GEMEENTERAAD VAN LEIDEN Besluitenlijst van de vergadering op dinsdag 15 mei 2007 (aanvang uur)

Transcriptie

1 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN Besluitenlijst van de vergadering op dinsdag 15 mei 2007 (aanvang uur) VOORZITTER: de heer H.J.J. Lenferink GRIFFIER: mevrouw E.H.T. van der Vlist Aanwezig zijn voorts 38 raadsleden: mevrouw De Bakker (SP), mevrouw Becht (GL), mevrouw Van der Beek (GL), mevrouw Van den Berg (PvdA), de heer Bleijie (CDA), de heer Boer (SLO), de heer Bonestroo (CDA), mevrouw Broeyer (PvdA), mevrouw Clement (CU), mevrouw Dickhoff (PvdA), de heer Dirks (SP), mevrouw Van Dongen (PvdA), de heer Van Egdom (GL), de heer Flippo (CDA), mevrouw Van Gelderen (SP), mevrouw Van Gruting (VVD), de heer De Haan (CDA), de heer Hendriks (SP), de heer Hermans (VVD), de heer Holla (PvdA), de heer El Houari (PvdA), de heer Iken (PvdA), mevrouw Jansen (PvdA), de heer Keereweer (PvdA), de heer Van der Klis (VVD), de heer Van der Kraats (SP), de heer Van Laar (PvdA), de heer Laudy (VVD), de heer Van der Luit (D66), de heer Van Meenen (D66), de heer Posthuma (GL), de heer Rademaker (SP), mevrouw Van Sandick (CDA), de heer Sleijster (VVD), de heer Sloos (LL), de heer Theeuwen (SP), de heer Terpstra (CU) en de heer Zevenbergen (VVD) De wethouders Van den Berg (PvdA), Witteman (PvdA), Jonas (SP), Keur (SP), Steegh (GL), Van As (CU) en de gemeentesecretaris Van den Wijngaart. Afwezig: P. Peper (LL) Opening 1. Vaststelling van de agenda. De agenda wordt vastgesteld, met inachtname van het toegevoegde agendapunt interpellatie (verzoek van de fractie van de PvdA). Het vezoek van het lid Sleijster om punt 10 van de agenda af te voeren (voorstellen m.b.t. gewijzigde besluiten in het projectvoorstel Haagweg 4) wordt niet overgenomen. 2. Mededelingen Er worden een aantal mededelingen gedaan. 3. Actualiteit Er wordt enige tijd besteed aan actualiteit. 4. Regeling van werkzaamheden Er wordt overeenkomstig voorstel presidium besloten, met dien verstande dat de onderwerpen Uitvoeringskrediet realisatie fietsenstalling station en Voorbereidingsbesluit Koppenhinksteeg als bespreekstukken in plaats van hamerstukken zullen worden afgehandeld. 5. Ingekomen stukken 1. Brief van Raad van State, afd. bestuursrechtspraak (nr ) inzake uitnodiging zitting op 22 mei 2007; behandeling geding (bp. Merenwijk). Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de uitnodiging in handen te stellen van B&W ter afdoening. 2. Brief van Raad van State, afd. bestuursrechtspraak (nr ) inzake uitnodiging zitting op 14 juni 2007; behandeling geding (bp. Binnenstad I.). Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de uitnodiging in handen te stellen van B&W ter afdoening. 3. Brief van Raad van State, afd. bestuursrechtspraak (nr ) inzake kopieën beroepschrift bp. Binnenstad I. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen te stellen van B&W ter afdoening. 1

2 4. Brief van Raad van State, afd. bestuursrechtspraak (nr ) inzake beroepschrift bp. Oostvlietpolder (verzoek voorlopige voorziening Vereniging Vrienden Oostvlietpolder). Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief voor kennisgeving aan te nemen. 5. Brief van Raad van State, afd. bestuursrechtspraak (nr ) inzake beroepschrift Stichting Evangelisch Onderwijs Leiden e.o., deelname geding. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen te stellen van B&W ter afdoening en afschrift van reactie van B&W ter kennis te brengen van de Cie Onderwijs en Samenleving. 6. Brief van Stuurgroep Bibliotheekvernieuwing Zuid-Holland (c.q. voorzitter Van Heijningen, lid GS) inzake knelpunten in de bibliotheekvoorzieningen in kleine kernen in Zuid-Holland Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief voor kennisgeving aan te nemen. 7. Brief van GS Provincie Zuid-Holland (nr ) inzake begroting Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt bsloten de brief voor kennisgeving aan te nemen en in handen te stellen van de Cie Werk en Financiën. 8. Kopie van brief van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (nr ) inzake beleidskader spontane vernietiging van besluiten van decentrale overheden. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de kopie van brief voor kennisgeving aan te nemen. 9. Brief van Stuurgroep Oude Rijnzone ( ) inzake transformatievisie 2020 (vastgesteld). Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief en visie voor kennisgeving aan te nemen. 10. Brief van J.M.A.A. Witteman/Buis (nr ) inzake bp. Diamantlaan. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief te betrekken bij agendapunt 20, rv Brief van B&W znd. nr.) inzake legalisering Vrijplaats Koppenhinksteeg. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief en nota in handen te stellen van de Cie Ruimte en Bereikbaarheid. 12. Brief van B&W (nr ) inzake Stadsgehoorzaal. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen te stellen van de Cie Ruimte en Bereikbaarheid. 13. Brief van DB Holland Rijnland (nr ) inzake tweede wijziging gemeenschappelijke regeling. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen te stellen van B&W om pré-advies. 14. Brief van N. Mgayi e.a. (nr ) inzake voorstel recycling van plastic en blik (burgerinitiatief). Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen te stellen van de voorzitter van de raad om advies. 15. Brief van de cie Ruimte en Bereikbaarheid inzake afdoening motie versnacking binnenstad. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de motie als afgedaan te beschouwen. 16. Brief van A. Rijkeboer (nr ) inzake meeuwenoverlast. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief ter kennis te brengen van B&W. 17. Kopie van brief van P. Symons e.a. (nr ) inzake overlast instituut Vrijbergen. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de kopie van brief voor kennisgeving aan te nemen. 18. Zie ingekomen stuk nr Brief DB Regionale Brandweer en GHOR Hollands Midden (nr ) inzake ontwerpprogrammabegroting Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief en ontwerpprogrammabegroting in handen te stellen van de burgemeester om advies. 20. Brief RDOG Hollands Midden (nr ) inzake ontwerpbegroting Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief en ontwerpbegroting in handen te stellen van B&W om advies. 21. Brief DB Milieudienst West-Holland (nr ) inzake programmabegroting

3 Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief en programmabegroting in handen te stellen van B&W om advies. 22. Brief DB Milieudienst West-Holland (nr ) inzake jaarverslag Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief en jaarverslag in handen te stellen van de Cie Bestuur en Leefbaarheid. 23. Brief Ver. Cult. Centrum Bar en Boos (nr ) inzake legalisering Vrijplaats Koppenhinksteeg. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen stellen van de Cie Ruimte en Bereikbaarheid. 24. Kopie van brief Sticht. Ontmoetingsruimte de Linkse Kerk (nr ) inzake legalisering Vrijplaats Koppenhinksteeg. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de kopie van brief in handen stellen van de Cie Ruimte en Bereikbaarheid. 25. Brief van Stichting VACpunt Wonen (nr ) inzake jaarverslag 2006 Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief en jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen. 26. Brief en motie van de gemeente Alphen aan den Rijn (nr ) inzake RijnGouweLijn. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief en motie voor kennisgeving aan te nemen. 27. Brief van B&W (nr ) inzake reactie op het voorstel van de raadswerkgroep van Haaster c.s. tot oprichting van een Leidse jongerenraad. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen stellen van de Cie Bestuur en Leefbaarheid. 28. Kopie van brief van E.W.G. van Haasterecht (nr ) inzake uitbreiding openingstijden van de Bakkerij. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de kopie van brief voor kennisgeving aan te nemen. 29. Brief van A. van der Klis (nr ) inzake ontslag als lid van de VVD in de gemeenteraad. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten het verzoek te honoreren. 30. Brief van De Ruijter de Wildt & De Vroom advocaten (nr ) inzake bezwaarschrift voorbereidingsbesluit ROC Lammenschans-project. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen te stellen van de Cie Beroep en Bezwaar. 31. Brief van de Raad van State (nr ) inzake Bp Leiden Zuidwest. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen te stellen van B&W ter afdoening. 32. Brief van L. Cebol-Brocaas (nr ) inzake variant RijnGouweLijn. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen te stellen van B&W ter afdoening. 33. Brief van Cie Onderwijs en Samenleving inzake notitie tussen Wal en Schip. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het advies te besluiten. 34. Brief van J.P. Stuart (nr ) inzake burenoverlast. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten de brief in handen te stellen van B&W ter afhandeling. 35. Advies Presidium inzake afhandeling amendement 12 bij APV Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het advies te besluiten. 6. Vaststelling besluitenlijst van 17 april 2007 Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt de besluitenlijst vastgesteld. STEMMINGEN 7. Plan van aanpak voorbereidingen nieuw GGVP met kredietvoorstel (RV ) Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten 1. in te stemmen met het Plan van Aanpak Kom in de stad als eerste stap voor het treffen van voorbereidingen voor het maken van een nieuw plan om de gestelde 3

4 doelen voor hoogwaardig openbaar vervoer, bereikbaarheid en inrichting van de (binnen-)stad en verkeersveiligheid te bereiken, in het kader van het voorbereiden van een opnieuw te formuleren Gemeentelijk Verkeer-en-vervoerplan (GVVP); 2. hiertoe en ter afwikkeling van de aan de RijnGouweLijn gekoppelde besluiten en overeenkomsten een voorbereidingskrediet ter beschikking te stellen van , 3. dit voorbereidingskrediet ten laste te brengen van de voor de RijnGouweLijn geoormerkte middelen. met dien verstande dat de fractie van VVD geacht wordt tegen het voorstel gestemd te hebben. 8. Initiatiefvoorstel PvdA e.a. Leidse Werkbrigade ( ) Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten 1. voor het jaar 2007 eenmalig een bedrag beschikbaar te stellen van euro uit het budget incidentele vrije ruimte Raad van euro; 2. het college te verzoeken de bijbehorende begrotingswijziging te ontwerpen; met dien verstande dat de fracties van VVD en SLO geacht worden tegen het voorstel gestmd te hebben. 9. Deelverordening Amateurkunst Subsidies (RV ) Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten vast te stellen de navolgende Deelverordening Amateurkunst Subsidies DEELVERORDENING AMATEURKUNST SUBSIDIES HOOFDSTUK I DEFINITIES EN ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begrippen Voor de toepassing van deze deelverordening wordt verstaan onder: amateurkunst: het beoefenen van kunst in zijn verschillende uitingsvormen, in groepsverband en op niet professionele basis; dit impliceert dat de deelnemers uit hoofde van deze activiteit geen presentiegeld of andere vergoedingen anders dan een onkostenvergoeding op declaratiebasis ontvangen; Werkgroep Amateurkunst (WAK): de Leidse koepelorganisatie ten dienste van de sector amateurkunst; instelling: een in Leiden gevestigde vereniging, stichting of groep personen die zich, blijkens de statuten en feitelijke werkzaamheden, de amateurkunst ten doel stelt; werkvormoverleg: een organisatie die optreedt als representatief overlegorgaan en belangenbehartiger voor bij haar aangesloten instellingen in één of meer werkvormen van de amateurkunst; deelnemer: aan een instelling op het gebied van de amateurkunst, verbonden natuurlijk persoon, die door een contributiebijdrage en door deelname aan activiteiten zich aan de instelling verbindt; werkvormen: de verschillende verschijningsvormen van de amateurkunst; 4

5 instandhoudingssubsidie: een per werkvorm vastgestelde algemene subsidie ter tegemoetkoming in de vaste lasten van een instelling; jeugd(leden)subsidie: extra instandhoudingssubsidie voor (jeugd)leden van instellingen; uitvoeringssubsidie: subsidie in (een deel van) het nader gespecificeerde tekort van door de instellingen gehouden openbare optredens.; huurkostensubsidie: extra uitvoeringssubsidie voor optredens in de Stadsgehoorzaal of de Leidse Schouwburg. aanmoedigingssubsidie: een incidentele subsidie ter tegemoetkoming van de vaste lasten dan wel kosten voor een uitvoering van een instelling die nog niet tot de deelverordening is toegelaten. openbaar optreden: een optreden op Leids grondgebied dat al dan niet tegen betaling voor iedereen toegankelijk is en dat als zodanig van te voren publiekelijk wordt aangekondigd. richtbedrag: standaard subsidiebedrag waarop op grond van dreigende overschrijding van het subsidieplafond een korting kan worden toegepast. egalisatiereserve: financiële reserve waaruit kan worden geput indien korting van de richtbedragen plaatsvindt. Artikel 2: Toelating 1. Bij de inwerkingtreding van deze deelverordening worden geacht tot de regelingen voor instandhoudings- en uitvoeringssubsidie als bedoeld in deze deelverordening te zijn toegelaten: A. ORKESTEN Frits Landesbergen Big Band, Leiden Sinfonietta, Klarinetensemble Lignum Leiden/Stichting de Grenzeloze Klarinet, Toonkunstorkest Leiden, Blokfluitensemble Praetorius, Zigeunerorkest Csárdás. B. HARMONIE, (DRUM)FANFARES, BRASSBAND, SHOWKORPSEN Drumfanfare Amigo Leiden, Con Fuoco Drum & Bugle Corps, Concordia, De Burcht, Drumfanfare FBL, K & G, Leidse Harmoniekapel, Nieuw Leven, Trommelgroep West Nederland, Werkmans Wilskracht. C. KOREN Arnold Schönberg Kamerkoor, C.O.V. Con Amore, Stichting Couleur Vocale, C.O.V. Ex Animo, Kamerkoor Akkoord, Stichting Capella Vocale, Eurokoor Nederland, Kamerkoor Hathor, Interkerkelijk Gospelkoor Dabar, Leiden English Choir, Kamerkoor Het Zingend Hart, Leids Vocaal Ensemble, Kamerkoor Lingua Musica, Leids Projectkoor, Klein Leids Liederen Koor, Schola Gregoriana Leithonensis, Toonkunstkoor Leiden e.o., Viswijvenkoor, R.C.M. Vox Humana, William Byrd Vocaal Ensemble. D. TONEELGEZELSCHAPPEN Theatergroep Paradox (onder voorbehoud van advies WAK), Toneelgroep Imperium, Litteris Sacrum, Ploef, Timdelerclub, Tot Ieders Genoegen, Toneelfabriek, Toneelvereniging Al Dente. Stichting Triade Musical Productions. 5

6 E. OPERETTEGEZELSCHAPPEN Crescendo. F. VOLKSDANSVERENIGINGEN FETA, Oud Poelgeest. G. MAJORETTENVERENIGINGEN Heavy Metol, The Kopergirls, Ons Buiten. H. VERNIEUWENDE THEATERGROEPEN Kindertheater Splinter, Ins Blau, Kindertoneelgroep Pats (onder voorbehoud van advies WAK), PLOT, Toch Theater. I. FOTO-, FILM- EN VIDEOVERENIGINGEN Leidse Video en Smalfilm Liga, L.A.F.V. J. DIVERSE MUZIEKGROEPEN VTV/Centrum Club 58, Sempre Avanti. 2. Voor de geldingsduur van deze deelverordening hebben de volgende, niet in lid 1 van dit artikel opgenomen, instellingen de mogelijkheid om bij Burgemeester en Wethouders van Leiden uitvoeringssubsidie aan te vragen: Collegium Musicum, de Leidse Amateurfotografen Vereniging en het Comité Leidse Korendag voor Ouderen. 3. Burgemeester en Wethouders van Leiden kunnen, wanneer zich een instelling aanmeldt voor toelating tot de deelverordening, onverlet de geldigheidsduur van de deelverordening, gehoord het advies van de WAK, besluiten de aanvrager tot de deelverordening toe te laten. Hierbij gelden de volgende criteria. De instelling dient: a. rechtspersoonlijkheid bezitten en als zodanig ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden; b. de toegelaten verenigingen worden geacht aangesloten te zijn bij de WAK; c. een minimaal aantal deelnemers hebben van: 6 deelnemers voor toneelverenigingen; 16 deelnemers voor koren; 20 deelnemers voor harmoniekorpsen, drumfanfares en brassbands; 8 deelnemers voor drumbands; 15 deelnemers voor orkesten; 18 deelnemers voor operetteverenigingen; 10 deelnemers voor volksdansverenigingen (demonstratiegroepen); 25 deelnemers voor volksdansverenigingen (overige); 3 deelnemers voor vernieuwende theatergroepen; 13 deelnemers voor majoretteverenigingen; 10 deelnemers voor foto-, video- en popmuzikantenverenigingen; d. haar oefenruimte binnen het grondgebied van de gemeente Leiden hebben; e. bij voorkeur minimaal één maal per jaar doch tenminste één maal per twee jaar in het openbaar op te treden, door middel van een uit de werkvorm voortvloeiende wijze van uitvoeren; f. in het geval zij muziekvereniging is, zoals genoemd in artikel 2, 1B, minimaal één maal per jaar in het openbaar op te treden; 6

7 g. gedurende een periode van tenminste drie jaar door de uitvoering van activiteiten en het instandhouden van een organisatie haar bestaansrecht te hebben bewezen. Artikel 3: Nadere bepalingen omtrent toelating en subsidiëring 1. Niet voor subsidiëring in het kader van de deelverordening komen in aanmerking: kerkkoren, onder studentenorganisaties vallende instellingen en instellingen waarvan de financiële ondersteuning behoort tot de zorg van overheden, waaronder de gemeente Leiden, de Universiteit Leiden en/of van het bedrijfsleven. 2. De in de hoofdstukken II, III en IV genoemde werkvormen en richtbedragen worden elke twee of drie jaar geëvalueerd en, na overleg met de WAK, in al dan niet aangepaste vorm, opnieuw voor een periode van twee of drie jaar vastgesteld. 3. Op grond van de jaarlijkse subsidie-afrekeningen en aanvragen van de toegelaten instellingen zal jaarlijks worden beoordeeld of deze instellingen hebben voldaan c.q. voldoen aan de bepalingen van deze Deelverordening. Deze beoordeling vindt plaats door de Dienst Cultuur en Educatie en wordt schriftelijk ter kennis gebracht van de WAK, vergezeld van een overzicht van verstrekte instandhoudings- en uitvoeringssubsidies en de egalisatiereserve. 4. Wanneer de gemeente aanleiding ziet om op grond van het niet of onvoldoende nakomen van de bepalingen uit deze deelverordening het subsidie voor een bepaalde instellingen te beëindigen of te verminderen, zal alvorens daartoe te besluiten, de WAK worden gehoord. 5. Instellingen die tot de deelverordening zijn toegelaten hebben recht op instandhoudingssubsidie (incl. jeugdledensubsidie) en uitvoeringssubsidie (incl. huurkostensubsidie) zoals omschreven in deze deelverordening. Artikel 4: Subsidiemogelijkheden van nog niet tot de deelverordening toegelaten instellingen 1. Aan een instelling die zich heeft aangemeld voor toelating tot de deelverordening, maar die nog niet voldoet aan voorwaarden van artikel 2 lid 3, kan door Burgemeester en Wethouders van Leiden, gehoord het advies van de WAK, binnen de in Hoofdstuk II opgenomen richtbedragen en subsidiebepalingen voor instandhoudingssubsidies, een aanmoedigingssubsidie worden toegekend. 2. Aan een niet tot de deelverordening toegelaten instelling die voor een eenmalige openbare activiteit een subsidie aanvraagt kan door Burgemeester en Wethouders van Leiden een aanmoedigingssubsidie in het tekort van de kosten van de activiteit worden verstrekt, binnen de normbedragen en subsidiebepalingen vastgelegd in hoofdstuk III worden vastgesteld. 3. Voor het toekennen van de in lid 1 en lid 2 genoemde subsidies dient een instelling te voldoen aan het gestelde in artikel 3a, b, c en d van de deelverordening. 4. Jeugd- en overige onderafdelingen van instellingen komen eerst dan voor zelfstandig instandhoudingssubsidie in aanmerking als zij als zelfstandig rechtspersoon ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden. Artikel 5: Subsidieplafond 7

8 1. De in deze deelverordening genoemde bedragen zijn richtbedragen. Het totale maximale subsidievolume voor de amateurkunst wordt jaarlijks door de Gemeenteraad vastgesteld. Dit totale subsidievolume kan niet overschreden worden. 2. Het totale subsidievolume zal jaarlijks verhoogd worden met een door de Gemeenteraad vast te stellen indexeringspercentage. 3. Overbestedingen van het beschikbare budget voor de amateurkunst als gevolg van de aan de hand van de in deze deelverordening beschikbaar gestelde subsidiebedragen zullen ten laste worden gebracht van de reserve Amateurkunst, onderbestedingen zullen ten gunste komen van de reserve Amateurkunst. 4. Indien de overbestedingen in een bepaald jaar tot een negatiefstand van de egalisatiereserve zouden leiden, zullen de beschikbaar gestelde subsidiebedragen in dat betreffende jaar zodanig naar rato worden aangepast dat de reserve een nulstand bereikt. 5. Bij de jaarlijkse vaststelling van het totale subsidievolume voor de amateurkunst zal een eventueel positief saldo van de egalisatiereserve niet betrokken te worden. - HOOFDSTUK II INSTANDHOUDINGSSUBSIDIE Artikel 6: Bepalingen omtrent aanvraag en toekenning 1. De in hoofdstuk I genoemde instellingen dienen hun instandhoudingssubsidie elk jaar opnieuw aan te vragen. Daartoe wordt hen voor of uiterlijk op 1 januari het betreffende formulier door de dienst Cultuur en Educatie toegezonden. Met dien verstande dat wanneer het bedoelde formulier om welke reden dan ook niet wordt ontvangen, de verenigingen desondanks gehouden zijn het formulier, verkrijgbaar bij de dienst Cultuur en Educatie, voor of uiterlijk 1 maart van het betreffende jaar bij de dienst Cultuur en Educatie in te leveren. Met het aanvraagformulier voor instandhoudingssubsidie en jeugd(leden)subsidie moet ook de ledenlijst van de instelling, met als peildatum 1 januari van het betreffende jaar, worden meegezonden. De ledenlijst dient de NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats) en de geboortedata te bevatten. 2. De instandhoudingssubsidie wordt binnen 12 weken na het in behandeling nemen van de aanvraag aan de betreffende instelling uitbetaald. 3. Indien aan het gestelde in lid 1 van dit artikel zonder overleg met de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden niet is voldaan, vervalt in het betreffende jaar het recht op instandhoudingssubsidie. 4. De richtbedragen voor instandhoudingssubsidies in de periode 2007 tot en met 2009 voor de verschillende werkvormen bedragen: A. ORKESTEN: Een jaarlijkse bijdrage van 955,= voor reguliere volwassenenorkesten, 1.910,= voor jeugdorkesten en een percentage van 955,=, berekend naar rato van het aantal oefenweken per jaar, met een maximum van 32 weken per jaar, voor projectorkesten. B. HARMONIE- EN FANFARE, BRASSBANDS EN SHOWKORPSEN Voor muziekverenigingen een jaarlijkse bijdrage van 955,=, vermeerderd met een bijdrage 8

9 van 12,90 per lid. Onder lid wordt verstaan een spelend lid en/of een lid van de bij de muziekvereniging behorende majorettegroep. C. KOREN Een jaarlijkse bijdrage van 852,= voor reguliere koren en een percentage van 852,=, berekend naar rato van het aantal oefenweken per jaar, met een maximum van 32 weken per jaar, voor projectkoren. D. OPERETTEGEZELSCHAPPEN Voor operettegezelschap Crescendo een jaarlijkse bijdrage van 1.941,=. E. TONEELGEZELSCHAPPEN Een jaarlijkse bijdrage van 852,=. F. VOLKSDANSVERENIGINGEN Een jaarlijkse bijdrage van 852,=. G. MAJORETTENVERENIGINGEN Een basissubsidie van 335,= per jaar, vermeerderd met 12,90 per lid per jaar. H. DIVERSE MUZIEKGROEPEN (VTV/Centrum Club 58, Sempre Avanti) Een jaarlijkse bijdrage van 1.058,=. I. VERNIEUWENDE THEATERGROEPEN Een jaarlijkse bijdrage van 568,=. J. LEIDSE VIDEO- EN SMALFILM LIGA Een jaarlijkse bijdrage van 852,=. 5. Voor jeugdleden van instellingen wordt een aanvullende instandhoudingssubsidie beschikbaar gesteld van 25,80 per actief jeugdlid onder de 18 jaar, per jaar. De jeugdsubsidie dient te worden gebruikt voor extra activiteiten ten behoeve van de jeugdleden. De instellingen dienen jaarlijks door middel van een inhoudelijk en financieel verslag verantwoording af te leggen over de besteding van de jeugdsubsidie. Niet gebruik kunnen maken van de aanvullend instandhoudingssubsidie zijn de jeugdorkesten in categorie A. - HOOFDSTUK III UITVOERINGSSUBSIDIE Artikel 7: Bepalingen omtrent de aanvraag 1. De in hoofdstuk I genoemde instellingen dienen hun uitvoeringssubsidie elk jaar opnieuw aan te vragen. Hiervoor moet een bij de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden verkrijgbaar aanvraagformulier worden ingevuld, dat uiterlijk 1 maart van het betreffende jaar bij de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden dient te zijn ingeleverd. 2. Gelijktijdig met het beschikbaar stellen van instandhoudingssubsidie zal jaarlijks een voorschot van 50% op het richtbedrag van de per werkvorm maximaal beschikbare uitvoeringssubsidie beschikbaar worden gesteld. 9

10 3. De uitvoeringssubsidie bedraagt 80% van het tekort van de activiteit(en) waarvoor het wordt toegekend met een richtbedrag van maximaal 1.626,= per kalenderjaar. Voor vernieuwende theatergroepen geldt een richtbedrag van maximaal 2.168,= per kalenderjaar. 4. Het tekort van de activiteit wordt gedefinieerd als het verschil tussen de aan de activiteit gerelateerde opbrengsten (zie artikel 9) en de subsidiabele uitgaven (zie artikel 10). 5. Een instelling kan voor meer dan één activiteit, dan wel voor meer dan één project een uitvoeringssubsidie aanvragen, maar de totaal te ontvangen uitvoeringssubsidie is nooit meer dan de hiervoor genoemde maximum richtbedragen. 6. Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere, hieronder te noemen gevallen, het hiervoor genoemde maximum richtbedrag verhogen tot een richtbedrag van maximaal 2.814,=: a. in geval van uitvoeringen van oratoriumverenigingen of daaraan gelijk te stellen koren, waarvoor begeleiding door een beroepssymfonie-orkest en beroepssolisten (zangeressen/zangers) onontbeerlijk is; b. in geval van uitvoeringen van toneelverenigingen, als bedoeld in lid 4e van artikel 6 en van operettegezelschappen, als bedoeld in lid 4d van hetzelfde artikel, waarbij voor de regie een als zodanig geregistreerde beroepsregisseur is aangetrokken; c. in andere gevallen voorzover het deze verenigingen betreft, afzonderlijk te beoordelen door het College van B&W, gehoord hebbende de WAK. 7. Muziekverenigingen die aan een concours of festival deelnemen kunnen een uitvoeringssubsidie aanvragen. Het richtbedrag voor de uitvoeringssubsidie voor deelname aan een concours of festival bedraagt maximaal 335,=. 8. Operettegezelschap Crescendo kan voor de jaarlijkse uitvoering voor senioren een extra uitvoeringssubsidie aanvragen. Het richtbedrag voor de maximale subsidie voor deze uitvoering bedraagt 2.814,=. 9. Bij gebruik van de Stadsgehoorzaal en/of de Leidse Schouwburg door amateurverenigingen zullen de in dit artikel genoemde richtbedragen, bij wijze van aanvullende subsidie in de kosten van de huur, verhoogd worden met een richtbedrag van 516,= op de dag van de uitvoering alsmede de dag van de generale repetitie tot een richtbedrag van maximaal 1.549,= per jaar. 10. Verenigingen die aan een nationaal of internationaal concours deelnemen komen in aanmerking voor een subsidie van maximaal 516,-. Wanneer tijdens een dergelijk concours een eerder behaalde nationale of internationale titel moet worden verdedigd, bedraagt het te verlenen subsidie maximaal 1.033, Instellingen die in verband met een jubileum extra activiteiten willen organiseren, kunnen in aanmerking voor een extra jubileum subsidie. Deze subsidie die maximaal 1.033,- bedraagt, wordt alleen toegekend bij kroonjaren, resp. bij een 25-, 50-, 75- en 100-jarig jubileum. Artikel 8: Bepalingen omtrent de toekenning 1. De instellingen waaraan een uitvoeringssubsidie is toegekend dienen verantwoording af te leggen over de besteding van de subsidie. Hiervoor moet een bij de dienst Cultuur en 10

11 Educatie van de gemeente Leiden verkrijgbaar formulier Jaaropgaaf worden ingevuld, dat uiterlijk 1 maart van het jaar volgend op het subsidiejaar bij de dienst Cultuur en Educatie van de gemeente Leiden dient te zijn ingeleverd. 2. De definitief vastgestelde uitvoeringssubsidie zal, met aftrek van het voorschot, binnen 12 weken na het in behandeling nemen van de aanvraag, betaalbaar worden gesteld c.q. worden verrekend met de dan beschikbaar te stellen instandhoudingssubsidie en/of voorschot uitvoeringssubsidie. 3. Ook in die gevallen waarin de organisatie wegens het positief sluiten van de begroting geen beroep zal doen op gemeentelijke uitvoeringssubsidie, doch wel verplicht is jaarlijks een uitvoering in het openbaar op Leids grondgebied te verzorgen, dient in de jaaropgaaf verantwoording te worden afgelegd met betrekking tot de door de organisatie gerealiseerde uitvoering(en). Artikel 9: Bepalingen omtrent de te verantwoorden inkomsten 1. Op de jaaropgaafformulieren voor uitvoeringssubsidie zijn de categorieën inkomsten en uitgaven vermeld op basis waarvan Burgemeester en Wethouders van Leiden de hoogte van de uitvoeringssubsidie vaststellen. 2. De op te nemen inkomsten zijn: a. de inkomsten uit de verkoop van plaatsbewijzen, abonnementen, programmablad e.d.; b. donateursinkomsten, voor zover deze kunnen worden beschouwd als betaling van entreegeld voor optredens; c. uitkoopsommen gedurende een periode tot één jaar na de première; d. overige subsidies en bijdragen, direct verband houdende met het optreden. 3. Niet tot de inkomsten worden gerekend de opbrengst van verlotingen, tombola s en overige subsidies en bijdragen die niet direct verband houden met het optreden. Deze inkomsten dienen echter wel in de jaaropgaafformulieren te worden vermeld. Artikel 10: Bepalingen omtrent de subsidiabele uitgaven 1. Subsidiabele uitgaven zijn de binnen redelijke grenzen te maken kosten van: a. zaalhuur (inclusief generale repetitie), plus extra's, zoals suppoosten, pianohuur, kaartverkoop; b. zaalversiering; c. (voor koren) medewerking van een begeleidend orkest en solisten (inclusief belasting en sociale premies), voor zover die medewerking gezien de aard van de uit te voeren werken noodzakelijk is; d. (voor koren en orkesten) honorarium van de eigen dirigent op de avond van de uitvoering en de generale repetitie, waarbij als maximum geldt een bedrag van 1.239,=; e. programmablad, affiches, uitnodigingen; f. (huur) decor, rekwisieten en kleding (echter niet de kleding voor de koren); g. huur van audio-visuele apparatuur, aanschaf van beeld- en/of geluidsdragers en kosten verbonden met opname en montage; h. (huur) bladmuziek, teksten, kosten arrangementen, mits speciaal voor het concert 11

12 of de voorstelling waarvoor uitvoeringssubsidie is gevraagd, aangeschaft of gehuurd; i. verzekeringspremies; j. vervoer van instrumenten, decors etc. en van vervoer van orkestleden bij koorbegeleiding; k. (voor toneel- en operettegezelschappen) een beroepsregisseur, tot een maximum van 1.239,=; l. grimeerkosten; m. Bumarechten en auteursrechten. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen andere op de uitvoering betrekking hebbende uitgaven subsidiabel verklaren, met dien verstande, dat in elk geval niet worden vergoed: a. de afschrijving op uniformen, kleding en instrumenten die tot de vaste uitrusting van het gezelschap behoren; b. de kosten van de feestelijkheden na afloop van de activiteit; c. de consumpties van de leden-medewerkenden en genodigden; - HOOFDSTUK IV AANVULLENDE EN SLOTBEPALINGEN Artikel 11: Aanvullende Bepalingen 1. Indien blijkt dat bij twee of meer instellingen binnen een werkvorm voor een belangrijk deel dezelfde deelnemers zijn betrokken en de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd in hoge mate met elkaar overeenkomen, kunnen Burgemeester en Wethouders van Leiden bepalen, dat de betreffende instellingen gezamenlijk slechts éénmaal gebruik maken van de in de deelverordening genoemde subsidiemogelijkheden. 2. Burgemeester en Wethouders van Leiden kunnen, indien achteraf blijkt dat een subsidie ten onrechte is toegekend, het toekenningsbesluit intrekken en het betreffende subsidiebedrag terugvorderen. 3. Burgemeester en Wethouders van Leiden kunnen een of meer bepalingen van deze deelverordening, waarin voorwaarden en/of verplichtingen aan instellingen worden opgelegd, in incidentele gevallen, na overleg met de WAK, niet van toepassing verklaren. Indien Burgemeester en Wethouders van Leiden van deze bevoegdheid gebruik maken, doen zij hiervan gemotiveerd schriftelijk mededeling aan de betreffende instelling. 4. Een instelling die voornemens is zich in de loop van het boekjaar op te heffen en/of zijn activiteiten niet voort te zetten, dient Burgemeester en Wethouders van Leiden onmiddellijk van deze voornemens schriftelijk op de hoogte te stellen. Een dergelijke instelling wordt dan in afwijking van Hoofdstuk I niet meer beschouwd als toegelaten tot de deelverordening. 5. Wanneer zou blijken dat een vereniging op grond van het niet of onvoldoende nakomen van de bepalingen in deze deelverordening niet in aanmerking komt voor een subsidie in het betreffende jaar dan zal de vereniging gedurende het restant van de driejarige looptijd van de deelverordening toch als een toegelaten instelling worden beschouwd, tenzij de WAK, gevraagd of ongevraagd, zou adviseren om de toelating tussentijds op te heffen. De gemeente behoudt zich daarbij het recht voor niet gebruikte of ten onrechte gebruikte subsidiegelden terug te vorderen. 12

13 Artikel 12: Slotbepalingen 1. Deze deelverordening kan worden aangehaald als 'Deelverordening Amateurkunst Subsidies'. 2. De deelverordening heeft een looptijd van twee jaren, van 1 januari 2007 tot en met 31 december De looptijd van de deelverordening is onder voorbehoud van tussentijdse wijzigingen voortvloeiende uit wijzigingen in de Algemene Subsidieverordening van de Gemeente Leiden. ONDERWIJS EN SAMENLEVING 10. Voorstellen mbt gewijzigde besluiten in het projectvoorstel Haagweg 4 (herzien) (RV ) Door de leden Broeyer (PvdA), Jansen (PvdA), Van der Beek (GL) en Bakker (SP) wordt amendement 1 ingediend. Amendement 1. Onderwerp: Gewijzigde Besluiten Projectvoorstel Haagweg 4 constaterende dat: het College van B&W tot de conclusie is gekomen dat het buitengewoon lastig is de dekking voor het renovatieplan Haagweg 4 rond te krijgen. Het betrekken van de panden Haagweg 2 en Rijn- en Schiekade 1a bij dat plan zou de problemen nog groter maken. Daarom is het voor de haalbaarheid van het plan noodzakelijk beide panden te verkopen en de opbrengst via het Vereveningsfonds beschikbaar te stellen als dekking voor het plan. overwegende dat: ondergetekenden met dit amendement zeker willen stellen dat de opbrengst van de panden niet in de periode tot de vaststelling van het Uitvoeringsplan wordt gebruikt voor andere doelen met als gevolg dat er later geen dekking meer over is voor het Haagwegplan. besluit: ten aanzien van besluitpint 1i woningen, de tekst de woningen t/m grondexploitaties te schrappen en te vervangen door: in te stemmen met de verkoop van de panden Haagweg 2 en Rijn- en Schiekade 1a, onder de voorwaarde dat de opbrengst via de vereveningsreserve beschikbaar wordt gesteld voor het renovatieplan om de haalbaarheid daarvan te vergroten, Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement aanvaard, met dien verstande dat de fracties van CDA, VVD en D66 geacht worden tegen het amendement gestemd te hebben. Door de leden Broeyer (PvdA), Jansen (PvdA) en Van der Beek (GL) wordt amendement 2 ingediend. Amendement 2. 13

14 Onderwerp: Broedplaats,Projectvoorstel Haagweg 4 De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in vergadering van 15 mei 2007, gehoord hebbende, constaterende dat, voorts overwegende dat, besluit, T.a.v. besluitpunt 1m broedplaatsen de tekst de broedplaatsbehoefte t/m Haagweg 4 te schrappen en te vervangen door: te onderzoeken onder welke voorwaarden een broedplaats tot stand kan worden gebracht in Haagweg 4. Toelichting: Een broedplaats is een mooi idee. Maar er zijn nog heel veel onzekerheden rond de exploitatie van het ateliercomplex Haagweg 4. Bovendien ontstaat een broedplaats en kan je die niet van bovenaf definiëren. Het is danook nodig eerst een onderzoek te doen naar voorwaarden voor een broedplaats en dan pas te bezien of dat haalbaar is binnen het totale plan. Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement aanvaard, met dien verstande dat de fracties van CDA,VVD, D66 en LL geacht worden tegen het amendement gestemd te hebben. Door de leden De Bakker (SP), Van der Beek (GL), Van der Luit (D66), Broeyer (PvdA), Boer (SLO) en Sloos (LL) wordt amendement 3 ingediend. Amendement 3. Onderwerp: Evaluatie huurcontractduur, Projectvoorstel Haagweg 4 De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in vergadering van 15 mei 2007, gehoord hebbende, - de insprekers in de raadscommissie Onderwijs en Samenleving van 8 mei 2007, - de discussie in de raadscommissie Onderwijs en Samenleving van 8 mei 2007, - tevens kennis genomen hebbende van de brief dd 15 mei 2007, constaterende dat, - een meerderheid in de gemeenteraad de doorstroming van huurders van gemeentelijke ateliers wil bevorderen (amendement bij RV , besluitpunt 1k), - de duur van de huurcontracten gekoppeld wordt een de toetsingsduur, wat betekent dat de duur naar 3 jaar gaat.* - overwegende dat, het vanuit praktisch oogpunt makkelijk is om de duur van de huurcontracten te koppelen aan de duur van de toetsing, voorts overwegende dat, 14

15 - dat 3 jaar wellicht te kort is voor een (beginnend) kunstenaar om voldoende naam of klantenbestand op te bouwen, besluit, toe te voegen aan besluitpunt 1k: na 3 jaar te evalueren of de duur van huurcontracten van 3 jaar toereikend is. Wanneer dit niet het geval blijkt, blijft de mogelijkheid open om de duur van de contracten te verlengen naar 5 jaar, ongeacht de duur van de toetsingen., *Toelichting: Wanneer de toetsingsduur verlengd wordt naar 5 jaar, zal de duur van de huurcontracten ook verlengd worden naar 5 jaar. De toetsing ligt bij het Kunstgebouw (provinciale organisatie). Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement aanvaard, met dien verstande dat de fracties van CDA en VVD geacht worden tegen het amendement gestemd te hebben. Door de leden Boer (SLO), Sleijster (VVD), Van der Luit (D66), Van Sandick (CDA) en Sloos (LL) wordt motie 1 ingediend. Motie 1. Onderwerp: Financieel overzicht Projectvoorstel renovatie Haagweg 4. De Raad van de gemeente Leiden, bijeen op dinsdag 15 mei 2007, gelet op, - de onduidelijkheden in de presentatie door het College van de besluiten in het Projectvoorstel renovatie Haagweg 4 en - de door de Raad geconstateerde miscommunicatie tussen de verantwoordelijke wethouder en de Stichting De Leidse School; constaterende dat, - de raad gevraagd wordt besluiten te nemen die de financiële belangen van huurders van ateliers aan de Haagweg 4 rechtstreeks raken, maar de mate waarin voor de Raad absoluut niet inzichtelijk is; overwegende dat, - de Raad niet van zins is nu besluiten te nemen waarvan ze de consequenties niet volledig kan overzien en die daardoor kunnen leiden tot onzorgvuldige gemaakte afwegingen en beslissingen; verzoekt het College de Raad, vooruitlopend op de presentatie van het uitvoeringsbesluit Renovatie Haagweg 4, uiterlijk op 18 september 2007 een compleet en helder inzicht te verschaffen over: - de definitieve (ver-)bouwtekeningen van de Haagweg 4 inclusief de panden Rijn- en Schiekade 1a en Haagweg 2; 15

16 - de definitieve (ver-)bouwtekeningen van de Haagweg 4 zonder de panden Rijn- en Schiekade 1a en Haagweg 2; - de werkelijke kosten per 1 januari 2008 van de renovatie Haagweg 4, inclusief de aanleg van een liftinstallatie en inclusief de panden Rijn- en Schiekade 1a en Haagweg 2; - de werkelijke kosten per 1 januari 2008 van de renovatie Haagweg 4, inclusief de aanleg van een liftinstallatie en exclusief de panden Rijn- en Schiekade 1a en Haagweg 2; - de calculatie van de werkelijke m2 meter (verhuur-)kostprijs bij een sluitende exploitatie zonder verkoop van de panden Rijn- en Schiekade 1a en Haagweg 2; - de calculatie van de werkelijke m2 meter (verhuur-)kostprijs bij een sluitende exploitatie na verkoop van de panden Rijn- en Schiekade 1a en Haagweg 2; - de financiële dekking van het eventuele negatieve verschil tussen de werkelijke kostprijs per m2 en de door huurders te betalen maximale huurprijs van 45,- per m2 zonder verkoop van de panden Rijn- en Schiekade 1a en Haagweg 2; - de financiële dekking van het eventuele negatieve verschil tussen de werkelijke kostprijs per m2 en de door huurders te betalen maximale huurprijs van 45,- per m2 na verkoop van de panden Rijn- en Schiekade 1a en Haagweg 2; Zonder hoofdelijke stemming wordt de motie verworpen, met dien verstande dat de fracties van SLO, VVD, D66, CDA en LL geacht worden voor de motie gestemd te hebben. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten t.a.v. besluitpunt 1.i - woningen - in te stemmen met de verkoop van de panden Haagweg 2 en Rijn- en Schiekade 1a, onder de voorwaarde dat de opbrengst via de vereveningsreserve beschikbaar wordt gesteld voor het renovatieplan om de haalbaarheid daarvan te vergroten, t.a.v. besluitpunt 1.j - toewijzingscriteria - de bestaande toewijzingscriteria Leids en getoetst te continueren; t.a.v. besluitpunt 1.k - doorstroming - kunstenaars die op dit moment gebruik maken van een van de 55 ateliers in Haagweg 4 (na verbouwing 62) en die binnen een jaar na de opleveringsdatum van de restauratie/verbouwing van Haagweg 4 nog niet voldoen aan de toewijzingscriteria Leids en getoetst, de huur op te zeggen; - de periode van de het huurcontract van de kunstenaars met de op te richten atelierbeheersstichting gelijk op te laten lopen met de huidige toetsingsgeldigheid; drie jaar in plaats van vijf jaar; - het stadswerkplaatsconcept niet op te nemen in het uitvoeringsbesluit renovatie Haagweg 4, doch voor verder onderzoek onder de aandacht te brengen van de fusiepartners instellingen cultuureducatie; - een halfjaarlijks proefhuurcontract mogelijk te maken; - na 3 jaar te evalueren of de duur van huurcontracten van 3 jaar toereikend is. Wanneer dit niet het geval blijkt, blijft de mogelijkheid open om de duur van de contracten te verlengen naar 5 jaar, ongeacht de duur van de toetsingen. t.a.v. besluitpunt 1.l - wachtlijsten - de bestaande twee wachtlijsten te saneren en samen te voegen tot één wachtlijst voor gemeentelijke ateliers en die wachtlijst te laten beheren door de atelierbeheerder, te weten de nog in het leven te roepen atelierbeheersstichting; t.a.v. besluitpunt 1.m - broedplaatsen - te onderzoeken onder welke voorwaarden een broedplaats tot stand kan worden gebracht in Haagweg 4. 16

17 met dien verstande dat de fracties van CDA, D66, VVD en SLO geacht worden tegen het geamendeerde voorstel gestemd te hebben. 11. Kredietvoorstel bouwkundige voorzieningen Roodenburgerstraat 1a (RV ) Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten 1. In te trekken, besluitpunt 2 van Raadsbesluit a. Een investeringskrediet van ,- beschikbaar te stellen voor herstel/aanpassing van het pand Roodenburgerstraat, inclusief bouwkundige aanpassingen voor de huisvesting van Parnassia ambulante verslavingszorg en een huisartsengroep, apotheker en fysiotherapeut. 2.b. de investeringslasten te dekken uit de jaarlijkse exploitatie van het pand. 3.a. Een investeringskrediet van ,- beschikbaar te stellen voor het gelijktijdig bouwkundig en installatietechnisch, conform de voorschriften van de Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaafden (CCBH), geschikt maken en inrichten van de behandeleenheid medische heroïne (aanbouw, ingang Cronesteinkade). 3.b. de investering af te schrijven in 15 jaar volgens de lineaire methode. 3 c. de afschrijvingslasten te dekken uit de voorziening OGGZ. 3 d. daartoe in te stellen een bestemmingsreserve dekking afschrijvingslasten behandeleenheid Roodenburgerstraat 1A. 3.e. een bedrag ad te onttrekken aan de voorziening OGGZ en te storten in bovengenoemde bestemmingsreserve. 4. Kennis te nemen van bijgaande meerjarenproductwijziging. te met dien verstande dat de fracties VVD, D66, CDA en CU geacht worden tegen het voorstel gestemd te hebben en het lid Sloos (LL) geacht wordt tegen besluitpunt 3A gestemd hebben. 12. Kredietverlening Scheltemacomplex ( ) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten 1. een krediet van beschikbaar te stellen voor de verbouw van het Scheltema complex; 2. de niet gedekte kapitaallasten van te verantwoorden op het product : Grondexploitatie, en te dekken uit het beschikbare budget voor kapitaallasten binnen programma 7, product met dien verstande dat de fracties van VVD en SLO geacht worden tegen het voorstel gestemd te hebben. RUIMTE EN BEREIKBAARHEID 13. Bestemmingsplan Diamantlaan e.o. (RV ) Door het lid Flippo (CDA) wordt amendement 1 ingediend. Amendement 1. Onderwerp: BestemmingsplanDiamantlaan; maximale hoogte van het gebouw tegenover het Diamantplein. gelet op de beraadslaging in de commissie voor Ruimte en Bereikbaarheid van 24 april 2007, constaterende dat 17

18 het bestemmingsplan het mogelijk maakt om een gebouw met een maximale hoogte van circa 48 meter tegenover het Diamantplein te realiseren, overwegende dat - gemengde gebieden zich kenmerken door een afwisseling van laagbouw en middelhoogbouw; - de wijk Hoge Mors derhalve als gemengd gebied beschouwd dient te worden; - het plangebied deel uitmaakt van de wijk Hoge Mors; voorts overwegende dat - de Hoogbouwvisie voor een gemengd gebied incidenteel een gebouw tot een hoogte van circa 40 meter toestaat; - de gemeenteraad verplicht is om bij het vaststellen van een bestemmingsplan alle op dat moment van kracht zijnde, relevante documenten in zijn overwegingen te betrekken; besluit besluitpunt 4 te wijzigen, zodat deze komt te luiden: het bestemmingsplan Diamantlaan en omgeving, bestaande uit voorschriften, plankaart nr. VIC alsmede de bij het plan behorende toelichting vast te stellen, met dien verstande dat de bouwhoogte van het gebouw tegenover het Diamantplein gewijzigd wordt in circa 36 meter en de plankaart in die zin wordt gewijzigd, Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement verworpen, met dien verstande dat de fracties van CDA, D66 en LL geacht worden voor het amendement gestemd te hebben. Door de leden Rademaker (SP), Keereweer (PvdA), Van der Luit (D66), Posthuma (GL) en Flippo (CDA) wordt amendement 2 ingediend. Amendement 2. Onderwerp: Hoogte flat op hoek Robijnstraat en Smaragdlaan Constaterende dat, Binnen wijzigingsbevoegdheid I de mogelijkheid bestaat om op de hoek van de Robijnstraat en de Smaragdlaan een toren te bouwen van maximaal 19 meter hoog (gebied Ib); Overwegende dat, Deze plaats grenst aan een wijk met rijtjeshuizen, die een significant lager zijn en daarom aanzienlijke last kunnen hebben van hoogbouw direct naast hun huis; Dit probleem wél is erkend binnen wijzigingsbevoegdheid II, waar er langs de Robijnstraat tot maximaal 10 meter gebouwd mag worden en de bovenste bouwlaag ten minste 2 meter ten opzichte van de voorgevel dient te worden teruggelegd; De buurtbewoners in hun inspraakreactie hebben aangegeven ook een vergelijkbare regeling te willen voor de hoekflat in gebied I; Besluit Vast te stellen het bestemmingsplan Diamantlaan en omgeving, bestaande uit voorschriften, plankaart nr. VIC alsmede de bij het plan behorende toelichting met dien verstande dat : 18

19 a. Artikel 21 lid 3 (Wijzigingsbevoegdheid I ten behoeve van wonen en maatschappelijke voorzieningen) onder Ib als volgt te wijzigen: h. de gronden met aanduiding 1b mogen voor ten hoogste 50% worden bebouwd waarbij aan de zijde van de Robijnstraat een strook van 10 m breedte vrij dient te blijven van bebouwing. Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement aanvaard. Door de leden Rademaker (SP), Van der Luit (D66) en Posthuma (GL) wordt amendement 3 ingediend. Amendement 3. Onderwerp: bestemmingsplan Diamantlaan: speelruimte constaterende dat, - meerdere insprekers speelgelegenheid in de wijk zeer belangrijk vinden; - als gebruikt gemaakt zal worden van wijzigingsbevoegdheid II de mogelijkheid bestaat dat de speelgelegenheid bij de huidige school grotendeels zal verdwijnen; overwegende dat, - als gebruikt gemaakt zal worden van wijzigingsbevoegdheid I er in de wijk ook nieuwe kinderen en jongeren bij kunnen komen die óók behoefte hebben aan speelgelegenheid; - de NUSO (Landelijke Organisatie voor Speeltuinwerk en Jeugdrecreatie), Jantje Beton en 3VO allen willen dat in elk woongebied minimaal 3% van de totale oppervlakte bestemd wordt voor speelgelegenheid 1 ; besluit vast te stellen het bestemmingsplan Diamantlaan en omgeving, bestaande uit voorschriften, plankaart nr. VIC alsmede de bij het plan behorende toelichting met dien verstande dat: a. aan Artikel 21 Wijzigingsbevoegdheden onder lid 3 (Wijzigingsbevoegdheid I ten behoefte van wonen en maatschappelijke voorzieningen) een sub n wordt toegevoegd, luidende: n. van het totale oppervlak van de gronden met aanduiding I moet minimaal 3% gebruikt worden voor speelgelegenheden. b. aan Artikel 21 Wijzigingsbevoegdheden onder lid 4 (Wijzigingsbevoegdheid II ten behoefte van wonen en maatschappelijke voorzieningen) een sub l wordt toegevoegd luidende: l. van het totale oppervlak van de gronden met aanduiding II moet minimaal 3% gebruikt worden voor speelgelegenheden., en over te gaan tot de orde van de dag Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement verworpen, met dien verstande dat de fracties van SP, D66, GL, CU, LL en SLO geacht worden voor het amendement gestemd te hebben. Door de leden Keereweer (PvdA), Rademaker (SP), Flippo (CDA) en Posthuma (GL) wordt amendement 4 ingediend. Amendement 4. 1 Zie het opinieartikel op 19