Gemeente Pepingen Milieubeleidsplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeente Pepingen Milieubeleidsplan"

Transcriptie

1 Inhoudstafel Algemeen 7 1. Instrumentarium Uitgangspunt doelstellingen en beginselen voor het Pepingse milieubeleid Uitgangspunt Doelstellingen en beginselen Beleidsinstrumenten Milieubeleidsplan / Milieujaarprogramma A Milieubeleidsplan B Samenwerkingsovereenkomst Milieu als duurzame 12 ontwikkeling C Samenwerkingsovereenkomst milieu als opstap naar 12 duurzame ontwikkeling fase D Milieubeleidsplan Andere beleidsplannen en inventarissen A Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan B Bermbeheersplan C Reductieplan chemische bestrijdingsmiddelen D Intergemeentelijk Erosiebestrijdingsplan E Gemeentelijke zoneringsplannen F Gemeentelijk mobiliteitsplan G Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan H BPA s 16 BPA zonevreemde bedrijven 16 BPA zonevreemde sportvelden I Milieu Milieumanagement Informatiesysteem (MMIS) Vergunningenbeleid Toezicht Subsidies belastingen retributies en reglementen A Subsidies B Belastingen Retributies C Reglementen Communicatie Integratie A Interne communicatie

2 1.2.6.B Externe communicatie De milieubarometer Duurzaamheidstoets Gemeentelijke milieudienst Samenstelling en werking Samenwerkingsverbanden 1.4 Interne milieuzorg Doel Strategie Knelpunten Stand van zaken Planning Adviesraad voor milieu en natuur (Milieuadviesraad) Samenstelling Bevoegdheden Participatie Doeltreffendheid van de milieuadviesraad 25 2 Milieubeleid per cluster 2.1 Cluster Vaste stoffen Milieuverantwoord productgebruik A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Afvalstoffen A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Afvalhinder A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten 59 2

3 2.1.3.D Doelstellingen E Acties Cluster Water Integraal waterbeheer A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Oppervlaktewater A Beleidskader B Beschrijving 74 Kwaliteit van het oppervlakte water 74 Structuurkenmerken van waterlopen 78 Kwantiteit van het oppervlakte water C Knelpunten 81 Kwaliteit van het oppervlakte water 81 Structuurkenmerken van waterlopen 81 Kwantiteit van het oppervlakte water D Doelstellingen 82 Kwaliteit van het oppervlakte water 82 Structuurkenmerken van waterlopen 82 Kwantiteit van het oppervlakte water E Acties Grondwater en duurzaam watergebruik A Beleidskader B Beschrijving 99 Kwaliteit van het grondwater 99 Kwantiteit van het grondwater 100 Duurzaam watergebruik C Knelpunten 102 Kwaliteit van het grondwater 102 Kwantiteit van het grondwater 102 Duurzaam watergebruik D Doelstellingen 102 Kwaliteit van het grondwater 102 Kwantiteit van het grondwater 102 Duurzaam watergebruik E Acties Waterbodem A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Erosie A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten 118 3

4 2.2.5.D Doelstellingen E Acties Cluster natuurlijke entiteiten Inleiding A Gemeentelijk Natuur ontwikkelingsplan B Ruilverkaveling Elingen Natuur A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Landschap A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Bos A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Groen A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Cluster Hinder Geluids- Licht- en Geurhinder Geluidshinder A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Lichthinder A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties 179 4

5 Geurhinde A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Bodemverontreiniging A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Vermesting A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Luchtverontreiniging Verdunning van de ozonlaag A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Verandering klimaat door broeikaseffect A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Verontreiniging van fotochemische stoffen A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Verzuring A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Milieugevaarlijke stoffen A Beleidskader B Beschrijving 202 5

6 C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Cluster mobiliteit A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Cluster Energie A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Cluster Burgers en doelgroepen A Beleidskader B Beschrijving C Knelpunten D Doelstellingen E Acties Gebiedsgericht beleid A Algemeen B Gemeente Pepingen Overzicht van de acties per cluster Acties cluster vaste stoffen Acties cluster water Acties cluster natuurlijke entiteiten Acties cluster hinder Acties cluster mobiliteit Acties cluster energie Acties Burgers en doelgroepen Bijlagen Verklarende woordenlijst en afkortingen Verklarende woordenlijst Gebruikte afkortingen Literatuur 319 6

7 Algemeen De gemeente Pepingen behoort met haar totale oppervlakte van 3604 ha 70 a 82ca tot de provincie Vlaams-Brabant en situeert zich in het zuidwesten van het arrondissement Halle Vilvoorde. De fusiegemeente Pepingen omvat de deelgemeenten Elingen, Beert, Bogaarden, Bellingen en Heikruis en grenst in het noordwesten aan de gemeente Gooik (Kester - Leerbeek), in het noorden aan de gemeente Lennik (St. Kwintens Lennik en Gaasbeek), in het noordoosten aan St. Pieters Leeuw ( St. - Laureins Berchem en Oudenaken), in het oosten aan Halle, in het zuiden aan Tubize (Saintes), in het zuidwesten aan Rebecq (Bierques) en in het westen aan Herne (Herfelingen). Het betreft een gemeente met kleine geïsoleerde dorpskernen. In het noorden wordt de deelgemeente Pepingen doormidden gesneden door de gewestweg Halle Ninove. De bodem bestaat quasi overal uit leemgrond. Qua ruimtegebruik kan men een typische Pajottenlandse indeling vaststellen met grote open kavels voor akkerbouw op de heuvelruggen en permanente graslanden, meestal omzoomd door populieren- of knotwilgenrijen in de beekvalleien. Men kan eveneens fruitboomgaarden waarnemen. Het reliëf is glooiend met een gemiddelde hoogte, volgens de topografische kaart van ca. 55 m; een uitschieter treft men in het zuiden van de gemeente (Heikruis) met een hoogte van ca. 85 m in de wijk Ter Linden (grens met Herne). 7

8 8

9 1. Instrumentarium 1.1 Uitgangspunt doelstellingen en beginselen voor het Pepingse milieubeleid Uitgangspunt De gemeente Pepingen bouwt een duurzaam milieubeleid uit dat sterk aanleunt bij het beleid dat op Vlaams en Europees niveau wordt uitgewerkt. De basisdoelstellingen van het gemeentelijk milieubeleid werd in 1999 uitgewerkt in een milieubeleidsplan waarin doelstellingen en acties opgenomen zijn over de periode De basisdoelstellingen en principes die in het gemeentelijk beleidsplan uitgewerkt zijn, kunnen samengevat worden als: Het milieubeleid is gebaseerd op het principe Duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling heeft vooral te maken met voorzorg, preventief handelen, voorkeur voor brongerichte bestrijding van milieuaantastingen, het stand-still beginsel en het beginsel dat de vervuiler betaalt Doelstellingen en beginselen In eerste instantie streeft het gemeentebestuur van Pepingen naar het voorkomen van milieuverontreiniging. Dit is het eerste en belangrijkste uitgangspunt dat de gemeente in haar beslissingen hanteert aangaande leefmilieu en ruimtelijke ordening. In het vergunningenbeleid draagt de gemeente hiertoe een belangrijke bijdrage. De gemeente Pepingen opteert om de verontreiniging bij de bron aan te pakken. In dit opzicht is het dan ook van het grootste belang dat de acties gericht zijn op de verschillende doelgroepen. Zogenaamde end-of-pipe oplossingen zullen pas aan bod komen indien de brongerichte aanpak ontoereikend of niet haalbaar is. Het gemeentelijk milieubeleid zorgt er in eerste instantie voor dat de huidige milieukwaliteit niet verder achteruit gaat. Dit bekomt men door de toepassing van het stand-still-principe te hanteren. Uiteraard heeft het beleid tot doel om op termijn een verbetering van de huidige milieukwaliteit te bekomen. Effecten van de hinder en/of verontreiniging worden medebepaald door de locatie van de verontreinigingsbron. Daarom is het beleid aangaande ruimtelijke ordening en het milieubeleid zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Een gebiedsgericht beleid is dan ook essentieel. Het milieubeleidsplan staat niet op zich. Een samenhang tussen het milieubeleidsplan en andere beleidsplannen en beleidstakken, zoals het Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan, het Mobiliteitsplan, Structuurplan en andere actieplannen in het kader van een Duurzaam gemeentelijk beleid, is dan ook evident. 9

10 Gemeente Pepingen september 2005 Milieubeleidsplan Beleidsinstrumenten Een beleid kan maar met succes worden uitgevoerd als het gedragen wordt door een aantal structuren en instrumenten die instaan voor de uitvoering, evaluatie en bijsturing van diverse beleidsacties en dit in functie van de vooropgestelde doelstellingen. De basis bestaat uit de opmaak van een milieubeleidsplan waarin het beleid voor de volgende jaren wordt vastgelegd via het vooropstellen van doelstellingen en deze te koppelen aan acties. Via de opmaak van milieujaarprogramma s wordt elk jaar vastgelegd welke actiepunten voor dit jaar concreet zullen uitgewerkt worden. Tevens worden de acties van het voorbije jaar in deze programma s geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd. Inzake uitvoering maakt men gebruik van een aantal belangrijke pijlers, dien een gezamenlijk draagvlak creëren: - Communicatieve instrumenten: zoals informatieverstrekking, sensibilisatie, educatie en overlegstructuren Communicatieve instrumenten in een milieubeleid zijn belangrijk om het milieubewustzijn van individuen of groepen te vergroten met het oog op de vermindering van de milieubelasting van hun activiteiten. Ze zijn voornamelijk gericht op het veranderen van kennis, attitude of concreet gedrag - Economische instrumenten zoals milieuheffing en subsidies De inzet van economische instrumenten laat burgers/bedrijven toe de afweging te maken tussen heffing betalen en/of hun gedrag of productie milieuvriendelijke te maken en hiervoor subsidies ontvangen - Juridische instrumenten zoals milieuvergunningen, toezicht In het huidige milieubeleid vervullen milieuvergunningen en milieu-inspectie een centrale rol. Juridische instrumenten zijn die instrumenten en bevoegdheden die de gemeenten toegewezen kregen op basis van wetten en uitvoeringsbesluiten. Het milieuvergunningenbeleid en de toezichthoudende taken nemen binnen deze juridische instrumenten een belangrijke plaats in, maar ook verschillende andere milieuwetgevingen bieden bevoegdheden aan de gemeente. Daarnaast kan de gemeente eveneens zelf wetgevend optreden door het uitvaardigen van politieverordeningen voor zover een bepaalde aangelegenheid niet bij wet of decreet werd toevertrouwd aan een hogere overheid. Een ander belangrijk juridische (en tevens economisch) instrument is te vinden in artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet. Op basis van deze bepaling die de gemeente meer mogelijkheden wil bieden om tegen lokale overlast op te treden, kan de gemeenteraad straffen of administratieve sancties bepalen voor overtredingen van zijn reglementen en verordeningen, tenzij voor dezelfde overtredingen door of krachtens een wet of een decreet al straffen of administratieve sancties bepaald zijn Milieubeleidsplan / Milieujaarprogramma Juridisch kader voor de milieubeleidsplanning Het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid geeft een decretaal kader voor de milieuplanning in het Vlaams Gewest, zowel op het niveau van het gewest zelf, als op provinciaal en gemeentelijk vlak.de milieubeleidsplannen op gewestelijk vlak is verplicht en 10 0

11 Gemeente Pepingen september 2005 Milieubeleidsplan omvat het tweejaarlijks opmaken van een milieurapport, het vijfjaarlijks opstellen van een milieubeleidsplan en het jaarlijks opstellen van een milieujaarprogramma. Op provinciaal en gemeentelijk niveau was milieuplanning in eerste fase niet verplicht en zijn enkel op milieubeleidsplan en het milieujaarprogramma voorzien. In het decreet wordt wel bepaald dat de Vlaamse Regering dit verplicht kan stellen, na evaluatie van het vrijwillige systeem, en in dit verband subsidies kan verlenen. Het decreet beoogt een 'integrale milieuplanning'. Een integrale milieuplanning overstijgt een sectorgewijze benadering van het milieu en gaat ervanuit dat het milieu functioneert als een verzameling van in elkaar grijpende eco - systemen, die in stand worden gehouden door allerlei processen en kringlopen, waarop maatschappelijke activiteiten (on) geregeld kunnen werken. Een viertal andere principes van de integrale milieuplanning kunnen van dit basisprincipe worden afgeleid: een integrale milieuplanning impliceert dat maatregelen moeten worden uitgewerkt per doelgroep; ook het beheer van natuurlijke rijkdommen en het natuur- landschapsbehoud zijn doelstellingen van het milieubeleid; het milieu wordt gezien als een facet waar andere beleidssectorenrekening mee moeten houden; het milieubeleid als beleidssector moet rekening houden met de andere facetten. De realisering van het derde en het vierde principe vereist alle relevante beleidssectoren in het milieuplanningsproces worden betrokken, en de milieubeleidssectoren in de planningsprocessen van andere beleidssectoren. De Vlaamse Regering besliste bij B. Vl. Reg. van 14 juni 2002 betreffende de provinciale en gemeentelijke milieuplanning en de milieuraad, om de provinciale en gemeentelijke milieubeleidsplanning verplicht te stellen. De gemeenten zijn verplicht hun milieubeleid te voeren op basis van een gemeentelijk milieubeleidsplan. Het gemeentelijk milieubeleidsplan wordt opgemaakt met het oog op de bescherming en het beheer van het milieu op het grondgebied van de gemeente. Het plan geeft op niveau van de gemeente een nadere uitwerking aan het gewestelijk En, voor zover het bestaat, provinciaal milieubeleidsplan. Het plan kan deze beide aanvullen binnen de perken van de gemeentelijke bevoegdheden, maar mag niet afwijken van de bindende bepalingen van het gewestelijk en, voor zover het bestaat het provinciaal milieubeleidsplan. ( milieuzakboekje Kluwer) A Milieubeleidsplan De gemeente heeft in het kader van optie 1 van het convenant het milieubeleidsplan opgesteld. Hierin heeft de gemeente Pepingen een visie op lange termijn uitgewerkt. Het plan stippelt de koers uit die de gemeente Pepingen wenst te bevaren in verband met milieu en natuur. Het plan tracht ook de middelen te beschrijven die nodig zijn om het beschreven beleid uit te voeren. 10 1

12 Gemeente Pepingen september 2005 Milieubeleidsplan Het opstellen van het gemeentelijk milieubeleidsplan Inventarisatie Algemene doelstellingen (duurzame ontwikkeling en verbetering algemene milieukwaliteit) Knelpunten Acties: Overleg : Een korte beschrijving gevolgd door: * milieuambtenaar * College planning * Gemeenteraad kostprijs * Andere diensten doelgroep(en) * Milieuraad uitvoerder(s) * Doelgroepen Uitvoering Rapportering en evaluatie (jaarlijks) eventuele bijsturing feed-back aan : college, gemeenteraad, andere diensten, milieuraad, bevolking,... Procedure opmaak De vaststelling van het gemeentelijk milieubeleidsplan gebeurt, overeenkomstig het decreet houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (decreet 5 april 1995), ten laatste 1 jaar na vaststelling van het provinciale en ten laatste 2 jaar na het gewestelijk milieubeleidsplan. Het is de taak van het college van burgmeester en schepenen het ontwerp milieubeleidsplan op te stellen en naar oordeel van het college worden de meest belanghebbende overheidsorganen, instellingen en privaatrechtelijke organisaties betrokken. Het ontwerp milieubeleidsplan wordt meegedeeld aan de Vlaamse regering, de gemeenteraadsleden, de administraties vertegenwoordigd in de provinciale milieuvergunningscommissie, de Bestendige Deputatie van de provincieraad, en de door het college aangewezen andere organisaties of organismen, die 60 dagen tijd krijgen om een gemotiveerd advies uit te brengen. Nadat door aanplakking en publicatie in twee dag- of weekbladen de bevolking binnen de gemeente kennis heeft gekregen van de neerlegging van het ontwerpplan, beschikt iedereen over de mogelijkheid gedurende een periode van 60 dagen schriftelijke opmerkingen te richten aan het college. 11

13 Gemeente Pepingen september 2005 Milieubeleidsplan Het is de taak van de Bestendige Deputatie om het ontwerpplan op zijn verenigbaarheid met de hogere plannen te toetsen en te waken over de coherentie tussen de verschillende gemeentelijke milieubeleidsplannen. Het definitieve gemeentelijk plan wordt door de gemeenteraad op gemotiveerde wijze vastgesteld na onderzoek van de adviezen en bemerkingen, ter kennis gebracht van de instanties aan wie het ontwerpplan werd medegedeeld en vervolgens ter inzage gelegd in de gemeente. Wanneer op dat ogenblik in het gemeentelijk plan vooralsnog strijdige bepalingen met hogere plannen voorkomen, kan de Bestendige Deputatie binnen de 3 maand na kennisgeving de strijdige bepalingen te vernietigen B Samenwerkingsovereenkomst Milieu als duurzame ontwikkeling De gemeente Pepingen ondertekende de Samenwerkingsovereenkomst op niveau 1. De gemeente werkte tijdens de duur van de overeenkomst de bepalingen uit van het Instrumentarium en van de clusters Vaste Stoffen, Water, Hinder, Natuurlijke Entiteiten, Mobiliteit, Energie en Burgers en Doelgroepen op niveau 1. In uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst wordt er sinds 2002 een milieujaarprogramma opgesteld door de duurzaamheidsambtenaar. Het programma wordt besproken in het college van burgemeester en schepenen en in de gemeentelijke milieuadviesraad. Het programma omvat een rapportering van de acties die het voorbije jaar zijn ondernomen, alsook een planning van acties en maatregelen die het bestuur het komende jaar wenst te ondernemen. In het milieujaarprogramma wordt steeds de link gelegd met het gemeentelijk milieubeleidsplan C Samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling fase De gemeenteraad besliste in zitting van 3 februari 2005 om de samenwerkingsovereenkomst ' Milieu als opstap naar een duurzame ontwikkeling' fase 2: , op niveau 1 van de clusters vaste stoffen, water, hinder, natuur, mobiliteit, energie met betrekking tot het milieu- en natuurbeleid in de gemeente Pepingen af te sluiten met het Vlaamse Gewest. De raad besliste tevens om de optionele bepalingen: - MINA- werker en duurzaamheidsambtenaar van het instrumentarium te ondertekenen voor de jaren de bijkomende bepaling met betrekking tot het opruimen van kleine partijen achtergelaten gevaarlijke afvalstoffen, meer bepaald artikel van de contracttekst - de bijkomende bepaling met betrekking tot het inschakelen van een erkend bodemsaneringsdeskundige om de nodige vaststellingen te doen met betrekking tot een acuut geval van bodemverontreiniging en indien nodig om verder maatregelen in het kader van het bodemsaneringsdecreet te laten vaststellen, meer bepaald artikel te ondertekenen. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing. 12

14 Gemeente Pepingen september 2005 Milieubeleidsplan D Milieubeleidsplan Het milieubeleidsplan geeft een stand van zaken weer van de uitvoering voor het gemeentelijk milieubeleidsplan en bevat tevens de planning van de acties en maatregelen voor de periode met een raming van hun financiële begroting. Het milieubeleidsplan bouwt verder op het milieubeleidsplan , maar houdt rekening met de bepalingen van het gewestelijk milieubeleidsplan , het provinciaal milieubeleidsplan en de bepalingen van de samenwerkingsovereenkomst verlengd tot 2007 milieu als opstap naar een duurzame ontwikkeling. Het milieubeleidsplan beoogt het bevorderen van de doeltreffendheid, de efficiëntie en de interne samenhang van het milieubeleid op alle beleidniveaus. Het gemeentelijk milieubeleidsplan wordt opgebouwd volgens het clustermodel van de samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar een duurzame ontwikkeling, zodat een eenvormige en geïntegreerde rapportering over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst en het gemeentelijk milieubeleidsplan mogelijk is Andere beleidsplannen en inventarissen A Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan De gemeente Pepingen heeft sinds 1996 een gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP). Het GNOP omschrijft het beleid dat de gemeente voor haar grondgebied op vlak van het natuurgebied zal voeren. Het is in het bijzonder gericht op het ontwikkelen en het vergroten van de natuurwaarden. In het gemeentelijk GNOP zij tevens de doelstellingen van het MINA- plan van de hogere overheid opgenomen. In het gemeentelijk plan werd bewust gekozen voor een globale aanpak die zich richt naar het volledige grondgebied van de gemeente Pepingen. De gehele gemeente werd tijdens het opmaken van de basisinventaris a.h.w. uitgekamd. Er werd onmiddellijk een beeld gevormd van de aanwezige natuurwaarden en de mogelijkheden om met actieplannen, op welbepaalde plaatsen aan natuurontwikkeling te doen. Er werden tevens een aantal knelpunten opgemerkt. Het GNOP is een document dat geraadpleegd wordt bij beslissingen op gemeentelijk hoger niveau inzake ruimtelijke ordening, infrastructuurwerken, beheer van waterlopen en waterzuivering, landbouw- en bosbeleid. De stand van zaken van de uitvoering van dit plan en de verderzetting hiervan in de periode wordt verder in dit milieubeleidsplan beschreven onder de cluster natuurlijke entiteiten B Bermbeheersplan Het bermbesluit van 27 juni 1984 voorziet dat de wegbermen tweemaal per jaar kunnen gemaaid worden. Er mag niet voor 15 juni gemaaid worden en een eventuele tweede maaibeurt mag slecht worden uitgevoerd na 15 september worden. Het maaisel moet worden verwijderd binnen 10dagen na het maaien. De bevoegde minister kan hiervan afwijken. Ook kan een vroeger maaitijdstip gekozen worden voor het behouden van verheers- en signalisatieborden, als de verkeersveiligheid in het gedrang zou komen. Nochtans moet, in dergelijk geval, de betrokken overheid op de voor het 13

15 Gemeente Pepingen september 2005 Milieubeleidsplan natuurbehoud minst schadelijke wijze de haar toevertrouwde opdracht (in casau de verkeersveiligheid) nakomen. ( milieuzakboekje Kluwer) In 1999 werd door de intergemeentelijke milieudienst van de intercommunale Haviland een bermbeheersplan uitgewerkt voor de gemeente Pepingen. Het regionaal landschap Zenne Zuun en Zoniën hebben voor de gemeente Pepingen een beknopte nota uitgewerkt voor het beheer en onderhoud van de holle wegen, hakhout en bermbeheer. Jaarlijks wordt er met de gemeente afgesproken welke holle wegen de gemeente met eigen arbeiders onderhoudt en welke werken door de INL-ploegen uitgevoerd worden. Het gaat hier hoofdzakelijk om hakhoutbeheer en maaibeheer. Het betreft eerder kleine holle wegen waarvan de bedding geasfalteerd werd. De houtkanten zijn over het algemeen goed ontwikkeld. Heel wat bermen van de holle wegen horen tot het Geel-Nagelkruid-Schaduwgrastype. De uitvoering van het bermbeheersplan in de periode wordt beschreven in de cluster natuurlijke entiteiten C Reductieplan chemische bestrijdingsmiddelen Het decreet houdende de vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaams Gewest, verbiedt openbare diensten om bestrijdingsmiddelen te gebruiken in openbare parken en plantsoenen, in de nabijheid van waterlopen en andere oppervlaktewateren, op wegbermen en in natuur- en bosgebieden. Het college heeft in zitting van 13 maart 2005 een beleidsoptie voor afwijking op het nulverbruik heeft goedgekeurd. Deze beleidsnota omvat volgende belangrijke bepalingen: De openbare dienst van de gemeente Pepingen engageert zich om zich op het decreet binnen de hiernavolgende termijnen een reductieprogramma uit te voeren ten einde uiterlijk vanaf 1 januari 2015 een nulgebruik te bereiken. De gemeente Pepingen zal: - een inventaris opmaken van de gebruikte pesticiden; - een werkgroep oprichten die werkt rond het thema bestrijdingsmiddelenreductie; - bij de aanleg van groen kiezen voor aanplantingen die minder onderhoud vereisen; - chemische bestrijdingsmiddelen zovlug mogelijk afbouwen en maximaal alternatieve bestrijdingsmiddelen toepassen; - het gemeentepersoneel de mogelijkheid geven om vorming te volgen zodat de omschakeling vlot kan verlopen; - de burgers sensibiliseren om eigen gebruik van chemische bestrijding te beperken en de burgers informatie te verschaffen over alternatieve middelen; - In samenspraak met de burgers en de betrokken diensten onderzoeken waar de mogelijkheden zijn om onderhoudsintensieve begroeiingen, wegen en verharde oppervlakken te vervangen door minder onderhoudsintensieve begroeiingen of bodembedekkers. De hoeveelheid arbeid die hierdoor wordt uitgespaard wordt ingezet om elders het onkruid milieuvriendelijk onder controle te houden; Werkleider William Wauters en duurzaamheidsambtenaar Krista Vanderelst worden aangeduid als coördinatoren bestrijdingsmiddelenreductie De gemeente legt jaarlijks een reductieplan Onkruidbestrijding ter goedkeuring aan de hogere overheid. Dit reductieplan is een leidraad om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen te reduceren. 14

16 1.2.2.D Intergemeentelijk Erosiebestrijdingsplan Het college van burgemeester en schepenen heeft zich in zitting van 24 april 2003 principieel akkoord verklaard voor de opmaak van een intergemeentelijk erosiebestrijdingsplan samen met de gemeenten Gooik, Lennik. De stand van zaken van de opmaak van dit plan wordt verder beschreven in de cluster water E Gemeentelijke zoneringsplannen Inzake afvalwaterzuivering werd door het regionaal landschap Zenne Zuun en Zoniën een kaart opgesteld met een duidelijke afbakening van de afvalwaterzuiveringzones. De doelstelling, de opvolging en de uitvoering van dit plan in de periode wordt verder beschreven in de cluster water F Gemeentelijk mobiliteitsplan De gemeente Pepingen heeft de mobiliteitsconvenant ondertekend. In het kader van de convenant werd een mobiliteitsplan opgemaakt waar een duidelijke visie wordt gegeven van het te volgen beleid. Milieuaspecten, aanleg nodige infrastructuur en ruimtelijke ordening werden in het plan geïntegreerd. Het autoverkeer is een belangrijke emissiebron van allerhande schadelijke stoffen (VOS, zware metalen, dioxines, ). Dit heeft ook een negatieve invloed op het (subjectieve) onveiligheidsgevoel. De impact van gemeentelijke maatregelen is hier eerder beperkt. De gemeente kan wel via een gemeentelijk mobiliteitsplan bijdragen tot een vermindering van het gebruik van de wagen en verhoging van de verkeersveiligheid. Ook meer beperkte maatregelen, zoals het beïnvloeden van de mobiliteit van het eigen gemeentelijk personeel kan bijdragen tot het reduceren van de problemen. De samenwerking tussen de dienst mobiliteit en de dienst milieu wordt verder in dit milieubeleidsplan beschreven onder de cluster mobiliteit G Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Een structuurplan is een beleidsdocument, dat de gewenste ruimtelijke structuur aangeeft voor de toekomstige ontwikkeling van de gemeente. Het is ook een strategisch document, wat wil zeggen dat het gericht is op de realiteit en hierop inspeelt, maar zonder de intentie om voor alle (toekomstige) problemen een oplossing te bieden. Bij de opmaak van het ruimtelijk structuurplan (in vier fasen), moet rekening gehouden worden met de volgende documenten: - het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams Brabant - de omzendbrief RO 97/2 over het gemeentelijk structuurplanningsproces - het Decreet op de ruimtelijke ordening en bijhorende besluiten Zoals in het decreet houdende de organisatie van de Ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 en de latere wijzigingen vermeld staat, bestaat een structuurplan uit 3 delen: een informatief deel, een richtgevend deel en een bindend deel. 15

17 Stand van zaken gemeente Pepingen Er is een studiebureau aangesteld, dat momenteel de startnota opmaakt. Bij de opmaak van de startnota wordt het onderzoeksgebied, in case de ganse gemeente Pepingen, intensief verkend waarbij de aandacht onder meer uitgaat naar de bestaande ruimtelijke structuur: de samenhang, de kwaliteit, de knelpunten en de problemen, met specifieke aandacht voor de belangrijkste probleemvelden. Essentieel zijn hierbij de voorbereidende gesprekken met bevoorrechte getuigen. Gelijklopend aan deze terreinverkenning wordt gestart met het samenbrengen van specifieke basisinformatie over de demografie, de tewerkstelling, de woonbehoeften, de historisch morfologische ontwikkeling, de geografische situering die essentieel zijn voor de studie. Op basis van de verzamelde informatie wordt een digitale basiskaart opgemaakt. Hierbij zal de opbouw en de inhoud mede bepaald worden door de gemeentelijke verwachtingen dienaangaande. Verdere informatie over het ruimtelijk structuurplan wordt beschreven in actie W05 van de cluster water H Bijzonder plan van aanleg (BPA) BPA zonevreemde bedrijven Doelstelling Met het BPA Zonevreemde bedrijven heeft de gemeente de bedoeling de bedrijven uit de gemeente door te lichten die momenteel een probleem hebben met bouw- en/of milieuvergunning, of bedrijven die in de toekomst een probleem kunnen hebben, indien ze willen uitbreiden of indien de bedrijven moet veranderingen aanbrengen in het kader van de milieuwetgeving. Bijvoorbeeld : een bedrijf of een deel ervan ligt in agrarisch gebied en heeft nu een geldige bouw- en/of milieuvergunning, maar een nieuwe bouwvergunning zal geweigerd worden of een nieuwe milieuvergunning zal nog slechts éénmalig en beperkt in tijd afgeleverd worden omdat het bedrijf zonevreemd is. een bedrijf kan in woongebied liggen maar is, gelet op de evoluerende activiteiten of productiemethoden, niet (meer) verenigbaar met de woonomgeving. Dergelijke bedrijven zijn eveneens zonevreemd. Bij de opmaak van de plannen wordt het bedrijf volledig geïntegreerd in het landschap en worden er rond de gebouwen groenbuffers voorzien. De bedrijven worden ook getoetst aan het GNOP. Er wordt gekeken of de bedrijven al dan niet in een VEN- of GEN-gebied, een natuurontwikkelings- of verbindingsgebied vallen. Ook wordt er nagekeken of ze niet in een habitat- of vogelrichtlijngebied gelegen zijn. Indien dit het geval is, wordt het moeilijk om deze bedrijven op deze plaatsen te bevestigen. De bedrijven worden dan nog eens onderworpen aan de watertoets. Op plaatsen waar er gevaar is voor overstromingen wordt het heel moeilijk om deze bedrijven op hun huidige plaats te bevestigen. Op deze gegevens wordt een bedrijf al dan niet streng of minder streng beoordeeld. Er wordt dan ook uitgemaakt of ze kunnen uitbreiden op een manier dat ze optimaal geïntegreerd worden in het landschap. Stand van zaken Momenteel is het dossier klaar van de plenaire vergadering. Daarna dienen volgende stappen doorlopen te worden: - voorlopige aanvaarding op de gemeenteraad - 1 maand openbaar onderzoek - definitieve aanvaarding gemeenteraad - minister 16

18 BPA zonevreemde sport- en recreatieterreinen Doelstelling Idem BPA zonevreemde bedrijven Stand van zaken Na enkele aanpassingen voor bepaalde sportterreinen kan ook hier de plenaire vergadering georganiseerd worden I Milieu Milieumanagement Informatiesysteem (MMIS) De gemeente Pepingen verbindt er zich toe om met betrekking tot de gegevensinvoer van het MMIS een bijdrage te leveren aan de vier databanken van zodra deze operationeel zijn: - milieuvergunningenloket (MILO) - milieuklachtenregistratie en opvolgingssysteem ( MKROS) De milieuklachten worden momenteel in een klachtenregister genoteerd. De duurzaamheidsambtenaar heeft reeds in 2003 milieuklachten behandeld via de testdatabank van dit systeem. - Rioleringsdatabank (GIS systeem) - natuurvergunnnigendatabank De milieuklachtenregistratie en opvolging wordt verder beschreven in punt en in de cluster hinder. Het behandelen en registreren van natuurvergunningen wordt beschreven in de cluster natuurlijke entiteiten Vergunningenbeleid Hinderlijke inrichtingen zijn overeenkomstig het milieuvergunningsdecreet ( decreet Vlaamse regering 28 juni 1985) en de uitvoeringsbesluiten Vlarem I (Besluit Vlaamse Regering 6 februari 1991) en VlaremII (Besluit Vlaamse regering 1 juni 1995) ingedeeld in 3 klassen. Voor elke klasse gelden aparte procedures: - klasse 3: aktename door het college van burgemeester en schepenen - klasse 2: openbaar onderzoek door gemeente, mogelijk externe adviesverlening, beslissing door college van burgemeester en schepenen - klasse 1: openbaar onderzoek en adviesverlening door gemeente, beslissing door de Bestendige Deputatie Voor elke inrichting gelden algemene, sectorale en mogelijk bijzondere vergunningsvoorwaarden. De gemeente werkt al geruime tijd aan een globale inventaris van alle ingedeelde inrichtingen, in het bijzonder door middel van een specifiek softwareprogramma van GEMIC. In totaal zijn ruim 1800 inrichtingen ingegeven( vaak weliswaar slechts met beperkte gegevens). Alle inrichtingen zijn gelinkt met het Geografisch Informatie Systeem (GIS). In de toekomst dienen alle vergunningen opnieuw ingegeven te worden in een nieuw softwareprogramma van Schaubroeck wat een tijdrovende activiteit zal zijn. 17

19 Planning Alle milieuvergunningen van de databank van GEMIC overbrengen naar de databank van Schaubroeck. De databank van Schaubroeck dient zoveel mogelijk gegevens van de milieuvergunning of melding te bevatten, zodat voor een bepaalde inrichting eenvoudig een historiek kan opgevraagd worden Toezicht Het melden van de klachten kan op diverse wijzen gebeuren: melding via een meldingsfiche die via de infozuil in het gemeentehuis verspreid wordt, melding rechtstreeks aan de milieudienst, via burgemeester en schepen van milieu, via wijkagenten. De registratie en opvolging gebeuren door de milieu en duurzaamheidsambtenaar Krista Vanderelst. De duurzaamheidsambtenaar laat zich door verschillende diensten ondersteunen bij het behandelen van de klachten. Actief op het terrein wordt er controle uitgevoerd door de intergemeentelijke milieudienst van de intercommunale Haviland. De milieucoördinator Johan Heyrman voert de controles uit en schrijft advies over de te volgen acties. De milieu- en duurzaamheidsambtenaar beschikt over Vlarembekwaamheidsbewijs en een getuigschrift voor geluidshinderbestrijding. De Lokale Politie Pajottenland is een overkoepeling (één nieuw politiekorps) van alle politiediensten van Gooik, Galmaarden, Herne, Lennik, Pepingen en Bever en dit sinds 1 januari De lokale Politie Pajottenland wordt gestuurd door een Politiecollege (samengesteld uit de burgemeesters van de 6 gemeenten en de zonechef) en door een Politieraad (samengesteld uit mandatarissen en de burgemeesters van de 6 gemeenten). Lokale Politie Pajottenland Bruneaustraat 101 Kester Tel.: Contactpersoon: Roland Pauwels (zonechef) Planning In 2005 zal een samenwerkingsovereenkomst tussen de politiezone Pajottenland en de gemeente Pepingen afgesloten worden: De samenwerkingsovereenkomst zal ten minste het volgende bevatten: - een taakverdeling en de wijze van samenwerking; - de opmaak van een lijst waarin de toezichtacties op milieuovertredingen worden beschreven; - het aanduiden van een aanspreekpunt voor milieuovertredingen; - de bemiddelingsrol die de gemeente opneemt bij conflicten betreffende lokale hinderproblemen veroorzaakt door inrichtingen en handelingen van klasse 2 en 3. 18

20 Subsidies belastingen retributies en reglementen A Subsidies Om een milieu- en natuurvriendelijk gedrag bij de Pepingse burger te stimuleren beschikt de gemeente Pepingen over gemeentelijke subsidiereglementen: De belangrijkste gemeentelijke subsidies op het gebied van milieu- en natuurbehoud: - subsidie voor aanplant en onderhoud van streekeigen groen - subsidie voor de bouw van IBA - subsidie voor hemelwater en infiltratie B Belastingen - Retributies - De gemeente Pepingen heft een belasting op de aanvragen voor hinderlijke inrichtingen die opgenomen zijn in de indelingslijst van de als hinderlijk beschouwde inrichtingen van Vlarem I. - aanvragen inrichting klasse1: aanvragen klasse 2 : melding klasse 3 : De gemeente Pepingen beschikt over een belastingsreglement op sluikstorten. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld tegen kostprijs met een minimum van 250. Indien de verwijdering door tussenkomst van derden moet gebeuren, zal het bedrag van de factuur aangerekend worden. - De gemeente Pepingen heeft een retributiereglement voor het gebruik van het gemeentelijk containerpark goedgekeurd C Reglementen De belangrijkste reglementen op het gebied van milieu en natuurbeleid: - reglement inzake overwelven van baangrachten - politiereglement reinheid der wegen - politiereglement gemeentelijk containerpark Communicatie Integratie A Interne communicatie Om de integratie op gemeentelijk vlak te bevorderen heeft het college van burgemeester en schepenen, in zitting van 24 december 2002, de samenstelling en oprichting van de ambtelijke werkgroep goedgekeurd. Om de participatie en integratie met andere diensten verder uit te bouwen stelde de DA voor om de cultuurambtenaar op te nemen in de ambtelijke werkgroep. Op 02 september 2003 heeft het college de uitbreiding van de leden van ambtelijke werkgroep goedgekeurd. De werkgroep bestaat momenteel uit leden van volgende diensten: landbouw, ruimtelijke ordening, milieu, mobiliteit, technische dienst en cultuur. Deze werkgroep komt minstens drie maal per jaar samen. Geïntegreerde acties zullen steeds gebeuren in overleg met de verschillende diensten en gecoördineerd worden door de DA. De verslagen van de ambtelijke werkgroep werden steeds ter kennis gebracht aan het college. 19

21 1.2.6.B Externe communicatie Het milieu- en natuurbeleid wordt via verscheidene kanalen naar de verschillende doelgroepen (burgers, scholen, landbouw, ) gecommuniceerd: de afvalkalender, het gemeentelijk infoblad (Info Pepingen), de milieukrant, de gemeentelijke website, de infokiosk, folders en affiches van de intercommunale en de provincie Vlaams-Brabant. Het gemeentelijk informatieblad Info Pepingen Het gemeentelijk informatieblad Info Pepingen verschijnt twee maal per jaar. Hierin worden ook informerende milieuartikels en sensibiliserende artikels gepubliceerd die handelen over de actuele onderwerpen met betrekking tot milieu. Een steeds weerkerend onderwerp is de ophaling van het huisvuil en de jaarlijkse resultaten hiervan. Verder worden alle artikels gebundeld onder de rubriek milieu. Enkel de milieuaspecten die betrekking hebben tot de landbouw staan vermeld onder een andere rubriek. De gemeentelijke website Sinds 2004 beschikt de gemeente Pepingen over een gemeentelijke website. De Pepingse burger kan op deze website informatie vinden over de gemeentelijke milieudienst. Ook worden er linken aangelegd naar andere websites die betrekking hebben met tot leefmilieu De milieubarometer De milieubarometer bestaat uit een set van minimum 15 milieu-indicatoren. Deze worden gekozen om de toestand en de belangrijke ontwikkelingen van het milieu en de natuur op lokaal vlak op te volgen. De milieubarometer is verplicht voor de gemeenten die de samenwerkingsovereenkomst ondertekend hebben op niveau 2, maar optioneel voor niveau 1. Momenteel werkt de gemeente Pepingen nog niet aan de uitvoering van de milieubarometer Duurzaamheidstoets De duurzaamheidstoets is een uitgebreide checklist met criteria die het effect op duurzame ontwikkeling kunnen begroten. De duurzaamheidstoets is verplicht voor gemeenten die de samenwerkingsovereenkomst op niveau 3 hebben ondertekend, maar optioneel voor niveau Gemeentelijke milieudienst Samenstelling en werking De milieudienst is een afdeling van de gemeentelijke technische dienst. De technische dienst heeft de volgende structuur: - afdeling milieu - afdeling ruimtelijke ordening en stedenbouw - afdeling openbare werken en patrimonium met uitvoerende dienst - GIS deskundige die de drie afdelingen ondersteunt 20

22 Sinds 1 oktober 2002 is Krista Vanderelst als voltijds duurzaamheidsambtenaar aangeworven op niveau B. De gemeenteraad heeft in zitting van 16 september 2003 beslist om de aanstelling van Krista Vanderelst, in contactueel verband, voor een bepaalde duur, met een voltijdse prestatie, te verlengen tot 31 december De gemeenteraad heeft in zitting van 5 oktober 2004 beslist om haar te benoemen op proef in statutair verband, met een voltijdse prestatie, als milieu en duurzaamheidsambtenaar bij de gemeente Pepingen. Krista Vanderelst is als milieu- en duurzaamheidsambtenaar de milieuverantwoordelijke van de gemeente Pepingen en werkt onder de leiding van de schepen van leefmilieu, de heer Seghers Marcel. De gemeente Pepingen doet beroep op de intergemeentelijke milieudienst van de intercommunale Haviland voor het verlenen van (milieuvergunnings)adviezen, plaatsbezoeken, controles en diverse specifieke opdrachten. De milieu- en duurzaamheidsambtenaar tracht het milieubeleid met een geïntegreerde manier uit te voeren. Verder wordt er gewerkt aan de uitbouw van een milieuloket voor eerstelijnsmilieuzorg en aan het intern milieuzorgsysteem. De milieudienst zorgt tevens voor : - de opvolging van het milieuvergunningsbeleid - de natuur- en milieuklachtenbehandeling - de uitvoering van de doelstellingen en acties van de samenwerkingsovereenkomst de concrete uitvoering van het gemeentelijk natuur ontwikkelingsplan. - de uitvoering van de opgelegde taken van provincie en gewest - de uitbouw van een milieuloket voor eerstelijnsmilieuzorg: dienstverlening, educatie & sensibilisatie, centraal meldpunt voor milieuklachten, met rapportering, beleidsadvisering en - voorbereiding - afvalproblematiek, milieu-inventarisaties, natuurbehoud & -ontwikkeling, groenvoorziening, Samenwerkingsverbanden De gemeentelijke milieudienst werkt voor het verwezenlijken van de acties samen met volgende organisaties: - vzw Econet Vlaams- Brabant: De gemeenteraad heeft in zitting van 10 december 2002 de samenwerkingsovereenkomst met de vzw Econet Vlaams- Brabant van de periode goedgekeurd. De aanvraag van de gemeente Pepingen voor toekenning van MiNawerkers in het kader van de samenwerkingsovereenkomst werd gunstig geadviseerd door de Vlaamse Gemeenschap. De gemeente Pepingen kreeg een inhoudelijke goedkeuring voor 1 vte, waarvan 0,7vte via het contingent MINA wordt gehonoreerd en 0,3 vte door de groenjobs. - Regionaal Landschap Zenne, Zuun en Zoniën - Politiezone Pajottenland - Intergemeentelijke milieudienst voor de Intercommunale Haviland 21

23 1.4 Interne milieuzorg Doel De gemeente Pepingen zal trachten het voorkomingbeginsel en het preventief handelen zoveel mogelijk uit te bouwen in haar intern milieubeleid. Hierbij zal de gemeente Pepingen trachten een voorbeeldfunctie te ontwikkelen naar de doelgroepen toe. Daar waar mogelijk probeert de gemeente Pepingen duurzame en milieuvriendelijke producten aan te kopen. De duurzaamheidsambtenaar zet via communicatie en interne nota s de andere diensten aan om mee te werken aan de interne milieuzorg Strategie De acties die kaderen in het intern milieubeleid en de samenwerkingsovereenkomst worden uitgewerkt door middel van het volgende communicatieplan: - initiatief: komende van bepaalde personen of diensten van de gemeente Pepingen - partners: het zoeken van eventuele partners (andere diensten, verenigingen, vzw s) die het initiatief mee willen ondersteunen en opbouwen - ontwerpanalyse - analyse van de doelgroep: gericht naar welke specifieke diensten van de gemeente - opstellen van programma: acties opstellen met de eventuele partners - tijdschema: opstellen van de duur van de actie en een timing van de stappen - budgetplanning - initiatief voorleggen aan College van Burgemeester en Schepenen - uitwerken van initiatief met alle organisatoren - ruchtbaarheid geven aan initiatief - interne diensten: mondeling of via dienstnota de collega s op de hoogte brengen - bevolking: de interne acties vermelden in het gemeentelijk infoblad - regionale pers: bij belangrijke acties zal men een persconferentie houden om de regionale pers in te lichten en zal men op het evenement zelf de regionale televisie en kranten uitnodigen - resultaat evalueren: Met het schrijven van een artikel licht de organiserende dienst de bevolking in welk resultaat de actie behaald heeft. De milieuverantwoordelijke deelt het resultaat en opmerkingen in verband met deze actie mee aan het college van burgemeester en schepenen zodat in de toekomst rekening kan gehouden worden met eventuele knelpunten. De milieuverantwoordelijke verandert indien nodig in samenspraak met het college het stappenplan dat gevolgd wordt bij het organiseren van acties Knelpunten Het intern milieubeleid kent volgende knelpunten: - het aantal verkopers van milieuvriendelijke producten is meestal laag - het assortiment van milieuvriendelijke producten is meestal kleiner - de aankoop van milieuvriendelijke producten is meestal duurder - het sensibiliseren van collega s en gemeentebestuur verloopt soms stroef 22

24 1.4.4 Stand van zaken Momenteel bestaat de interne milieuzorg van de gemeente Pepingen uit: - naleven van het opgestelde reductieplan bestrijdingsmiddelen - de gebruikte inktcartridges van de printers en gebruikte toners van de kopieerapparaten worden ingezameld en gerecycleerd (intern afvalbeleid) - er wordt dubbelzijdig geprint en gekopieerd (intern afvalbeleid) - er wordt meer en meer gebruik gemaakt van digitale systemen (intern afvalbeleid) - gebruik van kringlooppapier en briefomslagen met een ecoloabel (intern afvalbeleid) - gebruik van markers die xyleen-vrij zijn (intern afvalbeleid) - op elke administratieve dienst staat een recipiënt voor papier en karton en voor de restfractie (intern afvalbeleid) - bij aankoop van onder andere tuinmeubelen wordt er gekozen voor duurzaam geëxploiteerd hout - inventaris van kantoorartikelen en onderhoudsproducten die aan gekocht worden door de gemeente. De DA streeft ernaar om meer milieuvriendelijke producten aan te kopen - het uitreiken van een gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwaterputten en infiltratiesystemen (rationeel waterverbruik) - het bijhouden van een energieboekhouding (rationeel energieverbruik); - het gebruik van beeldschermen die voldoen aan de energienormen(energystar) (rationeel energieverbruik) - bij het verlaten van een lokaal wordt er steeds op gewezen om de lichten de doven (rationeel energieverbruik) - het uitzetten van computers bij lange onderbrekingen (rationeel energieverbruik); - nota aan de personeelsleden in verband met energiezuinige tips (rationeel energieverbruik); - gebruik van secundaire grondstoffen: aankoop van paaltjes en bloembakken uit gerecycleerd materiaal - de gemeente Pepingen heeft een milieugedragscan uitgevoerd in samenwerking met vzw Ecolife. Hierbij werd naar de actiebereidheid van de collega s in verband met milieubewustzijn getoetst Planning Opvolging van de milieugedragscan. De DA vindt de milieugedragscan een belangrijke stap van interne milieuzorg op kantoor. Bij voldoende interesse van de personeelsleden zal er een ecoteam worden opgericht. 1.5 Adviesraad voor milieu en natuur (Milieuadviesraad) Samenstelling De milieuadviesraad is een inspraakorgaan dat een zeer constructieve inbreng kan hebben aangezien er mensen in zetelen die verschillende ervaringen hebben, die over een verscheidenheid aan deskundigheid beschikken en die bepaalde zaken vanuit verschillende invalshoeken bekijken. Er zetelt al sinds 1994 een gemeentelijke adviesraad in de gemeente Pepingen 23

25 De huidige milieuadviesraad is samengesteld op basis van artikel van de contracttekst van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Gewest en de gemeenten. Hierin wordt bepaald dat de gemeente over een gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur dient te beschikken De gemeentelijke milieuadviesraad van de gemeente Pepingen is samengesteld uit zeventien leden, waarvan vijftien stemgerechtigd. In de raad zetelen zes vrouwen, waarvan vijf stemgerechtigd, en elf mannen, waarvan tien stemgerechtigd. - Stemgerechtigde leden van verenigingen of organisaties De milieuadviesraad heeft twee leden die lid zijn van een culturele organisatie en één lid van een sociale organisatie. Verder leveren de milieu- en natuurverenigingen vijf leden zo ook de beroepsgroep en/of beroepsorganisatie. De vormingsorganisatie en het onderwijs hebben elk één lid die hun vertegenwoordigd in de milieuadviesraad. - Niet-stemgerechtigde leden van verenigingen of organisaties Als vast raadgevend lid zetelt de schepen van leefmilieu in de raad. Ook de duurzaamheidsambtenaar van de gemeente Pepingen is lid van de milieuadviesraad en heeft vooral een ondersteunende en informatieve functie Bevoegdheden De gemeentelijke milieuadviesraad zal om advies worden gevraagd over aangelegenheden die te maken hebben met het gemeentelijk en intergemeentelijk beleid inzake leefmilieu, natuur en duurzame ontwikkeling. Daarnaast heeft de raad het recht om op eigen initiatief over alle beleidsdossiers, waarvan zij vindt dat er milieu en/of natuurbelangen in het geding zijn, advies uit te brengen aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen. De gemeentelijke milieuadviesraad wordt in ieder geval om advies gevraagd: - over de uitvoering die de gemeente geeft aan de samenwerkingsovereenkomst - bij het opstellen van een ontwerp van milieubeleidsplan en milieujaarprogramma - over de gemeentelijke begroting en begrotingswijzigingen voor milieu De gemeentelijke milieuadviesraad brengt jaarlijks advies uit over de beleidsnota inzake milieu en natuur van de gemeente en GNOP. De gemeentelijke milieuadviesraad stelt een jaarverslag op dat bezorgd wordt aan de gemeenteraad. In dit jaarverslag komen ten minste de volgende elementen aan bod: - opsomming van de bestaande reglementen m.b.t. de oprichting en werking van de milieuraad - samenstelling(namen, vertegenwoordigers van / burgers, stemgerechtigd/ niet-stemgerechtigd, vaste waarnemers, functie binnen de milieuraad) - financiële, logistieke, informatieve en educatieve ondersteuning door de gemeente; schematisch overzicht van de data van de vergaderingen en de belangrijkste agendapunten - een schematisch overzicht van de data van de vergaderingen en de belangrijkste agendapunten - een schematisch overzicht van alle uitgebrachte adviezen: onderwerpen en aard, gevolgen, respons van de gemeente; - andere activiteiten ( vb. gevoerde sensibiliseringsacties, educatieprojecten) - globale zelfevaluatie van de werking van de milieuraad Dit jaarverslag en alle stukken, met inbegrip van eventuele minderheidsstandpunten ligt ter inzage in het gemeentehuis. 24

26 1.5.3 Participatie De milieuraad kan vergaderingen toegankelijk maken voor iedere inwoner met een algemene oproep. We spreken van een open milieuraad of participatieraad. Voorbeelden van andere participatiekanalen zijn wijkvergaderingen, wijkcontracten en partnerships (publiek-privaat) rond lokaal duurzaam milieubeleid. Er wordt onderzocht of er een politieke consensus kan komen voor de toepassing van een open milieuadviesraad. Indien bepaalde discussieonderwerpen dit vereisen, zal de gemeente het niet nalaten een wijkvergadering te organiseren Doeltreffendheid van de milieuadviesraad Essentieel voor de werking van de milieuadviesraad is de samenwerking met het college. Het college dient niet enkel documenten te overhandigen voor advies, maar moet de uiteindelijke beslissing ook meedelen aan de milieuadviesraad. Gebrek aan communicatie tussen het college en de milieuadviesraad kan er toe leiden dat beiden eerder tegenover elkaar komen te staan i.p.v. samen te werken. Ook het gebrek aan inzicht op de eigenlijke inspraak van de milieuadviesraad in het bestuur van de gemeente kan de aanleiding zijn dat mensen gedemotiveerd raken. Een probleem is dat de milieuadviesraad wel eens geconfronteerd wordt met een dossier waarvoor ze niet over de nodige kennis beschikt om het op een correcte manier te beoordelen. Dit wordt in de gemeente Pepingen opgevangen door de milieu- en duurzaamheidsambtenaar Vanderelst Krista, die op verzoek van de voorzitter en leden de agendapunten verder toelicht. Ook worden vaak deskundigen uitgenodigd die een bepaald agendapunt verder komen toelichten. Ook worden de leden van de milieuadviesraad geïnformeerd over de vergaderingen die specifiek georganiseerd worden voor de leden van de milieuadviesraad. De schepen van milieu is altijd aanwezig op de vergaderingen van de milieuadviesraad. Zo blijft het gemeentebestuur voeling houden met wat er in de milieuadviesraad leeft en kan ze eventueel de door het college genomen beslissingen, die niet overeenstemmen met het advies van de milieuadviesraad, verdedigen. De milieuadviesraad zou nog verder kunnen verbeterd worden door het versterken van de relatie met andere milieuadviesraden om bovengemeentelijke milieu- en natuurprojecten uit te werken. Zo wordt ook de milieu- en natuurdeskundigheid in de raden verhoogd. 25

27 26

28 2. Milieubeleid per cluster 2.1. Cluster Vaste stoffen Milieuverantwoord productgebruik A Beleidskader - Het "uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen " dat de taakstellingen, acties en instrumenten inzake de preventie, de recuperatie en de verwijdering van huishoudelijk afval bevat. Uit dit plan vloeien verplichtingen voort voor het gemeentelijk afvalstoffenbeleid. - De samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse gewest: deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend op niveau 1 op 23/04/2002 en bevat voor de gemeente bindende bepalingen inzake voorkomen van afvalstoffen, milieuverantwoord productgebruik, organisatie van de selectieve inzameling van afvalstoffen, sensibiliseren van de bevolking en eigen personeel. - De samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse gewest : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend op niveau 1 op 03/02/2005 en bevat voor de gemeente bindende bepalingen inzake voorkomen van afvalstoffen, milieuverantwoord productgebruik, organisatie van de selectieve inzameling van afvalstoffen, sensibiliseren van de bevolking en eigen personeel. - Het provinciaal milieubeleidsplan omvat een aantal acties welke in gezamenlijk overleg dienen uitgevoerd te worden of waar de provincie als coördinator zal optreden tussen diverse gemeenten. - Het decreet 21van december 2001 inzake vermindering gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse gewest tot nulreductie, opmaak van een reductieplan en invoeren. - Het afvalstoffendecreet ( 2 juli 1981) legt de basis voor een gecoördineerd en permanent afvalstoffenbeleid in Vlaanderen op bestuurlijk niveau. Door herhaalde wijzigingen verschoof de klemtoon van definitieve verwijdering van afvalstoffen geleidelijk naar voorkomen en nuttige toepassing ervan. Doelstellingen Vlaams gewest - Gemeenschappelijk streefdoel Het Vlaams milieubeleidsplan voorziet rond dit thema volgende bindende doelstellingen: - De emissies van ozonafbrekende stoffen terugdringen met ten minste 70% ten opzichte van de emissies in

29 - In 2007 mogen ozonafbrekende stoffen nog slechts in 11 toepassingen gebruikt worden ten opzichte van 15 toepassingsgebieden in Bestrijdingsmiddelen : reduceren van verspreidingsequivalenten met 50% ( 2005 t.o.v. 1990) B Beschrijving Met milieuverantwoord productgebruik bedoelt men dat in de mate van het mogelijke alle milieuschadelijke effecten voor een bepaald product moeten afgewogen worden vooraleer een milieuverantwoorde keuze te maken. De effecten zijn deze die door de productie, het gebruik of verbruik en de verwerking achteraf van het ontstane afval of afvalwater het milieu schade kan berokkenen. Om de duurzaamheid van een product na te gaan moet men de totale levenscyclus in rekening brengen. Dat wil zeggen dat men vanaf de productie tot en met de uiteindelijke afvalfase nagaat wat het effect is van dit product op de mens, milieu en natuur, gezondheid enz Er bestaan allerlei labels waaraan je milieuvriendelijke en sociaal verantwoorde producten kunt herkennen. Bekend is de biogarantielabel voor biologische producten, het FSC-keurmerk voor duurzaam hout, het Blauwe-Engel keurmerk, het Nordic-Swan keurmerk voor milieuvriendelijke producten en het Europees milieukeurmerk C Knelpunten - Beperkte informatie beschikbaar inzake aanbod en productinformatie - Beperkte informatie beschikbaar inzake interne behoeften en verbruiken - Aankoop gebeurt meestal routinematig. Er wordt weinig stilgestaan bij mogelijke impact op het milieu. Mentaliteitswijziging is noodzakelijk. Het is niet gemakkelijk met het gedragspatroon van gemeentebestuur en bevolking te veranderen. We dienen over te schakelen van de alom gekende producten naar producten die minder gekend zijn. - Beperkte tot geen ervaring inzake gebruik van bepaalde milieuverantwoorde producten zowel op gebied van directe toepassing (efficiënt gebruik) als effect op middellange en lange termijn vb milieuvriendelijke verven, milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen, alternatieven voor pesticiden enz - Momenteel is er geen specifiek milieuverantwoord aankoopbeleid in de gemeente aanwezig inzake aankoop van kantoormateriaal, schoonmaakmiddelen, verven enz - Het beheer van groenzones zonder bestrijdingsmiddelen zal een gewijzigd beeld van het groen met zich mee brengen. Er zijn andere onderhoudsmethoden toe te passen, die gevoelig arbeidsintensiever en kostprijsverhogend zijn. De bevolking dient het gewijzigd beeld te accepteren, de gemeente dient meer financiële en personeelsmiddelen te voorzien, de groendienst dient over te gaan naar gepast materiaal en werkmethoden, de financiële steun van het gewest om de opdracht te laten slagen ontbreekt D Doelstellingen Voorbeeldfunctie van de gemeente uitbouwen door het gebruik van milieuverantwoorde producten in eigen diensten uit te bouwen. Het gebruik van milieuverantwoorde producten dient een permanent onderdeel uit te maken van het gemeentelijk aankoopbeleid door bijvoorbeeld opname in bestekken en de interne gemeentelijke werking (bijvoorbeeld door toepassing van codes van goede praktijk, werkprocedures). De implementatie van dit principe dient van toepassing te zijn op de taken die binnen of door de eigen diensten worden uitgevoerd, alsook op de taken die in opdracht van de eigen diensten door derden worden uitgevoerd. 28

30 Concreet betekent dit dat de milieuschadelijke effecten voor bepaalde productgroepen bij de aankoop ervan afgewogen moeten worden en dat de implementatie van duurzaam geëxploiteerd hout ( gekoppeld aan het vermijden van chemische verduurzaming door onderzoek naar milieuvriendelijke verven en vernissen) verder uitgebouwd moet worden, het gebruik van secundaire grondstoffen gestimuleerd dient te worden en dat de verdere afbouw van bestrijdingsmiddelen zo snel mogelijk dient te gebeuren. De keuze voor minder milieuschadelijke producten zal gebeuren op basis van bestaande studies of van type I-labeling. Als de gemeente voor een bepaalde toepassing niet kiest voor het minst schadelijke product dient zij haar keuze te motiveren. Deze motivatie moet door het Vlaamse Gewest worden aanvaard. De gemeente kan bij de uiteindelijke productkeuze rekening houden met de beschikbaarheid van het product evenals de economische en technische haalbaarheid van de toepasbaarheid van het product in de algemene gemeentelijke context E Acties VS01: aankoop van kantoormaterialen Beschrijving van de actie De aankoop van milieuvriendelijke en verantwoorde producten maakt naast afvalpreventie een belangrijk deel uit van het intern milieubeleid. Op deze manier wordt er brongericht gewerkt. De duurzaamheidsambtenaar probeert de aankoop van deze artikelen te stimuleren bij het gemeentebestuur. Stand van zaken De duurzaamheidsambtenaar probeert de aankoop van deze artikelen te stimuleren bij het gemeentebestuur. Zij maakt gebruik van het document die aangereikt wordt door STIP. Momenteel wordt er kringlooppapier gebruikt als kopieerpapier en voor sommige omslagen en worden er enkel markers aangekocht die xyleen-vrij zijn. Verder wordt er gebruik gemaakt van computermateriaal met een EnergyStar label. Op deze manier wordt er ook rekening gehouden met het energieverbruik. Planning De DA implementeert stapsgewijs het gebruik van milieuverantwoord kantoormateriaal. Voor alle producten wordt het milieuverantwoord productgebruik aangetoond door te rapporteren over het aankoopgedrag van de gemeente. 2005: Opmaak van een aankoopregister en verder onderzoek inzake aankoop van milieuvriendelijke kantoormateriaal uitbreiden : Opdoen van ervaring op basis van testprojecten, in functie van resultaten kan een verdere uitbouw van het project gerealiseerd worden. Initiatiefnemer Milieu- en duurzaamheidsambtenaar Betrokken actoren Gemeentebestuur Pepingen, milieudienst, de financiële dienst Doelgroepen Stimuleren duurzaam productgebruik bij het gemeentebestuur (gedragswijziging) 29

31 Relaties met andere acties VS 13: Gemeentelijke voorbeeldfunctie interne milieuzorg Kostprijs Milieuverantwoorde producten zijn meestal duurder 2500 euro extra voorzien in jaarlijkse begroting voor meerkost voor aankoop milieuverantwoorde producten. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 54: gemeentelijke voorbeeldfunctie Samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - milieuverantwoord productgebruik - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 3: Reductie verspreiding milieugevaarlijke stoffen Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 11: Afvalvoorkoming via proces- en productbeleid VS02: aankoop van schoonmaakproducten Beschrijving van de actie Schoonmaakmiddelen hebben een negatief effect op het milieu: gebruik van chemische producten, water- en energieverbruik, ontstaan van afvalwater, afval (doeken, verpakking, ). Maar ook tijdens de productie van de schoonmaakmiddelen ontstaat er watervervuiling, luchtvervuiling en afval. Om haar voorbeeldfunctie te vervullen zal de gemeente waar mogelijk milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen gebruiken en er spaarzaam mee omgaan. Stand van zaken Er is een inventaris opgemaakt van de gebruikte schoonmaakmiddelen die worden gebruikt. De meeste schoonmaakproducten zijn grotendeels biologisch afbreekbaar. Planning Vanaf 2005 onderzoek naar milieuvriendelijker schoonmaakmiddelen en opstart proefprojecten met deze middelen, om doeltreffendheid na te gaan. De milieu- en duurzaamheidsambtenaar evalueert het gebruikt van de schoonmaakmiddelen en zal indien er milieuvriendelijker producten voorhanden zijn, deze aanbevelen aan het gemeentebestuur. Bij de aankoop van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen zal er met de volgende zaken rekening gehouden worden: producten met een zo laag mogelijke zuurtegraad, producten op basis van zepen en detergenten van plantaardige oorsprong, vermijden van vluchtig organische oplosmiddelen en gebruik van hervulbare verpakkingen. Initiatiefnemer Milieu- en duurzaamheidsambtenaar Betrokken actoren Poetsdienst 30

32 Doelgroepen Stimuleren duurzaam productgebruik bij het gemeentebestuur (gedragswijziging) Relaties met andere acties VS 13: Gemeentelijke voorbeeldfunctie interne milieuzorg Kostprijs Milieuverantwoorde producten zijn meestal duurder 2500 euro extra voorzien in jaarlijkse begroting voor meerkost voor aankoop milieuverantwoorde producten. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 54: gemeentelijke voorbeeldfunctie Samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - milieuverantwoord productgebruik - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 3: Reductie verspreiding milieugevaarlijke stoffen Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 11: Afvalvoorkoming via proces- en productbeleid VS03: gebruik van bestrijdingsmiddelen - uitvoering reductieplan Beschrijving van de actie Het decreet houdende de vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaams Gewest, verbiedt openbare diensten om bestrijdingsmiddelen te gebruiken in openbare parken en plantsoenen, in de nabijheid van waterlopen en andere oppervlaktewateren, op wegbermen en in natuur- en bosgebieden. Stand van zaken Het college heeft in zitting van 13 maart 2005 een beleidsoptie voor afwijking op het nulverbruik heeft goedgekeurd. Deze beleidsnota omvat volgende belangrijke bepalingen: De openbare dienst van de gemeente Pepingen engageert zich om zich op het decreet binnen de hiernavolgende termijnen een reductieprogramma uit te voeren ten einde uiterlijk vanaf 1 januari 2015 een nulgebruik te bereiken. De gemeente Pepingen zal: - een inventaris opmaken van de gebruikte pesticiden; - een werkgroep oprichten die werkt rond het thema bestrijdingsmiddelenreductie; - bij de aanleg van groen kiezen voor aanplantingen die minder onderhoud vereisen; - chemische bestrijdingsmiddelen zovlug mogelijk afbouwen en maximaal alternatieve bestrijdingsmiddelen toepassen; - het gemeentepersoneel de mogelijkheid geven om vorming te volgen zodat de omschakeling vlot kan verlopen; - de burgers sensibiliseren om eigen gebruik van chemische bestrijding te beperken en de burgers informatie te verschaffen over alternatieve middelen; 31

33 - In samenspraak met de burgers en de betrokken diensten onderzoeken waar de mogelijkheden zijn om onderhoudsintensieve begroeiingen, wegen en verharde oppervlakken te vervangen door minder onderhoudsintensieve begroeiingen of bodembedekkers. De hoeveelheid arbeid die hierdoor wordt uitgespaard wordt ingezet om elders het onkruid milieuvriendelijk onder controle te houden; Werkleider William Wauters en duurzaamheidsambtenaar Krista Vanderelst worden aangeduid als coördinatoren bestrijdingsmiddelenreductie De gemeente legt jaarlijks een reductieplan Onkruidbestrijding ter goedkeuring aan de hogere overheid. Dit reductieplan is een leidraad om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen te reduceren. Overzicht aangekochte bestrijdingsmiddelen Marbre 5 liter 10 liter Simazine 5 liter 5 liter Glyfall 20 liter 15 liter Luoxyl liter 2 liter Bofix 5 liter 5 liter 10 liter Atmoskil 10 liter - Boutanex 20 liter 200 liter Canton 630 liter - Weedazol super SC kilogram Polysect - 1 liter 200 milliliter Caid Oil 45 liter 30 liter 40 liter 20 liter Intern werden de werknemers ingelicht over de bepalingen van het decreet. Extern werden er artikels gepubliceerd ( Zonder is gezonder en reduceren van tuinafval) in verband met bestrijdingsmiddelen. Bij nieuwe aanplanting wordt er aandacht besteed aan een brongerichte aanpak van het onkruid, dit wil zeggen dat er bodembedekkers zullen aangeplant worden of er zal worden gewerkt met verhakseld snoeihout. Samen met het Clean Team wordt er uitgezocht welke bestrijdingsmethoden op welke verharding het best haalbaar zijn. De samenwerking met de Clean Teams gaat om een intergemeentelijk proefproject om te komen tot een duurzaam en ecologisch beheer van openbare en halfopen verhardingen. Elke participerende gemeente heeft enkele proeflocaties, waarvoor een onderhoudsplan wordt uitgewerkt. De gemeente Pepingen heeft als proefgebied de 6 dorpskernen van de deelgemeenten afgebakend. Dit proefgebied wordt tussen maart en oktober 5 keer per jaar behandeld met infrarood en stoom gecombineerd met curatief borstelen. De onderhoudswerken worden gecombineerd met selectieve opruiming van zwerfvuil. Tijdens de uitvoering van de onderhoudswerken wordt een intensief communicatiebeleid ontwikkeld naar de burgers toe en een intensieve opleiding voor alle betrokken diensten om de nieuwe beheersvorm te integreren. Tevens werd er door het gemeentebestuur voor de bevolking een infoavond Een moestuin zonder bestrijdingsmiddelen georganiseerd in samenwerking met vzw VELT. De gemeente Pepingen heeft een mechanische onkruidborstel aangekocht, waarmee naast curatief borstelen vooral de nadruk zal gelegd worden op preventief vegen. 32

34 Planning Stapsgewijze implementatie vanaf 2005 Het gemeentebestuur wil het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen zovlug mogelijk afbouwen naar een nul verbruik. Bij aanleg van nieuw gemeentegroen zal aandacht besteed worden aan het gebruik van bodembedekkers zodat onkruiden minder bestaanskansen krijgen. Hierdoor wenst het gemeentebestuur het duurzaam productgebruik te stimuleren bij het personeel van de gemeentelijke diensten en bij de bevolking(gedragswijziging). Initiatiefnemer Milieu- en duurzaamheidsambtenaar en gemeentebestuur Betrokken actoren Dienst openbare werken Doelgroepen Gemeentepersoneel en Pepingse bevolking Relaties met andere acties VS 13: Gemeentelijke voorbeeldfunctie interne milieuzorg Kostprijs - Onderhoud mechanische veegborstel, aankoop van nieuwe borstels: - Kostprijs 1 reserve cilinderbezem: 381 (incl. BTW) - Milieuvriendelijk onkruidbeheer is zeer arbeidsintensief, de meerkost zal zich vooral voordoen, in extra arbeidsuren. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 29: stimuleren zuinig gebruik van bestrijdingsmiddelen. Actie 36: verstrekken van informatie over natuurvriendelijke producten Samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - milieuverantwoord productgebruik - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 3: Reductie verspreiding milieugevaarlijke stoffen Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 5: beleid milieugevaarlijke stoffen VS 04: bevordering van het gebruik van duurzaam geëxploiteerd hout Beschrijving van de actie Op aarde gaat elke minuut ongeveer 26 ha bos verloren ten gevolge van bedreigingen zoals illegale exploitatie, ontginning voor landbouw, aanleg van wegen, mijnbouw en bosbranden. De Forest Stewardship Council werd in 1993 opgericht door boseigenaars, de houtsector, sociale bewegingen en milieuorganistaties. Het streeft naar een verantwoord bosbeheer dat rekening houdt met het milieu, een sociale dimensie heeft en economisch haalbaar is. Informatiecampagnes naar de bevolking en houtverwerkende bedrijven toe en bevordering van het gebruik van duurzaam geëxploiteerd hout in de gemeentelijke diensten zijn van groot belang. 33

35 Stand van zaken De aankoop van banken en tafels met FSC-label voor de gemeentelijke tuin. Dit werd naar de bevolking gecommuniceerd via het gemeentelijk infoblad ( Spaar de bossen, koop FSC-hout ). Verder werd er ook een brief naar de lokale schrijnwerkers verstuurd met de vraag om duurzaam geëxploiteerd hout te promoten. Planning Verder zetten van stapsgewijze implementatie vanaf 2005 Bij de aankoop van hout- en/ of houtproducten, voor de gemeentelijke diensten, zal duurzaam geëxploiteerd hout aangekocht worden. Initiatiefnemer Gemeentebestuur, milieudienst Betrokken actoren Milieudienst, externe leveranciers Doelgroepen Gemeentelijke diensten, huishoudens, schrijnwerkers, houtverwerkende bedrijven en handelaars in de houtsector. Relaties met andere acties VS13: gemeentelijke voorbeeldfunctie interne milieuzorg Kostprijs Wordt geen extra budget voorzien, aankoop van FSC gelabeld hout is qua kostprijs niet veel duurder dan EEN ander hout. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 54: gemeentelijke voorbeeldfunctie Samenwerkingsovereenkomst: Cluster vaste stoffen - milieuverantwoord productgebruik - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 3: Reductie verspreiding milieugevaarlijke stoffen Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 11: Afvalvoorkoming via proces- en productbeleid VS 05: gebruik van secundaire grondstoffen Beschrijving van de actie De gemeentelijke groendienst gebruikt zoveel mogelijk verhakseld snoeihout als mulchlaag tussen beplanting als bodembedekking, zodat onkruid minder kans krijgt zich te ontwikkelen. De bevolking kan ook bij de groendienst terecht om verhakseld snoeihout. Op deze manier moet er minder snoeihout afgevoerd worden voor verwerking. Bij aankoop van paaltjes en bloembakken wordt meestal geopteerd voor gerecycleerde materialen. Bij het onderhoud van de openbare tuinen en domeinen zal er compost gebruikt worden van Vlaco of compost die gelijkwaardig is. 34

36 Stand van zaken De gemeentelijke groendienst en de INL- ploegen gebruiken voor het onderhoud van de openbare tuinen zoveel mogelijk verhakseld snoeihout. Op deze manier dient er minder tijd gestoken te worden in het verwijderen van onkruid. Er wordt verder gebruik gemaakt van verhakseld snoeihout bij het onderhoud van de openbare groenplaatsen. In 2004 werd in de gemeentelijke dienst openbare werken voor het eerst gebruik van breekpiun met COPRO keuring. Planning Verder zetten stapsgewijze implementatie vanaf 2005 De bevolking kan terecht op het containerpark voor gratis verhakseld snoeihout. Bij onderhoud van openbare domeinen of aanplant van eenjarigen zal compost gebruikt worden van Vlaco of compost die gelijkwaardig is. Bij uitvoering van wegeniswerken zal door de gemeentelijke diensten gebruik gemaakt worden van breekpuin met COPRO keuring of breekpuin die gelijkwaardig is. Initiatiefnemer Milieu- en duurzaamheidsambtenaar Betrokken actoren Milieudienst, dienst openbare werken Doelgroepen Huishoudens, bedrijven en handelaars in de tuin- en landbouwsector Relaties met andere acties VS 13: Gemeentelijke voorbeeldfunctie interne milieuzorg Kostprijs Aan deze actie zijn geen bijkomende kosten verbonden Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 54: gemeentelijke voorbeeldfunctie Samenwerkingsovereenkomst: Cluster vaste stoffen - milieuverantwoord productgebruik - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: Samenwerking voor een gestroomlijnd huishoudelijk afvalbeleid Subdoelstelling 2: afvalpreventie Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 11: Afvalvoorkoming via proces- en productbeleid VS 06: onderzoek en uitvoering gebruik milieuvriendelijke verven Beschrijving van de actie Solventen in oplosmiddelen en verven zijn meestal zeer schadelijk voor het milieu. De gemeente Pepingen zal testprojecten uitvoeren met solventvrije en solventarme oplosmiddelen en verven. 35

37 Stand van zaken Deze actie werd niet opgenomen in het gemeentelijk milieubeleidsplan Planning opzetten van testprojecten met solventvrije verven en oplosmiddelen Er kan een oplosmiddelboekhouding opgesteld worden, waarin elk product genoteerd wordt met VOS- en vaste stof gehalte. Na enkele jaren kan men nagaan,hoe de verhouding van VOSgehalte t.o.v. vaste stof evalueert. - Op basis van de resultaten geleidelijke invoering van milieugerelateerde voorwaarden in bestekken. Initiatiefnemer Milieu- en duurzaamheidsambtenaar Betrokken actoren Milieudienst, dienst openbare werken Doelgroepen In de startfase beperken tot de gemeentelijke diensten Relaties met andere acties VS 13: Gemeentelijke voorbeeldfunctie interne milieuzorg Kostprijs Geen bijkomende kost Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 54: gemeentelijke voorbeeldfunctie Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - milieuverantwoord productgebruik - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 3: Reductie verspreiding milieugevaarlijke stoffen Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 11: Afvalvoorkoming via proces- en productbeleid VS07: sensibilisatie van milieuverantwoorde producten naar de bevolking toe Beschrijving van de actie Via de verschillende informatie kanalen de bevolking sensibiliseren inzake de aankoop van milieuverantwoorde producten. Sensibilisatie van de burger over het reductieplan en de in werking stellen ervan. Stand van zaken Op regelmatige tijdstippen werden artikels gepubliceerd in het gemeentelijk informatieblad en werd informatie verspreid via de andere informatiekanalen 36

38 Planning Er zullen in de periode op regelmatige tijdstippen doelgroepgerichte of algemene sensibilisatieacties (zowel actieve als passieve acties) gevoerd worden. 2005: linken aanleggen op gemeentelijke website : regelmatige publicaties in gemeentelijk informatieblad en verspreiden van brochures via de gemeentelijke informatiezuilen. Initiatiefnemer Milieu- en duurzaamheidsambtenaar Betrokken actoren Milieudienst, informatica verantwoordelijke Doelgroepen Burgers, scholen en verenigingen Relaties met andere acties Actie VS 01: Aankoop van kantoormaterialen Actie VS 02: Aankoop van schoonmaakproducten Actie VS 03: gebruik van bestrijdingsmiddelen Actie VS04: Bevordering van het gebruik van duurzaam geëxploiteerd hout Actie VS05: Gebruik van secundaire grondstoffen Actie VS06: Onderzoek en uitvoering gebruik van milieuvriendelijke verven Kostprijs Publicatie in het gemeentelijk informatieblad: 0, 035/ pagina Naargelang de geplande actie ( actieve of passieve actie) in het jaarlijks milieujaarprogramma, zal het bedrag voorzien worden in de jaarlijkse begroting. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 36: Verstrekken van informatie over natuurvriendelijke producten Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - milieuverantwoord productgebruik - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 11: duurzaam en gezond bouwen, wonen, werken en leven Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project4: emissie reductiebeleid lucht Project 5: beleid milieugevaarlijke stoffen Project 11 afvalvoorkoming via proces- en productgebruik 37

39 Afvalstoffen A Beleidskader - Het afvalstoffendecreet ( 2 juli 1981) legt de basis voor een gecoördineerd en permanent afvalstoffenbeleid in Vlaanderen op bestuurlijk niveau. Door herhaalde wijzigingen verschoof de klemtoon van definitieve verwijdering van afvalstoffen geleidelijk naar voorkomen en nuttige toepassing ervan. - Het Vlaams Reglement inzake de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (Vlarea), voert het afvalstoffendecreet uit en bundelt een aantal uitvoeringsbesluiten tot een overzichtelijk geheel. Tegelijk geeft het ook uitvoering aan een aantal bepalingen uit het decreet zoals secundaire grondstoffen en aan recente Europese wetgeving. Met de publicatie van het Vlarea heeft de Vlaamse overheid het begrip secundaire grondstoffen gedefinieerd: bepaalde afvalstoffen gelden niet langer als afvalstof op voorwaarde dat zij voorkomen op een limitatieve lijst. - Het "Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen " dat de taakstellingen, acties en instrumenten inzake de preventie, de recuperatie en de verwijdering van huishoudelijk afval bevat. Uit dit plan vloeien verplichtingen voort voor het gemeentelijk afvalstoffenbeleid. De cijfermatige doelstellingen van dit plan zijn 180kg/inm op Vlaams niveau voor 2003, 165 kg/inw vanaf 2005, 150 kg/inw. tegen Op gemeenteniveau mag daar tot voor 2007 nog vanaf geweken worden (200kg/inw). - Tijdens de planperiode zal ook rekening moeten gehouden worden met de uitvoeringsplannen "organisch biologisch afval " en "gescheiden inzameling bedrijfsafval van Kleine Ondernemingen" blijven voorlopig van kracht momenteel door OVAM geen nieuwe versie in opmaak. Het laatst genoemde plan stelt onder meer dat gemeenten hun systemen voor gescheiden inzameling onder bepaalde voorwaarden en tegen kostprijs dienen open te stellen voor bedrijfsafval dat wat betreft aard, samenstelling en hoeveelheid vergelijkbaar is met huishoudelijke afvalstoffen. - De samenwerkingsovereenkomst : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend in niveau 1 op 23/04/2002 en bevat voor de gemeente bindende bepalingen inzake voorkomen van afvalstoffen, milieuverantwoord productgebruik, organisatie van de selectieve inzameling van afvalstoffen, sensibilisering van de bevolking en eigen personeel. De acties en maatregelen die de gemeente uitvoert, dienen ertoe te leiden dat de volgende doelstellingen met betrekking tot het restafval gerealiseerd worden : vanaf 2005 maximaal de doelstellingen restafval van het vignerende Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen op niveau van de gemeente, met name maximaal 200 kg restafval per inwoner per kalenderjaar. - De samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse gewest : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend op niveau 1 op 03/02/2005 en bevat voor de gemeente bindende bepalingen inzake voorkomen van afvalstoffen, milieuverantwoord productgebruik, organisatie van de selectieve inzameling van afvalstoffen, sensibiliseren van de bevolking en eigen personeel. - Het provinciaal milieubeleidsplan omvat een aantal acties welke in gezamenlijk overleg dienen uitgevoerd te worden of waar de provincie als coördinator zal optreden tussen diverse gemeenten inzake grensoverschrijdende knelpunten/acties. Doelstellingen Vlaams Gewest Het Vlaams milieubeleidsplan voorziet rond dit thema volgende bindende doelstellingen: - De verontreiniging van bedrijfsafvalstoffen verminderen t.o.v De productie van bedrijfsafval blijft meer achter op de economische groei t.o.v

40 - De hoeveelheid definitief verwijderde bedrijfsafvalstoffen vermindert met tenminste 20% t.o.v (2010) - De totale hoeveelheid huishoudelijke afvalstoffen blijft minstens gelijk of vermindert t.o.v De productie van huishoudelijke afvalstoffen blijft meer achter op de groei van de consumptie t.o.v De hoeveelheid definitief verwijderde huishoudelijke afvalstoffen vermindert tot gemiddeld 150 kg/inw B Beschrijving Afval is een belangrijk onderwerp in de milieuproblematiek, het ondoordacht omgaan met afvalstoffen kan immers leiden tot vervuiling van zowel lucht, water als bodem. Indien men niet de nodige voorzorgsmaatregelen neemt, kan de opslag en verwerking van afval een bron van hinder, ongemak en gevaar vormen voor de mens en zijn leefmilieu. Wat is nu eigenlijk afval? Afval wordt wettelijke gedefinieerd als volgt: elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Op basis van de herkomst van het afval gaat men ook nog een onderscheid maken tussen huishoudelijk en industrieel afval. Huishoudelijke afvalstoffen zijn afvalstoffen die ontstaan uit huishoudelijke activiteiten en afvalstoffen die gelijkgesteld zijn aan huishoudelijke afvalstoffen. Volgens het Nieuwe Vlaams reglement betreffende afvalvoorkoming en beheer (Nieuw VLAREA) van kracht van 1 juni 2004 worden de volgende afvalstoffen gelijkgesteld aan huishoudelijke afvalstoffen: - straat- en veegvuil dat voortkomt uit onderhoud van de gemeentelijke diensten De meest duurzame oplossing voor het afvalprobleem is het vermijden van afval. Immers: hoe minder afval men produceert, hoe minder afval men dient te verwerken. Het voorkomen van afval start reeds bij het winkelen, met een bewust aankoopgedrag kan reeds heel wat afval voorkomen worden. Zo kiest men beter voor producten die niet of niet overdreven verpakt zijn. Drank of eetwaren koopt men beter in glazen verpakkingen (al dan niet met statiegeld). Men kan ook kiezen voor de aanschaf van duurzame producten, deze zijn misschien wel duurder in aankoop maar gaan langer mee en komen dus minder snel in de afvalstroom terecht. Het gebruik van een duurzame winkeltas voorkomt het gebruik van de wegwerpzakjes. Het sorteren van het afval vergemakkelijkt het recycleren van het afval. De doelstelling van het recycleren van afval is afvalstoffen opnieuw als grondstof te gebruiken en zo de hoeveelheid terminaal te verwijderen (het te storten of te verbranden) afval te verminderen. Sommige spullen worden weggegooid terwijl ze opnieuw gebruikt of tot iets nuttigs herwerkt kunnen worden. Deze spullen uit de afvalstroom houden is een vorm van afvalpreventie. Kringloopwinkels zorgen voor de gratis inzameling van de nog bruikbare spullen. Na een opknap- of herstelbeurt worden deze spullen weer te koop aangeboden voor een zacht prijsje. Thuiscomposteren is ook een manier van afvalvoorkomen. Een groot aandeel van het afval dat men in de huisvuilzak stopt is immers goed te composteren. Door het groente- en fruitafval om te zetten in humus of compost kan men een aanzienlijke hoeveelheid afval uit de afvalstroom houden. De mensen met een tuin kunnen hun GFT composteren op een composthoop of in een compostbak. Indien men over onvoldoende ruimte beschikt, kan men nog steeds gebruik maken van de wormenbak. Met thuiscomposteren wint men dus op verschillende fronten: men hoeft niet te betalen voor de verwerking van het GFT, men bespaart op meststoffen of bodemverbeteraars en de natuur vaart er wel bij. Aangezien een deel van ons afval niet kan voorkomen, hergebruikt of gerecycleerd worden, zal dit afval toch verbrand of gestort worden. Van beide eindbestemmingen verdient verbranden de voorkeur en dan vooral het verbranden met energierecuperatie. De warmte die vrijkomt bij de verbranding van 39

41 het afval wordt gebruikt om stoom aan te maken en elektriciteit op te wekken. Bepaalde stoffen zijn echter te gevaarlijk of onmogelijk te verbranden, deze producten dient men op een gecontroleerde wijze op te slaan of te storten. Gemeentelijk afvalbeleid: verwerkingshiërarchie De gemeente Pepingen neemt de Ladder van Lansink als basis voor haar afvalbeleid. Dit betekent dat met betrekking tot afval de volgende reeks in afnemend belang doorlopen wordt: preventie, hergebruik, recycleren, verbranden, storten. Ook het principe de vervuiler betaalt geldt in Pepingen. De meeste gemeenten, zo ook Pepingen, hanteren daarom ook het principe van de vervuiler betaalt. Als de inwoners weinig afval produceren, zullen ze ook minder moeten te betalen. Di principe heeft de gemeente Pepingen vertaalt in een belastingsreglement voor sluikstorten. Door voor elke afvalfractie een verschillende prijs te hanteren kan men de bevolking aanzetten tot het sorteren van hun afval. Een vuilnisvracht restafval kost meer dan diezelfde vuilnisvracht PMD, GFT, glas of karton. Indien men al zijn afval ongesorteerd, dus als restafval, presenteert, zal men dus merkelijk meer moeten betalen dan indien men zijn afval geselecteerd presenteert. Retributiereglement huisvuilzakken Het tarief van de vuilzakken wordt als volgt vastgesteld: - Huisvuilzak voor restafval: 0,74/stuk per grote zak - Huisvuilzak voor restafval: 0,50/stuk per kleine zak - PMD- zak : 0,12/ stuk - GFT- zak : : 0.62/stuk - Grote huisvuilzakken (PMD, restfraktie, GFT-afval, papier) wordt ter beschikking gesteld van de scholen. Evolutie/ trends ingezamelde afvalstoffenfracties periode De gemeente Pepingen werkt samen met de intercommunale Haviland voor de concrete uitvoering van de acties in het uitvoeringsplan op gemeentelijk niveau. Het aantal fracties die selectief aan huis worden ingezameld zijn sterk toegenomen. In 1991 werd enkel grof vuil en huisvuil selectief aan huis ingezameld, momenteel worden volgende fracties selectief ingezameld: maandelijkse ophaling papier en karton 14-daagse huis-aan-huis inzameling van plastic flessen en flacons, metaal en drankkartons 14-daagse huis-aan-huis inzameling van het restafval halfjaarlijkse huis-aan-huis inzameling van het klein gevaarlijk afval 2 maal per jaar huis-aan-huis ophaling van het grofvuil 40

42 kg/inw kg/inw. Gemeente Pepingen Milieubeleidsplan Selectieve inzameling van huisvuil grof vuil Evolutie van de hoeveelheid huisvuil 350,00 300,00 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00 0,00 huisvuil jaartal Evolutie hoeveelheid grof vuil 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0, jaartal grofvuil Uit bovenstaande tabel blijkt dat de aangeboden hoeveelheid huisvuil en grofvuil sterk afneemt van 1991 tot Dit is te wijten doordat de inzameling steeds selectiever gebeurt. Vanaf 2001 treedt een lichte stijging op de inzameling van huisvuil en grof vuil, daar waarop Vlaams niveau een lichte daling optreedt.. Hieruit blijkt de noodzaak van een doorgedreven sensibilisatie met betrekking tot preventie en selectieve inzameling naar de bevolking toe. 41

43 kg/inw Gemeente Pepingen Milieubeleidsplan Selectieve inzameling van PMD 14,00 12,00 10,00 8,00 6,00 PMD sorteer residu 4,00 2,00 0, jaartal Vanaf 1995 wordt de PMD fractie (plastic flessen & flacons, metalen verpakkingen, drankkartons) om de veertien dagen huis aan huis opgehaald. Uit bovenstaande grafiek kan afgeleid worden dat de hoeveelheid PMD die selectief aan huis wordt ingezameld sterk stijgt tot 2000 en daarna lichtjes daalt. Deze daling kan enerzijds te wijzen zijn op een vermindering van PMD- afval (= positieve evolutie), anderzijds kan het te wijten aan het feit dat er meer PMD-afval bij het gewone huisvuil (= negatieve evolutie) terecht komt ( uit een sorteeranalyse van de OVAM is gebleken dat dit in kg was) of een ander ontwijkgedrag zoals thuis verbranden.uit het PMD residu (ongeveer 2 kg) kunnen wij besluiten dat in de PMD zak nog steeds veel fracties zitten die daar niet thuishoren. Bij de uitwerking van verdere sensibilisatie dient hier zeker aandacht aan besteed te worden. De gemeente Pepingen heeft vanaf 1999 vrij veel PMD en een hoog sorteer-residu, de daling van PMD gaat ook gepaard met een daling van het residu; het kan dus ook zijn dat de daling het gevolg is van een betere sortering door de inwoners. Op Vlaams niveau bedraagt de hoeveelheid PMD in 2001: 9.4 kg/inw.; in 2002: 9.86kg/inw. En in ,82 kg/inw.. Het cijfer in Pepingen ligt dus heel dicht bij het Vlaams gemiddelde in

44 kg/inw. Gemeente Pepingen Milieubeleidsplan Selectieve inzameling van glas De selectieve inzameling van glas gebeurt via de 8 glasbollen die opgesteld staan in de gemeente. De inzameling gebeurt door de intercommunale Haviland i.s.m Fost Plus. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de witte en de bonte glasfractie. Plaatsen waar de glasbollen staan: - Nederbeert (1) - Dorekensstraat (1) - Terheugen (1) - Zwarte Molenstraat (1) - Molenhofstraat (1) - Hoesnaekstraat (1) - Brugstraat (2) Evolutie selectieve inzameling glas 35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 glas 10,00 5,00 0, jaartal De selectieve inzameling van glas via de glasbollen heeft een wisselend verloop. De daling in 2003 kan te wijten zijn aan het feit dat de bevolking, meer glazen flessen aankoopt met statiegeld of verdwijnt er meer glas in het huisvuil? Op Vlaams niveau bedraagt de hoeveelheid glas kg./inw. in 2001, 29.32kg/inw. in 2002 en kg/inw.in Er wordt dus ook op Vlaams niveau een heel lichte daling vastgesteld van selectief ingezameld glas; de OVAM schrijft dit toe aan het feit dat glazen verpakkingen op de markt meer en meer vervangen worden door lichte kunststofverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons. 43

45 kg/inw. kg/inw. Gemeente Pepingen Milieubeleidsplan Selectieve inzameling van landbouwfolies landbouwplastiek 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0, jaartal landbouwplastiek Aangezien landbouw de voornaamste economische sector is Pepingen is, organiseert het gemeentebestuur een jaarlijkse inzameling van landbouwfolies. De jaarlijks ingezamelde hoeveelheid kent een wisselend verloop, maar de globale trend is toch stijgend, wat positief is. Bij de landbouwfolies is de graad van vervuiling ook belangrijk (meestal wordt veeg en borstelschoon gevraagd, want hangt er nog veel modder aan dan weegt de folie veel meer en is moeilijker te recycleren. Selectieve inzameling van GFT (groente-, fruit- en tuinafval) Evolutie selectieve inzameling van GFT- en groenafval 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0, jaartal groenafval De hoeveelheid groenafval dat jaarlijks ingezameld wordt neemt af. Dit kan wijzen op het feit dat het composteren van groen- en GFT afval toeneemt of dat de kringlooptuinieren (vb. verhakselen van snoeihout, vlechthagen van wilgentenen) toeneemt. Voor een landelijke gemeente als Pepingen kan men toch besluiten dat er toch nog veel GFT en groen-afval ingezameld werd in Bij uitbouw van verdere sensibilisatie moet hieraan aandacht besteed worden. GFT 44

46 kg/inw. kg/inw. Gemeente Pepingen Milieubeleidsplan Selectieve textiel inzameling De gemeente Pepingen werkt samen met volgende organisaties voorde inzameling van textiel. - Wereld missiehulp vzw: 1 container plaats Heikruis - Curitas: 3 containers: - 2 containers aan Krantenwinkel Betty - 1 container aan het gemeentelijk containerpark - Vlaams Internationaal Centrum: 2 containers: 1 container aan tankstation Coppens - 1 container aan voeding Hilde - Beert Deze 3 organisaties zijn erkend door OVAM en hebben een schriftelijke overeenkomst met de gemeente. Evolutie selectieve inzameling textiel 5,00 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 Texiel jaartal Op Vlaams niveau bedraagt de texielfractie in kg/inw.; in 2002: 4.04 kg/inw. en in kg/inw. Dis ook hier gaan de gemeente Pepingen goed mee met het Vlaams gemiddelde. Selectieve inzameling papier en karton Selectieve inzameling papier en karton en karton 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0, jaartal papier en karton 45

47 kg/inw. kg/inw. Gemeente Pepingen Milieubeleidsplan De opgehaalde hoeveelheden papier- en karton zijn ten opzichte van 1994 ongeveer 6 maal hoger over de laatste 5 jaar evenwel nog weinig evolutie. Op Vlaams niveau ligt dit hoger in 2001: kg/inw. in 2002: 69.77kg/inw.en in kg/inw.. Wellicht is in Pepingen het plafond bereikt rond de 60 kg/inw. Selectieve inzameling van KGA (klein gevaarlijk afval) KGA 3,00 2,50 2,00 1,50 KGA 1,00 0,50 0, jaartal De laatste jaren stijgt de hoeveelheid KGA afval dat selectief wordt ingezameld sterk. Dit kan wijzen op een beter sorteergedrag (positief). Ook hier zit de gemeente Pepingen ongeveer op het Vlaams gemiddelde, in 2001: 2.53 kg/inw., in 2002: 2.63 kg/inw. en in 2003: 2.55 kg/inw. De sterke stijging is misschien eerder een inhaalbeweging die inderdaad wijst op een beter sorteergedrag. De volgende stap is dan weer preventie van KGA. Evolutie van de totale hoeveelheid afval en van het restafval Evolutie van totaal hoeveelheid afval en van het restafval 400,00 350,00 300,00 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00 0, jaartal restafval totaal per inwoner 46

48 Tot het restafval behoren de volgende fracties: som van het huisvuil, grof vuil, gemeentevuil en het sorteerresidu van het PMD-afval. De totale hoeveelheid afval dat een inwoner per jaar produceert neemt in Pepingen de laatste jaren terug toe. Het is dus belangrijk bij de sensibilisatie niet alleen acties uit te werken die gericht zijn op selectieve inzameling, maar ook bijzondere aandacht te leggen op acties die kunnen leiden tot een meer afvalpreventief gedrag. De hoeveelheid restafval per inwoner neemt ook lichtjes toe de laatste jaren, maar de gemeente Pepingen voldoet aan de voorwaarden die opgelegd zijn in het uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen en de bepalingen op niveau van de samenwerkingsovereenkomst Milieu als opzet naar duurzame ontwikkeling namelijk, maximum 220 kg per inwoner per jaar op gemeentelijk niveau in In 2005 mag het restafval volgens bovengenoemde wetgevingen de 200kg per inwoner per jaar niet overschrijden. Selectieve inzameling via het containerpark Het containerpark van de gemeente Pepingen is operationeel sinds 06 april 2004, waarvan het beheer gebeurt door Haviland. Door de bouw van een containerpark bevordert de gemeente Pepingen de selectieve inzameling in haar gemeente. Zij hoopt op deze manier het sluikstorten nog meer tegen te gaan. Het containerpark zal samen met de gemeentelijke milieudienst de bevolking ook informeren over de selectieve inzameling en het composteren. De gemeente Pepingen werkt voor de uitbating samen met de intercommunale Haviland. Volgende fracties worden selectief ingezameld op het containerpark: - Papier en karton - Glas - Bouwafval - P.M.D. (plastiek, metaal, drankkartons) - Textiel - Oude metalen - Motorolie - Snoeihout en boomstronken - Gras bladeren - K.G.A. (klein gevaarlijk afval) - Grofvuil - Herbruikbare goederen (kringloop) - AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparaten) - Houtafval - Autobanden De gemeenteraad heeft in zitting van 03/02/2005 de overeenkomst met de intercommunale Haviland en de gemeente Lennik, alsook de daaraan verbonden kosten goedgekeurd. Concreet betekent dit dat de inwoners van de gemeente Lennik vanaf 01/04/2005 gebruik kunnen maken van het intercommunaal containerpark in Pepingen uitgebaat door de intercommunale Haviland. 47

49 Verwerkers van de selectief ingezamelde afvalstoffen Huis aan huis inzameling Fractie restafval grofvuil GTF-fractie Papier en karton PMD-fractie Glasbollen Verwerker ISVAG Sita Ilva Vlar papier Brussel Recyclage D.D. Shipping Fracties containerpark Fractie Bouw/sloop Groen Folies Autobanden Grof vuil Behandeld hout Verwerker BRC Brussels compost Sita Indaver Sita Indaver Afval scholen In 1996 is de gemeente Pepingen van start gegaan met het project Ons milieustratje. Hiervoor zijn per school 4 gekleurde 240 liter containers aangekocht met een fraaie sticker die aangeeft welke fractie erin thuishoort. De Pepingse scholen werken ook mee aan het project Milieuzorg op school, afvalpreventie maakt ook hiervan deel uit. Industrieel afval De KMO s en zelfstandige ondernemers dienen zelf in te staan voor de afvoer van het afval afkomstig van hun activiteiten. Zij worden niet toegelaten op het gemeentelijk containerpark. Het acceptatiebeleid van de gemeente Pepingen t.o.v. bedrijfsafvalstoffen werd vooral via de landbouwraad kenbaar gemaakt, daar de meeste bedrijven landbouwers zijn. De jaarlijkse ophaling van landbouwfolie en prikkeldraad wordt kenbaar gemaakt via de Ophaalkalender Pepingen. Daar de gemeente Pepingen een landelijke gemeente is, wordt er jaarlijks een ophaling van de landbouwfolie en prikkeldraad georganiseerd. Ter vergelijking: in 2003 werd er kilogram opgehaald en in 2004, kilogram. Verder werd er naar de KMO s via het infoblad nog eens gecommuniceerd, waar ze met hun bedrijfsafvalstoffen terecht kunnen. Dit gebeurde ook via de afvalkalender voor KMO s die ter beschikking ligt in de gemeentelijke infozuil. Eigen bedrijfsafvalstoffen Het groenafval afkomstig van de technische dienst en de groendienst van Pepingen wordt via containers door Watco afgevoerd en door Indaver milieuvriendelijk verwerkt tot compost. Het afval van wegeniswerken en bouwwerken moet door de aannemer zelf worden afgevoerd en verwerkt. Het afval door de gemeente zelf geproduceerd, wordt opgehaald door erkende aannemers. Schroot wordt opgehaald door erkende schroothandelaars. 48

50 Het KGA- afval, papier en karton en glas van de gemeentelijke diensten wordt meegegeven met de ophaalronde van de intercommunale Haviland. Let wel, eigen bedrijfsafvalstoffen worden bij de huishoudelijke afvalstoffen gevoegd. Dit gebeurt uiteraard selectief. Enkel slib afkomstig van de kolkenruiming wordt door de intercommunale Haviland apart afgevoerd. Om tegemoet te komen aan de selectieve afvalinzameling binnen de eigen administratieve diensten werd er bij elk personeelslid een bruine papiermand en rode afvalbak voor de restfractie voorzien. In de keuken en refter werd bovendien een GFT-bak voorzien Illegaal storten Illegaal storten wordt besproken in de cluster Hinder Algemeen besluit In vergelijking met de afvalcijfers van Vlaanderen, werkt de Pepingse bevolking goed mee aan de selectieve inzameling; Toch merken we op dat ondanks de selectieve inzameling, het totaal aan ingezamelde hoeveelheid afvalstoffen terug lichtjes stijgt vanaf C Knelpunten - Inzameling van bedrijfsafval - Bij de grof vuil ophalingen worden veel fracties aangeboden, die selectief kunnen aangeboden worden op het gemeentelijk containerpark. - PMD sorteer residu ligt nog steeds vrij hoog 20% in Hoeveelheid GFT afval ligt nog steeds hoog - De totale hoeveelheid afval per inwoner per jaar stijgt opnieuw - Ondanks de reeds gevoerde informatie- en sensibilisatiecampagnes zijn er nog steeds mensen die de sorteerregels niet kennen of het niet nodig achten hun afval te sorteren of aan te bieden zoals het hoort. Dit komt waarschijnlijk omdat deze mensen niet geconfronteerd worden met de problemen van afvalverwerking in hun buurt D Doelstellingen - Het halen van de doelstellingen van het Uitvoeringsplan Huishoudelijke (de hoeveelheid restafval maf vanaf 2005 de 200kg per inwoner per kalenderjaar niet overschrijden) Het aandeel van de geselecteerde fracties huisvuil moet dus stijgen terwijl de totale hoeveelheid geproduceerd afval moet dalen. - Het promoten van het thuiscomposteren zodat het in belang nog toeneemt. - Afvalpreventie en hergebruik stimuleren bij de bevolking - De mensen laten inzien dat afval sorteren en recycleren noodzakelijk is. Kortom: Het houden van afvalpreventiecampagnes waarbij men zowel de volwassenen als de kinderen tracht te bereiken. Het doel van de campagnes moet gericht zijn op het voorkomen van afval en het afval dat toch geproduceerd word, beter te sorteren. 49

51 2.1.2.E Acties VS 08: thuiscomposteren stimuleren Beschrijving van de actie De gemeente beschikt over 4 compostmeesters. Zij ondersteunen het thuis- en buurtcomposteren door verkoop van compostvaten en het houden van infomomenten. Stand van zaken Voor een voordelige prijs van 24,97 kan de inwoner van Pepingen het volgende bekomen: Een compostvat Een beluchtingstok Een brochure over hoe thuiscomposteren Een lijst met adressen van de verschillende compostmeesters. Het stimuleren en promoten van het thuiscomposteren werd nog eens in de verf gezet via composttips in het infoblad. Daarnaast geven de gemeentelijke compostmeesters regelmatig uitleg op plaatselijke evenementen en in scholen. Hiervoor wordt er gebruik gemaakt van de infostand Kringlooptuinen die door de intercommunale Haviland ter beschikking werd gesteld. De compostmeesters volgen regelmatig cursussen. Aantal verkochte compostvaten Planning Deelname aan compostmeestermaand Het regelmatig publiceren van compost tips in het gemeentelijk informatieblad info Pepingen en het verspreiden van folders via de gemeentelijke informatiezuilen Het verder opleiden van compostmeesters, gemotiveerde vrijwilligers kunnen een opleiding gaan volgen tot compostmeester zodat ze later de andere inwoners die problemen ondervinden met het composteren van hun GFT, met raad en daad kunnen bijstaan. Deze compostmeesters kunnen ook, in samenspraak met de milieuambtenaar, informatievergaderingen organiseren voor de jeugd en geïnteresseerden, ze kunnen demonstraties geven bij verenigingen, in scholen, op evenementen, op het containerpark of bij de gebruikers thuis. Steun verlenen (financieel en logistiek) aan de compostmeesters zodat ze hun werk goed kunnen vervullen. De gemeente kan ook een stuk grond ter beschikking stellen aan de compostmeesters zodat zij deze kunnen inrichten als een compostdemoplaats, op deze demoplaats gaat men dan de verschillende mogelijke manieren van composteren demonstreren. Het organisch afval dat door de gemeentediensten geproduceerd wordt kan men naar deze tuin brengen en verwerken; 2005 deelname compostmeester maand, informatiedag in de scholen 2007 realisatie van een compost demoplaats verder opleiden van compostmeesters Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Compostmeesters, groendienst 50

52 Doelgroepen Huishoudens, scholen Relaties met andere acties Kostprijs - De gemeente arbeiders die de opleiding van compostmeesters hebben genoten, geven de toelichting aan de scholen en verenigingen tijdens de werkuren. - Inrichten compost demoplaats: 2300 euro - Opleiding compostmeester: gratis bij de intercommunale Haviland - Verkoop compostvat: de gemeente koopt de compostvaten aan bij Haviland voor +/- 33 en verkoopt ze voor 24,97. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 46: Het thuiscomposteren promoten en stimuleren Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - afvalstoffen - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: Samenwerking voor een gestroomlijnd huishoudelijk afvalbeleid Subdoelstelling 2: afvalpreventie Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 12: Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen VS 09: verpakkingsafval reduceren Beschrijving van de actie Door onderhandelen met de plaatselijke handelaars en het publiceren van informatieve artikels kan men de burgers en handelaars aanzetten om het verpakkingsafval te verminderen. Een duurzame winkelzak met het logo van de gemeente ter beschikking stellen aan de inwoners van de gemeente met als doel het gebruik van wegwerpzakjes naar beneden te halen. Het uitdelen van de zakken kan men koppelen aan een wedstrijd waarbij men maandelijks iemand beloont voor het gebruik van zijn duurzame winkelzak. Deze persoon krijgt dan een prijs (aankoopbon bij de lokale middenstand) en komt met zijn foto in het gemeenteblad te staan. Indien de winkelzak stuk is kan men hem kosteloos omruilen voor een nieuwe zak. Stand van zaken Via de gemeentelijke informatiezuil werd de infobrochure Hoeveel afval staat er op uw boodschappenlijstje? verspreid. Op deze manier werd er aan sensibilisatie gedaan naar de burgers toe op het gebied van verpakkingsafval. Planning In het infoblad zullen concrete tips gegeven worden om verpakkingsmateriaal te reduceren. Verder zal er contact opgenomen worden met de provincie Vlaams-Brabant en de intercommunale Haviland om de actie rond herbruikbare winkeltassen te ondersteunen en terug op te zetten : Verspreiden van info brochures via de gemeentelijke informatiezuilen : bespreking herbruikbare winkelzak 51

53 Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Plaatselijke handelaars en intercommunale Haviland en de provincie Vlaams-Brabant Doelgroepen Huishoudens en handelaars Relaties met andere acties Geen Kostprijs voor aankoop en verspreiden van de winkelzak Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 47: verpakkingsafval reduceren Samenwerkingsovereenkomst: Cluster vaste stoffen - afvalstoffen - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: Samenwerking voor een gestroomlijnd huishoudelijk afvalbeleid Subdoelstelling 2: afvalpreventie Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 12: Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen VS 10: sensibilisatie naar scholen Beschrijving van de actie Leerlingen betrekken bij de selectieve inzameling van afval op hun school en het stimuleren van preventie en recyclageactiviteiten (b.v. het gebruik van boterhamdozen, composteren op school, ). Stand van zaken In de scholen van de gemeente Pepingen werd enkele jaren terug het milieustraatje reeds geïntroduceerd. Dit project omvatte de plaatsing van vier kindvriendelijke containers op de scholen en een pedagogisch verantwoorde informatielap om een milieuvriendelijk gedrag bij kinderen te stimuleren. De scholen hebben een begeleidend plaatsbezoek aan het gemeentelijk containerpark gebracht en nemen telkens deel aan de gemeentelijke zwerfvuilactie (zie cluster Hinder Afvalhinder). De compostmeesters geven regelmatig informatie over composteren aan de schoolkinderen. Planning Organiseren van overlegmoment met de scholen, oudercomités en de MOS werking (Milieuzorg op school)van de provincie Vlaams Brabant. Dit betekent een uitbreiding van enkel aandacht voor afval naar interne milieuzorg voor scholen in de brede zin van het woord. De gemeentelijke milieudienst zal als schakel fungeren bij het uitwerken van acties opgenomen in het actieplan van de verschillende scholen start deelname Pepingse scholen aan de MOS-werking. Aanvraag 1 ste MOS logo : aanvraag van 2 de MOS logoen 3 de MOS logo 52

54 Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Provincie Vlaams Brabant Doelgroepen Scholen Relaties met andere acties Geen Kostprijs Geen bijkomende kostprijs Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 48: opvolging 'Milieustraatjes' in de scholen* Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - afvalstoffen - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: Samenwerking voor een gestroomlijnd huishoudelijk afvalbeleid Subdoelstelling 1: samenwerking stimuleren Subdoelstelling 2: afvalpreventie Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 11: Afvalvoorkoming via proces- en productbeleid Project 12: Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen VS 11: promotie van de kringloopwinkel Beschrijving van de actie De gemeente zal het hergebruik van afvalstoffen bij haar inwoners stimuleren door een samenwerking met minstens één overeenkomstig het VLAREA erkend kringloopcentrum uit te bouwen. Hier sluit de gemeente met het kringloopcentrum een samenwerkingovereenkomst af die minstens de bepalingen omvat met betrekking tot sensibilisatie, de onderlinge doorwijsfunctie, de inzamelwijzen, het restafval en de vergoeding voor herbruikbare afvalstoffen. Stand van zaken De gemeente Pepingen heeft al enkele jaren een overeenkomst afgesloten met Televil om samen te werken met het erkend kringloopcentrum Opnieuw en Co, Bergensesteenweg 386 te Sint-Pieters- Leeuw en gevestigd te 1500 Halle - August De Maeghtlaan 74. De opendeurdag en openingsuren worden op regelmatige tijdstippen gepubliceerd in het gemeentelijk informatieblad. Planning Op regelmatige tijdstippen informatie en gegevens publiceren over de kringwinkel, zodat de kringwinkel een verankerd wordt in het gemeentelijk afvalstoffenbeleid jaarlijkse publicatie in het gemeentelijk informatieblad en gegevens van de kringwinkel vermelden op de gemeentelijke website 53

55 Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Milieudienst en Televil Doelgroepen Huishoudens Relaties met andere acties Geen Kostprijs Publicatie: 0,035/pagina Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 49: promotie van de kringloopwinkel Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - afvalstoffen - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: Samenwerking voor een gestroomlijnd huishoudelijk afvalbeleid Subdoelstelling 3: hergebruik Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 12: Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen VS 012: verspreiding stickers 'ongewenst reclamedrukwerk' Beschrijving van de actie Een flink deel van het oud papier dat je voor de inzameling buiten zet, had je eigenlijk helemaal niet gevraagd. Het zijn regionale kranten en reclamefolders die 'zomaar' in je brievenbus zijn beland en voor een hoop papierverspilling zorgen. Om die verspilling aan te pakken wordt er een sticker-actie op touw gezet. Bij het gemeentebestuur kan je een gratis sticker afhalen die je op je brievenbus kan plakken om ongewenste post te vermijden. Er bestaan twee versies van de sticker: de ene laat noch regionale pers, noch reclamefolders toe, de andere kan gebruikt worden als de regionale pers wel gewenst is. Stand van zaken Sinds december 2002 kan de Pepingse bevolking bij de gemeentelijke milieudienst stickers komen afhalen tegen ongewenste post. Indien de boodschap op de sticker niet gevolgd wordt, wordt een klacht aan OVAM overgemaakt. Door de sterk verminderde afname van de sticker werd er in het gemeentelijk informatieblad editie december 2003 nogmaals een artikel gepubliceerd, om de burger over het bestaan van de stickers te herinneren. 54

56 Aantal verdeelde stickers Ja -Neen Neen - Neen De gemeente Pepingen beschikt al enkele jaren over een gemeentelijk belastingsreglement inzake de huis- aan huis verspreiding van drukwerken met handelskarakter. Planning Doorlopend van De mogelijkheid blijft bestaan om een sticker op het gemeentehuis te bekomen. Om de actie niet te laten uitdoven zal de bevolking via het gemeentelijk informatieblad regelmatig ingelicht worden over de mogelijkheid om de stickers af te halen bij de gemeentelijke milieudienst. Klachten van burgers zullen doorgegeven worden aan de milieudienst van de intercommunale Haviland die deze actie ondersteunt. 2008: actieve sensibilisatie rond papierafval Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Milieudienst, intergemeentelijke milieudienst Haviland voor drukken van de stickers en opvolgen van de klachten Doelgroepen Huishoudens Relaties met andere acties Geen Kostprijs Geen extra kosten voor verdeling van de sticker Publicatie van artikel in infoblad 0,035/pagina Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 50 verspreiding stickers 'Ongewenst reclamedrukwerk' Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - afvalstoffen - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: Samenwerking voor een gestroomlijnd huishoudelijk afvalbeleid Subdoelstelling 2: afvalpreventie Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 12: Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen

57 VS 013: gemeentelijke voorbeeldfunctie - interne milieuzorg Beschrijving van de actie De gemeente moet zelf afval voorkomen, recupereren en selectief inzamelen. Gebruikte enkelzijdige kopies kunnen gebruikt worden als kladpapier, het aankoopbeleid moet rekening houden met het beginsel van afvalpreventie, selectieve inzameling van afvalfracties in de eigen diensten, aankopen en aanwenden van duurzame en secundaire grondstoffen. Deze en andere maatregelen kunnen via het gemeentelijk informatieblad kenbaar gemaakt worden aan de bevolking. De duurzaamheidambtenaar ( DA) zet via communicatie en interne nota s de andere diensten aan om mee te werken aan de interne milieuzorg. Daar waar mogelijk probeert de gemeente Pepingen duurzame en milieuvriendelijke producten aan te kopen. De DA zorgt voor de informatie over deze milieuvriendelijke producten. De gemeente Pepingen zal trachten het voorkomingbeginsel en het preventief handelen zoveel mogelijk uit te bouwen in haar intern milieubeleid. Hierbij zal de gemeente Pepingen trachten een voorbeeldfunctie te ontwikkelen naar de doelgroepen toe. Stand van zaken Momenteel bestaat de interne milieuzorg van de gemeente Pepingen uit: naleven van het opgestelde reductieplan bestrijdingsmiddelen de gebruikte inktcartridges van de printers en gebruikte toners van de kopieerapparaten worden ingezameld en gerecycleerd (intern afvalbeleid) er wordt dubbelzijdig geprint en gekopieerd (intern afvalbeleid) er wordt meer en meer gebruik gemaakt van digitale systemen (intern afvalbeleid) gebruik van kringlooppapier en briefomslagen met een ecoloabel (intern afvalbeleid) gebruik van markers die xyleenvrij zijn (intern afvalbeleid) op elke administratieve dienst staat een recipiënt voor papier en karton en voor de restfractie (intern afvalbeleid) gebruik van secundaire grondstoffen: aankoop van paaltjes en bloembakken uit gerecycleerd materiaal deelname met een gemeentelijk team aan de provinciale actie "Ecoscore Bis" (cluster Vaste Stoffen) aanvraag milieugedragscan op het gemeentehuis, ingediend bij vzw Ecolife (actiebereidheid collega s in verband met het milieubewustzijn) Planning : stapsgewijs de voorbeeldfunctie uitbouwen en kenbaar maken aan de bevolking Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Gemeentediensten Doelgroepen Het gemeentebestuur en haar personeel Relaties met andere acties VS 01: aankoop van kantoormaterialen VS 02: aankoop van schoonmaakproducten VS 03: gebruik van bestrijdingsmiddelen uitvoering reductieplan VS 04: bevordering van het gebruik van duurzaam geëxploiteerd hout 56

58 VS 05: gebruik van secundaire grondstoffen VS 06: Onderzoek en uitvoering gebruik milieuvriendelijke verven Kostprijs De kostrijs werd weergegeven, opgenomen bij de specifieke actie Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 54 gemeentelijke voorbeeldfunctie Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - afvalstoffen - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: Samenwerking voor een gestroomlijnd huishoudelijk afvalbeleid Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 11: Afvalvoorkoming via proces- en productbeleid Project 12: Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen VS 14 communicatie naar KMO s en zelfstandigen Beschrijving van de actie Aan KMO s en zelfstandigen communiceren, waar ze met hun bedrijfsafval terecht kunnen. Stand van zaken Verder werd er naar de KMO s via het infoblad nog eens gecommuniceerd, waar ze met hun bedrijfsafvalstoffen terecht kunnen. Dit gebeurde ook via de afvalkalender voor KMO s die ter beschikking ligt in de gemeentelijke infozuil. Planning : Verspreiden van brochure Vlarea voor KMO s via de gemeentelijke informatie kanalen en hierover een artikel publiceren in het gemeentelijk informatieblad. Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Milieudienst Doelgroepen KMO s en zelfstandigen Relaties met andere acties Geen Kostprijs De brochure Vlarea voor KMO s is gratis te verkrijgen bij OVAM Publicatie in info Pepingen: 0,035 /pagina 57

59 Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Geen Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - afvalstoffen - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 5: Samenwerking voor een gestroomlijnd bedrijfafvalbeleid Subdoelstelling 1: bedrijfsmilieuzorg Subdoelstelling 2: knelpunten bedrijfsafval Subdoelstelling 3: monitoring Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 9 : Prioritaire bedrijfsafvalstoffen Afvalhinder A Beleidskader - Het afvalstoffendecreet ( 2 juli 1981) legt de basis voor een gecoördineerd en permanent afvalstoffenbeleid in Vlaanderen op bestuurlijk niveau. Door herhaalde wijzigingen verschoof de klemtoon van definitieve verwijdering van afvalstoffen geleidelijk naar voorkomen en nuttige toepassing ervan. - Het "Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen " dat de taakstellingen, acties en instrumenten inzake de preventie, de recuperatie en de verwijdering van huishoudelijk afval bevat. Uit dit plan vloeien verplichtingen voort voor het gemeentelijk afvalstoffenbeleid. - De samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams gewest: deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend in niveau 1 op 23/ en bevat voor de gemeente bindende bepalingen inzake sensibiliseringsacties in functie van voorkomen zwerfvuil en sluikstort. - De samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse gewest : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend op niveau 1 op 03/02/2005 en bevat voor de gemeente bindende bepalingen inzake voorkomen van afvalstoffen, milieuverantwoord productgebruik, organisatie van de selectieve inzameling van afvalstoffen, sensibiliseren van de bevolking en eigen personeel. Gemeentelijke reglementen - Politiereglement reinheid der wegen. Goedkeuring. Intrekking van de beslissing van de gemeenteraad van 30 december ( goedgekeurd op 03 februari 2004) - Belastingsreglement op sluikstorten. Goedkeuring aanpaste tekst. ( goedgekeurd op 09 maart 2004) 58

60 B Beschrijving Bepaalde mensen trachten de kosten verbonden aan de verwerking van hun afval (volgens het principe de vervuiler betaalt ) te omzeilen door hun afval te verbranden of te storten. Een ander verschijnsel is het zogenaamd afvaltoerisme waarbij men huisvuil gaat plaatsen in buurtgemeenten. Afval afkomstig van sluikstorten en zwerfvuil zorgen voor een visuele verontreiniging van de natuur en het straatbeeld. Zwerfvuil bestaat voornamelijk uit lege verpakkingen zoals snoeppapiertjes, lege sigarettenpakjes, blikjes Deze verpakkingen breken niet of slechts langzaam af in de natuur met als gevolg dat ze zich blijven opstapelen C Knelpunten - Zwerfvuil en sluikstorten blijft een belangrijk aandachtspunt voornamelijk in de landelijke wegen, zoals de Lossestraat, aan de glasbollen en de blikvangers. - Sluikverbranden vormt eveneens een groot probleem in de gemeente Pepingen - Er zijn onvoldoende toezichtmogelijkheden op sluikstorten en sluikverbranden te wijten aan gebrekkige wetgeving D Doelstellingen Het sluikstorten, het sluik verbranden van afval en het afvaltoerisme stoppen E Acties VS 015: tegengaan van sluikstoken door toezicht te verhogen en strafmaatregelen op te leggen Beschrijving van de actie Het sluikstoken van afval is niet alleen schadelijk en hinderlijk voor het milieu en de omwonenden, maar het is ook niet eerlijk naar de mensen toe die hun afval wel op een reglementaire wijze aanbieden en daar dan ook voor betalen. Om sluikstoken tegen te gaan dient men de bevolking te sensibiliseren en duidelijk te maken wat er mag verbrand worden en wat niet. De mensen worden soms geconfronteerd met sluikstoken in hun buurt, maar durven niet te klagen aangezien ze de overtreders kennen. Indien er duidelijk gemaakt wordt dat sluikstoken verboden is en dat men dit niet hoeft te pikken, zullen de overtreders misschien inbinden. Verder dient er ook repressief opgetreden te worden tegen de overtreders. Stand van zaken Sensibilisatie- en preventieacties via het gemeentelijk infoblad. Controles gebeuren via de Intergemeentelijke milieudienst van Haviland en bij klachten treedt de politie op. Bijhouden van de klachten en vaststellingen van sluikstoken via het registratiesysteem. Planning : folder opstellen, waarin wetgeving over afvalverbranding in vermeld wordt, alsook de milieuhinder die dergelijke verbranding veroorzaakt. 2006: Een politiereglement opstellen op basis van het modelreglement van het Vlaams Gewest rond de beperkte toelating van verbranding van plantaardige afvalstoffen van tuinonderhoud, bedrijfslandbouw en socio-culturele activiteiten : Controle op naleving van bovenstaand reglement. 59

61 Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Milieudienst, politiezone Pajottenland Doelgroepen Alle burgers Relaties met andere acties Geen Kostprijs Geen Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 53: voorkoming sluikstorten en verbanden van afval Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster Hinder- politiereglement verbod op afvalverbranding - niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 3: Reductie verspreiding milieugevaarlijke stoffen Subdoelstelling 3: de reductie van producten van onvolledige verbranding (CO, PAK s, dioxines) en PCB s Subdoelstelling 4: het bestrijden van de verspreiding van andere milieugevaarlijke stoffen, organismen en stralingen Relatie gewestelijk milieubeleidsplan 10b.Verstoring door geur Project 12: Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen actie43: stopzetten van verbranding door particulieren VS 016: tegengaan van sluikstorten door toezicht te verhogen en strafmaatregelen op te leggen Beschrijving van de actie Sluikstorten en zwerfvuil vormen in Pepingen een groot probleem. Uitwerken van een beleid inzake achterlaten van zwerfvuil, sluikstorten in samenwerking met de politiezone door middel van:- opdrijven van toezicht, specifiek gerichte acties - toepassen belastingsreglement op sluitstorten Bij een overtreding wordt er een PV opgesteld en gaat men de overtreder beboeten. Een sluikstorter die men betrapt moet, los van de boete opgelegd door de politierechter, betalen voor de kosten verbonden aan het opruimen en het verwerken van zijn afval. Tevens dient hij een belasting op sluikstorten te betalen van 250. Stand van zalen Via de gemeentelijke zuilen wordt de meldingsfiche en het telefoonnummer waarbij de inwoners te rechtkunnen met hun klachten over milieu-inbreuken ter beschikking gesteld. 60

62 Op 3 februari 2003 werd door de gemeenteraad het politiereglement reinheid der wegen goedgekeurd en werd de beslissing van de gemeenteraad van 30 december 1999 ingetrokken. Op 09 maart 2004 werd de aangepaste tekst van het belastingsreglement op sluikstorten goedgekeurd. Planning : Toezicht en controle opdrijven in samenwerking met de politiezone Pajottenland. 2005: In het gemeentelijk informatieblad het belastingsreglement kenbaar maken. (ook de tarieven die aangerekend worden); Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Milieudienst, politiezone Pajottenland Doelgroepen Alle burgers Relaties met andere acties Geen Kostprijs Geen Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 53: voorkoming sluikstorten en verbanden van afval Relatie samenwerkingsovereenkomst Geen Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 3: Reductie verspreiding milieugevaarlijke stoffen Subdoelstelling 2: de reductie van solventen Subdoelstelling 3: de reductie van producten van onvolledige verbranding (CO, PAK s, dioxines) en PCB s Subdoelstelling 4: het bestrijden van de verspreiding van andere milieugevaarlijke stoffen, organismen en stralingen Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 12: Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen VS17: sensibiliseren ter voorkoming van afvalhinder - zwerfvuil Beschrijving van de actie Zwerfvuil opruimen: de jeugd en de plaatselijke verenigingen laten meehelpen aan een jaarlijkse opkuisactie van zwerfvuil in de gemeente, na de opkuis kan men een afsluitingsfeest houden waarbij men een aantal vrijwilligers beloont (bijvoorbeeld met een boekenbon, een trofee of een T-shirt) voor hun inzet. De resultaten van de inzamelactie kan men openbaar maken in het gemeentelijk informatieblad, de regionale infobladen en op affiches die op een goed zichtbare plaatsen worden opgehangen. 61

63 Stand van zalen Om zwerfvuil tegen te gaan werden er 5 blikvangers geplaatst langsheen: - Kestergat, in het beginvan de Lossestraat - Eikstraat, op de hoek met Termeren - Hondzochtstraat, dicht bij de grens met Halle - Molenstraat, dicht bij de Heikruisesteenweg (driepikkel) - Hoek Vroembos en Grasmeerstraat In 2003 werd een zwerfvuil actie georganiseerd samen met de lokale verenigingen. Er werden ook educatieve acties op poten gezet met de verschillende scholen. Via een registratieformulier werden de hoeveelheden van de verschillende fracties bijgehouden zodat er nadien een balans kon worden opgemaakt. De resultaten werden meegedeeld aan de bevolking via het gemeentelijk informatieblad. Planning : Om de 2 jaar een zwerfvuilactie organiseren met de scholen en de verenigingen) Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Milieuadviesraad Doelgroepen Scholen, verenigingen Kostprijs - Verzekering: 85 - Uitvoering actie: Subsidies scholen en verenigingen: 2250 Relaties met andere acties VS10: Sensibilisatie naar de scholen Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 52: opruimacties zwerfvuil Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster Vaste stoffen niveau 1: sensibilisatieacties ondernemen rond sluikstorten, sluikstorten en preventie van zwerfvuil. Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: Samenwerking voor een gestroomlijnd huishoudelijk afvalbeleid Subdoelstelling 1: samenwerking stimuleren Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 12: Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen

64 VS 18: politieverordening reclamedrukwerk Beschrijving van de actie - Het uitwerken van een politieverordening waarin de volgende bepalingen zijn opgenomen: het naleven van de stickers op brievenbussen door distributeurs van reclamefolders en gratis publicaties - wat wel of niet mag meegegeven worden met de huisvuil of het grofvuil - de openbare orden en netheid bij de selectieve inzameling - voorkoming van zwerfvuil in de gemeente - maatregelen m.b.t. het voorkomen van sluikstorten en openluchtverbranding - strafmaatregelen m.b.t. niet naleving van deze politieverordening. Stand van zalen De gemeente beschikt over een politiereglement inzake het verplicht gebruik van huisvuilzakken dat goedgekeurd werd door de gemeenteraad in zitting van 4 maart 1996 Planning : Het politiereglement van 1996 zal met volgende gegevens aangepast worden: wat wel of niet mag meegegeven worden met het huisvuil of het grofvuil en een beperking van grof vuil Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Milieuadviesraad Doelgroepen Alle burgers Relaties met andere acties Geen Kostprijs Geen kostprijs Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Geen Relatie samenwerkingsovereenkomst Cluster vaste stoffen - afvalstoffen- niveau 1 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: Samenwerking voor een gestroomlijnd huishoudelijk afvalbeleid Subdoelstelling 1: samenwerking stimuleren Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 11: Afvalvoorkoming via proces- en productbeleid Project 12: Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen

65 64

66 2.2 Cluster Water Integraal waterbeheer A Beleidskader - De Europese Kaderrichtlijn Water (KRLW) (RL 2000/60/EG) schetst de hoofdprincipes voor het waterbeheer op het niveau van de Europese lidstaten. Er is gekozen voor een integrale benadering van de luiken kwaliteit, kwantiteit en ecologie. De bedoeling is om tegen eind 2015 in alle Europese wateren een goede oppervlaktewatertoestand en een goede grondwatertoestand te bereiken, zowel wat kwantiteit als chemische en ecologische kwaliteit aangaat. Omdat watersystemen nu eenmaal niet binnen administratieve grenzen passen staat een stroomgebiedbenadering hierin centraal met het opstellen van stroomgebiedbeheersplannen en maatregelenprogramma s. - Het Decreet betreffende het Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 legt de basis voor een planmatig waterbeleid in Vlaanderen op bekken- en deelbekkenniveau. Het decreet voorziet ook bepalingen rond verschillende instrumenten om een integraal beleid uit te voeren zoals de watertoets, afbakening van oeverzones, verwerving van goederen, aankoopplicht en vergoedingsplicht. - De Code van goede praktijk voor een Duurzaam Lokaal Waterbeleid (2001) behandelt de DuLo-waterplannen en schept een kader voor de opmaak van deze plannen. - Het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering en het VLAREBO omvatten regels voor de sanering van verontreinigingen in de bodem en het grondwater en leggen ook de verantwoordelijkheden vast. - De wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen wijst de ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken aan de waterlopen van de derde categorie toe aan de gemeente waar de waterlopen gelegen zijn. - De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend in niveau 1 op 23/04/2002 en bevat voor de gemeente bindende bepalingen o.a. inzake milieubeleidsplanning. - De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling fase 2: : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend in niveau 1 op 03/02/2005 en bevat voor de gemeente bindende bepalingen o.a. inzake milieubeleidsplanning. - Het Provinciaal milieubeleidsplan omvat een aantal acties welke in gezamenlijk overleg dienen uitgevoerd te worden of waar de provincie als coördinator zal optreden tussen diverse gemeenten. 65

67 - In het Vlaams Milieubeleidsplan (MINA-plan 3) worden hieromtrent een aantal projecten geformuleerd. Plandoelstellingen Vlaams gewest gezamenlijk streefdoel Het Vlaams milieubeleidsplan voorziet rond dit thema volgende bindende doelstellingen - Natuurlijke structuren van watersystemen: Verbeteren van de structuurkwaliteit ( verhogen van de waardevolle trajecten, verminderen van de slechte). Bijkomend beschermen van 200ha oeverzones waarvan minstens 50% door verwerving - Watervoorraden: Het waterpeil in watervoerende lagen blijft minstens status-quo - Duurzaam watergebruik: Afname van drinkwatergebruik bij de bevolking tot 215miljoen m3 (ca 98l/per dag). Stijging van het hemelwaterverbruik bij de bevolking tot 30 miljoen m3. Afname van het industrieel watergebruik exclusief koelwater tot 430 miljoen m3. Afname van het totaal watergebruik voor de landbouw ( varkens, rundvee, pluimvee en glastuinbouwsector) tot 43 miljoen m3 - Saneren van 75% van de bestaande vismigratieknelpunten op het netwerk van prioritaire waterlopen voor vismigratie en het zoveel mogelijk voorkomen van nieuwe knelpunten B Beschrijving Integraal waterbeleid: wat is dat? Integraal waterbeheer wil streven naar een duurzaam gebruik voor water voor onszelf en voor de komende generaties aanmoedigen. Het bereiken en handhaven van een zo goed mogelijke toestand van het water in elk stroomgebied de leefomgeving voor een grote verscheidenheid aan levende wezens wordt hierbij centraal gesteld. Integraal waterbeleid wil het beheer van de waterhoeveelheden, van de waterkwaliteit en van het leven in en om het water gecombineerd aanpakken en beter op elkaar afstemmen. Aan de basis van deze visie ligt het inzicht dat water vele functies vervult en meer is dan een hulpbron voor industrie, landbouw en huishouden. Water is eveneens een leefomgeving voor vele planten en dieren en maakt deel uit van onze eigen leefomgeving. Een andere bezorgdheid is het blijvend waarborgen van water voor alle noodzakelijke toepassingen, nu en in de toekomst. Het uitwerken van een visie, het realiseren van de doelstellingen en het opvolgen van de resultaten gebeurt best planmatig, binnen een overlegplatform of samenwerkingsverband. Staatsgrenzen of administratieve grenzen mogen daarbij geen belemmering vormen. 66

68 Organisatorisch nemen we het stroomgebied als beheerseenheid. Dit betekent dat alle besturen, maatschappelijke en economische sectoren en doelgroepen binnen een stroomgebied een gezamenlijke aanpak ontwikken van het waterbeheer in het gebied. Veel beslissingen moeten immers globaal bekeken worden, waarbij alle betrokkenen van hoog tot laag samenwerken. Het waterbeheer wordt ook op de verschillende niveaus planmatig aangepakt. Voor elk niveau (stroomgebied, bekken, deelbekken) stellen de betrokken beheerders een bepaald type van het waterbeheer op. Vlaanderen is opgesplitst in 4 stroomgebieden en 11 rivierbekkens.pepingen heeft een afwatering naar het stroomgebied van de Schelde via 2 hydrografische bekkens, naar het bekken van de Dender en het bekken van de Dijle. In het bekken van de Dender maakt de gemeente Pepingen deel uit van het deelbekken De Marke (VHA zone 400), in het bekken van de Dijle maakt de gemeente Pepingen deel uit van het deelbekken van de Zuunbeek (VHA zone701). Situering van het deelbekken van de Zuunbeek Het deelbekken van de Zuunbeek, een kleine 9400 ha bestrijkend, situeert zich in het zuid-westelijke deel van het Dijlebekken, dat op haar beurt deel uitmaakt van het stroomgebied van de Schelde. Het bevindt zich voornamelijk op Vlaams-Brabants grondgebied en een klein stukje van Brussel (gemeente Anderlecht). Het strekt zich uit over de gemeenten Anderlecht, Gooik, Halle, Herne, Lennik, Pepingen en Sint Pieters Leeuw en kleine stukjes van Dilbeek en Drogenbos. De VHA zone 701 bestrijkt in de gemeente Pepingen ha, hiermee maakt de gemeente Pepingen 30.16% uit van deze VHA zone. Situering van het deelbekken de Marke Het deelbekken van de Marke, ruim ha bestrijkend, bevindt zich zuidelijk in het Denderbekken, omvat de VHA-zones 400 en 401 en strekt zich deels uit over Vlaams-Brabant (gemeenten Pepingen, Herne, Bever, Galmaarden en Gooik) en Oost-Vlaanderen (Geraardsbergen en Ninove). De VHA zone 400 bestrijkt ha in de gemeente Pepingen, dit betekent concreet dat de gemeente Pepingen van 30% deel uitmaakt van het deelbekken van de Marke. 67

69 Overzicht geklasseerde waterlopen in de gemeente Pepingen klasse naam provinciaal nr. niet geklasseerd Beek Roskambeek (deel) Hundelingebeek (deel) Rasbeek (deel) klasse 3 klasse 2 Groebengracht Teleweidebeek (deel) Hundelingebeek (deel) Rasbeek (deel) Rollebeek Bauterbrugbeek (deel) Tembroekbeek Herrebeek (deel) Zuunbeek Bosbeek Roskambeek (deel) Teleweidebeek (deel) Hundelingebeek (deel) Grobengracht Klokborrebeek Bauterbrugbeek (deel) Herrebeek (deel) klasse Het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap houdt toezicht op de onbevaarbare waterlopen van 1 ste categorie. De onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie wordt beheerd door de provincie. Het beheer en inrichting van de onbevaarbare waterlopen van 3 de categarie valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Ze staat bijgevolg in voor de gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken alsook van de buitengewone werken van wijziging en de buitengewone werken van verbetering. De gemeente verleent ook machtigingen voor het aansluiten van huishoudelijke afwaterleidingen, rioolleidingen en andere aansluitingen op deze waterlopen. De niet geklasseerde waterlopen vallen onder het beheer van de eigenaars C Knelpunten - Bij onderhoud- en herstellingswerken wordt de aandacht nog teveel gespitst naar de kwantiteit van het water de waterloop en niet naar de andere elementen die deel uit maken van het watersysteem. Voor elke ingreep moet men nagaan wat de invloed kan zijn op de waterhuishouding. Hierbij zal men zich niet moeten beperken tot één onderdeel maar er de verschillende de disciplines (ruimtelijke ordening, stedenbouw, natuurbeheer, landbouw en landinrichting, ) bij betrekken. Het rechttrekken of het inbuizen van een beek of waterloop kan verstrekkende gevolgen hebben op de grondwatertafel en verdroging met zich meebrengen. Het verlenen van een verkavelingvergunning in een natuurlijk overstromingsgebied is om moeilijkheden vragen - Om een integraal waterbeleid te bereiken zal er naar de burgers en/ of andere doelgroepen toe gesensibiliseerd worden. Om dit nog meer kracht bij te zetten, zal de gemeente Pepingen hier ook zelf een voorbeeldfunctie in spelen. Men dient er zich dus van bewust te zijn dat de waterhuishouding een complex geheel is. Een ingreep op één plaats, zal waarschijnlijk ook een invloed hebben op een ander plaats binnen het systeem. Er dient dus werk gemaakt te worden van een integraal waterbeleid. Hieronder verstaat men een beleid waarbij men rekening houdt met het onderlinge verband dat bestaat tussen het grondwater, het oppervlaktewater, de rivieren, de valleien waardoor het water loopt, 68

70 evenals de verschillende functies (ecologisch en economisch, recreatief) die het water vervult en beïnvloedt. Kortom er is een gedragwijzing nodig. Van ondoordachte onderhouds- en aanpassingswerken aan waterlopen naar een gedrag waarbij rekening wordt gehouden met het watersysteem en niet enkel met de waterloop.het watersysteem is een samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, waterbodems en oever, met inbegrip van de daarin voorkomende levensgemeenschappen en alle bijhorende fysische, chemische en biologische processen, en de daarbij behorende technische infrastructuur D Doelstellingen - Een beleid creëren waarbij men rekening houdt met het onderlinge verband dat bestaat tussen het grondwater, het oppervlaktewater, de rivieren, de valleien waardoor het water loopt, evenals de verschillende functies (ecologisch en economisch, recreatief) die het water vervult en beïnvloedt E Acties W01: opmaak DuLo waterplannen en deelbekkenbeheersplannen, DuLo waterplan De cluster water van de samenwerkingsovereenkomst is de pioneer geweest om het lokaal waterbeleid vorm te geven via de opmaak van een Duurzaam lokaal waterplan. Het DuLO plan is gericht op het volledige watersysteem over de administratieve grenzen heen nl. per deelbekken. Deelbekkenbeheerplan Op initiatief van de Vlaamse minister van Leefmilieu en landbouw mevrouw Vera Dua heeft afdeling water van AMINAL in samenwerking met de Vlaamse Milieumaatschappij begin 2002 het project Dynamisering van de bekkenwerking opgestart. Het project moet tegen einde van 2006 voor elke van de 11 bekkens van Vlaanderen een bekkenbeheerplan opstellen. Voor het bekken van de Dender is de termijn nog korter: het wordt samen met dat van de Nete en de Ijzer als een prioritair bekken beschouwd en moet in het najaar van 2004 een bekkenbeheerplan hebben. Beschrijving van de actie Rechtstreekse vertegenwoordiging en medewerking van de gemeente in de werkgroepen rond de DuLo-waterplannen. Stand van zaken De duurzaamheidsambtenaar, Krista Vanderelst, heeft deelgenomen aan het eerste oriënterend overleg van de het Dijle - Zennebekken en van het Denderbekken. - Het college van burgemeester en schepenen heeft in de zitting van 4 maart 2003 beslist om in te stappen in het samenwerkingsverband voor plangebied Dijlebekken en Denderbekken, ter opmaak van een DuLo-waterplan.De Schepen van Milieu, Seghers Marcel, zetelt in de stuurgroep en de duurzaamheidsambtenaar zetelt in de projectgroep. - Het college van burgemeester en schepenen heeft in de zitting van 22 juli 2003 het voorstel van de projectorganisatie van het bekkenbeheersplan De Marke behandeld en goedgekeurd. En in de zitting van 14 oktober 2003 werd het voorstel van de projectorganistaie van het bekkenbeheersplan Zuunbeek/ Neerpedebeek/ Broekbeek/ Kleine Maalbeek en de projectorganisatie van het bekkenbeheersplan Zenne/ Molenbeek goedgekeurd. - De duurzaamheidsambtenaar Vanderelst Krista heeft deelgenomen aan het lokaal wateroverleg op 25 november 2002 en op 16 december 2003 en op 5 november

71 Bijlage W01: De stand van zaken van het provinciaal 10- puntenprogramma een actieplan tegen wateroverlast Geplande acties Vanaf De gemeente Pepingen engageert zich om mee te werken aan de DuLo waterplannen tot op intekenniveau 2, inzoverre dit engagement geen financiële implicaties inhoudt voor de gemeente Pepingen. - Verdere opvolging van de opmaak van de bekkenbeheerplannen van het Dender- en het Dijle - Zenne bekken en actieve deelname aan overlegmomenten zoals het Lokaal wateroverleg. - Communicatie naar de maatschappelijke sectoren en naar de bevolking in overleg met de betrokkenen van de deelbekkenorganisaties. - Implementatie van de watertoets bij elke beslissing stapsgewijze implementatie van bepalingen opgenomen in de deelbekkenbeheerplannen. Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren technische dienst en de dienst openbare werken Doelgroepen Geen Relaties met andere acties W 16: Onderzoek ruimingslib gemeentelijke onbevaarbare waterlopen Kostprijs - Deelname aan de vergadering door de milieu- en duurzaamheidsambtenaar en door het dienst hoofd van de dienst openbare werken - Na opmaak van deelbekkenbeheerplannen zal budget begroot worden Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Geen Samenwerkingsovereenkomst: Cluster water algemene bepalingen Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6: Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 1: permanente overlegstructuren Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 13: Planning integraal waterbeleid 70

72 W02: Herwaardering van het grachtenstelsel Beschrijving van de actie De gemeente opteert ook om het grachtenstelsel langsheen de wegen te herwaarderen. Dit stelsel had oorspronkelijk de functie het hemelwater dat op de wegen terechtkwam, op te vangen en af te voeren. Hierbij kreeg het hemelwater dan ook de kans om via deze grachten in de bodem te infiltreren. Doorheen de jaren zijn er echter grachten dichtgeslibd, ingebuisd en aan de riolering gekoppeld waardoor het hemelwater verder afgevoerd wordt zonder terplekke te kunnen infiltreren. Bij de aanleg of heraanleg van wegen moet er geopteerd worden om terug grachten te voorzien voor de opvang en afvoer van het hemelwater. Deze grachten moeten op natuurlijke wijze het water kunnen laten infiltreren in de bodem. De aanleg dient ook te gebeuren op een natuurtechnische wijze met aandacht voor de noden van de overige organismen en planten. Waar nodig kunnen grachten uitgebaggerd en hersteld worden zodat ze hun functie weer kunnen vervullen. Stand van zaken Het schepencollege heeft in zitting van 15 juni 2004 een code van goede praktijk voor het ruimen van waterlopen goedgekeurd. Deze code werd ter goedkeuring voorgelegd aan de OVAM. De technische dienst van de gemeente staat in voor het onderhoud van deze waterlopen - er worden géén taluds (al of niet begroeid) afgegraven of geëffend - de ruimingwerken worden verplicht uitgevoerd van stroomafwaarts naar stroomopwaarts - de uitvoering gebeurt enkel tijdens periodes met normale waterstand en bij voldoende(normale) helderheidsgraad van het beekwater - men ruimt enkel tijdens de periode van 1 oktober tot 1 februari en indien noodzakelijk - de grondige ruiming omvat tevens de grondige ruiming van de doorgangen van de waterlopen mbt de overwelfde vlakken In het ruilverkavelingsplan Elingen werd ruim aandacht besteed aan het integraal waterbeheer De ingrepen aan de waterlopen bleven beperkt. Aan de Zwartemolenstraat in Pepingen werden twee stukjes ingebuisde waterloop opnieuw opengemaakt (0.7 km). Duikers in slechte staat werden vervangen. Een open waterloop is niet alleen beter voor de waterorganismen, maar zorgt opnieuw voor een normale ontwatering van de aangrenzende valleigronden. In Elingen werd er ter hoogte van de Borrestraat een rietveld (300 IE) aangeplant om de waterkwaliteit te verbeteren. Op deze manier worden op de zijlopen enkele knelpunten van waterverontreiniging opgelost, wat de potentie voor waterorganismen vergroot. De rietvelden worden om landschappelijke redenen in de valleien ingeplant, en zo dicht mogelijk bij het lozingspunt. Planning Toepassen van de opgestelde code van goede praktijk voor de uitvoering van ecologisch verantwoorde onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken aan waterlopen van 3 de categarie. Opbouw en opvolging van een databank met stand van zaken onderhoud en werken aan waterlopen. Initiatiefnemer: Milieudienst Betrokken actoren Dienst openbare werken, GIS -deskundige Doelgroepen Geen 71

73 Relaties met andere acties Actie W03: Opmaak gemeentelijke zoneringsplannen en uitvoering van hier opgenomen KWZI projecten Actie W04: overzicht uitvoering TRP Actie W06: subsidiereglement KWZI voor afgelegen woningen Actie W09: beheersovereenkomsten landbouwers inzake bemesting en biocidegebruik langsheen de oevers van waterlopen Actie W015: gemeentelijk reglement overwelving en inbuizing van baangrachten Kostprijs Geen specifieke kostprijs verbonden aan deze actie buiten de werkuren van de gemeentearbeiders en van de GIS - deskundige voor het intekenen van de gedane werken. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 16: Onderzoek herwaardering grachtenstelsel Samenwerkingsovereenkomst Cluster water niveau 1- artikel Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6: Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 5: ruiming en onderhoud van waterlopen Subdoelstelling 6: open grachten Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 13: Planning integraal waterbeleid Oppervlaktewater A Beleidskader - Vlarem I regelt de vergunningsplicht inzake het lozen van afvalwater. De basiskwaliteitsnormen voor oppervlaktewater worden beschreven in Vlarem II. Deze bevat verder ook de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie, voor zwemwater, voor viswater en schelpdierwater en de algemene en sectorale voorwaarden inzake het lozen van afvalwater. - De wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging. Deze wet heeft betrekking op de werking en bevoegdheden van de waterzuiveringsmaatschappijen, lozingsvoorwaarden voor afvalwater en preventieve maatregelen die door de wetgever kunnen worden opgelegd. In uitvoering van deze wet werden in VLAREM II milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewateren opgenomen. - Het decreet van 21 december 2001 houdende wijziging van de wet van 26 maart 1971 bepaalt datgemeenten 100% subsidie kunnen krijgen voor de aanleg van rioleringsstelsels met een maximaal debiet van tweemaal de droog weer afvoer of hieraan gerelateerde retentie- en/of infiltratievoorzieningen voor hemelwater en met een volledige afkoppeling van hemelwater zowel op particulier als op openbaar domein. 72

74 Ook voor de bouw van een KWZI (kleinschalige waterzuiveringsinstallatie) tot IE kan een subsidie van 100% verkregen worden. De subsidie voor alle andere gescheiden rioleringsstelsels bedraagt 75%. - De wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen belast het Vlaamse Gewest met het beheer van de waterlopen van 1ste categorie, de provincies met het beheer van de waterlopen van 2 de categorie en de gemeenten met het beheer van die van 3de categorie. Gemeente Pepingen is belast met het beheer van een aantal 3de categorie waterlopen. - Door KB van 5 oktober 1992 worden de bevaarbare waterlopen, waterwegen, aangeduid en de bevoegdheid aan het Vlaamse Gewest toegekend. - Toewijzing van functies (productie drinkwatercategorie A1, A2, A3, zwemwater, viswater en schelpdierwater) voor oppervlaktewater wordt geregeld in het besluit van de Vlaamse regering van 8 december Het Bermbesluit van 27 juni 1984 geeft richtlijnen omtrent het beheer van bermen en taluds langs wegen, waterlopen en spoorwegen. - Het KB van 5 augustus 1970 houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen legt belangrijke verplichtingen en geboden op aan personen die in de nabijheid van een waterloop grond bezitten en bewerken. - Het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (vervangt in het Vlaams Gewest bijna volledig de wet op het natuurbehoud van 1973). - Het Vademecum Natuurtechniek: Inrichting en Beheer van waterlopen (voorgesteld door AMINAL,afdeling Algemeen milieu- en natuurbeleid, cel natuurtechnische milieubouw op 10 oktober 1994) is een handleiding die verschillende technieken en materialen vermeldt waarmee waterloopbeheer en oeverherstel op een natuurvriendelijke manier kunnen uitgevoerd worden en waarmee wegen (langs een waterloop) op een natuurvriendelijke manier kunnen aangelegd worden. - De ministeriële omzendbrief van 4 juli 2003 met een addendum bij de ministeriële omzendbrief van 21 november 2001 met betrekking tot de beoordeling van de verenigbaarheid van de lozing van bedrijfsafvalwater op de openbare riolering met de beleidsaanpak inzake RWZI-exploitatie. De omzendbrief omschrijft het beslissingskader inzake het aspect lozing van bedrijfsafvalwater dat moet gevolgd worden door alle - bij het afvalwaterbeleid betrokken - diensten en instanties. - De Benelux Beschikking M 96 (5) van 26 april 1996 inzake vismigratie stelt dat vismigratie mogelijk moet gemaakt worden tegen 2010 voor alle vissoorten op alle waterlopen in de hydrografische bekkens van de Benelux. - De Europese Nitraatrichtlijn (91/676/EEG) wil de waterverontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen verminderen en verdere verontreiniging voorkomen. - Het Decreet betreffende het Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 legt de basis voor een planmatig waterbeleid in Vlaanderen op bekken- en deelbekkenniveau. Het decreet voorziet ook bepalingen rondverschillende instrumenten om een integraal beleid uit te voeren zoals de watertoets, oeverzones,verwerving van goederen, aankoopplicht en vergoedingsplicht. - De Europese Kaderrichtlijn Water (KRLW) (RL 2000/60/EG) heeft als algemene doelstelling om tegen eind 2015 een goede toestand voor oppervlaktewater en grondwater te bereiken, zowel wat kwantiteit als chemische en ecologische kwaliteit betreft. - De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingren ondertekend in niveau 1 op 23/04/2002 en bevat voor de gemeente bindende bepalingen o.a. inzake subsidiëring, verfijning van indeling zuiveringszones, oplossen en voorkomen van vismigratieknelpunten, overwelven van baangrachten en sensibilisering van de bevolking en eigen personeel. - De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling fase 2: : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingren ondertekend in niveau 1 op 03/02/2005 en bevat voor de gemeente bindende bepalingen o.a. inzake subsidiëring, verfijning van indeling 73

75 zuiveringszones, oplossen en voorkomen van vismigratieknelpunten, overwelven van baangrachten en sensibilisering van de bevolking en eigen personeel. - Het Provinciaal milieubeleidsplan omvat een aantal acties welke in gezamenlijk overleg dienen uitgevoerd te worden of waar de provincie als coördinator zal optreden tussen diverse gemeenten. - In het Vlaams Milieubeleidsplan (MINA-plan 3) worden hieromtrent een aantal projecten geformuleerd. Plandoelstellingen Vlaams gewest gezamenlijk streefdoel Het Vlaams milieubeleidsplan voorziet rond dit thema volgende bindende doelstellingen/ - het aantal meetplaatsen dat voldoet aan de basis-kwaliteit voor biochemisch zuurstofverbruik (BZV)verhogen tot 66% - het aantal meetplaatsen dat voldoet aan de biologische kwaliteitsnorm verhogen tot 40% - op maximaal 25% van de meetplaatsen met een goede of zeer goede biologische kwaliteit ( situatie 2001) is de toestand verslechterd in verhogen van de zuiveringsgraad van de huishoudens tot 80% - saneren van 75% van de bestaande vismigratieknelpunten op het netwerk van prioritaire waterlopen voor vismigratie en het zoveel mogelijk voorkomen van nieuwe knelpunten B Beschrijving Kwaliteit van het oppervlakte water De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt bepaald door zowel biologische of fysischchemische parameters. Bij de bepaling van de fysisch-chemische kwaliteit gaat men verschillende parameters onderzoeken: de opgeloste concentratie zuurstof, het chemisch zuurstofverbruik (COD), de hoeveelheid ammonium, nitraten, nitrieten en fosfaten De fysisch-chemische kwaliteit wordt uitgedrukt in de Prati-index. Deze index gaat van 1 (zuiver) tot 16 (zwaar verontreinigd) en geeft de gemiddelde verontreiniginggraad weer. De fysisch-chemische kwaliteit is slechts een momentopname en geeft enkel een idee van de omvang van eventuele piekverontreinigingen en niet van de verontreiniging op lange termijn. Jaarlijks voert de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) metingen uit om de kwaliteit van de waterlopen in Vlaanderen te bepalen. Deze metingen omvatten zowel een bepaling van de fysischchemische kwaliteit als van de biologische kwaliteit. In de gemeente Pepingen heeft de VMM 6 meetpunten: - Roskambeek ( beeknummer 6680 ), VMM meetpunt : Bellingen, Hoesnaekstr./ Zwaantje, afw. Brug) - Teleweidbeek ( beeknummer 6748), VMM meetpunt : Bogaarden, Ziekenhuisstr., langs huis nr. 6, opw. W - Groebengracht (beeknummer 6766), VMM meetpunt Beert, Krockomstraat, 5m opw weg - Bosbeek Karenbergbeek (beeknummer 6791), VMM meetpunt Elingen, Lossestraat, brachtwacht, opw.weg - Rollebeek ( beeknummer 6816), VMM meetpunt Beert, Grimmingestraat, opw. weg - Ganzeveldbeek (beeknummer 6928), VMM meetpunt Pepingen, Pallokenstraat/ Smisstraat, gemeentegrens, opw. 74

76 Bijlage 2: Een overzicht van de meetresultaten fysico chemische waterkwaliteit VMM Bij het biologisch onderzoek gaat men het water onderzoeken op de aanwezigheid van een aantal bepaalde indicatororganismen (bloedzuigers, platwormen, waterwantsen, insectenlarven, ). De biologische kwaliteit wordt uitgedrukt in een biologische of biotische index (gaande van waarde 0 = biologisch dood tot 10 = niet verontreinigd) De biotische index geeft een goed beeld van het effect van een verontreiniging op het leven in een waterloop en aldus ook over de verontreiniging zelf. De biotische index wordt meestal slechts om de 2 à 3 jaar bepaald. Indien het water vervuild wordt met organische stoffen (eiwitten, koolhydraten, vetten, ) kan er een zuurstoftekort optreden in het water omdat de bacteriën, bij de afbraak van deze stoffen, zuurstof uit het water onttrekken. Hoe lager het zuurstofgehalte, hoe minder organismen in dit water kunnen overleven. Naast organische stoffen wordt het water ook nog vervuild met nutriënten, pesticiden en zware metalen. Een teveel aan nutriënten (vooral stikstof en fosfor) in het water kan het ecologisch evenwicht van de waterloop grondig verstoren. Bepaalde algen gaan overvloedig bloeien in de met nutriënten verzadigde beken. Hoewel algen overdag zuurstof in het water brengen door fotosynthese, gaan ze gedurende de nacht veel zuurstof uit het water opnemen zodat er s nachts een zuurstoftekort kan optreden. Een gevolg van dit gebrek aan zuurstof is dat de vissen en de andere gevoelige organismen in de beek sterven. Eenmaal er een zuurstoftekort heerst, worden de anaërobe bacteriën actief in het water, deze zorgen voor de aanmaak van giftige en slecht riekende stoffen in het water. Door een toenemende verharding van de bodem (aanleg van straten, bouwen van huizen, ) krijgt het hemelwater steeds minder de kans om in de bodem te dringen en de grondwatertafel aan te vullen. Het regenwater komt meestal samen met het afvalwater in de riolen terecht waarna het naar een RWZI wordt afgevoerd. Doordat dit regenwater voor een verdunning van het te zuiveren afvalwater zorgt, gaat het de goede werking van deze RWZI in de weg staan. De organismen die zorgen voor de afbraak van een deel van de vervuiling vinden immers onvoldoende eten. Bij hevige regenbuien zal de RWZI de aanvoer van water trouwens niet aankunnen zodat men op een bepaald ogenblik het aangevoerde rioolwater ongezuiverd in de waterlopen zal doen overlopen. 75

77 Een goede oplossing voor deze problemen bestaat uit het afkoppelen van het regenwater van het gewoon afvalwater. De riolen worden dus opgesplitst in een deel voor het echte afvalwater (b.v. waswater, spoelwater van het toilet) en een deel voor het hemelwater. Het echte afvalwater gaat men afvoeren naar een RWZI en het regenwater gaat men afvoeren naar infiltratie gebieden, beken en grachten zodat het in de bodem kan dringen. In de gemeente Pepingen is de vervuiling in bepaalde beken reeds zo ver gevorderd dat er voorlopig geen leven meer mogelijk is in die waterloop. Dit komt doordat het huishoudelijke afvalwater van het overgrote deel van de gemeente nog altijd afwatert naar de waterloop en niet naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Huishoudelijk afvalwater Zoals in de meeste gemeenten is ook in Pepingen het rioleringsstelsel onvoldoende uitgebouwd. De gebrekkige ruimtelijke ordening is er in Vlaanderen voor verantwoordelijk dat de kosten voor de riolering zo hoog liggen en dat het stelsel nog maar gedeeltelijk is uitgebouwd. Voor bepaalde zones is het bovendien economisch niet haalbaar om ze op het rioleringsnet aan te sluiten, de inwoners en bedrijven binnen deze zones zouden hun afvalwater zelf moeten zuiveren doormiddel van eigen waterzuiveringsinstallaties. Er kunnen waterzuiveringsstations gebouwd of geïnstalleerd worden die, afhankelijk van hun grootte of soort, het afvalwater van één woning of een hele wijk zuivert, eenmaal het afvalwater de zuivering heeft doorlopen kan dit water in het oppervlaktewater geloosd worden. Aangezien het gemeentelijke rioleringsstelsel nog niet aangesloten is op een RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie), wordt het afvalwater van de aanwezige riolen ook niet naar een waterzuiveringsstation gevoerd. Het afvalwater wordt voorlopig ongezuiverd in de beken geloosd, de zuiveringsgraad is dus voorlopig nul. Voor de aanleg van prioritaire rioleringen kan de gemeente subsidies aanvragen bij het Vlaamse Gewest. Dit kan binnen het zogenaamde RIO-project. Deze rioleringen worden, evenals de collectoren, aangelegd door Aquafin n.v. In het kort: zuiveringszone A behelst de riolering die reeds aangesloten is op een RWZI, zuiveringszone B omvat de riolering die in de toekomst zal aangesloten worden op een RWZI, zuiveringszone C omvat het gebied waar riolering aanwezig is die nooit zal aangesloten worden op een RWZI en in het buitengebied is geen riolering aanwezig noch gepland. De niet prioritaire rioleringen dient de gemeente zelf aan te leggen. Deze werken kunnen door het Vlaamse Gewest gesubsidieerd worden. Een belangrijk criterium bij de beoordeling van het subsidiedossier is de aanleg conform een Code van goede praktijk. In eerste instantie wordt er prioriteit verleend aan de verdere uitbouw van de riolering. Op termijn is het echter ook de bedoeling om bestaande riolering aan te passen aan de code van goede praktijk. Centraal in deze code staat het voeren van een afkoppelingsbeleid. Dit betekent dat het hemelwater van verharde oppervlakken maximaal dient afgekoppeld te worden. Ofwel voert men het hemelwater dan via een gescheiden stelsel naar een waterloop of infiltratievoorziening, ofwel voorziet men ter plaatse een infiltratievoorziening. De gemeente voorziet alleszins dat de nieuw aan te leggen riolering maximaal voldoet aan deze code. Wat de bestaande riolering betreft zal er bij iedere mogelijkheid die zich voordoet, b.v. heraanleg weg, gekeken worden om de bestaande riolering aan te passen conform de code. Op langere termijn is het de bedoeling om de bestaande riolering allemaal aan te passen. 76

78 Bedrijfsafvalwater In het openbaar rioleringsstelsel wordt niet alleen huishoudelijk afvalwater, maar vaak ook industrieel of bedrijfsafvalwater geloosd. Aan de hand van een inventaris van de vergunde bedrijven kunnen deze achterhaald worden. Deze gegevens zullen echter met enig voorbehoud benaderd moeten worden. Vele vergunningen werden immers afgeleverd voor 1 augustus 1998 (nieuwe indelingslijst Vlarem I in voege) en bevatten nog geen lozingsvergunning (rubriek 3). Deze oude vergunningen moeten omgezet worden in de nieuwe Vlarem-rubrieken. Ook de VMM beschikt over gegevens van belangrijke lozingen. Agrarische verontreiniging Betreft de agrarische verontreiniging kan men moeilijk spreken over lozingspunten. De mogelijke vervuiling van het oppervlaktewater gebeurt immers vooral op diffuse wijze, zoals: - uitspoeling van nutriënten uit de landbouw in het grondwater - afspoeling in het oppervlaktewater door overbemesting (vooral stikstof en fosfor) - niet waterdichte mestkelders - accidentele of illegale lozingen van mest - overlopen van mestkelders en spoelwater van stallen Pepingen is een uitgesproken landbouwgemeente 83.7 % is nog in gebruik als landbouwgrond. De diffuse verontreiniging door meststoffen tracht men tegen te gaan door de uitrijbepalingen die opgenomen zijn in het Mestactieplan (MAP). Het MAP bepaalt wanneer, waar en hoeveel meststoffen op het land mogen gebracht worden. MAP meetpunten van de VMM in de gemeente Pepingen Bijlage 3: resultaten MAP meetpunten Bosverontreiniging Bosverontreiniging betreft de mogelijke uitspoeling van stikstof uit bossen veroorzaakt door omzetting van bladeren op de bodem. 77

79 Structuurkenmerken van waterlopen Voor het beoordelen van de structuurwaarden van een waterloop worden drie parameters onderzocht, nl. : - het al dan niet meanderen van de waterloop, - het stroom-kuilen patroon (de afwisseling van diepe en ondiepe plaatsen) - de aanwezigheid van holle oevers (hol, bol, zacht, steil, groen). Een waterloop is, samen met de aanwezige organismen en planten, in staat om een deel van de aanwezige verontreiniging op te vangen en weg te werken, dit noemt men het zelfreinigend vermogen van de waterloop. Dit zelfreinigend vermogen is echter beperkt, indien de omvang van de verontreiniging te groot wordt is de waterloop niet meer instaat om de verontreiniging zelf weg te werken. De structuurkenmerken van de waterloop zijn van groot belang voor het zelfreinigend vermogen van de waterloop. Ideaal voor het zelfreinigend vermogen van de waterloop is de aanwezigheid van een turbulente stroming, hierdoor komt er immers meer zuurstof in het water terecht. Door het plaatsen van hindernissen (zoals keien op de bodem), stroomvernauwingen en niveauverschillen kan men dergelijke turbulente stromingen in de waterloop creëren. Een meanderende waterloop is reeds van nature uit van deze hindernissen voorzien. Het snel stromende water gaat de buitenkant van de bochten uitslijpen. Doordat het water na zo een bocht aan snelheid verliest worden de zwaardere deeltjes die met het water worden meegesleept afgezet in de rechte stukken tussen de bochten. Het gevolg hiervan is een zeer afwisselend bodemprofiel met een opeenvolging van kuilen en eilandjes van grof materiaal, ook wel een pool-riffle patroon genoemd. Een meanderende waterloop kan, in vergelijking met een niet-meanderende stroom van dezelfde breedte, een grotere hoeveelheid water bergen. Bovendien doet het water in een meanderende waterloop er langer over om een gebied te doorlopen dan dat dit het geval is bij een rechte waterloop. Zo zal een meanderende loop het water langer in eenzelfde gebied houden waardoor het water ook meer kans krijgt om in de bodem te dringen en de grondwatertafel aan te vullen. Bovendien zal bij een hevige en langdurige regenval de meanderende loop als buffer optreden zodat de aanvoer van regenwater naar de lager gelegen gebieden beter gespreid worden over de tijd. Een meanderende waterloop vervult dus een belangrijke rol in de waterhuishouding, enerzijds voorkomt het verdroging en anderzijds is het een buffer tegen overstromingen. Een rechtgetrokken waterloop daarentegen zorgt 78

80 niet enkel voor een te snelle afvoer van het water, maar gaat daarenboven ook nog het omliggende water aanzuigen waardoor verdroging nog meer in de hand wordt gewerkt. De aaneenschakeling van verschillende bodemprofielen in de waterloop geeft een grote verscheidenheid aan planten en dieren de kans om zich te vestigen in en langs de waterloop. Het resultaat is dus een grote diversiteit aan levensgemeenschappen in en om de waterloop. De planten langs de oevers van de beek alsook de planten tot vijf meter van de rand van de beek hebben zijn belangrijk. Zij zorgen namelijk voor schaduw in de beek waardoor de algenbloei enigszins afgeremd wordt en de temperatuur van het water niet te hoog wordt. Zij zorgen ook voor de opname van een aanzienlijk deel van de nutriënten die van het land naar de waterloop toestromen. De wortels zorgen voor de stevigheid van de oevers en onderscheppen een deel van de geërodeerde bodemdeeltjes van aanpalende akkers voor deze het in het water terechtkomen. Door het afsluiten van vrijwillige beheersovereenkomsten met de landbouwers omtrent het bemesten van hun land, kan men voorkomen dat er een te grote aanvoer van nutriënten naar de beken toe plaatsvindt. Men kan ook vrijwillige beheers- en onderhoudsovereenkomsten afsluiten met de eigenaars van de gronden gelegen langs de oevers van de waterlopen. Door deze overeenkomsten kan men er voor zorgen dat er, over een strook van 5 à 10 m langs de oevers van een waterloop, geen biociden gebruikt worden, geen bemesting of geen wijziging in de waterhuishouding of de bodemkwaliteit plaatsvindt. De structuurkenmerken van de waterlopen in de gemeente zijn onderzocht geweest door de Universitaire instelling van Antwerpen (UIA). Deze gegevens zijn opgenomen in de milieu-inventaris. Om al deze redenen dienen aanpassingswerken beken doordacht te gebeuren. Hierbij moet men ernaar streven de natuurlijke loop van het water en de relatie tussen de waterloop en het omringende landschap te behouden of in ere te herstellen. De natuurlijke loop van de beken moet dan ook zo goed mogelijk gerespecteerd en bewaard worden. Door middel van milieutechnische ingrepen kan men de natuurlijke structuurdiversiteit van een waterloop herstellen of aanpassen. Het plaatsen van hindernissen (stenen op de oever van de waterloop, plateaus in de stroombedding, stroomdeflektoren, enz.) in de waterloop helpt de stroming te versnellen en/of een meer turbulente verloop te geven. Het onderhoud van de waterlopen dient op een zodanige wijze te verlopen dat de aanwezige plantenen diersoorten er zo min mogelijk last van ondervinden. Ruimingwerken in de waterlopen, hieronder verstaat men ruiming van slib en maaien van waterplanten, dienen daarom over een zo kort mogelijke afstand en zo snel mogelijk uitgevoerd te worden. Bovendien mag men geen werken uitvoeren tijdens 79

81 de periode tussen februari en september en dit om de voortplanting van vissen, amfibieën, vogels en ongewervelde dieren niet te verstoren. Deze sperperiode is ook van toepassing voor de waterplanten, deze hebben een groeiseizoen van maart tot oktober en een bloeiperiode van mei tot september. De waterplanten zijn niet alleen van belang voor de processen van zelfzuivering in de waterloop, ze vervullen eveneens een belangrijke functie als schuilplaats, voedselbron en paaiplaats voor vissen, vogels, amfibieën en ongewervelde dieren. Bij het onderhoud van de beken, meer bepaald de slijk- en de kruidruiming, dienen een aantal voorschriften in acht genomen te worden: de bomen en struiken langs de oevers mogen niet beschadigd worden, deze planten zorgen immers voor een natuurlijke versteviging van de oevers en houden met hun schaduw de aangroei van waterplanten binnen de perken. Bovendien onderscheppen ze een deel van de door erosie afspoelende bodemdeeltjes en de via het ondiepe grondwater aangevoerde nutriënten bij de kruidruiming dient men minstens 1/3 van de aanwezige waterplanten te laten staan, liefst gaat men afwisselend een linker- en rechtergedeelte van de waterloop ruimen bij slijkruiming moet men ervoor zorgen de natuurlijke loop en het profiel van de beek te respecteren en de beek nooit uit te diepen. Ook hier gaat men ervoor zorgen dat men een deel van de bedding ongemoeid laat bij het maaien dient men 20 cm boven de beekbodem te blijven om te voorkomen dat het uit de waterloop gehaalde materiaal zou kunnen terugspoelen dient men het op 3 meter van de oever te leggen indien er waardevolle planten aanwezig zijn dient men deze te ontzien tijdens de ruimingswerken de ruimingen mogen niet te frequent plaatsvinden, zij hebben immers een negatieve invloed op het evenwicht in de waterloop bij de ruiming dient men steeds stroomopwaarts te werken, hierdoor beïnvloed men de helderheid van het water niet, bovendien gaan de losgewoelde organismen met de stroming meegevoerd worden naar de al geruimde bodem zodat ze die dadelijk weer kunnen koloniseren indien men werkt vanaf het land werkt is het aangeraden om voertuigen met rupsbanden te gebruiken, om zo een verdichting en beschadiging van de bodem te voorkomen voor kruidruiming van op land is het gebruik van een maaikorf het meest verantwoord, bij slibruiming laat het gebruik van een hydraulische kraan met dieplepelbak toe, om de vaste bodem te voelen tijdens de werken, hierdoor kan men het natuurlijke profiel van bodem volgen tijdens de ruimingswerken. Beter dan deze mechanische ruimingsmethoden is het manueel ruimen, hierbij kan men immers voorzichtiger en zorgvuldiger te werk gaan. Kwantiteit van het oppervlakte water Door de toenemende bebouwing en verharding van de bodem krijgt het regenwater op bepaalde plaatsen niet meer de kans om te infiltreren in de bodem. Ook een te snelle afvoer van het regenwater of het inbuizen van waterlopen belet dat het water kan doordringen in de ondergrond, waardoor de grondwatertafel lokaal niet meer gevoed wordt met nieuw infiltrerend water. Hierdoor wordt het bodemwater niet voldoende aangevuld en kan het zijn dat men te maken krijgt met verdroging. Overigens is het zo dat de waterlopen de overvloedige aanvoer van water niet steeds kunnen verwerken. Indien men dan de natuurlijke buffer- en overstromingsgebieden gaat volbouwen, zal dit tot overstromingen en erosie leiden. Acties tegen wateroverlast (oppervlaktewater) gaan hand in hand met acties tegen verdroging (grondwater). Het gaat m.a.w. over het herstellen van het kwantitatief evenwicht tussen grondwater/oppervlaktewater maar ook tussen het onttrokken grondwater/toegevoegd water. 80

82 2.2.2.C Knelpunten Oppervlaktewaterkwaliteit De basis-prati-index op de verschillende meetpunten duidt op een matig tot aanvaardbare kwaliteit. Om acties ter verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit te kunnen ondernemen, is het in eerste instantie noodzakelijk de waterverontreinigingsbronnen uit te schakelen: - lozing van huishoudelijk afvalwater door particulieren; - lozing van afvalwaters afkomstig van bedrijven en de industrie; - agrarische verontreiniging De slechte oppervlaktewaterkwaliteit op bepaalde plaatsen in de gemeente Er is onvoldoende inzicht en controle op het lozen van (bedrijfs)afvalwater in het oppervlaktewater % van de huizen zijn nog niet aangesloten op het openbaar rioleringsnetwerk % van het huishoudelijk afvalwater wordt niet gezuiverd - er is geen afkoppeling van het regenwater - gronden gelegen in natuurlijke overstromingsgebieden kunnen verontreinigd worden - bij een overstroming met vervuild water. - door afspoeling en erosie van de akkers komen er nutriënten, pesticiden en zware metalen in het oppervlaktewater terecht. Structuurkenmerken van waterlopen De natuurlijke structuur van heel wat waterlopen werd beschadigd door ingrepen uitgevoerd om aan de behoeften van de mens te voldoen. Onder deze ingrepen worden verstaan: - ruiming van de waterlopen - het rechttrekken van waterlopen - het verstevigen van oevers - het aanbrengen van oeververdedigingswerken Al deze kunstmatige ingrepen hebben een nadelige invloed op de eerder genoemde parameters en aldus ook op het leven in een waterloop. De ruiming van de waterlopen heeft meestal tot gevolg dat de zo belangrijke afwisseling van diepe en ondiepe plaatsen verdwijnt. Het oppervlaktewater krijgt onvoldoende kans om te infiltreren in de grond. Het risico op wateroverlast in lagergelegen gebieden neemt toe. Oeververstevigingen, die de holle oevers vernietigen en/of de vorming ervan tegengaan zijn zeer nadelig voor de beekbewoners. Oeververdedigingswerken in het algemeen en dijken in het bijzonder verstoren de relatie tussen de beek en haar vallei. Deze relatie is in bepaalde waterlopen van levensbelang voor oever- en waterplanten en schept paaiplaatsen voor verschillende vissoorten. Bovendien worden de grachten en beken te veel verwaarloosd, door de erosie gaan veel beken en grachten dichtslibben. De diepte van de beken moet naast meanderende ingrepen voldoende zijn opdat draineringen zouden kunnen blijven functioneren en de omliggende gronden vruchtbaar blijven. Concreet knelpunt: - matige tot zwakke structuurkenmerken van de waterlopen - onvoldoende natuurgericht onderhoud, er wordt m.a.w. te weinig rekening gehouden met de negatieve effecten van werken (kruidruimingen, slibruimingen, ) aan de waterloop op het ecologisch systeem - een uitgebreide ecologische visie over de verschillende waterlopen en hun stroomgebieden ontbreekt momenteel 81

83 Kwantiteit van het oppervlaktewater Infiltratie van hemelwater is niet ingeburgerd bij de Pepingse bevolking D Doelstellingen Oppervlaktewaterkwaliteit - Voorkomen en beperken watervervuiling - Bereiken basiswaterkwaliteit voor alle waterlopen in de gemeente - Streven naar een maximaal aansluitingspercentage op het rioleringsnet binnen de zuiveringszones A en B - Individuele (max. 5 inwoners) of kleinschalige (maximum 500 inwoners) waterzuivering voor huizen(groepen) gelegen binnen de zuiveringszone C en het buitengebied) - Bij aanleg of renovatie van het rioleringsstelsel zal geopteerd worden voor een gescheiden stelsel - Een inventarisatie van verschillende lozingspunten en nagaan of de lozingen wel vergund zijn en aan de lozingsvoorwaarden voldoen; - Beheersing van de agrarische verontreiniging Structuurkenmerken van waterlopen - Het ontwikkelen van een ecologische visie - Geen meanderende beken meer rechttrekken, inbuizen of een verharde bodem geven. - Het beperken van werkzaamheden die een nadelige invloed hebben op de structuurkenmerken van een waterloop - Het gebruik van natuurvriendelijke materialen en technieken bij de uitvoering van werkzaamheden aan een waterloop (Cfr. Vademecums Natuurtechniek: Inrichting en Beheer van waterlopen en van wegen). Kwantiteit van het oppervlakte water Stimuleren van de opslag en het hergebruik van hemelwater: - vergunningsplichtige (ver) bouwers stimuleren om maximale inspanningen te doen m.b.t. de afkoppeling van het hemelwater - architecten, fabrikanten en installateurs, burgerbevolking verder sensibiliseren - bij het verlenen van milieuvergunningen bijzondere voorwaarden opleggen betreffende afkoppeling, hergebruik, buffering en infiltratie - uitvoeren wateraudits 82

84 2.2.2.E Acties W03: opmaak gemeentelijke zoneringsplannen en uitvoering van hierin opgenomen KWZI projecten Beschrijving van de actie Het opstellen van een studie, inventaris waaruit blijkt welke woningen in zuiveringzone A, zuiveringszone B, zuiveringszone C en het buitengebied liggen. Aan de hand van deze studie kunnen KWZI projecten uitgevoerd worden. Stand van zaken : In maart 2001 is door het Regionale Landschap Zenne Zuun en Zoniën een beleidsondersteunende studie voor afvalwaterzuivering in de gemeente Pepingen uitgevoerd. In het eerste deel van het rapport wordt een verkennende analyse gemaakt van de bestaande planning voor waterzuivering en rioleringsaanleg in de gemeente Pepingen. Hierbij werd er gebruik gemaakt van het beschikbare documentatiemateriaal (topografische kaart, TRP, biologische waarderingskaart,.) en gangbare vuistregels omtrent de aanleg van rioleringen. De knelpunten in de huidige planning worden er besproken en de mogelijke alternatieven worden er aangehaald. De verkennende analyse heeft er toe geleid dat binnen het gemeentelijk grondgebied er een voorlopige aanduiding kon gebeuren van zones welke in aanmerking komen voor kleinschalige waterzuivering en individuele waterzuivering. Nadien werden de belangrijkste woonkernen bezocht met het oog op het inwinnen van bijkomende informatie, die niet op een kaart terug te vinden is. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan de staat van het wegdek, het grachtenstelsel enz.tevens werden de belangrijkste waterlopen van de gemeente geïnventariseerd. En dit met het oog op een evaluatie van het natuurlijk potentieel van deze beekvalleien. Hierbij werd er gestreefd om een rangorde op te stellen naar prioritair te zuiveren waterlopen. Op basis van het geheel van alle waarnemingen en het beschikbare kaartmateriaal, werden nadien de mogelijke technische scenario s onderzocht. Enkel de scenario s die ecologisch aanvaardbaar zijn werden weerhouden. Bij gebrek aan normen of studies rond wat ecologisch aanvaardbaar is, werden er daarom in de studie eigen meetbare normen hieromtrent opgesteld. Het grootste probleem dat zich stelde was een duidelijke en objectieve afbakening van de verschillende waterzuiveringszones. Onder een waterzuiveringszone verstaan we het geheel van straten, waarvan het rioleringsnetwerk één geheel vormt en aangesloten is op dezelfde waterzuiveringsstations. In de literatuur werden wel voorbeelden teruggevonden om waterzuiveringszones af te bakenen, maar deze waren niet meteen van aard om ze vlot toe te passen op een groot gebied zoals de gemeente Pepingen. Om hieraan te verhelpen werd door het Regionaal Landschap een «kostenmatrix» ontwikkeld. Met deze kostenmatrix is het mogelijk om het nut van verbindingsrioleringen en collectoren tussen landelijke woonkernen vrij snel te evalueren. De kostenmatrix is immers eenvoudig te hanteren. En mits rekening te houden met eenheidsprijzen per rioollengte, kan men er ook afstandsregels uit bekomen. Dit maakt het mogelijk om op kaart af te meten of de woonkernen niet te ver uit elkaar liggen om het afvalwater prijsgunstig te collecteren. Op deze manier werden 25 waterzuiveringszones gelokaliseerd binnen de gemeente Pepingen. Voor het bepalen van de woningen waar een individueel waterzuiveringsstations geplaatst kan worden, werd het studiewerk van ir De Jonghe gebruikt. In totaal werden er 173 woningen gevonden, waar de plaatsing van een individuele waterzuiveringsstations aangewezen is. Zowel het studiewerk van ir De Jonghe als onze kostenmatrix laten evenwel niet toe om overal scherpe lijnen te trekken. Verdere verfijning en een kritische analyse van de matrix zal hieraan grotendeels verhelpen. Toch zullen er randgevallen overblijven. Hier zal gedétailleerder studiewerk nodig zijn om het meest gunstige scenario te weerhouden. Het voordeel van de methode blijft dan nog overeind. Duidelijke gevallen worden objectief geanalyseerd en de overblijvende situaties waarin meer onderzoek nodig is, zijn heel beperkt. 83

85 Het matrixmodel en het studiewerk van ir. De Jonghe zijn belangrijk en vernieuwend voor het gemeentelijk waterzuiveringsbeleid omwille van de eenvoudige toepasbaarheid en objectiviteit. Vooral dit laatste zorgt ervoor dat men zich aan standaarden kan houden en geen willekeurige opdelingen maakt. De eenvoud van beide methoden werkt dan weer drempelverlagend naar de gemeentebesturen toe. Het eindresultaat van de studie is een gemeentelijk kaart opgedeeld in zones voor collectering, individuele waterzuivering en kleinschalige waterzuivering. Bij elk gebied hoort een begeleidende tekst met een situering van de toestand ter plekke, de mogelijke technische scenario s en een raming voor de waterzuiveringsinfrastructuur op basis van literatuurgegevens. De begeleidende tekst is opgenomen in de bestuursleidraad voor de gemeente. Hij vormt een basis voor een dialoog rond concrete projectrealisaties. Daarnaast is er een planningsvoorstel opgezet voor de sanering van de meest interessante beekvalleien. Op basis van deze studie werden er 2 KWZI projecten ingediend bij de Vlaamse milieumaatschappij voor subsidiëring, namelijk het project Terheugen en het project Zwarte Molen. Deze werden in het subsidiëringprogramma , eerste kwartaal 2005 van de VMM opgenomen. Project KWZI Terheugen Algemene omschrijving De uitbouw van het rioleringstelsel en van de waterzuiveringsinfrastructuur voor het huishoudelijk afvalwater van een woonkern in de Terheugenstraat. Dit komt overeen met de zuivering van het afvalwater van studiegebied 11 van het gemeentelijk waterzuiveringsbeleidsplan. De eventueel noodzakelijke aanpassingen aan de hemelwaterafvoersystemen (grachten, inbuizingen) en de wegenis vormen tevens onderdeel van de studieopdracht. KWZI project Zwarte Molen Algemene omschrijving De uitbouw van het rioleringstelsel en van de waterzuiveringsinfrastructuur voor het huishoudelijk afvalwater van: Oudenaaksestraat de Zwarte Molenstraat (gedeelte tussen de Oudenaaksestraat en de grens met Lennik) te Elingen het gedeelte van de Hallebaan en Lenniksesteenweg dat gravitair afwatert richting Oudenaaksestraat Dit stemt overeen met de sanering van de huishoudelijke afvalwaters van de studiegebieden 20,21, en 22 op het gemeentelijk waterzuiveringsplan De eventueel noodzakelijke aanpassingen aan de hemelwaterafvoersystemen (grachten, inbuizingen) en de wegenis vormen tevens onderdeel van de studieopdracht. Aangezien een goede scheiding van hemelwater en afvalwater de waterzuivering sterk ten goede komt, dient er in dit project voldoende aandacht besteed te worden aan de scheiding van hemelwater en afvalwater. Bovendien vermindert het gemeentelijk aandeel bij een 84

86 verregaande scheiding van hemelwater en afvalwater. De besparing op het gemeentelijk aandeel kan dan voor een deel gebruikt worden voor moeilijke afkoppelingen van hemelwater en afvalwater op privé-domein. Het college van burgemeester en schepenen besliste om met het KWZI project Ter Heugen door te gaan. Het voorontwerp van het project dient uiterlijk op 20 oktober 2004 overgemaakt te worden aan de Vlaamse Milieumaatschappij. De gemeenteraad heeft op 5 oktober 2004 beslist, onder voorbehoud van het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning en een milieuvergunning, om het voorontwerp inzake de aanleg van riolering en waterzuiveringsinfrastructuur langsheen de woonkern in de Terheugenstraat te Pepingen (deelgemeente Bogaarden), opgemaakt door studiebureau NV. goed te keuren, alsook de geraamde kostprijzen. Gezien de rioleringswerken in Bogaarden en Bellingen nog niet zijn opgenomen in het financiële planning van de gemeente kan dit nog enkele jaren duren en werd geopteerd voor een gefaseerde aanpak. FASE 1 FASE 2 Project omschrijving Een KWZI met capaciteit van 75 IE wordt gebouwd in de Terheugenstraat in het concept van de KWZI is rekening gehouden met de uitbreiding en werden reeds een aantal componenten voorzien van de grotere KWZI zodat geen verloren investeringen gebeuren. Op deze manier kan op relatief korte termijn de zuivering van 75IE in gebruik genomen worden en kan de uitbreiding onafhankelijk gepland worden. Voor deze uitbreiding zal parallel een subsidie aanvraag dossier opgemaakt worden. Project omschrijving De KWZI met capaciteit van 75 IE wordt uitgebreid tot een capaciteit van 570 IE en de vuilvracht van de woonkernen van Bogaarden en Bellingen worden aangesloten. Planning De gemeenteraad heeft in zitting van 03/02/2005 beslist om deel te nemen aan de voorbereidende fase van de oprichting van een opdrachthoudende vereniging voor het beheer van afvalwater 85

87 en hemelwater en zodoende een vertegenwoordiger, lid van het college van burgemeester en schepenen, in het overlegorgaan aan te duiden. Vanaf 2005 De gemeente Pepingen beschikt over een digitaal geografisch informatie systeem. De bedoeling is dat de particuliere aansluitingen op de openbare riolering hierin op kaart gebracht worden alsook de zuiveringszone A, zuiveringszone B en zuiveringszone C en de particuliere woningen waar een IBA geplaatst is De bouw en exploitatie van het KWZI project Terheugen met 75 IE uitbreidbaar tot 570 IE ( latere aansluiting van Bogaarden en Bellingen) Het gecollecteerde afvalwater wordt in KWZI in Terheugen gezuiverd. Het gezuiverde water wordt geloosd in de Roskambeek. - De KWZI in Terheugen zal het afvalwater van Bogaarden, Bellingen én dat van Terheugen verwerken. Het aantal IE van Bogaarden is geraamd op 285 IE, Bellingen op 210 IE. De KWZI zal dus 285IE IE + 75IE of 570 IE dien te verwerken. - In de eerste fase zal de KWZI enkel het afvalwater van Terheugen verwerken. Planning Na afkoppelen van Bogaarden kan ook het afvalwater van Bogaarden gezuiverd worden in deze KWZI. Tenslotte zal ook het afvalwater van Bellingen verpompt worden naar Terheugen. Het aantal KWZI verder uitbouwen naargelang de financiële middelen die ter beschikking zijn van het Vlaamse gewest voor subsidiëring en van de gemeente Pepingen. Initiatiefnemer: Milieudienst Betrokken actoren Extern studiebureau GIS-deskundige Doelgroepen Burgers die wonen in het buitengebied Relaties met andere acties W06: subsidiereglement KWZI voor afgelegen woningen Kostprijs - totale rioleringskost : , waarvan subsidieerbaar - bouw KWZI : , waarvan subsidieerbaar - exploitatiekosten/ jaar : 3965 Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 1 van het gemeentelijk milieubeleidsplan Samenwerkingsovereenkomst Geen Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6 : Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 7: verbetering waterkwaliteit 86

88 Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 14: Zuivering huishoudelijk afvalwater W04: overzicht uitvoering TRP Op het grondgebied van de gemeente Pepingen zijn de verbindingsriolering Bruneaustraat en de collector Zuunbeek fase 3 opgenomen in het investeringsprogramma van het Vlaams Gewest. A. De Verbindingsriolering Bruneaustraat projectnummer NV.Aquafin opgenomen in het investeringsprogramma IP2002 van de Vlaamse milieumaatschappij. Beschrijving van de actie Dit project start ter hoogte van kruispunt Bruneaustraat Edingsesteenweg (meest opwaarts punt). Het tracé volgt de Zuunbeek, en kruist daardoor de Patattenstraat, Ter Mollekenstraat, Zwaantje. Het meest afwaarts punt is tevens aansluitpunt op project Zuunbeek fase III (98.282), zoals hieronder besproken, ter hoogte van de Ninoofsesteenweg. Er wordt tevens ter hoogte van de Mierenberg een lozing opgevangen. Het tracé ligt aan de noordzijde van de Zuunbeek, met kruising ter hoogte van het Zwaantje, om afwaarts Zwaantje (ter hoogte van de knik in de Zuunbeek) opnieuw aan de noordelijke zijde te liggen tot afwaarts. Stand van zaken : Het project bevindt zich in eindfase OF2 ( =detailontwerpfase), meer zelfs, het zou kunnen gepubliceerd worden onder voorbehoud van volgende zaken: Enerzijds dient het Technisch Verslag (nieuwe regelgeving VLAREBO, m.b.t. grondverzet) ingewacht te worden (het labo dat hiervoor werd aangesteld laat zich hierin van zijn beste kant zien, dit duurt al ettelijke maanden.) Anderzijds dient nog de bouwvergunning ingewacht te worden. Deze komt pas los, eens afdeling Natuur haar zegen wil geven over de "Passende Beoordeling" die in kader van dit project werd opgesteld - over habitatrichtlijngebied. Planning Het ontwerp is volledig klaar, en wacht nog enkel op de grondverwerving. Voorts is het dossier administratief volledig rond. Het project wordt voorzien om te worden gepubliceerd omstreeks januari Initiatiefnemer Vlaams - Gewest Aquafin Betrokken actoren Aquafin Doelgroepen Burgers gemeente Pepingen Relaties met andere acties Geen Kostprijs Geen gemeentelijk aandeel 87

89 Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 2 en actie 4 van het gemeentelijk milieubeleidsplan Samenwerkingsovereenkomst Geen Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6 : Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 7: verbetering waterkwaliteit B.collector Zuunbeek fase 3 projectnummer: ( projectnummer inbegrepen) opgenomen in het investeringsprogramma IP 2000 van de Vlaamse Milieumaatschappij I Beschrijving van de actie Het project Verbindingsriolering Pepingen is opgenomen in het project Collector Zuunbeek fase III. Het project start opwaarts ter hoogte van de kruising N28 Ninoofsesteenweg en Zuunbeek, waar het hierboven beschreven project VBR Bruneaustraat wordt aangesloten. Het gemeentelijk project Brugstraat (gescheiden stelsel met aansluiting containerpark Pepingen) kan worden opgenomen door de collector Zuunbeek fase III. Oorspronkelijk OF1 was volledig gravitair voorzien, langsheen de Zuunbeek, tot aan de Donkerstraat. Deze optie kon omwille van de eisen van Afdeling Natuur niet worden weerhouden. Een pompstation, beveiligd door een overstort (ingeval pompuitval wordt het doorvoerdebiet hier overgestort in de Zuunbeek, waardoor geen risico bestaat op overstroming), wordt voorzien ter hoogte van de linkeroever van de Zuunbeek, en moet zorgen voor oppompen van het water in de richting van het oorspronkelijk afzonderlijk project Verbindingsriolering Pepingen. Het oppompen van het water richting project gebeurt via een persleiding langsheen de N28. Hiervoor werd reeds akkoord bekomen vanwege AWV. Deze persleiding wordt aangelegd naast de weg, en vanaf de woningen in het fietspad. Ter hoogte van het gemeentehuis wordt deze persleiding aangesloten op 100m corrosiebestendige leiding en vervolgens via de bestaande riolering aanggesloten op voormalig project Het voormalig project , hetgeen nu is opgenomen in het project (vanwege gezamenlijk tracé) is ongewijzigd gebleven. Dit project start ter hoogte van de Ninoofsesteenweg ter hoogte van woning nr. 63. Daar dienen belangrijke lozingen te worden opgevangen (bestaande leidingen d500 aan de overzijde van de weg). Van daaruit vertrekt de collector richting overstortconstructie Donkerstraat. Het vervolg van het tracé is omwille van een gebrek aan realiseerbare alternatieven ongewijzigd gebleven, en volgt het tracé van de Zuunbeek tot aan de Brabantsebaan. Stand van zaken : Het project wacht op goedkeuring van Afdeling Natuur van de Passende Beoordeling. Duurt reeds meer dan een half jaar (opmaak, interne bespreking was rond februari 2004 klaar). Eens goedkeuring Afdeling Natuur = Melden aan Vlaams Gewest dat het project Off-hold geplaatst wordt (dat het opnieuw opgestart wordt) => start OF2 (=detailontwerpfase). Dan nog publicatie, aanbesteding en uitvoering. 88

90 Stel: Indien nu goedkeuring Afdeling Natuur wil dit zeggen binnen ongeveer een jaar publiceren, en dan nog minimum 3 maand alvorens uitvoering. Planning : Voor dit project wordt nog gewacht op goedkeuring van Afdeling Natuur voor wat betreft het tracé binnen VEN-gebied. Een ontheffingsnota dient hiervoor nog te worden opgemaakt en goedgekeurd. Vermits het MER-rapport reeds conform is verklaard, wordt verwacht dat dit met de onderhavige plannen geen probleem kan zijn, doch een echte timing kan voorlopig nog niet worden overgemaakt. Er wordt voorzien dat uitvoering zal starten +/- begin Initiatiefnemer Vlaams - Gewest Aquafin Betrokken actoren Aquafin Doelgroepen Burgers gemeente Pepingen Relaties met andere acties Geen Kostprijs Voor project B: Het gemeentelijk project B werd reeds op de Ambtelijke Commissie dd. 13/05/2003 technisch goedgekeurd, doch de beschikbaarheid van de nodige kredieten werd ingewacht om het dossier definitief goed te keuren. Er is een gemeentelijk aandeel bij dit project voorzien, nl. project B201039, omschreven als "Het voorzien van wachtaansluitingen en aansluiting van twee woningen in Neerkouter (met wegeniswerken). Voorlopige raming19831 (inc. BTW). Dit gemeentelijk aandeel volgt normaliter dezelfde timing. Aan dit project is het project (Verbindingsriolering Pepingen) toegevoegd, vermits naar aanleiding van het MER het tracé van omgeleid werd via het toenmalig tracé van Dit alles is nu dus één project geworden. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 2 en actie 4 van het gemeentelijk milieubeleidsplan Samenwerkingsovereenkomst Geen Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6 : Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 7: verbetering waterkwaliteit Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 14: Zuivering huishoudelijk afvalwater 89

91 W05: opmaak en uitvoering gemeentelijk structuurplan Ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant: De provincie wenst binnen het beleid inzake ruimtelijke ordening een ondersteunende en faciliterende functie te vervullen ten aanzien van een integraal waterbeheer, dat zowel de kwalitatieve, kwantitatieve als ecologische aspecten in ogenschouw neemt. De visie valt uiteen in vier elementen: Ruimte voor water: voorkomen van wateroverlast Water wordt als ordenend principe in de ruimtelijke ordening aanvaard. Het respecteren van de natuurlijke kenmerken van watersystemen biedt immers de beste garanties voor het vermijden van problemen (werken met de processen (overstromingen, erosie, infiltratie ) is immers efficiënter dan ze te bestrijden). Dit impliceert ook dat water geïntegreerd moet worden in de menselijke samenleving. Om de toenemende ongewenste overstromingen in de toekomst het hoofd te bieden, zal geopteerd. worden voor het herstel van de natuurlijke bergingsmogelijkheden van valleigebieden en het aanpakken van de problematiek van te snelle afvoer. De acties en beleidsopties die de provincie hier reeds rond genomen heeft, zullen (versneld) uitgevoerd worden. Ondersteunen van een kwalitatieve ruimtelijke ontwikkeling van de structuurkenmerken van het Waterlopennetwerk In de eerste plaats zal gezocht worden naar mogelijkheden waardoor waterafvoer in de bovenstroomse gebieden wordt vertraagd en aangewend voor een maximaal aantal functies vooraleer het verder stroomt. Slechts als vasthouden van water niet haalbaar is, zal geopteerd worden voor afvoer. Het vertragen van de afvoer kan gerealiseerd worden op verschillende manieren. Ruimtelijke ordening zal maximaal mogelijkheden bieden om de retentie- en bergingscapaciteit van de waterlopen te verhogen. Hiertoe zullen ruimtelijke mogelijkheden onderzocht worden voor vrije meandering, de creatie van natuurlijke oevers, structuurvariatie van bedding en oevers, verbredingvan de bedding, overstromingsgebieden, het situeren van wacht- en spaarbekkens, bufferbekkens en bufferreservoirs. Er wordt ruimte gereserveerd voor waterberging, al dan niet in combinatie met ander bodemgebruik (natuur, landbouw, recreatie). Inplanting van OverstromingsGebieden (OG s), spaar- en wachtbekkens en bufferreservoirs zal steeds gebeuren in relatie met het omgevende landschap en ruimtegebruik. De provincie streeft er dat deze problematiek maximaal geregeld wordt via overeenkomsten met de betrokken eigenaars. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan de provincie het initiatief nemen tot de opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Ondersteunen van behoud en ontwikkeling van waterkwaliteit Hiertoe dient in eerste instantie het omgevend ruimtegebruik afgestemd te worden op de functie van de waterloop en dient ruimte te worden gevrijwaard voor de aanleg van buffers en/of overgangszones tussen waterloop en eventueel vervuilende functies. Vooral in de bovenlopen geldt dat beperkte lozingen (bv. overstorten ) een grote impact kunnen hebben op het beeksysteem. Een gerichte sanering van deze lozingen op potentieel waardevolle bovenlopen zal dan ook onderzocht worden. Ondersteunen en versterken van de ecologische verbindingsfunctie van de waterloop. Het is de bedoeling het beheer, het onderhoud en de inrichting van de waterlopen zoveel mogelijk af te stemmen op de aanwezige (potentiële) natuurwaarden. Barrières op de waterloop dienen te worden vermeden. Speciale aandacht is vereist voor de doorgang door stedelijke gebieden - waar een maximaal behoud van natuurlijke structuren van de waterloop nagestreefd wordt; zonder dat de functies naast de waterloop disproportioneel geschaad worden (onder andere de bescherming van gebouwen, wegen, constructies ). Maatschappelijk is dit ook belangrijk om de waardering voor watersystemen te versterken. Ruimte dient zo maximaal mogelijk te worden gevrijwaard voor beekgebonden ecotopen en waterrijke natuurelementen. Deze kunnen mede de retentiecapaciteiten van de waterloop ondersteunen en versterken. Bovendien wordt zo de ecologische verbindingsfunctie van 90

92 de waterloop versterkt. Dwarse verbindingen tussen beek, rivier en hogerop in de vallei gelegen ecotopen zullen gevrijwaard worden. Mogelijkheden hiertoe zijn onder andere natuurvriendelijke oevers. Integraal waterbeheer dient meegenomen te worden als een component binnen de natuurlijke structuur. Hierbij kan de provinciale taakstelling tot het aanduiden en afbakenen van de natuurverbindingsgebieden een belangrijke rol vervullen. Beschrijving van de actie Een structuurplan is een beleidsdocument, dat de gewenste ruimtelijke structuur aangeeft voor de toekomstige ontwikkeling van de gemeente. Het is ook een strategisch document, wat wil zeggen dat het gericht is op de realiteit en hierop inspeelt, maar zonder de intentie om voor alle (toekomstige) problemen een oplossing te bieden. Bij de opmaak van het ruimtelijk structuurplan (in vier fasen), moet rekening gehouden worden met de volgende documenten: - Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams Brabant - Omzendbrief RO 97/2 over het gemeentelijk structuurplanningsproces - Het Decreet op de ruimtelijke ordening en bijhorende besluiten Zoals in het decreet houdende de organisatie van de Ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 en de latere wijzigingen vermeld staat, bestaat een structuurplan uit 3 delen: een informatief deel, een richtgevend deel en een bindend deel. Stand van zaken Er is een studiebureau aangesteld, dat momenteel de startfase opmaakt. Bij de opmaak van de startnota wordt het onderzoeksgebied, in casu de ganse gemeente Pepingen, intensief verkend waarbij de aandacht onder meer uitgaat naar de bestaande ruimtelijke structuur: de samenhang, de kwaliteit, de knelpunten en de problemen, met specifieke aandacht voor de belangrijkste probleemvelden. Essentieel zijn hierbij de voorbereidende gesprekken met bevoorrechte getuigen. Gelijklopend aan deze terreinverkenning wordt gestart met het samenbrengen van specifieke basisinformatie omtrent de demografie, de tewerktstelling, de woonbehoeften, de historisch morfologische ontwikkeling, de geografische situering die essentieel zijn voor de studie. Op basis van de verzamelde informatie wordt een digitale basiskaart opgemaakt. Hierbij zal de opbouw en de inhoud mede bepaald worden door de gemeentelijke verwachtingen dienaangaande. Planning Vanaf 2005 Verder opmaak en concrete uitwerking van gemeentelijk structuurplan rekening houdend met de standpunten van het ruimtelijk structuurplan Vlaams Brabant wat betreft het beheer en onderhoud van het watersysteem. Vanzelfsprekend dient bij de opmaak van het ruimtelijk structuurplan tevens rekening gehouden worden met milieuaspecten als landschappelijke integratie, hinderproblemen en mobiliteit. Bij de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zal gestreefd worden naar een geïntegreerde visie waarin de verschillende beleidsdomeinen verweven worden. Initiatiefnemer Dienst ruimtelijke ordening Betrokken actoren Extern studiebureau Doelgroepen Iedere inwoner van de gemeente Pepingen 91

93 Relaties met andere acties Cluster natuurlijke entiteiten, cluster water in zijn geheel Kostprijs Opmaak gemeentelijk structuurplan: Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 3: Opmaak gemeentelijk structuurplan Actie 5: uitvoering gemeentelijk structuurplan Samenwerkingsovereenkomst: Geen Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6 : Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 4: ruimte voor water Subdoelstelling 5: ruiming en onderhoud van waterlopen Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 29: Integratie waterbeleid W06: subsidiereglement KWZI voor afgelegen woningen Beschrijving van de actie Het toekennen van en subsidie voor het uitvoeren van een kleinschalige waterzuiveringsprojecten en individuele installaties voor de behandeling van afvalwater in afgelegen woningen en woonkernen. Stand van zaken De gemeenteraad heeft in zitting van 09 maart 2004 de gemeentelijke premieregeling voor de bouw van individuele afvalwaterzuiveringsinstallaties bij particuliere woningen goedgekeurd. Een gemeentelijke premie voor de bouw van particuliere waterzuivering wordt verleend onder volgende voorwaarden: Het betreft de sanering van huishoudelijk afvalwater; Het betreft een installatie bij een woning buiten de zuiveringszones A en B; Het betreft een verdergaande zuivering dan enkel een septische put; De installatie dient gebouwd en geëxploiteerd te worden conform de code van goede praktijk; Het hemelwater dient maximaal afgekoppeld te worden. De gemeentelijke premie is éénmalig en bedraagt maximaal EUR. De premie kan de helft van de bewezen kosten niet overschrijden. De gemeentelijk heeft in zitting van 15 juli 2004 en in zitting van 5 oktober 2004 de gemeentelijke premie aan particulieren voor afkoppeling van de regenwaterafvoer van het rioleringsnet goedgekeurd. Toekenning van een gemeentelijke premie aan particulieren voor afkoppeling van de regenwaterafvoer van het rioleringsnet wordt verleend onder volgende voorwaarden: Het betreft een afkoppeling bij een bestaande woning gelegen in de zuiveringszone B Er dient gewerkt te worden conform de code van goede praktijk; Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten,verleent het college van burgemeester en schepenen voor bestaande of te bouwen woningen, een premie De toelagen zullen jaarlijks op de begroting voorzien worden onder art. nr. 8795/331-01; 92

94 De gemeentelijke premie is éénmalig per locatie en bedraagt maximum De premie kan de 75% van de bewezen kosten niet overschrijden indien de aanvrager de werken laat uitvoeren door een aannemer. Indien de aanvrager de afkoppelingswerken zelf uitvoert kan de premie 100% van de bewezen kosten, namelijk aankoop van materiaal bedragen. Planning Het digitaal in kaart zetten van de woningen die voorzien zijn van een IBA in zuiveringszone C en in het buitengebied en de woningen die aangesloten zijn aan een KWZI installatie. - Het behandelen van de subsidieaanvragen en deze ook bezorgen aan het Vlaams Gewest in het kader van de Gemeentelijke Samenwerkingsovereenkomst. - Van zodra een wijziging van de zuiveringszones bekrachtigd is door de gemeente of in het deelbekkenbeheerplan zal het gemeentelijk subsidiereglement voor individuele afvalwaterzuivering hieraan aangepast worden. - Aanpassingen aan het subsidiereglement zullen steeds gepubliceerd worden in het gemeentelijk informatieblad. Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Dienst ruimtelijke ordening Dienst Doelgroepen Burgers Relaties met andere acties W03: Opmaak gemeentelijke zoningsplannen en uitvoering van hierin opgenomen KWZI projecten Kostprijs Jaarlijks wordt er bedrag voorzien op het artikelnummer 877/ van de gewone begroting Begroting dienstjaar 2005: 1000 In de begroting van het dienstjaar 2005 werd op artikelnummer 8795/ voorzien voor de gemeentelijke premie voor de afkoppeling van hemelwater inzake de uitvoering van het KWZI project Terheugen Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie6: subsidiereglement KWZI voor afgelegen woningen Samenwerkingsovereenkomst Cluster water niveau 1: artikel Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6: Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 7: verbetering waterkwaliteit Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 14: Zuivering huishoudelijk afvalwater 93

95 W07: bepaling en opvolging van de oppervlaktewaterkwaliteit Beschrijving van de actie Het verder opvolgen van de oppervlaktekwaliteit in de gemeente door het laten uitvoeren van analysen Stand van zaken : Sinds 1997 controleert de intergemeentelijke milieudienst van de intercommunale Haviland op regelmatige tijdstippen (4 x per jaar) de kwaliteit van het oppervlaktewater. Op basis van de punten aangeduid door de gemeente, wordt op volgende plaatsen de kwaliteit van het oppervlaktewater gemeten: 1. Zijloop van de Roskambeek aan de Trapstraat 2. Roskambeek aan de Terkammenstraat 3. Teleweidebeek aan de Ziekenhuistraat 4. Teleweidebeek aan de Teleweidestraat 5. Vijver tussen de Zwarte Molenstraat en de Oudenaaksestraat (tot 1999) 6. Zuunbeek aan de Donkerstraat 7. Karenbergbeek langsheen de Steenweg naar Elingen 8. Boekhoutgracht tussen de Steenweg naar Elingen en de Boekhoutstraat 9. Bellingenbeek aan t Zwaantje 10. Beek aan de Eikstraat Bijlage W04: Resultaten wateranalysen uitgevoerd door de Intergemeentelijke milieudienst van de intercommunale Haviland Planning : Het verder opvolgen van de oppervlaktewaterkwaliteit in de gemeente door het uitvoeren van analyses. Initiatiefnemer Gemeentebestuur Pepingen Betrokken actoren - Gemeentebestuur Pepingen - Intergemeentelijke milieudienst Haviland - Doelgroepen Relaties met andere acties W08: Strikte toepassing vergunningenbeleid inzake lozingen Kostprijs Jaarlijks wordt er op artikel nummer 8793/ voorzien voor de uitvoering van de analyses. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 7: Bepaling en opvolging van de oppervlaktewaterkwaliteit Samenwerkingsovereenkomst Geen 94

96 Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6 : Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 7: verbetering waterkwaliteit Relatie gewestelijk milieubeleidsplan 9b. Verontreiniging van oppervlaktewater W08: strikte toepassing vergunningenbeleid inzake lozingen Beschrijving van de actie In het kader van het vergunningenbeleid kan de gemeente de volgende acties ondernemen: - verplichte aansluiting van het huishoudelijk afvalwater op de openbare riolering; - verplichte afkoppeling van het hemelwater en de verharde oppervlakten van bedrijven - instaan voor het aanleggen van effluentleidingen voor bedrijfsafvalwater - stimuleren van het hergebruik van afval- en hemelwater - controle op de naleving van de lozingsvoorwaarden - controle op de naleving van de voorwaarden voor mestopslag en van de uitrijbepalingen Stand van zaken : - De gemeenteraad heeft in zitting van 23 april 2002 het reglement (verordening?) lozing huishoudelijk afvalwater, aansluiting op openbare riolering en afkoppeling van hemelwater van particuliere woningen goedgekeurd. Aan dit reglement dienen een aantal aanpassingen te gebeuren op basis van de opmerkingen van de provincie Vlaams Brabant. Na advies van de GECORO- raad en aanpassing van de opmerkingen van de Provincie Vlaams Brabant zal het reglement door de provincie Vlaams Brabant goedgekeurd kunnen worden. De gemeenteraad heeft in zitting van 07 december 2004 beslist om de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening houdende goedkeuring reglement lozing huishoudelijk afvalwater, aansluiting op openbare riolering en afkoppeling hemelwater van particuliere woningen, vastgelegd in de gemeenteraadszitting van op te heffen op de dag van het van kracht worden van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater - Voor inrichtingen die milieuvergunnings of meldingsplichtig zijn wordt de lozing van afvalwater opgenomen in de vergunning. - De stedenbouwkundige dienst houdt rekening met de provinciale verordeningen inzake afkoppeling hemelwater en de hemelwaterputten bij het verlenen van stedenbouwkundige vergunning. Planning : Het vergunningsbeleid zal strikt opgevolgd worden door de milieudienst en de dienst ruimtelijke ordening. Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren de milieudienst en de dienst ruimtelijke ordening Doelgroepen Landbouw behoort tot de hoofdactiviteit van de gemeente Pepingen 95

97 Relaties met andere acties W07: Bepaling en opvol ging van de oppervlaktewaterkwaliteit Kostprijs Geen extra kostprijs Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 8: toepassing strikt vergunningenbeleid inzake lozingen Samenwerkingsovereenkomst Geen Relatie gewestelijk milieubeleidsplan 9b. Verontreiniging van oppervlaktewater Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6 : Duurzaam waterbeheer - Subdoelstelling 2: hemel- en grondwater - Subdoelstelling 7: verbetering waterkwaliteit W09: beheersovereenkomsten landbouwers inzake bemesting en biocidegebruik langsheen de oevers van waterlopen Beschrijving van de actie Het afsluiten van vrijwillige beheersovereenkomsten met landbouwers omtrent het bemesten van hun land ter voorkoming van een te grote aanvoer van nutriënten in de beken en/of afsluiten van vrijwillige beheers- en onderhoudsovereenkomsten met de gebruikers en eigenaar-gebruikers van de gronden gelegen langs de oever van de waterlopen opdat er geen biociden meer gebruikt worden, geen bemesting gebeurt of geen wijziging in de waterhuishouding of de bodemkwaliteit plaatsvindt. Stand van zaken : Tot op heden werkt in de gemeente Pepingen geen enkele plaatselijke landbouwer met beheersovereenkomsten van de VLM. Planning : Het gemeentebestuur zal de plaatselijke landbouwers informeren over de bestaande beheerspakketten die door de VLM aangeboden worden. Vanaf oktober 2004 zal in elk Regionaal Landschap een medewerker tewerkgesteld worden door de Vlaamse Landmaatschappij. Deze persoon zal voornamelijk werken rond het opmaken van bedrijfsnatuurplannen op landbouwbedrijven. Dit houdt volgende zaken in, nl. het (her)aanplanten en (her)aanleggen van KLE's, erfbeplanting, beheerovereenkomsten,... op landbouwgronden. VLM wil deze persoon aan alle gemeentebesturen voorstellen en dan van de gelegenheid gebruik maken om de beheerovereenkomsten voor te stellen. Initiatiefnemer - VLM Betrokken actoren - VLM - RLZZZ 96

98 Doelgroepen Landbouwers Relaties met andere acties W017: Opmaak erosiebestrijdingsplan Kostprijs Geen Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 9: Beheersovereenkomsten landbouwers inzake bemesting en biocidegebruik langsheen oevers van waterlopen Samenwerkingsovereenkomst Geen Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6: Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 7: verbetering waterkwaliteit Relatie gewestelijk milieubeleidsplan 9a. Integraal waterbeleid 9b. Verontreiniging van oppervlaktewater W10: remediëren van vismigratieknelpunten Vismigratieknelpunten ontstaan voornamelijk bij werken aan waterloop, waarbij het verval vergroot wordt. Vissen kunnen dan niet meer migreren naar een eventuele paaiplaats, of voedselbronnen gelegen in andere rivieren, waterlopen. Kortom de populatie wordt er door teruggedrongen Beschrijving van de actie Indien grote werken aan waterlopen worden gepland verbindt de gemeente Pepingen ertoe de waterlopen door de natuurlijke bedding te laten stromen, vismigratieknelpunten te verwijderen, de rivier of beek opnieuw in te richten met een natuurlijk verval, lange omleidingskanalen rond obstakels aan te leggen met een sterk verval en een hoge ruwheid. Stand van zaken In de gemeente Pepingen zijn geen grote vismigratie knelpunten gekend. Planning Bij buitengewone werken aan waterloop zorgen dat er geen vismigratie knelpunten gecreëerd worden en de rivier zoveel haar natuurlijk karakter behouden. Initiatiefnemer milieudienst Betrokken actoren Dienst openbare werken 97

99 Doelgroepen Geen Relaties met andere acties W02: Herwaardering van grachtenstelsel Kostprijs Afhankelijk van de geplande werken Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Geen Samenwerkingsovereenkomst Cluster water niveau 1 artikel Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: duurzaam waterbeheer subdoelstelling5: ruiming en onderhoud waterlopen Relatie gewestelijk milieubeleidsplan 9a. Integraal waterbeleid 9b. Verontreiniging van oppervlaktewater Grondwater en duurzaam watergebruik A Beleidskader - Vlarem I en Vlarem II: wetgeving inzake vergunnings- en meldingsplicht, de vergunningsprocedures en de uitrusting van grondwaterwinningen. Ook zijn hierin de milieukwaliteitsnormen voor grondwater opgenomen. Het betreft richtwaarden voor organoleptische, fysico-chemische en microbiologische parameters, alsook voor toxische en ongewenste stoffen. Verder zijn ook algemene en sectorale voorwaarden opgenomen inzake opslag van gevaarlijke stoffen, specifiek gericht op voorkoming van verontreiniging. - Decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer. - Inzake infiltratie (bodemgebruik) kan verwezen worden naar het decreet van 24 juli 1996 houdende deruimtelijke planning, decreet van 22 oktober 1996 tot coördinatie van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling uit kracht van wet en het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij (m.b.t. de landinrichting). - B. Vl. R. van 27 maart 1985 houdende reglementering van en vergunning voor het gebruik van grondwater en de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones. - De Europese Kaderrichtlijn Water (KRLW) (RL 2000/60/EG) heeft als algemene doelstelling om tegen eind 2015 een goede toestand voor oppervlaktewater en grondwater te bereiken, zowel wat kwantiteit als chemische en ecologische kwaliteit betreft. - De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend in niveau 1 op 23/04/2002 en bevat voor de gemeente bindende 98

100 bepalingen o.a. inzake subsidiëring van infiltratievoorzieningen en sensibiliseren van de bevolking en eigen personeel. - De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling fase : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend in niveau 1 op 03/02/2005 en bevat voor de gemeente bindende bepalingen o.a. inzake subsidiëring van infiltratievoorzieningen en sensibiliseren van de bevolking en eigen personeel. - In het Vlaams Milieubeleidsplan (MINA-plan 3) worden hieromtrent een aantal projecten geformuleerd - Het Provinciaal milieubeleidsplan omvat een aantal acties welke in gezamenlijk overleg dienen uitgevoerd te worden of waar de provincie als coördinator zal optreden tussen diverse gemeenten. Plandoelstellingen Vlaams gewest gezamenlijk streefdoel Het Vlaams milieubeleidsplan voorziet rond dit thema volgende bindende doelstellingen: - Watervoorraden het waterpeil in watervoerende lagen blijft minstens status-quo B Beschrijving Kwaliteit van het grondwater Bedreigend voor de kwaliteit van het grondwater zijn directe en indirecte inbreng van vreemde stoffen in de waterlagen. Niet alleen de aard en de hoeveelheid van de in de bodem ingedrongen verontreiniging bepaalt de uiteindelijke omvang van de grondwaterverontreiniging, ook de samenstelling van de formaties (geochemie) waarmee het verontreinigde water in contact komt en de verblijftijd van het water in deze formaties spelen een rol. In de bodem treden er immers verscheidene chemische reacties op (b.v. transformatie van de ene stof naar een andere die makkelijker uitspoelt naar het grondwater), die de omvang en de aard van de grondwaterverontreiniging mede bepalen. - De watervoerende laag De doorlaatbaarheid van de watervoerende laag, de aard van het gesteente en de wijze waarop de verontreiniging zich gedraagt zijn hier belangrijk. - De aanwezige deklaag Dit is de laag die boven de watervoerende laag voorkomt. Deze laag biedt bijkomende bescherming voor de watervoerende laag tegen verontreiniging vanuit de oppervlakte. Het al dan niet aanwezig zijn van een deklaag (indien deze minder dan 5 meter dik is) en de doorlaatbaarheid ervan ten aanzien van verontreiniging zijn belangrijk. - De onverzadigde zone Dit is de zone waarin niet permanent grondwater aanwezig. Indien deze klein is moet de verontreiniging een kleine afstand afleggen om in het grondwater terecht te komen. Bij de verdroging gaat het grondwaterpeil zakken en krijgt verzuurd water, afkomstig van zure regen, de kans om dieper dan normaal in de grond binnen te dringen. Dit verzuurde regenwater heeft andere eigenschappen dan het gewone water en kan de in de bodem aanwezige mineralen in oplossing brengen waardoor de chemische samenstelling van het grondwater lokaal beïnvloed wordt. De nutriënten die op de bodem terechtkomen (b.v. door bemesting) kunnen ook na verloop van tijd in het grondwater terechtkomen. Vooral de goed in het water oplosbare nitraten vormen een risico voor 99

101 doorspoeling. Doordat stikstof onder de vorm van nitraat (NO 3 - ) goed oplost in water, kan het met het regenwater doordringen in de bodem en zo via een watergeleidende laag in een waterput terechtkomen. Veel waterputten, en dan vooral de ondiepe putten, krijgen hiermee te kampen. Het water dat men uit zo een put haalt is dan niet langer meer geschikt voor consumptie vanwege zijn te hoge concentratie aan nitraten. Een hoge concentratie aan nitraat in het water is vooral gevaarlijk voor jonge kinderen of ouderen mensen. De waterput kan ook besmet raken met microbiële ziekteverwekkers, zo kunnen menspathogene bacteriën afkomstig uit dierlijke (b.v. bemesting van landbouwgronden) of menselijke uitwerpselen (b.v. afkomstig van een lekkende septische put) een ernstige bedreiging vormen voor de gezondheid. De fosfaten binden zich goed aan de bodemdeeltjes en spoelen in eerste instantie niet door. Na verloop van tijd kan de bodem echter verzadigd raken met fosfaat zodat er toch nog fosfaten kunnen doorspoelen naar het grondwater. Gemeente Pepingen De gemeente Pepingen ligt op de Formatie van Ieper, op de kwetsbaarheidskaart wordt de gemeente Pepingen ingekleurd als Ac of matig kwetsbaar( door aanwezigheid van krijt, kalsteen, zandsteen of mergel met een kleiige deklaag) en als Cc of weinig kwetsbaar (vanwege zand met een kleiige deklaag) Monstername Pepingen grondwatermeetnet in de gemeente Pepingen Bijlage W05: Analyseresultaten grondwatermeetnet Kwantiteit van het grondwater De grondwatertafel wordt in een natuurlijke situatie aangevuld door onder meer infiltrerend regen- en oppervlaktewater. De diepte van de grondwatertafel (= bovenkant van met water verzadigde zone) is een zeer belangrijk bodemkenmerk. De diepte van de watertafel wordt vooral bepaald door klimaat (hoeveelheid neerslag), reliëf en diverse bodemkenmerken als ligging, aard en dikte van de diverse bodemlagen. Ook de mens gaat een invloed uitoefenen op de diepte van de grondwatertafel. Afname van het grondwaterpeil leidt tot verdroging van de bodem. Een gevolg hiervan is dat de bovenliggende planten niet (steeds) meer over voldoende water kunnen beschikken. Door het wijzigen van de hoeveelheid 100

102 water in de bodem kan de spanning in de grond wijzigen zodat er bodemverzakkingen en verschuivingen kunnen optreden. Indien men het grondwater gaat winnen op een grote diepte, zullen de effecten van verdroging minder snel duidelijk worden omdat het weggepompte water wordt aangevuld door grondwater afkomstig uit de omliggende gebieden. De hoogte van het grondwatervlak zal dus trager dalen, maar eenmaal er verdroging optreedt zal dit wel merkbaar zijn over een groter gebied. De (menselijke) oorzaken van verdroging zijn een verminderde infiltratie van regenwater enerzijds en een verhoogd gebruik van grondwater anderzijds. Oorzaken van het verminderd infiltratie vermogen werden reeds aangehaald in het vorige hoofdstuk betreffende de oppervlaktewaterkwantiteit. Daarenboven is er een toenemende vraag naar water vanuit de landbouw (besproeien gewassen), de industrie (koel- en proceswater) en de bevolking (drinkwater) en dient er steeds meer water geproduceerd te worden. Vanwege de kostprijs geven drinkwaterproducenten de voorkeur aan het oppompen van grondwater boven het zuiveren van oppervlaktewater. Een besparing op het drinkwater kan enkel bereikt worden indien het opgevangen regenwater ook effectief gebruikt wordt. Regenwater kan zonder problemen gebruikt worden voor het besproeien van de tuin, de schoonmaak en het kuisen van de wagen. Mits de nodige filtering kan het regenwater ook aangewend worden voor het spoelen van het toilet, de wasmachine en andere sanitaire installaties. Hemelwater is bovendien zachter, het bevat minder kalk, zodat men geen wasverzachters of ontkalkingsmiddelen hoeft toe te voegen tijdens de wasbeurten. Duurzaam watergebruik Drinkwater kan men produceren uit oppervlaktewater en grondwater. Aangezien oppervlaktewater meestal sterk vervuild is en het dus veel kost om het te zuiveren, verkiest men diep grondwater dat van een veel betere kwaliteit is. Het overmatig oppompen van dit grondwater geeft echter aanleiding tot een daling van het grondwaterpeil. Dagelijks wordt er m³ leidingwater verbruikt in Vlaanderen. Hiervan wordt ongeveer 12 % als niet gefactureerd leidingwater beschouwd (lekverliezen, meetfouten, spoelwater, bluswater, waterdiefstal, ).Ongeveer één derde van het gefactureerde water wordt aangewend in het huishouden, de rest wordt gebruikt voor industriële en agrarische toepassingen. Indien men rationeel gebruik zou maken van ons drinkwater zou de verbruikte hoeveelheid merkelijk dalen. Een aanzienlijk deel van het drinkwater wordt immers gebruikt voor doeleinden die niet zo een hoge kwaliteit vereisen. De particulier gebruikt zijn drinkwater niet enkel voor de bereiding van voedsel en om zich te wassen, maar ook om de toiletten door te spoelen, de auto te wassen of de vloeren te schrobben. Voor deze doeleinden kan men beter regenwater gebruiken. Regenwater heeft het voordeel dat het niet zo hard is als leidingwater, met andere woorden het bevat niet zo veel kalk. Regenwater is dus goed geschikt als was- en spoelwater. Hierdoor moet men ook geen wasverzachters of producten toevoegen om te voorkomen dat onze wasmachine of de was aangetast wordt door kalkaanslag. Het duurzaam watergebruik dient dus gepromoot te worden, zowel naar de bevolking toe als naar de gemeentelijke diensten. De gemeente Pepingen kent een subsidie toe voor het gebruik van hemelwater en infiltratie van hemelwater in de bodem. De nodige ruchtbaarheid wordt gegeven via het gemeentelijk infoblad. 101

103 2.2.3.C Knelpunten Kwaliteit van het grondwater Ontbreken van kennis van de kwaliteit van het putwater gebruikt door de inwoners als drinkwater (een te hoge concentratie aan nitraten en fosfaten is niet uitgesloten) Ontbreken van specifieke beschermende maatregelen en controles ter bescherming van de bodem en het grondwater tegen vervuiling door vermesting, lekkende stookolietanks,..: Kwantiteit van het grondwater - Onvoldoende infiltratie van regenwater in de bodem door rechtstreekse afvoer van regenwater en toename van de verharde oppervlakken. Het (deels) afkoppelen van de riolering voor de afvoer van het hemelwater van grote verharde oppervlakken (daken, wegen, parkings, ) wordt niet toegepast in Pepingen. Ook het gebruik van waterdoorlaatbare verhardingen wordt nog niet veel toegepast in onze gemeente. - Onvoldoende hergebruik van hemelwater door het gemeentebestuur. Duurzaam watergebruik - Weinig rationeel waterverbruik: de verspilling van drinkwater, waarbij enerzijds te veel water wordt gebruikt en anderzijds water van een goede kwaliteit wordt gebruik voor minderwaardige doeleinden. - Sommige mensen hebben nog geen aansluiting op het openbaar drinkwaterleidingennet en gebruiken putwater als drinkwater D Doelstellingen Kwaliteit van het grondwater Het brongericht aanpakken van alle vormen van verontreiniging is vereist om de huidige grondwateren bodemkwaliteit te vrijwaren of waar nodig te verbeteren. Kwantiteit van het grondwater Er mag geen roofbouw plaatsvinden op het aanwezige grondwater. Er dient duurzaam omgesprongen te worden met het grondwater: zo mag men niet enkel grondwater ophalen, men moet het oppervlaktewater en het hemelwater ook de kans laten om in de grond te dringen en de grondwatertafel aan te vullen (infiltratie); de hoeveelheid water die men mag oppompen dient gecontroleerd en binnen de perken gehouden worden; 102

104 rationeel watergebruik: de bevolkingen de bedrijven dienen aangemoedigd te worden om regenwaterputten te installeren en nuttig gebruik te maken van het opgevangen hemelwater,. Het hemelwater moet dus niet enkel aangewend worden voor het wassen van de auto, het sproeien van het gazon en de schoonmaak van het huis, maar ook in de wasmachines en voor het spoelen van de toiletten; Duurzaam watergebruik Het gratis controleren van de kwaliteit van het putwater, tevens uitleg verschaffen over de mogelijke risico s verbonden aan de consumptie van dit putwater. Maximale toegankelijkheid en aansluitingsgraad van drinkwater E Acties W11: Kwantiteit en kwaliteit van grondwaterwinningen Beschrijving van de actie Via het vergunningenbeleid zal de nodige aandacht besteed worden aan het voorkomingprincipe inzake grondwaterverontreiniging,zodat de watervoerende lagen zowel kwalitatief als kwantitatief beschermd worden. Stand van zaken De grondwaterwinningen worden verwerkt in het digitaal milieuvergunningen systeem. - Bij het verlenen van een milieuvergunning of melding met betrekking tot grondwaterwinning worden de bepalingen omschreven in het milieuvergunningdecreet en Vlarem I steeds nageleefd. - Er is controle via gesubsidieerde analyses voor particuliere putwaters. Vanaf 1 juni 2001 gebeurt de opvolging door de Vlaamse Milieumaatschappij. De staalname en analyse is gratis voor inwoners die niet in de mogelijkheid zijn zich aan te sluiten op het drinkwaternet. Het aanvraagformulier putwateronderzoek met de informatie ligt ter beschikking op de gemeentelijke milieudienst. Planning Verdere opvolging en verwerking van de gegevens in het digitaal milieuvergunningen systeem en het intekenen van de locaties waar grondwaterwinningen zich bevinden in het geografisch informatie systeem. - De toezichthoudend ambtenaar van de gemeente en de burgemeester zullen toezicht houden en indien nodig (in gevallen van klachten) controle houden op het naleven van de bepalingen omschreven in het mestdecreet en het mestactieplan. - Bij hernieuwing of uitbreiding van de grondwatervergunningen controleren of voldaan wordt aan de opgelegde voorwaarden, debieten en of de opgepompte hoeveelheden in functie zijn van de draagkracht van de watervoerende laag of behoeften. Vergunde activiteit waar nodig besturen. - In het gemeentelijk informatieblad publiceren dat de mogelijkheid bestaat voor gratis staalname van grondwater door de VMM. Initiatiefnemer Milieudienst 103

105 Betrokken actoren AMINAL afdeling water dienst ruimtelijke ordening Doelgroepen Ingedeelde inrichtingen in het kader van Vlarem, bouwsector Relaties met andere acties W08: strikte toepassing vergunningenbeleid inzake lozingen H09: Uitvoering MAP Kostprijs Geen extra kostprijs Publicatie gemeentelijk informatieblad: 0.035/ pagina Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 11: Inventarisatie van alle grondwaterwinningen Actie 20: vergunningenbeleid veeteeltinrichtingen Actie 22: Onderzoek kwaliteit particuliere putwaters Samenwerkingsovereenkomst geen Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 4: duurzaam waterbeheer subdoelstelling 2: hemel- en grondwater Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 16: strategische visie watervoorziening en watergebruik W12: water - audit gemeentelijke gebouwen en de opmaak en uitvoer van een afkoppeling plan van regenwater voor gemeentelijke gebouwen en bestaande gemeentelijke verharde oppervlakken Beschrijving van de actie De infiltratie van hemelwater bemoeilijkt of verhinderd door de toenemende verharding van oppervlakten, het inbuizen van grachten en beken en het afvoeren van het hemelwater via de riolen. De gemeente speelt in deze problematiek een belangrijke rol. Enerzijds is zij de beheerder van de grachten en anderzijds beïnvloedt zij als uitvoerder/opdrachtgever van allerhande werken, bovenstaande factoren. Tenslotte is zij ook eigenaar en/of gebruiker van meerdere inrichtingen (gebouwen, terreinen, parkings, ). Het meeste regenwater, dat wordt opgevangen door deze gemeentelijke inrichtingen wordt rechtstreeks afgevoerd naar de riolering of naar oppervlaktewateren en draagt op dit ogenblik dus nog bij tot de problematiek (overbelasting riolering, verdroging). Daar de gemeente een voorbeeldfunctie dient te vervullen, ligt het voor de hand dat de gemeente de afkoppelingspolitiek toe past bij haar eigen inrichtingen. Daar waar mogelijk zal het hemelwater opgevangen worden voor hergebruik en infiltratie. Het afgekoppelde hemelwater kan: - rechtstreeks worden afgevoerd naar geherwaardeerde grachten en beken; - hergebruikt worden door het aan te wenden bij het kuisen, de planten gieten en het spoelen van de toiletten: dit leidt tot een besparing van het drinkwater/grondwater; - geïnfiltreerd worden in de bodem waardoor verdroging tegengegaan wordt. 104

106 De inrichtingen die in aanmerking komen voor afkoppeling zullen systematisch worden afgekoppeld. Hierbij zal een prioriteitenlijst worden opgesteld. Volgende criteria kunnen hierbij gelden: - omvang van opgevangen hemelwater, - structuur en staat van het aanwezige afwateringsnet, - aanwezige ruimte en mogelijkheden voor infiltratie, - hergebruiksmogelijkheden voor het regenwater, - aanwezigheid van regenwaterput. De aansluiting voor nuttig gebruik omvat een hydrofoorgroep, en de nodige aansluitingen binnen het gebouw. Hier wordt in de eerste plaats gedacht aan het toilet en een aantal kranen zodat er op meerdere plaatsen water kan genomen worden voor minderwaardige toepassingen zoals het gieten van planten en voor de schoonmaak. Bij gebouwen of inrichtingen waar hergebruik minder voor de hand ligt zal eerder geopteerd worden voor infiltratie. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van de voor betrokken inrichting meest geschikte afkoppelingstechniek. De volgende afkoppelingstechnieken komen hiervoor in aanmerking: Gebruik van doorlaatbare verhardingen: Bij de aanleg van verharde oppervlakten kan er gebruik gemaakt worden van doorlaatbare materialen zoals grastegels, klinkers, grind, kasseien en zeer open asfaltbeton i.p.v. de klassieke verhardingen zoals asfalt en beton. Al deze materialen hebben een hogere infiltratiecapaciteit, zodanig dat het hemelwater beter kan infiltreren in de bodem en er enkel bij stortbuien nog hemelwater zal moeten afvloeien naar de riolering. Infiltratie in de bodem via specifieke infiltratievoorzieningen: - Infiltratie via een infiltratieveld: Een infiltratieveld is een onverhard terrein met of zonder begroeiing waar infiltratie van water mogelijk gemaakt is. Wegbermen, plantsoenen, grachten kunnen dus als infiltratieveld gebruikt worden. Men kan van een bestaande verhard terrein (b.v. parking) een deel gaan inrichten als infiltratieveld, door op dit deel de ondoorlaatbare verharding te vervangen door een doorlaatbare of deze er zelfs geheel weg te nemen. Het hemelwater dat terechtkomt op het verharde gedeelte wordt dan afgevoerd naar het onverharde deel waar het water in de bodem kan infiltreren. - Infiltratiesleuf: Een infiltratiesleuf is een in de grond gegraven sleuf opgevuld met een materiaal met een hoog poriëngehalte, dus materiaal met een grote doorlaatbaarheid. Boven dit materiaal wordt een filterdoek gelegd waarop dan zand of met gras begroeide aarde wordt aangebracht. Het hemelwater wordt via een drain over het zand uitgespreid en kan vandaar de sleuf binnendringen. Het water wordt via de wanden van de sleuf verdeeld in de omliggende bodem. - Bezinkingsput: Men vangt het hemelwater op in een put met poreuze wand en het verzamelde water kan via openingen in de wand van de put naar de omgeving wegsijpelen. - Bezinkingssleuf: Kan beschouwd worden als een verdiept aangelegde infiltratiesleuf, met dit verschil dat hier het hemelwater via een buis rechtstreeks in de sleuf gebracht wordt i.p.v. via een doorlaatbaar oppervlak. Infiltratie van hemelwater houdt een beperkt risico in voor grondwaterverontreiniging. Bijvoorbeeld bij parkings kan het hemelwater soms verontreinigd zijn (verontreinigd met olie en andere KWS) zodat rechtstreeks infiltreren in dit geval niet gewenst is. Dit kan men opvangen door voor de infiltratievoorziening een beperkte zuivering (b.v. olie- vetafscheider) te voorzien. Samengevat bestaat deze actie uit: - opmaak van een lijst met gemeentelijke gebouwen waar potentieel acties kunnen worden uitgevoerd; - onderzoek naar de mogelijkheden tot afkoppeling van de hemelwaterafvoer bij deze gebouwen met bepaling van gewenste bestemming van het hemelwater; - opmaak van een prioriteitenlijst voor de realisering van de afkoppeling 105

107 - opmaak per locatie die in aanmerking komt, van een dossier voor uitvoering van de afkoppeling en realisatie van de infiltratie en/of hergebruiksmogelijkheden - uitvoering van de werken overeenkomstig de planning vermeld in de prioriteitenlijst - Het aspect regenwaterafvoer integreren in alle infrastructuurwerken, die door de gemeente gepland worden. Stand van zaken : In het verleden is er weinig rekening gehouden met rationeel waterverbruik, gescheiden riolering en opvang en gebruik van hemelwater en infiltratie van hemelwater. Planning Vanaf 2005 De gemeente verbindt zich ertoe om van gemeentelijke gebouwen een audit van het gebouw m.b.t. de mogelijkheden van een duurzaam watergebruik. De wateraudit kan uitgevoerd worden door de duurzaamheidsambtenaar en de werkleider. De gemeente verbindt zich ertoe om conform de resultaten van deze wateraudit concrete maatregelen te implementeren in het ontwerp. Volgende stappen worden bij een wateraudit doorlopen: Analyse: Het verzamelen van alle relevante informatie en het opstellen van een waterbalans, zodanig dat men inzicht krijgt in de kansen en knelpunten van de waterhuishouding. Genereren van verbeteropties en onderzoeken van volgende aspecten; - Inschatten van het beschikbare hemelwater op basis van de dakoppervlakte - Mogelijkheden m.b.t. Het gebruik van hemelwater nagaan - Mogelijkheden m.b.t. Rationeel watergebruik in het gebouw nagaan (spaartoetsen, waterbesparende douchekoppen, enz.) - Duurzame afvoer van het overtollige hemelwater. Ook de afvoer van hemelwater van andere verharde oppervlakken wordt bekeken. Hierbij wordt er vooral gestreefd om doorlatende verhardingen te voorzien of infiltratievoorzieningen te plaatsen - Gescheiden aanbieding van afval- en hemelwater - Materiaalkeuze met betrekking tot waterafvoer, met het oog op het beperken van diffuse - Verontreiniging door uitloging van zink, koper, enz. - De gemeente verbindt zich ertoe om conform de resultaten van deze wateraudit concrete maatregelen te implementeren in het ontwerp. Initiatiefnemer Gemeentebestuur Pepingen Betrokken actoren Milieudienst, technische dienst, dienst openbare werken, externe architecten en aannemers Doelgroepen Gemeentebestuur Pepingen schept hiermee een voorbeeld functie voor de burgers Relaties met andere acties Kostprijs 106

108 - Opmaak inventaris en prioriteitenlijst: werkuren, - Hergebruik van regenwater (richtprijzen): regenwaterput: 500 à 750 pomp: 125 à 250; (her)aansluitingen: 500; totaal: 1120 à 1500 per gebouw. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 15: opstellen actieplan afkoppeling regenwater gemeentelijke gebouwen* - Actie 19: opmaak plan voor uitvoering van aanpassingswerken aan bestaande gemeentelijke verharde oppervlakken en grachten - Actie 17: onderzoek reorganisatie afvoer regenwater verharde oppervlakten Samenwerkingsovereenkomst Cluster water niveau 1 artikel Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6 : Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 2: hemel- en grondwater Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 16: strategische visie watervoorziening en watergebruik W013: gemeentelijke reglementen voor het nuttig gebruik van hemelwater en infiltratie van hemelwater Beschrijving van de actie Gemeentelijk reglementen voor het nuttig gebruik van hemelwater: Hierbij zijn 2 types reglementen voorzien: - gemeentelijke (bouw)verordening met betrekking tot het plaatsen van een regenwaterput met pompsysteem bij nieuwbouw of vernieuwbouw - gemeentelijk subsidiereglement, gelijkaardig aan dit voor de bevordering van infiltratie. De voorwaarden voor verkrijgen van de subsidie moeten duidelijk zijn. De aanwezigheid van een regenwaterput met een minimale inhoud van 5 m³, een hydrofoorgroep met aansluitingen op een minimaal aantal toepassingen moet één van de vereisten zijn. Samengevat bestaat deze actie uit: - opmaak en goedkeuring subsidiereglement bevordering infiltratie regenwater - opmaak en goedkeuring verordening in verband met het plaatsen van een regenwaterput - opmaak en goedkeuring subsidiereglement ter bevordering gebruik van regenwater Stand van zaken : - De gemeenteraad heeft in zitting van 23 april 2002 het reglement (verordening?) lozing huishoudelijk afvalwater, aansluiting op openbare riolering en afkoppeling van hemelwater van particuliere woningen goedgekeurd. Aan dit reglement dienen een aantal aanpassingen te gebeuren op basis van de opmerkingen van de provincie Vlaams Brabant. Na advies van de GECORO- raad en aanpassing van de opmerkingen van de Provincie Vlaams Brabant zal het reglement door de provincie Vlaams Brabant goedgekeurd kunnen worden. De gemeenteraad heeft in zitting van 07 december 2004 beslist om de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening houdende goedkeuring reglement lozing huishoudelijk afvalwater, aansluiting op openbare riolering en afkoppeling hemelwater van particuliere woningen, vastgelegd in de gemeenteraadszitting van op te heffen op de dag van 107

109 het van kracht worden van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater - In het gemeentelijk informatieblad Info Pepingen worden er regelmatig artikels milieutips in verband met rationeel watergebruik gepubliceerd. De milieutips worden meestal ter beschikking gesteld door de provincie Vlaams Brabant. - De stedenbouwkundige dienst houdt rekening met de provinciale verordeningen inzake afkoppeling hemelwater en de hemelwaterputten bij het verlenen van stedenbouwkundige vergunning. - Sinds 2000 keert de gemeente Pepingen een subsidie uit voor de opvang van hemelwater en voor infiltratiesystemen. In oktober 2003 werd het subsidiereglement aangepast aan de bepalingen van de samenwerkingsovereenkomst Regelmatig worden de subsidieregelingen gepubliceerd in het gemeentelijk infoblad. De gemeentelijke subsidiereglementen worden meegegeven aan de bouwheer bij het afleveren van een bouwvergunning. Planning De gemeente Pepingen zal de bevolking blijven sensibiliseren. - De gemeente Pepingen zal door het toekennen van subsidies de bevolking blijven stimuleren voor het hergebruik van hemelwater en de infiltratie - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar zal controle uitoefenen op de toepassing van dit besluit. Initiatiefnemer Gemeentebestuur Pepingen Betrokken actoren Milieudienst Doelgroepen Alle burgers Relaties met andere acties W11: Kwantiteit en kwaliteit van grondwaterwinningen W14: Sensibilisatie voor het gebruik van hemelwater Kostprijs In de begroting wordt er jaarlijks een bedrag van 1500 voorzien voor de uitbetaling van de subsidieaanvragen. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 14:gemeentelijke reglementering voor het nuttig gebruik van regenwater Actie 21: Sensibilisatie rationeel watergebruik Actie 13: subsidiereglement voor hergebruik en/of infiltratie van regenwater 108

110 Samenwerkingsovereenkomst Cluster water niveau 1 artikel Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6: Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 2: hemel- en grondwater Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project16: strategische visie watervoorziening en watergebruik W014: sensibilisatie voor het gebruik van hemelwater Beschrijving van de actie De Pepingse bevolking sensibiliseren voor het gebruik van hemelwater door publicatie, door het verspreiden van folders. Het gemeentebestuur wil hierdoor de maatschappelijke betrokkenheid bij het invullen van de verschillende functies van water optimaliseren, waardoor het draagvlak voor het uitvoeren van ingrepen vergroot en zo te komen tot duurzaam watergebruik. Stand van zaken In 2002 werd door de provincie Vlaams Brabant een brochure 'Regenwater: een hemels geschenk' ter beschikking gesteld. Deze brochure werd in de gemeentelijke informatie zuilen verspreid. En werd bij het afleveren van een bouwvergunning voor een nieuwbouw of verbouwing van een woning meegegeven Tevens werden er waterbesparende tips gepubliceerd in het gemeentelijk informatieblad Info Pepingen Planning Op regelmatige tijdstippen deze sensibilisatie verderzetten, onder meer door publicaties in het gemeentelijk informatieblad. Initiatiefnemer Milieudienst Betrokken actoren Milieudienst Doelgroepen Bevolking Pepingen Relaties met andere acties W013: gemeentelijke reglementen voor nuttig gebruik van hemelwater en infiltratie van hemelwater. Kostprijs Publicatie informatieblad: 0.035/pagina Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 12: opmaak sensibilisatiebrochure voor het gebruik van regenwater 109

111 Samenwerkingsovereenkomst Cluster water niveau 1 artikel Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6 : Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 2: hemel- en grondwater Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project16: strategische visie watervoorziening en watergebruik W015: gemeentelijk reglement overwelving en inbuizing van baangrachten Beschrijving van de actie Doorheen de jaren zijn er echter grachten dichtgeslibd, ingebuisd en aan de riolering gekoppeld waardoor het hemelwater verder afgevoerd wordt zonder terplekke te kunnen infiltreren. Bij de aanleg of heraanleg van wegen moet er geopteerd worden om terug grachten te voorzien voor de opvang en afvoer van het hemelwater. Deze grachten moeten natuurlijk het water kunnen laten infiltreren in de bodem. Stand van zaken : - De gemeenteraad heeft in zitting van 09 maart 2004 het gemeentelijk reglement met betrekking tot het overwelven van de baan grachten goedgekeurd. Het overwelven of inbuizen van baangrachten gelegen langs buurtwegen of gemeentewegen wordt beleidsmatig niet toegelaten. Hiervan kan slechts om strikt technische redenen worden afgeweken. Bijgevolg kan het overwelven of inbuizen van baangrachten slechts toegestaan worden mits een voorafgaande stedenbouwkundige vergunning. De overwelving heeft een maximale breedte van 5 meter. Mits grondige motivatie vanwege de aanvrager kan het college van burgemeester en schepenen een afwijking op deze breedte toestaan. Het overwelvingelement heeft een minimale inwendige diameter van 400 mm. Omwille van verantwoorde technische redenen kan door het College van Burgemeester en Schepenen een andere specifieke diameter opgelegd worden. Door het college van burgemeester en schepenen zullen de voorwaarden worden opgelegd met betrekking tot de uit te voeren werken; inzonderheid met betrekking tot het funderen en aanvullen van het duikerslichaam, het voorzien van kopmuren en het voorzien van inspectieschouwen. De betonbuizen dienen geplaatst te worden in een volledig ontruimde gracht. Ze worden gelegd zonder schade toe te brengen aan de grachtkanten en aan mogelijk aanwezige nutsleidingen; eventuele toegebrachte schade valt volledig ten laste van de vergunninghouder. De vergunninghouder zal aan de dienst openbare werken van de gemeente schriftelijk bericht geven van de aanvang der werken; deze moeten voltooid zijn binnen de maand. De vergunninghouder of zijn rechtsverkrijger is te allen tijde verantwoordelijk voor de goede staat en werking van de overwelving. Hij is verplicht de overwelving te ruimen en vrij te houden van alle obstakels die een goede afwatering verhinderen. De vergunninghouder of zijn rechtsverkrijger mag, door het aanbrengen van de overwelving, nooit de goede afwatering van 110

112 derden in het gedrang brengen of wijzigen. Hij is eveneens verplicht in de landelijke gebieden, in geval er geen verharding wordt voorzien over de overwelving, de wegberm in een goede staat te onderhouden zodat steeds een gelijkaardig dwarsprofiel van de weg en de berm wordt aangehouden. De werken waarvoor vergunning is verleend worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst en van deugdelijke bouw, overeenkomstig de opgelegde vergunningsvoorwaarden en de eventuele aanwijzingen die door het college van burgemeester en schepenen of een aangestelde worden gegeven. Het is verboden afvalwater- of hemelwaterleidingen aan te sluiten op de overwelving. - In de ruilverkaveling Elingen werd ruim aandacht besteed aan het integraal waterbeheer. De ingrepen aan de waterlopen bleven beperkt. Aan de Zwartemolenstraat in Pepingen werden twee stukjes ingebuisde waterlopen opnieuw opengemaakt (0,7 km). Een open waterloop is niet alleen beter voor de waterorganismen, maar zorgt opnieuw voor een normale ontwatering van de aangrenzende valleigronden. Planning Vanaf Bij het vaststellen van een overbuizing zal nagegaan worden of de werken volgens de bepalingen opgenomen in het gemeentelijk reglement zijn uitgevoerd. Alle overbuizingen zullen aangeduid worden op het geografisch informatie systeem. Initiatiefnemer Gemeentebestuur Betrokken actoren Dienst openbare werken en technische dienst Doelgroepen Aangelanden van waterlopen Relaties met andere acties W02: Herwaardering grachtenstelsel Kostprijs Geen Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 18: Opmaak reglement overwelving en inbuizing van baangrachten Samenwerkingsovereenkomst Cluster water niveau 1 artikel Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6: Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 4: ruimte voor water Subdoelstelling 5: ruiming en onderhoud van waterlopen Subdoelstelling 6: open grachten 111

113 Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 16: strategische visie watervoorziening en watergebruik Waterbodem A Beleidskader - De wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen belast de gemeenten met het beheer van die van 3de categorie. Volgens deze wet kunnen de ruimingproducten op de aangelande percelen gedeponeerd worden binnen een strook van 5m van de oever. De ruimingspecie moet gelijkmatig over beide oevers verdeeld worden. De aangelanden hebben een soort ontvangstplicht. - Het afvalstoffendecreet (2 juli 1981): ruimingspecie valt, zodra deze aan de waterloop onttrokken is, onder het afvalstoffendecreet. Het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA) (BS 5/12/2003) catalogeert bagger- en ruimingspecie als een bijzondere afvalstof, die in aanmerking komt als secundaire grondstof n.l. als bodem of in/als bouwstof. - Het decreet van 21 april 1983 houdende de ruiming van onbevaarbare waterlopen stelt dat ruimingproducten die schadelijk zijn voor het normale gebruik van de aangelande percelen onverwijld verwijderd moeten worden op kosten van de beheerder (de gemeente voor de waterlopen 3de categorie). - Het decreet van 22 februari 1995 (BS 29 april 1995) betreffende de bodemsanering en het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering (BS 27 maart 1996) (VLAREBO): De bodemsanering-wetgeving kan tot een verplichting van sanering van de waterbodem leiden en beperkt de mogelijkheid van afzet van ruimingspecie op de oevers. - VLAREM II regelt de technische bepalingen omtrent het inrichten en het beheer van mono stortplaatsen voor ruimingsspecie afkomstig uit waterlopen behorende tot het openbaar hydrografisch net. - De Europese Kaderrichtlijn Water (KRLW) (RL 2000/60/EG) heeft als algemene doelstelling om tegen eind 2015 een goede toestand voor oppervlaktewater en grondwater te bereiken, zowel wat kwantiteit als chemische en ecologische kwaliteit betreft en bevat een eerste stap voor een Europese aanpak van de waterbodemproblematiek. In de toekomst kunnen in situ-normen ontwikkeld worden op Europese schaal en moet de waterbodem opgenomen worden in de monitoring van de ecologische kwaliteit van de waterlopen. - Het provinciaal milieubeleidsplan omvat een aantal acties welke in gezamenlijk overleg dienen uitgevoerd te worden of waar de provincie als coördinator zal optreden tussen diverse gemeenten. - In het Vlaams Milieubeleidsplan (MINA-plan 3) worden hieromtrent een aantal projecten geformuleerd. Plandoelstellingen Vlaams gewest gezamenlijk streefdoel Het Vlaams milieubeleidsplan voorziet rond dit thema volgende bindende doelstellingen - Tegen 2007 is +/ m3 van de historische ruimingsachterstand van hydraulische aard weggewerkt. - Tegen 2007 is +/ m3 van de histrorische saneringsachterstand van ecologische aard weggewerkt 112

114 - Tegen 2007 is +/ m3 van de hoeveelheid specie afkomstig van hydraulische ruimingen en - Ecologische sanering verwerkt volgens BATNEEC B Beschrijving Het water in een rivier of beek staat nauw in contact met de waterbodem. Een belangrijk proces hierbij is de afzetting van bodemmateriaal in de waterloop als een natuurlijk proces dat deel uitmaakt van een evenwichtig watersysteem; toch krijgen de waterlopen door de stijgende graad van bodemerosie en afspoeling van sediment, veelvuldige ingrepen aan de waterlopen en de toegenomen verharde oppervlakte te maken met een overmaat aan zwevend stof en sediment. Bovendien zijn door de industriële, agrarische en huishoudelijke activiteiten grote hoeveelheden verontreinigde stoffen in de waterlopen terechtgekomen. Zwevend materiaal dat geladen is met nutriënten en uiteindelijk bezinkt, vormt een voedselrijke sedimentlaag. Wanneer de zwevende deeltjes echter ook geladen worden met verontreinigingen uit het water en bezinken, worden soms zeer hoge concentraties van diverse verontreinigde stoffen in de waterbodem gemeten. Zo kunnen de concentraties aan verontreinigde stoffen in de waterbodem veel hoger liggen dan in de bovenstaande waterkolom C Knelpunten Onder invloed van allerlei interacties wordt het sediment opgewerveld en komen de verontreinigingen terug in het oppervlaktewater terecht. Dus ook al verbetert de kwaliteit van het oppervlaktewater o.a. door het saneren van afvalwaterlozingen of het opheffen van deposities uit de lucht, dan nog kan de waterbodem als verontreinigingsbron fungeren door de zogenaamde afleveringsprocessen en zodoende de bovenstaande waterkolom alsnog bevuilen. Wanneer bij het uitvoeren van ruimingswerken specie op de oever wordt gedeponeerd, is het bodemsaneringsdecreet en het VLAREBO op deze specie van toepassing. Hierbij moet men vermijden dat door deponie van de specie op de over de concentratie aan verontreinigde parameters de bodemsaneringsnormen van de aanpalende oever zouden overschrijden. Zoniet wordt een nieuwe verontreiniging gecreëerd en is men verplicht te saneren. Voorafgaande analyses van de waterbodem zijn dus vereist. Als maximaal toelaatbare grens voor verontreinigde parameters wordt best 80% van de bodemsaneringsnormen type II gehanteerd. Boven deze waarde worden de gronden immers opgenomen in het register van de verontreinigde gronden. De analyseresultaten moeten dus getoetst 113

115 worden aan de bodemsaneringsnormen type II van de aanpalende oever om het risico te kunnen uitsluiten dat door de deponie van de specie nieuwe bodemverontreiniging wordt gecreëerd of opname in het register van verontreinigde gronden noodzakelijk wordt. Het VLAREBO is enkel van toepassing wanneer de ruimingsspecie uit de waterloop op de oever wordt gedeponeerd of op een andere plaats als bodem wordt aangewend. Zolang de specie zich in de waterloop bevindt, zijn de normen van de VLAREBO niet van toepassing. Tevens wordt ruimingsspecie in het VLAREA aanzien voor een afvalstof. Bij het uitvoeren van ruimingswerken wordt de ruimingsspecie in regel op de aanpalende over gedeponeerd. Daar door wordt de specie gebruikt als bodem en dient het te voldoen aan de normen opgenomen in het Nieuwe Vlarea D Doelstellingen De kwaliteit van het slib te kennen voor de ruimingswerken. Een probleem is echter dat dit voor de gemeente een grote meerkost betekent E Acties W16: onderzoek ruimingslib gemeentelijk onbevaarbare waterlopen 3 de categorie Beschrijving van de actie Door verontreiniging van het oppervlaktewater is in vele gevallen ook de onderwaterbodem verontreinigd. Bij het ruimen van beken en waterlopen wordt het slib meestal gewoon op de oever gedeponeerd, wat dus mogelijk aanleiding geeft tot verontreiniging van de oevers. Voor bestaande vervuilde onderwaterbodems zit er niet anders op dan de afvoer. Stand van zaken : - Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 22 oktober 2003 de opdracht gegund voor het nemen van monsternames en analyses van waterbodems van 3 de categorie. De monstername gebeurde volgens de procedure zoals beschreven in het Handboek voor de karakterisatie van de bodem van de Vlaamse waterlopen (Triade-methode). Het vastleggen van de monsternamepunten gebeurde in functie van de te verwachten waterbodemkwaliteit, zodat het te nemen staal representatief was voor het te onderzoeken traject. Bij de staalname werd een staalnameformulier (veldprotocol) ingevuld waarin de gegevens over het waterbodemstaal, de bovenstaande waterkolom, de omgevingskenmerken en een situatieschets worden opgetekend. Bij waterlopen wordt er bemonsterd over een strook van 50 m rond het monsternamepunt en volgens een regelmatig patroon afhankelijk van de breedte en de typologie van het waterlooptraject. Indien nodig gebeurt de staalname per vlot of boot. Om een representatief staal te bekomen volstaan ongeveer 20 steken of happen per 50 m-strook. Deze individuele stalen worden gemengd tot 1 homogeen mengstaal, zodat per monsternameplaats dus 1 mengstaal bekomen wordt. Er werden in Pepingen 4 mengstalen gevormd, namelijk: mengmonster zone A Beert, mengmonster zone B Bellingen, mengmonster zone C Heikruis Zuid en mengmonster zone D Heikruis Noord. Het slib van de stalen A, B, C, D komt niet in aanmerking om als bodem gebruikt te worden op een ontvangende grond die binnen bestemmingstype I gelegen is, maar komt wel in aanmerking om als bodem gebruikt te worden op een ontvangende grond die binnen bestemmingstype II, III, IV of V gelegen is. 114

116 De bemonstering werd in stroomopwaartse richting uitgevoerd. Dit om een omgewoeld waterbodemstaal te vermijden. - Tevens werd een code van goede praktijk opgesteld voor het ruimen van de beken. Planning Vanaf 2005: - Toepassen van de goede van goede praktijk Vanaf 2006: - Vanuit een kwantitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer zal het onderhoud van de waterlopen en de oevers uitgevoerd worden conform de richtlijnen en de methodologie voor de opmaak van de deelbekkenplannen. Dit zal bijzonder gelden voor het ruimingbeheer van waterlopen en voor natuurvriendelijke oeverinrichting en bescherming. Tevens zal er van 2006 rekening gehouden worden met de bekkenbeheerplannen bij onderhoud en beheer van de waterlopen. Initiatiefnemer Dienst openbare werken Betrokken actoren Dienst openbare werken, milieudienst Relaties met andere acties Geen Kostprijs Na opmaak van bekkenbeheerplannen zal de kostprijs voor de uitvoering hiervan begroot worden Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 26 :Onderzoek ruimingslib gemeentelijke onbevaarbare waterlopen Samenwerkingsovereenkomst Cluster water niveau 1 artikel Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6: Duurzaam waterbeheer - Subdoelstelling 5: ruiming en onderhoud van waterlopen - Subdoelstelling 7: verbetering waterkwaliteit Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 7: waterbodemverontreiniging 115

117 2.2.5 Erosie 2.2.5A Beleidskader - Besluit van de Vlaamse regering van 07 december 2001 houdende de subsidiëring van de kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen die door de gemeenten uitgevoerd worden (erosiebesluit). - Code van goede praktijk voor het opmaken van een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan - Richtlijnenboek erosiebestrijdingsmaatregelen De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend in niveau 1 op 23/04/2002 en bevat voor de gemeente bepalingen inzake sensibilisatie acties met betrekking tot erosie. - De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling fase : deze overeenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Pepingen werd door de gemeente Pepingen ondertekend in niveau 1 op 03/02/2005 en bevat voor de gemeente bepalingen inzake sensibilisatie acties met betrekking tot erosie B Beschrijving Een meanderende waterloop kan, in vergelijking met een niet-meanderende stroom van dezelfde breedte, een grotere hoeveelheid water bergen. Bovendien doet het water in een meanderende waterloop er langer over om een gebied te doorlopen dan dat dit het geval is bij een rechte waterloop. Zo zal een meanderende loop het water langer in een zelfde gebied houden waardoor het water ook meer kans krijgt om in de bodem te dringen en de grondwatertafel aan te vullen. Bovendien zal bij een hevige en langdurige regenval de meanderende loop als buffer optreden zodat de aanvoer van regenwater naar de lager gelegen gebieden beter gespreid worden over de tijd. Een meanderende waterloop vervult dus een belangrijke rol in de waterhuishouding, enerzijds voorkomt het verdroging en anderzijds is het een buffer tegen overstromingen. Een rechtgetrokken waterloop daarentegen zorgt niet enkel voor een te snelle afvoer van het water, maar gaat daarenboven ook nog het omliggende water aanzuigen waardoor verdroging nog meer in de hand wordt gewerkt. Het verdichten van de bodem kan veroorzaakt worden door de bodem te bewerken met, voor die bodem, te zware machines of door een bodem te vaak op een zelfde plaats te belasten. Door de bodem te zwaar belasten met zware machines, gaan de poriën onder invloed van de druk dicht gedrukt worden. De afname van het poriënvolume heeft als gevolg dat de regeninfiltratie bemoeilijkt wordt, dat de plantengroei belemmerd wordt en het bodemleven verstoord wordt. Door de verdichting van de bodem kan erosie begunstigd worden. Bodemerosie is een onomkeerbaar proces waarbij bodemdeeltjes onder invloed van de wind of het water verplaats worden. Vooral gronden met een beperkte bedekkingsgraad of met een hellingsgraad vanaf 4 à 6 % zijn gevoelig voor erosie. Doordat landbouwgronden een beperkte bedekkingsgraad hebben en er gedurende een tijd van het jaar onbewerkt bij liggen, zijn ze kwetsbaar voor erosie. Landbouwgronden gelegen langs hellingen, zijn nog eens extra kwetsbaar voor erosie. 116

118 Bodemerosie op akkerland in Vlaanderen Qua ruimtegebruik kan men een typisch Pajottenlandse indeling vaststellen met grote open kavels voor akkers op de heuvelruggen (mogelijks een voorheen uitgevoerde ruilverkaveling) en permanente graslanden, meestal omzoomd door populieren of knotwilgenrijen, in de beekvalleien. Eveneens kan men fruitboomgaarden vaststellen. De combinatie van voornoemde elementen met de huidige technieken en manieren van de betrokken landbouwers om hun land te bewerken brengt mee dat er op het grondgebied van de gemeente diverse knelpunten zijn waar er sporadisch tot vrij frequent water- en modderoverlastproblemen zijn. Op een aantal plaatsen worden er ook woningen getroffen door water- en modderoverlast. Bodemgebruik in de gemeente Pepingen Bijlage 6: Gegevens bodemgebruik in de gemeente Pepingen uitgedrukt in ha 117

119 2.2.5.C Knelpunten Volgende knelpunten werden opgenomen in de knelpuntennota erosie: Hoesnaak: - Een afstromingsgebied van ca.9 ha nagenoeg gelegen op het kruispunt met Dreef en Huttestraat. Op de actuele bodemerosiekaart werd dit gebied oranje ingekleurd (5-10 ton/ha/jaar). - Het betreft een hellend afstromingsgebied (ca 5.5% gemiddeld); water en modder stromen er na regenbui op de weg. Lossestraat: - Een afstromingsgebied van ca.10 ha gelegen tussen 2 buurtwegen die uitgeven op de Lossestraat. Op de actuele bodemerosiekaart werd dit gebied rood ingekleurd (10-20 ton/ha/jaar). - Het betreft sterk hellende gronden (ca. 4.5 % gemiddeld); water en modder dienen er geruimd - te worden (over meer dan 30 m); na een regenbui spoelen deze er van de akkers. Groenstraat: - Een afstromingsgebied van ca.9 ha (afgebakend op de topografische kaart) gelegen voorbij landbouwloods Van Der Smissen. Op de actuele bodemerosiekaart werd dit gebied rood ingekleurd (10-20 ton/ha/jaar bodemverlies). - Het is een vrij sterk hellend terrein 4.5%. - Het probleem situeert zich ter plaatse van een toegang van een akker (scheiding grasland/akker), waar modder en water op de openbare weg terecht komen. Neerstraat: - Een afstromingsgebied van ca 2.5 ha nabij de Mortagnestraat. Het is sterk hellend (7.5%) en volgens de actuele bodemerosiekaart rood in gekleurd (10-20 ton/ha/jaar bodemverlies). - Modder en water stromen er van de akker; tot in de bocht dient er regelmatig geruimd te worden. Dreef: - Een afstromingsgebied van ca. 2 ha op het kruispunt met een weg aangelegd in het kader van een vroeger uitgevoerde ruilverkaveling. - Ofschoon dit gebied op de actuele bodemerosiekaart oranje werd gekleurd (5-10 ton/ha/jaar bodemverlies) en dit volgens de topografische kaart als niet erg hellend kan geïnterpreteerd worden zijn er frequent problemen van water- en modderoverlast op deze plaats. Langs een toegang van een akker stromen water en modder op de openbare weg. Op deze plaats zijn geen voorzieningen getroffen (gracht, grasstrook,..) en de betrokken landbouwer bewerkt zijn akker derwijze (ploegvoor haaks op de straat) dat bij elke fikse regenbui problemen ontstaan. Ruilverkaveling langs Roskambeek: - Afstromingsgebied van ca. 8 ha, gelegen in een volgens de actuele bodemerosiekaart oranje zon (5-10 ton/ha/jaar bodemverlies) - Het terrein is er sterk hellend (vooral in het afwaartse deel van het afstromingsgebied) en de ploegvoor is derwijze gericht (komt in punt naar toegang van het perceel) dat modder en water op de openbare weg terecht komen. Kareelstraat: - Afstromingsgebied van ca 15 ha in een rood-oranje gebied (vlg. Actuele bodemerosiekaart 5-20 ton/ha/jaar bodemverlies) - Vrij sterk hellend terrein (4% vlgs. De topografische kaart) dat naar de toegang afwatert. Modder en water komen er op de openbare weg terecht in die mate dat een nabijgelegen 118

120 school bedreigd wordt. Voorzieningen om deze problemen te voorkomen zijn een door de gemeente geplaatste dwarsrooster tpv. De toegang van de schoolparking en openstaande trottoirbanden om deze parking af te bakenen. Kruispunt Dorekensstraat-Nieuwe Baan: - Vrij sterk hellend afstromingsgebied (ca 3.5 ha) waarbij water en modder op de openbare weg terecht komen in die mate dat woningen op het kruispunt bij een felle regenbui bedreigd worden. - Volgens de actuele bodemerosiekaart wordt dit afstromingsgebied oranje ingekleurd (5-10 ton/ha/jaar bodemverlies). Grote Baan: - het betreft een minder steil afstromingsgebied langsheen de Grote Baan tot aan de Demaegtstraat. - Ondanks de kleine helling werd dit afstromingsgebied op de actuele bodemerosiekaart rood ingekleurd (10-20 ton/ha/jaar bodemverlies) - Water en modder komen na een felle regenbui op de weg terecht. Veldstraat: - Een minder sterk hellend afstromingsgebied van ca 2 ha zonder voorzieningen (bermen, ) gelegen langsheen de Veldstraat. Volgens de actuele bodemerosiekaart is deze zone oranje ingekleurd (5-10 ton/ha/jaar bodemverlies). - Modder en water komen er op de weg. Ruilverkavelingsbaan (verbindingsweg Kattenholstraat-Buvingen): - Een afstromingsgebied van ca 3 ha afwaterend naar de openbare weg die plaatselijk een dal vormt waardoor na een regenbui een ophoping van modder en water ontstaat. - Volgens de actuele bodemerosiekaart in dit afstromingsgebied gelegen in een oranje-gele zone (2-10 ton/ha/jaar bodemverlies). Ruilverkavelingsbaan (verbindingsweg Kattenholstraat-Buvingen): - Afwateringsgebied van ca 4 ha gelegen aan dezelfde weg (in bocht tegen buvingen). - Het betreft minder steile gronden die toch na een felle regenbui overlast veroorzaken. Ondanks de voorziening van de gemeente (rooster in de hoek van de openbare weg) hoopt de modder zich op. Trop: - Een vrij sterk hellend afstromingsgebied dat in een punt afwatert naar de openbare weg. - Het betreft een gebied van ca 6 ha gelegen volgens de actuele bodemerosiekaart in een rode zone (10-20 ton/ha/jaar bodemverlies). - Na een felle regenbui komen modder en water op de openbare weg terecht. Hondzochtstraat: - Een afwateringsgebied van ca 1 ha rechtover de gronden van Kasteel Den Dael. - Ofschoon dit gebied volgens de actuele bodemerosiekaart gelegen is in een gele zone (2-5 ton/ha/jaar bodemverlies), heeft zich op deze plaats reeds overlast voorgedaan. Afgestroomde modder verstopt de gracht waardoor het water op de openbare weg terecht komt. In het ruilverkavelingsplan Elingen werden nog andere knelpunten opgenomen: zie bijlage EN

121 2.2.5 D Doelstellingen Bestrijden van bodemerosie door de opmaak van een actieprogramma. Concretisering door aanpassing van de landinrichting, de teelttechniek en de grondbewerking E Acties W017: erosiebestrijding Beschrijving Het gemeentebestuur werkt op actieve manier mee aan erosiebestrijding Stand van zaken In het kader van de ruilverkaveling Elingen zijn op het grondgebied van Pepingen 6 erosiestroken opgenomen(goed voor ongeveer 2.5ha). De stroken zullen doorgaans een breedte van 10 meter bedragen en zullen ingezaaid worden met een grasmengsel, om hinderlijke onkruiden zoals distels te vermijden. De stroken zullen afgebakend worden met palen. Hier en daar wordt er een struik geplant (om de meter) enerzijds om de stroken visueel af te bakenen, anderzijds in functie van akkerfauna. Patrijzen bijvoorbeeld worden agressief wanneer zij in de buurt van hun broedplaats een ander koppel zien zitten. Door hier en daar een struik te voorzien worden zo de verschillende territoria en bijgevolg nestplaatsen gecreëerd. In de stroken wordt plaatselijk een verlaging gegraven. Met die grond wordt aan de andere kant van de strook een soort walletje gemaakt worden. Op die manier wordt het afstromend water van de akker opgevangen in het grachtje, zodat het meegespoeld sediment reeds gedeeltelijk kan bezinken. Wanneer het water in de gracht overstroomt, wordt het een tweede maal tegengehouden door de lichte ophoging (zie principeschets). Op die manier worden doorbraken naar de vallei en afspoelen van de akkers beperkt. Het beheer zal bestaan uit 1x per jaar te maaien namelijk in de periode dat de kuikens reeds uitgevlogen zijn. De erosiestroken dienen nog aangelegd te worden. Voor de inrichting geldt dat 80% gedragen wordt door het Vlaamse Gewest en 20% door de gemeente. Ligging van de erosiestroken(pe 1, Pe 2, Pe 3, Pe 4,Pe 5, Pe 6).zie bijlage NE 02 In een latere fase zullen de erosiestroken kosteloos toebedeeld worden aan de gemeente. - Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 24 april 2003 een principe aanvraag in te dienen tot opname in het investeringsprogramma 2003 voor subsidie voor de opmaak van een erosiebestrijdingsplan aan het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en zich ertoe te verbinden om het definitieve erosiebestrijdingsplan ter goedkeuring aan de administratie voor te leggen binnen de twee jaar na de dag waarop beslist is tot het verlenen 120

122 van de subsidie. Het college besliste tevens over te gaan tot de opmaak van een intergemeentelijk erosiebestrijdingsplan samen met de gemeenten Gooik en Lennik. De principiële aanvraag intergemeentelijk erosieplan (gemeente Lennik, gemeente Gooik en gemeente Pepingen) is opgenomen in het investeringsprogramma 2004 van het Vlaams Gewest. Tegen oktober 2004 dient de officiële aanvraag met de aanstelling van de ontwerper aan het Vlaamse Gewest bezorgd worden. De gemeente Lennik is de leidinggevende gemeente, dit wil zeggen dat Lennik de gunningprocedure op zich neemt. De anderen gemeenten zullen wel op regelmatige tijdstippen geïnformeerd worden. Planning Opmaak van het gemeentelijk erosiebestrijdingsplan: knelpunten, visie en concrete acties. Bij het verder uitwerken van het erosiebestrijdingsplan zullen er informatievergaderingen georganiseerd worden, zodat burgers, landbouwers en milieuverenigingen actief kunnen deelnemen aan de opstelling van dit plan. - De erosiestroken van de VLM zullen in het intergemeentelijk erosieplan verwerkt worden. - Stapsgewijze uitvoering van het vooropgesteld erosiebestrijdingplan. Landbouwers kunnen in het kader van erosiebestrijding beheersovereenkomsten afsluiten met de VLM. Nadat de gemeente over een goedgekeurd erosieplan beschikt zal zij nagaan of het financieel haalbaar is, om bovenop het bedrag van de beheersovereenkomst van de VLM een bijkomend supplement te voorzien. Dit supplement mag maximaal 30% van het bedrag van de van de VLM bedragen. Initiatiefnemer Het gemeentebestuur Pepingen, gemeentebestuur Lennik en gemeentebestuur Gooik Betrokken actoren Provincie Vlaams - Brabant, milieudienst gemeente Pepingen, milieudienst gemeente Lennik Doelgroepen Vooral landbouwers Relaties met andere acties W09: Beheersovereenkomsten landbouwers Kostprijs Opmaak erosiebestrijdingsplan voorfinanciering door de gemeente: de opmaak van de erosiebestrijdingsplan is volledig gesubsidieerd door de Vlaamse gemeenschap. Relatie gemeentelijk milieubeleidsplan Actie 30: Bestrijden van bodemerosie door de opmaak van een actieprogramma. Concretisering door aanpassing van de landinrichting, de teelttechniek en de grondbewerking. Samenwerkingsovereenkomst Cluster water niveau 1 artikel Relatie provinciaal milieubeleidsplan Project 6 : Duurzaam waterbeheer Subdoelstelling 3: erosiebestrijding Relatie gewestelijk milieubeleidsplan Project 7: waterbodemverontreiniging 121

123 122

124 2.3. Cluster Natuurlijke entiteiten Inleiding De cluster natuurlijke entiteiten bestaat uit de deelclusters: natuur, landschap, bos en groen. De gemeente Pepingen voert een beleid uit rond elk van de deze deelclusters en dit vanuit een verwevende visie. Binnen elke deelcluster worden belangen en potenties van de andere deelclusters mee afgewogen en ingebracht. Deze integratie is gericht op een hoogwaardige invulling van het te voeren beleid en op het detecteren en vermijden van tegenstrijdigheden. De meerledige integratie rond de cluster natuurlijke entiteiten werd reeds naar voor gebracht in het GNOP (1996) A Gemeentelijk Natuur ontwikkelingsplan Aangezien het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) de laatste jaren de leidraad was en nog steeds is voor het natuur- en milieubeleid in Pepingen, is het noodzakelijk om van de verschillende acties opgenomen in dit plan eerst een stand van zaken op te nemen. AP 1. Oprichting van en GNOP - werkgroep binnen de milieuadviesraad Doelstelling: Binnen de milieuadviesraad wordt een werkgroep opgericht die zich richt op de jaarlijkse selectie, uitvoering en evaluatie van één of meer actieplannen van het GNOP. Zo wordt de aandacht blijvend op het GNOP gevestigd en wordt de gemeente ondersteund bij een aantal taken. Stand van zaken: : In 1997 werd er een opvolgingscommissie opgericht met volgende leden: - de heer Seghers M. - schepen van leefmilieu - de heer Cuypers D. en de heer Truyers G. - vertegenwoordigers van de milieu of natuurorganisaties - de heer Vanhamme R. en de heer Dedobbeleer E. - vertegenwoordigers van landbouworganisaties - de heer Margo - afgevaardigde van het ministerie Vlaamse Gemeenschap - Dienst Bos en Groen - Mevrouw Deeren -Sergoygne A. - vertegenwoordiger van de milieuadviesraad Pepingen - Mevrouw Cammerman N. afgevaardigde van de intergemeentelijke milieudienst Haviland - Mevrouw De Saeger F. gemeentebediende 123

125 Stand van zaken : Deze opvolgingscommissie heeft de volgende acties gerealiseerd. - Ondersteuning opmaak van het bermbeheersplan - Kerkuilen actie - Zwerfvuilactie in samenwerking met de milieuadviesraad - Boomplantactie in samenwerking met de milieuadviesraad Verdere opvolging van de actie: De laatste jaren is deze opvolgingscommissie niet meer actief, de milieu- en duurzaamheidsambtenaar Krista Vanderelst verzorgt de verdere opvolging van het GNOP. AP 2. Bestendigen sensibiliseringswerkgroep milieuraad Doelstelling: De werking van de bestaande sensibiliseringswerkgroep van de milieuadviesraad moet verdergezet worden. Educatie en informatie over het natuur- en milieudomein zijn immers noodzakelijk om het maatschappelijk draagvlak voor het natuur- en milieubeleid te vergroten. De betrokkenheid van de bevolking is erg belangrijk bij de realisatie van de actieplannen van het GNOP. Stand van zaken : De sensibiliseringswerkgroep van de milieuadviesraad is niet meer werkzaam. In de huidige milieuadviesraad is de betrokkenheid en de actiebereidheid van sommige leden bij de acties klein. De sensibilisatieacties rond milieu en natuurprojecten, alsook rond de uitvoering van het GNOP wordt hoofdzakelijk gedragen door de milieu-en duurzaamheidsambtenaar Krista Vanderelst. Verdere opvolging van de actie: Bij de samenstelling van de nieuwe milieuadviesraad, zal de duurzaamheidsambtenaar aan de voorzitter voorstellen om een sensibilisatiewerkgroep op te richten. AP 3a. Toetsen van het gemeentelijk beleid aan ecologische- en milieudoelstellingen bij aanleg van openbaar groen Doelstelling: De gemeente heeft een voorbeeldfunctie naar de bevolking toe. Door het gebruik van inheemse boom- en struiksoorten bij openbaar groen en verkeersgroenaanleg kan zij de landschappelijke en ecologische waarde van streekeigen plantmateriaal promoten. Stand van zaken : - Aanleg Pastorietuin en Vredestuin in Pepingen werd hoofdzakelijk uitgevoerd met streekeigen beplanting. Ecologisch verantwoord beheer openbaar groen omvat: het beheer van groene openbare ruimten op een milieuvriendelijke (natuurvriendelijke) wijze waarbij men tracht aan het publiek te tonen dat het ook anders kan. De Vredestuin vervult zowel een ecologische, economische, recreatieve als landschappelijke functie. De duurzaamheid, de dynamiek en de diversiteit worden verbeterd door het nieuwe beheer. Bij de heraanleg van de Vredestuin en de Pastorietuinen" domineerden sociaal -recreatieve en ecologische overwegingen. Er werd maximaal mogelijk gebruik gemaakt van inheemse planten en nectarplanten. De grasvlakten worden extensiever gemaaid. Deze groene ruimte sluit aan bij het achterliggende landbouwlandschap. 124

126 - Er werd in samenwerking met het regionaal landschap Zenne, Zuun en Zoniën en de vzw Econet een overhoekje in de Ziekenhuisstraat aangelegd. Deze bestaat uit een hooiland, gedeeltelijk omringd door een haag en een houtkant. Verdere opvolging van de actie: Bij de inrichting van de geboorteboomgaard wordt een houtkant, bestaande uit inheemse soorten voorzien. Bij aanplantingen door de gemeente, wordt de aandacht gevestigd op inheems materiaal, dat onderhoudsvriendelijk is ( vb. weinig vatbaar voor ziekten, dichte begroeiing, zodat onkruidgroei weinig kans maakt). AP 3b. Toetsen van het gemeentelijk beleid aan ecologische- en milieudoelstellingen bij opleggen van groenschermen in bouwvergunningen Doelstelling: Verhogen van de ecologische waarde van sier- en moestuinen. Betere integratie van woningen, bedrijven en loodsen in het landschap. Sensibiliserende functie. Stand van zaken :De brochure met voorbeelden van inheemse groenschermen en beplanting rond bedrijfsgebouwen is niet verdeeld bij het verlenen van een bouwvergunning. Deze brochure ging opgesteld worden in samenwerking van de sensibiliseringsgroep van de milieuadviesraad. Groenschermen worden in stedenbouwkundige vergunning opgenomen, indien dit door AROHM wordt opgelegd. AP 3c. Toetsen van het gemeentelijk beleid aan ecologische- en milieudoelstellingen bij bermbeheer Doelstelling: Toepassen van het Bermbesluit. Opstellen van een bermbeheersplan. De verschillende beheersopties binnen een bermbeheersplan kunnen aanleiding geven tot het ontstaan van een meer gevarieerde flora en fauna in de bermen en op de taluds. Stand van zaken : In 1999 werd door de intergemeentelijke milieudienst van de intercommunale Haviland een bermbeheersplan uitgewerkt voor de gemeente Pepingen. Volgende bermen werden gemaaid volgens het maaischema beschreven in het bermbeheersplan: maaien met bosmaaier en vervolgens het maaisel afvoeren (enkel gebeurt bij de INL-ploegen, de hoge personeelskost laat het niet toe om het maaisel van alle bermen op te ruimen), twee maaibeurten (eerste na 15 juni en tweede na 15 september). Volgende bermen werden gemaaid door de INL-ploegen: holle weg met houtkanten in de Donkerstraat - Geynsberg, holle weg met houtkanten in de Brusselstraat (omgeving Hof te Plutsingen) en holle weg met houtkanten in de Grote Baan. De andere bermen worden met de klepelmaaier gemaaid na 15 juni en na 15 september behalve wanneer de begroeiing van de bermen de verkeersveiligheid hindert. Het maaisel blijft ter plaatse liggen. Er werden hierover vanuit de milieuadviesraad en vanuit de milieudienst al vaker opmerkingen gemaakt bij het college. Verdere opvolging van de actie: Vanaf 2005 zal er een budget vrijgemaakt worden om de meest waardevolle bermen te maaien volgens het bermbeheersplan. (Deze actie wordt verder beschreven in E Acties) 125

127 AP 3d. Toetsen van het gemeentelijk beleid aan ecologische- en milieudoelstellingen bij beplanten van wegbermen en holle wegen Doelstelling: Inbrengen van meer natuurwaarden in het landschap. Het omgevende cultuur landschap moet immers zoveel mogelijk natuurelementen bevatten zodat tenminste de verbindingswegen tussen natuurgebieden behouden blijven. Deze ecologische infrastructuur van een landschap maakt het planten en dieren mogelijk te migreren of uit te wijken daar ze op hun weg een geschikte vestigingsplaats, schuilgelegenheid, oriëntatiepunten en/of voedsel kunnen vinden. De aanwezigheid van houtkanten verhoogt tevens de belevingswaarde voor de bewoners en recreanten. Men kan de scholen betrekken bij het planten, zodat de leerlingen onder meer door hun directe betrokkenheid gesensibiliseerd worden. Stand van zaken : - Door het regionaal landschap Zenne Zuun en Zoniën werd voor de gemeente Pepingen en beknopte nota uitgewerkt voor het beheer en onderhoud van de holle wegen. Jaarlijks wordt er met de gemeente afgesproken welke holle wegen de gemeente met eigen arbeiders onderhoudt en welke werken door de INL-ploegen uitgevoerd worden. Het gaat hier in hoofdzaak om hakhoutbeheer en maaibeheer. Samen met de gemeentediensten werd er afgesproken dat voor drie holle wegen ook het bermbeheer door het INL-team wordt gedaan (Brusselstraat, Donkerstraat en Grote Baan).Het betreft eerder kleine holle wegen, waarvan de bedding geasfalteerd werd. De houtkanten zijn over het algemeen goed ontwikkeld. - In samenwerking met Econet en het regionaal landschap Zenne, Zuun en Zoniën,werden bomenrijen aangeplant langsheen de belangrijkste invalswegen van de dorpskernen: Eikstraat (Beert), Hoesnaeck (Pepingen) en Grote Baan (Bellingen). Er werden minder bomen aangeplant dan voorzien, omdat de aangelanden geen toelating gaven om deze bomen te planten. Deze aangeplante bomen zijn in Beert jammer genoeg reeds afgestorven. Voor deze deelgemeenten wordt een nieuwe aanplant gepland. Verdere opvolging van de actie: In samenwerking met de vzw Econet het houthakbeheer verderzetten en uitwerken. AP 3e. Toetsen van het gemeentelijk beleid aan ecologische- en milieudoelstellingen bij voeren van een ecologisch verantwoord waterlopenbeheer Doelstelling: Streven naar een integraal ecologisch beheer van de waterlopen: aandacht hebben voor kwaliteit en kwantiteit, de structuurkenmerken en het oeverbeheer. Stand van zaken : - Het schepencollege heeft in zitting van 15 juni 2004 een code van goede praktijk voor het ruimen van waterlopen goedgekeurd. Deze code werd ter goedkeuring voorgelegd aan de OVAM.( meer info zie 2.2. cluster water - actie W02) - De technische dienst van de gemeente staat in voor het onderhoud van deze waterlopen - er worden géén taluds (al of niet begroeid) afgegraven of geëffend - de ruimingwerken worden verplicht uitgevoerd van stroomafwaarts naar stroomopwaarts - de uitvoering gebeurt enkel tijdens periodes met normale waterstand en bij voldoende(normale) helderheidsgraad van het beekwater - men ruimt enkel tijdens de periode van 1 oktober tot 1 februari en indien noodzakelijk - de grondige ruiming omvat tevens de grondige ruiming van de doorgangen van de waterlopen mbt de overwelfde vlakken 126

128 - In maart 2001 is door het regionaal landschap Zenne Zuun en Zoniën een beleidsondersteunende studie voor afvalwaterzuivering in de gemeente Pepingen uitgevoerd. Op basis van deze studie werden er 2 KWZI projecten ingediend bij de Vlaamse milieumaatschappij voor subsidiëring, namelijk het project Terheugen en het project Zwarte Molen. Deze werden in het subsidiëringprogramma , eerste kwartaal 2005 van de VMM opgenomen.( meer info, zie 2.2. cluster water - actie W03) - De gemeenteraad heeft in zitting van 09 maart 2004 de gemeentelijke premieregeling voor de bouw van individuele afvalwaterzuiveringsinstallaties bij particuliere woningen goedgekeurd. (meer info zie 2.2. cluster water actie W06) - De gemeenteraad heeft in zitting van 15 juli 2004 en in zitting van 5 oktober 2004 de gemeentelijke premie aan particulieren voor afkoppeling van de regenwaterafvoer van het rioleringsnet goedgekeurd. - Toekenning van een gemeentelijke premie aan particulieren voor afkoppeling van de regenwaterafvoer van het rioleringsnet wordt verleend onder bepaalde voorwaarden.( meer info zie 2.2. cluster water actie W06) - Sinds 1997 controleert de intergemeentelijke milieudienst van de intercommunale Haviland op regelmatige tijdstippen (4 x per jaar) de kwaliteit van het oppervlaktewater. (meer info zie 2.2. cluster water - actie W07) Verdere opvolging van de actie: - De bouw en exploitatie van het KWZI project Terheugen met 75 IE uitbreidbaar tot 570 IE ( latere aansluiting van Bogaarden en Bellingen). Het gecollecteerde afvalwater wordt in KWZI in Terheugen gezuiverd. Het gezuiverde water wordt geloosd in de Roskambeek. - De KWZI in Terheugen zal het afvalwater van Bogaarden, Bellingen én dat van Terheugen verwerken. Het aantal IE van Bogaarden is geraamd op 285 IE, Bellingen op 210 IE. De KWZI zal dus 285IE IE + 75IE of 570 IE dienen te verwerken. In de eerste fase zal de KWZI enkel het afvalwater van Terheugen verwerken. - De gemeente Pepingen beschikt over een digitaal geografisch informatie systeem. De bedoeling is dat de particuliere aansluitingen op de openbare riolering hierin op kaart gebracht worden alsook de zuiveringszone A, zuiveringszone B en zuiveringszone C en de particuliere woningen waar een IBA geplaatst is. (Deze actie wordt uitgebreid beschreven in de 2.2 cluster water) AP 3f. Toetsen van het gemeentelijk beleid aan ecologische- en milieudoelstellingen bij aanwerven van groenarbeider Doelstelling: Uitbreiden van de technische dienst. Deze nieuwe kracht zal ingeschakeld worden als groen- en natuurarbeider. Stand van zaken : De gemeente Pepingen werkt sinds 1998 samen met de vzw Econet, waarbij de MiNa- werkers de meeste acties van het GNOP uitvoeren, alsook taken die kaderen binnen milieu- en natuurwerking. Verdere opvolging van de actie: De gemeenteraad heeft in zitting van 10december 2002 de samenwerkingsovereenkomst met de vzw Econet Vlaams- Brabant van de periode goedgekeurd. De aanvraag van de gemeente Pepingen voor toekenning van MiNawerkers in het kader van de samenwerkingsovereenkomst werd gunstig geadviseerd door de Vlaamse Gemeenschap. De gemeente Pepingen kreeg een inhoudelijke goedkeuring voor 1 vte, waarvan 0,7vte via het contingent MINA wordt gehonoreerd en 0,3 vte door de groenjobs. 127

129 AP 4a. Aanbieden plantenpakketten voor hoogstamboomgaarden Doelstelling: Behoud en uitbreiding van de aanwezige hoogstamboomgaarden tot volwaardige biotopen. Uitbreiden van kleine landschapselementen (natuurwaarden) in het landschap. Stand van zaken : - In 1997 en 1999 werden plantenpakketten van hoogstamfruitbomen en haagplanten te koop aangeboden aan de Pepingse bevolking. Deze actie liep in samenwerking met de gemeentelijke milieuadviesraad. Aantal verkochte hoogstam- Halfstam fruitbomen fruitbomen De tentoonstelling oude Pajottenlandse hoogstam fruitrassen vond plaats op zondag 13 oktober 2002 i.s.m. Regionaal Landschap Zenne, Zuun & Zoniën. Samen met de uitnodiging van deze tentoonstelling konden de burgers hoogstamfruitbomen met oude rasvariëteiten bestellen. Verdere opvolging van de actie: - Subsidiereglement uitwerken voor aanplant en onderhoud van streekeigen beplanting en hoogstamfruitbomen AP 4b. Aanbieden plantenpakketten voor hagen en houtkanten Doelstelling: Het ontwikkelen van verbindingselementen in het landschap. Herstel en uitbreiding van kleine landschapselementen. Stand van zaken : - In 1997 en 1999 werden er in samenwerking met de milieuadviesraad plantenpakketten tegen democratische prijzen aangeboden aan de bevolking. Aantal verkochte haagplanten Verdere opvolging van de actie: - Subsidiereglement uitwerken voor aanplant en onderhoud van streekeigen beplanting en hoogstamfruitbomen 128

130 AP 5. Erfbeplanting Doelstelling: Betere integratie van landbouwbedrijven in het landschap. Het inbrengen van kleine landschapselementen (natuurwaarden) in het landschap draagt bij tot de uitstraling van het landbouwbedrijf (visitekaartje) bij de medegebruikers van dit landschap. Stand van zaken : De geïnteresseerde landbouwers kunnen beroep doen op het Regionaal Landschap Zenne, Zuun en Zoniën, die samen met de landbouwers een erfbeplantingsplan opstelt en uitvoert. In Pepingen zijn 3 landbouwbedrijven die hierop beroep gedaan hebben. Twee Pepingse landbouwers deden in 2004 beroep op het RLZZZ om een beplantingsplan op te stellen. Verdere opvolging van de actie: In samenwerking met het regionaal landschap meer ruchtbaarheid geven aan deze mogelijkheid. AP 6. Geboorteboomactie Doelstelling: Een boom symboliseert het leven. Door het schenken of toewijzen van een boom aan gezinnen met een pasgeborene zal het gezin zich meer betrokken voelen bij en respect opbrengen voor de natuur. Stand van zaken : De gemeente Pepingen heeft op dinsdag 12 oktober 2004 volgende percelen, die kadastraal gekend zijn als: Pepingen, 1 ste afdeling, sectie B nrs. 288,289,287c, 287d, 287a, 297d aangekocht om een geboorteboomgaard in te richten. Aangezien de gemeente Pepingen een samenwerkingsakkoord met de vzw Econet ondertekend heeft voor een periode van en zij regelmatig samenwerkt met het regionaal landschap Zenne, Zuun en Zoniën heeft de gemeente ook voor het ontwerp van de inrichting voor de geboorteboomgaard beroep gedaan op het RLZZZ en vzw Econet. De inrichting zal hoofdzakelijk uitgevoerd worden door de INL teams binnen het urenpakket waarop de gemeente recht heeft. Verdere opvolging van de actie: Afbakenen van perceel en aanplanten van houtkanten aan de zijkanten van de geboorteboomgaard en de jaarlijkse aanplant van 12 hoogstamfruitbomen. (deze actie wordt verder uitgewerkt in E Acties) AP 7. Opruimen zwerfvuil en sluikstorten Doelstelling: Opruimen van zwerfvuil en sluikstorten. Sensibilisering. Stand van zaken In 1999 en in 2003 werd er in samenwerking met de milieuadviesraad een zwerfvuilactie georganiseerd. Per deelgemeente werd een subsidie van 250 euro uitgereikt dat verdeeld werd onder de deelnemende verenigingen a rato van het aantal deelnemers per vereniging. Ook de Pepingse scholen namen deel aan de zwerfvuilactie. In 1999 werden volgende hoeveelheden opgehaald: kg In 2003 werden volgende hoeveelheden opgehaald: 397 kg In het kader van de clean teams werd in 2004 door de clean teams ook zwerfvuil opgehaald:65 zakken (van 60 liter)zwerfvuil ingezameld. 129

131 Verdere opvolging van de actie: De zwerfvuilactie met scholen en verenigingen zal om de 2 jaar georganiseerd worden in samenwerking met de gemeentelijke milieuadviesraad. AP 8. Verlenen logistieke steun Doelstelling: Bescherming van biotopen en/of creëren van specifieke levensvoorwaarden voor bepaalde soorten. Stand van zaken De gemeente geeft na het ontvangen van een activiteitenverslag een financiële ondersteuning aan volgende natuurverenigingen: - Vogelvrienden Zennevallei Halle - Dierenbescherming Savu - Aan het regionaal landschap Zenne Zuun en Zoniën ontvangt een financiële steun om de landschapskrant in de gemeente Pepingen te verspreiden Verdere opvolging van de actie: - Het regionaal landschap Zenne Zuun en Zoniën blijven ondersteunen voor de verspreiding van de landschapskrant Specifieke acties opgenomen in GNOP Pepingen Afsluiten van vrijwillige beheersovereenkomsten Doelstelling: In het kader van de bescherming van biotopen en/of de creatie van specifieke levensvoorwaarden voor bepaalde soorten kunnen beheersovereenkomsten op vrijwillige basis afgesloten worden tussen de grondgebruiker (meestal een landbouwer) en de overheid of een andere partij bv. een natuurvereniging. Stand van zaken : In de gemeente Pepingen zijn er nog geen landbouwers die met vrijwillige beheersovereenkomsten werken. De gemeente Pepingen werkt samen met het regionaal landschap Zenne, Zuun en Zoniën om de landbouwers de beheersovereenkomsten aangeboden door de Vlaamse Landmaatschappij te leren kennen. Verdere opvolging van de actie: Geïnteresseerde landbouwers doorverwijzen naar de beheersplanner van het regionaal landschap Zenne, Zuun en Zoniën. (Deze actie wordt verder beschreven in E Acties) Kerkuilen - zwaluw Doelstelling: Creëren van nestgelegenheid in een gebied met een voldoende voedselaanbod. Deze soortgerichte actie kan ook uitgebreid worden naar andere soorten, bv. andere uilen, vleermuizen, zwaluwen, 130

132 Stand van zaken : De gemeente Pepingen steunt sinds 1996 de werking van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen. De gemeenteraad van Pepingen heeft in de zitting van 30/12/ 96 het GNOP-plan goedgekeurd. Tijdens de vergadering van de GNOP-opvolgingscommissie van 20/04/ 99 werd beslist om de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen een subsidie toe te kennen van BEF. Kerkuilwerkgroep Vlaanderen diende hiervoor een project in dat over verschillende jaren werd uitgevoerd. 1. In de kerk te Pepingen werd een nestkamer geconstrueerd (als eerste gemeente in Vlaanderen) en de oude nestkast werd vervangen. 2. In de kerk te Heikruis werd eveneens een nestkamer geconstrueerd met daarin een nieuwe nestkast. 3. In de kerk te Beert werd een nieuwe nestkast geplaatst en werd het zoldertje, waar de nestkast zich bevindt, volledig ontruimd, opgekuist en afgesloten. 4. In de toren Ter Rijst werd vroeger reeds een platformpje geconstrueerd. De toegang tot deze toren werd afgesloten met een deurtje en werd opgekuist. 5. In de schuur van de familie Florijn werd een nestkast opgehangen met hulp van de inwoners. 6. In de schuur van de familie Meyers werd een nestkast geplaatst. 7. In de schuur van de familie Verdoodt werd er een nestkast geplaatst. Het resultaat van al dat werk: In het jaar 2004 verbleven er in Pepingen en zijn deelgemeenten 3 kerkuilkoppels die allen tot broeden kwamen. Deze koppels brachten 15 pulli ter wereld waarvan er spijtig genoeg 2 overleden. Al deze jongen werden geringd met ringen van het Koninklijk Belgisch Instituut Voor Natuurwetenschappen. Een succesverhaal!!! -Aan de landbouwers werd in samenwerking met het regionaal landschap Zenne, Zuun en Zoniën een informerende tekst en een inventarisatiefiche van zwaluwen en kerkuilen bezorgd. Deze actiefiche verscheen tevens in het gemeentelijk informatieblad. (resultaat van deze inventarisatie zie E acties) Verdere opvolging van de actie: In samenwerking met het regionaal landschap worden de resultaten van de inventarisatiefiche bekendgemaakt. In samenwerking met de kerkuilenwerkgroep van Halle en het regionaal landschap Zenne, Zuun en Zoniën zal de gemeente Pepingen nagaan welke acties ze rond soortenbescherming kunnen uitvoeren. Beschermen kassei in Lossestraat Doelstelling: De verharding heeft uiteraard geen echte ecologische functie. Bij het uitvoeren van een verharding moet steeds worden nagegaan of ze werkelijk noodzakelijk is. Zo vormt een onverharde weg vaak een onderdeel van het landschap en heeft naast een verkeersfunctie ook nog een ecologische en cultuurhistorische functie bv. holle wegen. Stand van zaken Bij het uitwerken van de ruilverkaveling Elingen zijn de kasseien gebleven. 131

133 2.3.1 B Ruilverkaveling Elingen Ook de 'ruilverkaveling Elingen' heeft een grote impact op de natuur en het landschap in de gemeente Pepingen. Ruilverkaveling werd in 1956 omschreven als een instrument 'ter behartiging van landbouw - economische belangen. Ruilverkaveling stond in die tijd dan ook uitsluitende ten diensten van de agrarische sector. Doorheen de jaren is het instrument echter danig geëvolueerd en werd het onderworpen aan een expliciete verruiming van doelstellingen. Van een louter op economisch criteria gesteunde methode evolueerde men naar een multisectoriële aanpak waarbij eveneens rekening wordt gehouden met elementen als natuur, landschap, milieu, recreatie, woon- en werkomstandigheden..( D+A Planning bvba - Elingen - startnota MER) In 1989 werd de ruilverkaveling Elingen aangevraagd. Het ruilverkavelingsplan werd definitief goedgekeurd in De meeste werken zijn momenteel reeds uitgevoerd(ontsluiting landbouwwegen, aanleg recreatieve infrastructuur, aanleg rietvelden voor kleinschalige waterzuivering,..). Slechts een aantal maatregelen zoals de aanleg van erosiewervende stroken, aanleg kleine landschapselementen en erfbeplanting moeten nog uitgevoerd worden. Ligging en grenzen Het ruilverkavelingsgebied heeft een oppervlakte van 1868ha en ligt op het grondgebied van de gemeente Pepingen (775 ha), Lennik (463 ha), Gooik (262 ha), St. Pieters Leeuw( 193 ha) en Halle (175 ha). Het zeer landelijke dorpje Elingen is centraal gelegen en schenkt dan ook zijn naam aan dit project. In het zuiden wordt de grens gevormd door de weg Halle - Ninove en in het oosten door de weg Asse - Edingen. De Zuunbeek en Molenbeek vormen de partiële grenzen in het oosten. De grens wordt verder ingetekend door de Baasbergstraat en de Lennikse straat. De noordelijke grens is de Steenstraat, Hallebaan en Meintjesstraat. Belangrijke assen voor het doorgaand verkeer worden gevormd door de wegen Lennik -Halle, over Elingen, en Pepingen - Vlezenbeek, eveneens over Elingen. Daarnaast zijn ook de wegen Palokenstraat en Smissestraat belangrijk daar deze een tracé vormen richting Brussel via St. -Pieters- Leeuw. Meer dan 90% van het blok ligt in het stroomgebied van de Zuunbeek (waterloop 1.017), een zijbeek van de Zenne. Een zeer klein gedeelte van het blok ligt in het stroomgebied van de Kopheibeek of Labbeek (waterloop 1.109). ( D+A Planning bvba - Elingen - startnota MER) Planconcept en uitvoering per thema Ontsluiting: De bestaande veldwegen worden maximaal behouden en als steenslagweg verbeterd of zelfs onverhard gelaten (o.a. holle weg, insteekwegen met beperkte ontsluiting). Op die manier wordt de landbouwontsluiting verbeterd, het sluipverkeer voorkomen en het recreatief medegebruik voor wandelaars, moutainbikers en ruiters gespreid over het hele gebied behouden. Wegen die een groot areaal laagstamboomgaarden ontsluiten worden wel verhard. De nieuwe wegtracés worden steeds in steenslag uitgevoerd. Het betreft zowel verbindingen tussen bestaande insteekwegen als alternatieve wegtracés voor reeds bestaande veldwegen. Wegen die hinderlijk zijn voor herverkaveling worden in cultuur gebracht. Na herverkaveling zal een aantal grazige veldwegen, die voor natuur van belang zijn, verdwijnen. Om dit te compenseren is het bij herverkaveling aangewezen om een aantal weinig verstoorde, grazige insteekwegen opnieuw te creëren. 132

134 Inzake verharding sluit een steenslagweg nog het best aan bij het beeld van een veldweg. Bij niet te intensief gebruik van dit wegtype worden er nog organismen aangetroffen (insecten, kleine zoogdieren), die op hun beurt prooi zijn voor akkerfauna en roofvogels (uilen). Het afremmen van sluipverkeer door de aanleg van semi-verharde wegen beperkt eveneens het aantal verkeersslachtoffers, zoals uilen die laag over de grond vliegen om hun prooi in de bermen te pakken, of amfibieën die vaak de weg oversteken nar hun waterplas om zich voort te planten. In het volledige ruilverkavelingsgebied worden 39,2km bestaande wegen verbeterd en 3,6km nieuwe wegen aangelegd. Het ontsluitingssysteem voor de landbouw bestaat uit ca. 10km insteekwegen. De insteekwegen kunnen ingekort of verlengd worden afhankelijk van de latere herverkaveling. Ook het tracé ligt nog niet voor alle insteekwegen vast (weg met variabele positie). De verharding van de wegen bestaat uit kassei (1,5km), beton (1,2km), asfalt (16,2km) en steenslag (24km).( VLM Ruilverkavelingplan Elingen januari 1997) Uitgevoerde werken in het kader van de ruilverkaveling Elingen inzake ontsluiting: zie bijlage NE 01 Waterbeheer De waterlopen zijn ten gevolge van de verspreide huishoudelijke lozingen zwaar verontreinigd. Aan lozingspunten van kleine bewoningsentiteiten die door de n.v. AQUAFIN volgens het lopend investeringsprogramma van de eerste vijf jaar niet gesaneerd worden, worden in het kader van landschappelijke ingrepen rietvelden aangelegd. Als toegevoegde waarde zullen die de waterkwaliteit aanzienlijk verbeteren. Op die manier worden op de zijlopen enkele knelpunten van waterverontreiniging opgelost, wat de potentie voor waterorganismen vergroot. De rietvelden worden om landschappelijke redenen in de valleien ingeplant, en zo dicht mogelijk bij het lozingspunt. Alle aanwezige (veedrink)poelen worden behouden vanwege hun belang voor de herpetofauna. Onderhoud van bestaande poelen en omliggende vegetaties is mogelijk via beheersovereenkomsten. Nieuwe poelen worden aangelegd in de graslanden en ruigtes voor natuurtechnische inrichting en beheer. Zij worden later overgedragen aan een openbaar bestuur. Aanleg van nieuwe poelen is eveneens mogelijk in de zones voor beheersovereenkomsten en in het kader van erfbeplantingsacties. Bij de aanleg van poelen dient rekening te worden gehouden met de dispersiemogelijkheden van amfibieën vanuit bestaande waterpartijen. ( VLM Ruilverkavelingplan Elingen januari 1997). Ter hoogte van de Borrestraat werd een rietveld aangelegd met een capaciteit van 300IE. Het afvalwater komt eerst in een bezinkingsbekken terecht. In dit bekken zakken de vaste deeltjes naar de bodem. Vervolgens wordt het water door brede sloten gestuurd die met het riet beplant zijn. Op de rietstengels leven talloze bacteriën die de afvalstoffen afbreken. Het water blijft ongeveer 10 dagen in het rietveld alvorens het voldoende gezuiverd is en in de beek geloosd kan worden. ( VLM- ruilverkavelingskrant) De aanleg van de rietvelden ging gepaard met een natuurtechnische inrichting van de percelen. (o.a. aanlag van oeverstroken, houtkanten, overhoeken en verhoging van grondwaterpeil).( VLMruilverkavelingskrant) Tot midden 2006 zal het onderhoud van het rietveld uitgevoerd worden door het ruilverkavelingscomité, daarna wordt het overgedragen naar de gemeente Pepingen. 133

135 Landbouw Het grondgebruik binnen de gemeenten Pepingen, Lennik, Gooik Sint Pieters Leeuw en Halle is gemengd. Grasland, granen, maïs, suikerbieten en aardappelen vormen de belangrijkste teelten. De productie-inrichtingen die in het ruilverkavelingsblok onderscheiden worden zijn; akkerbouw (extensieve tuinbouw inbegrepen), melkvee, veredeling, fruitteelt en andere. Binnen het blok worden een 98- tal bedrijven geteld. Ieder bedrijf wordt ondergebracht binnen een welbepaald bedrijfstype. Meer dan de helft van de bedrijven behoren tot het bedrijfstype melkvee. Opvallend is het groot aantal gemengde bedrijfsvoeringen binnen het type melkvee. De fruitteeltbedrijven (5% van het aantal bedrijven) zijn daarentegen sterk specialistisch van aard. De bedrijven met mestoverschotten behoren tot het veredelingsbedrijfstype (7% van het aantal bedrijven). Het mestveetype vormt de uitgangspoort uit de landbouw (15% van het aantal bedrijven). De bedrijven binnen dit type behoorden in het verleden tot het bedrijfstype melkvee. Tot het bedrijfstype andere (8% van het aantal bedrijven) behoren de hobbyboeren en de bedrijven die reeds stopten maar toch nog een aantal hectaren in loonwerk laten bewerken. Voor wat de bodemgeschiktheid van de landbouwgronden betreft is 77% van het areaal zeer geschikt voor akkerbouw, grove groenten of grasland. Zo n 10% van het areaal is slechts matig tot niet geschikt voor nagenoeg alle teelten (vooral binnen de valleien). Het agrarische bodemgebruik bestaat binnen het ruilverkavelingsblok voor 52% uit akkerbouw en 29% uit grasland. ( VLM Ruilverkavelingplan Elingen januari 1997). Natuur en landschapszorg Alle bossen worden behouden. Naast de ecologische (bosflora, avifauna) en landschappelijke (gesloten valleien) argumenten speelt eveneens de kostprijs van het in cultuur brengen van bosgronden een rol. Ook de ruigte en het struweel in de verlaten steenbakkerij te lelingen wordt als te behouden landschapselement op het plan ingekleurd. Alle waardevolle boomgaarden blijven een vast perceel, maar ook de (ijle) boomgaardrelicten die in een huiskavel gelegen zijn of die behoren tot éénpercelige gebruikers blijven behouden. Het ontwikkelen van lijnvormig begroeiing in het akkergebied gebeurt voor het verbinden van geïsoleerde natuur, evenals voor het versterken van aanwezige landschapselementen. Wat het aanplanten van de begroeiing betreft wordt afgestapt van het idee om in het open gebied langs de wegen opnieuw bomenrijen aan te brengen. De nieuwe aanplantingen worden vooral gerealiseerd op en langs taluds en bestaan om ecologische redenen vooral uit houtkanten met struweel- (o.a. sleedoorn, hazelaar) en boomvormende soorten onder een hakhoutbeheer (eik, es en iep), omdat ze vaak grenzen aan akkerland. Niet alle taluds dienen beplant te worden, want grazige taluds hebben hun betekenis voor akkerfauna. Bij holle wegen worden voor de ontwikkeling van een meer waardevolle kruidenvegetatie verhoogde en beplante schouders aan de bovenzijde van het talud aangelegd. Langs enkele wegen worden populierenrijen met ondergroei van struweel aangeplant. In de valleien krijgen de knotwilgenrijen als beplantingstype de voorkeur. De aan te leggen groenstroken bevinden zich langs bestaande grenzen gevormd voor de herverkaveling. Om het later uit te voeren beheer (hakhout) te vereenvoudigen, worden de groenstroken zoveel mogelijk gekoppeld aan de natuurtechnisch te beheren ruigtes en graslanden. In het volledige ruilverkavelingsgebied zullen zo n 38ha natuurwaardevolle gronden worden verworven voor natuurtechnisch beheer. Hiervan bestaat 14ha uit grasland en ruigte, 12,8ha uit bestaande bossen en komt 11,2 ha voor bosontwikkeling. Er worden 3 beplantingsstroken van 10m breed aangelegd met een totale lengte van 1,9km. De grote entiteiten voor natuurtechnisch beheer, in totaal 27,1ha, worden toebedeeld aan het Vlaamse Gewest (Geynsberg, Zuunbeekvallei, Pelikaan, Ganzenveldbeek- en Brugbeekvallei). De kleine entiteiten, met een totale oppervlakte van 10,9ha, worden samen met de aan te leggen groenstroken overgedragen aan de lokale overheden. 134

136 In het openbaar domein van wegen en waterlopen worden 40 puntvormige en 10,3km lijnvormige begroeiing behouden. Tevens worden 7,1km struiken en bomen aangeplant. De in privé-domein te behouden landschapselementen bestaan uit 180 bomen en bomengroepen, 46,2km begroeiing en 124,3ha ruigte, struweel, bos en hoogstamboomgaard. Zo n 9,9km lijnvormige begroeiing (6km bomen-, 1,7km knotbomen- en 1,1km struikenrijen, en 1,1km houtkanten) zijn niet als te behouden op het plan aangeduid. Van 57,8km bestaande taluds worden er 56,7 km behouden als landschapselement. ( VLM Ruilverkavelingplan Elingen januari 1997). De maatregelen tot landinrichting (MLI s) op het grondgebied van Pepingen zijn aangeduid op bijlage NE 02 en zullen aangelegd worden vanaf eind De MLI s in Pepingen (P2, P3, P4, P5) zullen worden toebedeeld aan afdeling Natuur en zijn gesitueerd aan de Geynsberg. De VLM maakt voor het beheer van de percelen/groenelementen die toegewezen worden aan het Pepings bestuur tegen eind 2005 een beheersplan op. Het beheersplan omvat enerzijds een overzichtskaart van alle in de ruilverkaveling aangeplante begroeiing, de wegen in openbaar domein, de waterlopen in openbaar domein en de maatregelen tot landinrichting per eigenaar. Anderzijds wordt een tekstbundel opgesteld met een overzicht van de beheersmaatregelen per vegetatietype en per landschapselement. Recreatie: Wegens het groot aantal woningen in alle gemeenten is er veel aandacht besteed aan de uitbouw van de goede recreatieve infrastructuur. Door de realisatie van een noord-zuid wandelas en door de wandelpaden gedeeltelijk te traceren op landbouwwegen, worden de wandelmogelijkheden in het gebied enorm verbeterd. Het recreatief medegebruik van de landbouwwegen door wandelaars, mountainbikers en fieters wordt vergroot door de steenslagwegen af te werken met een bovenlaag van fijn steenslag. Om het autoverkeer in deze landbouwwegen tegen te gaan zullen er kartersluizen geplaatst worden. Naast de verbetering van de bestaande wandelcircuits zijn op een aantal plaatsen ook nieuwe wandelwegen aangelegd. Dit is onder meer het geval in de nabijheid van de grens Halle - Pepingen. Aan de zuidwestzijde van de Brugbeek wordt een wandelpad aangelegd. Bij de tracering van de paden is gezorgd voor een goede landschappelijke integratie. Zo liggen de paden bijvoorbeeld aan de boven- of onderzijde van een bestaand talud. De beslotenheid van een beekvallei of een holle weg wordt afgewisseld met vergezichten van op de belangrijkste wegen. Ter hoogte van de Geynsberg werd er tussen de Beringenbeek en de Karenbergbeek een knuppelpad (pad met houten loopplanken) aangelegd. Het wandelpad dwarst de natte knotwilgen en houtkanten die op de perceelsranden en langs de waterlopen werden aangeplant. ( VLM- ruilverkavelingskrant) Herverkaveling en kavelinrichting Ongeveer 23,2ha is als vaste kavel (recreatiepercelen, laagstamboomgaarden) aangeduid. Deze zone voor vrijwillige beheersovereenkomsten met het oog op permanente grasland en kleine landschapselementen (145ha) bestrijkt de beekvalleien, met uitzondering van de bossen, boomgaarden en de toekomstige private percelen voor een openbaar bestuur. Deze zone voor herverkaveling en kavelinrichting bedraagt ca. 1470ha. Bij het herverkavelen in het open akkerbouwgebied dient gezorgd te worden voor het behoud of de vorming van stroken en overhoekjes ten voordele van akkerfauna (bv. gronden in eigendom van wildbeheerseenheden, extensief gebruikte insteekwegen). In het kader van de ruilverkaveling wordt geen drainage uitgevoerd. ( VLM Ruilverkavelingplan Elingen januari 1997). 135

137 2.3.2 Natuur A Beleidskader - Het Bermbesluit van 27 juni 1984 geeft richtlijnen omtrent het beheer van bermen en taluds langs wegen, waterlopen en spoorwegen. - Het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, met wijzigingen van 9 juli 2002 en uitvoeringsbesluiten betreft onder meer het wijzigen van vegetaties en kleine landschapselementen, beheersovereenkomsten. - De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling biedt aan de gemeente een financiële ondersteuning voor natuuracties in principe 50%. - De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling fase biedt aan de gemeente een financiële ondersteuning voor natuuracties in principe 50%. - Het provinciaal natuurbeleid (met het provinciaal milieubeleidsplan ) biedt de gemeenten samenwerkingsprojecten, ondersteuning (o.m. betoelaging van gemeentelijke natuurprojecten), sensibilisatie, vorming en informatie. De provincie behandelt ook de natuurvergunningsaanvragen van de gemeenten. - De afbakening van het VEN (gedeeltelijk gerealiseerd) en van het IVON en de verbindingsgebieden (afbakening te verwachten binnen de planperiode van onderhavig GMB). - Het GNOP-Pepingen (goedgekeurd door de gemeenteraad op 30/12/1996) bevat beleids- en beheersdoelstellingen in algemene zin m.b.t. de bijzonderste biotopen en de specifieke faunaen flora-elementen te Pepingen, en anderzijds gebiedsgerichte beleids- en beheersdoelstellingen voor vrijwel het gehele open ruimtegebied van de gemeente. - In 1999 werd door de intergemeentelijke milieudienst van de intercommunale Haviland een bermbeheersplan uitgewerkt voor de gemeente Pepingen. Het regionaal landschap Zenne, Zuun en Zoniën hebben voor de gemeente Pepingen een beknopte nota uitgewerkt voor het beheer en onderhoud van de holle wegen, hakhout en bermbeheer.de afbakening van speciale beschermingzones ingevolge EU richtlijn voor bescherming van vogels en habitats (vogelrichtlijngebieden habitatrichtlijngebieden). - Het regionaal landschap Zenne - Zuun en Zoniën, dat initiatieven neemt en ondersteunt en draagvlakverbredend werkt. - De vzw Econet, dat initiatieven mee ondersteunt en uitwerkt. - Uitvoeringsbesluit beheersovereenkomsten - De Vlaamse Landmaatschappij uitvoering Ruilverkaveling Elingen Plandoelstellingen Vlaams gewest gezamenlijk streefdoel Het Vlaams milieubeleidsplan voorziet rond dit thema volgende bindende doelstellingen - Oppervlakte met ecologische waarde doen toenemen - Afbakening van ha VEN en ha natuurverwevingsgebieden - Een stijging van oppervlakte natuurgebied met ha - Inrichten van ha natuur via natuurinrichting, bosuitbreiding en natuurontwikkeling - Natuurgerichte milieukwaliteit verhogen: milieukwaliteit afstemmen op de ecologische vereisten van de kwetsbare soorten en habitats in het VEN, de groen-, park- en bosgebieden en speciale beschermingszones. - Bevorderen van de mogelijkheden van migratie tussen en binnen leefgebieden voor bepaalde (land)doelsoorten. - Het soortenbeleid versterken: stopzetten van het verlies aan biodiversiteit door effectieve soortenbescherming. 136

138 - Samenwerking met doelgroepen versterken en draagvlak verhogen o.a. via beheersovereenkomsten en wildbeheerseenheden - Samenwerking met lokale besturen versterken B Beschrijving Natuurbescherming op gemeentelijk vlak impliceert respect voor de biologische diversiteit. Biologische diversiteit heeft te maken met de variabiliteit onder de levende organismen van allerlei herkomst, met inbegrip van onder andere terrestrische, mariene en andere aquatische ecosystemen en de ecologische complexen waarvan zij deel uitmaken; dit omvat mede de diversiteit binnen soorten, tussen soorten en de ecosystemen. Op elk niveau hebben veranderingen plaatsgevonden: op langere termijn verwenen soorten en kwamen andere tot ontwikkeling. Het evenwicht tussen die processen is de voorbije eeuw door het menselijk handelen ingrijpend verstoord. Biodiversiteit hangt samen met het grondgebruik; met de ruimte die de natuur daarbij behoudt en met de milieukwaliteit. Verlies aan biodiversiteit wordt zowel veroorzaakt door kwantitatieve (door het innemen van natuurlijke ruimte met versnippering als gevolg) als door kwalitatieve verstoringen (bv. door verzuring, vermesting, verdroging, hinder.) Het Vlaams Gewest staat in voor de afbakening van het Vlaams ecologisch netwerk, de natuurverwevings-gebieden en het Europees Natura 2000 netwerk. De provincie staat in voor de afbakening van de natuurverbindingsgebieden. Er wordt verwacht dat de gemeenten een taak opnemen m.b.t. de lokale natuurelementen, instaan voor het toezicht op en het behandelen van natuurvergunningen en het opvolgen en integreren van de zorgplicht. Zij kunnen ook een rol spelen in het welvaren van grotere, tot internationaal belangrijke natuurgebieden. Het lokaal natuurbeleid van gemeenten kan wezenlijk bijdragen tot de vorming en invulling van grotere netwerken (o.m. door de zorg voor het netwerk van lijnen en linten in het landschap en het goede beheer van gemeentelijke domeinen), de bescherming van kwetsbare soorten en tot het invullen van de sociale functie van natuur. De gemeente Pepingen voert haar beleid rond natuur zowel autonoom op eigen initiatief als inspelend, aanvullend of samenwerkend met gewestelijke of provinciale acties. De gemeente Pepingen voert voornamelijk een landschaps- en natuurbeleid uit dat streeft naar de bescherming,de ontwikkeling, het beheer en het herstel van de natuur en natuurlijk milieu en probeert de natuurkwaliteit te handhaven of te herstellen tot de vereiste natuur- en milieukwaliteit. Daar Pepingen een gemeente is waar de landbouw economisch belangrijk is, is natuur en milieukwaliteit voornamelijk gericht op het behoud, herstel en ontwikkeling. Bij de uitvoering hiervan wil de gemeente een zo breed mogelijk maatschappelijk vlak creëren met stimulering van educatie en voorlichting van de bevolking terzake enerzijds, anderzijds dient er bij de uitvoering rekening gehouden te worden met de sociale, economische en maatschappelijke aspecten. Verder probeert de gemeente Pepingen de natuurwaarden die nog in de gemeente aanwezig zijn, te behouden en verder te ontwikkelen. Om de natuurwaarden verder te ontwikkelen, voert ze de acties, opgenomen in het GNOP, geleidelijk uit en dit in samenwerking met INL-ploegen. Vanuit het oogpunt natuur wordt aandacht besteed aan beekvalleien, oude boskernen, netwerkstructuren van kleine landschapselementen, aanwezige herpeto- en akkerfauna. De landschapsfauna spitst zich toe op het versterken van de landschappelijke hoofdstructuur (open ruggen en gesloten valleien) en het behoud en de uitbouw van de typische landschapskenmerken van het Pajottenland (holle wegen, taluds, hagen en hoogstamboomgaarden). Het behoud en de ontwikkeling van een netwerkstructuur van kleine landschapselementen is niet alleen van belang vanuit landschappelijk oogpunt, maar ook omwille van de verbindingsfunctie, nestgelegenheid en voedselaanbod voor verschillende organismen. 137

139 In de valleien worden van alle punt- en lijnvormige begroeiingen, ongeacht het type, de fysische conditie en de landschappelijke waarde behouden. Buiten de valleien beperkt het behoud van deze begroeiing zich tot landschappelijk waardevolle meidoornhagen, de voor steenuil als nestgelegenheid gebruikte knotwilgen, evenals de begroeiing binnen huiskavels, langs wegen en sloten en op de behouden taluds. Te fragmentaire begroeiingslijnen en populierenrijen (grotere vervangbaarheid) worden met het oog op de latere herverkaveling en de optie vrijwaren van het open gebied op de ruggen niet behouden. VEN- gebieden in de gemeente Pepingen 138

Gemeente Kampenhout MILIEUJAARPROGRAMMA 2005

Gemeente Kampenhout MILIEUJAARPROGRAMMA 2005 Gemeente Kampenhout *************************************************************************** *************************************************************************** MILIEUJAARPROGRAMMA 2005 ***************************************************************************

Nadere informatie

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur Artikel 1. Oprichting Het gemeentebestuur richt, op initiatief van de milieuverenigingen van Dilbeek, een gemeentelijke adviesraad voor milieu en

Nadere informatie

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007 1/6 AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007 STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING MET BETREKKING TOT HET OVERWELVEN VAN BAANGRACHTEN Toelichting In de huidige gemeentelijke stedenbouwkundige

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

Milieubeleidsplan 2006-2010

Milieubeleidsplan 2006-2010 Provincie Vlaams-Brabant Gemeente Drogenbos Milieubeleidsplan 2006-2010 Opdrachtgever: Opdrachthouder: Gemeente Drogenbos Haviland, Intercommunale Grote Baan 222 Brusselsesteenweg 617 1620 DROGENBOS 1731

Nadere informatie

Leeswijzer cluster Hinder. Onderdeel van de handleiding 2005-2007. Cluster Hinder

Leeswijzer cluster Hinder. Onderdeel van de handleiding 2005-2007. Cluster Hinder Leeswijzer cluster Hinder Cluster Hinder Samenwerkingsovereenkomst. 'Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling.' Uitvoeringsfase 2005-2007 Toelichting Leeswijzer. De leeswijzer is een onderdeel van

Nadere informatie

Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van

Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van Versie 01.07.2015 Aanleiding Hoe kwam dit initiatief tot stand? N aar aanleiding van de dodelijke verkeersongevallen tijdens het oogstseizoen van het jaar 2000

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v)

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v) Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v) Graad Deskundige (m/v) Functietitel Deskundige Milieu (m/v) Doelstelling van de functie Als Deskundige Milieu adviseert u de milieuvergunningen die op het grondgebied

Nadere informatie

BASISNIVEAU verwijzing MJP

BASISNIVEAU verwijzing MJP Bijlage ALGEMEEN - Gemeenten Index Milieujaarprogramma 214 (rapportering 213) Samenwerkingsovereenkomst 28-213 Opgelet: voor de uitgevoerde acties op onderscheidingsniveau is een apart tabblad voorzien.

Nadere informatie

De Gemeenteraad, In openbare vergadering,

De Gemeenteraad, In openbare vergadering, STATUTEN MILIEURAAD De Gemeenteraad, In openbare vergadering, Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 22 maart 2004 houdende wijzigingen van de statuten van de milieuraad ingevolge richtlijnen vastgelegd

Nadere informatie

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) 8 september 2015 Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 We betrekken zo veel als mogelijk de lokale besturen bij het erfgoedbeleid en bij de maatregelen die

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT MILIEURAAD (goedgekeurd gemeenteraad 10 juni 2013)

HUISHOUDELIJK REGLEMENT MILIEURAAD (goedgekeurd gemeenteraad 10 juni 2013) HUISHOUDELIJK REGLEMENT MILIEURAAD (goedgekeurd gemeenteraad 10 juni 2013) Gelet op artikel 4 van de overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de gemeente over het gemeentelijke milieu en natuurbeleid,

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Kluisbergen. Gecoördineerde ontwerpversie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Kluisbergen. Gecoördineerde ontwerpversie Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kluisbergen Gecoördineerde ontwerpversie opgemaakt door: TECHNUM nv Afd RUIMTELIJKE PLANNING KORTRIJKSESTEENWEG 1144 A 9051 GENT Tel 09/240.09.11 Fax 09/240.09.00

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan procesnota 1 Procesnota 1 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Overlegstructuur... 4 2.1 Planteam...

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan de beleidscoördinator grondgebiedszaken.

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan de beleidscoördinator grondgebiedszaken. Functie Graadnaam: deskundige Functienaam: Duurzaamheidsambtenaar Functionele loopbaan: B1-B3 Code: Afdeling: Grondgebiedzaken Dienst: Milieu Subdienst: FB-07-14-b Doel van de entiteit De afdeling grondgebiedzaken

Nadere informatie

Amendementen. op het ontwerp van decreet

Amendementen. op het ontwerp van decreet ingediend op 687 (2015-2016) Nr. 2 23 mei 2016 (2015-2016) Amendementen op het ontwerp van decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage

Nadere informatie

COLOFON. Intergemeentelijke Milieudienst Interleuven. Verantwoordelijke uitgever: Gemeentebestuur Tremelo Veldonkstraat 1 3120 Tremelo

COLOFON. Intergemeentelijke Milieudienst Interleuven. Verantwoordelijke uitgever: Gemeentebestuur Tremelo Veldonkstraat 1 3120 Tremelo Milieubeleidsplan 2011-2015 Tremelo COLOFON Opdrachthouder: Uitvoerders: Intergemeentelijke Milieudienst Interleuven Frieda Stroobans Verantwoordelijke uitgever: Gemeentebestuur Tremelo Veldonkstraat 1

Nadere informatie

Gemeentelijke milieuraden: wat met de nieuwe legislatuur?

Gemeentelijke milieuraden: wat met de nieuwe legislatuur? Gemeentelijke milieuraden: wat met de nieuwe legislatuur? Lokale milieuraden zijn een goed instrument om de verschillende belangengroepen, en in het bijzonder de milieubeweging, inspraak te geven bij het

Nadere informatie

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout. ERKENNING EN ZETEL Artikel 1. De gemeentelijke Sportraad wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012, zijnde het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren

Nadere informatie

Gemeentelijk Milieubeleidsplan Zwevegem Bouwen aan landschap en milieu

Gemeentelijk Milieubeleidsplan Zwevegem Bouwen aan landschap en milieu Gemeentelijk Milieubeleidsplan Zwevegem 2010 2015 Bouwen aan landschap en milieu Brochure bij het milieubeleidsplan 2010-2015 Inleiding: Wat is een milieubeleidsplan? Het milieubeleidsplan 2010-2015 is

Nadere informatie

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12 Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan procesnota 1 Procesnota 1 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Overlegstructuur... 4 2.1 Planteam...

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Infomoment voor beleidsverantwoordelijken DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE

Omgevingsvergunning. Infomoment voor beleidsverantwoordelijken DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE Omgevingsvergunning Infomoment voor beleidsverantwoordelijken DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN Inleiding DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE DEPARTEMENT RUIMTE

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Intekening en rapportering

Samenwerkingsovereenkomst Intekening en rapportering Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Intekening en rapportering 3 niveau s (basis, onderscheiding, projecten) Jaarlijks ondertekenen Voor 2012 - basis GR 06/12/2011 Jaarlijks

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN

GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN GEMEENTE BEVEREN GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 2006-2010 Tekstdeel BODEMKUNDIGE DIENST VAN BELGIE vzw W. de Croylaan 48 3001 Leuven-Heverlee INTERGEMEENTELIJK SAMENWERKINGSVERBAND VAN HET LAND VAN WAAS

Nadere informatie

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3 1.1. WETGEVING 1.1.1. INLEIDING I Een overzicht geven van alle wetgeving in verband met milieu is haast onbegonnen werk. Hieronder wordt de belangrijkste milieuwetgeving per thema weergegeven. In voorkomend

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 april 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Nota Ruimte. Ontwerp Nota Ruimte. Goedkeuring.

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROCESNOTA Colofon

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROCESNOTA Colofon GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN PROCESNOTA Colofon Opdrachtgever Gemeente Rotselaar Opdrachthouder TV iris consulting - STABO Projectleiding Dirk Lauwers Marc Nysten Projectmedewerkers Gunter Gonnissen

Nadere informatie

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen BIJLAGE 2 Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Dit decreet wil onder meer de ontwikkeling van een lokaal ouderenbeleid

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Zelzate-Zuid

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Zelzate-Zuid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan Zelzate-Zuid DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.3.1, artikel

Nadere informatie

De melding heeft betrekking op een terrein gelegen te Hofmeierlaan Brugge, kadastraal gekend in BRUGGE 18 AFD/DEEL ST-KRUIS, sectie B, 0279H

De melding heeft betrekking op een terrein gelegen te Hofmeierlaan Brugge, kadastraal gekend in BRUGGE 18 AFD/DEEL ST-KRUIS, sectie B, 0279H OMG referentie: OMV_2019014507 Inrichtingsnummer: 20190204-0025 Besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 11 maart 2019 tot aktename van de melding klasse 3 van Het Bouwhuis bvba voor een

Nadere informatie

Overzicht gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening - GECORO

Overzicht gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening - GECORO Overzicht gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening - GECORO Door de invoering van het decreet ruimtelijke ordening moeten alle gemeenten een adviescommissie voor ruimtelijke ordening oprichten.

Nadere informatie

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING

Nadere informatie

gemeente zwevegem RUP Transfo herziening A procesnota april 2019, fase startnota

gemeente zwevegem RUP Transfo herziening A procesnota april 2019, fase startnota gemeente zwevegem RUP Transfo herziening A procesnota april 2019, fase startnota Colofon Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56

Nadere informatie

De omgevingsvergunning komt eraan!

De omgevingsvergunning komt eraan! De omgevingsvergunning komt eraan! Sessie : vergunning Werner Van Hoof teammanager gebiedsontwikkeling VVSG studiedag : 23 november 2011 Dienstverlenende vereniging Opgericht in 1973, sinds 2003 intercommunale

Nadere informatie

Zitting van 5 maart 2008

Zitting van 5 maart 2008 PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE 1540 HERNE Zitting van 5 maart 2008 Aanwezig POELAERT Kris, burgemeester-voorzitter BOMBAERT Marc, VANDENNEUCKER Lieven, DEVRIESE Marie-Louise, DIERICKX Jean-Marie, RICOUR

Nadere informatie

OVERZICHT ACTIES EN PROJECTEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST 2008

OVERZICHT ACTIES EN PROJECTEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST 2008 OVERZICHT ACTIES EN PROJECTEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST 008 Zwart : basis is verplicht Rood: onderscheidingsniveau jaarlijks terugkerend (vast aantal punten) Groen: occasionele acties THEMA PUNTEN INSTRUMENTARIUM..

Nadere informatie

1. De gemeente... 3. 2. Instrumentarium... 4

1. De gemeente... 3. 2. Instrumentarium... 4 Inhoud 1. De gemeente... 3 2. Instrumentarium... 4 2.1 Beleidsinstrumenten... 4 2.1.1 Milieubeleidsplan / Milieujaarprogramma... 4 2.1.2 Samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling...

Nadere informatie

Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel

Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel Jaarverslag 2006 Inhoudstafel 1. De beleidsdomeinen van de Interlokale Vereniging in 2006 3 2. Partners van de Interlokale Vereniging in 2006 3 3. Uitgevoerde opdrachten

Nadere informatie

De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets

De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets De evaluatie van het instrument watertoets 1. Situering van de watertoets 2. Eerste evaluatie in 2010 en

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies nummer 06/04 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 1 februari 2006;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies nummer 06/04 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 1 februari 2006; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Stad harelbeke RUP bavikhove dorp west PROCESNOTA. april 2019, definitief vastgeteld

Stad harelbeke RUP bavikhove dorp west PROCESNOTA. april 2019, definitief vastgeteld Stad harelbeke RUP bavikhove dorp west PROCESNOTA april 2019, definitief vastgeteld Colofon Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32

Nadere informatie

Bijlage 5: Decretale bepalingen beleidsparticipatie

Bijlage 5: Decretale bepalingen beleidsparticipatie Bijlage 5: Decretale bepalingen beleidsparticipatie Versie VVSG 19 februari 2018 VVSG geeft een overzicht van de decretale bepalingen over beleidsparticipatie voor lokale besturen. Welke beleidsparticipatie

Nadere informatie

Gemeente Kampenhout ONTWERP GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN

Gemeente Kampenhout ONTWERP GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN Gemeente Kampenhout ONTWERP GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 2005-2009 LIMBURG VLAAMS-BRABANT Herckenrodesingel 101 Domeinstraat 11A 3500 HASSELT 3010 KESSEL-LO tel: 011/26.08.70 fax: 011/26.08.80 tel: 016/89.34.40

Nadere informatie

gemeente SPIERE-HELKIJN RUP LANDSCHAPSAFWERKING procesnota juli 2018, start

gemeente SPIERE-HELKIJN RUP LANDSCHAPSAFWERKING procesnota juli 2018, start gemeente SPIERE-HELKIJN RUP LANDSCHAPSAFWERKING procesnota juli 2018, start Colofon Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24

Nadere informatie

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem 06426 Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem mei 2019 procesnota - fase startnota plan.id. RUP_37011_214_00009_00001 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E wvi@wvi.be

Nadere informatie

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001 RUP Decof Procesnota Fase: Startnota Mei 2017 Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001 Opgemaakt door: Pieter Himpe, ruimtelijk planner Nagekeken door: Joachim D eigens, ruimtelijk planner RUP Decof : Procesnota

Nadere informatie

23 DECEMBER 2011. - Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

23 DECEMBER 2011. - Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen 23 DECEMBER 2011. - Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen Afdeling 3. - Huishoudelijke afvalstoffen (in werking sinds 1 juni 2012) Art. 26. Elke gemeente draagt

Nadere informatie

Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke

Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke 2005-2009 december 2004, ontwerp Colofon Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal Opdrachtgever: Gemeente Harelbeke Projectleiding en coördinatie:

Nadere informatie

42742 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

42742 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 42742 BELGISCH STAATSBLAD 04.06.2004 Ed. 2 MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2004 1974 [C 2004/35658] 2 APRIL 2004. Besluit van de Vlaamse regering tot invoering van het integrale

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

gemeente zwevegem RUP De Geit november 2018, procesnota, fase scoping

gemeente zwevegem RUP De Geit november 2018, procesnota, fase scoping gemeente zwevegem RUP De Geit november 2018, procesnota, fase scoping Colofon Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16 16

Nadere informatie

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR Naam, duur en zetel Artikel 1 1. Op 26 mei 1992 werd in de gemeente Beveren een adviesraad opgericht met als naam "Gemeentelijke Adviesraad voor

Nadere informatie

gemeente lendelede RUP site neirynck procesnota april 2019, procesnota

gemeente lendelede RUP site neirynck procesnota april 2019, procesnota gemeente lendelede RUP site neirynck procesnota april 2019, procesnota Colofon Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16 16

Nadere informatie

REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE MILIEUADVIESRAAD VAN DE GEMEENTE GLABBEEK Aangepaste versie

REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE MILIEUADVIESRAAD VAN DE GEMEENTE GLABBEEK Aangepaste versie REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE MILIEUADVIESRAAD VAN DE GEMEENTE GLABBEEK Aangepaste versie 2018-2025 Artikel 1: De gemeentelijke milieuadviesraad, afgekort als MAR-Glabbeek, is een door het gemeentebestuur

Nadere informatie

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3 INHOUDSOPGAVE DEEL I. BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3 HOOFDSTUK II. DE BRONNEN VAN HET (MILIEUHYGIËNE) RECHT 4 1. Overzicht 4 2. Kenbronnen

Nadere informatie

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit De gemeenteraad Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 25 januari 2016 Besluit nummer: 2016_GR_00029 Onderwerp: Definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP nr. 164 Wonen

Nadere informatie

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities BIJLAGE 3 Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) Het Lokaal Sociaal Beleid heeft als doel de sociale grondrechten voor iedereen te realiseren. Via de opmaak

Nadere informatie

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Somtrans. Procesnota Dossier WIJ1024

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Somtrans. Procesnota Dossier WIJ1024 Gemeente Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Somtrans Procesnota Dossier WIJ1024 Mei 2019 Provincie: Gemeente Opdrachtgever: Ontwerper: Dossiergegevens: Antwerpen Gemeentebestuur van Turnhoutsebaan

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

TOELICHTENDE NOTA. Vergadering van de gemeenteraad van 22 maart Goedkeuring notulen van de vorige vergadering

TOELICHTENDE NOTA. Vergadering van de gemeenteraad van 22 maart Goedkeuring notulen van de vorige vergadering TOELICHTENDE NOTA Vergadering van de gemeenteraad van 22 maart 2017 Goedkeuring notulen van de vorige vergadering Gaat de gemeenteraad akkoord met de notulen van de vorige vergadering? 1 Openbaar Algemeen

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang Titel I. Algemene bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie vergadering van Besluit van de Deputatie aanwezig, kenmerk betreft verslaggever 1. Feitelijke en juridische gronden, dossiernummer: zittingnummer: termijn: Het provinciedecreet, inzonderheid artikel 57.

Nadere informatie

Stad harelbeke RUP Natuurgebied zuid. december 2018, procesnota, voorlopig vastgesteld

Stad harelbeke RUP Natuurgebied zuid. december 2018, procesnota, voorlopig vastgesteld Stad harelbeke RUP Natuurgebied zuid december 2018, procesnota, voorlopig vastgesteld 1. Opzet De voorliggende procesnota wordt opgemaakt in kader van de opmaak van het RUP Natuurgebied Zuid. Deze procesnota

Nadere informatie

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota ZELZATE RUP EUROHAL 01.06.2018 WWW.VENECO.BE I. COLOFON Dit document is een publicatie van Gemeentebestuur Zelzate Grote Markt 1 9060 Zelzate Planid: RUP_43018_214_00006_00001 Versie Datum Omschrijving

Nadere informatie

GEmeente Lendelede RUP Vandewalle - VENTILO NV. juni 2017, Procesnota, fase startnota

GEmeente Lendelede RUP Vandewalle - VENTILO NV. juni 2017, Procesnota, fase startnota GEmeente RUP Vandewalle - VENTILO NV juni 2017, Procesnota, fase startnota 1. Opzet De voorliggende procesnota wordt opgemaakt in kader van de opmaak van het RUP Vandewalle Ventilo NV Deze procesnota moet

Nadere informatie

gemeente anzegem RUP reynaert procesnota augustus 2018, fase scopingnota

gemeente anzegem RUP reynaert procesnota augustus 2018, fase scopingnota gemeente anzegem RUP reynaert procesnota augustus 2018, fase scopingnota Colofon Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16

Nadere informatie

2 planningsproces. ting van: DD-MM-JJJJ

2 planningsproces. ting van: DD-MM-JJJJ PROCESNOTA 1 inleiding 2 planningsproces geïntegreerd planningsproces maand De Vlaamse Regering bekrachtigde op 1 juli 2016 het decreet waardoor de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen

Nadere informatie

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning Brussel, 24 juni 2008 082406_Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning Advies Uniek loket bouw- en milieuvergunning 1. Inleiding De SERV werd op 29 mei door de Vlaamse minister van Openbare werken,

Nadere informatie

Stad harelbeke RUP MOLENeiland. juli 2018, fase scopingnota

Stad harelbeke RUP MOLENeiland. juli 2018, fase scopingnota Stad harelbeke RUP MOLENeiland juli 2018, fase scopingnota Colofon Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16 16 rup@leiedal.be

Nadere informatie

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest. Statuten ADOMA Artikel 1 Er wordt een adviesraad voor milieu en natuur opgericht, hierna Adviesraad voor Duurzame Ontwikkeling en Milieu van de stad Antwerpen (afgekort ADOMA) genoemd. De ADOMA is tevens

Nadere informatie

gemeente Zwevegem RUP Omleidingsweg IMOG en Moen-Trekweg december 2017, startnota

gemeente Zwevegem RUP Omleidingsweg IMOG en Moen-Trekweg december 2017, startnota gemeente Zwevegem RUP Omleidingsweg IMOG en Moen-Trekweg december 2017, startnota Colofon Dit document is een publicatie van: Dit ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) bestaat uit de volgende niet te scheiden

Nadere informatie

STAD MENEN RUP HAGEWINDE

STAD MENEN RUP HAGEWINDE 06432 STAD MENEN RUP HAGEWINDE MEI 2018 procesnota plan.id. RUP_34027_214_00107_00001 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E wvi@wvi.be datum aanpassing fase algemeen directeur

Nadere informatie

Overwegende dat de emissies op basis van fossiele brandstoffen op korte of lange termijn de buffercapaciteit van de biosfeer kunnen overschrijden;

Overwegende dat de emissies op basis van fossiele brandstoffen op korte of lange termijn de buffercapaciteit van de biosfeer kunnen overschrijden; Gelet op de bepalingen van gemeentedecreet inzonderheid op artikel 42; Gelet op de ondertekende samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling waarbij de stad Landen zich ertoe

Nadere informatie

Intergemeentelijke Begeleidingscommissie voor het gemeenteoverschrijdend project doorstromingsstudie Brussel en Leuven perceel 2 N2 Leuven Tielt-Winge

Intergemeentelijke Begeleidingscommissie voor het gemeenteoverschrijdend project doorstromingsstudie Brussel en Leuven perceel 2 N2 Leuven Tielt-Winge Intergemeentelijke Begeleidingscommissie voor het gemeenteoverschrijdend project doorstromingsstudie Brussel en Leuven perceel 2 N2 Leuven Tielt-Winge 1 Huishoudelijk Reglement Inhoud 1. Juridisch kader...

Nadere informatie

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende

Nadere informatie

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Wommelgemsteenweg. Procesnota Dossier WIJ1022

Gemeente Wijnegem Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Wommelgemsteenweg. Procesnota Dossier WIJ1022 lijk ruimtelijk uitvoeringsplan Wommelgemsteenweg Procesnota Dossier WIJ1022 Mei2019 Provincie: Opdrachtgever: Ontwerper: Dossiergegevens: Antwerpen bestuur van Turnhoutsebaan 422 2110 Tel. : 03/288.21.10

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Wat zijn de grote veranderingen? DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE

Omgevingsvergunning. Wat zijn de grote veranderingen? DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE Omgevingsvergunning Wat zijn de grote veranderingen? DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN Wat zijn de grote veranderingen? De kleine filosofie van de omgevingsvergunning

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Contracttekst Vlaams Gewest - Gemeenten

Samenwerkingsovereenkomst Contracttekst Vlaams Gewest - Gemeenten Contracttekst Vlaams Gewest - Gemeenten Samenwerkingsovereenkomst. 'Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling.' Uitvoeringsfase 2005-2007 Inhoudsopgave. 1 Hoofdstuk 1:Definities 1 2 Hoofdstuk 2: Duur

Nadere informatie

Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel

Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel Jaarverslag 2007 Inhoudstafel 1. De beleidsdomeinen van de Interlokale Vereniging in 2007 3 2. Partners van de Interlokale Vereniging in 2007 4 3. Uitgevoerde opdrachten

Nadere informatie

Projectverslag - Informatieveiligheidsconsulentschap ten behoeve van lokale overheden

Projectverslag - Informatieveiligheidsconsulentschap ten behoeve van lokale overheden PIVA egov Projectverslag - Informatieveiligheidsconsulentschap ten behoeve van lokale overheden Context Wetgeving In het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische gegevensverkeer, artikel

Nadere informatie

Juli 2007 1 OVERZICHT REGELGEVING GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VLAANDEREN

Juli 2007 1 OVERZICHT REGELGEVING GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VLAANDEREN 1 OVERZICHT REGELGEVING GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VLAANDEREN I. GIS-DECREET Decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografisch Informatie Systeem Vlaanderen (B.S., 2 september 2000 1, in werking 12

Nadere informatie

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD Situering van het dossier Bevoegd lid college 5 schepen E. Gryson Dienst technische dienst Volgnummer dossier Onderwerp Stedenbouw en ruimtelijke ordening. Ontwerp Ruimtelijk

Nadere informatie

PROCESNOTA 1.0 (26/04/2018)

PROCESNOTA 1.0 (26/04/2018) PROCESNOTA 1.0 (26/04/2018) Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Prup Reigersburg Gemeente Ieper algplanid: RUP_30000_213_00116_00002 april 2018 Colofon dienst ruimtelijke planning Koning Leopold III

Nadere informatie

Milieu en natuur. Toestand milieu en natuur in de regio Waas & Dender: 24. enkele kerngegevens

Milieu en natuur. Toestand milieu en natuur in de regio Waas & Dender: 24. enkele kerngegevens 99 MILIEU ENNATUUR 100 Milieu en natuur De zorg voor het milieu is een gedeelde opdracht: zowel lokale besturen als inwoners en het bedrijfsleven hebben de taak duurzaam om te springen met de leefomgeving.

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Art. 4.1.1, 1, 4 DABM 3 cumulatieve voorwaarden Opstellen en/of vaststellen voorgeschreven op grond van decretale of bestuursrechtelijke bepalingen

Nadere informatie

Intergemeentelijke samenwerking in kader van wijk-werken

Intergemeentelijke samenwerking in kader van wijk-werken Intergemeentelijke samenwerking in kader van wijk-werken Overzicht Inleiding 1. Interlokale vereniging A. Inleiding B. Oprichting C. Beheerscomité D. Beherende gemeente E. Personeel Overzicht: 2. De projectvereniging

Nadere informatie

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon.

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon. 12. Vergunningen. In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon. Er zijn 3 type vergunningen : 1. Stedebouwkundige vergunning (bouwvergunning)

Nadere informatie

Ondersteuning lokale projecten klimaat (proeffase)

Ondersteuning lokale projecten klimaat (proeffase) Ondersteuning lokale projecten klimaat (proeffase) Ondersteuning lokale projecten klimaat: Waarom? In het klimaatbeleidsplan is ingeschreven dat we ook eigen uitstoot van broeikasgassen willen compenseren.

Nadere informatie

LIJST AANGELEGENHEDEN ONDERWORPEN AAN HET ALGEMEEN ADMINISTRATIEF TOEZICHT ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 22 SEPTEMBER 2015.

LIJST AANGELEGENHEDEN ONDERWORPEN AAN HET ALGEMEEN ADMINISTRATIEF TOEZICHT ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 22 SEPTEMBER 2015. 1 Gemeentebestuur PEPINGEN Provincie: Vlaams-Brabant Arrondissement: Halle-Vilvoorde LIJST AANGELEGENHEDEN ONDERWORPEN AAN HET ALGEMEEN ADMINISTRATIEF TOEZICHT ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 22 SEPTEMBER

Nadere informatie

DE GEMEENTERAAD. Gelet op de artikelen 3, 43 2, 14 en 199 en 200 van het gemeentedecreet;

DE GEMEENTERAAD. Gelet op de artikelen 3, 43 2, 14 en 199 en 200 van het gemeentedecreet; Agendapunt nr. 14: VASTSTELLEN REGLEMENT ADVIESRAAD VOOR LOKALE ECONOMIE DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 3, 43 2, 14 en 199 en 200 van het gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BB 2007/03 van

Nadere informatie

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne PRESENTATIE GRS Herne Wat komt aan bod: Wat is een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan? Hoe past het gemeentelijk structuurplan in het structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse overheid?

Nadere informatie

gemeente zwevegem RUP Gemeentepark procesnota december 2018, fase scoping

gemeente zwevegem RUP Gemeentepark procesnota december 2018, fase scoping gemeente zwevegem RUP Gemeentepark procesnota december 2018, fase scoping Colofon Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 mei 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Ruimtelijke ordening. Uitvoering RSPA : PRUP Oude

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1102 (2010-2011) Nr. 8 6 juli 2011 (2010-2011) Ontwerp van decreet houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan-

Nadere informatie