Financiering van nieuwe bedrijven Subsidies versus fiscaliteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Financiering van nieuwe bedrijven Subsidies versus fiscaliteit"

Transcriptie

1 Financiering van nieuwe bedrijven Subsidies versus fiscaliteit Johan Lambrecht, Wouter Broekaert en Wim Naudts Studiecentrum voor Ondernemerschap (SVO), EHSAL-K.U. Brussel Onderzoek in opdracht van Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid, Agentschap Economie Februari 2009

2 INHOUD LIJST VAN FIGUREN 4 LIJST VAN TABELLEN 4 TEN GELEIDE 5 SAMENVATTING 7 DEEL 1 LITERATUURSTUDIE DE KLASSIEKE STARTER: KENMERKEN EN FINANCIERINGSGEDRAG Kenmerken van de klassieke starter Financieringswijze van de klassieke starter Is kapitaal een startersbarrière? Hoe financieren nieuwe bedrijven hun start? Hoe evolueert de financieringswijze van starters? ROL VAN DE OVERHEID BIJ DE FINANCIERING VAN STARTERS Meer én beter ondernemerschap Overheidsbeleid als antwoord op markt- en overheidsimperfecties CONCRETE OVERHEIDSINSTRUMENTEN VOOR FINANCIERING VAN NIEUWE BEDRIJVEN Premies Afbakening Populariteit Voordelen Nadelen Vermindering van fiscale lasten Afbakening Populariteit Voordelen Nadelen Waarborgen Afbakening Populariteit Voordelen Nadelen 35 2

3 DEEL 2 EMPIRIE KWANTITATIEVE ANALYSE OVERHEIDSFINANCIERING STARTERS KWALITATIEVE ANALYSE: GESPREKKEN Werkwijze en procedures Waarom al dan niet financiële/fiscale overheidssteun verlenen aan traditionele starters? Waarom niet? Waarom wel? Aanvullende bedenkingen Hoe moet de financiële/fiscale steun eruitzien? Financiële steun en individuele begeleiding Fiscale steun Wat zijn de praktische modaliteiten van de overheidssteun? Bekendmaking Beschrijving en aanvraag van de steunmaatregel Wie verzorgt de begeleiding? Doelgroep Overzichtstabel 59 DEEL 3 BELEIDSAANBEVELINGEN 62 REFERENTIES 67 BIJLAGE: GESPREKSPARTNERS 72 3

4 LIJST VAN FIGUREN Figuur 1: Impact van starters op tewerkstelling 20 Figuur 2: Rechtvaardiging van overheidsfinanciering voor starters 21 Figuur 3: Aantal nieuwe bedrijven dat een Groeipremie aanvroeg en verkreeg 39 Figuur 4: Verdeling van het aantal ontvangers van een Groeipremie volgens aantal keer ontvangen steun 41 Figuur 5: Samenvattend schema 66 LIJST VAN TABELLEN Tabel 1: Financieringsbronnen voor de start van een nieuwe zaak (in procent) 15 Tabel 2: Percentage dat minstens eenmaal steun ontving volgens aantal aanvragen 40 Tabel 3: Aantal gesprekspartners per categorie 43 Tabel 4: Argumenten voor en tegen verschillende categorieën van begeleiders 57 Tabel 5: Resultaten van de interviews volgens gespreksthema en gespreksgroep 59 4

5 TEN GELEIDE De voorbije jaren ontwikkelde de Vlaamse overheid een aantal nieuwe instrumenten om de financiering van ondernemers te verbeteren. Denken we maar aan de ARKimedesregeling, het Vinnof, de Winwinlening en de Waarborgregeling. Op federaal niveau is er het Participatiefonds, dat een hele reeks kredietproducten inzet voor starters: Business Angel+, Initio, Starteo, Startlening, Een aantal van die overheidsinstrumenten legt op het eerste gezicht veeleer de nadruk op snelle groeiers (gazellen), sterk innovatieve of exporterende ondernemingen. Andere initiatieven, zoals de Waarborgregeling, richten zich dan weer op de kmo in het algemeen. De vraag stelt zich of het huidige financieringsinstrumentarium de financieringsnoden van de klassieke of traditionele starter afdekt, en of er behoefte is aan een nieuw instrument of aanpassing van een bestaand initiatief. Ook de traditionele starters zijn immers belangrijk voor het sociaal-economische weefsel. Zij zorgen mee voor een zuivering van de economie, wat onder meer de productiviteit en de economische groei ten goede komt. Uit de verschillende GEM-studies blijkt evenwel dat de oprichtingsgraad van nieuwe ondernemingen in ons land, internationaal vergeleken, relatief laag is. Dit onderzoeksrapport gaat na of fiscale dan wel financiële instrumenten doeltreffend zouden zijn voor de financiering van traditionele starters. Vervolgens wordt onderzocht of en hoe het financiële instrument nog een rol te vervullen heeft bij de ondersteuning van die traditionele starter. De antwoorden op die vragen moeten input leveren voor een debat over de inzet van het fiscale of financiële instrument ter ondersteuning van de economie. Daartoe heeft de opdrachtgever in eerste instantie nood aan een helikopter -nota. Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, duiken we eerst in de wetenschappelijke literatuur (deel 1). Daarna passeren onze empirische bevindingen de revue (deel 2). De literatuur en de eigen empirie leveren de ingrediënten op voor de formulering van concrete beleidsaanbevelingen (deel 3). We openen met een samenvatting, die de voornaamste bevindingen, de antwoorden op de onderzoeksvragen en de beleidsaanbeveling op een rijtje zet. 5

6 We richten een woord van oprechte dank tot iedereen die ons met raad en daad heeft bijgestaan. Een aantal personen en instellingen noemen we graag bij naam. Zonder hen was dit onderzoek niet mogelijk geweest. In de persoon van Bernard De Potter, Administrateur-generaal, danken we het Agentschap Economie voor de opdracht en het vertrouwen. We vernoemen de leden van het begeleidingscomité, die een opbouwend kritisch klankbord waren: Tim Ampe, Caroline Swyngedouw en Tom Tournicourt van het Agentschap Economie. Tot slot danken we in het bijzonder de 28 bevoorrechte getuigen die we konden interviewen. Zij maakten allen tijd vrij om aan ons te leren over de kenmerken van traditionele starters en over de inzet van fiscale en/of financiële instrumenten voor die groep. JOHAN LAMBRECHT, WOUTER BROEKAERT EN WIM NAUDTS Brussel, februari

7 SAMENVATTING Belangrijkste bevindingen uit de literatuur en de eigen empirie De doorsneestarter is 35 tot 44 jaar, is veeleer actief geweest in de bedrijfswereld en kiest voor een eenmanszaak in een zeer klassieke sector. Hij wordt ondernemer om zijn eigen baas te kunnen zijn. Hij wil geen snelgroeiend bedrijf, maar zijn passie voor een activiteit op een zelfstandige manier beoefenen (zogeheten lifestyle entrepreneur). Financiering vormt geen barrière om te starten. De klassieke starter financiert zijn nieuwe zaak vooral met eigen middelen en met een bankkrediet. Een aantal jaren na de start stijgt het aandeel van externe financiering (vooral bankleningen) in het financieringsbedrag. Het aandeel van bankschuld in de totale schuld is kleiner in vennootschappen die starten in industrieën met een hoge falingsgraad onder starters en waar de starter veel belang hecht aan controle. De uitgangspositie van een overheidsbeleid inzake ondernemerschap is dat meer en beter ondernemerschap maatschappelijk gewenst is. Een overheidsoptreden inzake ondernemerschap veronderstelt evenwel dat er door markt- en/of overheidsimperfecties minder en/of slechter ondernemerschap ontstaat dan maatschappelijk gewenst en dat de overheidstussenkomsten tot verbetering leiden. Informatieasymmetrie en de geringe vertrouwdheid van ondernemers met het gamma van financieringsmogelijkheden worden aanzien als imperfecties van de kapitaalmarkt. De wetenschappelijke literatuur voert weinig direct bewijs aan van het bestaan van een kapitaalkloof. Starters en ondernemers kunnen zelf aan de basis liggen van de kapitaalkloof. Zij staan weigerachtig tegenover externe financiering, omdat ze dan een stuk van de controle moeten prijsgeven. Uit onderzoek blijkt dat premies positieve effecten kunnen hebben voor starters (bijvoorbeeld hogere overlevingsgraad). Mogelijke nadelen zijn misallocatie van middelen 7

8 door het bevoordelen van grote projecten, het dode gewicht (de ondersteunde activiteit zou ook zonder de steun zijn gebeurd) en de administratieve rompslomp. Over de precieze impact van belastingvoordelen en waarborgregelingen op ondernemerschap zijn de onderzoeksresultaten niet eenduidig. Financiële overheidssteun voor de klassieke starter onder de vorm van een lening oogst veel bijval bij de 28 gesproken bevoorrechte getuigen. Het laat de starter toe om beter uit de startblokken te schieten. Bovendien verhelpt overheidskrediet het euvel dat commerciële banken het risico van starters te hoog inschatten en daardoor hoge interestvergoedingen en uitgebreide waarborgen vragen. Fiscale steun voor starters biedt geen soelaas, omdat zij in de beginjaren weinig of geen winst maken. Individuele begeleiding vóór en na de start worden wenselijk geacht. Ook een ondersteunend ondernemersklimaat wordt onontbeerlijk geacht, wat zich onder meer zou moeten vertalen in stiptere betalingen van de facturen door de overheid. Antwoorden op de onderzoeksvragen Kan het fiscale instrumentarium doelmatig worden ingezet voor klassieke starters? Fiscale steun voor klassieke starters biedt geen soelaas, omdat zij in de beginjaren weinig of geen winst maken. Of en hoe heeft het subsidie-instrument nog een rol te vervullen bij de ondersteuning van klassieke starters? Het geven van subsidies aan klassieke starters wordt best vermeden. Zij kunnen mensen in het zelfstandig ondernemerschap duwen, wat indruist tegen de doelstelling van betere starters. Subsidies vergen immers minder engagement en minder persoonlijke verantwoordelijkheid van de starter, aangezien zij niet moeten worden terugbetaald. Ten 8

9 slotte gaan subsidies vaak gepaard met administratieve formaliteiten, die de werkelijk behoeftige starters kunnen afschrikken en veeleer koren op de molen zijn van subsidiologen. Biedt een geïntegreerde portfolio van een waarborg, een achtergestelde lening en een startersubsidie een meerwaarde? Een doeltreffende overheidsmaatregel voor klassieke starters veronderstelt dat die uitblinkt in eenvoud. Een geïntegreerde portfolio van financiële instrumenten voldoet niet aan die voorwaarde, omdat die steun te complex maakt. Er wordt gepleit voor een andere geïntegreerde portfolio, namelijk een achtergestelde lening die wordt gekoppeld aan individuele begeleiding. Beleidsaanbeveling Op basis van de literatuurstudie en de eigen empirie formuleren de onderzoekers volgende beleidsaanbevelingen: Verstrek een achtergestelde overheidslening aan traditionele starters met een levensvatbaar project en koppel daar als voorwaarde verplichte individuele begeleiding aan gedurende 5 jaar na de start. Ook individuele begeleiding vóór de start, onder meer bij de opstelling van het ondernemingsplan, verdient aanbeveling. Voorzie eveneens in een achtergesteld overheidskrediet met verplichte individuele begeleiding voor ondernemers in moeilijkheden die doorstartpotentieel hebben. 9

10 DEEL 1. LITERATUURSTUDIE 10

11 1. DE KLASSIEKE STARTER: KENMERKEN EN FINANCIERINGSGEDRAG Er bestaan heel wat mythes over ondernemers (Shane, 2008). Ondernemers zouden een zeldzame soort zijn, een genie dat wordt geboren, niet gevormd. Een ondernemer roept bij sommigen het beeld op van iemand die bij de start miljoenen euro s risicokapitaal ophaalt voor de ontwikkeling van een nieuw product. Hij wil zijn bedrijf groter en groter maken, het naar de beurs brengen en zeer vermogend worden. De doorsneeondernemer verschilt evenwel zeer sterk van dat stereotiepe beeld. Daarom zetten we eerst de voornaamste kenmerken van een typische starter op een rijtje. Die kenmerken leiden tot een beter begrip van de manier waarop de doorsneestarter zijn nieuwe zaak financiert. Die financieringswijze komt in de tweede sectie aan bod. 1.1 Kenmerken van de klassieke starter Ten eerste zijn er de persoonsgebonden kenmerken van een doorsneestarter. Hij vangt zijn zelfstandige activiteit aan op de leeftijd van 35 tot 44 jaar en is veeleer werkzaam geweest in de bedrijfswereld. Diegenen met managementervaring of ervaring met het superviseren van anderen hebben meer kans om een eigen zaak op te richten. Zo vonden Kim, Aldrich en Keister (2006) in de Verenigde Staten dat iemand met tien jaar managementervaring twee keer meer kans heeft om een zaak te starten. Vroegere ervaring als starter heeft dan weer een negatieve impact. Iemand met starterservaring heeft 50 procent minder kans om een nieuwe start uit te proberen dan iemand zonder starterservaring. Een mogelijke verklaring is dat die ex-starters ontmoedigd zijn om nog eens uit de startblokken te schieten. Diegenen die nu eigenaar van een bedrijf of zelfstandige zijn, hebben wel meer kans om kandidaat-starter te zijn (drie tot zes keer meer kans). Ook Lambrecht (2005) stelde vast dat de kans op het opnieuw oprichten van een bedrijf stijgt wanneer de ondernemer nog eigenaar is van een bedrijf. Kim e.a. (2006) namen geen invloed van cultureel kapitaal, zoals ervaring met ondernemende ouders, waar. Daaruit zou kunnen worden afgeleid dat ouders-ondernemers verkiezen dat hun kinderen een andere carrière volgen, die niet gepaard gaat met de kopzorgen van het starten en leiden van een eigen zaak. Het vooruitzicht van lange werkdagen en van financiële onzekerheid kan kinderen van zelfstandigen ervan weerhouden om in de voetsporen van hun ouders te treden. Uit een studie van Lambrecht, Van Liedekerke, de Guzman en Vanbruwaene (2004) bij kinderen van ondernemers blijkt dat zij meer het zelfstandig ondernemerschap overwegen als zij de zaak van hun ouders als succesvol ervaren. 11

12 Naast de persoonsgebonden kenmerken zijn er de drijfveren om zelfstandig ondernemer te worden. De typische starter kiest voor het zelfstandig ondernemerschap, omdat hij zijn eigen baas wil zijn en denkt te kunnen leven van zijn zelfstandige activiteit. Hij wil geen snelgroeiend bedrijf bouwen, maar zijn passie voor een activiteit op een zelfstandige manier beoefenen (zogeheten lifestyle entrepreneur). Een lifestyle firm zoekt waardecreatie, vooral via het genereren van nieteconomische voordelen (Chrisman, Chua en Litz, 2003). De grotere autonomie en flexibiliteit ten gevolge van de zelfstandige activiteit verklaren waarom zelfstandigen doorgaans een grotere werkvoldoening hebben dan werknemers. Die grotere werkvoldoening bij zelfstandigen doet zich voor, ondanks het feit dat ze meer uren werken, een lager inkomen hebben en een grotere inkomensvariabiliteit kennen (Lambrecht en Beens, 2003; Shane, 2008). Ten derde zijn er de bedrijfsgebonden kenmerken. De typische starter kiest voor een eenmanszaak in een zeer klassieke sector, zoals de bouw, de horeca of de kleinhandel (Shane, 2008). Hij opteert voor een van die sectoren, omdat hij daar een aantal jaren in heeft gewerkt en er dus enigszins vertrouwd mee is. Hij verkoopt gelijkaardige producten aan gelijkaardige klanten als zijn vroegere werkgever(s). Er is een duidelijk positief verband tussen het aantal nieuwe bedrijven in een sector en het aantal werknemers in die sector. Toch zijn er ook starters die kiezen voor een zelfstandige activiteit waarin ze weinig of geen werkervaring hebben. Zij laten dan hun keus vallen op activiteiten met relatief lage toetredingsdrempels (weinig startkapitaal en lage gemiddelde bedrijfsgrootte). Verder begint de typische starter in zijn woning en hij blijft daar meestal zijn zelfstandige activiteit uitoefenen. Starten in teamverband blijft veeleer de uitzondering. Wanneer er wel sprake is van een team, dan bestaat dat meestal uit de levenspartners (zogeheten copreneurial firms). 1.2 Financieringswijze van de klassieke starter We beantwoorden in deze sectie drie vragen: (1) is financieel kapitaal een startersbarrière, (2) hoe financieren nieuwe bedrijven zich en (3) hoe evolueert de financieringswijze van starters Is financieel kapitaal een startersbarrière? Kim e.a. (2006) stelden vast dat financieel kapitaal geen invloed heeft op de toegang tot ondernemerschap in de Verenigde Staten. Met toegang tot ondernemerschap wordt niet de succesvolle oprichting van een nieuw bedrijf bedoeld, maar wel de beslissing om te proberen te 12

13 starten (nascent entrepreneur). Mensen met een hoog netto-gezinsvermogen (waarde van de totale activa minus uitstaande schuld) of met een hoog gezinsinkomen (inkomen uit werk plus ontvangen overheidstransfers) hebben niet meer kans om te starten met een eigen zaak. Dat wil zeggen dat diegenen met een laag netto-gezinsvermogen of met een laag gezinsinkomen minstens evenveel kans hebben om te starten. Het onderzoeksresultaat van Kim e.a. weerlegt de theorie van liquiditeitsbeperkingen (liquidity constraints). Volgens die theorie vergt de start van een zaak een aanzienlijk kapitaal en is het ontbreken daarvan een barrière om te starten. Kim e.a. halen zes redenen aan voor de bevinding dat financiële middelen geen slagboom zijn op de weg naar het starten van een eigen bedrijf: (1) Het merendeel van de kandidaat-starters heeft weinig kapitaal nodig voor hun nieuwe zaak. Voor de doorsneestarter volstaat een beginkapitaal van minder dan euro (Shane, 2008). Het merendeel van de kmo s heeft een externe financieringsbehoefte van minder dan euro (gespreid over drie jaar) (Schwienbacher, 2009). (2) Twee derde van de kandidaat-starters ontwikkelt zijn zaak in de eigen woning, waardoor er minder behoefte is aan startkapitaal. (3) Weinig kandidaat-starters zoeken fondsen bij anderen. Ongeveer 60 procent van de starters gaat niet op zoek naar externe financiering (Shane, 2008). Nochtans is het precies de bereidheid om externe financiering te zoeken, die bepaalt of een nieuw bedrijf zal worden gefinancierd met externe middelen. Externe financiering vragen, verhoogt de kans dat het wordt verkregen. De belangrijkste reden waarom weinig starters externe financiering vragen, is dat hun nieuwe bedrijf weinig financiële middelen nodig heeft. (4) Er is geen verband tussen het netto-gezinsvermogen en het aanvragen of bekomen van een lening. Financiële instellingen verlenen eveneens krediet aan niet-vermogenden. Het bezit van een eigen woning en de inbreng van eigen middelen verhogen wel de kans op het aanvragen van een bankkrediet (Blumberg en Letterie, 2008). Beide factoren doen ook de kans stijgen dat de bank een krediet geeft. De bank laat zich in haar beslissing om een krediet te verstrekken meer leiden door de mogelijkheid om het uitgeleende bedrag te recupereren dan door signalen dat het nieuwe bedrijf kans op succes heeft. Georgellis en Wall (2006) onderzochten het verband tussen de bescherming tegen inbeslagname van de eigen woning bij faillissement en de graad van ondernemerschap (gemeten als het percentage van de bevolking op werkbekwame leeftijd dat een zaak bezit). Zij stelden een S- vormige relatie vast. Bij zeer lage (0 tot 20 procent) en zeer hoge (meer dan 60 procent) beschermingspercentages leidt een grotere bescherming van de eigen woning tegen 13

14 inbeslagname bij faling tot een daling van de ondernemerschapsgraad. Banken zijn dan minder geneigd om krediet toe te staan. Bij een bescherming tussen 20 en 60 procent zorgt een toename van de bescherming van de eigen woning voor meer ondernemerschap. Mensen voelen zich dan zekerder om de stap naar het ondernemerschap te zetten en die vermogensverzekering weegt zwaarder door dan de afkerigheid van de banken om krediet te geven. In België is sinds kort de eigen woning beter beschermd tegen inbeslagname in geval van faillissement. (5) Het democratiseringsproces om menselijk kapitaal (bijvoorbeeld opleiding) te verwerven, kan het belang van financiële middelen verminderen. (6) Structurele veranderingen in de omgeving, zoals het verspreiden van technische vernieuwingen, hebben nieuwe opportuniteiten gecreëerd die geen belangrijke financiële middelen vereisen. Ook Shane (2008) onderstreept dat vermogenden niet meer kans hebben om een nieuw bedrijf op te richten. Een uitzondering daarop zijn de 10 procent meest vermogenden (met een netto-vermogen van minstens euro). Als zij meer geld hebben, dan stijgt de kans dat ze een onderneming starten die diensten aan bedrijven verleent. Bij de anderen heeft het beschikken over meer geld geen invloed op het al dan niet starten van een bedrijf. Om na te gaan of een financieel tekort mensen ervan weerhoudt een zaak op te richten, hebben sommige onderzoekers getest of het ontvangen van een erfenis de kans verhoogt om een nieuw bedrijf te starten (Shane, 2008). Het ontvangen van een erfenis blijkt die kans niet te beïnvloeden Hoe financieren nieuwe bedrijven hun start? Een recente studie van de Artevelde Hogeschool bij 548 starters in België, in opdracht van het ondernemingsloket Eunomia, leert dat 77 procent eigen middelen in de nieuwe zaak stopte ( Starters vallen nog altijd over papierberg, 27 juni 2007). Ongeveer een vierde van de starters sloot een lening af bij een bank en één op de tien klopte bij familie of vrienden aan. Iets minder dan 2 procent gebruikte overheidssteun. Ook uit de START-enquête 2007 van het Steunpunt Ondernemen en Internationaal Ondernemen blijkt dat bijna alle starters (94,6 procent) in Vlaanderen eigen middelen inzetten voor hun nieuwe zaak (zie Tabel 1). De tweede voornaamste financieringsbron is een banklening. Kapitaal van de overheid en een overheidslening scoren het laagst (telkens door 0,6 procent van de starters aangeboord). Fournier (2008) stelde in een enquête bij 556 West-Vlaamse ondernemers vast dat de jonge ondernemers en bedrijven met weinig 14

15 werknemers het minste ervaring hebben met het aanvragen van subsidies. Ook in andere landen spreken starters nauwelijks overheidsfinanciering aan. Het aandeel van de overheidsfinanciering in de totale financiering van jonge ondernemingen (tussen 0 en 2 jaar oud) bedraagt 0,33 procent (Berger en Udell, 1998). Tabel 1: Financieringsbronnen voor de start van een nieuwe zaak (in procent) Kapitaal Eigen middelen 94,6 Kapitaal van familie 7,9 Kapitaal van vrienden 1,1 Kapitaal van business angels 1,1 Kapitaal van venture capital-financiers 2,3 Kapitaal van de overheid 0,6 Andere 3,3 Lening Lening familie 6,2 Lening vrienden 1,1 Banklening op naam van één of meer oprichters 9,4 Banklening op naam van de vennootschap 36,4 Lening overheid 0,6 Andere 4,0 Bron: Manigart en Fockaert (2008). Het overzicht van Shane (2008) over de financieringswijze van starters toont eveneens aan dat zij het meest hun spaarmiddelen voor de financiering van de start gebruiken. Het merendeel van de starters heeft geen geld van iemand anders aangewend. Starters maken zelfs zelden gebruik van extern aandelenkapitaal afkomstig van vrienden, familie of dwazen (de drie Fs in het Engels: friends, family en fools). Minder dan 1 op 12 starters boort dat financieringskanaal aan. Ongeveer dezelfde verhouding vinden we terug bij nieuwe zaken in Vlaanderen (zie Tabel 1). Formeel risicokapitaal (venture capital) komt nauwelijks voor als externe financieringsbron voor starters (Berger en Udell, 1998; Shane, 2008). In Vlaanderen werd 2,3 procent van de nieuwe zaken 15

16 gefinancierd door venture capital-financiers (zie Tabel 1). In de Verenigde Staten financieren formele risicokapitaalverschaffers minder dan 0,03 procent van de nieuwe bedrijven en nemen ze minder dan 2 procent van het financieringsbedrag van starters in. Bovendien vloeit dat formele risicokapitaal vooral naar sectoren waarin de doorsneestarter niet actief is, zoals de informatietechnologie en de gezondheidszorg. Risicokapitaal van een formele risicokapitaalverschaffer is voor een doorsneestarter geen haalbare kaart. Hij heeft vaak geen expertise en ervaring om dat soort aandelenkapitaal te verwerven (Blumberg en Letterie, 2008). Voor de formele risicokapitaalverschaffer zijn de projecten van een doorsneestarter dan weer te klein en veroorzaken ze bijgevolg te hoge kosten (Idea Consult, 2001; Parker, 2002). In de Verenigde Staten is de informele risicokapitaalverschaffer een veel belangrijkere bron voor extern aandelenkapitaal in jonge bedrijven. Die informele risicokapitaalverschaffer is dan niet zozeer de business angel of vermogende ex-ondernemer die investeert in nieuwe bedrijven. Hij is veeleer een gewoon individu, dat alleen en niet in groep investeert, in één nieuw bedrijf participeert en geen hoge financiële opbrengst verwacht. In de schattingen van Cassar (2004) bij nieuwe bedrijven in Australië hebben persoonsgebonden kenmerken van starters, zoals scholingsgraad, ervaring en geslacht, geen invloed op de financieringswijze van hun nieuwe zaak. De grootte van het startende bedrijf oefent daarentegen wel een invloed uit op de financiering. Het aandeel van schuld, langetermijnschuld, externe financiering (van niet-verwante individuen en bedrijven, van leveranciers, van risicokapitaalverschaffers en van banken) in het financieringsbedrag neemt toe naarmate het startende bedrijf groter is. De grootte van het nieuwe bedrijf heeft eveneens een positief effect op het gebruik van schuld en van bankfinanciering. Ook Huyghebaert, Van de Gucht en Van Hulle (2007) namen waar dat het aandeel van bankschuld in de totale schuld van nieuwe vennootschappen stijgt naarmate ze groter zijn. Nieuwe bedrijven met groeibedoelingen maken tevens meer gebruik van bankfinanciering (Cassar, 2004). Cassar observeerde verder dat de structuur van de activa een significante invloed heeft op de financieringswijze van nieuwe bedrijven. Bedrijven met weinig tastbare activa financieren zich veeleer via informele wegen, zoals leningen van individuen die geen uitstaans hebben met het bedrijf. Als er meer vaste activa zijn, dan wordt meer bankfinanciering (vooral op lange termijn) aangewend. In overeenstemming met de financieringsorthodoxie wordt de termijn van de bankfinanciering afgestemd op de aard van de activa, die als waarborg kunnen worden gebruikt (Donckels, 1992). 16

17 1.2.3 Hoe evolueert de financieringswijze van starters? Fluck, Holtz-Eakin en Rosen (1998) bestudeerden de evolutie van de financieringswijze van actieve jonge bedrijven in de Amerikaanse staat Wisconsin. Volgens hun studie stijgt het aandeel van de financiering door vertrouwelingen (insiders zoals de starter zelf, vrienden, familie en zakenpartners) in het financieringsbedrag van een nieuwe kleine onderneming. Een aantal jaren na de start daalt het aandeel van de financiering door vertrouwelingen en stijgt het aandeel van de externe financiering (door banken, formele en informele risicokapitaalverschaffers). Vooral bankleningen hebben dan een groter gewicht in het financieringsbedrag (Shane, 2008). Om een bankkrediet te bekomen, stelt de nieuwe ondernemer zich meestal persoonlijk borg. De persoonlijke aansprakelijkheid vloeit ook voort uit het feit dat de meeste nieuwe bedrijven een eenmanszaak zijn. Huyghebaert e.a. (2007) onderzochten bij 325 vennootschappen van 1 jaar oud in traditionele industrieën in België de verhouding tussen bankschuld en totale schuld. Hun schattingen tonen aan dat die verhouding kleiner is bij vennootschappen die starten in industrieën met een hoge falingsgraad onder starters. Die vennootschappen beperken het aandeel van de bankleningen om te vermijden dat ze die bij faling niet kunnen terugbetalen. Nieuwe vennootschappen in minder risicovolle industrieën nemen wel meer hun toevlucht tot bankschulden. Zij kunnen voldoende cashflow genereren om hun bankkrediet terug te betalen en zijn bijgevolg vooral geïnteresseerd in het minimaliseren van de kost van schulden (bankkrediet is goedkoper dan leverancierskrediet). Het aandeel van de bankschuld in de totale schuld van de nieuwe vennootschap wordt ook beïnvloed door het belang dat de startende ondernemer aan controle hecht. Diegenen die controle belangrijk vinden, gebruiken minder bankschuld. Zij beseffen dat het liquidatiebeleid van een bank hun weinig ruimte geeft als de banklening niet kan worden terugbetaald. Die effecten op de bankschuld van het falingsrisico van de industrie en van het belang dat de starter aan controle hecht, spelen nog sterker in industrieën met een grote verhouding tussen vaste activa en totale activa. Die bedrijven hebben een grotere liquidatiewaarde, waardoor de bank sneller geneigd is om het bedrijf te vereffenen als het bankkrediet niet wordt terugbetaald. De daling van de financiering door vertrouwelingen situeert zich tussen het tweede en negende levensjaar van de onderneming (Fluck e.a., 1998). Shane (2008) merkt op dat de nieuwe bedrijven die externe financiering gebruiken een hoger financieringsbedrag hebben dan degene die enkel door de spaarmiddelen van de stichter zijn gefinancierd. Toch is zelfs in nieuwe bedrijven met externe financiering 20 tot 30 procent van het startkapitaal afkomstig van de oprichter. 17

18 Fluck e.a. (1998) schrijven die evolutie van de financieringswijze van jonge bedrijven toe aan een combinatie van de reputatiegebonden theorie en de monopolie-uitleners theorie. In het begin heeft de starter een relatie met één financiële instelling. Die monopolie-uitlener probeert winst te puren uit zijn relatie met de starter. Zo rekent hij hoge interestbetalingen aan, die de starter kunnen verhinderen om voldoende externe financiering aan te trekken. De nieuwe ondernemer is voor zijn project bijgevolg aangewezen op financiering van vertrouwelingen. Het aandeel van interne financiering neemt toe, terwijl dat van externe financiering krimpt. Na verloop van tijd ontwikkelt het jonge bedrijf een reputatie in de markt, waardoor andere financiers bereid zijn om middelen te verstrekken. Het monopolie van de oorspronkelijke externe financier wordt doorbroken. Het hoge aandeel van de spaarmiddelen in de aanvangsjaren houdt eveneens verband met de controle die de starter over zijn nieuwe bedrijf wil hebben (Blumberg en Letterie, 2008). Fluck e.a. (1998) stelden verder vast dat ook de leeftijd van de starter een invloed heeft op de financieringswijze van het nieuwe bedrijf. Het aandeel van interne financiering stijgt naarmate de starter ouder is. Oudere ondernemers hebben meer financiële middelen en kunnen dus zelf meer investeren in hun nieuwe zaak. Volgens Manigart en Fockaert (2008) is vaak opnieuw financiering nodig voor de uitbouw van de onderneming, zoals voor investeringen in activa, voor het werkkapitaal of voor het opvangen van negatieve cashflows in de aanvangsjaren wanneer de lopende uitgaven de inkomsten overtreffen. Ongeveer 40 procent van de ondervraagde starters in de START 2007-enquête heeft geen noemenswaardige cashflowproblemen ervaren. Het kapitaal en de leningen aangegaan bij de start waren voldoende om het bedrijf stevig op de rails te zetten. Van de 60 procent starters die wel cashflowproblemen hebben ondervonden, wijt 82 procent dat aan laattijdige of niet-betalingen door klanten. 18

19 2. ROL VAN DE OVERHEID BIJ DE FINANCIERING VAN STARTERS Overheidsbeleid beoogt het realiseren van maatschappelijk gewenste effecten. Vooraleer een overheidsbeleid uit te werken, dient te worden nagegaan of een overheidsbeleid in staat is om die effecten te verwezenlijken en wat daartoe de beste manier is. In wat volgt, bespreken we de gewenste effecten van het beleid inzake de financiering van startende ondernemingen (meer én beter ondernemerschap) en het overheidsbeleid als antwoord op markt- en overheidsimperfecties. 2.1 Meer én beter ondernemerschap De uitgangspositie van een overheidsbeleid inzake ondernemerschap is dat meer en beter ondernemerschap maatschappelijk gewenst is (Holtz-Eakin, 1995, 2000; Parker, 2002; EIM, 2008). Meer ondernemerschap wordt als belangrijk aanzien voor onder meer innovatie en jobcreatie. Met betrekking tot innovatie wordt gesteld dat als veel nieuwe bedrijven nieuwe producten en diensten aanbieden, de kans groter is dat er echt goede producten en diensten door de markt worden geselecteerd dan wanneer slechts enkele nieuwe bedrijven producten en diensten zouden aanbieden. Voor jobcreatie is de redenering dat startende ondernemingen zorgen voor een toename in tewerkstelling. Mueller, Van Stel en Storey (2008) tonen echter aan dat er ook zoiets bestaat als the wrong type of entrepreneurship, ondernemerschap dat tewerkstelling vernietigt in plaats van creëert. Die gevolgen worden pas duidelijk na verloop van tijd. Mueller e.a. delen de eerste tien levensjaren van een onderneming op in drie fasen (zie Figuur 1). In de eerste fase, het eerste jaar na oprichting, heeft de starter een direct positief effect op de tewerkstelling. In de tweede fase, die loopt van circa 1 tot 5 jaar na de oprichting, verdringt de starter bestaande ondernemingen wat resulteert in jobverlies. In de derde fase stimuleert de starter de prestaties van de nog overblijvende ondernemingen en zorgt hij zo voor meer tewerkstelling. De uiteindelijke impact van de starter op de tewerkstelling hangt af van de intensiteit van elk van de drie fasen. 19

20 Figuur 1: Impact van starters op tewerkstelling direct effect III Impact 0 I verdringingseffect stimuleringseffect II Tijd (in jaren) Bron: Mueller e.a. (2008). Het totaaleffect van starters is bijgevolg niet alleen afhankelijk van hun aantal, maar ook van hun kwaliteit. Een overheid dient zich te behoeden voor de aanmoediging van het verkeerde soort ondernemerschap en van niet-levensvatbare projecten (Mueller e.a., 2008). Anders draagt zij bij tot de verdringing van betere ondernemingen door minder goede ondernemingen. Mueller e.a. vonden dat nieuwe bedrijven in regio s in het Verenigd Koninkrijk met een lage graad van nieuw ondernemerschap verbonden zijn met dalende tewerkstelling. Zij schrijven dat negatieve tewerkstellingseffect toe aan de beschikbaarheid van overheidsgeld voor nieuwe bedrijven met weinig tewerkstellingsopties, met weinig vaardigheden en met gering marktpotentieel. 2.2 Overheidsbeleid als antwoord op markt- en overheidsimperfecties De maatschappelijke wenselijkheid van meer en beter ondernemerschap volstaat niet om overheidsoptreden te legitimeren (zie Figuur 2). Een overheidsoptreden inzake ondernemerschap veronderstelt dat er door markt- of overheidsimperfecties minder en/of slechter ondernemerschap ontstaat dan maatschappelijk gewenst en dat de overheidstussenkomsten tot verbetering leiden. Een gegrond overheidsbeleid inzake de financiering van starters dient dus te stoelen op het bestaan van markt- of overheidsimperfecties voor de financiering van starters. Bovendien moet het overheidsbeleid in staat zijn om die imperfecties minstens deels weg te werken. 20

FINANCIERINGS- EN STEUNMAATREGELEN VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN STARTERSDAG UNIZO. 18 mei 2011

FINANCIERINGS- EN STEUNMAATREGELEN VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN STARTERSDAG UNIZO. 18 mei 2011 FINANCIERINGS- EN STEUNMAATREGELEN VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN STARTERSDAG UNIZO 18 mei 2011 1. Voorstelling Agentschap Ondernemen 2. Financieringsinstrumenten via overheid 3. Steunmaatregelen 4. Contact

Nadere informatie

1. Voorstelling Agentschap Ondernemen 2. Financieringsinstrumenten via overheid 3. Steunmaatregelen 4. Contact. Agentschap Ondernemen

1. Voorstelling Agentschap Ondernemen 2. Financieringsinstrumenten via overheid 3. Steunmaatregelen 4. Contact. Agentschap Ondernemen FINANCIERINGS- EN STEUNMAATREGELEN VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN STARTERSDAG UNIZO 18 mei 2011 Agentschap Ondernemen Ondernemingen actief informeren en adviseren over overheidsmaatregelen en stimuli, complementair

Nadere informatie

EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER. Deel 2

EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER. Deel 2 Master Executive in Wedding Management EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER Deel 2 [LES 2] Event & Media Education. Alle rechten voorbehouden. Elke vorm van kopiëren of verspreiding van de

Nadere informatie

TOEGANG TOT FINANCIERING

TOEGANG TOT FINANCIERING TOEGANG TOT FINANCIERING Opzet van de enquête De toegang tot financiering is essentieel voor het welslagen van een onderneming en een belangrijke factor voor economische groei in Europa na de economische

Nadere informatie

FINANCIERINGS- EN STEUNMAATREGELEN VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN STARTERSDAG UNIZO. 18 mei 2011

FINANCIERINGS- EN STEUNMAATREGELEN VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN STARTERSDAG UNIZO. 18 mei 2011 FINANCIERINGS- EN STEUNMAATREGELEN VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN STARTERSDAG UNIZO 18 mei 2011 1. Voorstelling Agentschap Ondernemen 2. Financieringsinstrumenten via overheid 3. Steunmaatregelen 4. Contact

Nadere informatie

Financiering Rudi Ceunen

Financiering Rudi Ceunen Financiering Rudi Ceunen rudi.ceunen@hefboom.be Financieringsmogelijkheden Wanneer welke financieringsvorm Een financieringsdossier samenstellen Financieringsmogelijkheden Eigen vermogen Risicodragend

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Wie mag lenen of ontlenen? De kredietgever moet een natuurlijke persoon zijn die woont in het Vlaams Gewest. Bovendien is vereist dat die persoon:

Wie mag lenen of ontlenen? De kredietgever moet een natuurlijke persoon zijn die woont in het Vlaams Gewest. Bovendien is vereist dat die persoon: aangeboden door www.boekhouder.be Trouwe lezers van onze website weten dat we enthousiast zijn over het systeem van de Winwinlening dat in 2006 boven de doopvont werd gehouden door de Vlaamse overheid.

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N KMO beleid - BVBA Starter A04 Brussel, 22.10.2009 MH/MG/JDH ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over EEN WETSONTWERP TOT WIJZIGING VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN

Nadere informatie

MKB investeert in kennis, juist nu!

MKB investeert in kennis, juist nu! M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,

Nadere informatie

Aangeboden door Wouter Devloo - IAB Accountant Belastingconsulent Tel 0484 187434 www.boekhouder.be

Aangeboden door Wouter Devloo - IAB Accountant Belastingconsulent Tel 0484 187434 www.boekhouder.be STEUNMAATREGELEN VOOR ZELFSTANDIGEN De overheid stelt een aantal steunmaatregelen ter beschikking van startende ondernemers. Deze kunnen een financieel duwtje in de rug betekenen voor je opstart. Het loont

Nadere informatie

Finmix. Voor een gezonde en evenwichtige financieringsmix

Finmix. Voor een gezonde en evenwichtige financieringsmix Finmix Voor een gezonde en evenwichtige financieringsmix U start een innovatief project, u wilt als gazelleonderneming een groeisprong maken of plant een overname. Voor ambitieuze ondernemersprojecten

Nadere informatie

Financiele Stimulansen voor KMO s. Cynthia Stinckens 25 mei 2008

Financiele Stimulansen voor KMO s. Cynthia Stinckens 25 mei 2008 Financiele Stimulansen voor KMO s Cynthia Stinckens 25 mei 2008 1. Financiële Stimulansen 2. VLAO: Adviesverlening en Begeleiding 3. Informatie Voor wat hoort wat? U gaat investeren U gaat aanwerven of

Nadere informatie

1. Hoeveel bedraagt de totale beheersvergoeding die PMV ontvangt? Graag een overzicht per jaar voor de periode

1. Hoeveel bedraagt de totale beheersvergoeding die PMV ontvangt? Graag een overzicht per jaar voor de periode SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 399 van GÜLER TURAN datum: 27 februari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Vlaams Participatiefonds - Activiteiten Ingevolge de zesde

Nadere informatie

Participatiefonds. sinds 1984 autonoom (financiële parastatale) Kernactiviteiten : openbare federale kredietinstelling

Participatiefonds. sinds 1984 autonoom (financiële parastatale) Kernactiviteiten : openbare federale kredietinstelling Participatiefonds openbare federale kredietinstelling sinds 1984 autonoom (financiële parastatale) Kernactiviteiten : Kredieten Dienstverleningsactiviteiten kredieten voor wie zelfstandige ondernemers,

Nadere informatie

COUNTRY PAYMENT REPORT 2015

COUNTRY PAYMENT REPORT 2015 COUNTRY PAYMENT REPORT 15 Het Country Payment Report is ontwikkeld door Intrum Justitia Intrum Justitia verzamelt informatie bij duizenden bedrijven in Europa en krijgt op die manier inzicht in het betalingsgedrag

Nadere informatie

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,

Nadere informatie

De verschillende financieringskanalen en hoe de overheid u hierbij kan helpen Agentschap Ondernemen

De verschillende financieringskanalen en hoe de overheid u hierbij kan helpen Agentschap Ondernemen De verschillende financieringskanalen en hoe de overheid u hierbij kan helpen Agentschap Ondernemen Iris Detavernier Greenbridge, 11 december 2014 Programma Algemene voorstelling AO Subsidiedatabank Overzicht

Nadere informatie

Familiebedrijven en de crisis

Familiebedrijven en de crisis Onderzoeksrapport Oktober 2009 Familiebedrijven en de crisis Prof. Dr. Johan Lambrecht Prof. Dr. Vincent Molly Familiebedrijven en de crisis 1. Inleiding Naar aanleiding van de huidige financiële-economische

Nadere informatie

Starten als zelfstandige in 10 stappen

Starten als zelfstandige in 10 stappen Starten als zelfstandige in 10 stappen Hoe begin ik eraan? Wil je een eigen zaak starten, maar zit je met de handen in het haar omdat je niet weet waar eerst beginnen? De volgende 10 stappen leiden je

Nadere informatie

Groei stimuleren bij beloftevolle startende en groeiende ondernemingen door hen in contact te brengen met privéinvesteerders.

Groei stimuleren bij beloftevolle startende en groeiende ondernemingen door hen in contact te brengen met privéinvesteerders. www.ban.be Groei stimuleren bij beloftevolle startende en groeiende ondernemingen door hen in contact te brengen met privéinvesteerders. De business angels investeren naast kapitaal ook hun eigen knowhow,

Nadere informatie

Het Participatiefonds Vlaanderen biedt vanaf 1 juli 2014 volgende kredietformules aan:

Het Participatiefonds Vlaanderen biedt vanaf 1 juli 2014 volgende kredietformules aan: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 244 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 15 januari aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Participatiefonds Vlaanderen - Starteo ParticipatieMaatschappij

Nadere informatie

Verslag kernteam overleg nr. 4 WISE Donderdag 5 juni 2014 10.00 12.00 uur Het Breedhuis, Het Breed 16

Verslag kernteam overleg nr. 4 WISE Donderdag 5 juni 2014 10.00 12.00 uur Het Breedhuis, Het Breed 16 Verslag kernteam overleg nr. 4 WISE Donderdag 5 juni 2014 10.00 12.00 uur Het Breedhuis, Het Breed 16 Aan het kernteam worden een aantal vragen voorgelegd naar aanleiding van de adviezen uit de zevende

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een bedrijf dat bereid is om te investeren in innovatie, zal er in de regel ook zeker van willen zijn dat het profiteert van deze innovatie zonder dat een concurrent de

Nadere informatie

MEMO Crowdfunding Algemeen

MEMO Crowdfunding Algemeen MEMO Crowdfunding Algemeen Introductie Door middel van deze memo willen wij u graag nader informeren over (de mogelijkheden van) crowdfunding. Crowdfunding heeft zich de afgelopen jaren in Nederland ontwikkeld

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) «Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) Tweede deel In de vorige Stat info ging de studie globaal (ttz. alle statuten bijeengevoegd) over het verband

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Januari 2012 Jan van Nispen Inleiding Sinds 2008 zijn woorden zoals crisis, financieringsproblemen, waarborgen en bailouts niet meer uit de

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

Entrepreneurial Growth Monitor (EGMO)

Entrepreneurial Growth Monitor (EGMO) Entrepreneurial Growth Monitor (EGMO) Prof. Hans Crijns Impulscentrum Groeimanagement 1. Inleiding Dit is de eerste editie van de Entrepreneurial Growth Monitor (EGMO) een overzicht van de trends in ondernemingsgroei

Nadere informatie

Ondernemerschap in België: een vergelijkende, internationale studie

Ondernemerschap in België: een vergelijkende, internationale studie Ondernemerschap in België: een vergelijkende, internationale studie Ondernemerschap is een van de drijfveren van economische groei en heeft als studiedomein de laatste jaren internationaal heel wat aan

Nadere informatie

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie De Global Entrepreneurship Monitor (GEM) is een jaarlijks onderzoek dat een beeld geeft van de ondernemingsgraad van een land. GEM

Nadere informatie

Jouw persoonlijke financiering intake rapport

Jouw persoonlijke financiering intake rapport Jouw persoonlijke financiering intake rapport Jouw persoonlijke financiering intake rapport Gefeliciteerd! Je hebt de eerste stap gezet in The Funding Network van Symbid; de snelste en meest efficiënte

Nadere informatie

Hoofdstuk 27: Korte termijn financiële planning

Hoofdstuk 27: Korte termijn financiële planning Hoofdstuk 27: Korte termijn financiële planning Om de korte termijn financiële planning te begrijpen, kijken we eerst hoe bedrijven hun cash flows voorspellen om hun korte termijn financiële behoeften

Nadere informatie

Succesvol financieren

Succesvol financieren Informatieblad 06-07-14 Succesvol financieren Het is voor bedrijven nog steeds lastig om geld te lenen bij een bank. Maar u bent tegenwoordig voor een financiering niet meer alleen afhankelijk van de bank.

Nadere informatie

a) Hoeveel aanvraagdossiers werden in de periode 2009-2014 jaarlijks ingediend voor de Innovatiemezzanine? Over hoeveel ondernemingen gaat het?

a) Hoeveel aanvraagdossiers werden in de periode 2009-2014 jaarlijks ingediend voor de Innovatiemezzanine? Over hoeveel ondernemingen gaat het? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 702 van WILLEM-FREDERIK SCHILTZ datum: 7 juli 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Participatiemaatschappij Vlaanderen - Innovatiemezzanine

Nadere informatie

Inhoudstafel. Deel I - Welk krediet heeft u nodig? dossier. 1. Enkele vuistregels... 2. 2. Meest courante kredietvormen... 10

Inhoudstafel. Deel I - Welk krediet heeft u nodig? dossier. 1. Enkele vuistregels... 2. 2. Meest courante kredietvormen... 10 Inhoudstafel Deel I - Welk krediet heeft u nodig? 1. Enkele vuistregels... 2 1.1. Kortetermijnkredieten voor kosten... 2 1.1.1. Wat is uw behoefte aan bedrijfskapitaal?... 2 1.1.2. Ook uw dienstenbedrijf

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

Ondernemerschap en tewerkstelling in België: gaan ze hand in hand?

Ondernemerschap en tewerkstelling in België: gaan ze hand in hand? Ondernemerschap en tewerkstelling in België: gaan ze hand in hand? Conclusies van het GEM-onderzoek naar groeigericht ondernemerschap 1 Jaarlijks wordt in Vlaanderen en België het GEM-onderzoek uitgevoerd.

Nadere informatie

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij 2004-98 Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij Voorgestelde behandeling: - Statencommissie Bestuur, Financiën

Nadere informatie

Markt starters. Trendanalyse. Demografisch. Trendanalyse 14/04/16. 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek.

Markt starters. Trendanalyse. Demografisch. Trendanalyse 14/04/16. 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek. Markt starters Trendanalyse 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek Trendanalyse 2 1 Aantal starters door de jaren Starters per jaar 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000

Nadere informatie

Knelpunten voor startende ondernemers: beleid en initiatieven van de GOM s

Knelpunten voor startende ondernemers: beleid en initiatieven van de GOM s Knelpunten voor startende ondernemers: beleid en initiatieven van de GOM s Het aantal startende ondernemingen is in de periode 1998-2003 gedaald met 22%. Ruim drie vierde van de Vlaamse starters begint

Nadere informatie

FINANCIERINGEN PMV WEEK VAN DE BEDRIJFSOVERDRACHT 26 OKTOBER 2015

FINANCIERINGEN PMV WEEK VAN DE BEDRIJFSOVERDRACHT 26 OKTOBER 2015 FINANCIERINGEN PMV WEEK VAN DE BEDRIJFSOVERDRACHT 26 OKTOBER 2015 PLAATS VAN PMV IN HET VLAAMSE INVESTERINGSLANDSCHAP PUBLIEK & INSTITUTIONELE INVESTEERDERS VLAAMS GEWEST 100 % 100 % 100 % 2 VPM LRM GIMV

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel. I. in te stemmen met genoemd initiatiefvoorstel;

Initiatiefvoorstel. I. in te stemmen met genoemd initiatiefvoorstel; Gemeenteblad Publicatiedatum * Agendapunt * Datum initiatiefvoorstel Onderwerp ter instemming van de raadsleden mevrouw Poot (VVD) en mevrouw Verheul (D66), getiteld: Steun in de rug

Nadere informatie

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil, onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-ondernemers MKB-Nederland

Nadere informatie

Bedrijfsfinanciering: Van subsidie naar overheidsinstrumenten anno 2014

Bedrijfsfinanciering: Van subsidie naar overheidsinstrumenten anno 2014 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Ministerie van Economische Zaken Bedrijfsfinanciering: Van subsidie naar overheidsinstrumenten anno 2014 Roland Starmans Manager Product Ontwikkeling Bancair, Investment

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Evaluatie van de Digitale Werkplaats Evaluatie van de Digitale Werkplaats 2016 Dialogic innovatie interactie 1 Datum Utrecht, 16 juni 2017 Auteurs Robbin te Velde Tessa Groot Beumer 2 Dialogic innovatie interactie Dialogic innovatie interactie

Nadere informatie

a)hoeveel aanvragen voor microkredieten-microstart zijn er geweest in 2013-2014?

a)hoeveel aanvragen voor microkredieten-microstart zijn er geweest in 2013-2014? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 470 van PAUL VAN MIERT datum: 23 maart 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Microkredieten - Stand van zaken De laatste jaren is het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Financieringslandschap

Hoofdstuk 1: Financieringslandschap Hoofdstuk 1: Financieringslandschap 1 Not all the money is the same De financieringsbehoefte heeft niet alleen te maken met hoeveelheid, maar ook met de vorm, met de termijn en met de modaliteit. Grosso

Nadere informatie

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. www.jooplengkeek.nl Investeringsselectie Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. belangrijk Calculaties voor beslissingen

Nadere informatie

Leningen en kasstromen

Leningen en kasstromen 2015 Leningen en kasstromen Onderzoek ikv artikel 213a van de gemeentewet Otto Mekel JS Consultancy 9/21/2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 2 1.2 Onderzoeksvragen...

Nadere informatie

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Nadere informatie

Symposium 22/11/16 Het lot van ondernemers na faling

Symposium 22/11/16 Het lot van ondernemers na faling Symposium 22/11/16 Het lot van ondernemers na faling 22/11/2016 Symposium - Het lot van de ondernemer na faling 1 Dyzo-symposium met de steun van 22/11/2016 Symposium - Het lot van de ondernemer na faling

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Rentabiliteitsratio s

Rentabiliteitsratio s 18 Rentabiliteitsratio s Nu we de begrippen balans, resultatenrekening en kasstromentabel onder de knie hebben, kunnen we overgaan tot het meer interessante werk, nl. het onderzoek naar de performantie

Nadere informatie

De belangrijkste risico s verbonden aan hypothecaire leningen met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten, zijn de volgende:

De belangrijkste risico s verbonden aan hypothecaire leningen met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten, zijn de volgende: De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de FOD Economie waarschuwen voor formules voor hypothecaire kredieten met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten De FSMA

Nadere informatie

Succesvol financieren Alternatieve financieringsvormen voor uw bv

Succesvol financieren Alternatieve financieringsvormen voor uw bv Met de helpende hand van de overheid meer kans van slagen Succesvol financieren Alternatieve financieringsvormen voor uw bv Het is voor bedrijven nog steeds lastig om geld te lenen bij een bank. Maar u

Nadere informatie

Tax shelter voor startende ondernemingen (binnen 4 jaar na oprichting)

Tax shelter voor startende ondernemingen (binnen 4 jaar na oprichting) Tax shelter voor startende ondernemingen (binnen 4 jaar na oprichting) Wat houdt deze maatregel in? Via de tax shelter wil de Federale overheid natuurlijke personen fiscaal aanmoedigen om risicokapitaal

Nadere informatie

West-Vlaamse bedrijven: fit, gezond en crisisbestendig?

West-Vlaamse bedrijven: fit, gezond en crisisbestendig? Bekaert West-Vlaamse bedrijven: fit, gezond en crisisbestendig? Lieselot Denorme sociaaleconomisch beleid, WES Ondanks de recente economische crisis zijn de West-Vlaamse bedrijven er globaal in geslaagd

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren Frederik Verplancke onder leiding van Prof. dr. Gerrit

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo I

Eindexamen economie vwo I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave maximumscore 2 Door de vermindering van

Nadere informatie

HANDLEIDING START-UP PLAN

HANDLEIDING START-UP PLAN HANDLEIDING START-UP PLAN HANDLEIDING START-UP PLAN Dit document geeft informatie aan ondernemers, investeerders en burgers die interesse hebben voor het Start-up Plan. Deze handleiding moet samen met

Nadere informatie

Vlaams ontwerpdecreet in de maak om educatief verlof te herzien Acerta ziet voordeel op vlak van duurzame inzetbaarheid

Vlaams ontwerpdecreet in de maak om educatief verlof te herzien Acerta ziet voordeel op vlak van duurzame inzetbaarheid PERSBERICHT Vlaams ontwerpdecreet in de maak om educatief verlof te herzien Acerta ziet voordeel op vlak van duurzame inzetbaarheid Brussel, 29 juli 2018 Het nieuwe ontwerpdecreet inzake Opleidingsverlof

Nadere informatie

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt.

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt. Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt Bedrijven gebruiken bonden om investeringen te financieren of om fondsen te collecteren om schulden mee af te betalen Wat voor soort bonden zouden

Nadere informatie

UW BEDRIJF FINANCIEREN

UW BEDRIJF FINANCIEREN UW BEDRIJF FINANCIEREN BEDRIJFSFINANCIERING Zonder financiering kan een onderneming niet bestaan. Of het nu gaat om de omvang van het eigen vermogen of de ontwikkeling van uw werkkapitaal: de wijze waarop

Nadere informatie

Financiële analyse. Les 3 Kengetallen. Opdracht voor volgende lesweek

Financiële analyse. Les 3 Kengetallen. Opdracht voor volgende lesweek Financiële analyse Les 3 Kengetallen Opdracht voor volgende lesweek 1. Ieder teamlid download de financiele gegevens en berekent voor zijn bedrijf uit elke categorie van kengetallen (liquiditeit, solvabiliteit,

Nadere informatie

HET GAAT NIET ALLEEN OM FINANCIERING, MAAR OM FINANCIERING, CAPACITEITSOPBOUW EN DUURZAAMHEID

HET GAAT NIET ALLEEN OM FINANCIERING, MAAR OM FINANCIERING, CAPACITEITSOPBOUW EN DUURZAAMHEID HET GAAT NIET ALLEEN OM FINANCIERING, MAAR OM FINANCIERING, CAPACITEITSOPBOUW EN DUURZAAMHEID Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen financieren = werkgelegenheid en inkomen creëren In ontwikkelingslanden

Nadere informatie

Succesvol financieren

Succesvol financieren Lentink Accountants/Belastingadviseurs brengt onder uw aandacht Succesvol financieren Alternatieve financieringsvormen voor uw bv Huizen, april 2014 1 Introductie Het is voor bedrijven nog steeds lastig

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting www.jooplengkeek.nl Rechtsvormen Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting 1 Rechtsvormen Natuurlijk persoon Een mens met rechten

Nadere informatie

Nog meer Limburgse bedrijven willen investeren 2 op 3 bedrijven heeft dit jaar concrete investeringsplannen

Nog meer Limburgse bedrijven willen investeren 2 op 3 bedrijven heeft dit jaar concrete investeringsplannen PERSBERICHT Hasselt, 13 april 2016 Tweede investeringsrapport UNIZO Limburg en VKW Limburg: Nog meer Limburgse bedrijven willen investeren 2 op 3 bedrijven heeft dit jaar concrete investeringsplannen Meeste

Nadere informatie

Aan het college van burgemeester en schepenen,

Aan het college van burgemeester en schepenen, Ham, 19 september 2011 Aan het college van burgemeester en schepenen, Betreft: Schriftelijke vraag met schriftelijk antwoord over de Gemeentelijk Holding Geacht college, De Gemeentelijk Holding (verder:

Nadere informatie

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding: Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel

Nadere informatie

Samenvatting van de belangrijkste resultaten. Barometer Golf 1 Najaar 2018

Samenvatting van de belangrijkste resultaten. Barometer Golf 1 Najaar 2018 Samenvatting van de belangrijkste resultaten Barometer Golf 1 Najaar 2018 In september organiseerde de Brusselse Kamer van de Middenstand de eerste bevraging van de Barometer voor Brusselse zelfstandigen

Nadere informatie

ScaleUp Dashboard 2015

ScaleUp Dashboard 2015 Rapportage ScaleUp Dashboard 2015 ScaleUp Dashboard 2015 Prof. dr. Justin Jansen Lotte de Vos Rotterdam School of Management Erasmus Centre for Entrepreneurship Conclusies Nederland staat aan de Europese

Nadere informatie

6 op 10 Limburgse bedrijven willen voluit investeren

6 op 10 Limburgse bedrijven willen voluit investeren PERSBERICHT Hasselt, 16 april 2015 Bevraging UNIZO-Limburg en VKW Limburg: 6 op 10 Limburgse bedrijven willen voluit investeren Groeiambitie voor 7 op 10 hoofdreden voor investeringen Investeringen hefboom

Nadere informatie

Opgericht in Rechtsvorm Sector Werkgebied Website Kwesties/doelen Inschatten van de noden

Opgericht in Rechtsvorm Sector Werkgebied Website Kwesties/doelen Inschatten van de noden www.socialbiz.eu Sociale Onderneming Informatiefiche TRANSFORMANDO (SPAIN) Opgericht in 1998 Rechtsvorm Sector Werkgebied Website Coöperatieve Dienstverlener voor maatschappelijke organisaties Internationaal

Nadere informatie

MyMicroInvest: een invloedrijk 2016 legt de basis voor 2017.

MyMicroInvest: een invloedrijk 2016 legt de basis voor 2017. PERSBERICHT MyMicroInvest: een invloedrijk 2016 legt de basis voor 2017. Brussel, 16 Juni 2017 In 2016 bouwde MyMicroInvest zijn activiteiten verder uit en gaf het als marktleider vorm aan de markt. De

Nadere informatie

Financieringsmonitor Groei

Financieringsmonitor Groei M200908 Financieringsmonitor Groei Gevestigde bedrijven en snelle groeiers vergeleken Lia Smit Joris Meijaard Zoetermeer, 20 mei 2009 Financieringsmonitor groei Terugval financieringsbehoefte snelle groeiers

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale

Nadere informatie

TRANSPARANTE EN UNIFORME FISCALITEIT OP DE WAARDE DIE ONDERNEMERS CREËREN VIA HUN VENNOOTSCHAP Anonieme bijdrage

TRANSPARANTE EN UNIFORME FISCALITEIT OP DE WAARDE DIE ONDERNEMERS CREËREN VIA HUN VENNOOTSCHAP Anonieme bijdrage TRANSPARANTE EN UNIFORME FISCALITEIT OP DE WAARDE DIE ONDERNEMERS CREËREN VIA HUN VENNOOTSCHAP Anonieme bijdrage De lage vennootschapsbelasting voor ondernemingen laat bedrijven toe om winst te maken.

Nadere informatie

Verdien geld met innovatie. Welke mogelijkheden heeft u? whitepaper

Verdien geld met innovatie. Welke mogelijkheden heeft u? whitepaper 26.01.16 Verdien geld met innovatie Welke mogelijkheden heeft u? whitepaper In dit whitepaper: Als ondernemer bent u op zoek naar mogelijkheden om de toegevoegde waarde van uw bedrijf te vergroten. U denkt

Nadere informatie

Gender: de ideale mix

Gender: de ideale mix Inleiding 'Zou de financiële crisis even hard hebben toegeslaan als de Lehman Brothers de Lehman Sisters waren geweest?' The Economist wijdde er vorige maand een artikel aan: de toename van vrouwen in

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief M201208 Ondernemerschap in in perspectief Ondernemerschap in vergeleken met en de rest van Ro Braaksma Nicolette Tiggeloove Zoetermeer, februari 2012 Ondernemerschap in in perspectief In zijn er meer nieuwe

Nadere informatie

Advieswijzer. Verdien geld met innovatie. 26-01-2016 Denk ondernemend. Denk Bol.

Advieswijzer. Verdien geld met innovatie. 26-01-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Advieswijzer Verdien geld met innovatie 26-01-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Als ondernemer bent u op zoek naar mogelijkheden om de toegevoegde waarde van uw bedrijf te vergroten. U denkt na over hoe

Nadere informatie

Hervorming kmo-portefeuille Luc Royackers. Seminarie Incentives 4 your Business (30-11-2015 Fineko)

Hervorming kmo-portefeuille Luc Royackers. Seminarie Incentives 4 your Business (30-11-2015 Fineko) Hervorming kmo-portefeuille Luc Royackers Seminarie Incentives 4 your Business (30-11-2015 Fineko) Context Uitgangspunten Vlaams regeerakkoord Fusie AO en IWT Transparant Administratief eenvoudig Maatwerk

Nadere informatie

Hoog ziekteverzuim in Limburg

Hoog ziekteverzuim in Limburg PERSBERICHT Hoog ziekteverzuim in Limburg Limburgse werknemers zijn meest ziek in vergelijking met andere Vlaamse provincies Hasselt, 24 november 2016 Limburgse werknemers hebben het meest aantal ziekte-uren

Nadere informatie

Wat zegt uw financiële balans?

Wat zegt uw financiële balans? Wat zegt uw financiële balans? Samen met een door uw accountant opgestelde toelichting vormen de winst- en verliesrekening en de balans gezamenlijk de jaarrekening van uw onderneming. De balans is een

Nadere informatie

Kamer van de Middenstand. Regionalisering van het Participatiefonds

Kamer van de Middenstand. Regionalisering van het Participatiefonds Kamer van de Middenstand Regionalisering van het Participatiefonds Reflectienota van 18 maart 2008 REGIONALISERING VAN HET PARTICIPATIEFONDS REFLECTIENOTA VAN DE KAMER VAN DE MIDDENSTAND 18 maart 2008

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Hfst 6 : Solvabiliteit

Hfst 6 : Solvabiliteit Hfst 6 : Solvabiliteit De financiële draagkracht op LT wordt bekeken. Belangrijk voor de relatie tussen een onderneming en haar financiële instelling(en). 3 aspecten van solvabiliteit: 1. Statische solvabiliteit:

Nadere informatie

De verschillende financieringsinstrumenten en hoe de overheid u hierbij kan helpen Agentschap Ondernemen

De verschillende financieringsinstrumenten en hoe de overheid u hierbij kan helpen Agentschap Ondernemen De verschillende financieringsinstrumenten en hoe de overheid u hierbij kan helpen Agentschap Ondernemen Iris Detavernier Gent, 21 maart 2014 Wat doet het Agentschap Ondernemen? De drijvende kracht achter

Nadere informatie

Uitwerkingen Freelance

Uitwerkingen Freelance Certificaat Ondernemerschap Examen Financiën 10 januari 2011 Uitwerkingen Freelance Vraag 1 a. Bereken de omzet per fte, voor zowel 2009 als voor 2010. (6 punten) Personele bezetting 2010 2009 vennoten

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei 2015 6,3 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit Adviseren startende onderneming (m.b.v.

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 altijd toekennen Bij een lagere prijs

Nadere informatie

Maak kennis met de verschillende financieringsinstrumenten van de overheid

Maak kennis met de verschillende financieringsinstrumenten van de overheid Maak kennis met de verschillende financieringsinstrumenten van de overheid Iris Detavernier, Agentschap Ondernemen Kris Honraet, Innovatiecentrum Oost-Vlaanderen Programma Voorstelling Agentschap Ondernemen

Nadere informatie

GROEPSVERZEKERING. Brochure werknemer. Pension@work. Mijn werk, mijn groepsverzekering, mijn toekomst!

GROEPSVERZEKERING. Brochure werknemer. Pension@work. Mijn werk, mijn groepsverzekering, mijn toekomst! GROEPSVERZEKERING Brochure werknemer Pension@work Mijn werk, mijn groepsverzekering, mijn toekomst! 2 Gefeliciteerd! Uw werkgever biedt u de groepsverzekering Pension@work aan. Daarmee bouwt hij voor u

Nadere informatie