Hoofdstuk I Pre instrument steps

Transcriptie

1 Hoofdstuk I Pre instrument steps Doel Het doel van deze pre instrument steps is de kinderen spelenderwijs al een aantal basisbegrippen en basics bij te brengen. Deze steps kunnen als afzonderlijke cursus gegeven worden of kunnen ook geïntegreerd worden in de individuele en groepslessen. Hoe beter je je aanpast aan het niveau van de kinderen, des te sneller ze dingen zullen opnemen. Spelletjes spelen is alles waar het om draait, iets leren gebeurd toevallig, tijdens het spelen. Om het ook voor de kinderen duidelijk te houden, zou ik zowieso opteren voor een vaste structuur binnen de lessen, zoals Anke voorstelde. Enkele mogelijke vaste onderdelen zijn: 1. Buiging + Welkomstlied 2. Ritme spelletje 3. Fijne motorische oefening 4. Toonladder liedje 5. Repertoire met één specifiek teaching point 6. Dansje 7. Afscheidslied Voorbeeld welkomstlied Eerst tutti, dan solo (is ook eerste stap naar concertje durven geven en solo spelen) Voorbeeld afscheidslied

2 Toonladders Om notennamen te leren kennen + volgorde van de noten Voorbeeld toonladder liedje (iedere week een andere toonladder, kinderen niet lastig vallen met # of b) The sound of music Do, een doos, daar denk ik aan Re, die komt hier net voorbij Mi, een mier, die loopt zo snel Fa, een fazant is een dier Sol, een solo nu voor jou La, het lammetje komt ook Si, Sidonia valt flauw En dat brengt ons terug bij do, do, do, do, Om notennamen te leren onthouden: Prenten met geheugensteuntjes (grote prenten zie bijlage) Prenten kunnen ook gebruikt worden in toonladderlied in het begin

3 Motoriek (houding + vingers) Rust positie en speel positie Rust positie: voeten bij mekaar fluit in rechterhand vasthouden op naam van de fluit hand op schouderhoogte (foto uit eerste groepsles De Nachtegaaltjes, jan 2011) Speel positie: stap 1: voeten naast mekaar stap 2: tenen iets naar buiten

4 stap 3: rechter voet één stapje opzij (zorg dat je neus steeds dezelfde richting uitkijkt als je linkervoet) zorg dat er steeds één lijn is tussen voeten, heupen en schouders zie ook oefeningen om ontspannen te staan in bijlage (uit Making Music, creative ideas for instrumental teachers, Patricia M. Gane, blz. 3) Positie handen en armen + flute spot - Eerst oefenen op houding rechterhand - Daarna rechterhand + flute spot - Daarna linkerhand erbij Rechterhand vingers moeten mooi gebogen zijn er moet een balletje in je hand passen

5 gaan zitten op een stoel, en hand laten vallen op knie, is mooie rond vorm hamburger vasthouden duim mag niet onder fluit uit piepen asjes van fluit zijn gevaarlijke slangen, daar mogen we niet aankomen, zeker niet op slapen met onze vingers girafjes drinken: girafjes maken van je rechterhand en ze naar beneden laten gaan om te drinken, wanneer ze terug boven komen moet er een rechte lijn zijn tussen arm en hand, géén overstrekte houding, géén spanning Onze rechterhand kan ook een krokodil zijn, die hapt op de fluit om hem goed vast te houden (het duimsteuntje of sticker is daar om de krokodil zijn tandjes te beschermen) Voor kinderen die hun duim fout zetten (in dezelfde richting als de fluit) gebruik ik een klein knuffeltje om ertussen te steken. Dit dwingt hen om de duim dwars te zetten op de fluit, anders kan het knuffeltje er niet tussen. (grootte knuffeltje aanpassen aan de grootte van de leerling, anders kunnen ze natuurlijk niet meer spelen) Flute spot voor spiegel gaan staan: zie je het lijntje tussen wit en rood? Daar moet de fluit komen. Gaatje van de fluit 1/3 de bedekken met je lippen Leg je vinger eens op de plaats waar de fluit moet komen, voel je de plaats waar de fluit mooi kan rusten? Zet de fluiten eens juist bij mekaar (leerling bij docent, of leerling bij mama)

6 Linkerhand Pistooltje paultje: laat de kinderen met hun linkerhand een pistooltje maken en dan schieten, bij het overhalen van de trekken plooit hun wijsvinger op de juiste manier Sticker plakken op klep waar geen vinger hoort Voor de linkerhand gebruik ik een giraf. Laat eens zien hoe mooi jouw giraf is met zijn lange nek. Soms heeft de giraf pijn in zijn nek en dan kijkt hij graag eens naar de sterren en de wolken. Laat eens zien hoe jouw giraf dat kan? En als de giraf dat doet, dan past onze fluit er mooi in Voor sommige kinderen blijft het moeilijk om de wijsvinger juist te gebruiken. Dat geeft weinig problemen totdat ze een do moeten spelen, en dan valt de fluit iedere keer bijna uit hun handen. Als ze deze vinger moeten opheffen, is de stabiliteit van hun instrument weg. Om dit probleem op te lossen heb ik een vriendje uitgevonden. Het vriendje mag altijd bij jou zijn, alleen als je aan het fluiten bent, mag je hem niet zien!!! Het is een trucje dat zeer goed werkt. We leggen de fluit op het gezichtje, zodat we het niet meer kunnen zien, en leggen dan onze vinger neer. En dan staat de fluit direct goed! Ons vriendje JUIST FOUT We zien ons vriendje niet, hij Ons vriendje komt piepen, houdt de fluit stevig vast. de fluit gaat vallen als de wijsvinger omhoog moet.

7 Voorbeeld spelletjes Alle fifes liggen voor ons op de grond, in 10 tellen nemen we de fluiten op en hebben we ze goed vast met onze rechterhand. Daarna in 5 tellen, daarna in 3 tellen. Daarna volgende stap toevoegen. Girafjes drinken Pistool Paultje Tik eens op het gaatje Balletje vasthouden in rechterhand zodat hand houding gewoon wordt en toch ontspannen blijft Vingeroefeningen Rups liedje Je zit op de grond met benen gestrekt vooruit. Je kiest een vinger die zal beginnen. Deze vinger kruipt zoals een rupsje naar beneden toe. Wanneer je bij de tenen bent, ga je zoef terug naar boven en begin je opnieuw met een nieuwe vinger. Ringvinger en pink best samen nemen. Daarna met volledige hand. Waar is de vinger gebleven? Ga aan een tafel zitten en plaats je hand op tafel zodat alle vingers de tafel raken. Nu verstoppen we één vinger. Waar is ie nu? Oh, daar is hij terug. Nu gaat er een andere weg etc Wie kan dit vlug na mekaar? Vogelbekjes maken Tik met je wijsvinger en duim op mekaar en maak zo een snaveltje of vogelbekje. Kan je zo het ritme tikken van bijvoorbeeld twinkle? En kan je het ook met andere vingers? En de ene vinger na de andere? (dit laatste is enkel voor gevorderden)

8 Liedje: Waar is duimpje? Bijkomende oefeningen Zie bijlage ( Making Music, creative ideas for instrumental teachers, Patricia M. Gane, blz. 7)

9 Embouchure (+ blazen en ademhaling) Blazen Koude lucht / warme lucht (om fluit te spelen hebben we koude lucht nodig) Veel lucht / weinig lucht Klein gaatje / groot gaatje om door te blazen (bijvoorbeeld voor spiegel) Voorbeeld oefeningen o We zetten 3 dunne kaarsjes op een rijtje, we blazen alleen het middelste uit o We leggen een aantal papier propjes op een rijtje en we blazen er per keer eentje weg, niet allemaal tegelijk!!! o Bellenblaas: we blazen zachtjes in één dun lijntje, dan krijgen we hele grote bellen ipv allemaal kleintjes! Pu (bijvoorbeeld op twinkle melodie), ook lucht blijven geven Leerling blaast en jij brengt fles naar de mond (eerst bij de ouder, daarna bij het kind) Daarna de fluit aanbrengen terwijl ze blazen Ademhaling We halen diep adem, onze schouders blijven hierbij beneden, maar we duwen ons naveltje naar buiten zodat ook onze buik vol lucht kan We blazen uit totdat we niet meer kunnen en halen ademen dan terug in zoals hierboven Nu nemen we allemaal een rietje en een glas water: we halen diep adem zoals hierboven en gaan belletjes blazen. Wie kan er het langste de belletjes laten komen??? Het gaat niet om de meeste belletjes!!! Zie ook bijkomende ademhalingsoefeningen in bijlage (uit Making Music, creative ideas for instrumental teachers, Patricia M. Gane, blz. 2 ) Embouchure Op kopstuk: eerst één noot, daarna drie (lam-me-tje = q q q ) Voor spiegel: fluit opnemen en naar flute spot brengen en blazen Er zijn een hele hoop kopie spelletjes mogelijk op het kopstuk waarbij lln en docent tegenover mekaar zitten of staan en mekaar gewoon na doen, zoals bijvoorbeeld: o Toon blazen op open kopstuk o Ritme blazen op open kopstuk o Toon blazen op gesloten kopstuk, daarna ritme o Brandweer: tu-ta-tu-ta spelen door kopstuk steeds weer open en toe te doen o Ritme blazen in combinatie open en gesloten kopstuk o Clowntjes oefening: vinger in en uit kopstuk laten glijden terwijl we blazen o En een moeilijke om te eindigen: Mieke heeft een lammetje op het kopstuk Ik sta niet achter alle oefeningen die hier met de 4-jarige gedaan worden, maar die voor Mary vind ik zeker een hele leuke. Ik vind het echter onverantwoord dit kind op een rechte fluit te leren spelen. Zie:

10 Ritme Iedere week een nieuw ritme aanleren dmv de ritme trein (idee gebaseerd op The Rhythm Train by Dana DeeAnn Bowen) Vorige ritmes ook blijven hernemen Later combinaties maken van de verschillende ritmes Wagons van de trein: q = poes n = kik-ker y = di-no-sau-rus m = o-li-fant M = nach-te-gaal (grote tekeningen zie bijlage voor groepslessen) Spelletjes ritme klappen ritme zingen op melodie twinkle ritme tikken met stokjes ritme spelen op kopstuk of op één noot etc Ook leuk: met balletje naar mekaar rollen op de eerste tel, de kinderen worden zo het ritme. Ze voelen het echt. Extra oefeningen Zie bijlage ( Making Music, creative ideas for instrumental teachers, Patricia M. Gane, blz. 9)

11 Repertoire Voor op fife enkel liedjes in do groot gebruiken, te kiezen uit het Suzuki repertoire van alle instrumenten Alles eerst zingen en dansen, pas later ook spelen (voor teksten en dansjes -> zie het volgende hoofdstuk) (zie ook de werkblaadjes in het volgende hoofdstuk die de kinderen stimuleren om er ook thuis nog mee bezig te zijn) Eerst unisono, later ook solo of in duet vorm of met pianobegeleiding Iedere week heel het repertoire doen!!! Repertoire toegevoegd uit andere Suzuki reeksen: o Dag klein vogeltje (uit blokfluit reeks) o