Bij een derde van de vrouwen met baarmoederhalskanker is geen uitstrijkje gemaakt
|
|
- Lucas van Dijk
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Onderzoek Bij een derde van de vrouwen met baarmoederhalskanker is geen uitstrijkje gemaakt Folkert J. van Kemenade en Mariël K. Casparie Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A482 Doel Vaststellen bij hoeveel vrouwen met baarmoederhalskanker in de jaren vóór de diagnose een uitstrijkje is gemaakt, of zij hadden deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek en welk advies zij hadden gekregen naar aanleiding van het uitstrijkje. Opzet Retrospectief cohortonderzoek. Methode Het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) werd voor de jaren 2006 en 2007 doorzocht op nieuwe gevallen van adeno- en plaveiselcelcarcinoom van de cervix bij vrouwen van jaar. Van deze records werd nagegaan of in de 5 jaren vóór de diagnose een uitstrijkje was gemaakt. Van de vrouwen die hadden deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek werd vastgesteld tot welk advies het uitstrijkje had geleid. Resultaten In PALGA werden 1037 gevallen van plaveiselcel- of adenocarcinoom van de cer vix gevonden. Bij 349 vrouwen (34%) was er geen uitstrijkje gemaakt in de 5 jaar vóór de diagnose, bij 688 (66%) wél. Bij 493 van hen was het uitstrijkje gemaakt in het kader van het bevolkingsonderzoek en bij 195 om andere reden. Van 476 vrouwen die hadden deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek kon achterhaald worden welk advies gegeven was naar aanleiding van het uitstrijkje. Bij 178 vrouwen (37%) was het uitstrijkje niet-afwijkend, terwijl 298 vrouwen (63%) opnieuw een uitstrijkje moesten laten maken of doorverwezen werden. Conclusie Onder de vrouwen die baarmoederhalskanker krijgen zijn er nog steeds teveel die niet hebben deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek, gezien de dekkingsgraad van het bevolkingsonderzoek (77%). Bij 37% van de vrouwen die hadden deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek was de uitslag van het uitstrijkje niet-afwijkend; dit zijn waarschijnlijk fout-negatieve uitslagen. VU Medisch Centrum, afd Pathologie, Amsterdam. Dr. F.J. van Kemenade, patholoog. Stichting PALGA-Prismant, Utrecht. Dr. M.K. Casparie, internist. Contactpersoon: dr. F.J. van Kemenade (f.vkemenade@vumc.nl). Het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker zou ertoe moeten leiden dat deze vorm van kanker steeds minder voorkomt in de gescreende groep vrouwen. De diagnostiek is hierbij gericht op het opsporen van voorloperstadia van baarmoederhalskanker, omdat de tijdige detectie en verwijdering hiervan de ontwikkeling tot carcinoom kan voorkomen. In Nederland worden vrouwen van 30 tot 60 jaar elke 5 jaar uitgenodigd, maar niet iedereen neemt deel aan het bevolkingsonderzoek. Volgens eerder onderzoek ziet men een lagere deelname vooral bij vrouwen die later baarmoederhalskanker krijgen. Dit vermindert de effectiviteit van het bevolkingsonderzoek. Daarnaast wordt de effectiviteit verminderd door de fout-negatieve uitslagen van het cervixcytologisch onderzoek. Het is onbekend in hoeverre deze twee effecten een rol spelen in het huidige Nederlandse bevolkingsonderzoek. De huidige dekkingsgraad van het bevolkingsonderzoek ligt op 77% voor één screeningsronde van 5 jaar, gemeten in Op grond van daarvan zou men mogen verwachten dat 23% van de vrouwen die baarmoederhalskanker krijgen, géén uitstrijkje heeft laten maken. Van 1458 vrouwen met baarmoederhalskanker, vastgesteld in de periode , was bij 62% te lang geleden ( te weinig ) of in het geheel geen uitstrijkje gemaakt, zo bleek NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A661 1
2 uit Nederlands onderzoek. 2 In een metanalyse van dergelijke studies vond men dat bij gemiddeld 54% van de vrouwen met cervixcarcinoom niet of te weinig cervixcytologisch onderzoek was verricht. Uit deze studies bleek ook dat dit percentage in landen met screeningsprogramma s 42% was en in landen zonder screeningsprogramma s 64%. 3 Wij onderzochten of het huidige percentage vrouwen bij wie geen of te weinig uitstrijkjes zijn gemaakt in Nederland dichter bij de 62% dan bij de 42% ligt. Ook onderzochten wij welk percentage van de uitstrijkjes was gemaakt in het kader van bevolkingsonderzoek en welk advies op grond van het bevolkingsonderzoek was gegeven. Dit laatste geeft inzicht in het aantal fout-negatieve uitslagen van het cervixcytologisch onderzoek. Methode Telling cercixcarcinomen Voor deze studie maakten wij gebruik van het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA), een gegevensbestand waarin alle cytologische en histologische onderzoekingen uit Nederland zijn opgeslagen. Hierin registreert men naast de uitslagen van het cervixcytologisch onderzoek ook de aanleiding (bevolkingsonderzoek of anders) en het gegeven advies (regulier advies bij een niet-afwijkende uitslag; vervolg- of verwijsadvies bij lichte respectievelijk ernstige afwijkingen). 4 In PALGA kan men het aantal nieuwe gevallen van cervixcarcinoom eenvoudig tellen, aangezien bij vrijwel alle vrouwen met cervixarcinoom histologisch onderzoek wordt verricht. Voor dit onderzoek selecteerden wij aan de hand van PALGA-codes alle nieuwe gevallen van plaveiselcelcarcinoom of adenocarcinoom van de baarmoederhals. Van deze casussen werd de voorgeschiedenis opgezocht. Vervolgens werden de records met elkaar vergeleken en gekoppeld als de eerste 8 letters van de geëncrypteerde achternaam, 1 voorletter, het geslacht en de geboortedatum overeenkwamen; het ging hierbij om patiënten bij wie meerdere biopten waren genomen of cervixcytologisch onderzoek was gedaan. Als er meerdere biopten waren met verschillende diagnoses werd de diagnose van het laatste of grootste preparaat gehanteerd bij de analyse van de gegevens. Cervixcarcinomen van patiënten bij wie deze afwijking al eerder was vastgesteld werden beschouwd als een recidief en werden uitgezonderd van het onderzoek. Van alle geselecteerde gevallen van carcinoom werd de tekst van de conclusie nagelezen om adenocarcinomen van het endometrium te onderscheiden van die van de endocervix. Twijfelgevallen waarbij ook na lezing van de conclusietekst twijfel over de exacte diagnose bleef bestaan, werden uitgezonderd (n = 4). Voor dit onderzoek gebruikten wij gegevens uit de periode over de leeftijdsgroepen tussen 30 en 67 jaar. De ondergrens van 30 jaar werd gekozen ofschoon het eerste uitstrijkje voor het bevolkingsonderzoek bij sommige vrouwen al op 29-jarige leeftijd wordt gemaakt. Bij de keuze voor de bovengrens hielden wij er rekening mee dat na het laatste screeningsonderzoek op 60-jarige leeftijd soms nog 2 keer een nacontrole moet plaatsvinden voordat de beschermingduur van 5 jaar ingaat. Zo n vervolgtraject duurt gemiddeld 2 jaar. Vandaar dat wij voor 67 jaar als bovengrens kozen. Voorgeschiedenis Van elke vrouw analyseerden wij de voorgeschiedenis tot en met 5 jaar of uiterlijk 6 jaar vóór het jaar waarin de diagnose carcinoom werd gesteld. Gecontroleerd werd of in deze periode cervixcytologisch onderzoek was verricht. Aan de hand daarvan werden de vrouwen ingedeeld in een van de volgende 3 groepen: geen cervixuitstrijkje in de voorgeschiedenis, cervixuitstrijkje bij bevolkingsonderzoek en cervixuitstrijkje om andere redenen dan bevolkingsonderzoek. Als er meer dan één cervixcytologisch onderzoek was verricht, dan telde het eerste of vroegste onderzoek voor de indeling bij bevolkingsonderzoek of geen bevolkingsonderzoek. Als de uitslag niet te beoordelen was ( Pap 0 ) werd het daaropvolgende cervixcytologische onderzoek gekozen, tenzij dat niet had plaatsgevonden. Deze Pap 0 -gevallen werden meegeteld als cervixcytologisch onderzoek in de voorgeschiedenis, maar werden buiten beschouwing gelaten bij de analyse van de adviezen. Als er minstens 15 dagen waren verstreken tussen de diagnose carcinoom en het cervixcytologisch onderzoek namen wij aan dat het om bevolkingsonderzoek ging. Een zeer kort tijdsinterval tussen cervixcytologisch onderzoek en de diagnose is namelijk suggestief voor cytologisch onderzoek op indicatie, in verband met klachten. In dergelijke gevallen is het twijfelachtig of het bevolkingsonderzoek betreft. Het hanteren van dit criterium leidde tot een verschuiving van 32 gevallen van de categorie bevolkingsonderzoek naar geen bevolkingsonderzoek, ofschoon het gegevensbestand voor al deze gevallen vermeldde dat het ging om bevolkingsonderzoek mét verwijsadvies. Adviezen aan deelneemsters bevolkingsonderzoek De adviezen die waren gegeven aan de deelneemsters van het bevolkingsonderzoek werden ingedeeld in 3 groepen: geen vervolgonderzoek nodig (als de uitslag niet afwijkend was), vervolg- of verwijsadvies en een restgroep zonder advies, waarbij het advies niet ingedeeld kon worden. Wij hanteerden geen tijdslimiet voor de houdbaarheid van een vervolg- of verwijsadvies. Het ging immers om het initiële advies dat een vervolg in gang had 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A661
3 kunnen zetten, ongeacht de tijd tussen het advies en de diagnose plaveiselcelcarcinoom of adenocarcinoom. Resultaten Aantallen plaveiselcel- en adenocarcinomen In 2006 en 2007 werden in totaal 1037 plaveisel- en adenocarcinomen van de baarmoederhals gediagnosticeerd, volgens het PALGA-gegevensbestand (tabel). In 2006 bedroeg dit aantal 498 en in De meeste carcinomen werden gediagnosticeerd bij vrouwen van jaar; dit gold voor zowel plaveiselcelcarcinomen als adenocarcinomen. Het aandeel adenocarcinomen was het hoogst in de jongste leeftijdsgroep. De aantallen adenocarcinomen per leeftijdsgroep waren laag en verschilden statistisch niet significant van elkaar (resultaten statistische analyse niet getoond). geen cervixuitstrijkje in voorgeschiedenis n = 349 (34%) geen vervolgonderzoek nodig n = 178 (37%) diagnose cervixcarcinoom n = 1037 cervixuitstrijkje bij bevolkingsonderzoek n = 493 (48%) advies n = 476 geen advies n = 17 vervolg- of verwijsadvies n = 298 (63%) cervixcuitstrijkje om andere redenen dan bevolkingsonderzoek n = 195 (18%) Wel of geen uitstrijkje Op grond van de gegevens over de voorgeschiedenis verdeelden wij de vrouwen met een cervixcarcinoom in 3 groepen, zoals hiervoor aangegeven en zoals weergegeven in de figuur. Van de in totaal 1037 vrouwen met een cervixcarcinoom hadden er 349 geen uitstrijkje laten maken in de voorgaande 5 jaar (34%; 95%-BI: 31-37). Een vergelijkbaar percentage werd gevonden bij analyse van de aantallen uit 2006 en 2007 afzonderlijk (geen statistisch significant verschil, resultaten niet getoond). Uitgesplitst over plaveiselcelcarcinoom en adenocarcinoom, was geen uitstrijkje verricht bij 294 vrouwen met een plaveiselcarcinoom (35%; 95%-BI: 32-39) en ook niet bij 55 vrouwen met een adenocarcinoom (27%; 95%-BI: 21-33) (geen significant verschil). TABEL Leeftijdsverdeling van patiënten met plaveiselcel- en adenocarcinomen van de baarmoederhals, geregistreerd in PALGA in 2006 en 2007 leeftijd diagnose; n plaveiselcelcarcinoom (n = 830) adenocarcinoom (n = 207) PALGA = pathologisch anatomisch landelijk geautomatiseerd archief totaal (n = 1037) FIGUUR Overzicht van de aantallen vrouwen met cervixcarcinoom die al dan niet hadden deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Dit overzicht is gebaseerd op de gegevens van vrouwen in de leeftijd van jaar bij wie in 2006 of 2007 de diagnose cervixcarcinoom werd gesteld. Weergegeven is hoeveel van hen een uitstrijkje hadden laten maken in de 5 jaar vóór de diagnose en wat het advies was bij de uitstrijkjes die gemaakt waren in het kader van het bevolkingsonderzoek. Aanleiding voor uitstrijkje Bij 688 van de 1037 vrouwen met cervixcarcinoom was cervixcytologisch onderzoek verricht in de jaren vóór de diagnose. Bij 493 van hen (72%; 95%-BI: 68-75) was dit gebeurd in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, bij 195 vrouwen was het uitstrijkje om andere redenen verricht (28%; 95%-BI: 25-32). Uitslag bevolkingsonderzoek De 493 vrouwen met cervixcarcinoom die hadden deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek, hadden naar aanleiding van dat onderzoek een advies gekregen. In 178 gevallen was dit een regulier advies (37%; 95%-BI: 34-41), dat wil zeggen: de uitslag van het uitstrijkje was niet afwijkend. Daarnaast kregen 298 vrouwen een vervolg- of verwijsadvies (63%; 95%-BI: 59-66; zie de figuur). In 17 gevallen kon het advies niet ingedeeld worden als regulier advies of vervolg- of verwijsadvies. Beschouwing In dit onderzoek gingen wij na hoe vaak baarmoederhalskanker plaveiselcel- of adenocarcinoom voorafgegaan wordt door cervixcytologisch onderzoek. Bij 66% van de vrouwen met een plaveiselcel- of adenocarcinoom NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A661 3
4 Leerpunten Een derde van de vrouwen die baarmoederhalskanker krijgen heeft te lang geleden of helemaal geen uitstrijkje laten maken. De sensitiviteit van het uitstrijkje bij het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker is in de afgelopen 10 jaar verbeterd. Bijna tweederde van de vrouwen met baarmoederhalskanker heeft bij het bevolkingsonderzoek een advies gekregen voor herhaling van het uitstrijkje of een verwijzing voor colposcopie. Het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) is een geschikt instrument om de sensitiviteit van bevolkingsonderzoek te bepalen. was een uitstrijkje gemaakt (688/1037), bij 34% was dit niet gebeurd (349/1037). Zoals gesteld in de inleiding zou men op grond van de dekkingsgraad van het bevolkingsonderzoek (77%) verwachten dat bij 23% van de vrouwen met baarmoederhalskanker géén uitstrijkje was gemaakt. Dat percentage is lager dan de 34% die wij vonden. Juist de risicogroep lijkt minder geneigd deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. Het percentage van 34 is lager dan de 62% die gevonden werd in een Nederlandse studie over de periode Het ligt dichter bij de metanalyse waarin men rapporteerde dat bij 42% van de vrouwen met baarmoederhalskanker geen uitstrijkje was gemaakt. 3 De reden voor de verbetering is niet duidelijk. Het is mogelijk dat de aanpassing van het screeningsprogramma in 1996 tot een hogere dekkingsgraad heeft geleid, onder andere door een verbeterde oproepadministratie of opkomstbevordering door huisartsen die zelf de uitnodiging voor deelname versturen. Men kan ook niet uitsluiten dat vrouwen tegenwoordig anders tegen het nut van bevolkingsonderzoek aankijken. Dit alles kan tot een hogere deelname graad hebben geleid en daarmee tot een afname van het percentage vrouwen bij wie te weinig of geen uitstrijkjes waren gemaakt. 5 Van de vrouwen bij wie wél een uitstrijkje was gemaakt had 72% gehoor gegeven aan een uitnodiging in het kader van het bevolkingsonderzoek. Bij 28% was er een andere aanleiding om een uitstrijkje te maken. Dit laatste percentage lijkt hoger dan verwacht. Bij reguliere deelneemsters aan het bevolkingsonderzoek schat men het percentage spontaan cytologisch onderzoek of onderzoek op indicatie op 8,6. 1 Mogelijk vonden wij een hoger percentage doordat de vrouwen met baarmoederhalskanker eerder, op grond van klachten, een uitstrijkje hadden laten maken. Men zou deze veronderstelling kunnen toetsen door te analyseren wat bij deze groep de aanleidingen voor het uitstrijkje waren. Van de vouwen met baarmoederhalskanker die hadden deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek, had 37% een regulier advies gekregen. Met andere woorden: de uitslag van het uitstrijkje was in 37% van de gevallen geen aanleiding geweest voor vervolgonderzoek of een verwijzing. Dat is een verbetering ten opzichte van de situatie in , blijkens het eerder genoemde onderzoek naar 1458 gevallen van baarmoederhalskanker. 2 Toen had 64% (183/284) van de vrouwen van wie de gegevens bekend waren een niet-afwijkende uitslag van het cervixcyto logische onderzoek gekregen. Het percentage potentieel fout-negatieve uitslagen lijkt hiermee significant gedaald. De achterliggende reden van deze verbetering is niet bekend. Mogelijk is dit een gevolg van de nadrukkelijke kwaliteitsborging van het cervixcytologische onderzoek. Onze resultaten suggereren dat de sensitiviteit van het bevolkingsonderzoek 63% is, wat vrij goed overeenkomt met de recent berekende sensitiviteit van cervixcytologisch onderzoek voor hooggradige CIN2/3-afwijkingen (75%) en de sensitiviteit volgens een metanalyse (60%). 6,7 Onze studie heeft enkele nadelen. Ten eerste is er geen directe koppeling tussen PALGA en de kankerregistratie, zodat het aantal cervixcarcinomen dat wij vonden in de PALGA-gegevens kan verschillen van de kankerregistratie op grond waarvan incidenties worden berekend. Voor 2006 zijn in de kankerregistratie 489 gevallen opgenomen van cervixcarcinoom in de leeftijdsgroep jaar (bron: In PALGA telden wij over dezelfde periode 498 plaveiselcel- en adenocarcinomen van de cervix bij vrouwen in de leeftijd van jaar; de overige maligniteiten van de cervix telden wij niet mee omdat daarvoor niet gescreend wordt. Ten tweede is inherent aan de encryptie van gegevens in PALGA dat zogenoemde administratieve tweelingen of splitsingen van records kunnen optreden. Dit kan leiden tot over- of onderschatting van het aantal uitstrijkjes in de voorgeschiedenis. Onze wijze van koppelen verschilde van die in ander onderzoek met PALGA-gegevens waarbij correcties toegepast werden om dubbeltellingen te voorkomen. 1,2 Door bij de koppeling meer velden te vergelijken konden wij het aantal tweelingen sterk reduceren. Tenslotte leidt onze keuze van 30 jaar als ondergrens tot een lichte onderschatting van het aantal uitstrijkjes in de voorgeschiedenis. Conclusie Samenvattend blijkt uit ons onderzoek dat bij 34% van de vrouwen met een cervixcarcinoom geen uitstrijkje gemaakt was in de 5 jaar vóór de diagnose. Dit percentage is een verbetering ten opzichte van de eerdere situatie. Ook is het percentage fout-negatieve uitslagen (37%) lager dan in een eerdere studie was gevonden. Dit is bemoedigend, maar de effectiviteit van het bevolkings- 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A661
5 onderzoek op baarmoederhalskanker kan nog groter worden als men kans ziet de opkomst te verbeteren. Tegelijkertijd is het de vraag of het aantal fout-negatieve uitslagen in het bevolkingsonderzoek volgens onze telling 178 gevallen, dat wil zeggen: 89 per jaar de mogelijke pogingen tot verhoging van opkomst niet ondermijnt. Voor het bevolkingsonderzoek is daarom een carcinoomaudit gewenst, een controle waarin men precies nagaat waarom de diagnose niet eerder was gesteld bij elke vrouw die heeft deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek en toch een cervixcarcinoom krijgt. 8 Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 6 augustus 2009 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A661 > Meer op Literatuur 1 M Rebolj, M van Ballegooijen, L-M Berkers, D Habbema. Monitoring a national cancer prevention program: successful changes in cervical cancer screening in the Netherlands. Int J Cancer. 2006;120: AB Bos, M Rebolj, DF Habbema, M van Ballegooijen. Nonattendance is still the main limitation for the effectiveness of screening for cervical cancer in the Netherlands. Int J Cancer. 2006;199: AR Spence, P Goggin, EL Franco. Process of care failures invasive cervical cancer: systematic review and meta-analysis. Prev. Med. 2007;45: M Casparie, ATMG Tiebosch, G Burger, H Blaauwgeers, A van de Pol, JHJM. van Krieken et al. Pathology databanking and biobanking in The Netherlands, a central role for PALGA. The nationwide histopathology and cytopathology data network and archive. Cellular Oncology. 2007;29: LM Berkers, M van Ballegooijen, FJ van Kemenade, M Rebolj, ML Essink- Bot, ThJM Helmerhorst, et al. Herziening bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker 1996: hogere dekkingsgraad, minder herhalingsuitstrijkjes en minder opportunistisch screening. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151: S Bulk, NWJ Bulkmans, J Berkhof, L Rozendaal, AJP Boeke, RHM Verheijen, et al. Risk of high-grade cervical intra-epithelial neoplasia based on cytology and high-risk HPV testing at baseline and at 6-months. Int J Cancer. 2007;121: J Cuzick, C Clavel, KU Petry, CJLM Meijer, H Hoyer, S Ratnam, A Szarewski, P Birembaut, S Kulasingam, P Sasieni, T Iftner. Overview of the European and North American studies on HPV testing in primary cervical cancer screening. Int J Cancer. 2006;119: P Sasieni, J Adams, J Cuzick. Benefit of cervical screening at different ages: evidence from the UK audit of screening histories. Br J Cancer. 2003;89: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A661 5
BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2015
a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor
Nadere informatieBEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2016
a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor
Nadere informatieBEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER
BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitoring Het Bevolkingsonderzoek (BVO) Baarmoederhalskanker wordt gecoördineerd door het RIVM. De jaarlijkse Landelijke Monitoring van het Bevolkingsonderzoek
Nadere informatieBEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Monitor 2017 EERSTE RESULTATEN VAN HET VERNIEUWDE
a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor
Nadere informatie8 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost
8 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker preventie Oost Diagnostiek en etiologie van endocervicale afwijkingen Donderdag 9 november 2006 Nationaal Sportcentrum Papendal, Arnhem Mede onder auspiciën
Nadere informatieGeprotocolleerd herbeoordelen nav een carcinoomaudit Commissie cytologie NVVP
Geprotocolleerd herbeoordelen nav een carcinoomaudit Commissie cytologie NVVP In de praktijkrichtlijn cervixcytologie dienen laboratoria van elk patiënte tussen 29 en 65 waarbij cervixcarcinoom is vastgesteld,
Nadere informatieKRITISCHE KENGETALLEN INLEIDING
KRITISCHE KENGETALLEN INLEIDING Baarmoederhalskanker of cervixcarcinoom is wereldwijd nog steeds een van de belangrijkste oorzaken van sterfte aan kanker bij vrouwen. Nederland is één van de Europese landen
Nadere informatieHPV-test verbetert follow-up na behandeling cervicaal intra-epitheliaal neoplasma*
Onderzoek HPV-test verbetert follow-up na behandeling cervicaal intra-epitheliaal neoplasma* Aagje G. Bais en Theo J.M. Helmerhorst Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A661 Doel Opzet
Nadere informatieHerziening bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker 1996: hogere dekkingsgraad, minder herhalingsuitstrijkjes en minder opportunistische screening
oorspronkelijke stukken Herziening bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker 1996: hogere dekkingsgraad, minder herhalingsuitstrijkjes en minder opportunistische screening L.M.Berkers, M.van Ballegooijen,
Nadere informatieHPV nu en in de toekomst. Nynke de Boer Magda van Oven Britt van Etten Debruijn Jorien Helder-Woolderink
HPV nu en in de toekomst Nynke de Boer Magda van Oven Britt van Etten Debruijn Jorien Helder-Woolderink 15000 HPV HPV2 HPV4 HPV6 HPV11 High risk HPV (hr-hpv) Hr HPV 80 % van alle vrouwen maakt eens
Nadere informatieWMDP-richtlijn Het gebruik van moleculaire HPV testen in het BVO in het kader van de HPV diagnostiek bij preventie van baarmoederhalskanker.
WMDP-richtlijn Het gebruik van moleculaire HPV testen in het BVO in het kader van de HPV diagnostiek bij preventie van baarmoederhalskanker. In 2007 heeft de werkgroep Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie
Nadere informatieChapter 9. Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door een infectie met een virus, het zogenaamde hoog-risico humaan papillomavirus (hrhpv).
Nadere informatieIndicatoren vernieuwd BVO BMHK
vernieuwd BVO BMHK Inleiding zijn meetbare aspecten van een proces en worden gebruikt om het bevolkingsonderzoek op individueel, regionaal en landelijk niveau te kunnen monitoren en evalueren. De indicatoren
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dit proefschrift gaat over (symptomatische) vulvovaginale candidiasis en over de asymptomatische aanwezigheid van Candida in de vagina. Vulvovaginale candidiasis (VVC) wordt veroorzaakt door
Nadere informatieMinder Pap-2-uitslagen ( lichte afwijkingen ) in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker sinds de invoering van nieuwe richtlijnen in 1996
Oorspronkelijke stukken Minder Pap-2-uitslagen ( lichte afwijkingen ) in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker sinds de invoering van nieuwe richtlijnen in 1996 a.b.bos, m.van ballegooijen,
Nadere informatieNieuwe Richtlijn Cervixcytologie (2016)
(2016) Inleiding, praktisch gebruik Herhalingsadviezen & HPV-test Stand van zaken na 1 jaar BVO Hans Bulten 13 April 2018, Veenendaal Symposium VAP/NVVP Disclosure Hans Bulten (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieCERVIXCARCINOOM. Nascholingsavond voor assistenten en poh ers DINSDAG 13 NOVEMBER ROTTERDAM
CERVIXCARCINOOM Nascholingsavond voor assistenten en poh ers DINSDAG 13 NOVEMBER ROTTERDAM Nascholing Diagnostiek en behandeling van het Cervixcarcinoom Programma 1. Ontvangst en Welkom 2. Cytologische
Nadere informatieNieuwe bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker
Nieuwe bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker 13-april-2016 Dorry Boll, gynaecoloog Lizette Nollen, patholoog Rob Beumer, huisarts In samenwerking met: Els Bovy, Bevolkingsonderzoek Zuid Programma Baarmoederhalskanker
Nadere informatieFactsheet bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2018
2018 Wat houdt het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker in? Het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker is gericht op vrouwen tussen de 30 en 60 jaar. Elke vijf jaar worden vrouwen in deze leeftijd
Nadere informatieRapport: Terugkoppeling variatie in gradering mammacarcinoom en DCIS
Rapport: Terugkoppeling variatie in gradering mammacarcinoom en DCIS Dr. I.A.G. Deckers, Adviseur PALGA Stichting PALGA Randhoeve 225A, 3995 GA Houten T: 088 0402700 E: aanvraag@palga.nl Versie februari
Nadere informatiePathologieonderzoek. Wat gebeurt er met uw gegevens?
Pathologieonderzoek Wat gebeurt er met uw gegevens? In deze digitale folder geven wij u informatie over het onderzoek van weefsel of cellen die bij u zijn afgenomen. Dit onderzoek gebeurt in het pathologie.
Nadere informatie1-20: Punt 1 t/m 20 betreffende de veranderingen van 2.1 naar 3.0: zie website. Alle wijzigingen van document 3.1 naar 3.2 (op website per )
1-20: Punt 1 t/m 20 betreffende de veranderingen van 2.1 naar 3.0: zie website. 21. Alle wijzigingen van document 3.0 naar 3.1 Dit staat in het document Praktijkrichtlijn 3.1_versie_2jan2011_met_wijzigingen.doc
Nadere informatieBEREIKEN VAN NIET-DEELNEMERS IN HET BVO BAARMOEDERHALSKANKER AAN DE HAND V/E HERINNERINGSBRIEF VAN DE GMD-HOUDEND HUISARTS. Dr.
BEREIKEN VAN NIET-DEELNEMERS IN HET BVO BAARMOEDERHALSKANKER AAN DE HAND V/E HERINNERINGSBRIEF VAN DE GMD-HOUDEND HUISARTS Dr. Eliane Kellen EPIDEMIOLOGIE BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER OPZET
Nadere informatie4 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost. Afscheidsymposium Dr. A. Hanselaar
4 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker preventie Oost Afscheidsymposium Dr. A. Hanselaar Donderdag 21 november 2002 Nationaal Sportcentrum Papendal, Arnhem Mede onder auspiciën Microsymposium Pathologie
Nadere informatieHumaan papillomavirus en screening op baarmoederhalskanker: stand van zaken en mogelijkheden
Humaan papillomavirus en screening op baarmoederhalskanker: stand van zaken en mogelijkheden c.j.l.m.meijer, l.rozendaal, f.j.voorhorst, r.verheijen, th.j.m.helmerhorst en j.m.m.walboomers Academisch Ziekenhuis
Nadere informatieChapter 9. Nederlandse Samenvatting
Chapter 9 Nederlandse Samenvatting Summary and Nederlandse samenvatting SAMENVATTING Baarmoederhalskanker is de vierde meest voorkomende kanker bij vrouwen wereldwijd. Deze ziekte wordt gedurende een periode
Nadere informatieBaarmoederhalskanker screening
Baarmoederhalskanker screening Wat gaat er veranderen? Lex Makkus, Patholoog PAL Geschiedenis BVO-BMHK Huidige BVO - hrhpv Triage Sterfte cervix carcinoom absolute aantallen/cohort 45 40 35 30 25 20 15
Nadere informatieVervolgonderzoek na een afwijkend uitstrijkje: tijdsinterval acceptabel, aard van het vervolgonderzoek vaak niet
8 Walle HEK de, Pal-de Bruin KM van der, Jong-van den Berg LTW de, Jeeninga W, Schouten J, Rover C de, et al. Effect of mass media campaign to reduce socioeconomic differences in women s awareness and
Nadere informatieSamenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek
Samenvatting Nederland heeft een goed bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker ( het uitstrijkje ). Er zijn echter kansen om de preventie van baarmoederhalskanker verder te verbeteren. Zo is er een
Nadere informatieWat is de betekenis van HPV-testen in de cervixscreening anno 2004?
G0680N_2004 Willy Poppe De kennis over humane papillomavirussen (HPV) in het ontstaan van baarmoederhalskanker en de ontwikkeling van HPV-testen hebben de screening naar voorloperletsels en beginnende
Nadere informatieDe effecten en kosten van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in Nederland na de herstructurering
De effecten en kosten van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in Nederland na de herstructurering De effecten en kosten van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in Nederland
Nadere informatieConsulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014
Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Magnée, T., Beurs, D.P. de, Verhaak. P.F.M. Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek.
Nadere informatieImproving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands.
Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands. Vivian van Breest Smallenburg De borstkankerincidentie in Nederland behoort tot de hoogste ter wereld. Mede dankzij de
Nadere informatieSamenvatting Inleiding In veel landen is dikke-darmkanker een belangrijk volksgezondheidsprobleem; zo werden in 1997 ongeveer 8.500 nieuwe gevallen van dikke-darmkanker geconstateerd in Nederland en meer
Nadere informatieHet afwijkende uitstrijkje. Polikliniek Gynaecologie (TZA)
Het afwijkende uitstrijkje Polikliniek Gynaecologie (TZA) In het kader van het bevolkingsonderzoek of omdat u klachten heeft, is er bij u een uitstrijkje gemaakt. De uitslag van dit uitstrijkje blijkt
Nadere informatie1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( )
1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) (1978-2016) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Nadere informatieBeschrijving van de belangrijkste wijzigingen plus puntsgewijze opsomming (na pag.) van alle ontvangen opmerkingen bij versie 3.0.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 1 Beschrijving van de belangrijkste wijzigingen plus puntsgewijze opsomming (na pag.) van alle ontvangen opmerkingen bij versie 3.0. 1. Losbladig systeem voor
Nadere informatieDE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017
DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017 SAMENVATTING In 2017 is 86,5 van de 173.244 zwangerschappen gecounseld voor prenatale screening. Bijna alle counselingsgesprekken
Nadere informatieEFFECTEN EN KOSTEN VAN HET VERNIEUWDE BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR BAARMOEDERHALSKANKER IN NEDERLAND NAAR AANLEIDING VAN RECENTE
EFFECTEN EN KOSTEN VAN HET VERNIEUWDE BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR BAARMOEDERHALSKANKER IN NEDERLAND NAAR AANLEIDING VAN RECENTE ONTWIKKELINGEN September 2016, Erasmus MC, Universitair Medisch Centrum, Afdeling
Nadere informatieProgramma. Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk. Algemene conclusies Evaluatie
Programma Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk Oplossen casuïstiek in kleine groepen Bespreken casuïstiek in plenum en toetsing aan de richtlijn Algemene conclusies Evaluatie Inleiding Jaarlijks sterfte
Nadere informatieOVERGANGSFASE BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER EN INDICATIE INFORMATIE VOOR LABORATORIA
OVERGANGSFASE 2016 2017 BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER EN INDICATIE INFORMATIE VOOR LABORATORIA 2016 HUIDIG BEVOLKINGSONDERZOEK: BELANGRIJKE WIJZIGINGEN 1 SEPTEMBER 2016 De laatste uitnodigingen
Nadere informatieKORT-CYCLISCHE MONITOR CAPACITEIT (CAPACITEITSMONITOR)
KORT-CYCLISCHE MONITOR CAPACITEIT (CAPACITEITSMONITOR) 1 (SU-P9 (deel1)) Deelnamegraad Het deel van de uitgenodigde personen (initiële uitnodigingen EN herinneringsuitnodigingen) waarvan een ifobt (fecesmonster)
Nadere informatieEn dan.? De rol van de huisarts. Marjolein Berger, afdeling huisartsgeneeskunde UMCG
En dan.? De rol van de huisarts Marjolein Berger, afdeling huisartsgeneeskunde UMCG Kanker in Nederland tot 2020 Trends en prognoses KWF Kankerbestrijding Kanker in Nederland tot 2040 De bevolking zal
Nadere informatieFactsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk
Factsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk 2011 2016 P.F.M. Verhaak M. Nielen D. de Beurs Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen
Nadere informatieProgramma. Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk. Algemene conclusies Evaluatie
Programma Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk Oplossen casuïstiek in kleine groepen Bespreken casuïstiek in plenum en toetsing aan de richtlijn Algemene conclusies Evaluatie Inleiding Jaarlijks sterfte
Nadere informatieHealth Checks Rubriekhouder: Mw. Dr. E. Asscher, Erasmus MC Rotterdam (2016)
Health Checks Rubriekhouder: Mw. Dr. E. Asscher, Erasmus MC Rotterdam (2016) Inleiding De mogelijkheden om je preventief te laten onderzoeken nemen toe. Behalve voordelen zoals het tijdig opsporen van
Nadere informatieCHAPTER 11. Dutch summary / Nederlandse samenvatting
CHAPTER 11 Dutch summary / Nederlandse samenvatting Chapter 11 SAMENVATTING Tot op heden is het opsporen, het stellen van een diagnose en de behandeling van afwijkingen aan de baarmoederhals gebaseerd
Nadere informatieDE PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM EN HET STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK
DE PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM EN HET STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK PUBLIEKSMONITOR 2016 SAMENVATTING De resultaten van deze monitor zijn gebaseerd op gegevens die zijn geregistreerd in de
Nadere informatiePALGA en ZorgTTP. Lucy Overbeek Adviseur PALGA
PALGA en ZorgTTP Lucy Overbeek Adviseur PALGA lzv@palga.nl 1 Opzet presentatie PALGA Waarom een TTP voor PALGA? De werkwijze van ZorgTTP Onderzoeksmogelijkheden Onderzoeksbeperkingen Conclusies 2 PALGA
Nadere informatieRichtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary
VII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary naar Algemeen 538 Epidemiologie 538 1. Screening 538 2. Diagnostiek 538 2.1 Anamnese
Nadere informatieDe mogelijkheden van het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief
Overzichtsartikelen 3 De mogelijkheden van het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief The value of the nationwide network and registry of histo- and cytopathology in the Netherlands
Nadere informatiehet psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van
9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen
Nadere informatieman, vrouw en kind info voor patiënten Afwijkend baarmoederhalsuitstrijkje
man, vrouw en kind info voor patiënten Afwijkend baarmoederhalsuitstrijkje Afwijkend baarmoederhalsuitstrijkje Mijn baarmoederhalsuitstrijkje vertoont afwijkingen. Antwoorden op veelgestelde vragen. Wat
Nadere informatieGeen basis voor verlaging onderste leeftijdsgrens van. komen voor het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker ONDERZOEK DOEL OPZET METHODE
Geen basis voor verlaging onderste leeftijdsgrens van bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker Maaike A. van der Aa, Inge M.C.M. de Kok, Sabine Siesling, Marjolein van Ballegooijen en Jan Willem W.
Nadere informatieOVERGANGSFASE BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER EN INDICATIE INFORMATIE VOOR HUISARTSENPRAKTIJKEN
OVERGANGSFASE 2016 2017 BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER EN INDICATIE INFORMATIE VOOR HUISARTSENPRAKTIJKEN 2016 SEPTEMBER 2016 De laatste uitnodigingen voor het huidige bevolkings onderzoek zijn
Nadere informatieEén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.
Nadere informatieVerwijzing van patiënten met chronische nierschade
Verwijzing van patiënten met chronische nierschade VERSCHILLEN IN VERWIJSCRITERIA TUSSEN ZIEKENHUIZEN Loes J. Meijer en François G. Schellevis Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A5679
Nadere informatieUitstrijkje. Inleiding. Wat is een uitstrijkje? Het onderzoek. Onderzoek van de cellen
Uitstrijkje H06.018-05 Inleiding In deze folder vindt u informatie over het uitstrijkje. Dit is een eenvoudig onderzoek om veranderingen in de cellen van de baarmoedermond en baarmoederhals op te sporen.
Nadere informatieCHAPTER 9. Samenvatting
CHAPTER 9 Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING In dit proefschrift evalueren we de rol van het immuunsysteem in (het ontstaan van) baarmoederhalskanker, oftewel cervixcarcinoom. Ondanks de beschikbaarheid
Nadere informatieSamenvatting en Algemene Discussie
Samenvatting en Algemene Discussie Samenvatting en Algemene Discussie 104 In dit proefschrift worden studies gepresenteerd die tezamen beoogden de waarde van implementatie van de hoog-risico humaan papillomavirus
Nadere informatieSuïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )
Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)(1978-2017) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Nadere informatie6 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost
6 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker preventie Oost Diagnostische misinterpretaties binnen het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Donderdag 25 november 2004 Nationaal Sportcentrum Papendal,
Nadere informatiePsychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode
Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark
Nadere informatieDe kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker
De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker Maaike Fobelets Lore Pil Koen Putman Lieven Annemans 5 oktober 2015 1 Algemene principes
Nadere informatieIMPROVE. Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken?
Kan de zelfafnameset het uitstrijkje vervangen? IMPROVE Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken? Uitnodiging voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek. www.hpvzelfafname.nl
Nadere informatieBevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Uitnodiging
Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Uitnodiging Waarom dit bevolkingsonderzoek? Elk jaar krijgen ongeveer 700 vrouwen baarmoederhalskanker. Jaarlijks overlijden 200 vrouwen aan deze ziekte. Baarmoeder
Nadere informatie1 Beleid bij klachten mamma
1 Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012-2014) In samenwerking met Mw. Dr. E. Paap, LRCB Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij
Nadere informatieKeuzehulp colposcopie
Gynaecologie Keuzehulp colposcopie www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl GYN114 / Keuzehulp colposcopie / 08-11-2018 2 Inhoud Colposcopie... 4
Nadere informatieUitstrijkjes worden gemaakt om (voorstadia van) baarmoederhalskanker op te sporen.
Uitstrijkje Inleiding Uitstrijkjes worden gemaakt om (voorstadia van) baarmoederhalskanker op te sporen. Uitstrijkjes worden gemaakt om de volgende redenen: Bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker
Nadere informatieHPV als ziekteverwekker
HPV als ziekteverwekker Nathalie Reesink-Peters 27 februari 2009 Inhoud Introductie HPV Levenscyclus HPV, ziekte verwekker Oncogenese Therapie (van HPV gerelateerde ziekte) Indicaties moleculaire diagnostiek
Nadere informatieVaccins tegen Humaan papillomavirus (HPV); tussen registratie en implementatie
capita selecta Vaccins tegen Humaan papillomavirus (HPV); tussen registratie en implementatie T.G.J.van Rossum, H.E.de Melker, H.Houweling, A.C.G.Voordouw, C.J.L.M.Meijer, Th.J.M.Helmerhorst, M.Kretzschmar,
Nadere informatieBEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER Monitor 2017
a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER Monitor 2017 Landelijke Monitoring Bevolkingsonderzoek Darmkanker Erasmus MC NKI / AvL a a a a Uit de monitor 2017 blijkt voor het eerst dat het bevolkingsonderzoek
Nadere informatieWelkom. Vervolgscholing. Colofon. Programma. Vervolgscholing Cervixscreening - Versie Cervixscreening
Welkom Vervolgscholing Cervixscreening Colofon Uitgave NHG NVDA NVOG NVVP RIVM Screeningsorganisaties VAP Bilthoven, 2018. De Vervolgscholing Cervixscreening mag worden gebruikt door iedereen die beroepsmatig
Nadere informatieBevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Uitnodiging
Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Uitnodiging Waarom dit bevolkingsonderzoek? Elk jaar krijgen ongeveer 700 vrouwen baarmoederhalskanker. Jaarlijks overlijden 200 vrouwen aan deze ziekte. Baarmoeder
Nadere informatieChapter 5. Samenvatting. Fear and Cervical cancer screening
Chapter 5 Samenvatting Fear and Cervical cancer screening 115 Samenvatting Samenvatting Angst en cervixkankerscreening Angst en screening voor baarmoederhalskanker: Een onderzoek naar risicogedrag, angst
Nadere informatieDisseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET
Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh
Nadere informatieTriage van vrouwen met lichte cytologische afwijkingen in het uitstrijkje mbv de HPV test
Triage van vrouwen met lichte cytologische afwijkingen in het uitstrijkje mbv de HPV test CJLM Meijer, DC Rijkaart, J Berkhof, FJ van Kemenade, L Rozendaal, ME Herreilers, S Bulk, WM Verweij, GAMA Balfoort,
Nadere informatiePsychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode
Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark
Nadere informatieHet nieuwe BVO baarmoederhalskanker primair screenen op hoog risico HPV.
Het nieuwe BVO baarmoederhalskanker primair screenen op hoog risico HPV. Baarmoederhalskanker irradicatie?? Ruud Bekkers, MD, PhD Gynaecologisch oncoloog Catharina kanker instituut Eindhoven Patiente 50
Nadere informatieHPV test volgens landelijke richtlijn. Heleen Doornewaard, Patholoog Gelre ziekenhuizen, 11 maart 2009
HPV test volgens landelijke richtlijn Heleen Doornewaard, Patholoog Gelre ziekenhuizen, 11 maart 2009 HPV-vaccinatie Het kan je leven redden, maar ook voor niks zijn NRCnext, dd 03-03-09 1.Wat heeft baarmoederhalskanker
Nadere informatieDraaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2014
Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2014 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek
Nadere informatieScreening en preventie: een januskop met twee gezichten? Ann Van den Bruel Research professor, ACHG KU Leuven Huisarts te Antwerpen
Screening en preventie: een januskop met twee gezichten? Ann Van den Bruel Research professor, ACHG KU Leuven Huisarts te Antwerpen 1 Conflicts of interest Huisarts: financiële conflict door uitstrijkjes
Nadere informatieOptimalisatie van performance door persoonlijke feedback
Optimalisatie van performance door persoonlijke feedback LRCB Symposium Oog voor Verbetering 6-4-2017 Dr Eric Tetteroo, Screeningsradioloog BE Breda Optimalisatie van performance door feedback 2/30 Introductie
Nadere informatie14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012)
14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012) Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij vrouwen tussen de 40 en 49 jaar sterk toegenomen.
Nadere informatieBeleid bij klachten mamma
Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012-2013) Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij vrouwen tussen de 40 en 49 jaar sterk toegenomen.
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatieWerkbijeenkomst Zinnige Zorg Baarmoederhalsafwijkingen. 6 december 2018, 16:00 18:00 uur Regardz Meeting Point - Utrecht La Vie
Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl T +31 (0)20 797 85 55 Vergaderdatum Vergaderplaats Werkbijeenkomst Zinnige Zorg Baarmoederhalsafwijkingen
Nadere informatie15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) ( )
15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) (2010-2012) Inleiding Tijdens de opleiding leren huisartsen systematisch en door middel van vragen en onderzoek tot een diagnose te komen.
Nadere informatieVernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Wat zijn de veranderingen?
Vernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Wat zijn de veranderingen? Wat zijn de veranderingen? Het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker gaat veranderen. Wat verandert er precies? Testen op
Nadere informatieendometrium carcinoom in Nederland
endometrium carcinoom in Nederland 2012-2016 voorwoord Door informatie over variatie in diagnostiek en behandelingen periodiek met elkaar te bespreken, kunnen we samen de kwaliteit van zorg voor vrouwen
Nadere informatiePROGRAMMA EN ABSTRACTS
PROGRAMMA EN ABSTRACTS 2 e SYMPOSIUM Stichting Baarmoederhalskankerpreventie Oost Donderdag, 12 oktober 2000 Papendal, Arnhem Inhoudsopgave: Voorwoord... 3 Algemene informatie... 4 Programma... 5 2 VOORWOORD
Nadere informatieTaakherschikking in de pathologie
Taakherschikking in de pathologie Wat is haalbaar? Patholoog Radboudumc Nijmegen Dag van de pathologie 13-04-2018 Geen belangenconflicten Geen betalingen door commerciële bedrijven Geen belangen bij commerciële
Nadere informatieBevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Uitnodiging
Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Uitnodiging Waarom dit bevolkingsonderzoek? Elk jaar krijgen ongeveer 700 vrouwen baarmoederhalskanker. Jaarlijks overlijden 200 vrouwen aan deze ziekte. Baarmoeder
Nadere informatieChapter Fourteen. General discussion Samenvatting Summary Dankwoord List of publications Curriculum Vitae
Chapter General discussion Samenvatting Summary Dankwoord List of publications Curriculum Vitae Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de gevolgen op de lange termijn bij een subarachnoïdale bloeding
Nadere informatieIndicatorenset bevolkingsonderzoek darmkanker
SO-1 SO-P1 afname periode Gemiddelde (en de spreiding: minimale en maximale) tijdsduur van het versturen van de uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek tot de afname van het fecesmonster. Berekening:
Nadere informatieMonitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk
Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk Derek de Beurs Mariëtte Hooiveld Het NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg.
Nadere informatieDraaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015
Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek
Nadere informatieSamenvatting HOOFSTUK 1. Introductie
Samenvatting Dit proefschrift handelt over de diagnostiek bij abnormaal postmenopauzaal bloedverlies. De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie geeft in een richtlijn aan hoe de gynaecoloog
Nadere informatieDraaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015
Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek
Nadere informatieszw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding
szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages
Nadere informatie