datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x 30 oktober

Transcriptie

1 Het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x 30 oktober onderwerp x x behandeld door/ x adviesaanvraag Beleidsregels Wet maatschappelijke ondersteuning dd 17 oktober 2014 A. van Herk a.van.herk@capelleaandenijssel.nl Geacht college, De Wmo-adviesraad reageert hierbij op de concept-beleidsregels die nader invulling geven aan het Overgangsbeleid Wmo en de Verordening maatschappelijke ondersteuning. In de inleiding op blz. 2 wordt gesteld dat de gemeente bepaalt welke resultaten moeten worden behaald. De gemeente bepaalt dit na afstemming met de cliënt. Wij achten het nuttig in de tekst deze aanvulling op te nemen. Op blz. 5 wordt bij cliëntondersteuning vermeld dat cliënten gebruik kunnen maken van de diensten van Mee. Hierbij kan worden aangevuld dat het cliënten vrijstaat ook van een ander of aanvullend ondersteuningsaanbod gebruik te maken. Goedkoopst adequaat Op blz. 6 wordt ingegaan op de goedkoopst adequate voorziening. Dat houdt in dat voorziening(en) adequaat moeten zijn en dat daarbinnen de goedkoopste oplossing mag worden gekozen. Er staat dat het de gemeente vrij staat om slechts één voorziening te kiezen als er meerdere voorzieningen zijn die de beperkingen kunnen compenseren. Daarbij tekenen wij, wellicht ten overvloede, aan dat in dat geval die ene voorziening de aanwezige beperking voldoende adequaat dient te compenseren. De raad heeft er begrip voor dat de gemeente stapeling van voorzieningen wil beperken, maar de voorziening(en) moet(en) de cliënt wel altijd in staat stellen om de beperkingen voldoende adequaat te compenseren. De toelichting op blz. 9 onder onderzoek is ons inziens niet geheel duidelijk. De cliënt kan met een persoonlijk plan komen en dat is in feite het onderzoek. Tegelijkertijd gaat dit plan vooraf aan het onderzoek. Het lijkt ons van belang dat de cliënt gewezen wordt op het recht een persoonlijk plan in te dienen. In paragraaf 3.7 (blz. 18) worden diverse andere voorzieningen behandeld, waarvan er diverse het karakter van een voorliggende voorziening hebben. Deze complexe informatie vraagt om een overzichtelijke(r) ordening. Op blz. 19 moet onder rolstoelen, drempelhulpen en transferhulpmiddelen de zin die begint met het ligt in de rede worden aangepast. In schema op blz. 20 VPT toelichten: Volledig pakket thuis.

2 pagina: 2 Blz. 25 De gemeente biedt geen ondersteuning van maatwerkvoorzieningen in het kader van de logeerbaarheid van een woning (laatste alinea). Er zijn situaties waarin een gehandicapte het merendeel van de tijd in een intramurale voorziening verblijft, maar waarin hij of zij toch zo en nu en dan elders wil logeren. Een voorbeeld daarvan zijn ernstig gehandicapte jongeren met het ouderlijk huis in de gemeente Capelle. De Wmo adviesraad vindt dat in voorkomende gevallen naar een passende oplossing moet worden gezocht, zodat ook thuis logeren mogelijk is. Er zijn immers hier ook geen andere voorliggende voorzieningen, waarop men een beroep kan doen. Blz. 27, (3 e alinea) deze bepaling is een verbijzondering etc., woordje indien ontbreekt en eenmaal moet is weg. Op blz. 36 wordt gesteld dat voorzieningen moeten voldoen aan het Bouwbesluit Er is inmiddels ook een Bouwbesluit Ook op blz. 36 onder het kopje woningeigenaar moet meewerken aan aanpassen woning, moeten de drie woorden het is niet worden verwijderd of worden aangevuld. Blz. 42 bereikbaarheid ( en bruikbaarheid) openbaar vervoer. Hier wordt het openbaar vervoer als geheel genoemd. De Wmo-adviesraad acht het verstandig ook te kijken naar de onderdelen van het openbaar vervoer. Zo zijn er mensen met beperkingen die wel van de metro of de toegankelijke tram gebruik kunnen maken, maar niet van de bus. Wij adviseren deze nuancering aan te brengen. Blz. 44 voorwaarden scootmobiel: kan het nemen van rijles, het krijgen van instructie aan de voorwaarden worden toegevoegd? 4.4 Huishoudelijke ondersteuning Blz. 55 bovenaan: Nieuwe wetenschappelijke inzichten tonen aan dat extra huishoudelijk schoonmaakwerk en bewassing in relatie tot huisstofmijtallergie en COPD, niet langer (medisch) noodzakelijk is. Dit betekent dat deze aandoeningen dus niet per definitie leiden tot een substantieel grotere indicatie (categorie 3). Dit is een beetje kort door de bocht. Er zal altijd gekeken moeten worden naar de individuele omstandigheden of extra schoonmaak nodig is of niet. In de bijlage hebben wij daarover kanttekeningen geplaatst, die u in uw beoordeling gelieve te betrekken. Blz 62, laatste zin loopt niet Zelfredzaamheidmatrix (blz. 64) Hier wordt op blz. 65 bij beperkte zelfredzaamheid (lichamelijke gezondheid) gesproken over minimale behandeltrouw. Beperkte zelfredzaamheid kan veroorzaakt worden door mentale aspecten, maar ook door een fysieke beperking als zodanig. Denk aan voortschrijdende ms. Bij sociaal netwerk wordt gesproken over foute vrienden(kring). Dit begrip roept vooral de associatie op met jongeren met problemen en niet van ouderen die geen sterk sociaal netwerk hebben of zelfs vereenzamen. Afronding en advies: Wij hebben in een plezierig overleg met uw ambtenaren de beleidsregels doorgenomen. Dat leverde al veel verduidelijking en soms wat technische aanpassingen op. Het bovenstaande is in belangrijke mate het resultaat naar aanleiding van dat overleg. Voorts kunnen wij in principe akkoord gaan met de inhoud en de vraag bij het eerste gedachtestreepje van hoofdstuk II van de adviesaanvraag. Wel achten wij het van belang dat tijdige (bv reeds na drie maanden) en frequente evaluatie plaatsvindt, zeker in de overgangssituatie. Wij verzoeken u dat ook vast te leggen in de beleidsregels. Het gaat hierbij met name ook om het bewaken van een goed evenwicht tussen de beleidsregels en maatwerk. Met de vraag bij het tweede gedachtestreepje inzake de zelfredzaamheidsmatrix gaan we in principe akkoord. Wellicht dat enige verdere uitwerking in het implementatieplan nog aan de orde komt.

3 pagina: 3 Het derde gedachtestreepje inzake de mantelzorgers leidt nog niet tot een advies. Het is één van de vier onderdelen die in de beleidsregels nog blanco waren (blz. 18). Bij de verdere invulling van deze onderdelen willen we hier zeker nader op ingaan. Wij vernemen graag uw reactie. Hoogachtend en met vriendelijke groet, de Wmo-adviesraad van de gemeente Capelle aan den IJssel, de secretaris, de voorzitter, N.F.W. Donker J.P. de Pater

4 pagina: 4 Bijlage (kanttekeningen) inzake COPD (bij 4.4.4, blz 55) Iemand met COPD ondervindt vaak dusdanige beperkingen dat hij niet eens in staat is om zichzelf te wassen en aan te kleden of eten klaar te maken zonder de nodige rustpauzes. Zo iemand is niet in staat om zijn huis voldoende schoon te houden. Maar extra schoonmaken i.v.m. de aandoening is meestal niet nodig. Voor iemand met een huisstofmijtallergie ligt dat anders. De huisstofmijt zit vooral in matrassen, kussens, gestoffeerd meubilair, tapijt en op vochtige muren. De mijt houdt van een warme, vochtige omgeving. Alleen extra schoonmaken is dan ook niet voldoende. Het huis moet gesaneerd zijn/worden en worden onderhouden. Een longverpleegkundige kan een saneringsadvies opstellen. Dit betreft: vochtgehalte in de woning, zowel de vochtproductie als het meten van de relatieve vochtigheid; verwarmingsinstallatie en -gebruik; ventilatievoorziening en -gebruik; aanwezigheid van schimmel; verblijfplaats huisstofmijt in textiel zoals vloerkleden en matrassen; de aanschaf van mijten werende hoezen; meubilair en stoffering van de woning; allergeenarme inrichting; bouwkundige omstandigheden; aanwezigheid van huisdieren; roken in huis en in de omgeving, bijvoorbeeld op het werk, van de patiënt; schoonmaken van de woning; de schoonmaakfrequentie; Zolang het huis niet voldoende gesaneerd is zal er wel extra schoongemaakt moeten worden! Stofvrij maken en wassen (na saneren): Als u allergisch bent voor huisstofmijt is het beter als iemand anders voor u stofzuigt als u er zelf niet bij bent. Neem gladde vloeren vochtig af en stofzuig het tapijt regelmatig (twee tot drie keer per week, want de mijt nestelt zich diep in het tapijt). Neem meubels van glad materiaal na het stofzuigen met een vochtige doek af. Stofzuig meubels met textielbekleding tenminste iedere maand. Was al het beddengoed (lakens, dekbed en kussens) minstens eens in de twee weken gedurende minimaal een uur op 60 graden. Was overgordijnen jaarlijks, vitrage wat vaker Vocht bestrijden: Lucht het huis twee keer per dag door de ramen open te zetten. Dit zorgt voor een goede ventilatie in uw huis. Dit geldt vooral voor vochtige ruimten, zoals de keuken, de badkamer en de slaapkamer. Houdt de deur van de keuken, badkamer, slaapkamer en wasruimte zoveel mogelijk gesloten. Laat de was buiten drogen (tenzij u allergisch bent voor pollen) of gebruik een wasdroger met een afvoer naar buiten. Probeer de deuren van keuken en badkamer naar de rest van het huis zoveel mogelijk gesloten te houden. Als het koud en vochtig is, kan het helpen de woon- en slaapkamers overdag te verwarmen. Het vocht wordt in de warme lucht opgenomen en bij het luchten afgevoerd. Zet daarom een paar keer per dag de ramen tegen elkaar open om te luchten. Materiaal in huis vervangen: In oud materiaal zitten soms zoveel huisstofmijten, dat ze nauwelijks zijn uit te roeien. Het kan dan nodig zijn om matrassen, vloerbedekking of gordijnen te vervangen.

5 pagina: 5 Kies bij nieuwe aanschaf bij voorkeur voor: glad materiaal voor vloeren, wanden, meubels en bedden (glad materiaal houdt minder stof vast en is gemakkelijker schoon te maken dan textiel); afsluitbare kasten (deze geven minder stofvorming); stoffen, dekbedden en kussens die op 60 graden gewassen kunnen worden; een ***