Stage Communicatiewetenschappen

Transcriptie

1 FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN ONDERWIJS- EN STUDENTENADMINISTRATIE PARKSTRAAT 45 BUS LEUVEN, BELGIË Stage Communicatiewetenschappen 1. Introductie 2. Voorwaarden 3. Begeleiding 4. Verloop 4.1 Infosessies stages 4.2 Een stageplaats zoeken 4.3 Contact opnemen met de geselecteerde stageplaatsen 4.4 Gesprek met de stageplaats 4.5 Administratieve processen 4.6 Evaluatie door de stageplaats 4.7 Tussentijds verslag 4.8 Evaluatie door de stagiair 4.9 Het stagerapport 5. Leerdoelen 6. Stagerapport 6.1 Omschrijving van de stageplaats 6.2 Omschrijving van de eigen functie 6.3 Omschrijving van de eigen taken 6.4 Essay 6.5 Evaluatie van de leerdoelen 6.6 Referentielijst 6.7 Tussentijds verslag 6.8 Evaluatie door de stagiair 6.9 Het stagerapport 7. Tussentijds verslag 7.1 Voorlopige omschrijving van het takenpakket

2 7.2 Tussentijdse evaluatie van de leerdoelen 7.3 Eerste aanzet tot het essay 8. Stages in het buitenland 8.1 Op zoek naar een stageplaats 8.2 Administratieve processen 9. Overgangsmaatregelen academiejaar Overzicht deadlines 11. Contactgegevens

3 1. Introductie Studenten Communicatiewetenschappen krijgen in de master de mogelijkheid om gedurende dertig werkdagen stage te lopen. Deze ervaring laat je enerzijds toe om de kennis en vaardigheden die je tijdens je opleiding hebt verworven toe te passen in praktijksituaties en anderzijds om je praktische vaardigheden uit te breiden. Je krijgt bovendien de kans om nader kennis te maken met de communicatiesector, hetgeen je kan helpen om keuzes met betrekking tot je loopbaan of eventuele verdere studies vorm te geven. Een stage biedt je voorts de gelegenheid een netwerk uit te bouwen en om jezelf op persoonlijk vlak te ontwikkelen. Ten slotte kan deze masterstage een opstapje betekenen naar je eerste job. Dit alles zorgt ervoor dat een stage niet alleen een verrijking is voor je opleiding maar ook een onmiskenbare troef wanneer je de arbeidsmarkt betreedt. Deze stage maakt deel uit van de academische opleiding Communicatiewetenschappen. De stage wordt gelopen tijdens de master in de laatste zes weken van het eerste semester, nadat studenten tijdens de eerste zeven weken diepgaand inzicht kregen in de relevante theorie. Dit geeft je de mogelijkheid om eerst de nodige theoretische kennis te vergaren en die vervolgens erg concreet in de praktijk toe te passen. Het is dan ook van belang dat je de inzichten die je hebt aangeleerd tijdens de opleiding aan de praktijk toetst en aanvult met praktische vaardigheden. Voor het aanvangen van je stage formuleer je daarom de te realiseren doelstellingen onder de vorm van een aantal concrete leerdoelen. Tijdens je stage schrijf je een tussentijds verslag met een voorlopige stand van zaken. Na je stage breng je in een stagerapport verslag uit van de uitgevoerde activiteiten met de nodige zin voor zelfreflectie. Daarnaast moeten in dit verslag verbanden worden gelegd tussen de verworven academische kennis en de stage. In het verslag moet je dan ook duidelijk terugkoppelen naar de vooraf uitgewerkte leerdoelen, beschrijven welke activiteiten je hebt uitgevoerd, met de nodige zelfreflectie terugblikken op het verloop van de stage en ten slotte aangeven welke theoretische kennis relevant was voor die werkzaamheden. 2. Voorwaarden Er worden stages georganiseerd in verschillende domeinen waaronder nieuwe communicatietechnologieën, mediaproductie, pers, reclame, marketing, interne en externe communicatie,... De stage valt binnen de masteropleiding. Het vooraf voltooid hebben van de bacheloropleiding in de communicatiewetenschappen, het schakelprogramma of het voorbereidingsprogramma strekt uitdrukkelijk tot aanbeveling, maar is geen noodzakelijke voorwaarde. Je zal echter het meeste uit de stage halen als je voldoende theorie hebt gevolgd als basis voor deze eerste praktijkervaring. Bovendien zal een stage die wordt opgenomen op het einde van je opleiding eenvoudiger leiden tot een eerste job.

4 De stage vindt plaats tijdens de laatste zes weken van het eerste semester. Voor het academiejaar betekent dit dat je stage loopt van 14 november tot en met 23 december. Tijdens deze periode vinden er geen lessen plaats, waardoor je in staat bent je ten volle toe te leggen op deze eerste praktijkervaring. Hou er echter rekening mee dat keuzevakken die buiten de masteropleiding Communicatiewetenschappen vallen, wel doorlopen in de laatste zes weken van dit semester. Als je voor een stage kiest, loop je dertig werkdagen stage gedurende die laatste zes weken. Dit betekent dat je zes weken fulltime stage zal lopen. Van die dertig dagen wordt enkel afgeweken indien er op de stageplaats wettelijke feestdagen worden opgenomen gedurende die periode. Omdat de stage voorafgegaan wordt door een aantal intensieve lesweken en gevolgd wordt door de blokperiode is het niet mogelijk om langer dan dertig werkdagen stage te lopen. Indien jij of de stageplaats deze periode toch wensen te verlengen, is het mogelijk om via een combinatie met een vrijwillige stage toch langer stage te lopen. Je kan dan tijdens het tweede semester of in de zomervakantie volgend op de masteropleiding de resterende dagen van de stage volbrengen via een vrijwillige stage. Tijdens het tweede semester zullen er immers weinig lessen doorgaan en bovendien zullen deze lessen zo geconcentreerd mogelijk worden ingepland doorheen de week. Let wel, dit semester is een intensieve periode omdat vooral tijd is voorzien voor het werken aan de masterproef. Het blijft dus aan te raden om enkel tijdens de laatste zes weken van het eerste semester stage te volgen of om een eventuele verlenging van de stage in te plannen in de zomer. Voor alle informatie en administratieve processen rond deze optie kan je terecht bij Kristel Vanhees. Uitzonderlijk kan je toch de toestemming krijgen om de dertig dagen masterstage die deel uitmaken van de opleiding volledig te lopen in het tweede semester of de zomervakantie na het masterjaar. Deze uitzondering moet echter grondig worden gemotiveerd en tijdig worden aangevraagd, namelijk ten laatste op vrijdag 30 september Een uitzondering kan bijvoorbeeld worden toegestaan voor stages tijdens culturele evenementen die buiten de geplande periode van zes weken vallen. Aangezien er in het masterjaar zes weken worden vrijgeroosterd voor de stage raden we echter aan om gedurende die periode een stage te plannen. 3. Begeleiding Gedurende het hele proces kom je voor de begeleiding in contact met vier concrete aanspreekpunten. De stagecoördinator, Eva Koppen, vormt het eerste aanspreekpunt voor studenten die stage willen volgen. De stagecoördinator bespreekt, indien je dat wenst of vragen hebt, mogelijke stageplaatsen op basis van de door jou geformuleerde verwachtingen. Nadat je een stageplaats hebt gevonden en je taken en leerdoelen werden geformuleerd, zal je deze bovendien ter goedkeuring naar haar moeten mailen. Dit doe je eveneens wanneer je geen stage wil lopen bij een organisatie uit de databank, maar

5 zelf een voorstel wil doen. Je kan ook tijdens het verdere verloop van de stage bij haar terecht voor vragen, problemen, opmerkingen enz. Indien er bij aanvang van de stage onduidelijkheden of problemen zijn, is het bovendien belangrijk hier tijdig met haar over te communiceren om zo een kwalitatieve stage te garanderen. Na afloop van je stage dien je bij haar tijdig je stagerapport en het evaluatierapport opgesteld door de stageplaats in. Tijdens de stage dien je bij haar het tussentijds verslag in. Ook de stageadministrator, Kristel Vanhees, begeleidt je in de loop van je stage. Na goedkeuring van de stagecoördinator worden de stageovereenkomst en het bijhorende VGM-dossier in drievoud op papier ondertekend door de student-stagiair en de stagebegeleider. Het VGM-dossier is een document waarin veiligheid, gezondheid en milieu tijdens de stage worden gegarandeerd. Je stagebegeleider vult dit document in drievoud in en ondertekent het. In een volgende stap dient de student de formulieren in bij stageadministrator Kristel Vanhees op de studentenadministratie. Als er eventuele wijzigingen zijn in je persoonlijke gegevens of gegevens van de stageplaats dien je ze aan de administrator mee te delen. In de derde plaats kan je ook terecht bij de stagepromotor, prof. dr. An-Sofie Claeys. De stagepromotor staat in voor de academische begeleiding van je stagerapport en voor de eindevaluatie. Je kunt steeds bij haar terecht voor meer inhoudelijke uitleg en eventuele nuttige richtlijnen met betrekking tot het stagerapport en het tussentijds verslag. Dit kan via mail of persoonlijk na het maken van een afspraak. Zij staat bovendien in nauw overleg met de stagecoördinator in geval van praktische vragen of problemen. De stagebegeleider ten slotte, is degene die je begeleidt op de stageplaats. Deze persoon wijst je taken toe en volgt je op. Na één derde van je stage bezorgt deze persoon je een tussentijdse evaluatie. Na de stage volgt een definitieve evaluatie. In sommige gevallen is het mogelijk dat je tijdens de stage ook opdrachten krijgt van ander(e) contactpers(o)n(en) dan je stagebegeleider. Het is dan aan de begeleider om je werk voor die personen op te volgen en te evalueren in samenspraak met die personen. 4. Verloop 4.1 Infosessies stages: Studenten uit de derde fase, het schakel- of voorbereidingsprogramma die graag een stage willen lopen tijdens de master, worden via mail uitgenodigd om te komen luisteren op twee geplande infosessies. Tijdens een eerste verkennende infosessie wordt een algemene toelichting gegeven bij de stage. Deze sessie vindt plaats in de loop van het tweede semester. Plaats en datum worden tijdig gecommuniceerd. Gedurende de sessie zullen topics zoals de stageprocedure, deadlines en meer toelichting bij mogelijke sectoren aan bod komen. Vragen worden beantwoord en extra uitleg wordt gegeven. Tijdens een tweede meer specifieke sessie wordt door HR-experts aan de geïnteresseerde studenten concrete informatie gegeven over het solliciteren voor een stageplaats. Je krijgt dan tips voor het schrijven van

6 een sollicitatiebrief, het voorbereiden van een gesprek, de valkuilen bij een sollicitatie enz. Deze tips zijn niet alleen relevant in de zoektocht naar een stageplaats maar ook in de zoektocht naar je eerste job. 4.2 Een stageplaats zoeken: Na de infosessie ga je zelf aan de slag en ga je op zoek naar dé geschikte stageplaats. Denk op voorhand goed na over waar je graag stage wil lopen. In welke sector wil je later tewerkgesteld worden? Wil je graag stage lopen bij een gevestigde waarde of bij een kleine starter? Hou er rekening mee dat grote bedrijven vaak veel stagiaires aanstellen. Daardoor zijn ze soms minder geneigd om kwalitatieve begeleiding te voorzien, veel verantwoordelijkheden aan stagiaires te geven en om stagiaires nadien aan te werven. Bij kleinere bedrijven, bijvoorbeeld kleine productiehuizen, leer je dikwijls meer bij en krijg je vaak meer kansen. Concreet kan je kiezen voor een stage uit de databank van Communicatiewetenschappen, die beschikbaar is op de website, of opteren voor een zelf georganiseerde stage. Laat wel altijd eerst aan stagecoördinator Eva Koppen weten voor welke stageplaatsen je gaat solliciteren, zodat ze een overzicht behoudt van de gecontacteerde bedrijven. Indien je zelf een stageplaats voorstelt, moet je deze keuze goed beargumenteren. Om ons voldoende tijd te geven de kwaliteit van deze stageplaats na te gaan, dien je dergelijk voorstel ten laatste in bij Eva Koppen op de eerste vrijdag van het academiejaar. Voor het academiejaar valt deze deadline op 30 september. In persoonlijk overleg met Eva Koppen wordt nagegaan of deze stage voldoende aansluit bij de opleiding en of de begeleiding voldoende kan worden gegarandeerd. Hou bij het kiezen van een stageplaats niet alleen rekening met de organisatie zelf, maar ook met de jobinhoud en de mate waarin beide aansluiten bij je verwachtingen én je persoonlijkheid. Nieuwe stageplaatsen moeten aan drie basisvoorwaarden voldoen. In de eerste plaats moet de aard van de functie gericht zijn op communicatiegerelateerde taken. In de tweede plaats moet er voldoende begeleiding worden gegarandeerd. De student moet op de stageplaats begeleid kunnen worden door een communicatiemedewerker of iemand die reeds veel ervaring heeft binnen de communicatiesector. Enkel en alleen met de juiste begeleiding laat je stage toe om enerzijds je reeds verworven vaardigheden in de praktijk om te zetten en anderzijds ook nieuwe vaardigheden aan te leren. Omdat ook de omgang met collega s een essentieel kenmerk uitmaakt van de stage is het tot slot niet mogelijk om stage te lopen in een eenmansbedrijf. Wil je graag een stage lopen bij VRT? Surf dan naar VRT heeft een eigen databank met stage vacatures. De vacatureberichten worden opengesteld in de volgende periodes: van begin april tot en met eind juli: voor stageplaatsen tijdens het komende academiejaar en van september tot eind november: voor stageplaatsen tijdens datzelfde academiejaar, indien er nog stageplaatsen zijn. Studenten kunnen dus heel gericht op een stage-vacaturebericht reageren. Als je je stage mag beginnen bij de VRT, moet je de werkpostfiche van de VRT invullen, afdrukken en door de stagecoördinator laten ondertekenen. Kom langs tijdens het spreekuur of maak een afspraak via mail met de coördinator. De VRT heeft dit document nodig alvorens je je stage er kan starten.

7 4.3 Contact opnemen met de geselecteerde stageplaatsen: Vervolgens contacteer je zelf de geselecteerde stageplaatsen. Daarbij word je geacht de stageplaatsen per te contacteren. Deze mail omvat een motivatie voor je keuze en je cv wordt mee verzonden in bijlage. Maak voldoende tijd om te zorgen voor een kwalitatief cv. Beschouw dit als een oefening die bij aanvang van je loopbaan ongetwijfeld van pas zal komen. Vervolgens zal je door één of meerdere van de aangeschreven stageplaatsen worden uitgenodigd op gesprek. Hou er voldoende rekening mee dat veel stagebegeleiders drukbezet zijn en er voor sommige stageplaatsen veel gegadigden zijn. Zorg dus in de eerste plaats voor een verzorgd cv en een goede motivatie. Indien je geen reactie krijgt kan je altijd even bellen naar de stageplaatsen. Doe dit tijdig en wacht bij voorkeur niet tot de start van het academiejaar. 4.4 Gesprek met de stageplaats: Tijdens je sollicitatiegesprek bij de stagebegeleider worden de wederzijdse verwachtingen geëxpliciteerd. Onderschat het belang van deze eerste kennismaking dan ook niet en bereid je voldoende voor. Verzamel voordien informatie over de stageplaats, de activiteiten en de mogelijke invulling van je stage. Vaak vraagt een stagebegeleider je tijdens dit gesprek hoe je zelf de invulling van de stage ziet. De kwaliteit van je stage wordt dan ook in sterke mate bepaald door de afspraken die hier worden gemaakt. Je kan hier vaak mee kiezen welke functie(s) je zal uitoefenen en of je bij een beperkt aantal of net een verscheidenheid aan projecten betrokken wilt worden. Vaak is het voor een stage van 30 werkdagen leerrijker om in de diepte betrokken te zijn bij een beperkt aantal projecten (bv. één of twee klanten van een reclamebureau, één of twee programma s van een productiehuis) dan dat je slechts oppervlakkig meewerkt aan een veelheid van activiteiten. Denk dan ook op voorhand goed na over welke taken bij je verwachtingen aansluiten en waaruit je het meeste kan leren. Tijdens dit gesprek moet je duidelijkheid krijgen over de stage, niet enkel inhoudelijk maar ook praktisch. Hou er rekening mee dat je zelf voor een groot deel de kwaliteit van deze ervaring in de hand hebt. Zorg dan ook dat duidelijk wordt of de stageplaats iets voor jou is, wat je inhoudelijk gaat doen, dat je voldoende informatie hebt om de leerdoelen op te baseren, of je de stageplaats kan bereiken, of je een rijbewijs nodig hebt, enz. 4.5 Administratieve processen: Na een sollicitatie met positieve uitkomst komt het er in een volgende stap op aan om de stage te formaliseren. Voor het contractueel vastleggen van een stageovereenkomst gebruiken we steeds het modelcontract van de KU Leuven. Alvorens één van de partijen het contract ondertekent, vragen we om een draftversie (ingevuld) via door te sturen naar de stagecoördinator tegen ten laatste 17 oktober. Op die manier zijn we er zeker van dat het takenpakket dat op de overeenkomst vermeld wordt, overeenstemt met de inhoudelijke verwachtingen die wij vanuit de Faculteit Sociale Wetenschappen hebben ten aanzien van een stage. Let op dat je de leerdoelen, die je tijdens de stage wilt bereiken en

8 waarnaar je in het stagerapport dient terug te koppelen, ook toevoegt in het contract (zie punt 5). Dit ingevuld contract zal eerst door ons worden nagekeken om een kwalitatieve en leerrijke stage te garanderen. Na goedkeuring van de draft worden de stageovereenkomst en het bijhorende zelf in te vullen VGMdossier in drievoud op papier ondertekend door de student-stagiair en de stagebegeleider. In een volgende stap dien je de contracten in bij stageadministrator Kristel Vanhees op de studentenadministratie. Dit doe je ten laatste tegen 31 oktober. De stageadministrator zorgt er vervolgens voor dat je binnen een redelijke termijn twee ondertekende exemplaren terugkrijgt. Eén exemplaar van het contract en het VGM-dossier dien je zelf bij te houden en één exemplaar moet je aan de stageplaats bezorgen. Je zorgt ervoor dat de drie partijen (jijzelf, de stageadministrator en de stageplaats) op je eerste stagedag in het bezit zijn van beide formulieren. Je dient dus ook het VGM-dossier ter ondertekening voor te leggen aan je stagebegeleider. Dit dossier maakt integraal deel uit van de totale overeenkomst. Het VGM-dossier bestaat uit een beschrijving van de risico s en de VGM-opvolging die verbonden zijn aan je opleiding. Voor studenten van de Faculteit Sociale Wetenschappen zijn er geen specifieke risico s geformuleerd. Indien uit de risicoanalyse van de werkplaats zelf blijkt dat er ook aan het uitvoeren van de stageactiviteiten geen bijkomende risico s verbonden zijn, kan de stagebegeleider het VGM-dossier gewoon ondertekenen. Indien uit de risicoanalyse zou blijken dat er wel bijkomende VGM-risico s voorkomen bij het uitvoeren van de activiteiten, dan moet de organisatie de KU Leuven hiervan op de hoogte brengen via aanduiding op het VGM-dossier. De organisatie vermeldt tevens op het VGM-dossier welke preventiemaatregelen worden georganiseerd voor deze bijkomende VGM-risico s. Indien een bijkomend risico aanleiding geeft tot gezondheidstoezicht, wordt dit uitgevoerd door de onderwijsinstelling, tenzij anders aangeduid op het VGM-dossier. Als de organisatie nalaat het VGM-dossier te ondertekenen of terug te sturen, gaat de KU Leuven er vanuit dat er geen bijkomende risico s voor jou aan de stage verbonden zijn. Indien medische opvolging vereist is, moet je bij aanvang van de stage over een formulier voor gezondheidsbeoordeling beschikken. Wanneer dit niet het geval is, kan de je de stage niet starten. Zodra de stage aanvangt dus niet vanaf het moment van ondertekening van het stagecontract ben je verzekerd. Deze verzekering blijft lopen tot en met de laatst vermelde dag op het stagecontract. Lees zeker de reglementering rond die verzekering door de universiteit even na. Een link naar deze reglementering vind je terug op de website. Stages zijn altijd onbezoldigd. De stageaanbieder kan wel beslissen om bepaalde kosten te vergoeden. De verantwoordelijkheid ligt dan bij jou, in overleg met de organisatie in kwestie. Wanneer je een trein- of busabonnement nodig hebt voor de duur van je stage, dien je dit aan te vragen op de studentenadministratie bij stageadministrator Kristel Vanhees.

9 Elke stagiair dient bij aanvang van de stage ten slotte een evaluatierapport aan de stagebegeleider af te geven op papier. De student vult de gegevens op de eerste pagina zelf al in en drukt dit document dan af. De stagebegeleider vult dit dan tussentijds en bij afronding van de stage in en wordt geacht deze evaluatie telkens met jou te bespreken. Stagiairs die een attest voor de NMBS of De Lijn nodig hebben voor de duur van hun stage dienen twee attesten aan te vragen. Die twee documenten leg je dan voor aan een loket bij de NMBS om je abonnement te verkrijgen. Het eerste moet je aanvragen via deze site: Het tweede vraag je vervolgens aan bij stage administrator Kristel Vanhees. Je stuurt haar hiervoor een mailtje met de volgende informatie : - Naam + voornaam student - Studentnummer - Opleiding - Stageplaats - Periode stage - Thuisadres - Kotadres 4.6 Evaluatie door de stageplaats: Na één derde van je stageperiode maakt de stagebegeleider een tussentijdse, formatieve evaluatie op in het evaluatierapport. Hierin kan de stagebegeleider een aantal werkpunten formuleren, hetgeen je toelaat daar in het verdere verloop van de stage aan te werken. De stagebegeleider wordt geacht deze tussentijdse evaluatie ook met jou te bespreken, zodat je weet wat je goed doet en waaraan nog kan worden gewerkt. Dit gebeurt ten laatste vrijdag 25 november. Wanneer dit niet gebeurt, aarzel dan niet om hier zelf om te vragen. Neem ook los van het evaluatiedocument doorheen je stage voldoende initiatief om feedback te vragen of bezorgdheden te uiten. Stagebegeleiders in de communicatiesector zijn vaak drukbezet, aarzel dus niet om zelf op hen af te stappen wanneer nodig. Na afloop zal de stagebegeleider het evaluatierapport definitief invullen. Dit eindrapport telt uiteindelijk mee voor 6 punten van de totale beoordeling. De stagebegeleider wordt gevraagd een punt op tien te geven op basis van de criteria vermeld in het evaluatieformulier. Dit punt zal naderhand worden herleid naar een score op 6. De stagebegeleider wordt geacht de finale evaluatie met jou te bespreken. Aarzel echter niet om hiernaar te vragen wanneer dergelijke evaluatie naar het einde van je stage nog niet heeft plaatsgevonden. Dit evaluatierapport wordt na de stageperiode tegelijk met het stagerapport ingediend bij de stagecoördinator. De stageplaats kan het formulier zelf via of post bezorgen aan de

10 stagecoördinator maar je bent zelf ten allen tijde verantwoordelijk voor het tijdig indienen van beide documenten. 4.7 Tussentijds verslag Kort nadat je de tussentijdse evaluatie van je stagebegeleider hebt ontvangen, dien je een tussentijds verslag in bij Eva Koppen. Dit tussentijds verslag is een voorbereiding op het stagerapport, geeft ons de mogelijkheid feedback te geven tijdens je stageperiode en stimuleert je om even stil te staan bij het verloop van je eerste werkervaring. Dit tussentijds verslag wordt via mail bezorgd aan Eva Koppen tegen ten laatste maandag 28 november. Je ontvangt hierop feedback van de stagepromotor tegen ten laatste vrijdag 2 december. Hou rekening met deze feedback voor het verdere verloop van de stage en voor de uitwerking van het stagerapport. Het tussentijds rapport telt mee voor 2 van de 20 te behalen punten en wordt beoordeeld door de academisch verantwoordelijke van de stage, prof. dr. An-Sofie Claeys. 4.8 Evaluatie door de stagiair: Je zal ook zelf de stage evalueren via een vragenlijst. Dit laat ons toe eventuele problemen met de stage vanuit jouw perspectief te detecteren en de kwaliteit van de stageplaatsen in de databank jaar na jaar te evalueren. Na afloop van de stage vul je daarom zo snel mogelijk de online vragenlijst in die je terugvindt bij documenten op het stageportaal. Wanneer je dit hebt gedaan, breng je de stagecoördinator via op de hoogte. 4.9 Het stagerapport: Als sluitstuk dien je het finale stagerapport in. Hierin breng je verslag uit van de uitgevoerde activiteiten met de nodige zin voor zelfreflectie. Daarnaast moeten in dit verslag verbanden worden gelegd tussen de verworven academische kennis en de stage. Het stagerapport telt mee voor 12 van de 20 te behalen punten en wordt beoordeeld door de academisch verantwoordelijke van de stage, prof. dr. An-Sofie Claeys. Dit finale rapport wordt uiterlijk tegen 9 januari ingeleverd bij stagecoördinator Eva Koppen via mail én op papier. De papieren versie wordt op een verzorgde manier gebundeld en ingediend in een daarvoor voorziene doos bij de postvakjes van de opleiding Communicatiewetenschappen op de vierde verdieping. 5 Leerdoelen Tijdens de stage wordt verwacht dat je een aantal doelstellingen realiseert, die worden leerdoelen genoemd. In wat volgt worden de vier leerdoelen geformuleerd die door elke student Communicatiewetenschappen tijdens het verloop van een stage dienen te worden bereikt. De leerdoelen worden hier algemeen geformuleerd, maar de invulling zal verschillen naargelang de stageplaats en de specifieke functie. Herformuleer voor de start van je stage de vier leerdoelen en pas ze meer concreet toe op je eigen stage. Je kan je hiervoor baseren op je sollicitatiegesprek met de

11 stagebegeleider. Deze leerdoelen worden voor de stage toegevoegd aan het contract. Bij het indienen van de draftversie van het contract worden niet alleen je beoogde taken maar ook je zelf geformuleerde leerdoelen door ons nagekeken. Doordat je stagebegeleider het contract met daarin de leerdoelen ondertekent, bevestigt hij/zij dat de leerdoelen gelezen en goedgekeurd werden. In het tussentijds verslag en in het stagerapport zal je bovendien in één onderdeel expliciet naar elk van de vier leerdoelen terugkoppelen. Je herneemt daar de door jou geformuleerde leerdoelen en licht toe in welke mate je deze al dan niet hebt behaald. De vier algemene leerdoelen die je herformuleert en expliciteert op basis van jouw specifieke stage, zijn de volgende: Leerdoel 1: Het toepassen van gevorderde communicatiewetenschappelijke kennis en diepgaand inzicht in één van de specialisatiedomeinen in de praktijk. Dit gebeurt zowel bij het uitoefenen van de stage, het toepassen van academische kennis, als achteraf, door middel van een academische reflectie op de praktijkwerkzaamheden Pas dit leerdoel concreet toe op je eigen stage door te duiden uit welke concrete opleidingsonderdelen je verwacht kennis te halen die nodig is voor je stage en waarom. Hou daarbij rekening met zowel de meer algemene opleidingsonderdelen uit de bachelor als de meer praktijkgerichte opleidingsonderdelen uit de master Daarnaast kan je aangeven op welke manier je verwacht dat je academische opleiding in het algemeen een voorbereiding kan vormen voor de stage (bv. zelfstandig werken). In het stagerapport licht je naderhand toe in welke mate je deze of andere opleidingsonderdelen effectief hebt toegepast en hoe. Leerdoel 2: Het uitbreiden van communicatiewetenschappelijke kennis, meer bepaald het verwerven van praktische vaardigheden Bijvoorbeeld mondeling en schriftelijk rapporteren, een communicatieplan opstellen, persberichten schrijven, research doen voor tv-programma s, Leerdoel 3: Het kritisch beoordelen van het eigen functioneren, van je collega s en van de stageplaats. Wat het eigen functioneren betreft is het van belang dat de stagiaire naast het toelichten van eigen initiatieven en verwezenlijkingen ook door middel van zelfreflectie nagaat wat beter kon en waarom. Wat het functioneren van de stageplaats betreft is het bijvoorbeeld mogelijk om formele en informele beleidslijnen te benoemen en evalueren evenals organisatorische kenmerken, strategisch handelen en in of externe communicatie. Voor de stage is het van belang stil te staan bij eventuele uitdagingen die je zal moeten trachten te overwinnen tijdens de stage (bv. gebrek aan zelfvertrouwen, zin voor initiatief) en bij manieren waarop je zal proberen om tijdens je stage je functioneren te beoordelen (bv. feedback vragen). Na de stage licht je toe hoe dit concreet is verlopen en dien je het eigen functioneren en dat van de stageplaats kritisch te beoordelen. Leerdoel 4: Het opbouwen van een communicatiewetenschappelijk netwerk, zowel binnen als buiten de stageplaats, dat bij de start van je loopbaan van belang kan zijn. Hoe zal je tijdens de stage een

12 netwerk uitbouwen (bv. al op voorhand even contact nemen met relevante collega s, lunchen met collega s, collega s volgen op Twitter, deelnemen aan activiteiten) en na de stage dit netwerk onderhouden (bv. tijdens de weekends af en toe bijspringen, collega s toevoegen op LinkedIn)? 6 Het stagerapport Het stagerapport dient te voldoen aan een aantal vormvereisten. Het rapport is tussen de 6000 en 7000 woorden, exclusief bibliografie en eventuele bijlagen. Het voorblad van het stagerapport dient het exacte woordenaantal te vermelden. De tekst moet worden opgesteld in een standaard lettertype (bijvoorbeeld Times New Roman 12), met anderhalve interlinie en met normale marges. Indien relevant kan de bijlage illustraties van het uitgevoerde werk omvatten (bv. een artikel dat werd geschreven tijdens de stage). In bijlage en in het rapport mogen indien je dat wenst ook foto s van de stage geplaatst worden. Het rapport omvat verplicht de onderstaande elementen: 6.1 Omschrijving van de stageplaats en van de eigen functie (2 punten): Omschrijf de activiteiten van je stageplaats en de marktpositie ten opzichte van gelijkaardige organisaties in termen van zowel de inhoudelijke activiteiten, doelgroep en concurrentiepositie. Geef daarnaast een korte beschrijving van de interne structuur van de stageplaats, jouw plaats in de structuur en je functie (bv. interne communicatie, redactie, productieassistent). 6.2 Omschrijving van de eigen taken (2 punten): Leg uit welke taken je tijdens de stage hebt uitgevoerd. Dit gebeurt niet aan de hand van een dagboek, al kan het voor deze opdracht nuttig zijn tijdens de stage een dagboek bij te houden. Hier is het echter de bedoeling dat je een opdeling maakt van het soort taken dat je diende uit te voeren (bv. sociale media van een organisatie updaten, de nieuwsbrief opstellen, ) of van verschillende projecten waaraan je hebt gewerkt (bv. verschillende events of tv-programma s). Voorzie per taak of project een tussentitel zodat het geheel overzichtelijk blijft. Per soort taak beschrijf je hoe je die concreet hebt ingevuld. Een stage is een leerproces en de omschrijving van de taken moet dit leerproces voldoende reflecteren. Wat verliep goed, wat verliep minder goed, wat had je anders kunnen aanpakken, wat heb je geleerd, enz.? Vertel hier dus niet louter wat je takenpakket was, maar reflecteer kritisch over je eigen inbreng. 6.3 Essay (5 punten): Hoewel je in de evaluatie van het eerste leerdoel de link moet leggen tussen de verschillende uitgevoerde taken en de opleiding, dien je daarnaast ook één case grondig wetenschappelijk uit te werken. Daar waar je bij de terugkoppeling naar het eerste leerdoel de volledige stage zal koppelen aan de verschillende opleidingsonderdelen en cursussen, moet je in dit luik één specifieke taak of één specifiek element van je stage aan zelf gezochte wetenschappelijke literatuur linken. Dit onderdeel van

13 het stagerapport is minimum 1500 en maximum 2500 woorden lang. Het essay telt mee voor 5 van de 12 punten voor het stagerapport. Stel dat je bijvoorbeeld tijdens je stage een intern communicatieproject moest uitwerken dat tot doel had het engagement van werknemers te verhogen, dan kan je deze specifieke case uit je stage verder uitdiepen door terug te koppelen naar de academische literatuur over interne communicatie en engagement. Je kan je hiervoor baseren op zowel boeken uit de facultaire bibliotheek als op wetenschappelijke artikels. Dit kunnen boeken of artikels zijn waarnaar werd verwezen in de cursus, maar voor deze opdracht word je geacht (ook) zelf voldoende recente en relevante wetenschappelijke literatuur over dat onderwerp te raadplegen. Dit doe je zowel tijdens de stage om je beslissingen bij die taak te onderbouwen en te beargumenteren als naderhand om te reflecteren (Heb ik de literatuur in de uitvoering van mijn taak gevolgd; had dit het beoogde effect; waarom wel of niet?). Hiervoor ga je zelf op zoek naar wetenschappelijke literatuur die betrekking heeft op die specifieke taak of dat specifieke probleem waarmee je tijdens je stage werd geconfronteerd. In de tekst zelf en in de bibliografie op het einde van het stagerapport verwijs je naar de geraadpleegde wetenschappelijke literatuur volgens APAreferentiestijl. De keuze van de case is vrij, maar moet betrekking hebben op een communicatiewetenschappelijk issue. Dit onderwerp kan gelinkt zijn aan je masterproef. Als je later een specifieke richting wil uitgaan in het werkveld dan kan het interessant zijn om in functie daarvan zowel een onderwerp voor je masterproef als je stage te kiezen. Indien dat zo is, dan kan het nuttig zijn het thema van je masterproef diepgaand te toetsen aan de praktijk in dit essay. Concreet kan het gaan over ofwel de uitvoering van een taak (bv. het opstellen van een communicatieplan, het gebruik van sociale media voor bedrijfscommunicatie, een reclamecampagne), maar bijvoorbeeld ook over problemen met betrekking tot de industrie waar je rechtstreeks mee in aanraking kwam voor de uitvoering van je stage (bv. de impact van marketing op journalistieke vrijheid, ethische kwesties waarmee je tijdens de stage werd geconfronteerd, het effect van tv-programma s op het publiek, beeldvorming). In je stagerapport baken je duidelijk de taak of het onderwerp waarop het essay betrekking heeft af en geef je aan a) wat over deze taak, opdracht, dit probleem, wordt geschreven in de wetenschappelijke literatuur, b) hoe je bij de uitvoering van die taak rekening hebt gehouden met de literatuur en c) hoe je het uiteindelijke resultaat van die uitvoering kan terugkoppelen naar de literatuur. Als het gaat om een breder probleem en niet zozeer om een uitgevoerde taak, dan a) geef je aan wat hierover al is geschreven en onderzocht in de wetenschappelijke literatuur, b) koppel je de literatuur aan je ervaring binnen de organisatie en c) reflecteer je op basis van die literatuur over mogelijke oplossingen en/of evoluties naar de toekomst toe. Het essay wordt beoordeeld op de mate waarin een gepast overzicht wordt gegeven van de relevante wetenschappelijke literatuur en de manier waarop deze literatuur werd toegepast op de eigen stage.

14 6.4 Evaluatie van de leerdoelen (cf. supra) (3 punten): Evalueer kritisch tot op welke hoogte je elk van de vier vooraf opgestelde leerdoelen hebt behaald. Voor het eerste leerdoel beschrijf je hoe je de uitgeoefende taken en eventueel de stageplaats zelf kan linken aan de verschillende opleidingsonderdelen en aan de opleiding in zijn geheel. Verwijs hierbij naar de relevante cursussen die je al hebt gekregen en licht dit voldoende toe. Zeg dus niet louter welke aspecten van de stage je met welk opleidingsonderdeel kan linken, maar leg ook uit waarom en waar mogelijk hoe je bepaalde theorieën of modellen in de praktijk hebt gebracht. Denk daarbij na over zowel de meer algemene opleidingsonderdelen uit de bachelor als over de meer praktijkgerichte opleidingsonderdelen uit de master. Wat die laatste betreft moet je zo concreet mogelijk duiden hoe je deze kennis in de praktijk hebt omgezet. Denk verder na over de manier waarop de opleiding in het algemeen heeft bijgedragen tot je voorbereiding op het werkveld (bv. kritisch denken). Wat het tweede leerdoel betreft, beschrijf je welke praktische vaardigheden, relevant voor je opleiding tot communicatiewetenschapper, je tijdens de stage hebt opgedaan. In de derde plaats evalueer je het eigen functioneren in de organisatie. Hier is het van belang voldoende zelfreflectie aan de dag te leggen. Ten slotte leg je uit hoe je getracht hebt tijdens de stage een netwerk op te bouwen waarop je in je verdere loopbaan zou kunnen terugvallen en op welke manier je dit netwerk in de nabije toekomst kan onderhouden of uitbreiden. Uiteraard moet je bij het voltooien van de stage elk leerdoel in voldoende mate hebben bereikt. In het stagerapport komt het er echter vooral op aan een genuanceerd beeld te schetsen van de mate waarin en de manier waarop je deze leerdoelen hebt bereikt. Verduidelijk dus gerust wat aanvankelijk minder goed was, wat blijvende werkpunten zijn, hoe je dit gaat proberen te verwezenlijken, wat je meeneemt naar de toekomst, enz. 6.5 Referentielijst: Wanneer je wetenschappelijke of andere bronnen vermeldt in de tekst, dien je hier correct (APAreferentiestijl) naar te verwijzen. In een bibliografie achteraan het stagerapport haal je opnieuw al deze bronnen aan. Verwijs niet alleen correct naar de wetenschappelijke bronnen aangehaald in het essay, maar ook naar eventuele informatie (bv. websites) die je hebt geraadpleegd over de stageplaats en naar de cursussen. 7 Tussentijds verslag Ter voorbereiding van het finale stagerapport dien je na één derde van de stage een tussentijds verslag in. Op die manier krijgen wij de kans om tussentijds feedback te geven op dat eindrapport en je voorlopige aanpak van de stage. Het tussentijds rapport geeft jou dan weer de mogelijkheid om even stil te staan bij het verloop van de stage en om je voor te bereiden op het finale verslag. De tekst moet worden opgesteld in een standaard lettertype (bijvoorbeeld Times New Roman 12), met anderhalve

15 interlinie en met normale marges. De maximale lengte bedraagt twee bladzijden (exclusief titelpagina en referentielijst). Het tussentijds verslag omvat concreet drie verplichte onderdelen: 7.1 Voorlopige omschrijving van het takenpakket Beschrijf kort je functie, het takenpakket dat je werd toebedeeld, de taken die je reeds hebt uitgevoerd en de manier waarop je dat hebt gedaan. Zorg daarbij voor voldoende zelfreflectie en blik vooruit. Wat heb je al goed of minder goed gedaan, waaraan moet je werken en hoe zal je dat aanpakken? Indien je het gevoel hebt dat het takenpakket of de begeleiding helemaal niet aan de verwachtingen voldoen, kan je dit ook aangeven in het tussentijds verslag. Bij eventuele dringende opmerkingen, vragen of problemen neem je echter best zo snel mogelijk contact op met de stagecoördinator. 7.2 Tussentijdse evaluatie van de leerdoelen Beschrijf kort in hoeverre de door jou vooropgestelde leerdoelen reeds zijn gehaald, waaraan je nog moet werken en hoe je dat concreet zal aanpakken. Verwerk hierin waar nodig ook de opmerkingen die je van de stagebegeleider kreeg bij je tussentijdse evaluatie. Het is hier niet de bedoeling dat je de leerdoelen uit je contract eerst letterlijk herhaalt en nadien evalueert. Gezien het tussentijds verslag slechts twee bladzijden mag bedragen, start je hier meteen met de concrete evaluatie van de leerdoelen. 7.3 Eerste aanzet tot het essay Licht hier zo concreet mogelijk toe welk onderwerp je wil behandelen in je essay. Bespreek dit thema al kort in relatie tot de stage en geef op die manier al een eerste aanzet tot het uiteindelijke essay. Gebruik hiervoor al minstens vijf wetenschappelijke referenties die geen deel uitmaken van de cursussen. Zorg ervoor dat deze referenties relevant en van degelijke kwaliteit zijn. Door middel van deze drie elementen (het onderwerp, de eerste aanzet en de voorlopige referenties) kunnen we concreet feedback geven en je verder op weg helpen voor het essay. 8 Stages in het buitenland Ook stages in het buitenland zijn toegestaan. Deze optie is echter minder vanzelfsprekend dan een stage in België. Zo zijn er weinig buitenlandse bedrijven in de stagedatabank en zal je dus waarschijnlijk zelf op zoek moeten gaan naar een stageplaats. Aangezien de kwaliteitscontrole moeilijker is voor buitenlandse stageplaatsen, geldt hiervoor noodzakelijkerwijs ook een strengere aanvraagprocedure (zie 8.1). Daarnaast zijn er een aantal praktische nadelen verbonden aan een buitenlandse stage. De stageperiode van zes weken maakt dat het moeilijk kan zijn om huisvesting te vinden. Daarnaast kan die relatief korte periode ertoe leiden dat buitenlandse organisaties minder geïnteresseerd zijn omdat

16 ze soms een langere inlooptijd behoeven. Ten slotte is de periode te kort om in aanmerking te komen voor de meeste beursmogelijkheden. Indien je echter gebrand bent op een goed voorbereide en kwalitatieve stage in het buitenland, vind je hieronder meer informatie. 8.1 Op zoek naar een stageplaats Wie geïnteresseerd is in een buitenlandse stage kan in eerste instantie op zoek gaan in de databank via de zoekterm internationaal. Dit trefwoord staat bij buitenlandse stageplaatsen, maar ook bij stageplaatsen waarbij het internationale karakter sterk aanwezig is of waarbij je sowieso zal moeten samenwerken met contactpersonen uit het buitenland. De stageplaatsen in de databank die zich werkelijk in het buitenland zijn echter schaars. Daarom is de kans groot dat je zelf een stageplaats zal moeten zoeken. Het is sterk aan te raden hierbij vooral rekening te houden met de sector en het soort bedrijf waarin je terecht zal komen en eventueel ook de taal die je zal gebruiken. Laat de kwaliteit van je stage primeren boven de locatie die je mogelijks in gedachten had. Je zal immers in de eerste plaats naar het buitenland gaan om er zes weken intensief mee te draaien in een organisatie. Houd bij de zoektocht naar een stageplaats in het achterhoofd dat organisaties die zelf actief op zoek gaan naar stagiairs meestal niet de meest geschikte stageplaatsen zijn. Het zijn vaak organisaties die sterk op stagiairs zijn aangewezen om hun werking draaiende te houden. In dat soort organisaties is de begeleiding vaak minimaal en leer je dus niet altijd voldoende bij. Idealiter kies je dus zelf een organisatie om er daarna contact mee op te nemen, in plaats van te kijken welke organisaties graag stagiairs aanwerven. Stageplaatsen bij multinationals die ook een vestiging hebben in België of andere bedrijven waarmee er enige vertrouwdheid is in eigen land, genieten omwille van de mogelijkheid tot kwaliteitscontrole de voorkeur. Wanneer je een stageplaats gevonden hebt, bezorg je de stagecoördinator via mail een grondige motivatie voor je keuze, een uitgebreide omschrijving van de activiteiten van de organisatie, een uitgebreide omschrijving van de taken die je er zal uitvoeren en de cv van je stagebegeleider met contactgegevens. Dit doe je ten laatste op 30 september Gezien we voldoende tijd moeten krijgen om de kwaliteit van die stageplaats te controleren, raden we je echter aan dit al veel vroeger te laten weten. Voor stageplaatsen in het buitenland gelden sowieso de vereisten (zie 4.2) die voor binnenlandse stageplaatsen gelden. Toets dus zelf zeker af of deze van toepassing zijn op organisatie van jouw keuze. Ook het onbezoldigd karakter van de stage dient gewaarborgd te worden. 8.2 Administratieve processen Wat de stage zelf betreft, gelden dezelfde administratieve processen als bij een binnenlandse stage. Wel wordt er voor anderstalige stages aangeraden om een Engelse versie van het modelcontract te gebruiken. Het contract betreft het contract voor een verplichte studiestage met interactie met de

17 organisatie en kan je downloaden via deze pagina mst.html. Verder zal je extra administratieve processen moeten doorlopen in verband met je buitenlandse verblijf. Zo zal je sowieso de aanvraagprocedure voor een studieperiode in het buitenland ( moeten doorlopen. Vooraleer je deze procedure kan starten dien je op de hoogte te zijn van een heel aantal concrete zaken (bij welke organisatie ga je stage lopen, in welke stad, wat zijn je geplande vervoersmiddelen, ). De stage dient dus reeds een concrete vorm te hebben aangenomen vooraleer je de procedure opstart. Je contract zal je echter pas volledig in orde kunnen brengen na het doorlopen van de procedure. Pas na goedkeuring van je aanvraag zal stageadministrator Kristel Vanhees de contracten kunnen tekenen. Voor alle verdere info rond administratieve en praktische zaken (verzekering, beurzen, ) kan je terecht op deze pagina: 9 Overgangsmaatregelen academiejaar Vanaf het academiejaar kan je als student Communicatiewetenschappen niet langer stage lopen in de derde fase van de bachelor maar wel in de masteropleiding. Dit impliceert dat studenten uit de bachelor Communicatiewetenschappen die tijdens dit academiejaar de vernieuwde masteropleiding volgen, mogelijks al een stage hebben gelopen binnen de opleiding Communicatiewetenschappen. Deze studenten wordt aangeraden alle informatie met betrekking tot de stages en het stagerapport die in de stagefolder staat vermeld, grondig na te lezen aangezien er belangrijke verschillen zijn tegenover vorig jaar. Daarnaast kan de overgang bij die studenten een aantal vragen oproepen met betrekking tot eventuele overgangsmaatregelen. Hieronder worden antwoorden op een aantal veelvoorkomende vragen in verband met deze overgangsmaatregelen geschetst: - Is een stage in de derde fase van de bachelor (Stage 1 of Stage 2 genoemd) nog mogelijk? Alleen studenten die bij aanvang van het academiejaar reeds 100pt behaald hadden, mogen in uitzonderlijk S0F04A Stage 2 (in het tweede semester) opnemen. Dit OPO is echter niet boekbaar voor studenten. Studenten die beantwoorden aan de voorwaarden en nog stage wensen te doen, nemen contact op met hun ISP-verantwoordelijke, Nikki Decoster. Bij haar ligt eveneens een lijst ter inzage van de studenten die aan de voorwaarde van 100pt beantwoorden. - Kan ik een vrijstelling krijgen voor de stage in de master aangezien ik in de bachelor al een stage liep? Studenten die tijdens hun bacheloropleiding met succes een stage hebben voltooid, krijgen in de masteropleiding geen vrijstelling voor de Masterstage. De Masterstage is een nieuw

18 opleidingsonderdeel waarbij je wordt geacht de kennis die je hebt vergaard tijdens zowel de bachelor als master nog diepgaander toe te passen in de praktijk. - Kan ik tijdens de master opnieuw stage lopen bij mijn stageplaats uit de bachelor? Het is niet mogelijk om in de masteropleiding op dezelfde plaats stage te lopen als in de bachelor. Studenten die omwille van deze overgang de kans krijgen om twee keer stage te lopen, moeten deze opportuniteit ten volle benutten om een nieuwe ervaring op te doen en hun blik te verruimen. De bedoeling is dat je tijdens deze masterstage niet alleen meer gevorderde kennis en diepgaand inzicht praktisch gaat toepassen in vergelijking met de bachelor, maar eveneens dat je een andere praktijkervaring opdoet. Dit kunnen we enkel garanderen indien je stage loopt op een nieuwe stageplaats. Bovendien is dit een opportuniteit om een extra ervaring aan je cv toe te voegen. Indien je er op gebrand bent in dezelfde sector of in de organisatie van je bachelorstage terecht te komen na afstuderen, kan het raadzaam zijn om voor de master een andere stageplaats binnen die sector te kiezen of bij een bedrijf dat gelinkt is aan die organisatie (bv. een dag of weekblad van de zelfde uitgeverij, een dag of weekblad met dezelfde doelgroep). Op die manier biedt de masterstage een grote meerwaarde bij het betreden van de arbeidsmarkt. Indien je toch graag opnieuw stage loopt in dezelfde organisatie, kan je wel steeds een vrijwillige stage overwegen. Ook vrijwillige stages verlopen via de Faculteit, voor alle informatie over deze stages kan je terecht bij stageadministrator Kristel Vanhees.

19 10 Overzicht deadlines Deadline Wanneer? Wat? Hoe? Eerste vrijdag academiejaar 30/09 Aanvraag eigen voorstel stageplaats of wijziging periode Mailen naar Vierde maandag academiejaar 17/10 Draftversie contract inleveren Mailen naar Vijfde maandag academiejaar 24/10 Feedback contract door begeleiding Via mail Twee weken voor aanvang stage 31/10 Definitief contract + VGMdossier inleveren Bij Kristel Vanhees op het studentensecretariaat Na 1/3 e van de stage 25/11 Tussentijdse evaluatie met stagebegeleider Op de stageplaats Drie dagen na 1/3 e van de stage Vier dagen na inlevering tussentijds verslag 28/11 Tussentijds verslag inleveren Mailen naar stagescomwet@kuleuven.be én printversie bezorgen in lokaal /12 Feedback tussentijds verslag Via mail Laatste stagedag 23/12 Laatst mogelijke dag voor eindevaluatie met stagebegeleider Op de stageplaats 09/01 (sem. 2: 24/05, zomer: 31/08) Stagerapport + evaluatieformulieren inleveren Evaluatie door de student invullen Mailen naar stagescomwet@kuleuven.be én printversie bezorgen in lokaal Via Qualtrics

20 11 Contactgegevens Stagecoördinator Communicatiewetenschappen: Eva Koppen Faculteit Sociale Wetenschappen Parkstraat 45 bus 3603 Lokaal BE-3000 Leuven Tel: Telefonisch of per mail te bereiken. Spreekuur: Woensdag 14u30-16u30. Stageadministrator Communicatiewetenschappen: Kristel Vanhees Faculteit Sociale Wetenschappen Parkstraat 45 bus 3603 Lokaal (studentenadministratie) BE-3000 Leuven Tel: Telefonisch of per mail te bereiken. Stagepromotor Communicatiewetenschappen: Prof. dr. An-Sofie Claeys Faculteit Sociale Wetenschappen Parkstraat 45 bus 3603 Lokaal BE-3000 Leuven Voor meer inhoudelijke info met betrekking tot het stagerapport en het tussentijds verslag kan je de stagepromotor bereiken via mail. Een persoonlijke afspraak kan gemaakt worden via mail.