Doorbraakmethode in het onderwijs, innovatiegericht onderzoeken of onderzoekgericht innoveren?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Doorbraakmethode in het onderwijs, innovatiegericht onderzoeken of onderzoekgericht innoveren?"

Transcriptie

1 Doorbraakmethode in het onderwijs, innovatiegericht onderzoeken of onderzoekgericht innoveren? De Rotterdamse methode als casus Niek van den Berg Jan Streumer september 2011

2 Doorbraakmethode in het onderwijs, innovatiegericht onderzoeken of onderzoekgericht innoveren? de Rotterdamse methode als casus Niek van den Berg en Jan Streumer m.m.v. Martin Kho september

3 Begeleidingsmoeheid inhoudsopgave Inhoud Voorwoord 1 Inleiding De Doorbraakmethode van gezondheidszorg naar beroepsonderwijs 2.1 De Breakthrough Series en Doorbraakmethode in de gezondheidszorg 2.2 Introductie van de Doorbraakmethode in het beroepsonderwijs 3 Onderzoek voor, door en met de praktijk 3.1 Onderzoek en praktijk: een problematische relatie 3.2 Groeiende aandacht voor praktijkonderzoek 3.3 De praktijk aan zet: actieonderzoek 3.4 Samen staan we sterk: ontwerponderzoek 3.5 Praktijkgericht onderzoek door lectoren 4 Aanpak en resultaten van het Rijnmondse deelproject 4.1 De startfase van het project 4.2 Werkplekleren op leerafdelingen in theorie en praktijk 4.3 Stapsgewijs van de eerste deelstudies naar verbeteracties en vervolgonderzoek 4.4 Begeleidingsmoeheid 4.5 Samen werken en samen leren: een literatuurstudie naar de begeleiding op leerafdelingen 4.6 Samenwerken op de leerafdeling: matching bij plaatsing en samenwerkingsrelaties als basis voor succesvol leren 4.7 Leren van betekenis. Over betekenisvolle leersituaties van studenten en opleiders in leerafdelingen 4.8 Conclusies op basis van de drie samenhangende deelstudies 5 Spiegeling en conclusies 5.1 Theorie en praktijk van praktijkgericht onderzoek 5.2 Nadere spiegeling 5.3 Conclusies Literatuur

4 voorwoord SSinds 2008 partipeert Zadkine samen met de Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellingen (verpleeghuis Hannie Dekhuyzen, verpleeghuis De Plantage en de psychiatrische instelling Parnassia Bavogroep, locatie Berkel) in het doorbraakproject Werkplekleren. In dit project wordt onderzoek gedaan naar de verschillende vormen van werkplekleren. Leereffecten en leerwinsten worden onderzocht. Vanaf 2008 is er onderzoek gedaan. Onderzoek naar de vormgeving van de leerafdeling in de genoemde zorginstellingen, onderzoek naar samen werken en samen leren, onderzoek naar matching van studenten op de leerafdeling, onderzoek naar betekenisvolle leersituaties en onderzoek naar begeleidingsmoeheid. Bij het onderzoek hebben de opleiders die in genoemde instellingen en in de onderwijsinstellingen werkzaam zijn een grote inbreng gehad. De opleiders hadden vragen bij bepaalde opleidingsthema s. De onderzoekers die aan het project verbonden zijn, vertaalden de vragen van de opleiders in onderzoeksvragen. Op basis van de onderzoeksvragen werd door de onderzoekers het onderzoek uitgevoerd. De onderzoeksresultaten werden weer voorgelegd aan de opleiders. Deze resultaten leiden tot interventies in het onderwijs (op de leerafdeling) of weer tot nieuwe onderzoeksvragen. Samenwerking tussen opleiders en onderzoekers in het doorbraakproject Werkplekleren Regio Rijnmond één van de kenmerken van het Rijnmondse project geweest. Deze methode werd binnen het project bekend als de Rotterdamse methode. In bijgaande brochure wordt de Rotterdamse methode, de samenwerking tussen onderzoekers en opleiders nader beschreven. Deze methode bleek effectief te zijn in het Rijnmondse project. Ik spreek de wens uit dat deze methode navolging gaat vinden op andere plaatsen waar opleidingskundig en onderwijskundig onderzoek wordt gedaan. De Rotterdamse methode is een vorm van praktijkgericht onderzoek dat gedurende het project zeer waardevol bleek te zijn. Ik spreek de wens uit dat deze onderzoeksmethode op al die plaatsen waar deze gebruikt wordt zal leiden tot gerichte interventies in het onderwijs waardoor uiteindelijk het onderwijs geoptimaliseerd zal worden. Rotterdam, september 2011 Drs A.J.C.M. de Jongh, Projectleider Doorbraakproject Werkplekleren Regio rijnmond 3

5 inleiding 1 1 Inleiding ZZadkine, Hogeschool Rotterdam en drie zorginstellingen in de regio Rijnmond participeren sinds 2008 in het landelijke Doorbraakproject Werkplekleren - een initiatief van Het Platform Beroepsonderwijs (HPBO) dat het Doorbraakproject ook subsidieert. Het gaat om een onderzoeks- en ontwikkelingsproject waarin scholen, bedrijven en onderzoekers samenwerken aan verschillende vraagstukken rond werkplekleren. De hoofdvraag is: hoe kunnen we de samenwerking tussen onderwijs en beroepspraktijk bij het leren op de werkplek optimaliseren, gebruik makend van zowel wetenschappelijke kennis als praktijkkennis? Het Doorbraakproject bestaat uit deelprojecten in verschillende regio s - waaronder Rijnmond - plus een project van de Politieacademie. Het project biedt de mogelijkheid om aan de ene kant de grote voorraad aan praktijkervaring en lokale kennis, en anderzijds een redelijk forse traditie in het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van werkplekleren te combineren. Net als bij scholen en bedrijven geldt voor onderwijs en onderzoek dat het belang van een verbinding tussen beide breed wordt onderschreven. De vormgeving ervan is echter nog in ontwikkeling. Het Rijnmondse deelproject is gericht op werkplekleren op leerafdelingen in ziekenhuizen, verpleeghuizen en andere zorginstellingen in de regio. Ongeveer tien studenten verzorging (mbo) en verpleegkunde (mbo en hbo) werken en leren samen op een leerafdeling onder verantwoordelijkheid van gediplomeerde zorgprofessionals (werkbegeleiders en praktijkopleiders). De studenten zijn boventallig en verrichten alle voorkomende verplegende en verzorgende activiteiten. Daarmee werken en leren zij in een authentieke omgeving, namelijk de werkelijke beroepssituatie waarin zij ook na het behalen van het diploma werkzaam zullen zijn. Zij worden daarbij begeleid door zorgprofessionals en docenten uit mbo en hbo (verder als opleiders aangeduid). Zoals gezegd is het doorbraakproject een innovatieproject waarin een grote rol is toebedeeld aan (praktijk)onderzoek en experimenten. Daarbij is sprake van 'co-makership in drievoud' - tussen onderwijs en bedrijven, tussen onderzoek en onderwijs en tussen landelijke en regionale actoren (Van den Berg, 2009; Van den Berg, De Jongh, Klous en Streumer, 2010). Deze activiteiten staan in het teken van het verbeteren van de praktijk van het werkplekleren. 4

6 inleiding 1 Dat wil zeggen dat het onderzoek gericht is op concrete aanpassingen van de opleiding in de beroepspraktijk. De nadruk ligt op het vergroten van het professioneel handelen van de opleiders, waardoor zij een groter arsenaal aan interventie-instrumenten tot hun beschikking krijgen om de studenten tot een hoger leerrendement te brengen. De aanpak die in het Rijnmondse deelproject wordt gehanteerd, is in een tussentijdse audit door de auditcommissie als de Rotterdamse methode aangeduid, waarbij de commissie opriep om deze aanpak nader te documenteren. Het voorliggende deelrapport is daarvan het resultaat en gaat met name in op het tweede type 'co-makership' - dat tussen onderzoek en onderwijs - en plaatst dit wat betreft de onderzoekskant in een breder perspectief. Het volgende hoofdstuk 2 gaat over de achtergronden van de Doorbraakmethode, waarna hoofdstuk 3 in meer algemene zin ingaat op de relatie tussen onderzoek en praktijk en op verschillende aanpakken - naast de Doorbraakmethode - om die relatie te versterken. Hoofdstuk 4 beschrijft de aanpak en de opbrengsten van het Rijnmondse Doorbraakproject. Hoofdstuk 5 spiegelt deze aan hetgeen in de hoofdstukken 2 en 3 is beschreven en sluit af met conclusies. 5

7 de doorbraakmethode van gezondheidszorg naar beroepsonderwijs 2 2 De Doorbraakmethode van gezondheidszorg naar beroepsonderwijs De methode die aan het Doorbraakproject werkplekleren en andere Doorbraakprojecten in het beroepsonderwijs ten grondslag ligt, is in het laatste decennium van de vorige eeuw ontwikkeld in de Verenigde Staten en was gericht op de gezondheidszorg. Enkele jaren daarna is deze Doorbraakmethode ook in de Nederlandse zorgsector geïntroduceerd. Paragraaf 2.1 schetst deze ontwikkeling; daarna beschrijft paragraaf 2.2 hoe de Doorbraakmethode vervolgens ook in het Nederlandse beroepsonderwijs zijn intrede deed. 2.1 De Breakthrough Series en Doorbraakmethode in de gezondheidszorg Het Instituut voor de verbetering van de gezondheidszorg (Institute for Healthcare Improvement, IHI) ontwikkelde in de Verenigde Staten in 1995 de zogenoemde 'Breakthrough Series' (BTS), een model om een doorbraak te kunnen forceren in de kwaliteitsverbetering van de zorg van zorginstellingen in combinatie met een reductie van kosten. De eerste aanzetten tot het BTS-model werden eind op een servet - opgetekend door een van de grondleggers van het IHI, Paul Batalden. Vervolgens kreeg het hoofd bedrijfsvoering Don Berwick, die niet geheel terecht vaak wordt gezien als de bedenker van de 'Series' (Geurts, 2010a: HPBO, 2010), de opdracht de ideeën verder uit te werken. Het BTS-model is gebaseerd op de visie dat er relevante kennis bestaat op basis waarvan de kosten en uitkomsten van de huidige zorgpraktijk aanzienlijk kunnen worden verbeterd, maar dat veel van deze kennis onbenut en niet gebruikt wordt in de dagelijkse praktijk. Er is sprake van een 'gat' tussen wat we weten en wat we doen' (IHI, 2004, p.97, citaat vertaald uit het Engels). Het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO heeft zich sinds 1999 ingespannen om het BTS-model naar Nederland te halen en bracht in 2007 de publicatie Doorbreken met resultaten in de gezondheidszorg uit - een bundel met een groot aantal projectvoorbeelden en een reflectie op de methodiek - waardoor het door CBO als Doorbraakmethode (ook wel -aanpak, -project of alleen Doorbraak) aangeduide BTS-model voor een breder publiek beschikbaar kwam (Schouten, Minkman, De Moel en Van Everdingen (red.), 2007; zie ook Geurts, 2010a). 6

8 de doorbraakmethode van gezondheidszorg naar beroepsonderwijs 2 De methode betreft een tamelijk strak gestructureerde manier om veranderingen in te voeren, gericht op verbetering van een bestaande situatie (CBO, 2010, p.17). In de doorbraakmethode geïnteresseerde organisaties creëren een structuur die betrokkenen in staat stelt van elkaar en van vooraanstaande deskundigen zowel inhoudelijk als methodisch te leren op een terrein of onderwerp waarop zij verbeteringen willen aanbrengen - een combinatie van leren en veranderen. Samenwerkend leren vormt een kernelement van de methode. Daarom wordt de doorbraakmethode ook wel aangeduid als een 'samenwerkend leersysteem' ( collaborative learning system ). Doorgaans bestaat zo'n systeem maar tijdelijk (zo'n zes tot vijftien maanden). Een groot aantal teams - soms aangeduid als 'hoge drukketel' met 12 tot 160 teams - afkomstig van verschillende instellingen werken samen aan een duidelijk afgebakend onderwerp waarvoor zij een verbetering zoeken. Daarbij worden gezamenlijke leersessies - gericht op de mentale implementatie: organiseren van betrokkenheid, draagvlak, lerend vermogen - afgewisseld met werkzaamheden gericht op verbeteringen binnen de organisaties - de fysieke implementatie: ontwerpen, vormgeven van de verandering. Doorbraak stimuleert de intercollegiale samenwerking, het samenwerken tussen organisaties en het samen analyseren van knelpunten en het doelgericht oplossen (CBO, 2010, p. 6). Centraal staat het boeken van resultaat. De volgende elementen kenmerken de Doorbraakmethode: 1. Keuze van het thema. Het moet gaan om specifieke probleemgebieden of problemen in de zorg die voor verbetering vatbaar zijn. Daarbij gelden drie criteria: de heersende praktijk wijkt af van de meest vooraanstaande wetenschappelijke kennis, verbeteringen moeten duidelijke positieve resultaten opleveren door kosten te verminderen en de kwaliteit te verbeteren, en de mogelijkheid om tot een doorbraak verbetering te komen hebben tenminste enkele voorbeeldorganisaties al laten zien (IHI, 2004, p. 98, citaat vertaald uit het Engels) (vgl. het laatste criterium met 'good practices'). CBO (2010) stelt voorts vast dat de keuze wordt bepaald op basis van evidence, richtlijnen, onderzoeksresultaten of zorgprogramma s en dat er ook een sense of urgency dient te bestaan. 2. Selectie van deskundigen. IHI en CBO selecteren een aantal deskundigen - CBO (2010) spreekt van drie tot zes personen - voor het gekozen thema relevante disciplines. Deze deskundigen kunnen bijvoorbeeld (a) zich bezig houden met visieontwikkeling voor een nieuw zorgsysteem, (b) optreden als procesbegeleider of (c) (bij)scholing en coaching verzorgen voor de deelnemende teams. 7

9 de doorbraakmethode van gezondheidszorg naar beroepsonderwijs Aanmelding van organisaties en teams. Organisaties krijgen te maken met een aanvraagprocedure. Op het moment dat zij zijn toegelaten worden multidisciplinaire teams samengesteld, die de samenwerking en de beoogde leer- en verbeterprocessen feitelijk moeten gaan vormgeven. Een stafmedewerker/procesbegeleider wordt geacht de processen te ondersteunen en te begeleiden. Bij de start organiseert deze een voorbereidingsconferentie, waarin de verschillende onderdelen van de doorbraakmethode worden toegelicht. Leersessies. Leersessies zijn normaal gesproken face-to-face bijeenkomsten. Meestal worden gedurende een samenwerking drie van dergelijke bijeenkomsten gehouden waarbij de multidisciplinaire teams van elke deelnemende organisatie en deskundigen aanwezig zijn. Tijdens de eerste leersessie presenteert een deskundige een visie voor wat in zijn of haar ogen de ideale situatie is voor het betreffen onderwerp en welke veranderingen nodig zijn om daar te komen. Daarnaast krijgen de teams uitleg over het zogenoemde 'Model van Verbetering'. In de tweede en derde leersessies ligt de nadruk op het leren van elkaar, als teamleden vertellen over successen, problemen en 'lessons learned' et cetera. Dit zorgt ervoor dat Formele wetenschappelijke kennis wordt versterkt door het geluid van collega's in de praktijk die kunnen opmerken: Ik had hetzelfde probleem, laat mij je vertellen hoe ik dat heb opgelost (IHI, 2004, p.99, citaat vertaald uit het Engels). Ontwikkelen van activiteiten. Tussen de leersessies door testen en implementeren de teams voorgestelde veranderingen in hun eigen situatie en verzamelen zij gegevens om de effecten van de veranderingen te kunnen meten. Deze gegevens worden maandelijks gerapporteerd in het samenwerkingsverband, zodat collega teams daarop kunnen reageren. Daarnaast worden ook andere kanalen - bijvoorbeeld discussiegroepen op internet - benut om onderlinge contacten in stand te houden en uit te bouwen. Het Model van Verbetering. Om veranderingen naar hun eigen situatie te kunnen vertalen, leren de samenwerkingspartners het zogenoemde Model van Verbetering te gebruiken. Dit model beschrijft vier basiselementen van succesvolle verbeterprocessen: (a) concrete en meetbare doelen; (b) verbetermaatregelen die gedurende het traject worden genomen; (c) essentiële veranderingen die zullen leiden tot de gewenste verbetering; (d) een reeks van testcycli, waarin teams leren hoe zij de ideeën achter die veranderingen kunnen vertalen naar hun eigen organisaties. 8

10 de doorbraakmethode van gezondheidszorg naar beroepsonderwijs De implementatie van een verandering verloopt eveneens op cyclische wijze en staat bekend als de plan-do-study-act (PDSA) leercyclus. Reeds in 1939 introduceerde Shewhart dit concept en sinds 1950 bouwde Deming hierop voort met steeds aangepaste versies. De gewijzigde versie van 1993 doopte hij de Shewhart Cyclus voor Leren en Verbetering - de Plan Do Studie Act cyclus (Moen en Norman, 2010). Afsluitende conferenties en publicaties. Nadat de samenwerking is beëindigd, worden de activiteiten beschreven en presenteren teams hun resultaten en het geleerde voor niet-deelnemende organisaties. Test en evaluatie. Samenwerkingsverbanden worden regelmatig getest en beoordeeld. Alle teams zijn verplicht om journaals bij te houden waarin zij hun activiteiten bijhouden. Van elk team worden de maandelijkse voortgangsrapportages door een deskundige van commentaar voorzien om zicht te kunnen houden op de voortgang van de samenwerking. Na een aantal jaren ervaring met de methode, heeft IHI een aantal belangrijke aanpassingen doorgevoerd. Ten eerste is de fase voor de eerste leersessie verbeterd. Deelnemers worden gevraagd vooraf al voorbereidingen treffen voor de belangrijkste elementen van de methode. Ten tweede moeten in het 'veranderpakket' prioriteiten worden gesteld om zo alleen de meest effectieve veranderingen te kunnen kiezen die passen bij de gewenste resultaten. Ten derde dienen activiteiten te worden ontplooid om de betrokkenheid van het management te vergroten, dit om allerlei barrières binnen de deelnemende organisaties weg te kunnen nemen. Het CBO wijst in soortgelijke bewoordingen op het belang hiervan. Het is belangrijk dat op verschillende niveaus aandacht wordt besteed aan het creëren van noodzakelijke randvoorwaarden. Dit betekent dat naast een projectmatige aanpak van verbeteringen ook aan (het bevorderen van) een verbeter- en leercultuur moet worden gewerkt (CBO, 2010, p.6). Ook Geurt (2010a) constateert dat hiervoor extra aandacht nodig is. Ten vierde kan het soms nodig zijn om de duur van de samenwerking te verkorten om zo de vaart er in te kunnen houden. 9

11 de doorbraakmethode van gezondheidszorg naar beroepsonderwijs 2 Het CBO (2010, p.8-9) heeft op basis van eigen ervaringen negen succesfactoren voor de Doorbraakmethode beschreven: 1. Aandacht voor de menselijke maat. Compassie voor cliënten en medewerkers is een belangrijke succesfactor. 2. Collectieve ambitie. Een Doorbraakproject begint met een collectieve ambitie; pas dan kunnen de uitvoering en de resultaten van doorbraak succesvol worden geborgd. 3. Zichtbaar maken van resultaten. De onderdelen (1) ambitieuze doelen stellen, (2) inzicht verkrijgen in proces en uitkomsten (meten is weten) en (3) resultaten voortdurend zichtbaar maken (bijvoorbeeld met grafieken of door het publiceren van resultaten) kunnen van de aanpak een succes maken. 4. Ruimte voor verbetering. Professionals krijgen de ruimte van het management om aan kwaliteitsverbetering te werken, eigen doelen te stellen en eigen oplossingen te bedenken. 5. Kennis en vaardigheden. Om een nieuwe werkwijze in te kunnen voeren zijn (a) kennis over de verandering en (b) vaardigheden om deze in te kunnen voeren, onontbeerlijk. 6. Veranderingsbereidheid van mensen. Mensen verschillen wat hun veranderingsbereidheid betreft. Sommigen zitten in de 'kopgroep', anderen 'bungelen er wat achteraan', maar als zodanig is veranderingsbereidheid cruciaal. 7. Tijd voor stabilisatie. De boog kan niet continu gespannen blijven. Perioden van rust zijn belangrijk om de resultaten te 'internaliseren en te laten beklijven'. 8. Denken vanuit de keten. De resultaten van een Doorbraakproject moeten worden ingebed in het bredere terrein waarvan het veranderthema deel uit maakt. 9. Aandacht voor interne adviseurs en begeleiders. De Doorbraakmethodiek is voor velen nieuw en onbekend. Daarom dienen medewerkers in de methode te worden geschoold en begeleid. 10

12 de doorbraakmethode van gezondheidszorg naar beroepsonderwijs Introductie van de Doorbraakmethode in het beroepsonderwijs Met de introductie van de doorbraakmethode in het beroepsonderwijs heeft HPBO het verbeterperspectief vervangen door een innovatieperspectief. Meerdere samenwerkingsverbanden van onderwijsinstellingen en hun partnerorganisaties uit het bedrijfsleven willen samen innoveren rond dit [een actueel landelijk] thema (HPBO, 2009). Daarnaast is ook de inhoud en de betekenis van het samenwerkingsverband enigszins aangepast. Gaat het bij IHI en CBO om teams van verschillende organisaties of instellingen die samen één samenwerkingsverband vormen en zich met één thema bezig houden, bij HPBO zijn er verscheidene regionale samenwerkingsverbanden naast elkaar die zich met verschillende deelthema's bezighouden die in zekere mate kunnen worden afgeleid van een gezamenlijk thema, zoals loopbaanleren, werkplekleren, human resource management en onderwijslogistiek (HPBO, 2009). Deze aanpassing betekent dat regionale projecten rond eenzelfde (deel)thema verschillende aanpakken kunnen uitproberen en daarmee elkaars concurrenten kunnen zijn (Geurts, 2010a,b). In de oorspronkelijke opzet van IHI en CBO komt het fenomeen concurrentie eigenlijk niet voor. Verder verloopt ook de procedure voor de keuze van het thema enigszins anders dan in de oorspronkelijke opzet. Bij IHI en CBO valt de keuze en afbakening geheel onder verantwoordelijkheid van de twee instituten. Bij de HPBO Doorbraakprojecten hebben de deelnemende organisaties een veel grotere stem in met name de afbakening van het thema. Procesmanagers van HPBO ondersteunen de thema-eigenaar bij het afbakenen van het thema. Ten slotte heeft HPBO de methode op basis van kennis en ervaringen met eerdere (doorbraak)projecten1 aangescherpt: Het thema moet een zekere urgentie hebben, passen in de landelijke innovatieagenda voor het beroepsonderwijs en moet scherp kunnen worden geformuleerd. Dit vereiste is te vergelijken met wat CBO bedoelt met sense of urgency. Er moet voldoende draagvlak zijn voor het aan de slag gaan met het thema, op alle niveaus in de organisatie. Dit ligt in lijn met wat CBO (2010) noemde 'ruimte voor verbetering' als een succesfactor van de Doorbraak. HPBO heeft dit principe op basis van de ervaringen met de eigen innovatieprojecten eerder zelf verwoord als helder eigenaarschap, een van de vijf sleutels voor succes samen met inspirerend concept, professionele aanpak, duidelijke resultaten en expliciet leren (Van den Berg en Geurts, 2007). Van Eck & Glaudé (2010) vragen op basis van het project Doorbraak in de Techniek (D!T) nadrukkelijk aandacht voor de aansturing en implementatie van activiteiten. 11

13 de doorbraakmethode van gezondheidszorg naar beroepsonderwijs 2 Daarmee is te voorkomen dat het project en de resultaten in de organisatie geïsoleerd komen te staan, en kan, aldus de auteurs, de Doorbraakmethode een waardevolle bijdrage (...) leveren aan onderwijsontwikkeling in het onderwijs in het algemeen. De kracht van de methode ligt volgens de auteurs 'bij het leren van jezelf, leren van elkaar en leren van anderen! Minimaal vier regio s zijn actief rond het thema. Elk vanuit een eigen visie en met een heldere aanpak. Men werkt wel vanuit een centraal opgesteld document waarvan de regionale projecten uitwerkingen zijn. Bij Doorbraakprojecten zijn zoveel samenwerkingsverbanden betrokken dat dat extra hoge eisen stelt aan de projectleiding. Daarom is gekozen voor een nieuw element in de projectenstructuur: een thema-eigenaar en een landelijk projectleider. (...) Een thema-eigenaar is een persoon met gezag in het beroepsonderwijs die relevante partijen bij elkaar weet te krijgen en in staat is het draagvlak te verbreden, te verdiepen en op gang te houden, met name op bestuurlijk niveau. Dominant is de gerichtheid op resultaten, op basis van practice-based evidence. Onderzoek is dus essentieel in een Doorbraakproject. (...) Het is dus noodzakelijk ervaren onderzoekers te betrekken bij de Doorbraakprojecten, hetzij hoogleraren, hetzij lectoren. Afgaande op de keuze voor de doorbraakmethode en met deze aanscherpingen lijkt HPBO afstand te hebben genomen van de meer 'traditionele' wetenschappelijke inzichten over de relatie tussen onderzoek en praktijk. Dit is een opvatting die Geurts (2010a,b, 2011) lijkt toe te juichen. De werelden van het weten (onderzoek), willen (beleid en politiek) en kunnen (scholen en bedrijven) horen dichter bij elkaar te staan waardoor de ontwikkeling en verspreiding van kennis niet meer gescheiden zijn (Geurts, 2011, p.35). Geurts en HPBO achten (praktijkgericht) onderzoek 'ter plaatse' van wezenlijk belang voor wat zij noemen practice-based evidence. Dit vereist onderzoek vooraf naar reeds succesvolle vernieuwingen op deelterreinen om verdere opbouw en opschaling zo succesvol mogelijk te maken (HPBO, 2009). Het vraagt ook kennis en ervaringen van aanpakken te bundelen 'die juist nog niet zijn onderzocht'. Onderzoek speelt een centrale rol in de Doorbraakmethode. Het is het belangrijkste hulpmiddel voor teams bij het invoeren van de innovatie en geeft hen houvast om de doelen en de vorderingen van het project steeds in de gaten te houden. (...) De onderzoeker wordt dan co-innovator en leren wordt zo een vanzelfsprekend onderdeel van innoveren, aldus Geurts (2011, p.36). 12

14 de doorbraakmethode van gezondheidszorg naar beroepsonderwijs 2 Het hart van de aanpak bestaat uit een set van drie vragen en een verbetercyclus. De drie vragen zijn: 1) Wat willen we bereiken? 2) Hoe weten we dat een innovatie een verbetering is? 3) Welke innovaties kunnen we (op basis van ervaringen elders) invoeren zodat er een verbetering optreedt? De verbetercyclus bestaat uit vier stappen: 1) Plan: de innovatie en de manier van uittesten bepalen 2) Do: de innovatie testen; 3) Study: evalueren van het proces en van de effecten; indien nodig de innovatie bijstellen 4) Act: opnieuw uittesten of invoeren van de innovatie (Geurts, 2011, p.36-37). Geurts baseert zijn overtuiging dat de doorbraakmethode een manier is om onderwijspraktijk en - onderzoek dichter bij elkaar te brengen op een uitgebreide tussentijdse evaluatie van tien deelprojecten van twee doorbraakprojecten - bestaande uit zes deelprojecten werkplekleren (wpl) en vier deelprojecten excellent leren excellent organiseren (eleo) - en waar het Rijnmondse deelproject werkplekleren er één van is. De aanpak in het Rijnmondse project ( de Rotterdamse methode ) kenmerkt zich door een bijzondere samenwerking tussen opleiders en onderzoekers. De aanpak van het Rijnmondse project wordt nadrukkelijk ondersteund door de geschetste opvattingen van HPBO en Geurts over de Doorbraakmethode. Voordat we die aanpak beschrijven, wordt in het volgende hoofdstuk eerst verder ingezoomd op inzichten uit de literatuur over de relatie tussen onderzoek en onderwijs. 13

15 onderzoek voor, door en met de praktijk 3 3 Onderzoek voor, door en met de praktijk De Doorbraakmethode is één van de initiatieven om de relatie tussen onderzoek en praktijk te versterken en met name om op basis van kennis uit onderzoek feitelijke verbeteringen in de praktijk te realiseren. Dit hoofdstuk gaat eerst nader in op de aard van de relatie tussen onderzoek en praktijk ( 3.1), waarna verschillende overbruggende initiatieven aan bod komen: praktijkonderzoek door wetenschappers als (groeiende) discipline naast theoriegericht onderzoek ( 3.2), actieonderzoek door praktijkprofessionals die hun eigen handelen systematisch willen verbeteren ( 3.3) en tussenvormen zoals ontwerponderzoek door onderzoekers en praktijkprofessionals samen ( 3.4) en het onderzoek van lectoren met hun kenniskringen ( 3.5). 3.1 Onderzoek en praktijk: een problematische relatie Geurts (2010a,b, 2011) spreekt van een teleurstellende situatie waar het gaat om de rol die onderzoek in innovatieprojecten van HPBO vervult. (...) de opbrengst over wat wel en niet werkt [stelt] tot nu toe toch teleur en ook het gebruik van wel beschikbare kennis (Geurts 2011, p.35). Volgens hem heeft dit te maken met 'een veel algemener verschijnsel', namelijk met de 'kloof' tussen onderwijspraktijk en onderwijsonderzoek. Een rondgang langs de onderwijsliteratuur toont aan dat dit thema inderdaad in brede kring leeft (zie bijvoorbeeld Van den Akker, 1999, 2010; Barab en Squire, 2004; Juuti en Lavonen, 2006; Ferrance, 2000; Martens, 2010; Onderwijsraad, 2003, 2006; Van den Berg en Riemersma, 2006; Van den Berg, 2006; McKenny, Nieveen en Van den Akker, 2006; Plomp, 2010; Reeves, McKenny en Herrington, 2010; Stijnen, Martens en Dieleman, 2009; Verschuren, 2009; Van Tartwijk, 2011). Het blijkt bovendien al veel langer te spelen. Wel, zo constateren Broekkamp en Van Hout-Wolters (2006) wordt het debat de laatste jaren steeds feller en intensiever gevoerd. Monocausale analyses - de vaststelling van één oorzaak die vaak samengaat met een pleidooi voor een omvangrijke en radicale toepassing van één oplossing - voeren daarbij veelal de boventoon, wat resulteert in een gepolariseerd debat gebaseerd op opinies en aannamen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het niet uitsluitend een 'strijd' betreft tussen onderzoekers en gebruikers van onderzoek. Martens (2010) bijvoorbeeld, heeft naar eigen zeggen lange tijd binnen het zogenoemde 'ivoren torentje' verkeerd en kent daardoor de wetenschappelijke cultuur van binnen uit. 14

16 onderzoek voor, door en met de praktijk 3 Inmiddels lijkt hij zijn wetenschappelijke veren te hebben afgeworpen, gezien zijn fulminerende betoog tegen de mores van het wetenschappelijk bedrijf. Ook Reeves, McKenny en Herrington (2010) laten zich in dit opzicht niet onbetuigd. Zij reppen van hypocrisie van onderwijsonderzoek zoals we dat nu kennen. Enerzijds blijkt het extreem moeilijk om de impact van onderwijsonderzoek vast te stellen op iets dat er daadwerkelijk toe doet, anderzijds proberen steeds meer landen en universiteiten de 'impact' te meten van hun publicaties in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften aan de hand van citaten analyses, die volgens de auteurs op zijn minst 'dubieus' zijn. Om de verschillende geledingen - op een meer constructieve wijze - terug te krijgen aan de discussietafel, kiezen onder meer Onderwijsraad (2003) - in het verlengde van de vraag van de minister van OCW - en Broekkamp en Van Hout-Wolters (2006) ervoor om niet een specifieke stroming te vertegenwoordigen en oplossingen die daaruit voortkomen te verdedigen, maar vanuit een brede blik een neutrale beschrijving te geven van de veronderstelde kloof tussen onderwijspraktijk en onderwijsonderzoek, waarbij zij zowel de problemen, de oorzaken als de oplossingen de revue laten passeren. Zo wijst de Onderwijsraad (2003) wat betreft de kant van de kennisontwikkelaars op de wijze van bekostiging van onderzoek, op de manier waarop de kennisagenda tot stand komt, op gebreken in de vertaling van en informatie over kennis richting de praktijk, en op gebreken in de samenwerking tussen onderzoekers, intermediairs en praktijk. Bij intermediairs is versnippering een van de oorzaken en aan de kant van de scholen spelen volgens de Onderwijsraad onder meer onvoldoende competenties om onderzoek te kunnen benutten en onvoldoende kennismanagement een rol. Volgens de raad moeten kennisontwikkelaars meer aandacht hebben voor de implementatie van die kennis, zou geïnvesteerd moeten worden in kennisgemeenschappen en zijn impulsen nodig voor het kennismanagement van scholen. Tot een vergelijkbare analyse komen Broekkamp en Van Hout-Wolters (2006). Volgens hen hebben negatieve kwalificaties richting onderzoek te maken met (a) de opbrengsten van onderwijsonderzoek en/of (b) het gebruik van deze opbrengsten in de onderwijspraktijk. Practici - leraren - vinden onderwijsonderzoek vaak ontoegankelijk, irrelevant en ongeloofwaardig en verdient daarom nauwelijks aandacht. Ook politici zijn doorgaans negatief over onderwijsonderzoek. In hun ogen boekt onderwijsonderzoek weinig vooruitgang en zijn onderzoeksresultaten vaak triviaal of soms zelfs tegenstrijdig. Dat diezelfde politici nog al eens de neiging hebben 'selectief te shoppen' zullen ze overigens meestal niet ontkennen, veelal kiezen ze studies die het beste bij hun ideeën passen. Ook de ander kant - onderzoekers - kent zo zijn frustraties. 15

17 onderzoek voor, door en met de praktijk 3 Opbrengsten van onderzoek, bijvoorbeeld, komen in beleid, professionaliseringsprogramma's en (commerciële) onderwijsmaterialen onvoldoende verantwoord en effectief terug. Het gebruik en de kwaliteit van dat gebruik laat menigmaal te wensen over. Daarnaast worden practici onvoldoende gestimuleerd, uitgerust en ondersteund om onderzoek te gebruiken. Daarbij komt dat practici vaak de noodzakelijke competenties ontberen. Dan is er de kritiek die op beide kanten onderzoek en praktijk van toepassing is. Ten eerste zijn de werelden van onderzoek en praktijk sterk gescheiden, waardoor bijvoorbeeld samenwerking vaak moeizaam van de grond komt. Ten tweede blijken partijen een onrealistische beeld van hun relatie erop na te houden, zijn verwachtingen veelal te hoog gespannen en is de kennis van elkaars en hun eigen werk beperkt. Er zijn ook studies die laten zien dat het niet alleen maar kommer en kwel is en dat het allemaal wel mee valt met de kloof. Zij leggen dan de nadruk op wat wel is doorgedrongen tot de praktijk, en wijzen dan op allerlei onderwijsmaterialen, diverse concepten en theoretische modellen. Desondanks zijn Broekkamp en Van Hout-Wolters (2006) ervan overtuigd dat er inderdaad sprake is van een kloof. Tegelijkertijd constateren zij dat er brede consensus bestaat over de mogelijkheid en de noodzaak om de aansluiting tussen het onderwijsonderzoek en de onderwijspraktijk aanzienlijk te verbeteren (p.9). Over de vraag hoe dat zou moeten gebeuren, lopen de meningen sterk uiteen: practici die wetenschappelijk gefundeerde onderwijskundige kennis meer moeten toepassen, een gelijkwaardige behandeling van wetenschappelijke kennis en praktijkkennis, meer grootschalig experimenteel onderzoek, juist meer interpretatief beschrijvend onderzoek en relatief kleinschalig ontwerponderzoek, stroomlijning van onderwijsonderzoek in thema s en speerpunten of juist afzien van welke inhoudelijke inperking van de wetenschappelijke vrijheid dan ook. Bij elkaar lijkt dit een welhaast onoverkomelijk probleem, maar Broekkamp en Van Hout- Wolters relativeren dit en stellen voorop dat betrokkenen het debat over de relatie tussen onderzoek en praktijk vooral moeten voeren op basis van gefundeerde argumenten. Een eerste aanzet hiertoe zijn volgens hen de vier modellen die in de literatuur naar voren zijn gebracht om de aansluiting tussen onderwijsonderzoek en de onderwijspraktijk te verbeteren, te weten (t.a.p., p.48-51): - het Research Development Diffusion (RDD) model waarin intermediairs wetenschappelijk onderzoek vertalen in toepassingen die verspreid worden onder scholen (die dan geacht worden deze te gebruiken); - het Evidence-Based Practice model, waarin praktijktests van onderzoeksopbrengsten de geldigheid van de kennis bewijzen en practici geacht worden hun handelen op de bewezen principes te baseren; 16

18 onderzoek voor, door en met de praktijk het model van Grensoverschrijdende praktijken waarin de kwaliteiten van verschillende disciplines worden samengebracht om zo onderzoeks- en praktijkkennis te verbinden en praktijkgericht onderzoek te vergemakkelijken; en het model van (ook door de Onderwijsraad - in aanvulling op het RDD-model - bepleitte) Kennisgemeenschappen: structurele samenwerkingsverbanden tussen bijvoorbeeld onderzoekers, intermediairs en docenten die hun deskundigheden combineren en samen nieuwe kennis ontwikkelen. Tegelijkertijd signaleren de auteurs dat deze modellen veel vragen open laten en dat keuzes mede afhankelijk zijn van iemands opvattingen over onderzoek en percepties van de oorzaken van de kloof tussen onderzoek en praktijk. Hoe wordt bijvoorbeeld aangekeken tegen het fenomeen onderwijsonderzoek, welke waarde wordt gehecht aan fundamenteel respectievelijk praktijkgericht onderzoek, welke onderzoeksmethoden de voorkeur genieten, et cetera? Martens (2010) neemt in dit opzicht een heel helder standpunt in. Eigenlijk is het niet moeilijk, feitelijk moeten we gewoon weer durven om gezond verstand te gebruiken. Dat is erop gemaakt om met een grote mate van onzekerheid om te gaan en toch zinvolle conclusies te trekken. (...) Openheid, belangen en uitgangspunten eerlijk op tafel leggen, dialoog, co-creatie, voeten in de modder van de praktijk durven zetten, minder kwantitatieve fixatie en werken vanuit gezond verstand (`Urteilsfähigkeit`) zijn cruciaal (t.a.p., p.27). Hij staat daarin bepaald niet alleen, want hij heeft Geurts (2010) nadrukkelijk aan zijn zijde. De werelden van het weten (onderzoek), willen (beleid en politiek) en kunnen (scholen en bedrijven) horen dichter bij elkaar te staan waardoor de ontwikkeling en verspreiding van kennis niet meer gescheiden zijn (Geurts, 2010a, p.1). Daarbij staat meer evidence-based handelen voorop, en wel op een manier die Van den Berg (2006, p.40) omschrijft als niet zonder meer: onderwijs dat afwacht tot wetenschappelijk bewezen is wat werkt en zich daarnaar richt [maar] wel: stapsgewijs vanuit interessante concepten en praktijkervaringen steeds meer inzicht verwerven in wat werkt voor wie en hoe. Het gaat om leren van eigen en andere ervaringen en die ervaringen (uit onderwijspraktijk en uit onderzoek) benutten. In het verlengde hiervan pleit Van den Berg in het verlengde van de Onderwijsraad (2006) voor een stapsgewijze en meer evidence based benadering die start met een goede doordenking van concepten, verzameling van elders ontwikkelde inzichten, kleinschalig uitproberen in pilots [ ] en stapsgewijs grootschaliger uitproberen en invoeren, onder begeleiding van diverse vormen van zachter en harder wetenschappelijk effectonderzoek (p.41). 17

19 onderzoek voor, door en met de praktijk 3 Ontwikkelingsgericht onderzoek, kennisgemeenschappen, vergelijkend onderzoek naar bestaande praktijken en het stimuleren van onderwijsprofessionals om als reflective practitioners hun eigen praktijk te onderzoeken, kunnen bijdragen aan de beoogde benadering (p.41-42). Zoals verderop in deze publicatie zal blijken, sluit de Rotterdamse methode aan bij de besproken opvattingen over de verhouding tussen onderzoek en praktijk, tussen onderzoekers en praktijkprofessionals. Voordat we deze aanpak in hoofdstuk 3 beschrijven, gaan we hieronder eerst nader in op literatuur over verschillende typen onderzoek. 3.2 Groeiende aandacht voor praktijkonderzoek Theoriegericht en praktijkgericht onderzoek In de sociale wetenschappen was lange tijd het theoriegerichte onderzoek het meest gangbare type. Het ging daarbij om de opbouw van een coherente, abstracte en algemeen geldende 'body of knowledge. Onder meer Verschuren (2009) spreekt in dit verband van een focus op kennis om de kennis ; Den Boer e.a. (2011) specificeren dit als kennis over wat is waar. Resultaten van dit type onderzoek dienden vooral conceptueel te worden gebruikt. Invloed van wetenschap op de maatschappelijke werkelijkheid was hierdoor een lange termijn invloed, wazig onvoorspelbaar, langzaam en diffuus. Vooral communicatiemedia en het onderwijs speelden en belangrijke rol bij de verspreiding van kennis, terwijl wetenschappers zich uitsluitend op hun vakbroeders richtten. Het betekende overigens niet dat de praktische relevantie van wetenschap nimmer ter sprake kwam. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw krijgen wetenschappers meer aandacht voor de sociale werkelijkheid, wat min of meer de geboorte van het fenomeen praktijkgericht onderzoek inluidde. Verschuren (2009) typeert deze ontwikkeling als een overgang naar een 'instrumenteel gebruik' van wetenschap. De gedachte hierbij is dat 'wetenschappelijk onderzoek een directere basis moet bieden voor het nemen van beslissingen, voor het oplossen van problemen en meer in het algemeen, voor het bewust en actief interveniëren in de werkelijkheid' (p.25). Aanvankelijk zijn het voornamelijk de relatief jonge sociaal wetenschappelijke disciplines - zoals bedrijfkunde, bestuurskunde en beleidskunde - die zich ermee bezighouden, pas recentelijk begeven ook de meer klassieke disciplines zich op dit terrein. Een groot deel van dit onderzoek wordt in opdracht van externe opdrachtgevers uitgevoerd en vindt niet langer uitsluitend plaats binnen universiteiten. Bijvoorbeeld grotere gemeenten richten onderzoeksafdelingen in ter ondersteuning van het lokale beleid. 18

20 onderzoek voor, door en met de praktijk 3 Verschuren schetst een beeld van de ontwikkeling in onderzoek als zou daarin sprake zijn van twee strikt gescheiden typen: theorie- en praktijkgericht onderzoek. Beide zijn weliswaar gericht op de productie van nieuwe kennis, maar de eerst levert 'kennis om de kennis' op, terwijl de tweede kennis genereert die direct kan worden gebruikt bij interventies. Den Boer c.s. (2011) spreken daarom over een nadruk van praktijkgericht onderzoek op wat werkt, tegenover de nadruk op wat is waar bij theoriegericht onderzoek. Enkele andere verschillen zijn: (a) theoriegericht onderzoek speelt zich af in een academische context. Hierin geldt een 'intellectuele rationaliteit' - argumenten en redeneerlijnen lopen volgens de regels van de logica en van een objectieve waarneming. Praktijkgericht onderzoek wordt daarentegen doorgaans uitgevoerd in een politieke context. Hierin geldt een politieke rationaliteit - aan de orde zijn belangen, macht, coalitievorming, onderhandelingen et cetera; en (b) in theoriegericht onderzoek is de positie van de onderzoeker relatief autonoom; alleen het zogenoemde Wetenschappelijk Forum kijkt na publicatie van de resultaten over de schouder mee. In praktijkgericht onderzoek 'bemoeit' een opdrachtgever zich veelal nadrukkelijk met de onderzoeker door expliciete wensen te uiten over de op te leveren resultaten en/of de uitvoering van het onderzoek zelf. Evidence-based practice, een tussenvorm? Ondanks de geschetste verschillen hebben zich in de loop der tijd verschillende onderzoeksvarianten ontwikkeld die theorie en praktijk verbinden. De combinatie van onderzoek naar wat is waar en wat werkt is onder meer terug te zien in de evidence-based-practice benadering, die - overigens net als de doorbraakmethode - zijn basis heeft in de gezondheidszorg in de VS. In deze benadering ligt het initiatief bij de wetenschap, maar gaat het nadrukkelijk om bewezen werkzame aanpakken, bij voorkeur op basis van experimenten met aselecte toewijzing aan experimentele en controlegroepen ( randomised controlled trials (rct s)). In Nederland heeft de Onderwijsraad (2006) op verzoek van de minister van OCW advies uitgebracht over de mogelijkheden van deze benadering in het onderwijs. De raad stelt in zijn advies dat de harde bewijsvoering via rct s voorafgegaan moet worden door een veelal langdurig traject waarin bouwstenen voor bewijs worden verzameld via verkennend onderzoek, ontwikkelwerk en praktijkervaringen. Ook onderwijsprofessionals zelf kunnen bijdragen aan deze opbouw van bewijsvoering. Waar in de gezondheidszorg protocollering hét instrument is om bewezen werkzame aanpakken aan de professionals in de praktijk voor te schrijven, is de situatie in het onderwijs anders. 19

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond Drs Ad de Jongh. 11 oktober 2011

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond Drs Ad de Jongh. 11 oktober 2011 Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond Drs Ad de Jongh 11 oktober 2011 Doorbraakproject Werkplekleren Landelijk project met regionale deelprojecten Doel: het in kaart brengen van de verschillende manieren

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen?

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen? Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen? Sanneke Bolhuis emeritus lector Fontys Lerarenopleiding senior onderzoeker Radboudumc zetel praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek Stuurgroep

Nadere informatie

Ruimte creëren. kennis, p. 17). De oplettende lezer ziet dat in het schema van deze negen aspecten deze ruimte wordt aangeduid met de woorden

Ruimte creëren. kennis, p. 17). De oplettende lezer ziet dat in het schema van deze negen aspecten deze ruimte wordt aangeduid met de woorden VERSLAG REACTIE 20 Over vermeende tegenstellingen die irrelevant zijn In het stuk van Piet van der Ploeg Pabo s varen blind op constructivisme (zie artikel op pagina 13) worden veel tegenstellingen geschetst.

Nadere informatie

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) en netwerk-leren (De Laat, 2012) verhogen de kans op succesvol leren in het kader van een

Nadere informatie

Vragen pas gepromoveerde

Vragen pas gepromoveerde Vragen pas gepromoveerde dr. Maaike Vervoort Titel proefschrift: Kijk op de praktijk: rich media-cases in de lerarenopleiding Datum verdediging: 6 september 2013 Universiteit: Universiteit Twente * Kun

Nadere informatie

Expertisenetwerk School of Education. Zomerschool Praktijkgericht Onderzoek voor lerarenopleiders. 5-7 september 2012 Leuven

Expertisenetwerk School of Education. Zomerschool Praktijkgericht Onderzoek voor lerarenopleiders. 5-7 september 2012 Leuven Expertisenetwerk School of Education Zomerschool Praktijkgericht Onderzoek voor lerarenopleiders 5-7 september 2012 Leuven Drie stenen in de kikkerpoel Situering, omschrijving en belang van praktijkgericht

Nadere informatie

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond. Opbrengsten en overdracht

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond. Opbrengsten en overdracht Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond Opbrengsten en overdracht 11 oktober 2011 Stageritme op de leerafdeling Het ritme van een stage is steeds meer uitgekristalliseerd en bestaat momenteel uit stages

Nadere informatie

De leukste plek om te. leren. Versterken van het contact tussen docenten en coaches op de leerafdeling. Verbetering van de communicatie werkt!

De leukste plek om te. leren. Versterken van het contact tussen docenten en coaches op de leerafdeling. Verbetering van de communicatie werkt! De leukste plek om te leren Versterken van het contact tussen docenten en coaches op de leerafdeling Verbetering van de communicatie werkt! Aanleiding In opdracht van het ROC Midden Nederland (ROC MN)

Nadere informatie

10-8 7-6 5. De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen;

10-8 7-6 5. De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen; Henk MassinkRubrics Ontwerpen 2012-2013 Master Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam Beoordeeld door Hanneke Koopmans en Freddy Veltman-van Vugt. Cijfer: 5.8 Uit je uitwerking blijkt dat je je zeker

Nadere informatie

Professionalisering in vraaggestuurd samen opleiden VELON CONGRES 2017

Professionalisering in vraaggestuurd samen opleiden VELON CONGRES 2017 Professionalisering in vraaggestuurd samen opleiden VELON CONGRES 2017 Onderwijsraad (2014): meer innovatieve onderwijsprofessionals door 1. Opleiden tot onderzoekende professionals 2. Versterken inbreng

Nadere informatie

Evidence-based werken in het onderwijs

Evidence-based werken in het onderwijs Evidence-based werken in het onderwijs Het belang van een onderzoekende houding Gastcollege Hanzehogeschool Groningen Lectoraat Integraal jeugdbeleid 12 november 2008 Meta Krüger Opbouw college Evidence-based:

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk: samen apart

Onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk: samen apart Onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk: samen apart Studiedag Expertisenetwerk School of Education Brugge 21 oktober2010 Johan van Braak Johan.vanBraak@UGent.be Conclusies 1. Er is een kloof tussen onderwijsonderzoek

Nadere informatie

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015 Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015 Bernard Teunis & Nienke van der Steeg b.teunis@poraad.nl n.vandersteeg@poraad.nl Opzet workshop 1. Voorstellen 2. Answergarden

Nadere informatie

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding Inleiding Het LEOZ (Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg) is een samenwerkingsproject van: Fontys Hogescholen, Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg,

Nadere informatie

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond

Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond Doorbraakproject Werkplekleren Rijnmond STELLINGEN 11 oktober 2011 Doelstellingen van de leerafdeling Circa tien mbo- en hbo-studenten runnen onder leiding van een professional een afdeling van een (zorg)instelling

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Voorwoord 4. Leeswijzer 6. Inleiding 8. 2. Wat gaan we de leerlingen leren? Hoe weten we of de leerlingen de leerstof geleerd hebben?

Voorwoord 4. Leeswijzer 6. Inleiding 8. 2. Wat gaan we de leerlingen leren? Hoe weten we of de leerlingen de leerstof geleerd hebben? Inhoud Voorwoord 4 Leeswijzer 6 Inleiding 8 1. Focus op leren: een helder en overtuigend doel 13 2. Wat gaan we de leerlingen leren? Hoe weten we of de leerlingen de leerstof geleerd hebben? 29 3. Wat

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Deze brochure is een uitgave van het Programmabureau Onderwijs Bewijs in samenwerking met het Ministerie van OCW.

Deze brochure is een uitgave van het Programmabureau Onderwijs Bewijs in samenwerking met het Ministerie van OCW. Deze brochure is een uitgave van het Programmabureau Onderwijs Bewijs in samenwerking met het Ministerie van OCW. Programmabureau Onderwijs Bewijs Agentschap NL Postbus 93144 2509 AC Den Haag onderwijsbewijs@agentschapnl.nl

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

Verspreiden en borgen: werkwijze om andere locaties binnen de organisatie veilig te maken

Verspreiden en borgen: werkwijze om andere locaties binnen de organisatie veilig te maken Verspreiden en borgen: werkwijze om andere locaties binnen de organisatie veilig te maken Dat men zich bewust is van een probleem en een mogelijke oplossing (een verbetertraject) leidt niet automatisch

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

Onderzoek, wat levert het eigenlijk op? Reflecteren op kennisontwikkeling in praktijkgericht onderzoek

Onderzoek, wat levert het eigenlijk op? Reflecteren op kennisontwikkeling in praktijkgericht onderzoek Verschenen in Nieuw Meesterschap, 2011 Onderzoek, wat levert het eigenlijk op? Reflecteren op kennisontwikkeling in praktijkgericht onderzoek Frank Cornelissen Vaak begin je in de opleiding je onderzoek

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

ONDERZOEK ALS MIDDEL VOOR ONDERWIJSONTWIKKELING?

ONDERZOEK ALS MIDDEL VOOR ONDERWIJSONTWIKKELING? ONDERZOEK ALS MIDDEL VOOR ONDERWIJSONTWIKKELING? OVER KLOVEN EN BRUGGEN CVI CONFERENTIE 2017 MARCO SNOEK INHOUD Onderzoek als impuls voor onderwijsontwikkeling? Wat betekent dat voor de criteria voor goed

Nadere informatie

Beweging in veranderende organisaties

Beweging in veranderende organisaties Beweging in veranderende organisaties Kilian Bennebroek Gravenhorst Werken met vragenlijsten voor versterking van veranderingsprocessen PROFESSIONEEL ADVISEREN 5 Inhoud Voorwoord 7 Opzet van het boek 9

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen. Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek

Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen. Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek Tijdschema Inleiding Anje (15 minuten) Praktijk casus Anja (10

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

1. Voorkennis 2. Recente inzichten en dilemma s 3. Begeleiding 4. Uitwisseling in groepjes 5. Slot: visie op ontwerpgericht onderzoek in de eigen

1. Voorkennis 2. Recente inzichten en dilemma s 3. Begeleiding 4. Uitwisseling in groepjes 5. Slot: visie op ontwerpgericht onderzoek in de eigen * 1. Voorkennis 2. Recente inzichten en dilemma s 3. Begeleiding 4. Uitwisseling in groepjes 5. Slot: visie op ontwerpgericht onderzoek in de eigen begeleiding/organisatie * Studentonderzoek? Eigen onderzoek?

Nadere informatie

werkwijze PLG werkkaart

werkwijze PLG werkkaart werkwijze PLG werkkaart FOCUS PAS TOE 2 Bepaal het thema, het gewenste resultaat 8 Implementeer en borg de nieuwe aanpak GROEP 1 Formeer de groep TEST KIJK DEEL 5 Probeer uit 3 Onderzoek wat er speelt

Nadere informatie

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

Regioleren. Op weg naar de duurzame student? Carla Oonk, 8 december 2015

Regioleren. Op weg naar de duurzame student? Carla Oonk, 8 december 2015 Regioleren Op weg naar de duurzame student? Carla Oonk, 8 december 2015 Regioleren de Wat s 1.Wat is regioleren? 2.Wat levert regioleren op? 3.Wat vraagt de implementatie van regioleren? 2 Regioleren in

Nadere informatie

Kennisbenutting in onderzoekende scholen. Anje Ros Lector leren en innoveren, Fontys HKE

Kennisbenutting in onderzoekende scholen. Anje Ros Lector leren en innoveren, Fontys HKE Kennisbenutting in onderzoekende scholen Anje Ros Lector leren en innoveren, Fontys HKE Onderzoeksproject 3-jarig NRO-traject: sept 2015 sept 2018 16 PO-scholen, 4 VO-scholen Doel: kennis over Bevorderen

Nadere informatie

Onderbouwd vernieuwen met de Doorbraakmethode

Onderbouwd vernieuwen met de Doorbraakmethode Onderbouwd vernieuwen met de Doorbraakmethode Evidence-based vernieuwen en leren in netwerken zijn twee veelbelovende aanpakken voor organisaties die zich willen ontwikkelen. In de Doorbraakmethode worden

Nadere informatie

Partnerschap Academische Opleidingsschool. Anje Ros en Linda Keuvelaar FHKenE

Partnerschap Academische Opleidingsschool. Anje Ros en Linda Keuvelaar FHKenE Partnerschap Academische Opleidingsschool Anje Ros en Linda Keuvelaar FHKenE Doelen workshop Waarom AOL? Visie op onderzoek in de school Organisatie AOS Verbreding naar opleidingsscholen Wat kunnen we

Nadere informatie

SOS! Praktijk in zicht: tips voor samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen

SOS! Praktijk in zicht: tips voor samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen SOS! Praktijk in zicht: tips voor samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen Scholen zijn continu in ontwikkeling en steeds meer scholen houden zich bezig met de vernieuwing van hun onderwijs. Voor

Nadere informatie

Methodiek Actieonderzoek

Methodiek Actieonderzoek Methodiek Actieonderzoek C O M M U N I T Y D E V E L O P M E N T College 4 17 september 2012 Docent: Elly Hellings Leerdoel college 4 Leerdoel: meer kennis over de verschillende methodieken van actieonderzoek

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw

Nadere informatie

De waarde van de AOS in beeld. Anje Ros Lector, Fontys HKE Janneke van der Steen Onderzoeker, HAN Miranda Timmermans Lector, Pabo Avans

De waarde van de AOS in beeld. Anje Ros Lector, Fontys HKE Janneke van der Steen Onderzoeker, HAN Miranda Timmermans Lector, Pabo Avans De waarde van de AOS in beeld Anje Ros Lector, Fontys HKE Janneke van der Steen Onderzoeker, HAN Miranda Timmermans Lector, Pabo Avans Welkom Programma PO 13:30 Presentatie 14:00 Parallelsessies: posterpresentaties

Nadere informatie

Wetenschap en praktijk: door co-creatie verbonden. Petri Embregts

Wetenschap en praktijk: door co-creatie verbonden. Petri Embregts Wetenschap en praktijk: door co-creatie verbonden Petri Embregts 11 april 2013 Kwaliteit van zorg- en hulpverlening vindt in de meest wezenlijke vorm plaats in een betekenisvolle relatie tussen de cliënt

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten 7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten Opdrachtgever OCW Projectaannemer SBB Projectleider Nog te bevestigen Contactpersoon Lisette van Loon Start en einde deelproject Fase 1: juni 2012

Nadere informatie

PRACTITIONER RESEARCH ALS PROFESSIONALISERINGSINSTRUMENT

PRACTITIONER RESEARCH ALS PROFESSIONALISERINGSINSTRUMENT PRACTITIONER RESEARCH ALS PROFESSIONALISERINGSINSTRUMENT Een actie-onderzoek met HRM ers bij de Nationale Politie Luca Lopes de Leao Laguna l.lopes@hva.nl HRM lectorencongres 9 november, 2018 PRACTITIONER

Nadere informatie

Het leerlandschap van organisaties

Het leerlandschap van organisaties Fer van den Boomen, Jos van Jaarsveld & Nanja Mol Uit de crisis innoveren? Het leerlandschap van organisaties De crisis is inmiddels ook voelbaar bij een commercieel adviesbureau. Het management bedenkt

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

I nhoud. Voorwoord 5. Inleiding 11

I nhoud. Voorwoord 5. Inleiding 11 I nhoud Voorwoord 5 Inleiding 11 1 Ruziën of discussiëren 13 1.1 Wie beweert, moet bewijzen 13 1.2 Het belemmeren van het geven van een mening 16 1.2.1 Het taboe verklaren van een standpunt 17 1.2.2 Het

Nadere informatie

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen 1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de

Nadere informatie

Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten

Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten Do-mi-le 15 mei 2014 Carlos van Kan Onderzoeker carlos.vankan@ecbo.nl Mijn professionele interesse Het helpen ontwikkelen van een kritisch onderzoeksmatige

Nadere informatie

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door Boost uw carrière Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door Introductie Update uw kennis De wereld om ons heen verandert in een steeds hoger tempo. Hoe goed

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg

Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg I nleiding Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg Onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in het primair onderwijs (PO). Onderwijskwaliteit staat voor

Nadere informatie

12. Kennisbenutting door onderzoek

12. Kennisbenutting door onderzoek 12. Kennisbenutting door onderzoek Kennisbenutting door onderzoek: Hoe zorg ik dat mijn onderzoek wordt gebruikt? Anje Ros Lector Leren en Innoveren, Fontys Wie ben ik Lector FHKE Leren & Innoveren AOS

Nadere informatie

Samen bouwen aan schoolontwikkeling

Samen bouwen aan schoolontwikkeling H og er o n d e r w ij s School ont wi kk ing el S c h o ol k Wer der e n An j e p a r ti pl a at so nd e r w ij s o n d e e rzo k Samen bouwen aan schoolontwikkeling Een werkmodel voor onderzoekssamenwerking

Nadere informatie

Bantopa Terreinverkenning

Bantopa Terreinverkenning Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Coach voor leren en ontwikkeling

Coach voor leren en ontwikkeling Specialisatie Coach voor leren en ontwikkeling MSc Education and Child Studies Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken. Coach voor leren en ontwikkeling MSc

Nadere informatie

Competenties directeur Nije Gaast

Competenties directeur Nije Gaast Competenties directeur Nije Gaast De s voor directeuren van Nije Gaast zijn vertaald in vijf basiss. De beschrijving is gebaseerd op de schoolleiderscompententies die landelijk zijn vastgesteld en zijn

Nadere informatie

Teamkompas voor Zelfsturing

Teamkompas voor Zelfsturing Teamkompas voor Zelfsturing Wat is het teamkompas: Met dit instrument kun je inzicht krijgen in de ontwikkeling van je team als het gaat om effectief samenwerken: Waar staan wij als team? Hoe werken wij

Nadere informatie

KWALITEITSNETWERKEN: leren van elkaar. Een methode om de kwaliteit van forensische zorg te verhogen.

KWALITEITSNETWERKEN: leren van elkaar. Een methode om de kwaliteit van forensische zorg te verhogen. KWALITEITSNETWERKEN: leren van elkaar Een methode om de kwaliteit van forensische zorg te verhogen. CONTACT Voor meer informatie over de kwaliteitsnetwerken kunt u contact opnemen met: Diewke de Haen (ddehaen@efp.nl)

Nadere informatie

Associate degree Deeltijd

Associate degree Deeltijd Associate degree Deeltijd 2018-2019 Bloemsierkunst Vakmanschap, effectief communiceren en managen op hbo-niveau in de bloemsierkunst U bent werkzaam in de bloemenbranche, als zelfstandig ondernemer of

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

DOEN WE HET GOEDE? EN DOEN WE DAT GOED GENOEG?

DOEN WE HET GOEDE? EN DOEN WE DAT GOED GENOEG? K E N NISPLATFORM sociaal domein NOORD-HOLLAND DOEN WE HET GOEDE? EN DOEN WE DAT GOED GENOEG? Samen bouwen aan een stevige kennisinfrastructuur ONZE MISSIE Het Kennisplatform Sociaal Domein Noord-Holland

Nadere informatie

Nieuwe serie Workshops! met het Co-Creatie-Wiel. Succesvol innoveren. Drie workshops Najaar 2018

Nieuwe serie Workshops! met het Co-Creatie-Wiel. Succesvol innoveren. Drie workshops Najaar 2018 Nieuwe serie Workshops! Succesvol innoveren met het Co-Creatie-Wiel Drie workshops Najaar 2018 Met de ontwerper van het Co-Creatie-Wiel dr. Corry Ehlen 2 Succesvol innoveren! Een hele uitdaging! In de

Nadere informatie

Leergemeenschappen Cultuureducatie

Leergemeenschappen Cultuureducatie Leergemeenschappen Cultuureducatie In deze CMK-periode willen we innovatieve samenwerkingstrajecten tussen onderwijs en het culturele veld tot stand brengen. Deze trajecten krijgen vorm binnen de Leergemeenschappen

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Agenda. Verbetering inductiefase beginnende leraren NIEUWSBRIEF, APRIL 2013

Agenda. Verbetering inductiefase beginnende leraren NIEUWSBRIEF, APRIL 2013 NIEUWSBRIEF, APRIL 2013 Agenda 23 april 2013: Informatiebijeenkomst Tweedegraads PLUS Op dinsdag 23 april 2013 is er van 15.30 17.30 uur een informatieve bijeenkomst voor geïnteresseerde docenten. Locatie:

Nadere informatie

) en geeft het handvatten om via coaching te werken aan collegialiteit. en professionaliteit (domein 4 ).

) en geeft het handvatten om via coaching te werken aan collegialiteit. en professionaliteit (domein 4 ). Focus op professie Zoekt u een effectieve aanpak om de prestaties van leerlingen te verbeteren? Stelt u het vakmanschap van leraren daarin centraal? Wilt u werken aan sleutelfactoren zoals effectief klassenmanagement,

Nadere informatie

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd >>> Overgang Maatstaf 2016 Onderstaand overzicht bevat de selectie van de geheel nieuwe eisen uit de Maatstaf 2016 en de eisen waarbij extra of andere accenten zijn gelegd, inclusief een korte toelichting.

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK

ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK Onderwijs ontwikkeling 2 INHOUD Onderzoek als impuls voor onderwijsontwikkeling? Wat weten we over onderwijsontwikkeling? De

Nadere informatie

ROM Doorbraakprojecten. Gerdien Franx

ROM Doorbraakprojecten. Gerdien Franx ROM Doorbraakprojecten November 2014 Mei 2016 Gerdien Franx Projectleider, Trimbos-instituut The Choluteca bridge, Honduras Donald Berwick: Tijd voor continue vernieuwing Patiënt en hulpverlener gericht

Nadere informatie

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren Ada van Dalen Wat is W&T? W&T is je eigen leven W&T: geen vak maar een benadering De commissie wil onderstrepen dat wetenschap en technologie in haar ogen géén

Nadere informatie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Kenniskring leiderschap in onderwijs Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Onderzoek doen Wie aanwezig? Wat wilt u weten? Beeld / gedachte / ervaring Praktijkonderzoek in de school = Onderzoek dat wordt

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen.

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Praktijkplein Titel: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Toepassing: Beknopte samenvatting van twee implementatiemethodieken en hun toepassing bij het implementeren van een operational

Nadere informatie

VERBINDEN VAN ONDERZOEK EN ONDERWIJS

VERBINDEN VAN ONDERZOEK EN ONDERWIJS VERBINDEN VAN ONDERZOEK EN ONDERWIJS ONDERZOEK ALS BOUNDARY ACTIVITEIT OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN EAPRIL SEMINAR 2017 MARCO SNOEK Onderwijs ontwikkeling 2 INHOUD Onderzoek als impuls voor onderwijsontwikkeling?

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

STRATAEGOS CONSULTING

STRATAEGOS CONSULTING STRATAEGOS CONSULTING EXECUTIE CONSULTING STRATAEGOS.COM WELKOM EXECUTIE CONSULTING WELKOM BIJ STRATAEGOS CONSULTING Strataegos Consulting is een strategie consultancy met speciale focus op strategie executie.

Nadere informatie

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Vier jaar onderzoek naar onderzoeksmatig leiderschap: welke inzichten levert het op? Meta Krüger Lector leiderschap in het onderwijs Inhoud lezing

Nadere informatie

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

10 Innovatielessen uit de praktijk 1 10 Innovatielessen uit de praktijk 1 Geslaagde gastoudermeeting levert veel ideeën op voor innovatie! Wat versta ik onder innoveren? Innoveren is hot. Er zijn vele definities van in omloop. Goed om even

Nadere informatie

Sturen op kwaliteit. Theorie en praktijk. Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap

Sturen op kwaliteit. Theorie en praktijk. Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap Sturen op kwaliteit Theorie en praktijk Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap Opbouw verhaal Wat willen we in het jeugdveld Evidence-based werken en vakmensschap Samen lerend doen wat

Nadere informatie

AGILE WERKEN Leer je eigen capaciteiten optimaal te benutten dankzij een effectieve samenwerking.

AGILE WERKEN Leer je eigen capaciteiten optimaal te benutten dankzij een effectieve samenwerking. AGILE WERKEN Leer je eigen capaciteiten optimaal te benutten dankzij een effectieve samenwerking T: +31 (0)20 24 022 44 E: info@gladwell.nl www.gladwell.nl WAT IS AGILE? Agile is een denkwijze die erop

Nadere informatie

Resultaatgericht werken

Resultaatgericht werken Resultaatgericht werken Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 De afsprakencyclus...4 Stap 1. De voorbereidingsfase...4 Stap 2. Het planningsgesprek...5 Stap 3. Het voortgangsgesprek...5 Stap 4. Het waarderingsgesprek...5

Nadere informatie

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop

Nadere informatie

Functieprofiel Young Expert

Functieprofiel Young Expert 1 Laatst gewijzigd: 20-7-2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Ervaringen opdoen... 3 1.1 Internationale ervaring in Ontwikkelingssamenwerkingsproject (OS)... 3 1.2 Nieuwe vaardigheden... 3 1.3 Intercultureel

Nadere informatie

Bijeenkomsten 2012-2013

Bijeenkomsten 2012-2013 Bijeenkomsten 2012-2013 Datafeedforward Intervisie Lezing/masterclass gekoppeld aan professionele leergemeenschap Werken in een Professionele LeerGemeenschap Motto: Professionals doen het samen en doen

Nadere informatie

Het Loopbaanlab brengt onderwijsprofessionals in beweging

Het Loopbaanlab brengt onderwijsprofessionals in beweging Oktober 2015 Het Loopbaanlab brengt onderwijsprofessionals in beweging Uitkomsten van meerjarig onderzoek naar de effecten van het Loopbaanlab Leestijd 8 minuten Hoe blijf ik in beweging? De kwaliteit

Nadere informatie

In gesprek met. Ferdie Migchelbrink. Je hebt onderzoekers met lef nodig. Actieonderzoek in een kloosterverzorgingshuis

In gesprek met. Ferdie Migchelbrink. Je hebt onderzoekers met lef nodig. Actieonderzoek in een kloosterverzorgingshuis In gesprek met Ferdie Migchelbrink Je hebt onderzoekers met lef nodig. Actieonderzoek in een kloosterverzorgingshuis Ferdie Migchelbrink is als docent en onderzoeker aan de Fontys Hogeschool Sociale Studies

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Nadere informatie

Leergang mbo Programma

Leergang mbo Programma Leergang mbo 2017 Programma Dinsdag 28 maart 2017, 10.00-19.30 uur Beroepsonderwijs en educatie: bestel en beleid anno 2017 10.00 10.15 uur Ontvangst en koffie/thee 10.15 11.45 uur Opening, kennismaking

Nadere informatie

Opleiden in het. zorgonderwijs. Modules leergangen master

Opleiden in het. zorgonderwijs. Modules leergangen master het zorgonderwijs Modules leergangen master Kies je eigen professionaliseringstraject Ben je docent of (praktijk)opleider in het zorgonderwijs? Of ben je werkzaam in de zorg en wil je toekomstige zorgprofessionals

Nadere informatie

EFQM model theoretisch kader

EFQM model theoretisch kader EFQM model theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1. EFQM model EFQM staat voor European Foundation for Quality Management. Deze instelling is in 1988 door een aantal

Nadere informatie