2. Beschrijving voorstellen voor CO 2 - emissiehandel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2. Beschrijving voorstellen voor CO 2 - emissiehandel"

Transcriptie

1 2. Beschrijving voorstellen voor CO 2 - emissiehandel 2.1 Korte weergave eindrapport Commissie CO 2 -handel Commissie CO 2 -handel Opdracht Commissie CO 2 -handel De Commissie Plafonnering CO 2 -emissies onder voorzitterschap van de heer Vogtländer is ingesteld om onderzoek te doen naar de haalbaarheid van een binnenlands systeem van CO 2 -emissiehandel onder een emissieplafond. Dit systeem is in de eerste plaats bedoeld voor de afgeschermde (sheltered) sectoren. Dat zijn de sectoren die niet energie-intensief zijn of weinig internationale concurrentie ondervinden. De Commissie heeft ook de opdracht de relatie vorm te geven met de niet-afgeschermde sectoren. Het door de Commissie te ontwikkelen Nederlandse systeem moet inpasbaar zijn in een toekomstig Europees en mondiaal systeem voor emissiehandel. De raad is verheugd dat dit aspect conform zijn advies Emissiehandel in klimaatbeleid door de Minister van VROM is opgenomen in de opdracht van de Commissie. De Commissie noemt zichzelf Commissie CO 2 -handel omdat zij zich over meer buigt dan alleen plafonnering. De Commissie is breed samengesteld; de leden komen uit bedrijfsleven, energiedistributie, wetenschap, politiek en milieubeweging. Uitgangspunten De Commissie heeft vijf uitgangspunten geformuleerd. Een CO 2 -emissiehandelssysteem: 1. moet een minstens even effectieve en goedkope oplossing bieden als conventionele instrumenten; 2. mag de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie ten opzichte van de buitenlandse industrie niet wezenlijk aantasten; 3. moet inpasbaar zijn in een, eventueel later in te voeren, Europees systeem; 4. moet draagvlak hebben binnen de sectoren waarop het systeem betrekking heeft; 5. moet praktisch implementeerbaar zijn. 19

2 2.1.2 Het voorstel voor binnenlandse emissiehandel Enkele belangrijke elementen van het voorstel van de Commissie CO 2 -handel komen hieronder kort aan bod. In hoofdstuk 3 worden deze nader geanalyseerd en becommentarieerd 1. Een hybride systeem De Commissie kiest ervoor emissiehandel te baseren op een cap and tradesysteem; dat is een systeem met een vast uitstootplafond waarbij voor iedere ton CO 2 -uitstoot een emissierecht moet worden verworven. De Commissie kiest dit als basissysteem, maar uitsluitend voorzover dit niet leidt tot wezenlijke verstoring van de internationale concurrentiepositie van de deelnemers 2. Bij een nationaal systeem voor emissiehandel is dat uitdrukkelijk aan de orde. Om aantasting van de concurrentiepositie door emissiehandel te voorkomen, maakt de Commissie CO 2 -handel onderscheid tussen afgeschermde en niet-afgeschermde sectoren. Energie-intensiteit en gevoeligheid voor internationale concurrentie zijn de onderscheidende factoren. Daaruit volgt het volgende schema 3 : Schema 1 Indeling afgeschermde en niet-afgeschermde sectoren Energie-intensiteit > 5%* Energie-intensiteit < 5% Import/export gevoeligheid > 15%** Niet-afgeschermd*** Afgeschermd Import/export gevoeligheid < 15% Afgeschermd Afgeschermd * Energie-intensiteit: aandeel van energiekosten in de productiekosten (%). ** Import/export gevoeligheid. Exportratio: export ten opzichte van binnenlandse productie; import concurrentie: concurrerende import ten opzichte van de totale vraag. *** Om tot de niet-afgeschermde sectoren te worden gerekend dient de deelnemer een prestatienorm te kunnen accepteren. Een prestatienorm is gedefinieerd in termen van bijvoorbeeld hoeveelheid CO 2 per eenheid product. De prestatienorm kan worden afgeleid uit convenanten (Convenant Benchmarking Energie Efficiency, Meerjarenafspraak Energieefficiëntie) of uit een milieuvergunning. De afgeschermde sectoren zullen handelen in emissies in een cap and tradesysteem (absoluut emissieplafond); emissierechten worden via een veiling verdeeld, de opbrengst daarvan wordt teruggesluisd. 1 Heldere uitgebreidere beschrijvingen zijn te vinden in het rapport van de Commissie CO 2 -handel. 2 Commissie CO 2 -handel, Handelen voor een beter milieu, januari 2002, p Ibid., p

3 BESCHRIJVING VOORSTELLEN VOOR CO 2 -EMISSIEHANDEL Niet-afgeschermde sectoren 4 doen mee aan emissiehandel met een performance standard rate, dat is een prestatienorm (bijvoorbeeld uitstoot per hoeveelheid productie) die de toegestane uitstoot bepaalt. Hiermee kan de absolute uitstoot groeien, maar is de relatieve uitstoot vastgelegd. Deze prestatienorm kan om te beginnen worden afgeleid van bestaande afspraken in convenanten over energie-efficiëntie. Dit voorstel kent geen performance standard rate (PSR) voor de afgeschermde sectoren. Een cap vindt de commissie verdedigbaar op de volgende gronden: emissiehandel op basis van een cap and trade-systeem is in principe milieuen kosteneffectiever; alle producenten die concurreren op afgeschermde markten vallen onder hetzelfde regime, waardoor de onderlinge concurrentiepositie op deze markten niet wordt verstoord; het vaststellen van een PSR voor veel bedrijven en veel productieprocessen is moeilijk en bovendien veel werk; PSR s voor kleinere bedrijven zouden vaak moeten worden aangepast omdat deze bedrijven relatief vaak hun productie wijzigen. De sectorindeling in afgeschermd en niet-afgeschermd is niet bedoeld als concrete omschrijving van de deelnemers aan emissiehandel. In de eerste plaats acht de Commissie het ongewenst dat het systeem van begin af aan de volledige economie, inclusief zeer veel bedrijven en huishoudens, beslaat. Zij stelt een gefaseerde introductie voor. Ten tweede is de sectorindeling te grof. Er is een omzetting nodig naar een praktisch werkbare indeling in afgeschermde en niet-afgeschermde bedrijven dan wel inrichtingen. Fasering Naarmate er meer deelnemers zijn, is emissiehandel efficiënter. Een systeem met veel deelnemers heeft daarom de voorkeur van de Commissie. Praktisch is het niet uitvoerbaar om in één keer een systeem voor veel en veel verschillende deelnemers in te voeren. Daarom stelt de Commissie gefaseerde invoering voor met een toenemend aantal deelnemers. De ervaringen uit de eerste fasen en externe ontwikkelingen (bijvoorbeeld ten aanzien van internationale emissiehandel) kunnen mede bepalend zijn voor de invulling van de latere fasen. In fase 1 (vanaf 2005) nemen bedrijven deel die het makkelijkst vertrouwd zullen raken met emissiehandel. De Commissie rekent daartoe de deelnemers uit de niet-afgeschermde sectoren en de grotere CO 2 -emittenten uit de afgeschermde sectoren. 4 Hiertoe behoren in principe landbouw, chemie, basismetaal, bouwmaterialen en papierindustrie, transport excl. personenvervoer, olieraffinage, elektriciteitsproductie. De uitstoot van deze sectoren is ruwweg 50 procent van de totale binnenlandse uitstoot. Individuele bedrijven in deze sectoren kunnen als afgeschermd worden aangemerkt. 21

4 In fase 2 (vanaf 2008) wordt emissiehandel verbreed naar de middelgrote CO 2 - emittenten uit de afgeschermde sectoren. In fase 3 (vanaf 2012) gaan ook kleine emittenten (zoals huishoudens en kleine bedrijven) deelnemen. Om hoge administratiekosten te vermijden wordt de verplichting om emissierechten over te leggen die de feitelijke uitstoot dekken voor deze nieuwe deelnemers verlegd naar de energieleveranciers. In fase 4 wordt de sector verkeer en vervoer toegevoegd aan het deelnemersveld. Ook voor deze sector ligt het aangrijpingspunt bij energieleveranciers. De Commissie heeft een flexibele omgang met de fasering voor ogen; in elke fase moet worden geëvalueerd hoe emissiehandel functioneert en of een volgende fase zinvol is. Hierin moet onder meer rekening worden gehouden met internationale ontwikkelingen op het gebied van CO 2 -uitstoot, klimaatbeleid en doelstellingen. De Commissie ziet twee opties om de deelnemers aan emissiehandel in de eerste fase nader te definiëren, namelijk in termen van inrichtingen of in termen van ondernemingen. De eerste optie ligt voor de hand als emissiehandel wordt ingebed in de Wet Milieubeheer, waarin wordt uitgegaan van inrichtingen. Een indeling in ondernemingen daarentegen sluit aan bij de beleidspraktijk van vrijwillige afspraken. Ondernemingen ondertekenen convenanten en meerjarenafspraken. De selectie van deelnemende inrichtingen of ondernemingen kan geschieden aan de hand van nader te bepalen criteria op inrichtings- dan wel ondernemingsniveau voor internationale concurrentiegevoeligheid en energieintensiteit. Een andere mogelijkheid is aan te sluiten bij bestaande onderscheidingen in categorieën CO 2 -emittenten. Voor de eerste fase komen dan de deelnemers aan het convenant benchmarking energie-efficiency, het Glami-convenant voor de glastuinbouw en de meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA2) in aanmerking alsmede ondernemingen die vallen onder de hogere energieverbruikschijven van de regulerende energiebelasting (REB) 5. Indirecte CO 2 -emissies Bij het gebruik van secundaire energiedragers als elektriciteit, warmte en in de toekomst wellicht waterstof komt geen CO 2 vrij. Bij de productie van deze energiedragers komt, voorzover zij worden opgewekt met fossiele brandstoffen, wel CO 2 vrij. De uitstoot vindt dus plaats bij de producenten van secundaire energiedragers. Dit speelt vooral bij het gebruik van elektriciteit en bij warmtekrachtkoppeling (WKK). De Commissie CO 2 -handel geeft de voorkeur aan een downstream-systeem waarbij het aangrijpingspunt voor emissierechten ligt bij degene die energie verbruikt. De prikkel en mogelijkheden tot 5 De hoogste schijven in de REB (met de laagste tarieven) betreffen het gebruik van tot 1 miljoen m 3 gas en tot 10 miljoen kwh elektriciteit. Het energieverbruik dat hierboven uitgaat is onbelast. 22

5 BESCHRIJVING VOORSTELLEN VOOR CO 2 -EMISSIEHANDEL emissiereductie zijn daar het grootst, zo verwacht de Commissie. Voor elektriciteit betekent dat dat de indirecte emissies van elektriciteitsverbruik worden toegerekend aan de eindverbruiker en niet aan de producent waar de uitstoot feitelijk plaatsvindt. Deze toerekening kan het best worden toegepast als elektriciteit internationaal geëtiketteerd en gecertificeerd wordt. Dan is duidelijk hoeveel CO 2 is geemitteerd bij de opwekking van een kilowattuur elektriciteit. Deze uitstoot verschilt per gebruikte brandstof en naar efficiëntie van de elektriciteitscentrale. Deze etikettering is er echter nog niet. Om te beginnen wil de Commissie daarom dat met een forfait voor CO 2 per kwh wordt gerekend. Dit forfait is gebaseerd op de gemiddelde CO 2 -uitstoot van een kwh elektriciteit en wordt toegepast op binnenlandse stroom en op importstroom. Deze gelijke behandeling van eigen stroom en importstroom is vereist in de Europese Mededingingswet. Alleen met groencertificaten voor duurzame stroom kan dit CO 2 -forfait vermeden worden. Monitoring Het monitoren van emissies is noodzakelijk bij elk instrument in klimaatbeleid. Met emissiehandel moeten de feitelijke emissies worden vergeleken met de emissierechten die de deelnemer in zijn bezit heeft. Zowel gedurende als na afloop van een boekjaar is monitoring van belang. Het is gebruikelijk en wenselijk om in een emissiehandelssysteem alle transacties (elektronisch) te registreren. Met deze registratie is op elk moment traceerbaar wie hoeveel emissierechten bezit. De deelnemers zullen zelf ook een emissie- en emissierechtenboekhouding bijhouden. Voor deelnemers met een prestatienorm geldt dat zij aan het eind van een boekjaar ook hun productievolume moeten rapporteren. Overigens is de handel in emissierechten voor iedereen toegankelijk; derden (bijvoorbeeld makelaars) kunnen de handel versoepelen. De overheid is belast met monitoring en handhaving. Zij kan daarvoor een instantie in het leven roepen. Strikte handhaving is een eerste vereiste voor het functioneren van een emissiehandelssysteem. Een tekort aan emissierechten over een boekjaar moet leiden tot sancties. Deze sancties moeten zodanig zijn dat het niet nakomen van de verplichtingen financieel niet interessant is. 2.2 Korte weergave van het richtlijnvoorstel van de Europese Commissie voor CO 2 -emissiehandel binnen de Europese Unie Motieven voor emissiehandel in de EU Voor de Europese Commissie (EC) zijn de redenen voor de keuze voor emissiehandel als instrument in het klimaatbeleid gelegen in de milieueffectiviteit en in het feit dat het instrument een minimum aan concurrentieverstoring veroorzaakt. Een communautaire regeling beperkt, meer dan verschillende 23

6 nationale regelingen, concurrentievervalsing en mogelijke hindernissen voor de interne markt tot een minimum. Ook blijkt uit diverse onderzoeken dat het instrument (zeker op Europese schaal) de economische efficiëntie van het klimaatbeleid ten goede komt Het voorstel voor een richtlijn Het voorgestelde communautaire kader voor de handel in broeikasgasemissierechten tussen de ondernemingen van de EU is gebaseerd op drie kernelementen. Het eerste is de toekenning van broeikasgasvergunningen. Die legt de verplichting op dat de desbetreffende installatie uitstootrechten verwerft voor zijn feitelijke uitstoot en zijn uitstoot behoorlijk bewaakt en rapporteert. Dit impliceert dat de EC kiest voor emissiehandel via een cap and tradesysteem. Het tweede element is dat handel in uitstootrechten tussen ondernemingen binnen de EU is toegestaan. Het derde element betreft strafmaatregelen voor degenen die niet aan hun verplichtingen voldoen. Het systeem beslaat niet alle broeikasgassen, maar wordt vooralsnog beperkt tot de handel in CO 2 -emissierechten. Meer dan tachtig procent van de communautaire broeikasgasuitstoot in 1999 bestond uit CO 2. De regeling zou in 2005 in moeten gaan. Tot 2008 zijn er echter geen bindende streefcijfers voor de uitstoot van broeikasgassen. Het Kyoto-protocol bevat afspraken voor de periode De periode tot en met 2007 wordt dan ook beschouwd als een inleidende fase ter voorbereiding op de internationale emissiehandel in het kader van het Kyoto-protocol die in 2008 van start gaat. In deze eerste fase worden uitstootrechten om niet toegekend en zal niet-naleving minder streng worden bestraft. De uitstoot van de bronnen die onder de regeling vallen zal worden onderworpen aan gemeenschappelijke bewakings-, verslaggevings- en verificatieverplichtingen. In nationale registers moeten het bezit van en de handel in rechten volgens nog op te stellen regels worden gevolgd. Deelnemers De conceptrichtlijn baseert de deelnemers aan emissiehandel op activiteiten van installaties 7. Het gaat om installaties voor energieactiviteiten (verbrandingsinstallaties met een vermogen van meer dan twintig megawatt (uitgezonderd afvalverbranding), raffinaderijen en cokesovens), de grotere installaties in de basismetaal (voor metaalerts, ijzer en staal), de installaties voor cement-, keramiek- en glasproductie uit de delfstoffenindustrie en verder installaties voor papier-, karton- en pulpproductie. Dit zijn tot in- 6 COM(2001) 581 def., p Onder installatie wordt in de conceptrichtlijn verstaan: een stationaire technische eenheid waar een of meer van de onder de regeling vallende activiteiten plaatsvinden. 24

7 BESCHRIJVING VOORSTELLEN VOOR CO 2 -EMISSIEHANDEL stallaties die samen ongeveer 46 procent van de geschatte CO 2 -emissies van de EU in 2010 uitstoten. Allocatie van rechten In de eerste fase van 2005 tot en met 2007 wordt van de lidstaten verlangd dat zij gratis en op basis van objectieve en transparante criteria rechten toekennen. Over een geharmoniseerde wijze van allocatie voor de periode wordt in 2006 besloten. De allocatie van rechten geschiedt per lidstaat, waarbij de doelstelling die overeen is gekomen in de lastenverdelingsovereenkomst (beter bekend als de burden sharing) over de Kyoto-doelstelling voor de EU als geheel als leidraad voor de nationale emissieruimte fungeert. Lidstaten moeten nationale allocatieplannen maken, die aan bepaalde criteria moeten voldoen en aan de EC ter goedkeuring moeten worden voorgelegd. Enkele van de criteria zijn 8 : De hoeveelheden toe te wijzen uitstootrechten moeten overeenstemmen met de technologische mogelijkheden van de installaties om de uitstoot terug te dringen. Het allocatieplan moet in overeenstemming zijn met andere beleidsinstrumenten van de Europese Gemeenschappen. In het bijzonder mogen geen rechten worden toegewezen ter dekking van de uitstoot die wordt verminderd als gevolg van communautaire wetgeving inzake hernieuwbare energie bij de elektriciteitsproductie. Het allocatieplan mag geen zodanig onderscheid maken tussen ondernemingen of sectoren dat bepaalde ondernemingen of activiteiten onrechtmatig worden bevoordeeld en geen enkele installatie mag meer aan uitstootrechten krijgen toegewezen dan zij naar verwachting nodig zal hebben. Dit is om te voorkomen dat onverenigbare staatssteun wordt verleend. De EC staat een tweede methode toe voor de allocatie van rechten onder een absoluut plafond, namelijk allocatie op basis van prestatienormen. Hiermee wil de EC de lidstaten de mogelijkheid bieden aan te sluiten bij bestaande milieuconvenanten. Directe emissies De emissierechten betreffen steeds de directe emissies van installaties. Dat betekent dat elektriciteitsproducenten verantwoordelijk zijn voor hun eigen CO 2 -uitstoot en niet de eindverbruikers van elektriciteit. Dit sluit aan bij de bepalingen in het Kyoto-protocol. Hernieuwbare energiebronnen worden niet onder de regeling gebracht omdat deze geen CO 2 -uitstoot veroorzaken. 8 Europese Commissie, COM(2001) 581 def., bijlage III. 25

8 2.3 Enkele passages uit SER-advies Emissiehandel in klimaatbeleid De SER heeft in mei 2000 geadviseerd over emissiehandel als instrument in het klimaatbeleid. De raad heeft zich daarin voorstander betoond van het instrument vanwege de kosteneffectiviteit en de gebruikmaking van het marktmechanisme voor het selecteren van de te nemen maatregelen. De raad vindt het goed dat bedrijven daarin alle vrijheid krijgen met emissiehandel. De overheid stelt de emissiedoelen vast en bedrijven kiezen zelf de maatregelen daarbij. Inpassing in de huidige beleidspraktijk Twee kanttekeningen heeft de raad bij deze positieve grondhouding gemaakt. In de eerste plaats is het instrument anders dan het huidige milieuinstrumentarium; dit betekent dat de inpassing in de huidige beleidspraktijk aandacht verdient en dat praktische bezwaren serieuze drempels voor invoering kunnen opwerpen (bijvoorbeeld als transitie- en transactiekosten). De raad erkent dat er naast de technische uitwerking nog vele praktische haken en ogen zitten aan invoering van dit instrument. Het vergt nog een grote inspanning voordat emissiehandel operationeel kan zijn. Instituties moeten worden gecreëerd voor toezicht en controle en de transactiekosten van de handel in emissies kunnen daarom hoog zijn. Ook de transitieperiode van het huidige instrumentarium naar een nieuw instrument vergt een grote inspanning. Zo is nog onduidelijk hoe (binnenlandse) emissiehandel in de huidige beleidspraktijk kan worden ingepast. Er is immers al nationaal klimaatbeleid met diverse instrumenten. ( ) Voor invoering van een nieuw systeem is het nodig dat betrokkenen vertrouwen hebben in de werking van het nieuwe instrument. Ook zullen de betrokkenen voordelen moeten zien in een overstap naar een nieuw systeem 9. Internationale emissiehandel In de tweede plaats zal de kosteneffectiviteit van het instrument verder toenemen als op internationale schaal gehandeld kan worden. Ook de kosten per transactie zullen dan minder zijn. Bovendien is het dan ook voor exportgerichte energie-intensieve bedrijven interessant om aan emissiehandel deel te nemen. Daarom heeft de SER gepleit voor emissiehandel op het niveau van de Europese Unie, met idealiter geen verbijzondering van de reductiedoelstelling naar de lidstaten 10. Binnenlandse emissiehandelssystemen van verschillende landen moeten compatibel zijn; een EU-raamwerk voor emissiehandel zou daarvoor moeten zorgen. De SER benadrukt dat het in Nederland te introduceren systeem zonder meer moet passen in een toekomstig Europees systeem. ( ) Het streven moet internationale te beginnen met Europese emissiehandel zijn, waarbij nationale emissiehandel in eerste instantie een stap op weg daarnaartoe is en er uiteinde- 9 SER-advies Emissiehandel in klimaatbeleid, op.cit., pp. 41 en Ibid., p

9 BESCHRIJVING VOORSTELLEN VOOR CO 2 -EMISSIEHANDEL lijk onderdeel van zal moeten zijn. ( ) Een nationaal experiment of systeem van emissiehandel acht de raad vooral zinvol als de EU ten principale kiest voor het opzetten van een systeem van emissiehandel. ( ) Daar staat tegenover dat succesvolle nationale experimenten met emissiehandel een Europese keuze voor emissiehandel dichterbij kunnen brengen. ( ) Idealiter wordt op korte termijn gekozen voor een basissysteem voor internationale emissiehandel binnen de EU dat als raamwerk dient voor verdere studie in verschillende lidstaten 11. Vormgeving Voor de vormgeving van een nationaal systeem is de inpassing in een EUraamwerk een belangrijk richtpunt. De nationale handelssystemen hoeven niet precies gelijk te zijn om samen een internationaal systeem te kunnen vormen. De systemen moeten wel compatibel zijn. Hoe groot de rol van de EU in dezen moet of kan zijn in relatie tot die van individuele lidstaten is nog onderwerp van discussie, aldus het SER-advies van mei De SER stelde het volgende met betrekking tot de keuze voor een bepaald systeem van emissiehandel 13 : Vanwege de gewenste compatibiliteit van nationale systemen van emissiehandel adviseert de raad de aandacht te richten op één mogelijk systeem van emissiehandel. ( ) De SER verwacht dat een systeem van verhandelbare emissierechten onder een plafond gemakkelijker te operationaliseren is op het niveau van de EU dan een systeem van verhandelbare reductiecertificaten of een gecombineerd systeem. In het Groenboek van de Europese Commissie wordt ook alleen over emissierechten onder een plafond gesproken. De raad vindt dat deze vorm als uiteindelijk te implementeren systeem de voorkeur verdient. Daarmee kan de reductiedoelstelling het meest effectief worden behaald. Plafonds Over plafonds heeft de raad het volgende opgemerkt: Bij verhandelbare emissierechten is het nodig plafonds vast te stellen. Omdat het Kyoto-protocol al uitstootplafonds vaststelt voor broeikasgassen per land of groep landen, ligt het voor de hand daarbij aan te sluiten. Het is economisch het meest efficiënt een nationaal plafond voor broeikasgassen niet te verbijzonderen naar afzonderlijke plafonds voor sectoren. De marginale kostenverschillen tussen bedrijven en tussen sectoren voor het reduceren van emissies worden juist het beste benut als de handel in emissierechten de hele economie beslaat en niet alleen binnen sectoren plaatsvindt. De kostenverschillen brengen de handel op gang. De handel in emissierechten trekt uiteindelijk de marginale reductiekosten voor verschillende sectoren recht. Als er plafonds voor afzonderlijke sectoren zouden zijn dan worden in de economie per sector verschillende marginale kostenniveaus gecreëerd voor emissiereductie. Evenzo zou er bij de volledige werking van Europese emissiehandel bij voorkeur geen verbijzondering van het plafond voor de EU naar de verschillende lidstaten moeten zijn. Zo komt de interne markt ook op het gebied van emissierechten het best tot zijn recht SER-advies Emissiehandel in klimaatbeleid, op.cit., pp Ibid., p Ibid., pp. 46 en Idem. 27

Nationale CO 2 -emissiehandel in Europees perspectief

Nationale CO 2 -emissiehandel in Europees perspectief Nationale CO 2 -emissiehandel in Europees perspectief Advies inzake het eindrapport van de Commissie CO 2 -handel Uitgebracht aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

CO 2 -emissies. Deze Commissie bekend als de Commissie CO 2 -handel doet een voorstel voor een systeem van handel in emissierechten voor kooldioxide

CO 2 -emissies. Deze Commissie bekend als de Commissie CO 2 -handel doet een voorstel voor een systeem van handel in emissierechten voor kooldioxide Samenvatting 1. Achtergrond en kern van het advies Adviesaanvraag Dit advies is de reactie van de Sociaal-Economische Raad (SER) op de adviesaanvraag van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

4. SER-visie op Europese en nationale CO 2 -emissiehandel

4. SER-visie op Europese en nationale CO 2 -emissiehandel 4. SER-visie op Europese en nationale CO 2 -emissiehandel 4.1 Emissiehandel: nationaal of Europees? De raad heeft grote waardering voor het werk en het eindresultaat van de Commissie CO 2 -handel. De voorstellen

Nadere informatie

3. Analyse en beoordeling van de voorstellen op kernelementen

3. Analyse en beoordeling van de voorstellen op kernelementen 3. Analyse en beoordeling van de voorstellen op kernelementen 3.1 Vergelijking van de voorstellen In het vorige hoofdstuk zijn de hoofdlijnen van het SER-advies over emissiehandel, het voorstel van de

Nadere informatie

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency 1. Het Convenant Benchmarking energie efficiency Op 6 juli 1999 sloot de Nederlandse overheid met de industrie het Convenant Benchmarking energieefficiency.

Nadere informatie

Emissies, emissierechten, hernieuwbare bronnen en vermeden emissies

Emissies, emissierechten, hernieuwbare bronnen en vermeden emissies Emissies, emissierechten, hernieuwbare bronnen en vermeden emissies Door Harry Kloosterman en Joop Boesjes (Stichting E.I.C.) Deel 1 (Basis informatie) Emissies: Nederland heeft als lidstaat van de Europese

Nadere informatie

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa Emissiehandel in Europa Emissiehandel (EU ETS) is een marktinstrument waarmee de EU uitstoot van broeikasgassen wil verminderen en zo haar klimaatdoelstelling wil behalen. Er zijn twee emissiehandelssystemen:

Nadere informatie

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa Emissiehandel in Europa Emissiehandel (EU ETS) is een marktinstrument waarmee de EU uitstoot van broeikasgassen wil verminderen en zo haar klimaatdoelstelling wil behalen. Er zijn twee emissiehandelssystemen:

Nadere informatie

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen - De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn l - Uitdagingen & oplossingen - DG Energie 22 juni 2011 ENERGIEVOORZIENING NOG AFHANKELIJKER VAN IMPORT Te verwachten scenario gebaseerd op cijfers in 2009 in % OLIE

Nadere informatie

Bedrijven en consumenten laten (Vermeden) emissies onbenut!!!

Bedrijven en consumenten laten (Vermeden) emissies onbenut!!! Bedrijven en consumenten laten (Vermeden) emissies onbenut!!! Door Harry Kloosterman en Joop Boesjes (Stichting E.I.C.) Deel 3 (Vervolg informatie) Voor het niet-ets zijn er geen emissies en emissierechten

Nadere informatie

BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden

BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden 1 2 INLEIDING Deze nota bevat een synthese van maatregelen uit het klimaatbeleid ten aanzien van de industrie in onze buurlanden. Maatregelen naar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2013 C(2013) 7725 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.37017 (2013/N)

Nadere informatie

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector R. Mortier Opwarming is een natuurlijk verschijnsel Probleem : evenwicht is verstoord

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.5.2017 C(2017) 3217 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.46960 (2017/N)

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Gegevens stroometikettering 2004

Gegevens stroometikettering 2004 CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2003 (14.07) (OR. en) 10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) CODEC 891 JUR 273 ENV 362 MI 157 IND 96 ENER 204 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

CPB Document. Economische effecten van nationale systemen van CO 2 -emissiehandel. No 018 januari 2002. Nationale dilemma s bij een mondiaal vraagstuk

CPB Document. Economische effecten van nationale systemen van CO 2 -emissiehandel. No 018 januari 2002. Nationale dilemma s bij een mondiaal vraagstuk CPB Document No 018 januari 2002 Economische effecten van nationale systemen van CO 2 -emissiehandel Nationale dilemma s bij een mondiaal vraagstuk Peter Broer, Machiel Mulder en Martin Vromans Centraal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 364 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor 22 Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Overzicht Lange termijn visie en doelstellingen 22 Het EU pakket voor 22 Gevolgen van het pakket Lange

Nadere informatie

CO 2 - EMISSIEHANDEL BKG-INSTALLATIES INDIRECTE EMISSIEKOSTEN

CO 2 - EMISSIEHANDEL BKG-INSTALLATIES INDIRECTE EMISSIEKOSTEN Infoblad CO 2 - EMISSIEHANDEL BKG-INSTALLATIES INDIRECTE EMISSIEKOSTEN Internationaal kader en emissiehandel tussen landen In 1997 zijn de geïndustrialiseerde landen via het Protocol van Kyoto concrete

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave INLEIDING... 3 BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL... 5 TRANSPORT

Nadere informatie

De voortgang van het Nederlandse energie- en klimaatbeleid

De voortgang van het Nederlandse energie- en klimaatbeleid De voortgang van het Nederlandse energie- en klimaatbeleid Wouter Wetzels Presentatie voor het HVC Innovatieplatform, 15 juli 2010, Petten www.ecn.nl Werkprogramma Schoon en Zuinig Doelen van het kabinet

Nadere informatie

L 55/74 Publicatieblad van de Europese Unie Bruto binnenlands product in constante prijzen van 1995 (bron: nationale. 1A, sectorale aanpak).

L 55/74 Publicatieblad van de Europese Unie Bruto binnenlands product in constante prijzen van 1995 (bron: nationale. 1A, sectorale aanpak). L 55/74 Publicatieblad van de Europese Unie 1.3.2005 BIJLAGE II LIJST VAN JAARLIJKSE INDICATOREN TABEL II-1 Lijst van prioriteitsindicatoren ( 1 ) Indicator Teller/noemer Richtsnoeren/definities ( 2 )(

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ALGEMENE

Nadere informatie

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden Titel: Subtitel: Een win-win situatie Vlaamse Kyoto-doelstelling komt

Nadere informatie

Het huidige beleidstekort: er moeten nog heel wat tandjes bij. Ton van Dril 10 september 2009

Het huidige beleidstekort: er moeten nog heel wat tandjes bij. Ton van Dril 10 september 2009 Het huidige beleidstekort: er moeten nog heel wat tandjes bij Ton van Dril 1 september 29 Coalitieakkoord februari 27: 3% Broeikasgasreductie ten opzichte van 199 2% Aandeel duurzame energie in 22 2% Energie-efficiencyverbetering

Nadere informatie

Vlaamse prioriteiten ETS herziening

Vlaamse prioriteiten ETS herziening Vlaamse prioriteiten ETS herziening Stijn Caekelbergh Beleidsmedewerker Klimaat Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid Inhoud presentatie Hervorming EU ETS: robuuster prijssignaal Hervorming

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE eil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE FISC 25 E ER 65 E V 134 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

Carbon Capture & Storage (CCS): Richtlijn 2009/31/EG en het Implementatietraject

Carbon Capture & Storage (CCS): Richtlijn 2009/31/EG en het Implementatietraject Carbon Capture & Storage (CCS): Richtlijn 2009/31/EG en het Implementatietraject Prof. mr. dr. Martha Roggenkamp Groningen Centre of Energy Law (RUG) en participant Cato2 Brinkhof Advocaten, Amsterdam

Nadere informatie

Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit.

Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit. Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit. Voor elke inrichting of broeikasgasinstallatie waarvoor in het nationaal toewijzingbesluit emissierechten zijn toegewezen,

Nadere informatie

Emissiehandel Jos Sijm Probus, Rotterdam, 7 juni

Emissiehandel Jos Sijm Probus, Rotterdam, 7 juni Emissiehandel Jos Sijm Probus, Rotterdam, 7 juni 2007 www.ecn.nl Inhoudsopgave Context: internationaal klimaatbeleid Introductie emissiehandel: basisvragen CO2 markt: structuur & trends EU Emissiehandelssysteem

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36114 29 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 december 2014, nr. WJZ/14011574, tot

Nadere informatie

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80)

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) MEMO/08/31 Brussel, 23 januari 2008 Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) Waarom worden richtsnoeren milieusteun vastgesteld? Staatssteun moet aan bepaalde criteria

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL...

Nadere informatie

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006 Handelend na overleg met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 72p, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Een energiebeleid voor

Nadere informatie

certificeert duurzame energie

certificeert duurzame energie certificeert duurzame energie Met het certificeren van duurzame energie voorzien we deze energieproductie van een echtheidscertificaat. Dit draagt wezenlijk bij aan het goed functioneren van de groeneenergiemarkt.

Nadere informatie

WKK en decentrale energie systemen, in Nederland

WKK en decentrale energie systemen, in Nederland WKK en decentrale energie systemen, in Nederland Warmte Kracht Koppeling (WKK, in het engels CHP) is een verzamelnaam voor een aantal verschillende manieren om de restwarmte die bij elektriciteitsproductie

Nadere informatie

A8-0392/337. Dario Tamburrano, Piernicola Pedicini, Eleonora Evi, David Borrelli, Rosa D'Amato, Marco Zullo namens de EFDD-Fractie

A8-0392/337. Dario Tamburrano, Piernicola Pedicini, Eleonora Evi, David Borrelli, Rosa D'Amato, Marco Zullo namens de EFDD-Fractie 11.1.2018 A8-0392/337 337 Overweging 7 (7) Bijgevolg is het passend om op Unieniveau een bindend streefcijfer van ten minste 27 % voor het aandeel hernieuwbare energie vast te stellen. De lidstaten moeten

Nadere informatie

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Emissiekentallen elektriciteit Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Notitie: Delft, januari 2015 Opgesteld door: M.B.J. (Matthijs) Otten M.R. (Maarten) Afman 2 Januari

Nadere informatie

Hét groene energieplan voor Nederland

Hét groene energieplan voor Nederland Hét groene energieplan voor Nederland Doelen Green4sure Ontwikkeling pakket instrumenten en strategie voor reductie van 50% broeikasgassen in 2030. Verbeteren energievoorzieningzekerheid Tonen baten en

Nadere informatie

ENERGIEBESPARINGS- EN INFORMATIEPLICHT WET MILIEUBEHEER

ENERGIEBESPARINGS- EN INFORMATIEPLICHT WET MILIEUBEHEER Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ENERGIEBESPARINGS- EN INFORMATIEPLICHT WET MILIEUBEHEER Patrick Dijk RWS WVL/kenniscentrum InfoMil Stef Strik EZK/DG Klimaat en Energie 4 juli 2019 1. Wat komt

Nadere informatie

100% groene energie. uit eigen land

100% groene energie. uit eigen land 100% groene energie uit eigen land Sepa green wil Nederland op een verantwoorde en transparante wijze van energie voorzien. Dit doen wij door gebruik te maken van duurzame energieopwekking van Nederlandse

Nadere informatie

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten Het Energiebeleid van komende jaren dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten Opbouw Ambities en hoofdlijnen Ontwikkelingen in het energieveld Keuzes van het kabinet Ambitie Regeerakkoord: 1. Minder

Nadere informatie

NO x -emissiegegevens : feiten en cijfers

NO x -emissiegegevens : feiten en cijfers Nederlandse Emissieautoriteit Koningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag www.emissieautoriteit.nl NO x -emissiegegevens 2005-2013: feiten en cijfers Voorwoord Voor u ligt het rapport NO x-emissiegegevens

Nadere informatie

Het effect van toewijzingsregels op de doelmatigheid

Het effect van toewijzingsregels op de doelmatigheid Amsterdam, april 2007 In opdracht van het ministerie van VROM Het effect van toewijzingsregels op de doelmatigheid Rob Aalbers De wetenschap dat het goed is SEO Economisch Onderzoek doet onafhankelijk

Nadere informatie

Bouwen aan de wereld van morgen! Making more transitions together!

Bouwen aan de wereld van morgen! Making more transitions together! Bouwen aan de wereld van morgen! Making more transitions together! Fanny Claassen, Alexander Wisse, Maurice Bouwhuis, Leonieke Mevius, Thijs Meulen Doel opdracht vraag? Welke duurzame alternatieven zijn

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) 10.4.2013. van de Commissie vervoer en toerisme

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) 10.4.2013. van de Commissie vervoer en toerisme EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie vervoer en toerisme 10.4.2013 2012/0288(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie vervoer en toerisme aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Nadere informatie

Veelgestelde vragen. maximaal 10% x 700 ton = 70 ton mag lenen van zijn budget van 2005 of mag sparen voor het gebruik in 2005.

Veelgestelde vragen. maximaal 10% x 700 ton = 70 ton mag lenen van zijn budget van 2005 of mag sparen voor het gebruik in 2005. Veelgestelde vragen 1. Welke inrichtingen 1 vallen onder de AmvB 2 NO x -emissiehandel? Voor inrichtingen met verbrandingsinstallaties geldt dat het totale thermische vermogen 3 van de verbrandingsinstallaties

Nadere informatie

Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel

Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel 14 juni 2013 Jorre De Schrijver Team Klimaat Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid (ALHRMG) Programma Inleiding emissiehandel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 193 Parlementair onderzoek Kosten en effecten klimaat- en energiebeleid Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU EN

Nadere informatie

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu Beleggen in de toekomst de kansen van beleggen in klimaat en milieu Angst voor de gevolgen? Stijging van de zeespiegel Hollandse Delta, 6 miljoen Randstedelingen op de vlucht. Bedreiging van het Eco-systeem

Nadere informatie

W & M de Kuiper Holding

W & M de Kuiper Holding 2 januari t/m juni 2018 2 Pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Overzicht -emissie gegevens 3 Vergelijking met voorgaande jaren 4 3 -gerelateerd gunningsvoordeel 5 4 Doelstellingen 5 Reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie Biomassa Pilaar in de energietransitie en Uitgangspunt voor de biobased economie Klimaatverandering: onze uitdaging Onze opdracht om er snel en écht iets aan te gaan doen Overeenstemming: er moet wat gebeuren!

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 362 Voorstel van wet van het lid Duyvendak tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het beperken van de emissies

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE PUBLIC FISC 87 ENER 164 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep

Nadere informatie

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019 ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED Maart 2019 Inleiding De concentratie van industrie in de Rotterdamse haven is een goede uitgangspositie voor het doen slagen van de energietransitie:

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. ELEKTRICITEIT... 5 4. GROENAFVAL... 6 KETENANALYSE... 6 REDUCTIEDOELSTELLING... 6 HOEVEELHEID

Nadere informatie

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen.

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Open klimaatlezingen 2009 Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Hans Bruyninckx De eerste stappen in internationaal klimaatbeleid 1979: 1ste World Climate Conference

Nadere informatie

14949/14 adw/zr/dp 1 DG G 2B

14949/14 adw/zr/dp 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 31 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0045 (CNS) 14949/14 FISC 181 ECOFIN 1001 VERSLAG van: aan: het voorzitterschap Raad nr. vorig doc.: 14576/14

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16636 14 september 2011 Besluit van 8 september 2011, nr. IenM/BSK-2011/114418, houdende wijziging van de Beleidsregels

Nadere informatie

ETS in het SER- Energieakkoord

ETS in het SER- Energieakkoord PBL-Notitie ETS in het SER- Energieakkoord Macro-economische doorrekening met WorldScan Corjan Brink (corjan.brink@pbl.nl) 4 september 2013 Publicatienummer 1213 Pagina 1 van 9 Samenvatting Het Nationaal

Nadere informatie

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE WATER- SCHAPPEN & ENERGIE Resultaten Klimaatmonitor Waterschappen 2014 Waterschappen willen een bijdrage leveren aan een duurzame economie en samenleving. Hiervoor hebben zij zichzelf hoge ambities gesteld

Nadere informatie

CO 2 Reductie doelstellingen

CO 2 Reductie doelstellingen CO 2 Reductie doelstellingen Gebr. Griekspoor BV Innovatief Proactief Duurzaam Betrokken Nieuw-Vennep 5 november 2013 Dilia van der Want. Afdeling KAM Akkoord directie: Datum: Handtekening: 0.0 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Rapportage van broeikasgasemissies veroorzaakt door gekochte elektriciteit

Rapportage van broeikasgasemissies veroorzaakt door gekochte elektriciteit Rapportage van broeikasgasemissies veroorzaakt door gekochte elektriciteit Een samenvatting van de "Greenhouse Gas Protocol Scope 2 Guidance" Samengevat en vertaald door het EKOenergie-secretariaat, januari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 115 Regels voor de opslag duurzame energie (Wet opslag duurzame energie) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN 1. Doel en aanleiding De

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20235 12 april 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 11 april 2017, nr. IENM/BSK-2017/77953,

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

energiebelasting geen steun was in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. 3 N 753/97, SG(98)/D 6551

energiebelasting geen steun was in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. 3 N 753/97, SG(98)/D 6551 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.12.2001 C(2001)3959fin Betreft: Steunmaatregel N 239/2001 Nederland Gedeeltelijke vrijstelling van energiebelasting voor afvalverbrandingsinstallaties Geachte heer, Bij schrijven

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0170 TOELICHTING 17 ART. 6.4 VAN HET BENCHMARKINGCONVENANT HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE MAATREGELEN 1. Inleiding Art. 6.4 van het benchmarkingconvenant biedt de mogelijkheid

Nadere informatie

Instrumentkeuze in het milieubeleid

Instrumentkeuze in het milieubeleid Instrumentkeuze in het milieubeleid Theorie en 25 jaar praktijk Netwerk Groene Groei Den Haag, 8 december 2015 Carl Koopmans (SEO Economisch Onderzoek, Vrije Universiteit) www.seo.nl c.koopmans@seo.nl

Nadere informatie

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 CO-2 Rapportage 2014 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 28-04-2015 Versie 2.2 J.Nannings Directeur Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 904 Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid

Nadere informatie

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem CO-2 Rapportage 2013 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 2-5-2014 Versie 2.1 H.J.Slot Geaccordeerd J.Nannings Directeur Inhoudsopgave

Nadere informatie

Europese CO 2 -emissiehandel Op zoek naar Synergie

Europese CO 2 -emissiehandel Op zoek naar Synergie Europese CO 2 -emissiehandel Op zoek naar Synergie Bert Daniëls, Remko Ybema www.ecn.nl (On)zin? Een nieuwe kerncentrale leidt niet tot een daling van de Nederlandse CO 2 -emissies meer windenergie ook

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 13 september 2017 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening

Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening Indicator 12 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Energie speelt een cruciale

Nadere informatie

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS)

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS) ConseilUE RAADVAN DEEUROPESEUNIE Brusel,26juni2003(02.07) PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS) LIMITE FISC108 ENER207 NOTA van: aan: d.d.: Betreft: hetitaliaansevoorziterschap degroepbelastingvraagstukken

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ALGEMENE

Nadere informatie

Samenvatting. economy.

Samenvatting. economy. Samenvatting 6 SAMENVATTING Samenvatting Door toenemende technologische kennis en innovatie is het steeds beter mogelijk om de verschillende bestanddelen van planten, bomen, gewassen en dierlijke reststromen

Nadere informatie

Methode voor vaststelling van emissiereductie CO 2 -eq. Type project:

Methode voor vaststelling van emissiereductie CO 2 -eq. Type project: Methode voor vaststelling van emissiereductie CO 2 -eq. Type project: Riothermie ter vervanging van aardgas voor verwarming van objecten met een maatschappelijke functie Datum: 21 juni 2018 Kenmerk: GDNK-Warmte-Rio-001

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies

Voortgangsrapportage CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies Voortgangsrapportage CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies BESIX Nederland Branch 17 oktober 2011 Definitief rapport BESIX Nederland Branch Trondheim 22-24 Postbus 8 2990 AA Barendrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 883 Wijziging van de Wet milieubeheer (verbetering kostenvereveningssysteem in titel 15.13) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA.37084 (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA.37084 (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.10.2013 C(2013) 6636 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Excellentie, Steunmaatregel

Nadere informatie

Regionaal Energie Convenant 2014-2016

Regionaal Energie Convenant 2014-2016 Regionaal Energie Convenant 2014-2016 Mede mogelijk gemaakt met steun van: Regio Rivierenland Provincie Gelderland RCT-Rivierenland Pagina 1 Ondertekenaars, hier tezamen genoemd: partijen 1. Hebben het

Nadere informatie

Verklaring zakelijk gebruik elektriciteit 2013

Verklaring zakelijk gebruik elektriciteit 2013 Verklaring zakelijk gebruik elektriciteit 2013 1) Toepassing lagere heffingstarief voor zakelijk gebruik voor het kalenderjaar 2013 in de zin van artikel 59 lid 1 sub c en lid 5 WBM (onderdeel 1); en/of

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling 27.3.2015 2014/0256(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid

Nadere informatie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO 2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO 2- prijs elektriciteitsopwekking) VOORSTEL

Nadere informatie

Vergelijking methoden energiebesparing: PME en MJA Inleiding Meerjarenafspraken energie-efficiency

Vergelijking methoden energiebesparing: PME en MJA Inleiding Meerjarenafspraken energie-efficiency Vergelijking methoden energiebesparing: PME en MJA Door Martijn Verdonk (PBL) en Piet Boonekamp (ECN) Met bijdragen van: Annemie Loozen en Harry Vreuls (SenterNovem) Inleiding Het meten van energiebesparing

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 22.2.2014 Publicatieblad van de Europese Unie C 51/3 III (Voorbereidende handelingen) EUROPESE CENTRALE BANK ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 19 november 2013 inzake het voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

9. Energie en klimaatverandering

9. Energie en klimaatverandering 9. Energie en klimaatverandering 9.1 Roadmap naar een koolstofarme economie in 2050 In 2008 stelde de Europese regeringsleiders Europese klimaatdoelstellingen vast. De lidstaten hebben zich daarna voor

Nadere informatie