ALGEMEEN BESTUUR BAR-ORGANISATIE

Transcriptie

1 ALGEMEEN BESTUUR BAR-ORGANISATIE Onderwerp: BAR HRM (rechtspositie) regeling en instrumenten Kern van de zaak: De meeste HRM (rechtspositie) regelingen en instrumenten met instemming van de medezeggenschapsorganen door het algemeen bestuur vastgesteld. In de bijlagen zijn een aantal regelingen en instrumenten opgenomen die nog niet eerder zijn aangeboden of regelingen die zijn gewijzigd. In artikel 13 lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling BARorganisatie is opgenomen dat het vaststellen van rechtspositieregelingen is uitgesloten van mandatering. Een toelichting op de aangeboden regelingen treft u aan op de volgende pagina s. Bijlagen: 1. Informatie over het functiewaarderingssysteem HR21 2. Functieboek I en II 3. Conversietabel 4. Procedureregeling functiebeschrijving en waardering 5. Regeling functiewaarderingscommissie 6. Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer (versie ) 7. Regeling flexibele arbeidsvoorwaarden 8. Wijzigingen CAR-UWO, LOGA brief met kenmerk ECCVA/ U Gewijzigde bezoldigingsregeling 10. Werktijdenregeling 11. Reglement commissie van werk naar werk 12. Regeling gesprekscyclus 13. Formulier gesprekscyclus 14. Formulier studieafspraken 15. Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit HRM 16. HRM mandaatregister Geadviseerde beslissing: 1. Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie besluit: a. de inzet van HR21 als functiewaarderingssysteem, functieboek I, functieboek II en de conversietabel voor de BAR-organisatie vast te stellen, overeenkomstig de eerdere besluiten van de colleges van Albrandswaard, Ridderkerk en Barendrecht; b. de procedureregeling functiebeschrijving en waardering en de regeling functiewaarderingscommissie met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 vast te stellen onder voorbehoud van overeenstemming met het (B)GO BAR-organisatie; c. de gewijzigde regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer met terugwerkende kracht per 1 april 2014 vast te stellen onder voorbehoud van overeenstemming met het (B)GO BAR-organisatie, onder gelijktijdige intrekking van de regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer zoals vastgesteld per 1 januari 2014; d. de regeling flexibele arbeidsvoorwaarden met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 vast te stellen onder voorbehoud van overeenstemming met het (B)GO BAR-organisatie; e. de wijzigingen in de CAR-UWO, conform LOGA-brief met kenmerk ECCVA/ U , vast te stellen en de wijzigingen in werking te laten treden op de eerste dag van de eerstvolgende maand na de bereikte overeenstemming met de medezeggenschapsorganen over de bezoldigingsregeling en lokale werktijdenregeling; f. de gewijzigde bezoldigingsregeling en de werktijdenregeling vast te stellen onder voorbehoud van overeenstemming met het (B)GO BAR-organisatie (bezoldigingsregeling) en instemming van de MC-BAR (werktijdenregeling) en deze in werking te laten treden op de eerste dag van de eerstvolgende maand na de bereikte overeenstemming met de medezeggenschapsorganen over beide regelingen en onder gelijktijdige

2 intrekking van de bezoldigingsregeling zoals vastgesteld per 1 januari 2014; g. het reglement commissie van werk naar werk vast te stellen onder voorbehoud van overeenstemming met het (B)GO BAR-organisatie en in werking te laten treden op de dag na bereikte overeenstemming met het (B)GO; 2. Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie bekrachtigd het parafenbesluit ter vaststelling van de regeling gesprekscyclus met bijbehorende formulieren, het mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit en het HRM-mandaatregister. Datum besluit: 27 mei 2014 Ter beslissing door: Algemeen Bestuur Contactpersoon bij vragen: afdeling HRM, Annemarie List ( ) Besluit: conform / aanhouden / anders: Datum: Nummer: Secretaris:

3 TOELICHTING Functiebeschrijvingen en waarderingssysteem In de eerste helft van 2013 zijn de functiebeschrijvingen binnen de BAR-organisatie (functieboek I en II) en de conversietabel door de drie colleges vastgesteld en is er gekozen voor het functiewaarderingssysteem HR21 van de VNG. Deze stukken zijn nog niet eerder aan het algemeen bestuur aangeboden voor vaststelling. Het dagelijks bestuur adviseert het algemeen bestuur deze stukken vast te stellen. In de bijlagen zijn opgenomen: informatie over het functiewaarderingssysteem HR21 (bijlage 1), functieboek I en II (bijlage 2) en de conversietabel (bijlage 3). Procedureregeling functiebeschrijving en waardering en de regeling functiewaarderingscommissie Deze regeling regelt de werkwijze rond het beschrijven en waarderen van de functies. Met de keuze voor HR21 zal over het algemeen gebruik worden gemaakt van de reeds beschreven normfuncties uit het systeem (selectie) en de bijbehorende functiewaarderingsresultaten. De regeling is gebaseerd op de standaard HR21 procedureregeling van de VNG en is op maat gemaakt naar de bevoegdhedenstructuur van de BAR-organisatie. De regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari De regeling Functiewaarderingcommissie BAR-organisatie regelt o.a. de adviserende rol, benoeming, samenstelling, vergoeding en werkwijze van de commissie voor de toetsing van de waardering van de functies in HR21. Het betreft een standaardregeling zonder noemenswaardige bijzonderheden. De regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari Het dagelijks bestuur adviseert het algemeen bestuur om de procedureregeling functiebeschrijving en waardering en de regeling functiewaarderingscommissie vast te stellen onder voorbehoud van overeenstemming met het (B)GO BARorganisatie. Over de samenstelling van de functiewaarderingscommissie en de hoogte van de vergoeding van de commissieleden is reeds overeenstemming bereikt met het BGO. Als voorzitter is de heer Reijer van der Gaag geselecteerd, namens de gezamenlijke bonden is de heer Jaap van de Hoek gekozen en namens de werkgever mevrouw Bernadette Reesink. In de bijlagen is de procedureregeling (bijlage 4) en de regeling functiewaarderingscommissie (bijlage 5) opgenomen. Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer (gewijzigde regeling) In de Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer die in werking is getreden per 1 januari 2014 wordt in artikel 2 gesproken over het (volledig) vergoeden van een OV abonnement voor het reizen met openbaar vervoer tussen woonadres en werklocatie. Om fiscale en administratieve redenen is het gunstiger om de OV abonnementen ter beschikking te stellen. Artikel 2 van de regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer BAR-organisatie is gewijzigd. De gewijzigde regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 april Het dagelijks bestuur adviseert het algemeen bestuur om de gewijzigde regeling reiskostenvergoeding woonwerkverkeer vast te stellen onder voorbehoud van overeenstemming met het (B)GO BAR-organisatie. De regeling is opgenomen in bijlage 6. Regeling flexibele arbeidsvoorwaarden In het harmonisatievoorstel arbeidsvoorwaarden BAR-organisatie (2013) zijn werkgevers en vakbonden overeengekomen dat de traditionele cafetariaregeling onder de nieuwe fiscale wetgeving (werkkostenregeling) een andere invulling krijgt. Aanleiding is dat door de invoering van de werkkostenregeling de mogelijkheden binnen de traditionele cafetariaregeling fors worden ingeperkt. Afgesproken is dat medewerkers meer vrijheid krijgen om zelf voor bepaalde arbeidsvoorwaarden te kiezen. Hiervoor kunnen medewerkers een deel van hun fiscaal belast loon (vakantietoelage) uitruilen voor fiscaal onbelast loon (netto). De regeling flexibele arbeidsvoorwaarden regelt de uitruil van de bruto vakantietoelage voor netto loon. Het

4 uit te ruilen bedrag is voorlopig vastgesteld op 300 bruto (voor deeltijdmedewerkers is dit naar rato). Het financiële voordeel is afhankelijk van het tarief inkomstenbelasting. De regeling flexibele arbeidsvoorwaarden vervangt de oude regelingen waarbij medewerkers onder fiscaal gunstige voorwaarden bijvoorbeeld een fiets of een sportabonnement konden aanschaffen. De regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari Het dagelijks bestuur adviseert het algemeen bestuur om de regeling flexibele arbeidsvoorwaarden vast te stellen onder voorbehoud van overeenstemming met het (B)GO BAR-organisatie. De regeling is opgenomen in bijlage 7. Wijzigingen CAR-UWO i.v.m. verandering regeling werktijden (LOGA-brief ECCVA/U ) De BAR-organisatie is aangesloten bij de CAR-UWO, de Cao voor gemeenten. Wij zijn daarmee gebonden aan de in het LOGA (Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden) overeengekomen inhoud en wijzigingen van de CAR- UWO. Wijzigingen in de CAR-UWO worden aangekondigd in een LOGA-brief maar krijgen pas rechtskracht op het moment dat deze wijzigingen lokaal worden vastgesteld door het bevoegd orgaan (het algemeen bestuur). Afspraken in het LOGA over de modernisering en flexibilisering van de werktijdenregeling vormen de aanleiding voor de huidige wijzigingen in de CAR-UWO (zie bijlage 8) Met de nieuwe afspraken wordt invulling gegeven aan de behoefte van werkgevers en werknemers om flexibeler te kunnen werken (tijd- en plaatsonafhankelijk). Over de wijzigingen in de CAR-UWO behoeft geen overeenstemming te worden bereikt met het (B)GO. Maar omdat de wijzigingen in de CAR-UWO leiden tot een wijziging in de bezoldigingsregeling (bijlage 9) en invulling geven aan de lokale werktijdenregeling (bijlage 10) kunnen de nieuwe bepalingen in de CAR-UWO pas in werking treden op de eerste dag van de eerstvolgende maand na vaststelling door het algemeen bestuur en overeenstemming met de medezeggenschapsorganen over de bezoldigingsregeling en lokale werktijdenregeling. Het dagelijks bestuur adviseert het algemeen bestuur om de wijzigingen in de CAR-UWO, conform LOGA brief met kenmerk ECCVA/ U , vast te stellen. Bezoldigingsregeling De wijzigingen in de CAR-UWO over de werktijden (bijlage 8) leiden tot wijzigingen in de bezoldigingsregeling (bijlage 9). In de bezoldigingsregeling zijn de wijzigingen gemarkeerd in de kantlijn. De belangrijkste wijzigingen zijn: In artikel 16 is de buitendagvenstervergoeding opgenomen voor medewerkers die vallen onder de standaard werktijdenregeling (conform de CAR-UWO). In artikel 17 lid 1 is de overwerkvergoeding alleen nog van toepassing verklaard voor medewerkers die vallen onder de bijzondere werktijdenregeling (conform CAR-UWO). In artikel 17 lid 2 onder a is opgenomen dat medewerkers die vallen onder de bijzondere regeling voor werktijden vanaf schaal 11 geen recht hebben op een overwerkvergoeding. In artikel 18 is de verschuivingsvergoeding opgenomen. Deze is alleen van toepassing voor medewerkers die vallen onder de bijzondere werktijdenregeling (conform CAR-UWO). Deze vergoeding was abusievelijk niet in de vorige versie van de bezoldigingsregeling opgenomen. In artikel 20 lid 1 is de toelage onregelmatige dienst alleen nog van toepassing verklaard voor medewerkers die vallen onder de bijzondere werktijdenregeling (conform CAR-UWO). In artikel 21, lid 3 (bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst) is de afspraak tussen de werkgever(s) en medezeggenschapsorganen (harmonisatievoorstel BAR-arbeidsvoorwaarden) opgenomen dat medewerkers die tijdens de bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst daadwerkelijk arbeid moeten verrichten buiten kantoortijden (op werkdagen vóór 07:00 uur en na 18:00 uur) een overwerkvergoeding ontvangen. In artikel 26 (Afbouwtoelage) is de verwijzing naar de " oude" artikelen 17, 18 en 19 vervangen door de verwijzing naar de "nieuwe" artikelen 19, 20 en 21. Dit is een tekstuele aanpassing (verschoven artikelen). Artikel 26 is inhoudelijk (betekenis) ongewijzigd. Het dagelijks bestuur adviseert het algemeen bestuur om de gewijzigde bezoldigingsregeling vast te stellen onder voorbehoud van overeenstemming met het (B)GO BAR-organisatie. De bezoldigingsregeling is opgenomen in bijlage 9.

5 De bezoldigingsregeling treedt in werking op de eerste dag van de eerstvolgende maand na vaststelling door het algemeen bestuur en bereikte overeenstemming met de medezeggenschapsorganen over de bezoldigingsregeling (BGO) en lokale werktijdenregeling (MC-BAR). Werktijdenregeling In het harmonisatievoorstel BAR-arbeidsvoorwaarden (onderhandelaarsakkoord) zijn tussen de werkgever(s) en medezeggenschapsorganen afspraken gemaakt over werktijden. Medewerkers hebben meer vrijheid om hun werktijden zelf in te delen en eventuele afspraken over werktijden worden in overleg met de leidinggevende gemaakt. Deze "lokale" afspraken zijn aanvullend op de nieuwe bepalingen in de CAR-UWO (bijlage 8). De werktijdenregeling is een basisregeling waarin de belangrijkste kaders (CAR-UWO, arbeidstijdenwet en lokale afspraken) zijn opgenomen. De meeste medewerkers vallen onder de standaardregeling voor werktijden. Dat wil zeggen dat deze medewerkers zelf regelruimte hebben in hun werktijden binnen een ruim dagvenster dat loopt van maandag tot en met vrijdag van 07:00-22:00 uur (CAR-UWO). De standaardregeling is de norm. In artikel 11 van de werktijdenregeling wordt verwezen naar een bijlage waarin de functie(s)/-groepen worden opgenomen die vallen onder de bijzondere regeling voor de werktijden. Dit zijn functies en functiegroepen waarvoor de leidinggevende eenzijdig de individuele werktijden vaststelt en de medewerker geen of nauwelijks vrijheid heeft in het bepalen van zijn/haar werktijden. Op dit moment zijn leidinggevenden aan het inventariseren welke (groepen van) medewerkers vallen onder de bijzondere regeling. Het dagelijks bestuur (mandaatgever) heeft op 9 mei 2014 besloten de directieraad te mandateren om besluiten te nemen over de aanwijzing van (groepen) functies of medewerkers die vallen onder de bijzondere regeling voor werktijden, voor zover deze besluiten vallen binnen de kaders van de (lokale) regelgeving. Het mandaat wordt toegevoegd aan het mandaatregister personele aangelegenheden. Het dagelijks bestuur adviseert het algemeen bestuur om de werktijdenregeling vast te stellen onder voorbehoud van instemming van de MC-BAR. De werktijdenregeling is opgenomen in bijlage 10. De werktijdenregeling treedt in werking op de eerste dag van de eerstvolgende maand na vaststelling door het algemeen bestuur en bereikte overeenstemming met de medezeggenschapsorganen over de bezoldigingsregeling (BGO) en lokale werktijdenregeling (MC-BAR). Reglement commissie Van werk naar werk In het cao-akkoord hebben VNG en bonden afgesproken om te investeren in een Van Werk naar Werk (VWNW) aanpak bij reorganisaties. Daartoe is hoofdstuk 10d van de CAR aangepast (LOGA brief ECCVA/U ). Deze wijzigingen in de CAR zijn al eerder vastgesteld. Het LOGA heeft afgesproken dat elke gemeente een paritaire toetsingscommissie heeft die toeziet op de juiste naleving van de VWNW-afspraken voor elke medewerker met wie een VWNW-contract is afgesloten. Deze commissie is nadrukkelijk niet de (reguliere) bezwaarcommissie. Door de LOGA partijen is voor deze commissie een modelreglement opgesteld waarin de bevoegdheden van de commissie zijn opgenomen. Zowel de werkgever (dagelijks bestuur) als de medewerker kan zich tot deze commissie wenden als uitvoering van het contract niet verloopt zoals was afgesproken. De adviezen van de commissie zijn bindend, maar een gang naar de commissie laat onverlet dat medewerkers recht van bezwaar en beroep houden. Het dagelijks bestuur adviseert het algemeen bestuur om het (VNG) reglement voor de BAR-organisatie vast te stellen onder voorbehoud van overeenstemming met het (B)GO BAR-organisatie. De regeling is opgenomen in bijlage 11 en treedt in werking op de dag na bereikte overeenstemming met het (B)GO. Met de directieraad en het (B)GO kan vervolgens gestart worden met de selectie van de commissieleden. De benoeming van de commissie zal daarna voor besluitvorming worden voorgelegd aan het dagelijks bestuur van de BAR-organisatie. Regeling gesprekscyclus, mandaatbesluit en register HRM (bekrachtiging parafenbesluit) Op 1 april 2014 (Albrandswaard), 15 april 2014 (Barendrecht) en 6 mei 2014 (Ridderkerk) hebben de collegeleden in hun hoedanigheid als lid van het algemeen bestuur van de BAR-organisatie besluiten geparafeerd, waarmee de

6 regeling gesprekscyclus (inclusief bijbehorende formulieren), het mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit HRM en het HRM mandaatregister in werking zijn getreden. De betreffende stukken zijn opgenomen in de bijlagen 12 t/m 16. Het algemeen bestuur wordt geadviseerd het (parafen)besluit te bekrachtigen.