De motivatie van het zorgkantoor om deze bijeenkomst te organiseren:

Transcriptie

1 Verslag cliëntenradenbijeenkomst Wlz-zorg 18 april 2016 Inleiding Net als voorgaande jaren heeft het zorgkantoor Zorg en Zekerheid in 2016 een bijeenkomst georganiseerd voor alle cliëntenraden betrokken bij de Wlz-zorg in de regio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord. Op maandag 18 april waren 60 cliëntenraadleden van 32 zorgaanbieders hiervoor aanwezig op het hoofdkantoor van Zorg en Zekerheid in Leiden. Zij vertegenwoordigden de cliënten uit alle sectoren: VV, GZ en GGZ. De motivatie van het zorgkantoor om deze bijeenkomst te organiseren: Het spiegelen van beleid en de gevolgen van beleidskeuzes op de behoeftes van cliënten. Het krijgen van input voor beleid door ervaringen van cliëntvertegenwoordigers en daarmee hun achterban omtrent ontwikkelingen in de zorg en wensen/behoeften van cliënten. Cliëntenraden empoweren om de cliëntwens meer uiting te geven in het beleid bij de zorgaanbieder en het zorginkoopbeleid van het zorgkantoor. Welkom De ochtend is geopend door Anneke Augustinus, manager Care van het zorgkantoor. Tijdens haar openingspresentatie is zij ingegaan op de ontwikkelingen in de zorg(inkoop) vanaf tot heden. VWS stuurt op zelfanalyse, ontwikkelplannen en dialoog. Kwaliteit en de cliënt staan centraal. Cliëntenraden krijgen een steeds grotere rol (voorbeeld Waardigheid &Trots). In 2017 zal de wens van de cliënt nóg meer centraal komen te staan: wat wil de cliënt, hoe kan de zorg daarop aansluiten en ook het zorgkantoor. Cliëntenraden zijn voor ons het nauwste contact om inzicht te krijgen in deze wens van de cliënt. Dat is de motivatie van het zorgkantoor om op deze dag het gesprek met elkaar aan te gaan. Workshops Om daadwerkelijk gesprekken met elkaar aan te kunnen gaan is ervoor gekozen om na deze plenaire openingspresentatie enkele actuele zaken in de Wlz-zorg nader te bespreken via workshops. Deze workshops waren kleinschalig en laagdrempelig. De aanwezigen konden kiezen uit 5 workshops van 45 minuten die elk tweemaal gehouden werden. De thema s van deze workshops zijn gekozen aan de hand van de brainstormsessie met belangenbehartigende organisaties, de prestatie-indicatoren van de NZa, informatieverstrekking van het ministerie van VWS over het centraal stellen van de cliënt en ontvangen feedback van de cliëntenraadbijeenkomst Workshop 1 Kwaliteit van zorg Kwaliteit wordt door de aanwezigen samengevat met de volgende bewoordingen: aandacht, basiszorg, hetgeen cliënten beleven, geborgenheid, veiligheid en hygiëne. Duidelijk wordt dat er verschillen zitten in de zorg voor cliënten in een verpleeghuis en cliënten in een instelling voor gehandicaptenzorg. Dit betekent ook een verschil in kwaliteit en kwaliteitsbeleving; wat voor de één geldt, geldt niet voor de ander. Een van de facetten van kwaliteit is de invoering van het elektronisch patiëntendossier (epd). Idealiter kan familie thuis inloggen om te zien hoe het met de cliënt gaat en communiceren met zorgverleners. Hiermee wordt het personeel minder belast en komt dit uiteindelijk ten goede aan de kwaliteit. De aanwezigen geven aan dat er door verschillende zorgaanbieders nog

2 gewerkt/geworsteld wordt aan de toegang tot dit epd; er moeten nog inlogcodes komen met verschillende beperkingen, waarbij privacy voldoende gewaarborgd wordt. Bij verhuizing van de cliënt blijkt dit epd niet altijd digitaal mee te kunnen verhuizen. Het dossier zal dan bij de nieuwe zorgaanbieder opnieuw gevuld moeten worden, wat het personeel belast. Een epd kan een kwalitatieve verbetering opleveren omdat dossiers sneller overgedragen kunnen worden en de druk op het personeel reduceert. Het tweede punt dat wordt aangestipt is personeel: te weinig om een praatje met de cliënten te maken, minder vaste gezichten, de werkdruk en het opleidingsniveau. Sommige aanwezigen vrezen dat de opnieuw aangekondigde bezuiniging van ,00 wordt afgewimpeld op het personeel, met als gevolg dat veel werkzaamheden van gekwalificeerd personeel bij vrijwilligers belegd worden. Anderen begrijpen dat het zorgkantoor zich dient te conformeren aan de landelijke beslissingen van de overheid. De aanwezigen ervaren een toenemende inzet van ongekwalificeerd personeel (vaak via uitzendbureaus) en communicatieproblemen wat een negatieve invloed heeft op de bejegening. De zorgzwaarte neemt toe; een ZZP5 van een aantal jaar geleden is niet hetzelfde als het ZZP5 van nu. In zijn algemeenheid is het personeel vaak onder gekwalificeerd en zal zij hoger opgeleid moeten worden. Dit kost de zorgaanbieder meer. Het zorgkantoor geeft aan dat dit sterk afhankelijk is van de cliëntenpopulatie, alsmede van de wijze waarop personeel wordt ingezet. Een zorgaanbieder kan hier tijdig op inspringen, zeker nu er middelen vrij komen in het kader van Waardigheid en Trots. De deelnemers ervaren dat door bezuinigingen het werk zwaarder wordt en de motivatie afneemt. Dit is ook vaak terug te zien in het ziekteverzuimpercentage. Het werk is niet meer prettig, er zijn meer burn-out-verschijnselen en de druk blijft toenemen. Het zorgkantoor geeft aan dat het bieden van een prettige werkomgeving ook een belangrijke taak van de zorgaanbieder is. Door het personeel meer zekerheid te bieden verhoogt dit in zijn algemeenheid de motivatie. Het zorgkantoor informeert het Ministerie van VWS over de knelpunten die dreigen te ontstaan in de zorg als gevolg van verdere bezuinigingen en kortingen die moeten worden doorgevoerd. Een derde kwaliteitsaspect dat is genoemd heeft betrekking op administratieve lasten. Door alle regelgeving is men steeds meer tijd kwijt aan administratieve zaken, vergaderen, bijhouden van het epd enzovoort in plaats van handen aan het bed. Een vierde punt dat door de aanwezigen wordt benoemd is de indicatiestelling. Men is van mening dat de indicatiestelling door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) te lang duurt. Tot die tijd krijgt men niet de zorg die eigenlijk nodig is. De reden waarom veel zorgaanbieders wachten met de levering van de juiste zorg is gelegen in het feit dat men pas de zorg gefinancierd krijgt als deze daadwerkelijk geïndiceerd is. Dit probleem doet zich ook voor wanneer cliënten die lang thuis hebben gewoond opgenomen moeten worden. Het gaat hierbij vaak om zware zorg en de financiering vindt pas plaats nadat de indicatie door het CIZ is vastgesteld. Tot slot horen sommige cliëntenraden van de zorgaanbieder dat kortingen worden doorgevoerd wanneer het zorgkantoor niet instemt met de uitgevoerde plannen. Deze kortingen gaan bijna altijd

3 ten koste van de kwaliteit in een instelling. Waarom het zorgkantoor deze aanpassingen dan toch doorvoert heeft te maken met de systematiek van financiering. Met zorgaanbieders worden concrete afspraken gemaakt over vernieuwingsprojecten in de zorg. Wanneer aanbieders zich niet aan de afspraken houden (bijvoorbeeld termijnen die niet gehaald worden of niet het gewenste resultaat) wordt er gesanctioneerd op het afgesproken tarief. Om de zorg kwalitatief goed te houden, ligt er dus een belangrijke taak bij de zorgaanbieder om zich te houden aan de gemaakte afspraken. Workshop 2 Cliëntenraad en zorginkoop Landelijk beleid is voor zorgkantoren moeilijk lokaal vast te stellen. Daarom is het grootste deel van het beleid door VWS opgesteld en in de aanvullende regionale paragraaf worden de speerpunten van het zorgkantoor weergegeven. De zorginkoop vond het afgelopen jaar in dialoog plaats op basis van ontwikkelplannen. Elke zorgaanbieder levert eigen ontwikkelplannen aan welke in het jaar behaald dienen te worden. In de zomer (richtdatum 1 juli 2016) wordt daarvan een terugkoppeling gegeven aan het zorgkantoor en volgt de beoordeling van de door de zorgaanbieder aangetoonde resultaten. Dit is maatwerk, per zorgaanbieder en per ontwikkelplan wisselt de mate van ambitie. Medisch adviseurs gaan inhoudelijk alle plannen na. 1 juni wordt het inkoopbeleid gepubliceerd. Uiterlijk 31 juli kunnen zorgaanbieders hun offerte voor het nieuwe zorgjaar 2017 indienen. De cliëntenraden geven aan niet allemaal betrokken te worden bij de voortgang en evaluatie van deze ontwikkelplannen. Vaak wordt wel laten zien wat er is bereikt, maar niet of daadwerkelijk gedaan is wat in het ontwikkelplan was afgesproken. Om deze informatie dan te verkrijgen dienen de cliëntenraden hierover vragen te stellen aan de Raad van Bestuur. Sommigen aanwezigen gaven aan het lastig te vinden om naar deze raad te stappen om informatie te vragen die nodig is om mee te denken. Hoe wordt er door het zorgkantoor op toegezien dat cliëntenraden echt betrokken worden? Het zorgkantoor voert tripartite overleggen met het bestuur en de cliëntenraden van enkele instellingen. Bij andere instellingen wordt strikter naar de ontwikkelplannen gekeken. Cliëntenraden kunnen het zorgkantoor ook uitnodigen om gezamenlijk een locatie te bezoeken. Enkele aanwezigen stellen voor om de ontwikkelplannen te laten ondertekenen door de cliëntenraad en niet alleen het advies van hen mee te nemen. Cliëntenraden geven aan graag advies en verbeterpunten aan hun zorgaanbieder te willen geven, maar voelen zich hierin soms geremd. Allereerst wordt genoemd dat zorgaanbieders aangeven dat er wegens bezuinigingen alleen het hoogstnoodzakelijke in de zorg gedaan mag worden, dus niets extra s. Daarnaast ervaren cliëntenraden de angst dat het benoemen van een verbeterpunt kan leiden tot een financiële straf door het zorgkantoor. Het zorgkantoor geeft aan dat deze geremdheid niet nodig is: de ontwikkelplannen worden in dialoog opgesteld en geëvalueerd. Ook inzicht krijgen hoort hierbij. Veranderingen in haalbaarheid van een ontwikkelplan zal niet direct leiden tot een bestraffing. Het zorgkantoor ziet in dat verandering tijd kost.

4 Workshop 3 Formele en informele zorg De Wet langdurige zorg (=Wlz) stelt de cliënt centraal. Belangrijk is dat zorgaanbieders cliëntenraden betrekken bij (zorg)verbeteringen en ontwikkelingen in de organisatie. Onderwerp van gesprek tussen cliëntenraad en RvB/directie is het beleid voor informele zorg in relatie tot de formele zorg. Signalen van de aanwezige cliëntenraadleden over dit onderwerp Er wordt veel gepraat over verbeteringen, maar in de uitvoering van de zorg is het resultaat niet merkbaar. De professional gaat de dialoog niet aan over de zorg, de mantelzorger en inzet van een vrijwilliger. Hierdoor voelt de cliënt zich niet gehoord. Een assertieve cliënt of cliëntenvertegenwoordiging is de organisatie niet gewend, terwijl dit in toenemende mate de cliënten zullen zijn van de toekomst. Men ervaart belemmering in wettelijk voorschriften bij wat een vrijwilliger wel en niet mag. Samen met de zorgverantwoordelijken takenverdeling vastleggen, risico s beschrijven en hoe men hiermee om wil gaan en hoe te handelen bij een calamiteit is een oplossing. De basis van de zorg ervaart men als eigenlijk niet op orde. Daarnaast of in plaats van wordt soms informele zorg ingezet. Maar informele zorgverleners nemen ook de leuke werkzaamheden van formele zorgverleners over die zij dan niet meer doen. Uit behoud van medewerkers en vanuit cliëntperspectief is het belangrijk om hier rekening mee te houden. Er zijn veel vrijwilligers nodig waar niet actief naar wordt gezocht door organisaties, omdat een reorganisatie of verschuiving naar zorg thuis aan de orde is of omdat er geen beleid (bekend) is met betrekking tot vrijwilligers. Daarnaast realiseren organisaties zich vaak niet dat de gemiddelde vrijwilliger 75-plus is. De mensen in de leeftijd daaronder zorgen voor kleinkinderen en de leeftijdscategorie daar weer onder is nog actief met werk en mantelzorg. De aanwezigen delen de mening dat om vrijwilligers te kunnen inzetten de organisatie goed moet draaien en niet bezig moet zijn met afstoten van bedden of andere locaties of met het verminderen van personeel. Zodoende kan ook duidelijk gemaakt worden waar de inzet van vrijwilligers voor nodig is en dat zij niet de oplossing worden voor inkrimping. Jammer dat elk huis/organisatie het wiel uitvindt hoe mantelzorger, vrijwilligers, familie afgestemd met professionals samen de zorg en ondersteuning bieden. Ook vrijwilligers aanspreken op functioneren wordt in de ene organisatie gewoon gedaan en in de andere niet. Aan mantelzorg zitten grenzen: In het kader van participatie wordt er te veel verwacht van familie en naasten: de zorg voor broer of oude ouders is levenslang en levens-breed, maar te veel voor naasten met daarbij een eigen leven met baan. Signaal is dat bij veel mensen en partners de eigen bijdrage opbreekt. De bereidheid ondersteuning te bieden is in dit geval minder. Cliëntvertegenwoordiging bij grote organisaties ervaren wel dat voldoende handen aan het bed het uitgangspunt blijft; ook bij bezuinigingen of reorganisaties. Hoog opgeleid personeel is overigens niet te krijgen en langdurig ziek personeel drukt op de begroting. Gewaakt moet worden voor inzet van

5 uitzendkrachten in grote getallen. De ervaring van de aanwezige cliëntenvertegenwoordiging is dat dan de kwaliteit achteruit gaat, ervaren kwaliteit en waarschijnlijk ook de technische basiskwaliteit. In instellingen met zware bewoners wordt de samenwerking met mantelzorgers over het algemeen als zeer goed ervaren. Wat merkt u van alle initiatieven? Er zijn veel projecten die de zorg en ondersteuning willen afstemmen op de zorgvraag van de cliënt, bijvoorbeeld: inspraak van cliëntenraad, betrokkenheid en positief akkoord van cliëntenraad in het kader van Waardigheid en Trots in de verpleging en verzorging, bijdrage aan onderzoek van het Sociaal Plan Bureau en het programma In voor mantelzorg etc. De meeste cliëntenraden geven aan hier gesprekken over te hebben met de RvB/directie. Wel bleek er angst voor meer werkzaamheden en geen extra tijd beschikbaar als gevolg van het indienen van een project bij een programma als Waardigheid en Trots. Overige signalen met betrekking tot ons zorgstelsel: Kinderen verhuizen/gaan het huis uit omdat cliënt anders geen thuiszorg krijgt door toedelen participatie-activiteiten die niet reëel zijn. VWS/overheid stelt participatie te rooskleurig voor. Rol gemeenten; mooie plannen maar in de uitvoering loopt het niet zoals cliënten verwachten. Opgroeiende generatie werd door een paar deelnemers als sociaal arm gezien, mede door de tijdgeest waarin er minder fysiek contact is door bijvoorbeeld Facebook. Tevens verwacht men dat hier een kentering in komt en dat dan weer meer vrijwilligers en mantelzorgers zal opleveren. Wat zou u willen mee geven aan staatssecretaris meneer Van Rijn als hij hier aan tafel zou zitten? Zorg voor de behoefte van cliënt (zonder al direct naar bezuinigingen te kijken) Wendt de zorg niet af op het systeem/naasten/buren/kinderen Houdt rekening met de belemmeringen bij programma s als Waardigheid en Trots Cliëntenraad gaf aan dat medewerkers schrikken van plannen, omdat dit vaak extra werkzaamheden betekent zonder extra tijd Mensen ervaren de eigen bijdrage als hoog, waardoor dit belemmerend werkt om zich in te zetten voor informele zorg. Mantelzorgcompliment is beschamend volgens de groep Mantelzorg moet lonend zijn bijvoorbeeld in de vorm van respijtzorg dat wil zeggen echt de hele zorg leveren

6 Duidelijkheid over wat mag informele zorg doen. Link naar voortgangsbrief van ministerie van VWS: Link naar schrijven overheid d.d. 1 april 2016 over de positie van mantelzorgers en zorgvrijwilligers Workshop 4 Medezeggenschap De workshop richtte zich op de rol van de raden en de wijze waarop deze vormgegeven kon worden. Hierdoor zou de cliëntenraad mogelijk niet alleen inhoudelijk het gesprek aan kunnen gaan met de bestuurder, maar ook waardevolle input kunnen leveren aan het zorgkantoor die zij mee kan nemen in de vorming van (zorginkoop-) beleid. Aan de deelnemers is gevraagd om van onderstaande onderwerpen aan te geven waar zij het afgelopen jaar als raad iets mee gedaan hebben. Onderwerpen Aantal maal aangegeven Een gesprek gehad met een kwaliteitsfunctionaris? 9 Een klachtenrapportage gezien en geanalyseerd? 8 Een jaarverslag van cliëntenvertrouwenspersoon gezien en geanalyseerd? 7 Het jaarverslag maatschappelijke verantwoording kritisch bekeken en er over 6 geadviseerd? Thema's als veiligheid of sfeer opgepakt en systematisch er over geadviseerd? 11 Een gesprek gehad met de ondernemingsraad? 6 Meegedaan met spiegelgesprekken, veiligheidsrondes, audits? 5 Je bemoeid met kwaliteitsonderzoeken, naar de uitkomsten gekeken en er over 14 geadviseerd? Een gesprek gehad met IGZ? 6 In een overlegvergadering met de bestuurder gesproken over de kwaliteit van 14 de zorg, de stand van zaken in de instelling, het kwaliteitsbeleid en het aandeel van de cliëntenraad daarin? Gesproken over andere vormen van cliëntenparticipatie (panels, enquêtes,...) 9 en de opbrengsten daarvan geanalyseerd? Contacten met de achterban, hoe breng je de kennis die daaruit ontstaat in 13 kaart en wat doe je er mee? Contacten met andere cr-en of met de ccr? 11 Ook is er kort weergegeven hoeveel tijd er gemiddeld in de cliëntenraad gestoken wordt. Het lijkt erop dat de deelnemers van de raden in de regio s vrij veel tijd besteden ten opzichte van het landelijke beeld. Aan de start van het gesprek is de vraag gesteld op welke wijze de raden zich voorbereid hebben op deze cliëntenradenbijeenkomst.

7 De cliëntenraden geven aan dat zij zich voorbereid hebben voor deze bijeenkomst door aandachtspunten bij de achterban op te halen om zo zaken te kunnen bespreken met het zorgkantoor. Een aantal cliëntenraden geven aan dat zij meer komen om informatie mee terug te nemen over toekomstige veranderingen en de huidige situatie voor de zorginkoop 2017, dan dat zij direct input komen brengen. Deze deelnemers hebben om die reden geen voorbereiding gedaan voor deze bijeenkomst. In ieder geval blijkt dat cliëntenraden hun achterban raadplegen over onderwerpen als kwaliteit en wat er (lokaal) speelt om dit mee te nemen in gesprekken met de centrale cliëntenraad en/of bestuurders. De wijze van vastleggen van de informatie lijkt vooral plaats te vinden door een samenvatting in de notulen van de vergadering waarin dit ter sprake is gekomen en een weergave van de stand van zaken in het jaarverslag van de cliëntenraad. Ook is de behoefte van het zorgkantoor om input van de raden te ontvangen besproken. De raden vragen zich af op welke wijze dit zou werken. Er wordt aangegeven dat zij nog niet het idee hebben dat dit tot meerwaarde voor de cliëntenraad zou leiden. Zij geven aan dat zij het beeld hebben dat wanneer er verbeteringen gewenst zijn, dit door het zorgkantoor wordt vertaald naar een korting zodra een aanbieder hier (nog) niet aan voldoet. Gevolg daarvan is dat er door de aanbieder dan nog meer bezuinigd wordt op personeel en dus minder kwalitatieve zorg wordt geleverd. De cliëntenraad heeft het idee dat zij zichzelf dan dus in de vingers snijden. In de sessies is aangegeven dat het zorgkantoor graag input ontvangt om meer inzage te krijgen in de wens van de cliënt in onze regio als het gaat om bijvoorbeeld kwaliteit of zinvolle dagbesteding. De wens van cliënten is nu eenmaal minder eenvoudig te vangen in cijfers. Input voor beleid tijdens het opstellen van het zorginkoopbeleid of door het jaar heen in tripartite overleggen met zorgkantoor en bestuurder is een goede mogelijkheid om input te leveren. Belangrijk is dan om een onderbouwd beeld te geven door de cliëntenraden dat opgesteld is vanuit bevindingen over het geheel van de omgeving. Deelnemers hebben aangegeven dat zij het delen van kennis tussen de cliëntenraden onderling prettig vonden. Er is onder andere gesproken over: Invulling medezeggenschap Meedenken over opstellen ontwikkelplannen Invulling van de rol van cliëntenraden bij voortgang ontwikkelplannen Workshop 5 In gesprek met het Zorgkantoor In de workshop in gesprek met het zorgkantoor zijn verschillen tussen de zorgverzekeraar en het zorgkantoor besproken. De zorgverzekeraar koopt zorg in voor de Zorgverzekeringswet (Zvw). Elke verzekerde mag zelf kiezen bij welke zorgverzekeraar hij/zij verzekerd wil zijn. Het zorgkantoor koopt de zorg in in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit betreft zorg voor cliënten met een Wlzindicatie, afgegeven door het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg). Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid

8 is concessiehouder voor zorgkantoorregio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord. Dit betekent dat het zorgkantoor van Zorg en Zekerheid de langdurige zorg voor alle inwoners van deze regio s inkoopt (ongeacht waar zij verzekerd zijn voor de Zorgverzekeringswet). De kosten die worden gemaakt in de Wet langdurige zorg worden gefinancierd door de overheid. Iedere belastingbetaler betaalt mee aan deze kosten. Verdeling budgetten Het zorgkantoor gaat over de verdeling van de budgetten over Wlz-zorgaanbieders binnen haar regio s. Hierbij staat de klantwens en keuzevrijheid voorop. Het zorgkantoor maakt met de zorgaanbieder afspraken over budgetten, daarnaast is een deel van het totale budget beschikbaar voor het zogenaamde geld-volgt-klant -principe. Dit betekent dat wanneer een aanbieder meer zorg levert dan is afgesproken met het zorgkantoor een gedeelte hiervan (zolang er budget beschikbaar is) vergoed kan worden. Klantwens Het zorgkantoor ziet dat nieuw gebouwde locaties (vaak) populairder zijn bij cliënten dan oude locaties. Een van de deelnemers geeft echter aan dat dit niet altijd zo is. Zij geeft het voorbeeld van twee locaties (een oud gebouw en een nieuw gebouw) waar cliënten toch liever kiezen voor het oude gebouw, wat oud en vertrouwd is, waar het nieuwe gebouw als kil en modern wordt beschouwd. Verantwoording Er wordt gevraagd hoe het zorgkantoor zich bezig houdt met de inhoud van de zorg. Het zorgkantoor geeft aan hierbij oog te hebben voor signalen uit het veld. Zo worden er inspecties gedaan door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) waarvan het zorgkantoor de rapporten leest en indien nodig hierover contact opneemt met aanbieders. Een van de deelnemers vraagt of het zorgkantoor zelf ook wordt gecontroleerd door de IGZ. Dat is niet zo, het zorgkantoor legt verantwoording af aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Behandeling binnen de Wet langdurige zorg Behandeling in de Wet langdurige zorg wordt kort besproken. Binnen de Wlz bestaan prestaties die door de aanbieder inclusief behandeling of exclusief behandeling geleverd kunnen worden. Deze behandeling bestaat bijvoorbeeld uit huisartsenzorg of fysiotherapie. Er is landelijk echter niet voldoende budget beschikbaar om voor alle cliënten zorg inclusief behandeling te leveren. Dit betekent dat in sommige gevallen de cliënt zijn eigen huisarts dient te behouden. Enkele deelnemers geven aan dat dit ook prettig kan zijn voor de cliënt, gezien de eigen huisarts al bekend is. Het indiceren door het CIZ wordt besproken. Enkele deelnemers geven aan graag eens contact te hebben met het CIZ. Voor algemene vragen aan het CIZ kan contact opgenomen worden via telefoonnummer Cliëntenraad versus zorgaanbieder versus zorgkantoor Een van de deelnemers benoemt de positie van de cliëntenraad bij het onder andere goedkeuren van ontwikkelplannen. De cliëntenraad vertegenwoordigd de cliënt, waarbij goede zorg voorop staat. Echter als de cliëntenraad niet akkoord zou gaan met ontwikkelplannen die een zorgaanbieder wil indienen bij het zorgkantoor, zou dat betekenen dat de zorgaanbieder mogelijk minder prijsopslag krijgt van het zorgkantoor. Wanneer de aanbieder minder budget krijgt van het zorgkantoor is de

9 cliënt de dupe. Hiermee bevindt de cliëntenraad zich eigenlijk in een spagaat. Ook het eventueel melden van ontevredenheid van de cliëntenraad bij het zorgkantoor leidt mogelijk tot lagere inkoop bij de zorgaanbieder, wat ten koste gaat van de cliënt. Hierop volgt een interessante discussie. Sommige deelnemers vinden dat de cliëntenraad een handtekening voor akkoord zou moeten zetten onder de ontwikkelplannen(zoals ook het geval is bij de plannen van Waardigheid & Trots. Het zorgkantoor kan dan controleren of de cliëntenraad wel akkoord is. Andere deelnemers geven aan dat het de taak is van de cliëntenraad kritisch naar ontwikkelplannen te kijken en dat de cliëntenraad mondig genoeg dient te zijn om de discussie te voeren met bestuurders van instellingen. Tevens wordt opgemerkt dat het LOC informatie biedt over het functioneren en mondig maken van cliëntenraden. In het inkoopbeleid (en format voor zelfanalyse) van de zorgkantoren staat omschreven dat de input en betrokkenheid van cliëntenraden aan/bij zorgaanbieders zeer wenselijk is. Voor enkele deelnemers is het niet duidelijk hoe zij een signaal naar het zorgkantoor kunnen afgeven wanneer de cliëntenraad niet voldoende functioneert. Indien wenselijk voor de cliëntenraad vinden jaarlijks tripartite overleggen plaats tussen de cliëntenraad, de zorgaanbieder en het zorgkantoor. Daarnaast kan de cliëntenraad contact opnemen met Sandra Bus (contactpersoon voor cliëntenraden) - Sandra.Bus@zorgenzekerheid.nl. Tot slot werd het signaal van de problematiek omtrent licht verstandelijk beperkte cliënten afgegeven door een van de deelnemers. Het zorgkantoor neemt dit signaal mee naar landelijke overleggen (o.a. Zorgverzekeraars Nederland, overleg met VWS/CIZ). Rol cliëntenraden in de zorginkoop 2017 de komende tijd Cliëntenraden zullen door de RvB/directie worden betrokken bij de evaluatie van het behaalde resultaat op de ontwikkelafspraken 2016, wanneer de organisatie met het zorgkantoor hierover afspraken heeft gemaakt. Als dit een groter project betreft kan het zijn dat hier in 2017 een vervolgdoel aan gekoppeld wordt. In de zorginkoop voor 2017 kan u gevraagd worden als cliëntenraad uw mening te bespreken over de zelfanalyse van de organisatie en eventueel daaruit voortvloeiende ontwikkelplannen die de organisatie aan het zorgkantoor willen voorstellen. Als u vindt dat er belangrijke verbeteronderwerpen zijn zoals de afstemming tussen formele en informele zorg kunt u dat inbrengen. U voert het gesprek met de RvB/ directie en bewaakt dat ontwikkelplannen aan het zorgkantoor worden voorgesteld, waar cliënten daadwerkelijk beter van worden. Zie voor meer informatie over de bijdragen voor de zorginkoop Wlz 2017 door cliëntenraden: Contouren inkoop 2017 opgesteld t.b.v. cliëntenraden terug te vinden via: Cliëntenraden zijn welkom bij het inkoopgesprek of kunnen vragen om een tripartite gesprek tussen zorgaanbieder, zorgkantoor en cliëntenraad