KERSTNACHTDIENST Orgel en dwarsfluit. 2. Samenzang

Transcriptie

1 Medewerkenden: Leiding ds. J. Van Amstel Jongerenkoor o.l.v. Leander van der Steen Kinderkoor o.l.v. Joanne Van Amstel Dwarsfluit Petra Lukasse Hobo Heleen Geluk Viool 1 Inge Visser Viool 2 Lianne Visser Altviool Aart van Zetten Cello Joanne Van Amstel Piano Leander van der Steen Orgel Jaco Mateman Jan Hendrik van Schothorst Declamatie Marjan Mook Meditatie ds. P.D.J. Buijs

2 KERSTNACHTDIENST Orgel en dwarsfluit 2. Samenzang Komt allen tezamen, jubelend van vreugde, komt nu, o komt nu naar Bethlehem. Ziet nu de Vorst der eng len hier geboren. Komt, laten wij aanbidden komt, laten wij aanbidden komt, laten wij aanbidden die Koning. Het eeuwige Godswoord, eeuwig licht des Vaders, zien wij gehuld in het menslijk vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden komt, laten wij aanbidden komt, laten wij aanbidden die Koning. 3. Woord van welkom 4. Samenzang O Jezus mijn vreugd, o Jezus mijn kracht! Des Vaders wil hebt Gij volbracht. Uit t hemelrijk zijt Gij gegaan en nam het aardse lichaam aan. O Jezus, mijn vreugd, o Jezus, mijn kracht!

3 O Jezus, mijn vreugd, o Jezus, mijn kracht! Verlicht ons hart, dat op U wacht. Maak ons van alle zonden rein, opdat wij eeuwig bij U zijn. O Jezus, mijn vreugd, o Jezus, mijn kracht! 5. Gebed 6. Lezen uit de Bijbel Johannes 1:1-9 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. Er was een mens door God gezonden; zijn naam was Johannes. Hij kwam tot een getuigenis, om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen. Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht. Johannes 8:12 Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.

4 7. Samenzang Halleluja! Laat het horen, laat het klinken, overal: De Messias is geboren als een herder in een stal, lang tevoren uitverkoren als de Heer die komen zal! Halleluja! Laat het horen, laat het klinken, overal: Christus zoekt wie zijn verloren op de heuvels, in het dal, en Hij draagt wie hem behoren op zijn schouders naar de stal. Halleluja! Laat het horen, laat het klinken, overal: Jezus Christus is geboren, die de wereld redden zal! Zingt Gods lof als nooit tevoren, looft de Koning, overal! 8. Kinderkoor: -Midden in de winternacht -Daar is uit s werelds duist re wolken -U Christus, U bent eeuwig Licht -Looft, looft de Heer tesamen

5 9. Meditatie over Licht in de duisternis 10. Samenzang Heiland, Christus, aller Heer, die voor mensen daalde neer, opdat zij van zonden rein. weer Gods kind ren zouden zijn. Licht, dat in de duisternis ons van God gezonden is, Gij vervult met hemelgloed t koud en ledig aards gemoed. Als een dienstknecht kwam U neer keerde als een koning weer, maakte zondeslaven vrij: doe dat, Heiland, ook aan mij! 11. Declamatie 12. Jongerenkoor Kerstcantate Licht in de duisternis voor gemengd koor, bariton en aanwezigen Tekst: berijming 1773 / Uit aller mond / Ed Kooijmans Muziek: Leander van der Steen Toelichting Deze cantate is gebaseerd op bijbelteksten uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Alle negen teksten hebben betrekking op het Licht in de duisternis.

6 1 Koren, bariton en aanwezigen (naar Psalm 130) Openingskoor waarin de mannen beginnen. Nadat alle koorleden hebben gezongen zetten de aanwezigen ook in. Alleen de solist heeft nog niet gezongen. Na de massale zang komt hij met de woorden Zo doe Hij ook aan mij. Uit diepten en uit donk re nacht roep ik tot U, verhoor mijn klacht, o, God, verhoor mijn smeken; Want als Gij, Heer, wilt gadeslaan de zonden die ik heb gedaan, dan ben ik haast bezweken. Zo Gij in t recht wilt treden, o Heer en gadeslaan onz ongerechtigheden, ach, wie zal dan bestaan? Maar neen, daar is vergeving altijd bij U geweest; dies wordt Gij, Heer, met beving recht kinderlijk gevreesd. (samenzang, let u s.v.p. op het ritme en de dirigent) Ik blijf den Heer verwachten, mijn ziel wacht ongestoord: ik hoop in al mijn klachten op Zijn onfeilbaar woord. Mijn ziel, vol angst en zorgen wacht sterker op den Heer, dan wachters op de morgen, de morgen, ach, wanneer?

7 Maar toch, o Heer, mijn ziele wacht, als wachters in de donk re nacht op t lichten van de morgen. Bij U is goedertierenheid, Gij Zelf zult voor de zaligheid van gans Uw Isrel zorgen. Zo doe Hij ook aan mij. 2 Koor (Jesaja 56 : 1) Na een gesprek tussen koor en orkest laat de hobo van zich horen in een melodie die heenleidt naar de tekst Want Mijn heil komt nabij. Alzo zegt de Heere: Bewaar het recht bewaar het recht en doe gerechtigheid, want Mijn heil komt nabij, Mijn gerechtigheid wordt geopenbaard. 3 Koor (Jesaja 9 : 1) In dit deel is er een groot contrast tussen de mannenstemmen met de tekst Het volk dat in duisternis wandelt en de gemengde koren met zal een groot licht zien. Het volk dat in duisternis wandelt zal een groot licht zien, zal een groot licht zien. Over degenen die wonen in het land van de schaduw van de dood zal een helder licht schijnen.

8 4 Koren (naar Jesaja 60 : 1-5) De bassen en tenoren beelden de openingszin uit van het lied Nu daagt het in het oosten. Het is net een zonsopgang. Van het eerste streepje licht tot aan de woorden uit deel 5 en die zal zegepralen in Christus, t eeuwig licht! Nu daagt het in het oosten, Het licht schijnt overal. Hij komt de volken troosten, Die eeuwig heersen zal. Zij, die gebonden zaten in schaduw van de dood, naar t scheen van God verlaten, begroeten t morgenrood. 5 Solist, koor en aanwezigen (Numeri 24 : 17) Na een korte inleiding voor fluit en hobo zet de solist in. Er zal een ster uit Jacob opgaan. Daarna zingen we allemaal het laatste couplet van Nu daagt het in het oosten waarna een pianosolo volgt. Er zal een ster uit Jakob opgaan, er zal een scepter uit Israël voortkomen; Een licht tot verlichting der heidenen, Een licht tot vertroosting van Israël. (samenzang) De zonne, voor wier stralen het nacht lijk duister zwicht, en die zal zegepralen, in Christus, t eeuwig licht!

9 6 Solist en Koor (naar Lukas 2 : 29-32) Een vrolijk thema in het orkest vormt het decor voor de blijde Simeon. De solist zingt het eerste couplet, waarin Simeons persoonlijke eigen verwondering centraal staat. In het tweede couplet komen alle volken aan bod en daarom ook alle zangers. De laatste regel die op verschillende manieren uitgelegd kan worden, verdient het om breeduit herhaald te worden. Zo laat Gij, Heer, Uw knecht, naar t woord hem toegezegd, thans henengaan in vrede; nu hij Uw zaligheid, zo lang door hem verbeid, gezien heeft, op zijn bede. Een licht, zo groot, zo schoon, gedaald van s hemels troon, straalt volk bij volk in d ogen, terwijl t het blind gezicht van t heidendom verlicht en Isrel zal verhogen. 7 Koor (naar Johannes 1) Na een inleiding voor cello en piano zetten vrouwenstemmen in met Jezus is het Woord van God. Deze heldere boodschap in majeur komt in een donkere wereld in het tweede couplet in mineur voor mannenstemmen. Na de belangrijke vraag Wie heeft Hem aangenomen? is het even stil. Daarna volgt (nog steeds in mineur) een korte passage waarin het Licht niet wordt begrepen.

10 Het keerpunt zit bij de inzet van alle zangers: wie gelooft tot zaligheid, zal de weg des vredes leren. Jezus is het Woord van God, t Woord van God van den beginne, t Licht dat naar Gods hoog gebod onze nacht komt overwinnen. t Schijnt in onze duisternis, in de wereld is t gekomen, maar de vraag voor ieder is: wie, wie heeft Hem aangenomen? t Licht wordt door de donkerheid niet begrepen, zegt de Heere, wie gelooft tot zaligheid, zal de weg des vredes leren. 8 Samenzang (naar Jesaja 9 : 1-6) In het voorspel voor de samenzang komen motieven uit deel 5 naar voren. Na de samenzang volgt een overgang naar het rustige recitatief in deel 9. (samenzang) Daar is uit s werelds duist re wolken een licht der lichten opgegaan. Komt tot zijn schijnsel, alle volken, en gij, mijn ziele, bid het aan! Het komt de schaduwen beschijnen, de zwarte schaduw van de dood: de nacht der zonde zal verdwijnen, genade spreidt haar morgenrood.

11 9 Solist (2 Petrus 1 : 19) In dit recitatief voor bariton, hobo en orgel volgen de begeleidingsakkoorden de tekst. De opgaande beweging van fluit en hobo vormen de opmaat voor het slotdeel. Wij hebben het profetisch Woord dat zeer vast is, een ieder doet wel, als hij daarop let, evenals op een licht dat schijnt in een duistere plaats. Dan zal de dag aanlichten en de Morgenster in onze harten opgaan. 10 Koor (naar Openbaring 22) In dit fugatische slotdeel werkt het orkest drie keer toe naar de koorinzetten. Ondertussen wordt de melodie ook al (twee keer zo snel als het gezongen lied!) in de fluitpartij verwerkt. Hoe schoon blinkt ons de Morgenster en straalt ons tegen van zo ver, Hij die reeds lang zou komen. Gij Davids Zoon, mijn Bruidegom, Neem intrek in mijn hart en kom Gij Zelve daarin wonen. Gij zijt altijd schoon en heerlijk zeer begeerlijk, wil mij geven Heer, alleen voor U te leven. Amen

12 13. Dankzegging 14. Samenzang: Ere zij God, ere zij God in de hoge, in de hoge, in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde in de mensen een welbehagen. Ere zij God in de hoge, ere zij God in de hoge Vrede op aarde, vrede op aarde vrede op aarde, vrede op aarde in de mensen, in de mensen een welbehagen in de mensen een welbehagen, een welbehagen. Ere zij God, ere zij God in de hoge, in de hoge, in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde in de mensen een welbehagen. Amen, amen.