Leginstructies voor Hydrocork als gelijmde vloer

Transcriptie

1 ALGEMENE INFORMATIE Hydrocork-vloeren zijn alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis. Lees deze instructies voor het leggen zorgvuldig door, samen met de relevante nationale standaarden. TRANSPORT, OPSLAG EN ACCLIMATISERING Dozen moeten liggend vervoerd en bewaard worden. Verpakte vloerdelen moeten acclimatiseren in de ruimte waar ze gelegd gaan worden, in een droge, goed geventileerde ruimte. Laat de vloerdelen in de verpakking minimaal 48 uur acclimatiseren. Haal de vloerdelen kort voor het leggen uit de verpakking. Tijdens het bewaren en het leggen moeten de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid op een peil gehouden worden dat overeenkomt met de situatie als de ruimte gebruikt wordt. In de meeste gevallen betekent dit dat de temperatuur tussen 18ºC en 28ºC moet liggen en dat de relatieve luchtvochtigheid tussen 35% en 65% moet liggen. Gebruik verwarming of airconditioning om de ruimte voor het leggen onder deze omstandigheden te brengen. ONDERVLOER en VOORBEREIDING Bij het leggen van Hydrocork is de sleutel tot succes een goede hechting tussen de ondervloer en de Hydrocork vloer. Een goede voorbereiding van het oppervlak is cruciaal bij het verkrijgen van deze hechting. Ongeacht het uitvlakmiddel dat u gebruikt om de ondervloer uit te vlakken of te repareren, deze is slechts zo sterk als het oppervlak waaraan deze gehecht is. Het oppervlak moet daarom stevig, schoon en vrij van olie, vet, was, vuil, asfalt, uithardingsmiddelen, latex en gips zijn, evenals stof, verf en andere vervuilingen die de hechting kunnen belemmeren. Methodes die gebruikt worden voor het voorbereiden van de ondervloer variëren naargelang het type ondervloer, het oppervlak en de conditie. Meestal zijn er verschillende methodes beschikbaar voor het voorbereiden van een ondervloer. Sommige methodes worden gebruikt omdat ze goedkoper, sneller of eenvoudiger zijn, afhankelijk van de grootte van de opdracht. Het afraffelen van de voorbereiding van een ondervloer kan echter de voorbode vormen van problemen en fouten bij het leggen. Deze technische informatie is bedoeld om aanbevelingen te geven over veelvoorkomende situaties bij ondervloeren en de desbetreffende voorbereiding. Voorwaarden ondervloer Hydrocork kan overal binnenshuis gelegd worden op, onder of boven de begane grond, op beton of houten ondervloeren en tevens in vrijwel alle ruimten in het huis en in commerciële toepassingen, met uitzondering van sauna's en andere ruimten die langdurig nat blijven. Het is mogelijk om Hydrocork te gebruiken in andere ruimten zoals badkamers, of ruimtes waar vaak water gemorst wordt, omdat deze vloer niet zal opzwellen bij contact met water. Om te voorkomen dat het water onder de gelegde vloer lekt (waardoor de lijm kan oplossen en omstandigheden kunnen optreden waarin schimmels, weerplekken of slechte geurtjes kunnen ontstaan), moet een tweecomponenten polyurethaanlijm gebruikt worden en moeten de voegen langs de muren en sanitaire voorzieningen afgedicht worden met een polyurethaankit. Bescherming tegen vocht: Ook bij oudere vloeren bestaat er altijd het risico van vocht in ondervloeren, zodat het nodig is een efficiënte vochtbescherming (dampscherm) te leggen. Ondervloeren moeten permanent droog zijn. Op betonnen ondervloeren zonder vloerverwarming moet het maximale vochtgehalte lager zijn dan 75% RH. U kunt tevens een calciumchloride-vochttesten uitvoeren om te garanderen dat de vochtemissieniveaus lager zijn dan 3 lbs/1000ft2/24 uur (geldig voor de VS en Canada) of een CM-test: Type ondervloer Vochtgehalte CM % Verwarmd - Onverwarmd Beton 1,5-2,0 Anhydriet 0,3-0,5

2 Ondervloeren die afgedekt worden met Hydrocork (watervast) moeten afgedicht (geïsoleerd) worden tegen opstijgende damp, als er geen kelder onder ligt. Waterdicht beton, kruipruimtes of vergelijkbare materialen zijn onvoldoende om doortrekkend vocht naar de ondervloer te voorkomen. Alkalitest - ph Naast een vochttest moet u het beton ook op alkaliteit testen. Het is goed mogelijk dat tijdens het uitharden alkalizouten met het vocht naar de oppervlakte getrokken worden, met name bij nieuw gestorte vloeren. Deze neerslag van alkalizouten zal de hechting van lijmen negatief beïnvloeden. U kunt de alkaliteit van beton met speciaal ph-testpapier testen. Als u ph-aflezing 10 of hoger is, moet u de alkaliteit neutraliseren voordat u begint met het leggen van de vloer. Dekvloeren met (onder)vloerverwarming: Bij het gebruik van Hydrocork met een verwarmde ondervloer, mag de oppervlaktetemperatuur niet hoger worden dan 28 C. Alle warmwaterleidingen en elektrische verwarmingselementen moeten in het beton gestort worden, in overeenstemming met de desbetreffende bouwvoorschriften en -regels. Afhankelijk van het systeem moet de dekvloer mm dik zijn. Het testen van het vochtgehalte van de ondervloer is altijd mogelijk als de aannemer van de dekvloer de meetpunten heeft gemarkeerd. Dit is de enige manier om beschadiging van de verwarmingsleidingen te voorkomen, als de monsters genomen worden uit de dekvloer. Als er geen meetpunten zijn aangegeven, moet bij de aannemer een klacht gedeponeerd worden. Het indrogen kan alleen gedurende een langere tijd door middel van verwarming worden uitgevoerd. Daarom moet de dekvloer verwarmd worden voordat de vloer gelegd wordt. Vergeet niet dat tapijten of matten die op de vloer liggen kunnen werken als warmteopslag. Hierdoor kan de vloertemperatuur hoger worden dan de aanbevolen maximale oppervlaktetemperatuur (niet hoger dan C) Het drogen van een verwarmde ondervloer moet uitgevoerd worden door de verwarming gepauzeerd aan-uit te schakelen voordat de vloer gelegd wordt. Dit moet zijn vastgelegd in een protocol. Hierna kunt u beginnen met de "verwarmingsfase". Het begin van de verwarmingsfase in betonnen ondervloeren mag niet eerder dan 21 na volledige uitharding van het substraat beginnen. De verwarmingsfase moet beginnen met het gedurende 3 dagen vasthouden van de temperatuur op 25ºC. De ondervloer moet minstens dagen gelegd en uitgehard zijn. De temperatuur moet dan dagelijks verhoogd worden, tot de maximaal toegestane temperatuur, zoals aangegeven door de fabrikant van het systeem. Deze maximumwaarde moet minstens 72 uur aangehouden worden en 5-7 dagen niet uitgeschakeld worden. De temperatuur moet vervolgens verlaagd worden door de temperatuur elke dag te verlagen tot 18ºC op het oppervlak bereikt wordt. Het verwarmingssysteem moet acht dagen voor het toepassen van het uitvlakmiddel ingeschakeld worden, zodat de betonlaag volledig indroogt. De verwarming moet uitgeschakeld worden voordat het uitvlakmiddel aangebracht wordt. Breng de verwarming pas 3 dagen na het leggen van de vloer langzaam op normaal niveau. Het oppervlak van de ondervloer mag maximaal 28ºC zijn. Belangrijke opmerkingen: Het niet naleven van deze voorzorgsmaatregelen kan ophoping van vocht of gedeeltelijke verdamping van het uitvlakmiddel tot gevolg hebben, of te snel uitharden van de lijm. Het materiaal kan bovendien krimpen als de verwarming aangezet wordt terwijl het te hechten materiaal niet juist uitgehard is, gedurende minstens 7 dagen. Voorkom dat de vloerverwarming abrupt ingeschakeld wordt als het koel weer is, omdat hierdoor de vloer te snel kan uitzetten of krimpen. Ongeacht het seizoen moet u de verwarming geleidelijk aan- of uitzetten. De gebruikte lijm moet geschikt zijn voor verwarmde ondervloeren. Er wordt geen aansprakelijkheid aanvaardt in geval van storing van het verwarmingssysteem en gerelateerde problemen. Kijk voor meer gedetailleerde informatie in de instructies die geleverd zijn door de fabrikant/aannemer van het vloerverwarmingssysteem, of neem contact op met uw leverancier. Ongeschikte temperatuur- en ventilatie-omstandigheden Hydrocork moet gelegd worden met ongeveer dezelfde temperatuur als waar de vloer tijdens het gebruik aan blootgesteld gaat worden. Hydrocork moet niet gelegd worden als de ondervloer kouder is dan 18 C. De relatieve luchtvochtigheid mag niet lager zijn dan 35% of hoger dan 65%, omdat in dit binnenklimaat de vloer en de verwerking negatief beïnvloed kunnen worden. (Lage temperaturen leiden bijvoorbeeld tot een aanzienlijke vertraging van de reactietijd van lijmen en uitvlakmiddelen). De droogtijd van primers en uitvlakmiddelen en de beluchting van lijmen wordt eveneens verlengd door een hoge vochtigheidsgraad. De uithardingstijden van fabrikanten zijn meestal gebaseerd op een temperatuur van 20ºC en een relatieve luchtvochtigheid van 50%. Daarom zijn metingen van de vloertemperatuur en luchtvochtigheid bijzonder nuttig.

3 Expansievoegen in de gebouwschil moeten door de vloeren niet afgesloten worden. Als vloeren gelegd worden over dilatatievoegen, kunnen deze scheuren, omdat de vloeren stevig op hun plaats liggen en niet kunnen "werken" met de overige bewegingen van het gebouw. Expansievoegen voor de gebouwschil treft u meestal aan in de grootste ruimten. In deze tekst bedoelen we vooral expansievoegen die niet door de gehele gebouwschil lopen (bijvoorbeeld expansievoegen in de dekvloeren) zijn meestal bedoeld voor het opvangen van spanningen tijdens het uitharden. De aannemer kan echter beter advies inwinnen bij de klant met betrekking tot aansluiting op expansievoegen. Type ondervloeren In de praktijk komen we de volgende typen ondervloeren tegen: (Zand)cement dekvloeren Anhydriet dekvloeren Mastiek Beton OSB-platen en multiplex met veer en groef Kunstmatige of natuursteen, keramiektegelvloeren Coating en verf Dekvloeren en (onder)vloerverwarming (Zand)cement dekvloeren In de bouw is dit het meest voorkomende type. Als gevolg van het krimpen tijdens het uitharden, moet bij lengten groter dan 6 m een dilatatievoeg gemaakt worden. Cementdekvloeren nemen vocht op. U kunt dispersielijmen gebruiken. Anhydriet dekvloeren Het vochtgehalte moet lager zijn dan 0,5%. Deze dekvloeren kunnen over een groot oppervlak gelegd worden zonder dilatatievoegen. Vocht dat na het leggen in de dekvloer terecht komt en blijft, zal de dekvloer beschadigen. Deze dekvloeren moeten over het algemeen geschuurd, geborsteld en gestofzuigd worden en moeten met een primer behandeld worden. In deze gevallen moet de verminderde absorptie als gevolg van de primer gecompenseerd worden door een juiste dikte van het uitvlakmiddel (niet minder dan 2 mm) indien dispersielijmen gebruikt worden. Mastiek Dit wordt toegepast in een hete, gesmolten toestand ( ºC) uitgevlakt en bestreken met fijn kwartszand. Indien het goed gebruikt wordt, kan mastiek gebruikt worden om grote oppervlakken naadloos af te dekken. Zodra de mastiek is afgekoeld kan erop gelopen worden. Mastiek heeft geen poriën en als het in twee lagen wordt opgebracht, functioneert het als een dampdichte laag in bouwconstructies. Als een dispersielijm gebruikt wordt, moet mastiek uitgevlakt worden met een minimale dikte van 2mm. Indien contactlijm gebruikt wordt, moet tevens een uitvlakmiddel gebruikt worden, om direct contact tussen het mastiek en de oplosmiddelen in de lijm te voorkomen. Indien reactieve lijmen gebruikt worden, mag alleen polyurethaanlijm direct op mastiek toegepast worden. Anhydriet dekvloeren Het vochtgehalte moet lager zijn dan 0,5%. Deze dekvloeren kunnen over een groot oppervlak gelegd worden zonder dilatatievoegen. Vocht dat na het leggen in de dekvloer terecht komt en blijft, zal de dekvloer beschadigen. Deze dekvloeren moeten over het algemeen geschuurd, geborsteld en gestofzuigd worden en moeten met een primer behandeld worden. In deze gevallen moet de verminderde absorptie als gevolg van de primer gecompenseerd worden door een juiste dikte van het uitvlakmiddel (niet minder dan 2 mm) indien dispersielijmen gebruikt worden. Beton Het vochtgehalte van betonnen ondervloeren moet bepaald worden met een CM-meter. Als u desondanks besluit een monster te nemen, moet u materiaal uit de volledige vloerdikte nemen. De meest betrouwbare methode voor het bepalen van het vochtgehalte is een droogkast, maar dit is alleen mogelijk in een laboratorium. Als er overmatig vocht aanwezig is, kan die met een speciale tweecomponentenprimer oppervlakkig afgeseald worden. Neem contact op met de leverancier. Voorbehandelingslaag Ondervloeren van dit type moeten opgeruwd worden (bv. door middel van schuren, borstelen met staalborstels, zandstralen) en met een primer en uitvlakmiddel behandeld worden. Het is essentieel om teststrookjes te maken om te zien hoeveel (indien nodig) voorbereidend werk nodig is. (Raadpleeg de leveranciers van de uitvlakmiddelen en lijmen voor technisch advies).

4 OSB-platen en multiplex met veer en groef Als u de veer in de groef vastlijmt kunnen redelijk grote oppervlakken zonder expansievoegen gelegd worden. Meestal worden alleen de kopse kanten van de platen vlakgemaakt of geschuurd. Of primen al dan niet nodig is hangt af van de kwaliteit van de platen. Als de naden niet gelijmd worden, zullen deze later verschijnen op het vloeroppervlak. Kunstmatige of natuursteen, keramiektegelvloeren Ondervloeren van dit type absorberen niet. Alle vervuiling (bv. vet, was, zeep enz.) moet grondig mechanisch verwijderd worden en tevens met reinigingsmiddelen, met name als de vloeren al enige tijd in gebruik zijn. Eventuele losse tegels moeten weer vastgemaakt worden. Ondervloeren van dit type moeten opgeruwd worden (bv. door middel van schuren, borstelen met staalborstels, zandstralen) en met een primer en uitvlakmiddel behandeld worden. Coating en verf Deze vloeren hebben vaak weinig of geen poriën. Afbladderende verf moet zorgvuldig verwijderd worden. Omdat de samenstelling van het bindmiddel in deze coatings meestal onbekend is, moeten teststrookjes met verschillende lijmen getest worden. Tegelijkertijd moet u advies vragen bij de fabrikant van de lijmen. Ondervloeren van dit type moeten opgeruwd worden (bv. door middel van schuren, borstelen met staalborstels, zandstralen) en met een primer en uitvlakmiddel behandeld worden. Voor een goede hechting van de lijm op de ondervloer moet u de aanbevolen lijmen gebruiken. Volg de instructies zorgvuldig, evenals de informatie uit de productinformatiebladen. Houten ondervloeren of spaanplaten moeten mechanisch bevestigd worden, bv. door middel van het gebruik van schroeven. Alle veren en groeven moeten met een geschikte lijm aan elkaar gelijmd worden en alle naden moeten stevig aangesloten worden. Ondervloeren met vloerverwarming: Bij het gebruik van Hydrocork met een verwarmde ondervloer, mag de oppervlaktetemperatuur niet hoger worden dan 28 C. Kijk voor meer gedetailleerde informatie in de instructies die geleverd zijn door de fabrikant/aannemer van het vloerverwarmingssysteem, of neem contact op met uw leverancier. Vergeet niet dat tapijten of matten die op de vloer liggen kunnen werken als warmteopslag. Hierdoor kan de vloertemperatuur hoger worden dan de aanbevolen maximale oppervlaktetemperatuur (niet hoger dan C) INSPECTIE OP LOCATIE Inspecteer de vloerdelen voor het leggen bij daglicht op zichtbare fouten en schade en controleer ook of de ondervloer en omstandigheden op de legplaats (vloer) in overeenstemming zijn met de specificaties beschreven in deze instructies. Hydrocork kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor claims die verband houden met onjuiste ondervloeren, onjuiste toepassingen, lijmmiddelen, lakken en het gebruik van niet aanbevolen onderhoudsproducten, of detecteerbare defecten die voorafgaand aan installatie geverifieerd kunnen worden. VOOR HET LEGGEN Deurkozijnen Als een deurkozijn ingezaagd moet worden, moet u een vloerdeel gebruiken om de juiste hoogte te markeren. Zaag de deurkozijnen in op de gewenste hoogte. Laat 2mm tussenruimte tussen het kozijn en de vloerdelen. Ongelijke muren Metingen Controleer de muur waar u begint te leggen en zorg dat deze parallel ligt aan de tegenoverliggende muur. Meet de afstand tot de tegenoverliggende muur in beide hoeken van de muur. Als de metingen verschillen, moet u de noodzakelijke verschillen oplossen in de eerste rij. Breng een smetlijn aan. Zorg dat de breedte van de eerste en de laatste vloerdelen nagenoeg identiek zijn, of minstens 1/3 van

5 de vloerdeelbreedte. Als de muur erg ongelijk is, moet u de vloerdelen afsnijden op de desbetreffende breedte om de ongelijkheid op te heffen. Plaats het eerste vloerdeel bovenop de tweede rij en snij af zoals getoond. Of teken de contour van de muur door een afgezaagd stukje langs de muur te schuiven. Snij de vloerdelen langs de lijnen af. LEGGEN: AANBEVELINGEN VOOR LIJM: Eenzijdig gebruik van acryllijm voor vinylvloeren. Variaties in kleurtonen van Hydrocork is een inherente en aantrekkelijke eigenschap van dit soort vloeren. Verander de volgorde van de vloerdelen voor een aangename mengeling van kleurtonen. Leg de vloerdelen in de richting van het invallende licht uit ramen of de belangrijkste lichtbron. We bevelen aan de vloeren Hydrocork kruislings te leggen met de bestaande vloerdelen van ondervloeren. BENODIGD GEREEDSCHAP EN MATERIALEN: Troffel, aandrukrol, rolmaat, breekmes, potlood, winkelhaak, smetlijn, doek, witte rubber hamer of rolwals. Roer de lijm voor gebruik. Voorkom dat de lijm ophoopt. We bevelen aan het leggen te beginnen aan de rechterzijde. Breng de lijm gelijkmatig aan op de ondervloer met de aanbevolen lijmkam. Voorkom dat de lijm plassen vormt. Leg de vloer in de lijm. Let hierbij op de instructies in de productinformatiebladen en aanbevelingen van de lijmfabrikant. De rugzijde van de vloerdelen moet volledig met de lijm in contact komen. Bij twijfel tilt u het vloerdeel een stukje op. Druk de tegels bij het leggen alleen met de hand vast

6 Begin met het leggen langs de uitgezette lijn. De veerzijde van de vloerdelen moet naar de muur wijzen. Leg het volgende vloerdeel strak tegen de korte kant van de eerste, waarbij de hoeken tegen elkaar komen. Druk het vloerdeel omlaag met een rolwals, of sla voorzichtig met een witte rubber hamer. Zorg dat de lange zijden van de vloerdelen in de rechte lijn liggen. Maak de eerste rij op dezelfde manier af en snij de laatste plank in de eerste rij af op de juiste lengte. Begin de volgende rij met het resterende stuk (moet minstens 300mm lang zijn), waarbij u moet zorgen dat de eindvoegen minstens 300mm verspringen. Leg het eerste vloerdeel van de nieuwe rij met de veer in de groefzijde van het vloerdeel in de vorige rij. Druk het vloerdeel omlaag met een rolwals, of sla voorzichtig met een witte rubber hamer. Plaats de tweede plank waarbij er geen naad mag zitten tussen de korte zijden, door te controleren dat het vloerdeel volledig is vergrendeld in het vloerdeel van de vorige rij. Pas tegelijkertijd de veerzijde van de lange zijde van het vloerdeel tegen de groefzijde van de vorige rij en druk het vloerdeel omlaag met een rolwals, of sla voorzichtig met een witte rubber hamer. Controleer de uitzetvoeg van 10mm met de muur als er drie rijen gelegd zijn en ga verder met leggen zoals hierboven beschreven, tot u de tegenoverliggende muur bereikt. Snij het laatste vloerdeel af op de juiste breedte. Plaats het eerste vloerdeel bovenop de tweede rij en snij af zoals getoond.

7 VERWARMINGSBUIZEN: Als de buizen door de vloer gaan, maak dan een gat in het vloerdeel. Snij het vloerdeel af met een hoek van 45 graden naar het gat. Het afgesneden deel wordt weer op zijn plaats gelijmd. De vloer moet om de 30 minuten gewalst worden met een vloerwals van 50 kg. en tevens na het leggen, zodat de vloerdelen goed aan de lijm hechten.