UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar INFECTIEUZE BRONCHITIS BIJ PLUIMVEE MET NADRUK OP VACCINATIE. door.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar INFECTIEUZE BRONCHITIS BIJ PLUIMVEE MET NADRUK OP VACCINATIE. door."

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar INFECTIEUZE BRONCHITIS BIJ PLUIMVEE MET NADRUK OP VACCINATIE door Isolde HOET Promotoren: Dr. Marc Verlinden Prof. dr. An Martel Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2015 Isolde Hoet

2

3 Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden. Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.

4 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar INFECTIEUZE BRONCHITIS BIJ PLUIMVEE MET NADRUK OP VACCINATIE door Isolde HOET Promotoren: Dr. Marc Verlinden Prof. dr. An Martel Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2015 Isolde Hoet

5 VOORWOORD Graag wil ik bij aanvang van mijn masterproef iedereen bedanken die op één of andere manier heeft bijgedragen tot het tot stand komen van dit werk. In de eerste plaats is dit natuurlijk mijn promotor, Dr. Marc Verlinden, dankzij wie ik deze literatuurstudie kon maken over een onderwerp dat mij enorm interesseert. Hij heeft mijn werk steeds grondig nagelezen en verbeterd waar nodig. Verder wil ik ook mijn medepromotor Prof. dr. An Martel bedanken, die op het einde mijn werk grondig heeft nagezien. Ten slotte wil ik mijn vriend bedanken voor het proeflezen van deze literatuurstudie en om me steeds onvoorwaardelijk te steunen.

6 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD SAMENVATTING... 1 INLEIDING... 2 LITERATUURSTUDIE Het virus Korte geschiedenis van IBV in Europa Kenmerken Taxonomie Structuur Varianten Classificatie De ziekte Epidemiologie Pathogenese Symptomen Letsels Diagnose Behandeling Vaccinatie Soorten vaccins Levend Geïnactiveerd Toekomstige vaccins Beïnvloedende factoren op vaccinatiesucces Kruisbescherming Vaccins in België Vaccinatieschema Vleeskuikens Legkippen Moederdieren BESPREKING REFERENTIELIJST... 20

7 SAMENVATTING Infectieuze Bronchitis (IB) is een zeer besmettelijke ziekte van de bovenste luchtwegen bij pluimvee, die enorme economische verliezen kan veroorzaken. Het etiologisch agens is het aviaire coronavirus Infectieuze Bronchitis Virus (IBV) en kent een wereldwijde distributie. In de jaren 30 werd in de Verenigde Staten het eerste IBV serotype - Massachusetts - ontdekt, maar over de jaren heen werden er nog tientallen andere serotypes en talloze varianten geïsoleerd, die ontstaan zijn door mutaties en/of recombinatie. Het virus kan zich snel verspreiden in een stal en wordt meestal aërogeen opgenomen. In de bovenste luchtwegen legt het de ciliaire en secretorische activiteit stil, waardoor ademhalingssymptomen optreden en secundaire pathogenen makkelijker kunnen aanslaan. Sommige IBV varianten kunnen de nieren aantasten, met een verhoogde mortaliteit tot gevolg door de veroorzaakte nefritis en nefrose. Bij leghennen en moederdieren kan het virus de eileider infecteren, wat kan leiden tot een daling in de eiproductie tot meer dan 50% en een verminderde ei-kwaliteit. Infectie van jonge legkippen en moederdieren kan de eileider permanent beschadigen, waardoor ze later niet in productie komen (schijnlegsters). De klinische symptomen en letsels zijn niet pathognomonisch voor IB, dus moet de diagnose gesteld worden door virusdetectie of isolatie, serologie of moleculaire technieken. Antibiotica hebben enkel nut om de bacteriële complicaties te verhelpen, maar tegen IB zelf is er geen curatieve behandeling mogelijk. Naast een strikte bioveiligheid en hygiëne, is vaccinatie de belangrijkste maatregel in de controle van IB en hier wordt dieper op ingegaan in deze literatuurstudie. Vaccinatie tegen IB wordt wereldwijd al meer dan 50 jaar toegepast en er zijn tegenwoordig verschillende soorten vaccins, toedieningswijzen en vaccinatieschema s voorhanden. Toch blijft de controle van IB tot op vandaag een groot probleem vormen voor de intensieve pluimveesector. 1

8 INLEIDING Infectieuze Bronchitis (IB) komt wereldwijd voor en is een besmettelijke ziekte dat vooral de ademhalingswegen, het legapparaat en de nieren aantast bij pluimvee. Naast de ademhalingsproblemen veroorzaakt de ziekte ook enorme economische verliezen. Bij de vleeskuikens uit zich dat in een verhoogde mortaliteit en voederconversie en bij de legkippen en moederdieren ziet men een verminderde eiproductie en ei-kwaliteit. Ook het probleem van schijnlegsters kan veroorzaakt worden door een IB infectie op jonge leeftijd en is een enorme streep door de rekening van de pluimveehouder, aangezien soms slechts 35% van de piekproductie wordt bereikt (Jackwood en de Wit, 2013; Dhama et al., 2014). De bestrijding van deze ziekte is echter niet eenvoudig wegens het voorkomen van een groot aantal IBV serotypes, die kunnen ontstaan door mutatie en/of recombinatie van het genoom. Om te beginnen bemoeilijkt dit de diagnose. Voor het bepalen van het serotype, zijn immers dure testen nodig en in de praktijk is dit meestal niet haalbaar. Bovendien maakt het gebrek aan standaardisatie van de beschikbare testen het er niet eenvoudiger op om een diagnose te stellen. Ten tweede wordt ook de vaccinatie tegen IB gecompliceerd door de aanwezigheid van zoveel verschillende serotypes, aangezien niet voor elk type een apart vaccin voorhanden is (de Wit, 2000; Ignjatovic en Sapats, 2000; Cook et al., 2012). Hoewel de kruisbescherming tussen serotypes over het algemeen zwak is, zijn er toch proeven die aantonen dat sommige vaccinstammen bescherming kunnen bieden tegen heterologe serotypes en dat deze bescherming nog versterkt en verbreed kan worden bij combinatie van verschillende vaccins in een vaccinatieprogramma (Cook et al., 1999; Terregino et al., 2008; Sarueng et al., 2014). Desondanks blijft IB, ruim 80 jaar na de eerste ontdekking ervan, nog steeds voor problemen zorgen in de pluimveesector en blijven er steeds nieuwe varianten opduiken. Nieuwe diagnosetechnieken, verbeterde vaccins en aangepaste vaccinatieprogramma s dringen zich op en onderzoek hieromtrent is volop aan de gang, maar zal wellicht nog jaren in beslag nemen (Cook et al., 2012; Dhama et al., 2014). 2

9 LITERATUURSTUDIE 1 Het virus 1.1 Korte geschiedenis van IBV in Europa Het Infectieuze Bronchitis Virus (IBV) werd voor het eerst in Europa geïdentificeerd in 1948 in het Verenigd Koninkrijk, bijna 20 jaar na de eerste ontdekking ervan in de Verenigde Staten. Tot in de late jaren 70 werd gedacht dat enkel het Massachusetts serotype - het eerst geïsoleerde IBV type - van belang was in Europa, maar toen werden er ziekte-uitbraken gezien bij tomen die gevaccineerd waren tegen dit serotype (Jones, 2010). Neutralisatietesten toonden aan dat het ging om nieuwe serotypes waartegen de toen bestaande vaccins (H120 en H52) niet werkzaam waren, namelijk D274, D1466, D3128 en D3896 (Jones, 2010; de Wit et al., 2011). Er werden noodgedwongen nieuwe vaccins ontwikkeld en er kwam meer en meer interesse om nieuwe varianten te ontdekken. De meesten waren slechts van weinig belang, maar in de jaren 90 dook er in België en de omringende landen een IBV variant - B op die gedurende een korte periode voor renale problemen zorgde (de Wit et al., 2011). Een andere variant die rond dezelfde tijd werd ontdekt was 4/91 (ook wel 793B of Cr88 genoemd). Dit type gaf aanleiding tot atypische symptomen zoals diepe spiermyopathie en diarree en bovendien verspreidde het virus zich trager in een toom dan andere IBV varianten (Jones, 2014). Ook tegen dit IBV type werden vaccins ontwikkeld die nog steeds in gebruik zijn, maar tot op vandaag blijft 4/91 voor problemen zorgen en is het nog steeds een belangrijke variant in Europa. Deze variant verspreidde zich over een groot deel van de wereld, maar in de Verenigde Staten en Australië werd het nog niet gerapporteerd (de Wit et al., 2011; Jones, 2014). Door het gebruik van moleculaire technieken werden er de laatste jaren nog meer nieuwe varianten ontdekt, hoewel ze niet allemaal van economisch belang zijn. Een voorbeeld hiervan is de IBV variant Italian-02, die in het begin van de jaren 2000 het meest voorkomende type was in Europa, maar waarvan het belang als ziekteverwekker bij pluimvee nooit is bevestigd (de Wit et al., 2011). De prevalentie van Italian-02 is de laatste jaren alsmaar afgenomen in alle landen, behalve in Spanje waar het nog steeds de voornaamste variant is (Jones, 2010). Een ander IBV type die de laatste jaren is opgekomen in Europa, is QX (of D388). Het werd voor het eerst gerapporteerd in China in 1996, waar het geassocieerd werd met proventriculitis en spreidde zich dan via Rusland naar Europa (Jones, 2010; de Wit et al., 2011). Het geeft aanleiding tot nefritis en ademhalingsproblemen bij vleeskuikens en veroorzaakt bij moederdieren en legkippen een daling in de eiproductie en schijnleg. Het is nog steeds een belangrijke variant en sinds kort zijn hier ook homologe vaccins tegen ontwikkeld (de Wit et al., 2011). 3

10 1.2 Kenmerken Taxonomie Het Infectieuze Bronchitis Virus behoort tot de orde van de Nidovirales, waartoe onder andere de familie van de Coronaviridae behoort. Deze familie bevat op haar beurt 2 subfamilies: de Coronavirinae en de Torovirinae. Tot de eerste subfamilie behoren de 4 genera alfa-, beta-, gamma- en deltacoronavirus. De gammacoronavirussen omvatten het Beluga whale coronavirus en de aviaire coronavirussen zoals het Infectieuze Bronchitis Virus en het Turkey Coronavirus (Jackwood en de Wit, 2013; ICTV, 2014). Figuur 1 geeft een schematisch overzicht weer van de taxonomie van het IB virus. Figuur 1: Taxonomie van het IBV Structuur Het Infectieuze Bronchitis Virus heeft ongeveer een diameter van 120 nm, is rond tot pleomorf van vorm en bezit een envelop. Op het oppervlak bevinden zich knotsvormige uitsteeksels, waardoor het lijkt alsof het viruspartikel een kroon (corona) heeft (Cook, 2008; Jackwood en de Wit, 2013). Het IB virus heeft een positief enkelstrengig RNA genoom, dat codeert voor 4 structurele eiwitten, namelijk de spike (S), de envelop (E), de membraan (M) en de nucleokapsied (N) eiwitten. De S glycoproteïnen bestaan uit 2 onderdelen: S1 bevindt zich aan de buitenkant en S2 zit verankerd in de virusenvelop (Jackwood, 2012). Het S1 gedeelte zorgt ervoor dat het virus zich kan vasthechten op de receptoren van de gastheercellen en is tevens het belangrijkste antigen waartegen neutraliserende antistoffen worden gevormd. Het S2 gedeelte zorgt voor de versmelting van de virusenvelop met het membraan van de gastheercellen zodat het virale genoom kan worden vrijgesteld (Cavanagh, 2007; Dhama et al., 2014). De M glycoproteïnen 4

11 en de E proteïnen zijn beiden geassocieerd met het virusmembraan en samen met de N fosfoproteïnen staan ze in voor de vorming van het viruspartikel (Cavanagh, 2007; Jackwood en de Wit, 2013). In figuur 2 is de structuur van een IBV partikel weergegeven. Figuur 2: Structuur van een IBV partikel S: Spike glycoproteïne bestaande uit een S1 en S2 onderdeel; M: Membraan glycoproteïne; E: Envelop proteïne; N: Nucleoproteïne (uit Cavanagh, 2005) Varianten Zoals hierboven in de korte geschiedenis reeds werd vermeld, zijn er al verschillende varianten van het IB virus ontdekt. Dit is niet enkel in Europa het geval, maar over de hele wereld worden er tot op vandaag nog altijd nieuwe stammen geïdentificeerd. Deze varianten kunnen ontstaan door spontane mutaties en recombinatie tijdens de virusvermeerdering. Ook door de wereldwijd sterk doorgedreven vaccinatie is er een selectiedruk ontstaan (Dhama et al., 2014). Vooral in het S gen gebeuren de meeste mutaties en recombinaties, wat van dit deel van het genoom het meest variabele maakt (Abro et al., 2012). Door sequenering van het S gen blijkt dat er in het S1 gedeelte dubbel zoveel aminozuurveranderingen voorkomen dan in het S2 gedeelte (Sylvester et al., 2005) en zoals eerder gezegd werd, is het net dit S1 gedeelte dat het belangrijkste epitoop vormt waar neutraliserende antistoffen tegen gemaakt worden. Kleine veranderingen in de aminozuursequentie van het S1 gen, terwijl het grootste deel van het genoom onveranderd blijft, kunnen dus al leiden tot een verandering van het serotype (de Wit et al., 2011). Het S1 eiwit zorgt echter ook voor de binding aan de gastheercel en bepaalt dus het weefseltropisme van het virus (Dhama et al., 2014). Sommige varianten komen voor in een groot deel van de wereld (zoals 4/91 en QX), terwijl anderen meer streekgebonden blijven (zoals D1466 en Arkansas). De reden hiervoor is niet gekend, maar waarschijnlijk zullen de geografische ligging en de controlemaatregelen van de landen een rol spelen. Sommige IBV stammen zullen zich ook makkelijker verspreiden omdat ze kunnen vermeerderen in andere vogelsoorten dan de kip, zoals ganzen, eenden en duiven (de Wit, 2011). 5

12 1.2.4 Classificatie Het is geen sinecure om alle IBV varianten te classificeren, aangezien er hiervoor verschillende methoden gebruikt worden over heel de wereld (de Wit, 2000; Jackwood en de Wit, 2013). Er bestaat dan ook geen één vast classificatiesysteem (Dhama, 2014). Meestal worden de varianten onderverdeeld volgens serotype of genotype (Jackwood en de Wit, 2013). Serotype: Om te bepalen tot welk serotype een bepaalde variant behoort, wordt de reactie tussen die variant en serotype-specifieke antistoffen bekeken (de Wit, 2000; de Wit et al., 2011). Meestal wordt een virus neutralisatietest (VNT) uitgevoerd op geëmbryoneerde eieren, celculturen of tracheale orgaanculturen. Ook hemagglutinatie inhibitie (HI) testen worden soms gebruikt om het serotype te bepalen, maar deze methode is minder precies dan de VNT wegens de vele kruisreacties die kunnen ontstaan tussen de stammen (de Wit, 2000; Jackwood en de Wit, 2013). Serotypering wordt alsmaar moeilijker om uit te voeren doordat meer en meer IBV types worden ontdekt en er dus ook telkens nieuwe antisera moeten worden ontwikkeld in Specifiek Pathogeen Vrije (SPF) kippen om de neutralisatietesten te kunnen uitvoeren (de Wit et al., 2011). Genotype: Tegenwoordig wordt meer en meer gebruik gemaakt van genotypering om IBV varianten te classificeren en baseert men zich dus op (een deel van) het genoom. Hiervoor kunnen verschillende methoden gebruikt worden, zoals het sequeneren en vergelijken van aminozuursequenties van virale proteïnen (meestal de S glycoproteïne), omgekeerde transcriptase-polymerasekettingreactie (RT-PCR) om bepaalde genotype-specifieke delen van het genoom te detecteren en restrictie fragment lengte polymorfisme (RFLP) om de positie van restrictie enzyme knipplaatsen te achterhalen (de Wit, 2000). Meestal wordt voor genotypering het S1 gen gebruikt (de Wit et al., 2011). Wanneer de S1 aminozuursequenties van isolaten van verschillende serotypes worden vergeleken, blijkt dat ze gemiddeld 20-25% van elkaar verschillen. Het genoom bestuderen is zeer nuttig voor epidemiologische studies, maar in de praktijk wordt het toch niet aangeraden om zich enkel te baseren op het genotype aangezien het soms voorkomt dat varianten van verschillende serotypes, genotypisch meer op elkaar gelijken dan varianten die tot eenzelfde serotype behoren (Sylvester et al., 2005). Zo zagen Cavanagh et al. (1992) een verschil van maximum 4,4% tussen de S1 aminozuren van 7 IBV stammen (4 Engelse en 3 Nederlandse) die volgens VN testen tot 3 verschillende serotypes behoorden. Als deze kleine aminozuurverschillen zich net bevinden op cruciale plaatsen voor de conformatie van de neutraliserende epitopen, kan dit al genoeg zijn om een ander serotype te krijgen (de Wit et al., 2011). Protectotype: IBV stammen kunnen ook onderverdeeld worden in immunotypes of protectotypes (de Wit, 2000; Sylvester et al., 2005). Hierbij wordt de volledige immuunrespons bekeken en niet enkel een deel ervan. Stammen die tot hetzelfde protectotype behoren, wekken bescherming op tegenover elkaar (de Wit, 2000; Sylvester et al., 2005; de Wit et al., 2011). IBV varianten die behoren tot verschillende serotypes of genotypes hebben immers ook gemeenschappelijke epitopen, die belangrijk zijn voor kruisimmuniteit en celgemedieerde immuunreacties (Cavanagh et al., 1997; de Wit, 2000; Sylvester et al., 2005). Om te testen tot welk protectotype een bepaalde stam behoort, kan een in vivo kruisimmunisatie studie of een in vitro kruis-immunisatie test uitgevoerd worden (Sylvester et al., 2005). Bij in vivo studies worden gevaccineerde kippen in groepen verdeeld en elke groep wordt geïnfecteerd met 6

13 een andere veldstam, terwijl dit bij in vitro testen gebeurt met tracheale orgaanculturen van gevaccineerde kippen. Daarna wordt gekeken in welke mate de vaccinstam bescherming (kruisimmuniteit) biedt tegen infectie met andere IBV stammen (de Wit, 2000). Over het algemeen is het zo dat er een betere kruisbescherming is tussen stammen met een grote homologie ter hoogte van hun S1 gen dan tussen stammen die meer van elkaar verschillen, maar dit is zeker niet altijd het geval (de Wit et al., 2011). Voor de praktijk is het groeperen van IBV stammen in protectotypes het interessantste, aangezien het een beeld geeft van de doeltreffendheid van een vaccin. De keerzijde is echter dat er hier dure en moeilijke testen voor nodig zijn (de Wit, 2000; Sylvester et al., 2005; de Wit et al., 2011). Ook wat de naamgeving van de verschillende varianten betreft, bestaat er nog steeds geen vaste regel, hoewel dit zeer handig zou zijn. Cavanagh (2001) stelde voor om hetzelfde systeem te gebruiken als bij het aviaire influenza virus en dit wordt nu ook meer en meer toegepast. De naamgeving ziet er dan als volgt uit: IBV/vogelsoort/land van oorsprong/genotype of serotype/stam/jaar van isolatie (Cavanagh, 2001; Jackwood en de Wit, 2013). 2 De ziekte 2.1 Epidemiologie Infectieuze bronchitis komt wereldwijd voor en veroorzaakt zware economische verliezen in de intensieve pluimveehouderij (Dhama et al., 2014). Er werd lang gedacht dat de kip de enige gastheer van IBV was, maar de laatste jaren werden er ook coronavirussen gedetecteerd bij andere vogelsoorten zoals fazanten en kalkoenen (Jackwood en de Wit, 2013). Na onderzoek van het genoom bleek dat deze coronavirussen minstens zo verwant zijn met het IB virus als verschillende IBV stammen onderling (Cook, 2008). Het IB virus is zeer besmettelijk en verspreidt zich snel in een stal. Na een incubatieperiode van 1 tot 3 dagen, beginnen geïnfecteerde kippen het virus uit te scheiden via hun ademhalingssecreten en feces, wat tot enkele weken na het klinisch herstel kan blijven duren (Cook, 2008). Kippen kunnen besmet worden door het inademen of inslikken van viruspartikels, wat meestal gebeurt door direct contact met geïnfecteerde soortgenoten. Aërogene virusoverdracht over een korte afstand of besmetting door indirect contact via gecontamineerde voorwerpen zoals schoenen, kleren, strooisel en banden is echter ook mogelijk (Cook, 2008; Jackwood en de Wit, 2013). Ook dragerdieren kunnen een bron van infectie zijn, aangezien het virus maandenlang kan persisteren in het lichaam van geïnfecteerde kippen, vooral in de nieren en de caecale tonsillen (Ignjatovic en Sapats, 2000; Cook, 2008). Verticale transmissie komt vrijwel niet voor en ook vectoren lijken geen rol te spelen in de verspreiding van IBV (Sylvester et al., 2005; Cook, 2008). Zowel kuikens als volwassen dieren kunnen geïnfecteerd worden met het virus, maar de ziektesymptomen zijn het meest uitgesproken bij jonge dieren (Jackwood en de Wit, 2013). 7

14 2.2 Pathogenese Ondanks wat de naam doet vermoeden, veroorzaakt het Infectieuze Bronchitis virus niet enkel ademhalingsproblemen, maar kan het ook letsels teweegbrengen in niet-respiratoire weefsels (Boroomand et al., 2012). De mate waarin het virus letsels veroorzaakt in de verschillende organen is afhankelijk van de stam, maar de primaire vermeerderingsplaats is steeds het trilhaarepitheel en de slijmbekercellen van de bovenste ademhalingswegen, waar het virus de secretorische en ciliaire activiteit stillegt (Cavanagh, 2007; Boroomand et al., 2012). Omdat op die manier een belangrijk afweermechanisme wegvalt, gebeurt het vaak dat een IBV infectie gepaard gaat met een verhoogde gevoeligheid voor secundaire ademhalingspathogenen zoals Escherichia coli en Mycoplasma spp. (Jackwood en de Wit, 2013). Na de primaire vermeerdering wordt het virus via het bloed verspreid naar de epithelia van andere weefsels zoals de nieren, de gonaden en het spijsverteringsstelsel, waar het kan vermeerderen en letsels veroorzaken. Vermeerdering ter hoogte van het darmepitheel leidt meestal niet tot klinische symptomen, maar het zorgt er wel voor dat de viruspartikels kunnen worden uitgescheiden via de mest (Boroomand et al., 2012; Dhama et al., 2014). 2.3 Symptomen Infectieuze bronchitis kan zich over het algemeen uiten in 3 verschillende ziektebeelden, namelijk ademhalingsproblemen, voortplantingsproblemen en nefritis. De morbiditeit is praktisch altijd 100%, maar de ergheid van de symptomen is afhankelijk van de leeftijd waarop de kip geïnfecteerd wordt, de pathogeniciteit van de virusstam, de immuniteit van het dier en stressoren zoals koude of secundaire infecties (Ignjatovic en Sapats, 2000; Jackwood en de Wit, 2013). Ademhalingsproblemen worden het eerst opgemerkt en komen ook het vaakst voor bij infecties met IBV. De meest geziene symptomen zijn dyspneu, reutels, hoesten, niezen en neusvloei. Ook waterige ogen worden soms waargenomen en hier en daar kan een kip worden bespeurd met gezwollen sinussen. Over het algemeen zijn de dieren verzwakt en zijn de groei en de voederconversie verslechterd. Indien er geen secundaire infecties mee gemoeid zijn, verdwijnen de symptomen meestal binnen de week en is de mortaliteit te verwaarlozen, maar in het andere geval is het ziektebeeld meer uitgesproken, stijgt de mortaliteit en sleept de ziekte langer aan. Ademhalingsproblemen zijn vooral goed te zien bij kuikens jonger dan 6 weken en zijn eerder mild tot zelfs afwezig bij oudere dieren (Ignjatovic en Sapats, 2000; Cook, 2008; Jackwood en de Wit, 2013). Bij de volwassen hennen zijn vooral de vruchtbaarheidsproblemen van belang. Dieren die tijdens de leg worden geïnfecteerd, hebben al dan niet lichte ademhalingssymptomen en zullen na 1 tot 2 weken plots een daling in de eiproductie vertonen die meestal onder de 10% blijft, maar in de ergste gevallen kan oplopen tot meer dan 50% (Ignjatovic en Sapats, 2000; Jackwood en de Wit, 2013). Infecties na de piekproductie hebben minder zware gevolgen dan infecties aan het begin van de leg. Bij milde gevallen kan de eiproductie na een week weer haar normale niveau bereiken, maar bij tomen met een ernstige productiedaling kan dit veel langer duren en in sommige gevallen wordt zelfs nooit meer hetzelfde resultaat bereikt als voor de infectie (Jackwood en de Wit, 2013). In veel gevallen wordt ook de kwaliteit 8

15 van de eieren aangetast. Ze zijn kleiner dan normaal, de eischaal is bleek, misvormd en soms zelfs afwezig (windeieren) en het eiwit is zeer waterig (Ignjatovic en Sapats, 2000). Dit wordt geïllustreerd in figuur 3. Ook het uitkippingspercentage kan verminderd zijn (Jackwood en de Wit, 2013). Hennen die als jong kuiken geïnfecteerd worden met een virulente stam, kunnen een afwijkende eileider ontwikkelen terwijl de eierstok normaal blijft. De eileider kan deels tot praktisch volledig ontbreken of kan cysteus ontaarden en tot meer dan 1 liter vocht bevatten. Eens ze volwassen zijn, ovuleren deze hennen normaal en zien ze er gezond uit, maar ze kunnen geen eieren leggen (schijnlegsters) en sommigen hebben een hangende buik (Cook, 2008). De piekproductie van zo n aangetaste toom is soms slechts 35% van wat het normaal zou moeten zijn (Jackwood en de Wit, 2013). Sinds 2004 is dit een vaak voorkomend probleem bij moederdieren en legkippen in verschillende Europese landen dat veroorzaakt wordt door de IBV stam D388 (QX) (Cook, 2008). Bij de nefropathogene vorm van IB treden er eerst (relatief milde) ademhalingssymptomen op en 5 tot 7 dagen later worden de gevolgen van de nefritis en nefrose duidelijk: aangetaste dieren zitten opeengedrongen, zijn lusteloos, hebben een opgezet verenkleed, drinken meer water, hebben natte uitwerpselen met een vochtige bedding tot gevolg en ze groeien minder goed (Nauwynck en Pensaert, 1990). Gedurende 2 weken wordt er een mortaliteit gezien die kan oplopen tot 30% in ernstige gevallen (Nauwynck en Pensaert, 1990; Cook, 2008). Deze vorm van IB komt meestal voor bij vleeskuikens van 3 tot 6 weken, maar ook jonge en zelfs volwassen hennen kunnen aangetast worden (Cook, 2008; Awad et al., 2014). Infectieuze Bronchitis is dus een ziekte die zware economische verliezen met zich kan meebrengen. Niet enkel door de mortaliteit, maar vooral door de verminderde groeiprestaties bij vleeskuikens en de verlaagde eiproductie en ei-kwaliteit bij legkippen en moederdieren (Dhama et al., 2014). Figuur 3: Verminderde ei-kwaliteit na infectie met Infectieuze Bronchitis Virus Linksboven en onderste foto s: misvormde eieren met dunne, bleke eischaal en kalkafzettingen Rechtsboven: normaal eiwit en eigeel (links) en waterig eiwit met los eigeel (rechts) (naar de Wit, 2013) 9

16 2.4 Letsels In de bovenste ademhalingswegen is een sereus, catarraal tot caseus exsudaat terug te vinden, wat soms kan leiden tot de vorming van mucoïde plugs of etter in de bronchi. De wanden van de luchtzakken kunnen verdikt en troebel zijn en in de longen zijn er soms pneumoniehaarden te zien (Dhama et al., 2014). Bij legkippen kan de eileider er normaal uitzien, maar soms kan er dooiermateriaal in de buikholte gesijpeld zijn en zich opstapelen, wat ook wel ei-peritonitis wordt genoemd (Cook, 2008). Zoals eerder werd gezegd en te zien is in figuur 4, kunnen de eileiders ook cysteus ontaard zijn of (gedeeltelijk) geatrofieerd, door infectie met IBV op jonge leeftijd (Jackwood en de Wit, 2013). Bij de nefropathogene vorm zijn de nieren bleek, gezwollen en gevlekt en zitten de tubuli en ureters vol met uraten, wat eveneens is afgebeeld in figuur 4. Soms is bij autopsie ook viscerale jicht te zien (Cook, 2008; Dhama et al., 2014). De karkassen van aangetaste dieren zijn gedehydrateerd en donker van kleur (Ignjatovic en Sapats, 2000). Normaalgezien zijn er geen letsels te bespeuren ter hoogte van het spijsverteringsstelsel, maar sommige enterotrope pathogene stammen kunnen proventriculitis, een verdikking van het duodenum of hemorragische letsels in de caecale tonsillen veroorzaken (Dhama et al., 2014). De 4/91 variant brengt nog een ander letsel met zich mee dat minder typisch is voor Infectieuze Bronchitis. Bij vleeskippen kan het bilaterale myopathie van de diepe en oppervlakkige borstspieren veroorzaken, wat kan leiden tot het afkeuren van zulke karkassen (Ignjatovic en Sapats, 2000). Figuur 4: letsels ten gevolge van infectie met IBV Links: cysteus ontaarde eileider met meer dan 1 liter vocht Rechts: bleke en gezwollen nieren met uraatneerslag in de tubuli (naar Feng et al., 2012; Steentjes, 2013) 10

17 Histopathologisch ziet men in de trachea een verlies van trilharen, oedeem, hyperplasie en infiltratie van monocyten en lymfocyten in de submucosa (Cook, 2008). Ter hoogte van de eileider zijn de epitheelcellen en slijmbekercellen afgeplat en zijn de trilharen zo goed als volledig verdwenen (Ignjatovic en Sapats, 2000). In de nieren veroorzaakt het virus cytopathologische veranderingen ter hoogte van het tubulaire epitheel, waardoor er een interstitiële ontstekingsreactie ontstaat met infiltratie van polymorfonucleaire leukocyten. Daarna begint er necrose van de tubuli op te treden en is er neerslag van urinezuur te zien. Lymfocyten en plasmacellen verschijnen tijdens het herstelproces, maar de degeneratieve veranderingen kunnen blijvend zijn (Ignjatovic en Sapats, 2000; Jackwood en de Wit, 2013). 2.5 Diagnose De klinische symptomen die worden gezien bij een infectie met IBV zijn niet specifiek. Daarom is het nodig dat de diagnose wordt gesteld door het virus zelf (of antigenen) te detecteren of isoleren, ofwel door de antistoffen aan te tonen die gericht zijn tegen IBV. Ook de detectie van IBV RNA behoort tot de mogelijkheden (Villarreal, 2010). Tot 10 dagen na de infectie wordt het virus best uit de trachea geïsoleerd. Daarna wordt hiervoor beter mest, darm- of nierweefsel gebruikt (Cook, 2008). Voor isolatie kan het virus geïnoculeerd worden in de allantoïsholte van geëmbryoneerde kippeneieren. Na 3 4 opeenvolgende passages kan men, bij aanwezigheid van IBV, typisch dwerggroei en opkrullen van het embryo zien. In plaats van geëmbryoneerde eieren kunnen ook tracheale ringen van SPF embryo s gebruikt worden voor virusisolatie. Hierbij wordt er dan gekeken naar de beweeglijkheid van de trilharen, die bij aanwezigheid van IBV zou moeten verminderd zijn. Immunohistochemie kan ook gebruikt worden om virale antigenen aan te tonen. De laatste jaren wordt meer en meer gebruikt gemaakt van moleculaire technieken om de diagnose van IB te stellen door het aantonen van specifiek viraal RNA (Cook, 2008; Villarreal, 2010). De beschikbare methodes om antistoffen aan te tonen zijn de virus neutralisatietest (VN), ELISA, agar gel precipitatietest (AGP), hemagglutinatie inhibitietest (HI) en immunofluorescentie. De VN test is zeer betrouwbaar, maar ook duur en tijdrovend en wordt daarom enkel gebruikt als het belangrijk is om het serotype te identificeren. De ELISA heeft als nadeel dat het geen onderscheid kan maken tussen de virus varianten, maar het is wel beschikbaar in commerciële kits en wordt veel gebruikt voor de screening van een toom. AGP is een vrij ongevoelige en dus weinig betrouwbare test, maar bij een positief resultaat weet men wel dat er een recente infectie is geweest. De HI test is betrouwbaar, maar het virus moet eerst een behandeling ondergaan vooraleer de test kan worden uitgevoerd. Bovendien is de test bij een infectie met meer dan 1 serotype minder betrouwbaar dan de VN test (Cook, 2008). Geen enkele test is perfect en de keuze hangt grotendeels af van het doel (wat men precies wil te weten komen), het budget en de beschikbare technieken (de Wit, 2000). 11

18 2.6 Behandeling Antibiotica kunnen curatief gebruikt worden tegen secundaire bacteriële infecties, maar hebben uiteraard geen nut in de bestrijding van het IB virus (Cook, 2008). Bijkomend kan worden gezorgd voor extra warmtebronnen, een goede luchtkwaliteit en moet een te hoge bezettingsdichtheid vermeden worden. Om de gevolgen van nefritis te beperken, kunnen elektrolyten in het drinkwater worden toegediend en kan het eiwitgehalte in het voeder worden verminderd (Jackwood en de Wit, 2013). Strikte bioveiligheid en hygiëne zijn zeer belangrijk in de preventie van IB, maar wegens het zeer besmettelijke karakter van het virus volstaat dit niet om ziekte insleep op een bedrijf te voorkomen (Ignjatovic en Sapats, 2000; Cook, 2008). Daarom is het van belang om de dieren weerstand te laten opbouwen tegen het IB virus en dit kan met grondige vaccinatie worden bereikt (Cook, 2008). In het volgende deel wordt hierop verder ingegaan. 3 Vaccinatie Vaccinatie tegen IB wordt al meer dan 50 jaar toegepast en is het belangrijkste onderdeel in de controle ervan (Cavanagh, 2007; Dhama et al., 2014). Vaccinatie zorgt ervoor dat bij een infectie met een homologe IBV variant, er minder virus zal worden uitgescheiden en bovendien voor een kortere periode dan bij niet gevaccineerde dieren (Jackwood en de Wit, 2013). 3.1 Soorten vaccins Levend Levend verzwakte vaccins worden gebruikt bij vleeskuikens en bij moederdieren en legkippen tijdens de opfok. Vaccinatie met levende vaccins zorgt voor lokale immuniteit - vooral ter hoogte van het ademhalingsstelsel - en systemische immuniteit (vooral celgemedieerd), maar is ook nodig als primer voor latere vaccinatie met geïnactiveerde vaccins. Om de gewenste verzwakking te verkrijgen voor vaccinatie, worden seriepassages uitgevoerd op geëmbryoneerde kippeneieren (Dhama, 2014). Zo heeft het H52 vaccin, bekomen na 52 seriepassages, nog een grotere restvirulentie dan het meer afgezwakte H120 vaccin (Bijlenga et al., 2004). Levende vaccins kunnen worden toegediend via oogdruppels, intra-tracheaal, intra-nasaal, via spray of via het drinkwater. Een nadeel van dit soort vaccins is dat er entreacties kunnen optreden gedurende enkele dagen na de toediening (Dhama, 2014). Daarom is het belangrijk dat bij eendagskuikens milde vaccinstammen - zoals Ma5 of H120 - worden gebruikt, zodat ze geen ademhalingsproblemen vertonen of een verminderde groei (Ignjatovic en Sapats, 2000). Vaccins met geattenueerde Massachusetts stammen, bijvoorbeeld M41, Ma5, H52 en H120, worden wereldwijd het meest gebruikt in vaccinatieprogramma s (Ignjatovic en Sapats, 2000). 12

19 3.1.2 Geïnactiveerd Deze vaccins bevatten geïnactiveerd IB virus en een adjuvans (olie-emulsie). De infectiviteit van het virus wordt vernietigd, maar de antigeniciteit blijft bewaard (Cook et al., 2012). Geïnactiveerde vaccins worden toegediend bij moederdieren en leghennen enkele weken voor ze in productie gaan. Ze stimuleren de humorale immuniteit beter en langer dan levende vaccins en zijn daarom ook belangrijk voor het doorgeven van maternale antistoffen aan de nakomelingen. Zoals hierboven werd vermeld, is een voorenting met levende vaccins echter noodzakelijk om een optimale werking van de geïnactiveerde vaccins te bekomen. De kostprijs is meestal hoger dan dat van levende vaccins, maar er worden geen entreacties gezien en er is dus geen invloed op de legprestaties (Cook et al., 2012; Dhama, 2014). Geïnactiveerde vaccins worden toegediend via intramusculaire of subcutane injectie (Cook et al., 2012) en kunnen antigenen van meerdere IBV varianten bevatten alsook antigenen van andere pathogenen, zoals bijvoorbeeld het pseudovogelpestvirus (Cook, 2008). Als er een nieuwe IBV variant opduikt, worden er soms geïnactiveerde autovaccins gemaakt om ziekte bij de leggende hennen in te dijken (Jackwood en de Wit, 2013) Toekomstige vaccins De laatste jaren worden er volop proeven uitgevoerd met vaccins die ontwikkeld zijn aan de hand van moleculaire technieken, zoals DNA vaccins, vectorvaccins en sub-unit vaccins. Hierbij wordt meestal het S1 gen gebruikt. Deze nieuwe vaccins zouden veel veiliger zijn dan levende vaccins en bovendien ook in-ovo kunnen worden toegediend (Dhama, 2014). De commercieel beschikbare vaccins komen hiervoor niet in aanmerking, aangezien ze de broeduitkomsten drastisch laten verminderen bij toediening in-ovo. De nieuwe generatie vaccins zijn echter nog niet commercieel beschikbaar, aangezien de vereisten zeer hoog zijn en het zeer moeilijk is om de neutraliserende epitopen te reproduceren. Voorlopig geven ze slechts gedeeltelijke bescherming tegen homologe virusstammen (Jackwood en de Wit, 2013). 3.2 Beïnvloedende factoren op vaccinatiesucces Er zijn verschillende factoren die ervoor kunnen zorgen dat het verwachte resultaat van de vaccinatie niet wordt bekomen. Eerst en vooral kan een slechte bewaring of het gebruik na de vervaldatum er voor zorgen dat een vaccin zijn werkzaamheid verliest (Ignjatovic en Sapats, 2000). IBV is een relatief fragiel virus en kan dus makkelijk geïnactiveerd worden (Butcher et al., 2002). Ook als de vaccinstam tot een ander protectotype behoort dan de aanwezige veldstammen of als het vaccin te mild of te virulent is, kan de vaccinatie falen (Ignjatovic en Sapats, 2000). Het vaccin moet zorgvuldig en op een correcte manier worden toegediend, zodat elk dier de nodige dosis krijgt (Cook, 2008). Indien de vaccintoediening niet correct gebeurt, bijvoorbeeld als het vaccin 13

20 te veel verdund wordt of indien niet alle dieren van eenzelfde toom het vaccin opnemen, bestaat het gevaar dat het ongewild kan circuleren doorheen de stal. Hierdoor kunnen ook secundaire pathogenen makkelijker aanslaan en mogelijks kan het vaccinvirus zelfs terug virulenter worden (Bijlenga et al., 2004; Jackwood en de Wit, 2013). Als het vaccin via het drinkwater wordt toegediend, moet ervoor gezorgd worden dat het water van goede kwaliteit is en vrij van chemicaliën die het vaccin kunnen aantasten (Jackwood en de Wit, 2013). Verder kunnen ook de toomgrootte, het type vogel (vleeskuiken legkip - moederdier), het huisvestingssysteem (verrijkte kooien volièresysteem grondhuisvesting), de ventilatie en het licht een invloed hebben op de doeltreffendheid van de vaccinatie (de Wit et al., 2010). Hoewel vaccinatie van eendagskuikens volgens sommige studies negatief beïnvloed kan worden door hoge titers van maternale antistoffen (Pensaert en Lambrechts, 1994), wordt dit toch routinematig uitgevoerd en lijkt dit geen invloed te hebben op de effectiviteit van het vaccin (Sylvester et al., 2005). Geïnactiveerde vaccins werken niet optimaal als er geen goede voorenting is gebeurd met levende vaccins of als de aanwezige veldstam tot een ander serotype behoort (Ignjatovic en Sapats, 2000). 3.3 Kruisbescherming Serotypes van IBV die genetisch veel van elkaar verschillen, zullen over het algemeen geen of amper kruisbescherming geven onderling. Dit is de voornaamste reden waarom vaccinatie tegen IB in de praktijk zo moeilijk is, aangezien er meestal meerdere virusvarianten aanwezig zijn in een kippentoom (Bijlenga et al., 2004). Het is niet mogelijk om tegen al de bestaande IBV varianten een afzonderlijk vaccin te ontwikkelen. Het kost veel en neemt meerdere jaren in beslag en bovendien zorgen sommige nieuwe varianten slechts kortstondig voor problemen (Cook et al., 2012). Het is echter niet nodig om voor alle varianten een homoloog vaccin voorhanden te hebben, aangezien van sommige vaccinstammen geweten is dat ze toch een goede kruisbescherming bieden tegen bepaalde heterologe IBV stammen. Die stammen behoren dus allemaal tot eenzelfde protectotype (zie eerder) (Cook et al., 2012). Door bepaalde vaccins in een vaccinatieprogramma te combineren, kan de kruisbescherming zelfs breder worden dan de som van de aparte vaccins en dit wordt dan ook vaak toegepast in de praktijk (de Wit, 2013). Dit fenomeen werd aangetoond door Cook et al. (1999) die verschillende testen uitvoerden met witte leghorn SPF kuikens. Deze dieren werden in groepen verdeeld, waarbij er een groep op 1 dag leeftijd werd gevaccineerd met Ma5 (van het Massachusetts serotype), een tweede groep met vaccin 4/91 op 2 weken leeftijd en nog een andere groep werd zowel met Ma5 als met 4/91 gevaccineerd op respectievelijk 1 dag en 2 weken leeftijd. Als de kuikens 5 weken oud waren, werden ze blootgesteld aan een bepaalde IBV stam en 5 tot 7 dagen later werd gekeken naar de ciliaire activiteit in de trachea om de mate van bescherming ter hoogte van de bovenste luchtwegen te controleren. De beide vaccins zorgden bij enkelvoudige toediening reeds voor een vrij goede kruisbescherming tegen tal van heterologe IBV serotypes, maar deze bescherming werd versterkt en uitgebreid indien ze allebei werden toegediend (zie tabel 1). De 2 vaccinstammen in dit experiment (Ma5 en 4/91) verschillen genetisch zeer erg van elkaar en ze zijn bovendien sterke immunogenen, dus men weet niet of de combinatie van 2 andere serotypes dezelfde brede bescherming zou kunnen bieden (Cook et al., 2012). 14

21 De keuze van de vaccinstammen moet goed doordacht zijn en hangt grotendeels af van de aanwezige serotypes in een bepaald gebied (Butcher et al., 2002). Bovendien moet er in een vaccinatieprogramma met verschillende IB vaccins ook goed nagedacht worden over de volgorde waarin de vaccins moeten worden toegediend. Cook et al. (1999) zagen immers dat de kruisbescherming iets minder werd als de vaccins gelijktijdig werden toegediend of als 4/91 vóór Ma5 werd gegeven, hoewel dit nog steeds betere bescherming gaf dan enkelvoudige vaccinatie. Het mechanisme hierachter is niet helemaal duidelijk. Tabel 1: Heterologe bescherming van IB vaccins tegen challenge-stammen (naar Cook et al., 1999) Challengestam Ciliostase score a Bescherming tegen challenge na vaccinatie met Ma5 (1 dag) 4/91 (2 weken) Ma5 + 4/91 Bescherming score b Ciliostase score Bescherming score Ciliostase score Bescherming D D Arkansas TM FB A / / / / 57/ / / / / 22/ score a : De hoogst mogelijke score is 40 en geeft aan dat er geen bescherming is van de bovenste luchtwegen b : Hoe hoger de score, hoe beter de bescherming De waarden in het vet geven aan dat er een goede kruisbescherming is van het vaccin Er zijn ook studies die verschillende vaccinatiestrategieën hebben uitgetest tegen de belangrijke IBV variant QX, zoals Sarueng et al. (2014). In hun proef werden 200 vleeskuikens in 5 groepen verdeeld. Dieren van groep 1 werden als eendagskuiken gevaccineerd met een QX vaccin, groep 2 werd zowel op dag 1 als dag 14 gevaccineerd met een QX vaccin, groep 3 kreeg op dag 1 een Massachusetts vaccin en op dag 14 een QX vaccin toegediend en groep 4 werd op dag 1 met een Massachusetts vaccin ingeënt en op dag 14 met een 4/91 vaccin. Groep 5 diende als controle en kreeg geen vaccin toegediend. Op een leeftijd van 28 dagen, werden alle groepen blootgesteld aan een QX-verwante IBV stam. Alle vaccinaties gaven een goede bescherming tegen schade door het virus. Zo waren er significant minder tracheale reutels te detecteren bij de gevaccineerde groepen (P<0,05) en de ciliaire activiteit was ook minder aangetast (P<0,05). De vaccinatiestrategie die werd toegepast op groep 4 zorgde voor een verbetering van de kruisbescherming tegen QX. Heterologe vaccins kunnen dus minstens een even goede bescherming geven tegen QX als de homologe vaccins. Ook Terregino et al. (2008) toonden de doeltreffendheid aan van heterologe vaccinatie tegen QX en toch zijn er recentelijk 15

22 homologe vaccins tegen deze variant op de markt gebracht. Waarschijnlijk kwam dit op vraag vanuit de praktijk, wegens de grote economische schade die deze variant kan veroorzaken (Cook et al., 2012). 3.4 Vaccins in België De 4 meest voorkomende IBV serotypes in België momenteel zijn Massachusetts, 4/91 (793B of CR88), QX (D388) en D274 (Currie, 2013). De beschikbare vaccins zijn dan ook allemaal gericht tegen deze serotypes. In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van al de commercieel beschikbare vaccins tegen IB in België, welke stammen ze bevatten en hoe en wanneer ze best worden toegediend. Tabel 2: Overzicht van de beschikbare vaccins in België (naar BCFI-vet, 2015) Vaccin Stam(men) Toedieningswijze Toediening Nobilis IB Ma5 Ma5* Grove spray, oculo-nasaal (vanaf 1 dag), via drinkwater (vanaf 14 dagen) Nobilis IB primo QX D388* Grove spray, oculo-nasaal (vanaf 1 dag) Nee Nobilis IB * Grove spray, oculo-nasaal (vanaf 1 dag), Nobilis IB MULTI+ND Nobilis RT+IB MULTI +ND+EDS M41 $, D274 $, NDV Clone30 $ M41 $, 249g $, But1#8544 $, BC14 $, Clone30 $ Poulvac IBMM+Ark Mass 1263*, Ark 3168* via drinkwater (vanaf 7 dagen) Subcutane of intramusculaire injectie, enkel voor legkippen en moederdieren Intramusculaire injectie, enkel voor legkippen en moederdieren Grove spray (vanaf 1 dag), enkel voor vleeskuikens Poulvac IB primer H120*, D274* Grove spray (vanaf 1 dag) Nee Poulvac IB QX L1148* Grove spray (vleeskuikens vanaf 1 dag; legkippen/moederdieren vanaf 7 dagen) Gallivac IB 88 CR88121* Grove spray (vanaf 14 dagen), enkel voor vleeskuikens Cevac IBIRD 1/96* Grove spray (vanaf 1 dag), via drinkwater (vanaf 10 dagen) *: Levend verzwakte virusstam $ : Geïnactiveerde virusstam tijdens leg Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Bivalente vaccins, zoals Poulvac IBMM+Ark en Poulvac IB primer, zijn in sommige landen (waaronder Frankrijk) niet toegelaten wegens de vrees voor recombinatie, al werd dit nog nooit bewezen. Het vaccin Poulvac IBMM+Ark bevat het serotype Arkansas, dat in Europa niet voorkomt. Toch wordt dit vaccin in sommige Europese landen gebruikt, omdat het ook bescherming biedt tegenover het serotype 793B (4/91) (Jones, 2010). 16

23 3.5 Vaccinatieschema Hierna volgen enkele voorbeeld vaccinatieschema s tegen Infectieuze Bronchitis voor zowel vleeskuikens, legkippen en moederdieren. Vaccinatie tegen IB is niet verplicht, maar is zeker aan te raden gezien het wijdverspreide voorkomen ervan (Entcommissie WVPA, 2015). In de entschema s is te zien dat vaccinatie tegen het Massachussetts serotype gebruikelijk is bij alle kippen, aangezien dit type wereldwijd het meeste voorkomt en de vaccins vrij goede kruisbescherming kunnen bieden (Cook et al., 2012; BCFI-vet, 2015) Vleeskuikens In tabel 3 is een voorbeeld vaccinatieschema weergegeven voor vleeskuikens tegen IB. Vleeskuikens worden meestal in de broeierij reeds gevaccineerd op de dag van uitkippen, aangezien dit economisch en organisatorisch het voordeligst is. Het is ook belangrijk dat de kuikens zo snel mogelijk immuniteit opbouwen tegen IBV, want de ziektesymptomen kunnen zeer ernstig zijn bij jonge dieren en bovendien worden de vleeskuikens al geslacht op 6 weken (Cavanagh, 2003). De vaccinatie op dag 1 gebeurt met een grove spray en wordt samen gegeven met de verplichte enting tegen Newcastle Disease. Op probleembedrijven of in gebieden met een hoge velddruk, wordt een hervaccinatie aanbevolen op een leeftijd van dagen. Afhankelijk van de circulerende IBV types kunnen variante vaccinstammen gebruikt worden naast de gebruikelijke Massachusetts stammen (Entcommissie WVPA, 2015). Tabel 3: Voorbeeld entschema voor vleeskuikens tegen Infectieuze Bronchitis (naar Entcommissie WVPA, 2015) Leeftijd Vaccin Toedieningswijze Dag 1 Levend vaccin: Massachusetts Grove spray (samen met en/of variante stam Newcastle Disease enting) Dag (probleembedrijven) Levend vaccin: Massachusetts en/of variante stam Spray of drinkwater Legkippen Tabel 4 toont een voorbeeld entschema voor legkippen. Tijdens de opfokperiode krijgen de dieren verschillende levende voorentingen toegediend, meestal met meerdere serotypes om de bescherming te verbreden. Minstens 3-4 weken vóór het overplaatsen naar de legafdeling, krijgen de dieren een geïnactiveerd vaccin toegediend. Op die manier is de immuniteit voldoende opgebouwd bij aankomst in de nieuwe stal. Voor een optimale werking, wordt dit geïnactiveerd vaccin best minstens 4-6 weken na het laatste levend vaccin gegeven. Problemen van schijnlegsters kunnen wijzen op een vroege infectie met een QX-verwante stam. Een aanpassing van het entschema in functie van de immuniteitsopbouw tegen deze variant, kan dan aan te raden zijn (Cook, 2008; Entcommissie WVPA, 2015). 17

24 Tabel 4: Voorbeeld entschema voor legkippen tegen Infectieuze Bronchitis (naar Entcommissie WVPA, 2015) Leeftijd Vaccin Toedieningswijze Dag 1 Levend vaccin: Massachusetts Grove spray en/of variante stam 3-4 weken Levend vaccin: Massachusetts Spray en/of variante stam 7-8 weken Levend vaccin: Massachusetts Spray en/of variante stam 12 weken Levend vaccin: Massachusetts Spray en/of variante stam 3-4 weken vóór overplaatsen Geïnactiveerd vaccin Injectie Moederdieren In tabel 5 wordt een voorbeeld IB vaccinatieschema voorgesteld voor moederdieren, dat grotendeels overeenkomt met het schema van de legkippen en waarbij dezelfde opmerkingen gelden. Tabel 5: Voorbeeld entschema voor moederdieren tegen Infectieuze Bronchitis (naar Entcommissie WVPA,2015) Leeftijd Vaccin Toedieningswijze Dag 1 Levend vaccin: Massachusetts Grove spray en/of variante stam 3-4 weken Levend vaccin: Massachusetts Spray en/of variante stam 7-8 weken Levend vaccin: Massachusetts Spray en/of variante stam 12 weken Levend vaccin: Massachusetts Spray en/of variante stam Vanaf 16 weken en 3 weken vóór overplaatsen Geïnactiveerd vaccin Injectie 18

25 BESPREKING Uit de literatuur blijkt duidelijk dat er reeds veel onderzoek is gebeurd naar Infectieuze Bronchitis (IB) bij pluimvee, maar dat er ook nog veel aspecten zijn die kunnen verbeteren. Om te beginnen is er geen eenduidige nomenclatuur voor de IBV varianten, waardoor het verwarrend wordt als men de verschillende stammen probeert te classificeren. Er zou een duidelijk systeem moeten worden ingevoerd dat in alle landen hetzelfde is, zoals bijvoorbeeld het systeem voorgesteld door Cavanagh (2001), dat nu ook meer en meer wordt toegepast. Ook de classificatie zelf wordt bemoeilijkt door gebrek aan standaardisatie van de verschillende testsystemen. Grotendeels zijn er 3 manieren om de verschillende IBV varianten onder te verdelen, namelijk in genotypes, serotypes of protectotypes. Hoewel genotypering objectiever is en onmisbaar in epidemiologische studies, is protectotypering voor de praktijk het beste systeem, omdat het informatie geeft over de effectiviteit van de vaccins. De nodige testen hiervoor zijn echter duur en moeilijk, dus zou er moeten worden gezocht naar een oplossing om dit haalbaarder te maken. Als er een duidelijke classificatie voorhanden zou zijn op basis van protectotypering, zou dit zeer nuttig zijn bij het opstellen van vaccinatieschema s en kan men hier ook rekening mee houden bij de ontwikkeling van nieuwe vaccins. De diagnose van IB is ook geen sinecure, aangezien elke test zijn voor- en nadelen heeft en bovendien zijn door de vele IBV serotypes vaak dure technieken nodig om een onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende varianten. Op dit vlak is er dus ook nog veel ruimte voor verbetering, zodat het diagnosticeren vlotter en accurater verloopt en men op die manier sneller een gepast vaccinatieschema kan opstellen. Tot slot staat de bestrijding van IB aan de hand van vaccinatie zeker nog niet op punt. Nogmaals is dit te wijten aan het grote aantal IBV serotypes, die over het algemeen maar weinig kruisbescherming bieden tegenover elkaar. Vanzelfsprekend is de ontwikkeling van een apart vaccin voor elk serotype onbegonnen werk en gelukkig is dit ook niet nodig. Verschillende bestaande vaccinstammen leveren immers toch een vrij goede bescherming tegenover heterologe serotypes, waardoor deze varianten kunnen onderverdeeld worden in eenzelfde protectotype. Bovendien kan deze kruisbescherming bij bepaalde combinaties van vaccins nog verbreden en kan men hiermee rekening houden bij het opstellen van entschema s. Toch blijft IB problemen veroorzaken in de pluimveesector door het continu opduiken van nieuwe varianten en daarom zijn de ontwikkeling van nieuwe en betere vaccins, op basis van moleculaire technieken, en het optimaliseren van vaccinatieprogramma s echt nodig. Men is hier al volop mee bezig en de vooruitzichten zijn goed, maar het is zeer de vraag of deze ziekte ooit volledig onder controle zal worden gekregen. 19

PLUIMVEE HARTSLAG. Kippen ent je tegen IB volgens het concept van Protectotype. door Peter gemeten

PLUIMVEE HARTSLAG. Kippen ent je tegen IB volgens het concept van Protectotype. door Peter gemeten Een publicatie van MSD Animal Health Eerste jaargang juni 2012 PLUIMVEE HARTSLAG door Peter gemeten #1 Kippen ent je tegen IB volgens het concept van Protectotype Kies voor de juiste vaccinatie strategie

Nadere informatie

PLUIMVEE HARTSLAG #28

PLUIMVEE HARTSLAG #28 Een publicatie van MSD Animal Health December 2018 - Jaargang 7 PLUIMVEE HARTSLAG #28 door Peter gemeten Steeds alert blijven voor NCD RESPIRATORY PROTECTION Traditionele en moderne oplossingen combineren,

Nadere informatie

PLUIMVEE HARTSLAG #24

PLUIMVEE HARTSLAG #24 Een publicatie van MSD Animal Health December 2017 - Jaargang 6 PLUIMVEE HARTSLAG #24 door Peter gemeten Het afweersysteem vroeger activeren biedt voordelen DYNAMIC IMMUNITY NIEUWE-GENERATIE VACCINS BIEDEN

Nadere informatie

PLUIMVEE HARTSLAG #25

PLUIMVEE HARTSLAG #25 Een publicatie van MSD Animal Health Maart 2018 - Jaargang 7 PLUIMVEE HARTSLAG #25 door Peter gemeten Een goed kuiken maken begint bij het moederdier DYNAMIC IMMUNITY MATERNALE ANTISTOFFEN BELANGRIJK VOOR

Nadere informatie

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Auteur: Steven Sarrazin Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Veelal wordt de bestrijding van het Boviene Virale Diarree-virus (BVD) enkel geassocieerd met vaccinatie. Echter, met vaccinatie

Nadere informatie

Preventie van Gumboro

Preventie van Gumboro Dierengezondheidszorg Vlaanderen Preventie van Gumboro Studiedag Vlees Dierengezondheidszorg Vlaanderen DGZ Onze missie DGZ is dé betrouwbare partner van de Vlaamse veehouder om met gezonde dieren op duurzame

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL NOBILIS RT+IBmulti+ND+EDS 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis van 0,5 ml: Actieve substantie(s) Geïnactiveerde

Nadere informatie

PLUIMVEE HARTSLAG #30

PLUIMVEE HARTSLAG #30 Een publicatie van MSD Animal Health September 2019 - Jaargang 8 PLUIMVEE HARTSLAG #30 door Peter gemeten Angst voor Gumboro hoeft niet... of toch? DYNAMIC IMMUNITY Neemt de kans op Gumboro toe? Een terugkerend

Nadere informatie

BIJSLUITER. CEVAC IBird lyofylisaat voor suspensie voor kippen

BIJSLUITER. CEVAC IBird lyofylisaat voor suspensie voor kippen BIJSLUITER CEVAC IBird lyofylisaat voor suspensie voor kippen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie pluimvee 2017 bijzonderste bevindingen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie pluimvee 2017 bijzonderste bevindingen Autopsie pluimvee 2017 bijzonderste bevindingen Versie 1.0 Oktober 2018 Auteur: Afdeling autopsie In 2017 werden een 410-tal inzendingen (Figuur 1) voor autopsie pluimvee verwerkt. Dit aantal is met 20,3%

Nadere informatie

CHAPTER 9. Samenvatting

CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting Samenvatting Streptococcus suis is een belangrijke oorzaak van zenuwverschijnselen, kreupelheid en sterfte bij biggen. De infectie, die vooral bij biggen van speenleeftijd (rond

Nadere informatie

BIJLAGE B. BIJSLUITER

BIJLAGE B. BIJSLUITER BIJLAGE B. BIJSLUITER 1 BIJSLUITER 1. DE BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL Nobilis IB 4-91 2. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN) Levend geattenueerd vaccin tegen infectieuze bronchitisvirus-variant

Nadere informatie

BIJSLUITER. CEVAC IBird lyofylisaat voor suspensie voor kippen

BIJSLUITER. CEVAC IBird lyofylisaat voor suspensie voor kippen BIJSLUITER lyofylisaat voor suspensie voor kippen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder

Nadere informatie

BIJSLUITER. Nobilis IB 4-91, lyofilisaat voor suspensie voor kippen

BIJSLUITER. Nobilis IB 4-91, lyofilisaat voor suspensie voor kippen BIJSLUITER Nobilis IB 4-91, lyofilisaat voor suspensie voor kippen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN

Nadere informatie

Hoe katten gezond houden?

Hoe katten gezond houden? Hoe katten gezond houden? Hans Nauwynck Universiteit Gent België Laboratorium voor Virologie Faculteit Diergeneeskunde Vaccinatie tegen virale ziekten Toedienen van virale vaccins Waarom? Inductie van

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N. Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Conventionele geïnactiveerde griepvaccins worden toegediend door middel van intramusculaire (i.m.) injectie. De vaccins voorkomen vermenigvuldiging van

Nadere informatie

De rol van virussen bij verteringsstoornissen bij varkens en pluimvee. Naomi de Bruijn

De rol van virussen bij verteringsstoornissen bij varkens en pluimvee. Naomi de Bruijn De rol van virussen bij verteringsstoornissen bij varkens en pluimvee Naomi de Bruijn Virale darminfecties: Algemeen Betreft vooral jonge dieren Meer ziekte verschijnselen Veelal relatief milde darmschade

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen NEWCASTLE DISEASE. Directie Dierengezondheid PCCB

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen NEWCASTLE DISEASE. Directie Dierengezondheid PCCB Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen NEWCASTLE DISEASE Directie Dierengezondheid PCCB 1. Etiologie Avian paramyxovirus 1 = RNA-virus, verschillende genotypes Virulentie bepaald door

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL, suspensie voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis (0,5 ml) Werkzame bestanddelen: Salmonella

Nadere informatie

Autovaccinatie in de praktijk

Autovaccinatie in de praktijk Autovaccinatie in de praktijk Inleiding AUTO-vaccin = STAL-vaccin = BEDRIJFSEIGEN vaccin Bedrijfseigen kiemen Bedrijfseigen situatie Resultaten: bedrijfsspecifiek! Verwachtingen: vaak zeer hoog Een aantal

Nadere informatie

Autovaccin: wondermiddel

Autovaccin: wondermiddel Dierengezondheidszorg Vlaanderen Autovaccin: wondermiddel of fabeltje? Varkensacademie 30/11/18 Inhoud 1. Wat is een vaccin en hoe werkt het? 2. Autovaccin: wat moet ik hierover weten? 2 Waarom vaccineren?

Nadere informatie

beschouwd als een aandoening bij jonge dieren, gekenmerkt door fibrineuze polyserositis, polyartritis,

beschouwd als een aandoening bij jonge dieren, gekenmerkt door fibrineuze polyserositis, polyartritis, De ziekte van Glässer De ziekte van Glässer wordt veroorzaakt door Haemophilus parasuis (Hps). De ziekte werd vroeger beschouwd als een aandoening bij jonge dieren, gekenmerkt door fibrineuze polyserositis,

Nadere informatie

CGM/120104-01 Advies: Werkzaamheden met chimeer Infectious bronchitis virus

CGM/120104-01 Advies: Werkzaamheden met chimeer Infectious bronchitis virus BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 3720 AN BILTHOVEN Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Dhr J.J. Atsma Postbus 30945 2500 GX Den Haag TEL.:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. POULVAC IB QX lyofilisaat voor suspensie voor spray voor kippen.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. POULVAC IB QX lyofilisaat voor suspensie voor spray voor kippen. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL lyofilisaat voor suspensie voor spray voor kippen. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis: Werkzaam bestanddeel:

Nadere informatie

Blauw Tong vaccinatie??

Blauw Tong vaccinatie?? Blauw Tong vaccinatie?? Veearts Marcel Van Aert Vakgroep voortplanting, verloskunde en bedrijfsdiergeneeskunde Universiteit Gent Vaccinatie??? Inleiding Gewenste karakteristieken van BT-vaccins BT-vaccins

Nadere informatie

BIJSLUITER 3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)

BIJSLUITER 3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN) BIJSLUITER Vaxxitek HVT+IBD Suspensie en solvent voor suspensie voor injectie 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting MUCOSALE ADJUVANS ACTIVITEIT VAN LIPOSOMEN

Nederlandse samenvatting MUCOSALE ADJUVANS ACTIVITEIT VAN LIPOSOMEN 102 Nederlandse samenvatting MUCOSALE ADJUVANS ACTIVITEIT VAN LIPOSOMEN 103 104 Mucosale immunoadjuvans activiteit van liposomen Inleiding Het menselijk lichaam is voortdurend bezig indringers zoals bacteriën,

Nadere informatie

BIJSLUITER Vaxxitek HVT+IBD Suspensie en solvent voor suspensie voor injectie

BIJSLUITER Vaxxitek HVT+IBD Suspensie en solvent voor suspensie voor injectie BIJSLUITER Vaxxitek HVT+IBD Suspensie en solvent voor suspensie voor injectie 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT - 1 - 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL NOBILIS NEWCAVAC 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis van 0,5 ml: Actieve substantie(s)

Nadere informatie

Pluimvee. NCD: een update. Hoofdpunten Rapportage Tweede kwartaal Samen werken aan diergezondheid

Pluimvee. NCD: een update. Hoofdpunten Rapportage Tweede kwartaal Samen werken aan diergezondheid Pluimvee Hoofdpunten Rapportage Tweede kwartaal NCD: een update Bij een Belgische en een Nederlandse houder van hobbyvogels (in Nederland betrof dit sierhoenderachtigen) is in het voorjaar van het Newcastle

Nadere informatie

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen: IMMUNITEIT 1 Immuniteit Het lichaam van mens en dier wordt constant belaagd door organismen die het lichaam ziek kunnen maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën.

Nadere informatie

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan Auteur: Steven Sarrazin Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan Boviene Virale Diarree (BVD) is een aandoening met een veel ruimer ziektebeeld dan de naam laat vermoeden. Daarom is

Nadere informatie

Is de diagnostiek van GRIEP eenvoudig? Pieter den Hartog, dierenarts Technical services manager production animals

Is de diagnostiek van GRIEP eenvoudig? Pieter den Hartog, dierenarts Technical services manager production animals Is de diagnostiek van GRIEP eenvoudig? Pieter den Hartog, dierenarts Technical services manager production animals Indeling presentatie Inleiding Oorzaken luchtwegproblemen Het onderzoek Laboratoriumonderzoek

Nadere informatie

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET DE ZIEKTE VAN NEWCASTLE EN VOGELGRIEP

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET DE ZIEKTE VAN NEWCASTLE EN VOGELGRIEP Ziekte van Newcastle en vogelgriep: F.A.Q. versie 8 VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET DE ZIEKTE VAN NEWCASTLE EN VOGELGRIEP 1. Wat wordt verstaan onder hobbypluimvee? 2. Wanneer moet ik mijn beslag met

Nadere informatie

Samenvatting

Samenvatting Het influenza A virus kan een groot aantal diersoorten infecteren waaronder mensen, varkens, paarden, zeezoogdieren en vogels. In zoogdieren veroorzaakt het virus een acute luchtweginfectie, bij mensen

Nadere informatie

Aanpak van griep bij het varken: een uitdaging? Dr. Tom Meyns MERIAL Belgium

Aanpak van griep bij het varken: een uitdaging? Dr. Tom Meyns MERIAL Belgium Aanpak van griep bij het varken: een uitdaging? Dr. Tom Meyns MERIAL Belgium Inhoud Influenza Epidemiologie - verspreiding Ziektebeeld Klassieke uitbraken Chronische problemen Complicaties Belang en economische

Nadere informatie

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen Serologie is de leer van de stoffen die zich bevinden in het bloedserum. Bloedserum is het vocht dat verkregen is nadat bloed

Nadere informatie

Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee.

Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee. Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee. Het vogelgriepvirus en vaccinatie Het zal u niet ontgaan zijn: het H5N1-vogelgriepvirus heeft zich vanuit Zuidoost-Azië verspreid richting Europa. Sinds eind februari

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Avishield IB H120, lyofilisaat voor oculonasale suspensie/gebruik in drinkwater, voor kippen

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Avishield IB H120, lyofilisaat voor oculonasale suspensie/gebruik in drinkwater, voor kippen SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Avishield IB H120, lyofilisaat voor oculonasale suspensie/gebruik in drinkwater, voor kippen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker inactivatum, Suspensie voor injectie voor runderen

BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker inactivatum, Suspensie voor injectie voor runderen BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker inactivatum, Suspensie voor injectie voor runderen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,

Nadere informatie

Porcilis Glässer. Het bewezen antwoord op Haemophilus parasuis infecties

Porcilis Glässer. Het bewezen antwoord op Haemophilus parasuis infecties Porcilis Glässer Het bewezen antwoord op Haemophilus parasuis infecties Ziekte van Glässer Haemophilus parasuis De ziekte van Glässer, veroorzaakt door Haemophilus parasuis, werd ooit beschouwd als een

Nadere informatie

PRRS in vraag? en antwoord!

PRRS in vraag? en antwoord! KENNISDOCUMENT Met kennis vooruit: PRRS in vraag? en antwoord! Veel varkenshouders en dierenartsen hebben vragen over PRRS. Daarom geven we in dit kennisdocument antwoord op de vier meestgestelde vragen

Nadere informatie

Het vaccinatieplan tegen NCD

Het vaccinatieplan tegen NCD Het vaccinatieplan tegen NCD Inhoudsopgave Vaccinatieplan tegen NCD 3 Vermeerderingsdieren 5 Leghennen 7 Vleeskuikens 8 Vleeskalkoenen 10 Newcastle Disease 12 Vaccinatieplan tegen NCD Om het pluimvee in

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 1 NAAM VAN HET IMMUNOLOGISCH DIERGENEESMIDDEL AVINEW 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Levend virus van de Ziekte van Newcastle, stam VG/GA, ten minste

Nadere informatie

Innoveren rond Vaccineren : kan er nog een prikje bij?

Innoveren rond Vaccineren : kan er nog een prikje bij? Innoveren rond Vaccineren : kan er nog een prikje bij? Dierenarts Maarten De Gussem Eersel 20 mei 2015 1 Vragen die we hebben vandaag: Moet er nog een prikje bij? Kán er nog een prikje bij? Welke prikjes

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. N.Botteldoorn WIV-ISP J. Wytsmanstraat Brussel Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Email: Nadine.Botteldoorn@wivisp.be

Nadere informatie

WVPA-België. Entschema-advies

WVPA-België. Entschema-advies WVPA-België Entschema-advies 2015 1 INHOUD Voorwoord Algemene richtlijnen en aanbevelingen Entschema s Kippen Vleeskuikens I.Voorbeeld basisschema met verplichte en aangeraden entingen voor vleeskuikens

Nadere informatie

Bedrijfsbegeleiding en sectorinformatie pluimvee

Bedrijfsbegeleiding en sectorinformatie pluimvee Bedrijfsbegeleiding en sectorinformatie pluimvee Inhoud Vleessector... 1 Fokkerij... 1 Subfok... 2 Fokbroederij... 2 Opfokvermeerdering... 3 Vermeerdering... 3 Broederij... 4 Vleeskuikens... 4 Legsector...

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Samenvatting K inkhoest is een ernstige infectie aan de bovenste luchtwegen, veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis. Kinkhoest was in het begin van de 20 e eeuw een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Nederlandse samenvatting Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Baarmoederhalskanker is de op een na meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Elk jaar krijgen wereldwijd ongeveer 500.000

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Nobilis ND C2 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: Levend geattenueerd Newcastle disease virus

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie pluimvee bijzonderste bevindingen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie pluimvee bijzonderste bevindingen Autopsie pluimvee 2015 - bijzonderste bevindingen Versie 1.0 19042016 Auteur: Annick Gryspeerdt In 2015 zijn meer dan 300 inzendingen voor autopsie pluimvee verwerkt. Dit aantal is ongeveer hetzelfde gebleven

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2018/REG NL 120243/zaak 663085 DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Kernfarm B.V. te

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Respiratoir syncytieel virus Het respiratoir syncytieel virus (RSV) is een veroorzaker van luchtweginfectiesvan de mens. Het komt bij de mens met name in het winterseizoen voor.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlanse samenvatting Kinkhoest is een ernstige en zeer besmettelijke ziekte van de bovenste luchtwegen welke wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis. In de

Nadere informatie

Uw sleutel tot effectieve zeugenvaccinatie en bestrijding van PRRS

Uw sleutel tot effectieve zeugenvaccinatie en bestrijding van PRRS Porcilis PRRS Uw sleutel tot effectieve zeugenvaccinatie en bestrijding van PRRS Aandachtspunten in de PRRS bestrijding: Zorg dat de bio-security van het bedrijf op orde is of geoptimaliseerd wordt. Biggen

Nadere informatie

INLEIDING AFRIKAANSE VARKENSPEST : MYTHES EN REALITEIT

INLEIDING AFRIKAANSE VARKENSPEST : MYTHES EN REALITEIT INLEIDING AFRIKAANSE VARKENSPEST : MYTHES EN REALITEIT Brigitte Cay Symposium Dierengezondheid 7 mei 2019 AVP : Etiologie Virus taxonomy Familie : Asfarviridae Genus : Asfivirus AVP virus karakteristieken

Nadere informatie

BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker vivum, Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie bij runderen

BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker vivum, Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie bij runderen BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker vivum, Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie bij runderen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT

Nadere informatie

Dierenkliniek Goeree Overflakkee

Dierenkliniek Goeree Overflakkee Dierenkliniek Goeree Overflakkee De teksten van onze artikelen worden geschreven aan de hand van wetenschappelijke literatuur, maar ook op basis van onze eigen inzichten en ervaringen. Daarom kan de informatie

Nadere informatie

Figuur 1: aantal nieuwe gevallen (incidentie) van influenza in functie van de leeftijd.

Figuur 1: aantal nieuwe gevallen (incidentie) van influenza in functie van de leeftijd. Figuur 1: aantal nieuwe gevallen (incidentie) van influenza in functie van de leeftijd. Figuur 2: conceptueel kader voor globalisatie en volksgezondheid. Stilleestekst deel 2 Pagina 1 van 9 Figuur 3A:

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 Inhoud Inleiding 7 1. 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 2. De intake 23 - Ernst van de klachten 24 - Het intakegesprek 26 3. Geneesmiddelen 31 - Medicijnen tegen griep en verkoudheid 32

Nadere informatie

Uw sleutel tot effectieve vaccinatie en bestrijding van PRRS

Uw sleutel tot effectieve vaccinatie en bestrijding van PRRS Porcilis PRRS Uw sleutel tot effectieve vaccinatie en bestrijding van PRRS Aandachtspunten in de PRRS bestrijding: Zorg dat de bio-security van het bedrijf op orde is of geoptimaliseerd wordt. Goede compartimentering

Nadere informatie

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niettechnische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) in kalveren 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) Oktober 2015 oktober 2020

Nadere informatie

Vaccinatie van uw kat Praat erover!

Vaccinatie van uw kat Praat erover! Vaccinatie van uw kat Praat erover! Wat is een vaccinatie? Een vaccinatie zorgt voor de opbouw van bescherming (via antistoffen en afweercellen) tegenover een bepaalde ziekteverwekker. De volgende keer

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2013/REG NL 7456/zaak 379706 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Intervet Nederland B.V. te Boxmeer

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL suspensie voor injectie voor konijnen (1 dosis). concentraat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor konijnen (verpakking

Nadere informatie

Vaccinatie tegen vogelgriep van bedrijfsmatig gehouden biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop

Vaccinatie tegen vogelgriep van bedrijfsmatig gehouden biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop Vaccinatie tegen vogelgriep van bedrijfsmatig gehouden biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop Vaccinatie toegestaan De Europese Unie heeft op 22 februari 2006 een akkoord bereikt over het

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL emulsie voor injectie voor varkens 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis van 2 ml bevat: Werkzaam bestanddeel:

Nadere informatie

Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Nederlandse samenvatting Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,

Nadere informatie

Advies 'Inschaling in vivo werkzaamheden met genetisch gemodificeerd Canine

Advies 'Inschaling in vivo werkzaamheden met genetisch gemodificeerd Canine Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus 20901 2500 EX Den Haag DATUM 23 november 2016 KENMERK CGM/161123-01 Advies 'Inschaling in vivo werkzaamheden met genetisch

Nadere informatie

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen!

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen! INFORMATIE Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen! Vaccineren Als eigenaar verzorgt u uw hond natuurlijk zo goed mogelijk. Immers, een goede voeding en de juiste verzorging houden uw dier

Nadere informatie

De problemen van de oude hen. Algemene gezondheid van hennen op leeftijd. Deel 1. Wat zien we nu eigenlijk het meeste bij de oude hen?

De problemen van de oude hen. Algemene gezondheid van hennen op leeftijd. Deel 1. Wat zien we nu eigenlijk het meeste bij de oude hen? Algemene gezondheid van hennen op leeftijd Robert Jan Molenaar De problemen van de oude hen Deel 1- de ziektes Wat zien we vaak? Extra gevoelig Positief nieuws Deel 2 de risico s Opnieuw gevoelig Afsluitend,

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 Inhoud Inleiding 7 1. 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17 2. Zorgvraag verhelderen 23 - Recepten 24 - Zelfzorgvragen 30 3. Geneesmiddelen 37 - Medicijnen tegen griep en verkoudheid 38 - De

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. AVISHIELD ND, lyofilisaat voor suspensie voor kippen en kalkoenen

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. AVISHIELD ND, lyofilisaat voor suspensie voor kippen en kalkoenen SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL, lyofilisaat voor suspensie voor kippen en kalkoenen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis: Werkzaam bestanddeel:

Nadere informatie

toch ziektetekens opwekken. Anderzijds kunnen om dezelfde reden de symptomen van een ziekte erger worden dan ze zouden zijn zonder de bijkomende

toch ziektetekens opwekken. Anderzijds kunnen om dezelfde reden de symptomen van een ziekte erger worden dan ze zouden zijn zonder de bijkomende De BVD Boviene virale diarree of BVD is een aandoening bij runderen die zwaar onderschat wordt.de besmetting brengt veel meer schade toe aan de veestapel dan men over het algemeen aanneemt, maar komt ook

Nadere informatie

B ijsluiter NL P arvosuin - MR B. BIJSLUITER 1

B ijsluiter NL P arvosuin - MR B. BIJSLUITER 1 B. BIJSLUITER 1 PARVOSUIN- MR Geïnactiveerd vaccin tegen parvovirose en vlekziekte bij varkens. 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK

Nadere informatie

direct contact indirect contact

direct contact indirect contact Wat is droes? Droes is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Streptococcus equi. Droes kan voorkomen bij paarden en pony s van elke leeftijd en elk ras. Het meeste risico lopen:

Nadere informatie

Symposium 10-10-2013 CVI Lelystad: Bestrijding virale ziekten bij pluimvee Hebben we het onder controle of niet? De visie van een practicus

Symposium 10-10-2013 CVI Lelystad: Bestrijding virale ziekten bij pluimvee Hebben we het onder controle of niet? De visie van een practicus Symposium 10-10-2013 CVI Lelystad: Bestrijding virale ziekten bij pluimvee Hebben we het onder controle of niet? De visie van een practicus Symposium 10-10-2013 CVI Lelystad: Bestrijding virale ziekten

Nadere informatie

Overzicht. 1. Wat is PRRSv? 2. Welke ziektebeelden kan je zien? 3. Wat kunnen de financiële gevolgen zijn?

Overzicht. 1. Wat is PRRSv? 2. Welke ziektebeelden kan je zien? 3. Wat kunnen de financiële gevolgen zijn? Dierenarts Eva Claeyé 16 september 2016 Overzicht 1. Wat is PRRSv? 2. Welke ziektebeelden kan je zien? 3. Wat kunnen de financiële gevolgen zijn? 4. De PRRSv-status van een bedrijf 5. Wat is uw streefdoel?

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL, lyofilisaat voor suspensie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzame bestanddelen: Levend verzwakt IB virus (stam Ma5,

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Speed F-Corona TM. www.speedrange.nl. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel. 0342 427 127 E-mail: info@virbac.

Speed F-Corona TM. www.speedrange.nl. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel. 0342 427 127 E-mail: info@virbac. Speed F-Corona TM www.speedrange.nl Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel. 0342 427 127 E-mail: info@virbac.nl ALLEEN VOOR IN VITRO GEBRUIK NEDERLANDS KLINISCHE TOEPASSING Katten die

Nadere informatie

PLUIMVEE HARTSLAG #23

PLUIMVEE HARTSLAG #23 Een publicatie van MSD Animal Health September 2017 - Jaargang 6 PLUIMVEE HARTSLAG #23 door Peter gemeten Rode vogelmijt, grote verliespost bij leghennen DYNAMIC IMMUNITY EFFICIËNTE BESTRIJDING VAN RODE

Nadere informatie

Stand van zaken en vooruitzichten. 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Stand van zaken en vooruitzichten. 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen BLAUWTONG Stand van zaken en vooruitzichten Jozef Hooyberghs FAVV DG Controlebeleid Gent, 21 november 2007 1 Federaal Agentschap voor de Inhoud Situatie in België Situatie in Europa Maatregelen in België

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SKP NL Versie SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL HuveGuard NB suspensie voor oculair of oraal gebruik bij kippen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén dosis

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie pluimvee 2016: bijzonderste bevindingen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie pluimvee 2016: bijzonderste bevindingen Autopsie pluimvee 2016: bijzonderste bevindingen Versie 1.0 November 2017 Auteur: Afdeling autopsie In 2016 zijn meer dan 300 inzendingen voor autopsie pluimvee verwerkt. Dit aantal is licht gestegen t.o.v.

Nadere informatie

Resultaten Porcilis PCV one shot vaccinatie op de technische parameters en sterfte binnen een subklinisch aangetast bedrijf.

Resultaten Porcilis PCV one shot vaccinatie op de technische parameters en sterfte binnen een subklinisch aangetast bedrijf. Resultaten Porcilis PCV one shot vaccinatie op de technische parameters en sterfte binnen een subklinisch aangetast bedrijf. Resultaten subklinische proef Porcilis PCV 1. Inleiding 2. Materiaal en methoden

Nadere informatie

SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN

SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN Nr. 108 Wat is de klassieke of seizoensgriep In de volksmond wordt er gesproken over de griep, waar het gaat over een zware verkoudheid of een luchtwegeninfectie met enkele

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2014/REG NL 8446/zaak 394885 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Zoetis B.V. te Capelle a/d IJssel

Nadere informatie

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012.

NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. Inleiding In 2012 bevestigden de twee laboratoria van het Nationaal Referentie Centrum Bordetella pertussis een

Nadere informatie

In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2010/REG NL 10301-90VS/zaaknr.: 118116 In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Beschikkende op de aanvraag d.d. 18 september 2009 van Intervet Nederland B.V. te BOXMEER

Nadere informatie

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA)

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) Versie 2016 1. WAT IS PFAPA 1.1 Wat is het? PFAPA staat voor Periodic Fever Adenitis Pharyngitis

Nadere informatie

biologie pilot vwo 2015-II

biologie pilot vwo 2015-II Kinkhoest Kinderziektes zijn in Nederland gelukkig zeldzaam geworden. Dat komt doordat bijna elke baby tegen die ziektes wordt gevaccineerd. Een vroeger beruchte kinderziekte is kinkhoest, waar vooral

Nadere informatie

BIJLAGE III ETIKETTERING EN BIJSLUITER

BIJLAGE III ETIKETTERING EN BIJSLUITER BIJLAGE III ETIKETTERING EN BIJSLUITER 1 GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD Pot of plastic zak van 600 g of 2 kg Flubenol 5% poeder 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING

Nadere informatie

BIJSLUITER Bovilis IBR Marker Live, suspensie voor injectie voor rund

BIJSLUITER Bovilis IBR Marker Live, suspensie voor injectie voor rund BIJSLUITER Bovilis IBR Marker Live, suspensie voor injectie voor rund 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN

Nadere informatie

Inentingen bij huisdieren deel 2: honden

Inentingen bij huisdieren deel 2: honden Inentingen bij huisdieren deel 2: honden Door Marije Blok Het is verstandig uw huisdier(en) te laten inenten tegen verschillende dierziekten. Maar waartegen worden ze nu eigenlijk ingeënt? En waarom is

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Poulvac E. coli lyofilisaat voor suspensie voor spray vaccinatie voor kippen en kalkoenen of voor gebruik in drinkwater

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen PRRS: de aanpak begint bij monitoring. Dr. Ellen de Jong

Dierengezondheidszorg Vlaanderen PRRS: de aanpak begint bij monitoring. Dr. Ellen de Jong Dierengezondheidszorg Vlaanderen PRRS: de aanpak begint bij monitoring Dr. Ellen de Jong Varkensacademie, 27 november 2015 Dierengezondheidszorg Vlaanderen Monitoring Algemene inleiding Biggenbatterij

Nadere informatie