te bieden 92,7 89,7 97,1 91,7 94, ,9 58 creëert randvoorwaarden voor een adequate communicatie of therapie met personen met NAH 87,8 82,8 94,3 / 94,4 / 89,8 59 accepteert en respecteert de cliënt, ook al strookt het gedrag van de cliënt niet met de eigen waarden en normen van de psycholoog 90,2 79,3 97,1 91,7 88,9 / 89,4 60 kan communicatiebeperkingen ten gevolge van functiestoornissen herkennen 87,8 79, ,8 88,9 / 87,6 61 kan schakelen tussen accepterende, bekrachtigende en directieve communicatietechnieken 85,4 75,9 94,3 63,6 94, ,3 62 kan omgaan met conflicten tussen persoon met NAH en zijn naasten (functioneren als modulator) 80,5 86,2 100 / 72, kan de cliënt motiveren om te komen tot handelen 92,7 75,9 94,3 / 94, ,3 64 kan gesprekken voeren en resultaten bespreken op niveau van de cliënt 97,6 89,7 100 / 88,9 / 94,1 65 kan op een gepaste manier zijn grenzen bewaken (balans tussen vrijheid en sturing geven) ,1 / 86,4 88,2 / 91,9 66 kan psycho-educatie en advies geven aan de cliënt 75,6 75,9 100 / 87, ,4 67 kan psycho-educatie en advies geven aan familie en kennissen 73,2 82, , ,0 26

27 kan op een gepaste manier communiceren met de multidisciplinaire teamleden 97,6 93, ,8 / 91 95,5 kan op een gepaste manier communiceren met familie en kennissen van de persoon met NAH 97,6 93, ,5 / / 95,6 kan ethische dilemma's bespreekbaar maken (euthanasie, sexualiteit, ) 80,5 82,8 100 / / / 87,8* Noot: Wanneer geen gegevens zijn gepresenteerd, betekent dit dat deze niet werden bevraagd voor de overeenkomstige zorgdiscipline. * = gemiddelde van slechts 2 of 3 zorgdisciplines / grijze arcering = gemiddelde belangrijkheid < 80% 27

28 Tabel 8: FREQUENTIE (%) per COMMUNICATIE-competentie COMMUNICATIE FREQUENTIE VPK SAW PSYCHO KINE ERGO ARTS Gemiddelde 54 kent de rechten van de persoon met NAH en respecteert zijn privacy 80,5 93,1 88,6 / / / 87,4* 55 bezit de volgende basisvaardigheden: empathie, onvoorwaardelijke acceptatie en echtheid in de omgang met een persoon met NAH 92,7 93,1 88,6 / / / 91,5* 56 kan contact maken met de patiënt en rekening houden met het disharmonisch profiel (afhankelijk van situatie tot situatie) van de persoon met NAH 90,2 86,2 / 90 94, ,9 57 kent verschillende manieren om de persoon met NAH structuur te bieden 85,4 89,7 91, , ,1 58 creëert randvoorwaarden voor een adequate communicatie of therapie met personen met NAH 82,9 86,2 82,9 / 83,3 / 83,8 59 accepteert en respecteert de cliënt, ook al strookt het gedrag van de cliënt niet met de eigen waarden en normen van de psycholoog 87,8 86,2 85, ,9 / 83,7 60 kan communicatiebeperkingen ten gevolge van functiestoornissen herkennen 82,9 86,2 88, ,9 / 83,3 61 kan schakelen tussen accepterende, bekrachtigende en directieve communicatietechnieken 68,3 72,4 88, , ,9 62 kan omgaan met conflicten tussen persoon met NAH en zijn naasten (functioneren als modulator) 61 86,2 82,9 / kan de cliënt motiveren om te komen tot handelen 90,2 82,8 82,9 / 94, ,4 64 kan gesprekken voeren en resultaten bespreken op niveau van de cliënt 87,8 86,2 85,7 / 88,9 / 87,2 65 kan op een gepaste manier zijn grenzen bewaken (balans tussen vrijheid en sturing geven) 87,8 86,2 / 75 94,1 / 85,8 66 kan psycho-educatie en advies geven aan de cliënt 58,5 82,8 92, ,2 67 kan psycho-educatie en advies geven aan familie en kennissen 51,2 86,2 94,3 36, ,7 28

29 kan op een gepaste manier communiceren met de multidisciplinaire teamleden 92,7 82,8 91,4 84,1 / 73 84,8 kan op een gepaste manier communiceren met familie en kennissen van de persoon met NAH 85,4 86,2 97,1 72,7 / / 85,4 kan ethische dilemma's bespreekbaar maken (euthanasie, sexualiteit, ) 43,9 72,4 80 / / / 65,4* Noot: Wanneer geen gegevens zijn gepresenteerd, betekent dit dat deze niet werden bevraagd voor de overeenkomstige zorgdiscipline. * = gemiddelde van slechts 2 of 3 zorgdisciplines / grijze arcering = gemiddelde frequentie < 70% / donkergrijze arcering = gemiddelde frequentie < 40% 29

30 ii. Resultaten basis versus gespecialiseerd Alle disciplines (met uitzondering van de artsen) werden per competentie bevraagd of deze competentie als een basis- dan wel gespecialiseerde competentie beschouwd zou moeten worden, en dus respectievelijk een onderdeel moet zijn van de basis- dan wel een gespecialiseerde opleiding. De artsen werden bevraagd of het thema NAH meer aan bod moet komen in de basisopleiding geneeskunde, dan wel in de specialisatie(huisarts of ziekenhuisarts)opleiding. De resultaten voor de artsen gaven aan dat voor 91% van de arts-respondenten het thema NAH meer aan bod moet komen in de specialisatieopleiding, voor 30% moet het thema NAH meer aan bod moet komen in de basisopleiding, en voor 4% werd er reeds voldoende aandacht aan het thema NAH geschonken (respondenten konden meerdere antwoordopties aanvinken). Voor de andere disciplines worden de resultaten (over de disciplines heen) hieronder weergegeven. Voor deze studie worden de competenties als basis of gespecialiseerd ingedeeld aan de hand van het systeem van meerderheid (B = basis > gespecialiseerd, G = basis < gespecialiseerd). Indien het verschil tussen basis en gespecialiseerd voor een competentie kleiner is dan 10% krijgt deze competentie de code BG. Dit betekent dat er binnen de enquête geen noemenswaardig verschil naar voren komt tussen basis en gespecialiseerd (over de disciplines heen). Naast de keuzemogelijkheden basis en gespecialiseerd was er ook een keuzemogelijkheid neutraal. De resultaten van deze keuzemogelijkheid worden niet vermeld in de onderstaande tabellen. Gedetailleerde resultaten per discipline zijn terug te vinden in het addendum. 30

31 1. Kennis De meeste topics in het domein kennis moeten volgens de respondenten behandeld worden in de basisopleidingen van de verschillende disciplines. Voor drie competenties werd er weinig tot geen verschil gemeten tussen de inschatting van de competenties als basis- dan wel gespecialiseerde competenties, namelijk de kennis van de belangrijkste gevolgen op medisch vlak (comp. K5), de kennis van cognitieve en gedragsmatige benaderingen (comp. K13) en de kennis van de invloed van persoons- en omgevingsfactoren op functioneren en gedrag (comp. K14). Twee disciplines worden door de respondenten ingeschat als een onderdeel van een specialisatie-opleiding, namelijk kennis van rouwverwerkingsprocessen (comp. K7), als ook de kennis van het NAH-zorglandschap, regelgeving en procedures (comp. K15). Tabel 9: Basis/gespecialiseerd (%) voor domein kennis KENNIS Gemiddelde Gespecialiseerd Basis (B) (G) 1 heeft kennis van de (normale) werking van het brein 62,8 28,1 B 2 heeft kennis van de anatomie en (neuro)fysiologie van het bovenste lidmaat 53,9 36,5 B 3 heeft kennis van de oorzaken en vormen van NAH 69 23,5 B 4 heeft kennis van de gevolgen van het hersenletsel op neurologisch vlak en de betekenis hiervan op functioneren van de persoon met NAH 55,2 36,2 B 5 heeft kennis van de belangrijkste gevolgen op medisch vlak zoals epilepsie, slaapproblemen, medicatie,... 44,9 44,2 BG 6 heeft kennis van de gevolgen van het hersenletsel op cognitief en psychologisch-emotioneel vlak en de betekenis hiervan op functioneren van de persoon met NAH en zijn omgeving 58,3 34,2 B 7 heeft kennis van rouwverwerkingsprocessen in combinatie met beperkingen als gevolg van hersenletsel 36,4 55,8 G 8 heeft kennis van de gevolgen van hersenletsel op gedragsmatig vlak en de betekenis hiervan op functioneren van persoon met NAH en op zijn omgeving 68,6 22,9 B 9 heeft kennis van de gevolgen op vlak van communicatie en taal zoals afasie, en de betekenis hiervan op het functioneren van persoon met NAH 51,5 37,7 B 10 heeft kennis van psychologische en sociale gevolgen: kennis van de verminderde belastbaarheid, zowel op mentaal als fysiek vlak 56,8 29,9 B 11 heeft kennis van psychologische en sociale gevolgen: kennis van de impact van NAH op het functioneren van het systeem 53,5 32,8 B 12 heeft kennis van de gevolgen op vlak van ADL 42,9 14,3 B 13 heeft kennis van emotionele, cognitieve en/of gedragsmatige benaderingen 48,8 42,3 BG 14 heeft kennis van de invloed van persoons- en omgevingsfactoren op het functioneren en gedrag van 45,7 38,3 BG 31

Competentieprofiel NAH voor de opleiding professionele bachelor in sociaal-agogisch werk

Competentieprofiel NAH voor de opleiding professionele bachelor in sociaal-agogisch werk Competentieprofiel NAH voor de opleiding professionele bachelor in sociaal-agogisch werk In kader van het ERNAH-onderzoeksproject is er een studie gevoerd over de competenties en vaardigheden die orthopedagogen

Nadere informatie

Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH

Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH Auteurs: Annemie Spooren (Hogeschool PXL) Els Knippenberg (Hogeschool PXL) Frederik Houben (Hogeschool PXL) 1 INDEX 1. Doelstellingen

Nadere informatie

Onderwijs & Onderzoek Inleiding, doelstellingen en resultaten

Onderwijs & Onderzoek Inleiding, doelstellingen en resultaten Onderwijs & Onderzoek Inleiding, doelstellingen en resultaten Auteurs: Frederik Houben (Hogeschool PXL) Annemie Spooren (Hogeschool PXL) 1 INDEX 1. Vraag uit het voortraject naar meer opleiding en expertise

Nadere informatie

Onderwijs & Onderzoek. Annemie Spooren (PXL) Greet De Beuckeleer (Pulderbos)

Onderwijs & Onderzoek. Annemie Spooren (PXL) Greet De Beuckeleer (Pulderbos) Onderwijs & Onderzoek Annemie Spooren (PXL) Greet De Beuckeleer (Pulderbos) Onderwijs & Onderzoek Wat hebben we gedaan? Wat betekent dit voor werkveld? Waar het begon nood aan Kennis en competenties voor

Nadere informatie

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel Keuzedeel mbo Mensen met niet-aangeboren hersenletsel gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0067 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn

Nadere informatie

Opleiding FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben Rudi Ghysels Danny Mennen Loeka Vanderborcht Roel Bosmans

Opleiding FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben Rudi Ghysels Danny Mennen Loeka Vanderborcht Roel Bosmans Opleiding FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben Rudi Ghysels Danny Mennen Loeka Vanderborcht Roel Bosmans Hogeschool PXL Elfde-Liniestraat 24 B-3500 Hasselt www.pxl.be - www.pxl.be/facebook

Nadere informatie

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel Keuzedeel mbo Mensen met niet-aangeboren hersenletsel behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee de positie van keuzedelen in de kwalificatiestructuur

Nadere informatie

FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben: coördinator ERNAH

FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben: coördinator ERNAH FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben: coördinator ERNAH Korte schets ERNAH-project 2010: Initiatiefname vanuit Mané vzw tot Euregionaal Project Niet- Aangeboren Hersenletsel (ERNAH) 2011

Nadere informatie

De Cognitief- Linguïstische Quickscan (verwijzers) Lindenhof

De Cognitief- Linguïstische Quickscan (verwijzers) Lindenhof De Cognitief- Linguïstische Quickscan (verwijzers) Lindenhof De Cognitief-Linguïstische Quickscan van Lindenhof Interdisciplinaire diagnostiek en advies bij denk- en taalproblematiek voor mensen met niet-aangeboren

Nadere informatie

De Cognitief-Linguïstische Quickscan Lindenhof

De Cognitief-Linguïstische Quickscan Lindenhof De Cognitief-Linguïstische Quickscan Lindenhof De Cognitief-Linguïstische Quickscan van Lindenhof Interdisciplinaire diagnostiek en advies bij denk- en taalproblematiek voor mensen met niet-aangeboren

Nadere informatie

Libra R&A locatie Leijpark NAH/CVA. Poliklinische revalidatie

Libra R&A locatie Leijpark NAH/CVA. Poliklinische revalidatie Libra R&A locatie Leijpark NAH/CVA Poliklinische revalidatie Door mijn hersenletsel staat mijn leven op zijn kop. Mijn arm doet het niet meer, ik ben zo moe en ik ben mijn eigen ik kwijt door veranderingen

Nadere informatie

Onderwijs en onderzoek Inventarisatie opleidingen, stageplaatsen en afstudeerprojecten

Onderwijs en onderzoek Inventarisatie opleidingen, stageplaatsen en afstudeerprojecten Onderwijs en onderzoek Inventarisatie opleidingen, stageplaatsen en afstudeerprojecten Auteurs: Annemie Spooren (Hogeschool PXL) Jan Jacobs (UC Leuven-Limburg) Frederik Houben (Hogeschool PXL) INDEX 1.

Nadere informatie

EINDTERMEN VAN DE MASTEROPLEIDING REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE (NEDERLANDSTALIG)

EINDTERMEN VAN DE MASTEROPLEIDING REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE (NEDERLANDSTALIG) EINDTERMEN VAN DE MASTEROPLEIDING REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE (NEDERLANDSTALIG) 1. ACADEMISCHE COMPETENTIES: KRITISCH WETENSCHAPPELIJK DENKEN De student bezit de competenties nodig voor

Nadere informatie

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Psychologie Inovum Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Waarom psychologie Deze folder is om bewoners, hun naasten en medewerkers goed te informeren over de mogelijkheden

Nadere informatie

Libra R&A locatie Blixembosch. Specialistische Cognitieve Revalidatie. Informatie voor verwijzers

Libra R&A locatie Blixembosch. Specialistische Cognitieve Revalidatie. Informatie voor verwijzers Libra R&A locatie Blixembosch Specialistische Cognitieve Revalidatie Informatie voor verwijzers Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch heeft voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)

Nadere informatie

Bijlage 7 Profielen Goudvisteam

Bijlage 7 Profielen Goudvisteam Bijlage 7 Profielen Goudvisteam Profiel psycholoog/gedragswetenschapper Multidisciplinaire Carrousel Poli van de Goudvis Doelgroep: Kinderen tussen de 0 en 6 jaar waarbij er sprake is van bijzonderheden

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016 PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016 Modeltraject eerste jaar Semester 1 Professioneel redeneren 1 6 ECTS Je zal de geschiedenis en de specifieke plaats van ergotherapie binnen de organisatie

Nadere informatie

Revalidatietraject voor arbeidsre-integratie

Revalidatietraject voor arbeidsre-integratie Weer-Werk Revalidatietraject voor arbeidsre-integratie Jessa Ziekenhuis Hasselt, campus St-Ursula ACT Désiron, GTB Limburg WEER-WERK Doelstelling: Geïntegreerd revalidatietraject voor arbeidsre-integratie

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Pijn in verpleeghuizen. Pijn in verpleeghuizen. A Closer Look at Pain in Nursing Home Residents

Inhoud presentatie. Pijn in verpleeghuizen. Pijn in verpleeghuizen. A Closer Look at Pain in Nursing Home Residents A Closer Look at Pain in Nursing Home Residents Inhoud presentatie Een betere kijk op pijn bij verpleeghuisbewoners Pijn in verpleeghuizen REPOS Ontwikkeling Implementatie Implementatie pijnmeting Conclusie

Nadere informatie

Libra R&A locatie Blixembosch. Specialistische Cognitieve Revalidatie. Informatie voor verwijzers

Libra R&A locatie Blixembosch. Specialistische Cognitieve Revalidatie. Informatie voor verwijzers Libra R&A locatie Blixembosch Specialistische Cognitieve Revalidatie Informatie voor verwijzers Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch heeft voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)

Nadere informatie

1. Overzicht neuropsychologische revalidatie. 2. Ziekte inzicht. 3. casus. 4. Specifieke cognitieve problemen. 5. Relevante informatie

1. Overzicht neuropsychologische revalidatie. 2. Ziekte inzicht. 3. casus. 4. Specifieke cognitieve problemen. 5. Relevante informatie 18 mei 2017 1. Overzicht neuropsychologische revalidatie 2. Ziekte inzicht 3. casus 4. Specifieke cognitieve problemen 5. Relevante informatie Klinische Neuropsychologie wetenschappelijk onderzoek diagnostiek

Nadere informatie

Centrum voor geriatrische en neurologische revalidatie. Imeldaziekenhuis

Centrum voor geriatrische en neurologische revalidatie. Imeldaziekenhuis Centrum voor geriatrische en neurologische revalidatie Imeldaziekenhuis imelda omringt u met zorg Inhoud Waarom deze folder? 3 Praktische informatie 4 Kinesitherapie 5 Logopedie 5 Creatherapie 6 Ergotherapie

Nadere informatie

Het organiseren van een MDO

Het organiseren van een MDO Het organiseren van een MDO Handreiking voor de organisatie van Multidisciplinair Overleg i.h.k.v. de keten ouderenzorg ZIO, Zorg in ontwikkeling VERSIE 1.0, 170131 Inleiding Gezien het multidisciplinaire

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Zorgcoördinator. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Zorgcoördinator. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie FUNCTIEPROFIEL Functie: Zorgcoördinator A. Functiebeschrijving 1. Doel van de functie Hij/zij staat, samen met de leefgroepencoördinator, in voor de aansturing van een woonbuurt bestaande uit een aantal

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL PARAMEDICUS COZ SINT - JOZEF

COMPETENTIEPROFIEL PARAMEDICUS COZ SINT - JOZEF pg1/5 COMPETENTIEPROFIEL PARAMEDICUS COZ SINT - JOZEF DOELSTELLINGEN EN SITUERING IN DE ORGANISATIE (cfr organogram) Vanuit onze opdrachtsverklaring is het de taak van elke medewerker om de zorg in ons

Nadere informatie

Palliatieve zorg en (centraal) neurologische aandoeningen. Palliatief netwerk

Palliatieve zorg en (centraal) neurologische aandoeningen. Palliatief netwerk Palliatieve zorg en (centraal) neurologische aandoeningen Palliatief netwerk Introductie Aandacht voor neurologie omdat Er in de neurologie veel chronische aandoeningen bestaan die vroeg of laat leiden

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Groepsrevalidatie Parkinson

Patiënteninformatie. Groepsrevalidatie Parkinson Patiënteninformatie Groepsrevalidatie Parkinson Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 3 Algemene informatie... 3 Waarom multidisciplinaire revalidatie?... 4 Inhoud van het revalidatieprogramma... 4 Opbouw van

Nadere informatie

Professionele bachelor in de Ergotherapie

Professionele bachelor in de Ergotherapie Professionele bachelor in de Ergotherapie 2012 2013 Beknopte beschrijving van de opleidingsonderdelen Modeltraject eerste jaar Semester 1 Inleiding ergotherapie Je zal de geschiedenis en de specifieke

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Context Definitie van case management vanuit een benadering Top-down: bijv. zorgcoördinatie in het Waalse

Nadere informatie

MH ID. Richtlijnen en principes. 29 maart Over diagnostiek en behandeling van gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking

MH ID. Richtlijnen en principes. 29 maart Over diagnostiek en behandeling van gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking Richtlijnen en principes MH ID Over diagnostiek en behandeling van gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking 29 maart 2011 Barbara Pot, orthopedagoge/gz psychologe Meest voorkomende

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

1. Wie zijn wij? Habex Anneke Jessa ziekenhuis 2007 Geriatrie à 2012 opstart psychogeriatrie

1. Wie zijn wij? Habex Anneke Jessa ziekenhuis 2007 Geriatrie à 2012 opstart psychogeriatrie Blij dat jij er bent! Gastvrije zorg en ergotherapie Uitdagingen voor de ergotherapeut bij ouderen in een ziekenhuis Anneke Habex Tiziana Lenaers 1 1. Wie zijn wij? Habex Anneke Jessa ziekenhuis 2007 Geriatrie

Nadere informatie

BelRAI- project: BelRAI en Thuiszorg

BelRAI- project: BelRAI en Thuiszorg BelRAI- project: BelRAI en Thuiszorg Noot vooraf: Deze leidraad werd geschreven voor thuiszorgorganisaties die deelnemen aan het BelRAI- project van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen

Nadere informatie

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Overzichtskaart 3 Opvoedingsondersteuning voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Zelfreflectie-instrument individuele opvoedingsondersteuning Sommige JGZ-professionals zullen al over

Nadere informatie

CAR netwerk Waas & Dender

CAR netwerk Waas & Dender CAR netwerk Waas & Dender 2 de lijn van de gezondheidszorg Wat en voor wie? Gespecialiseerd in multidisciplinaire diagnostiek en behandeling van kinderen met neurobiologische ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1 Eindtermen Voetreflexzonetherapie: Eindtermen theorie: - De therapeut behandelt vanuit een holistische mensvisie en stelt binnen het kader van beroepsprofiel het lichamelijk en geestelijk functioneren

Nadere informatie

Ervaren problemen door professionals

Ervaren problemen door professionals LVG en Verslaving Lectoraat GGZ-Verpleegkunde Ervaren problemen door professionals Kennisdeling 11 november 2010, Koos de Haan, deel 2 1 Wat komt aan bod? Onderzoek naar problemen door professionals ervaren

Nadere informatie

Geriatrische Intensieve Revalidatie

Geriatrische Intensieve Revalidatie Geriatrische Intensieve Revalidatie GIRA T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum

Nadere informatie

Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase. Henry Honné

Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase. Henry Honné Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase Henry Honné februari/maart 2017 Breincafés Midden-Limburg 1 Master Neurorehabilitation and Innovation cum laude, en fysiotherapeut.

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Wijkgericht werken. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0186

Keuzedeel mbo. Wijkgericht werken. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0186 Keuzedeel mbo Wijkgericht werken gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0186 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2016/2017

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2016/2017 PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016 Modeltraject eerste jaar Semester 1 Professioneel redeneren 1 6 ECTS Je zal de geschiedenis en de specifieke plaats van ergotherapie binnen de organisatie

Nadere informatie

Zelfmanagement: Van model naar praktijk

Zelfmanagement: Van model naar praktijk Zelfmanagement: Van model naar praktijk Jos van Erp Psycholoog/Programmacoördinator Hart voor Mensen Nederlandse Hartstichting j.v.erp@hartstiching.nl www.hartvoormensen.nl Indeling 1. Ingrediënten 2.

Nadere informatie

Gezondheidszorg Competenties en Profielen

Gezondheidszorg Competenties en Profielen Gezondheidszorg Competenties en Profielen Reviews kent de volgende competenties en competentieprofielen voor de sector Gezondheidszorg. Apotheker Arbeid- en ergotherapeut Arts Assistent (tandarts, apotheek,

Nadere informatie

PROGRAMMA SPECIALISTISCHE OPLEIDING TOT KLINISCH NEUROPSYCHOLOOG THEORETISCH ONDERWIJS. Algemene inleiding

PROGRAMMA SPECIALISTISCHE OPLEIDING TOT KLINISCH NEUROPSYCHOLOOG THEORETISCH ONDERWIJS. Algemene inleiding PROGRAMMA SPECIALISTISCHE OPLEIDING TOT KLINISCH NEUROPSYCHOLOOG THEORETISCH ONDERWIJS Algemene inleiding Hanna Swaab September 2012 1 Programma theoretisch onderwijs Specialistische opleiding tot Klinisch

Nadere informatie

Functioneren van personen met NAH in de thuissituatie

Functioneren van personen met NAH in de thuissituatie Functioneren van personen met NAH in de thuissituatie Catherine De Vos, vakgroep Audiologie, Logopedie en Ergotherapie, onderzoekslijn Persoons- en Netwerkgerichte Ondersteuning Symposium Recente tendensen

Nadere informatie

Professionele ruimte. - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn. Den Haag Mei 2015

Professionele ruimte. - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn. Den Haag Mei 2015 Professionele ruimte - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn Den Haag Mei 2015 Mei 2015 Inhoud Inleiding... 3 Algemene gegevens... 4 Richtlijnen... 6 Reflectie... 8 Conclusies... 10 2 Inleiding

Nadere informatie

Samen spreken over Herstel bij Hersenletsel. Henriette Visser 23-09-2010

Samen spreken over Herstel bij Hersenletsel. Henriette Visser 23-09-2010 Samen spreken over Herstel bij Hersenletsel Henriette Visser 23-09-2010 Werken aan herstel bij hersenletsel Hoe vanzelfsprekend is het? Marjan en Henk: Ze moeten vragen wat we willen. Je moet zelf ook

Nadere informatie

Samenvatting. Welk type zorg is PDL?

Samenvatting. Welk type zorg is PDL? Samenvatting In dit proefschrift is de zorgverlening volgens Passiviteiten Dagelijks Leven (PDL) beschreven. PDL wordt in toenemende mate toegepast in de Nederlandse en Vlaamse ouderenzorg en men ervaart

Nadere informatie

Multidisciplinair Eerstelijnsnetwerk NAH Regio Zuidoost Brabant. Kernteam: J. Rutten, A. Karadag, M. van de Voort, M. van Groningen, D.

Multidisciplinair Eerstelijnsnetwerk NAH Regio Zuidoost Brabant. Kernteam: J. Rutten, A. Karadag, M. van de Voort, M. van Groningen, D. Startnotitie Multidisciplinair Eerstelijnsnetwerk NAH Regio Zuidoost Brabant Eindhoven 21 mei 2013 Kernteam: J. Rutten, A. Karadag, M. van de Voort, M. van Groningen, D. Meijer Missie Het Multidisciplinair

Nadere informatie

VAK STUDIE PUNTEN LESUREN EVALUATIE De normale werking van het zenuwstelsel 3 14 Schriftelijk examen Anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel Diagnostiek binnen de neurologie (kliniek beeldvorming)

Nadere informatie

Knelpunten en uitgangsvragen

Knelpunten en uitgangsvragen Knelpunten en uitgangsvragen Hieronder zijn de geconstateerde knelpunten weergeven zoals die met de projectgroep waren geformuleerd (kolom 1 en 2), en die gemiddeld genomen door alle deelnemende beroepsverenigingen

Nadere informatie

Vitalis Behandel Groep, meer dan 90 specialisten in aandacht. Luisteren naar wat ú beweegt

Vitalis Behandel Groep, meer dan 90 specialisten in aandacht. Luisteren naar wat ú beweegt Vitalis Behandel Groep, meer dan 90 specialisten in aandacht Luisteren naar wat ú beweegt s p e c i a l i s t e n i n a a n d a c h t Vitalis Behandel Groep Specialisten in aandacht Elke dag werken wij

Nadere informatie

Opbouw. Multidisciplinaire samenwerking NAH in de eerste lijn. Aanleiding. Geschiedenis. Visie: Missie: 18-6-2015

Opbouw. Multidisciplinaire samenwerking NAH in de eerste lijn. Aanleiding. Geschiedenis. Visie: Missie: 18-6-2015 Opbouw Multidisciplinaire samenwerking NAH in de eerste lijn Jetty van Lieshout ergotherapie CPCRT Mariolein Boerrigter, ergotherapie CPCRT Aanleiding samenwerkingsverband Geschiedenis EENW Casuïstiek

Nadere informatie

Handleiding voor de zorgverlener

Handleiding voor de zorgverlener September 2017 QQ Handleiding voor de zorgverlener KEUZEHULP VOOR DE NAZORG VAN BORSTKANKER PATIENTEN Beste zorgverlener, Deze keuzehulp is bedoeld ter ondersteuning van het (eerste) nazorggesprek dat

Nadere informatie

Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes

Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes September 2017 Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek tgv diabetes 1 Vooraf Patiënten met diabetes kampen met veel

Nadere informatie

Arbeidsrevalidatie bij NAH

Arbeidsrevalidatie bij NAH Arbeidsrevalidatie bij NAH Diagnostisch traject voor mensen met nietaangeboren hersenletsel gericht op arbeid Informatie voor patiënten Quickscan NAH Werknemers met niet-aangeboren hersenletsel, die (dreigen)

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Zorgcoördinator. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Zorgcoördinator. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie FUNCTIEPROFIEL Functie: Zorgcoördinator A. Functiebeschrijving 1. Doel van de functie Je staat, samen met de leefgroepencoördinator, in voor de aansturing van een woonbuurt bestaande uit zes leefgroepen

Nadere informatie

Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes

Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes December 2017 Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek tgv diabetes 1 Vooraf Patiënten met diabetes kampen met veel meer

Nadere informatie

Onderzoeksagenda Kinderrevalidatie

Onderzoeksagenda Kinderrevalidatie De 12 belangrijkste vragen van ouders aan onderzoekers 1. Welke vroege interventies kunnen structurele beperkingen en latere problemen voorkomen of minimaliseren? 2. Welke factoren dragen het meest bij

Nadere informatie

Libra R&A locatie Leijpark. Niet Aangeboren Hersenletsel Algemene revalidatie. klinische opname kinderen/jongeren

Libra R&A locatie Leijpark. Niet Aangeboren Hersenletsel Algemene revalidatie. klinische opname kinderen/jongeren Libra R&A locatie Leijpark Niet Aangeboren Hersenletsel Algemene revalidatie klinische opname kinderen/jongeren Deze folder is bedoeld voor kinderen/jongeren (of hun ouders/verzorgers) die met de diagnose

Nadere informatie

Therapeutische peutergroepen. Algemene informatie

Therapeutische peutergroepen. Algemene informatie Therapeutische peutergroepen Algemene informatie Therapeutische peutergroep Behandeling op een therapeutische peutergroep (TPG) bestaat uit een intensief revalidatieprogramma voor kinderen van ongeveer

Nadere informatie

Cobi Oostveen Bedrijfsarts Bedrijfsartsconsulent oncologie. Nascholing NVAB Noord 6 april 2017

Cobi Oostveen Bedrijfsarts Bedrijfsartsconsulent oncologie. Nascholing NVAB Noord 6 april 2017 Cobi Oostveen Bedrijfsarts Bedrijfsartsconsulent oncologie Nascholing NVAB Noord 6 april 2017 De brug van kanker naar arbeid Aanleiding Arbeidsparticipatie van mensen die behandeld worden of zijn voor

Nadere informatie

Communicatie en revalidatie. Esther van Elk, neuroverpleegkundige & Noortje Houdèl van der Reijden, logopedist klinische neurorevalidatie

Communicatie en revalidatie. Esther van Elk, neuroverpleegkundige & Noortje Houdèl van der Reijden, logopedist klinische neurorevalidatie Communicatie en revalidatie Esther van Elk, neuroverpleegkundige & Noortje Houdèl van der Reijden, logopedist klinische neurorevalidatie Sint Maartenskliniek afdeling Neuro-revalidatie 2 afdelingen met

Nadere informatie

Unit beschrijving: Extra leerresultaten

Unit beschrijving: Extra leerresultaten Unit beschrijving Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie (DE/13/LLP-LdV/TOI/1763). De verantwoordelijkheid voor deze publicatie (mededeling) ligt uitsluitend bij de auteur;

Nadere informatie

Symposium NAH NH 30 november. Marit Dhondt Psychomotorisch therapeut

Symposium NAH NH 30 november. Marit Dhondt Psychomotorisch therapeut Symposium NAH NH 30 november Marit Dhondt Psychomotorisch therapeut Ketenzorg na hersenletsel Ziekenhuis Medisch herstel Fysieke, curatieve zorg Gericht op zo snel mogelijk ontslag Nazorg poliklinisch

Nadere informatie

Arbeidsrevalidatie bij NAH

Arbeidsrevalidatie bij NAH Arbeidsrevalidatie bij NAH Diagnostisch traject voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel gericht op arbeid Informatie voor patiënten Quickscan NAH Werknemers met niet-aangeboren hersenletsel, die (dreigen)

Nadere informatie

Verpleegafdeling revalidatie Torhout

Verpleegafdeling revalidatie Torhout Verpleegafdeling revalidatie Torhout Beste patiënt Wij heten u van harte welkom op onze afdeling revalidatie. Met deze brochure willen wij u graag informeren over de dagelijkse werking van onze afdeling.

Nadere informatie

Integrale lichaamsmassage

Integrale lichaamsmassage Integrale lichaamsmassage Eindtermen theorie: - De therapeut heeft kennis van anatomie/fysiologie en pathologie m.b.t. Integrale lichaamsmassage; - De therapeut is zich ervan bewust dat een massage behandeling

Nadere informatie

Revalidatie Nietaangeboren. Hersenletsel (NAH) Patiënteninformatie

Revalidatie Nietaangeboren. Hersenletsel (NAH) Patiënteninformatie Patiënteninformatie Revalidatie Nietaangeboren Hersenletsel (NAH) Bestelnummer: 3677 Revalidatie R Re Versie: juli 2017 www.ziekenhuisamstelland.nl Telefoon: 020 755 7144 Voor u ligt de informatiefolder

Nadere informatie

Standpunt adviserend geneesheren én arbeidsgeneesheer

Standpunt adviserend geneesheren én arbeidsgeneesheer Standpunt adviserend geneesheren én arbeidsgeneesheer Wat vooraf ging Voortschrijdend inzicht sedert iets meer dan 20 jaar Onze samenwerkingsovereenkomst met VDAB-GTB-NIC-RIZIV Intern CM: de aanwerving

Nadere informatie

VERMOEIDHEID na een CVA

VERMOEIDHEID na een CVA Vermoeidheidsrichtlijn in CVA-richtlijn 2 voorbeelden na een CVA De richtlijn Vermoeidheid in de praktijk Ernst Evenhuis & Isaline Eijssen Werk, p 100 Effectieve behandelmethoden voor het omgaan met de

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

Multidisciplinaire aanpak van valpreventie in de thuiszorg Rapport studieavond op 4 september 2009 SIT regio Mortsel

Multidisciplinaire aanpak van valpreventie in de thuiszorg Rapport studieavond op 4 september 2009 SIT regio Mortsel ThuisGezondheidsZorg - Regio Mortsel Multidisciplinaire aanpak van valpreventie in de thuiszorg Rapport studieavond op 4 september 2009 SIT regio Mortsel Auteurs: De Coninck Leen De Lepeleire Jan Dieleman

Nadere informatie

Tevredenheidsenquête cardiale revalidatie

Tevredenheidsenquête cardiale revalidatie 1 Tevredenheidsenquête cardiale revalidatie Tevredenheidsenquête cardiale revalidatie 1 DOELGROEP In de zomer van 2012 werden 162 patiënten van het cardiale revalidatie programma gevraagd om deel te nemen

Nadere informatie

V raag naar nieuwe kennis. Professional, clië nten, branches, zorginst ellingen, kenniscentra en ond erzoekers. Kennis verspreiden

V raag naar nieuwe kennis. Professional, clië nten, branches, zorginst ellingen, kenniscentra en ond erzoekers. Kennis verspreiden Landelijke Kenniskring Fysiotherapie bij EMB cliënten Gecoördineerd en gestimuleerd door het landelijk Platform EMG KennisCirkel V raag naar nieuwe kennis Kennis gebruiken Kennis im p lem en te re n Professional,

Nadere informatie

Revalidatie. Revalidatie & Herstel

Revalidatie. Revalidatie & Herstel Revalidatie Revalidatie & Herstel De afdeling Revalidatie in het BovenIJ ziekenhuis is een onderdeel van de afdeling Revalidatie en Herstel. Met deze folder willen wij u graag vertellen wat wij voor u

Nadere informatie

Bethaniënhuis Psychiatrisch Ziekenhuis. Persoonlijkheidsproblematiek: waar zwart-wit niet bestaat. Tinne Meeusen, Lisa Peeters & Ilse Van den Bulck

Bethaniënhuis Psychiatrisch Ziekenhuis. Persoonlijkheidsproblematiek: waar zwart-wit niet bestaat. Tinne Meeusen, Lisa Peeters & Ilse Van den Bulck Persoonlijkheidsproblematiek: waar zwart-wit niet bestaat Tinne Meeusen, Lisa Peeters & Ilse Van den Bulck Programma Situering intensieve behandeleenheid (IBE) Wel en Stroom Casusbespreking Hoe wordt er

Nadere informatie

Conclusies van het praktijkproject: Hoe goed schat de opleider de kwetsbaarheid en de graad

Conclusies van het praktijkproject: Hoe goed schat de opleider de kwetsbaarheid en de graad Conclusies van het praktijkproject: Hoe goed schat de opleider de kwetsbaarheid en de graad van zelfredzaamheid van zijn chronische bejaarde patiënten in? 0.VOORWOORD De laatste jaren is de aanpak van

Nadere informatie

EDOMAH staat voor: Ergotherapie bij Dementerende Ouderen en hun Mantelzorgers Aan Huis.

EDOMAH staat voor: Ergotherapie bij Dementerende Ouderen en hun Mantelzorgers Aan Huis. EDOMAH EDOMAH staat voor: Ergotherapie bij Dementerende Ouderen en hun Mantelzorgers Aan Huis Inhoud presentatie Doelgroep Doel EDOMAH Uitleg EDOMAH Voorbeelden Vergoeding Signalering Vragen Evidence Doelgroep

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. Volwassen bewoners met een verstandelijke beperking en gedrags- en emotionele stoornissen (GES).

FUNCTIEPROFIEL. Volwassen bewoners met een verstandelijke beperking en gedrags- en emotionele stoornissen (GES). FUNCTIEPROFIEL Functie: ZORGCOÖRDINATOR Specialisatie: Gedrags- en emotionele stoornissen (GES) A. Functiebeschrijving 1. Doel van de functie Je staat, samen met een leefgroepencoördinator, in voor de

Nadere informatie

Geheugenkliniek: diagnostiek. Inleiding. Uw gezondheid Onze grootste zorg. Elke dag is om nooit te vergeten, maar er zijn er zoveel

Geheugenkliniek: diagnostiek. Inleiding. Uw gezondheid Onze grootste zorg. Elke dag is om nooit te vergeten, maar er zijn er zoveel Elke dag is om nooit te vergeten, maar er zijn er zoveel Inleiding Beste mevrouw, mijnheer, Binnenkort bezoekt u als patiënt, mantelzorger, begeleider of familielid het geriatrisch dagziekenhuis voor één

Nadere informatie

Zorgcreatie SERR MLS. 16 november 2011

Zorgcreatie SERR MLS. 16 november 2011 Zorgcreatie SERR MLS 16 november 2011 De zorgvernieuwingsprojecten in Oost-Vlaanderen 4 projecten in Oost-Vlaanderen: - ADD (Aalter / Deinze / Drongen) - Brugzorg (Meetjesland) - Langer thuis met extra

Nadere informatie

Inhoud. deel i kader 23. deel ii niet-aangeboren hersenletsel 53. Woord vooraf 1 1. Inleiding 1 3. Over de auteurs 1 9

Inhoud. deel i kader 23. deel ii niet-aangeboren hersenletsel 53. Woord vooraf 1 1. Inleiding 1 3. Over de auteurs 1 9 Inhoud Woord vooraf 1 1 Inleiding 1 3 Over de auteurs 1 9 deel i kader 23 1 Dialoog in de zorg bij hersenletsel 25 1.1 Inleiding 2 5 1.2 Kenmerken van communicatie als trialoog 26 1.3 De persoon met hersenletsel

Nadere informatie

Interprofessionele vorming Omgeving Stationsbuurt

Interprofessionele vorming Omgeving Stationsbuurt Interprofessionele vorming Omgeving Stationsbuurt = Stationsbuurt Noord / Stationsbuurt Zuid / Nieuw Gent UZ / Watersportbaan - Ekkergem Donderdag 19 november 2015 SPEEDDATE PROFESSIONELE SPEEDDATE Apotheker

Nadere informatie

Maatschappelijk werk. Specialisatie Audiologie. NVA maatschappelijk werk 2007 Mary van der Heijden

Maatschappelijk werk. Specialisatie Audiologie. NVA maatschappelijk werk 2007 Mary van der Heijden Maatschappelijk werk Specialisatie Audiologie Inhoud Wat is maatschappelijk werk Doelstelling maatschappelijk werk Kennis maatschappelijk werk Specialisatie Werkwijze maatschappelijk werk Welke technieken

Nadere informatie

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 Rapportage CQ Zorg Thuis ZGAO 2016 1 1. Inleiding Met het oog op het handhaven en/of verbeteren van de kwaliteit van de zorg die ZGAO levert,

Nadere informatie

WAAROM ERGOTHERAPIE ONDERSCHEIDEND IS BINNEN DE ONCOLOGISCHE REVALIDATIE

WAAROM ERGOTHERAPIE ONDERSCHEIDEND IS BINNEN DE ONCOLOGISCHE REVALIDATIE WAAROM ERGOTHERAPIE ONDERSCHEIDEND IS BINNEN DE ONCOLOGISCHE REVALIDATIE VOORSTELLEN ANDY VAN LUTTIKHUIZEN ERGO- EN FYSIOTHERAPEUT CORINE RIJPKEMA ERGOTHERAPEUT/ GEZONDHEIDSWETENSCHAPPER 2 IK HOU VAN

Nadere informatie

Even voorstellen. Anje Korsten Dorine van Nispen. Ergotherapeuten werkzaam in Rivierenland Ziekenhuis Tiel

Even voorstellen. Anje Korsten Dorine van Nispen. Ergotherapeuten werkzaam in Rivierenland Ziekenhuis Tiel Ergotherapie & Even voorstellen Anje Korsten Dorine van Nispen Ergotherapeuten werkzaam in Rivierenland Ziekenhuis Tiel Opbouw presentatie Vermoeidheid en ergotherapie, een intro Health Counseling Praktijk

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten

Nadere informatie

NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten

NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten Universiteit Maastricht c.vanheugten@np.unimaas.nl Inhoud presentatie Plasticiteit van het brein Hersenletsel Schade en herstel

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Kennis- en behandelcentrum

Kennis- en behandelcentrum Kennis- en behandelcentrum Norschoten Klaverweide 1 3773 AW Barneveld T 0342-40 40 00 E info@norschoten.nl I www.norschoten.nl juni 2017 Algemeen De behandelaren van het kennis- en behandelcentrum behandelen

Nadere informatie

Revalidatie dagbehandeling. Revalidatie & Therapie

Revalidatie dagbehandeling. Revalidatie & Therapie Revalidatie dagbehandeling Revalidatie & Therapie Wat is revalidatie? Als gevolg van een ziekte, een ongeval of een aangeboren aandoening kunnen er stoornissen ontstaan in het bewegingsapparaat of zenuwstelsel.

Nadere informatie

Pieter s Behandel Praktijk

Pieter s Behandel Praktijk Fysiotherapie Ergotherapie Logopedie Diëtetiek Psychologie Pieter van Foreest Pieter s Behandel Praktijk Pieter s Behandel Praktijk Gespecialiseerde behandeling bij u in de buurt Pieter s Behandel Praktijk,

Nadere informatie

Ergotherapie. Beter voor elkaar

Ergotherapie. Beter voor elkaar Ergotherapie Beter voor elkaar Ergotherapie in het Ikazia Ziekenhuis en daarbuiten Deze folder informeert u over ergotherapie in het Ikazia Ziekenhuis en daarbuiten. Heeft u na het lezen van deze folder

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN Om na te gaan in welke mate de huisartsen en apothekers uit dezelfde wijk contact hebben en met elkaar overleggen, verstuurden de Apothekers van Brussel

Nadere informatie

> Zorgaanbod voor mensen met de ziekte van Parkinson. Kortdurend verblijf

> Zorgaanbod voor mensen met de ziekte van Parkinson. Kortdurend verblijf > Zorgaanbod voor mensen met de ziekte van Parkinson Kortdurend verblijf Inleiding Deze folder geeft informatie over de mogelijkheid van kortdurend verblijf als onderdeel van het zorgaanbod van MeanderGroep

Nadere informatie