Copyright (c) 2008 Jouri Van Landeghem. Toestemming wordt verleend tot het kopiëren, verspreiden en/of wijzigen van dit document onder de bepalingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Copyright (c) 2008 Jouri Van Landeghem. Toestemming wordt verleend tot het kopiëren, verspreiden en/of wijzigen van dit document onder de bepalingen"

Transcriptie

1 Nucleaire fysica 1

2 Copyright (c) 2008 Jouri Van Landeghem. Toestemming wordt verleend tot het kopiëren, verspreiden en/of wijzigen van dit document onder de bepalingen van de GNU Vrije Documentatie Licentie, versie 1.2 of iedere latere versie uitgegeven door de Free Software Foundation. Een kopie van de licentie is terug te vinden op 2

3 Inhoudsopgave 1 Structuur van de atoomkern Grootheden en eenheden De atomaire eenheid u De elementaire lading Atomaire massa en kernmassa De elektronvolt Massa in functie van energie Standaardmodel van de materie Opbouw van een atoom Elementaire deeltjes Deeltjes in de atoomkern Protonen en neutronen Massagetal en atoomnummer Isotopen en isobaren Notatie Energetische aspecten Massadeficit Bindingsenergie Stabiliteit Experimentele fysica Basisprincipe Deeltjesversnellers Lineaire versnellers (linac's)...12 a Van der Graaf versneller...13 b RF-versnellers Circulaire deeltjesversnellers Opslagringen Detectiemethodes Geiger-müller detector Bellenvat Geavanceerde detectoren Radioactiviteit Algemeen Alfa-verval Bèta-verval β- -verval...19 a Reactievergelijking...19 b Quark-niveau β+ verval...19 a Reactievergelijking...19 b Quark-niveau Elektronenvangst Energetische aspecten van β- verval Gamma-verval Desintegratiereeksen Halfwaardetijd

4 3.6.1 Vervaltempo Halveringstijd Toepassing 14C datering Dosimetrie Relevante eenheden...24 a Activiteit...24 b Geabsorbeerde dosis...24 c Equivalente dosis...24 d Effectieve dosis Effecten van straling op de mens Kernreacties Kernfissie...25 a Reacties...25 b Kriticiteit...26 c Afval...26 d Verarmd en verrijkt uranium Toepassingen Kerncentrale Nucleaire wapens...28 a Principe...28 b Constructie...28 APPENDIX Atoommassa's

5 1 Structuur van de atoomkern 1 Structuur van de atoomkern 1.1 Grootheden en eenheden Als we spreken over elementaire deeltjes, gaat het over zéér kleine massa's en energieën. De gangbare eenheden kg en J zijn dan nogal onhandig, en in het vakgebied van de nucleaire fysica worden aangepaste eenheden gebruikt De atomaire eenheid u De atomaire eenheid u wordt gedefiniëerd als de 1/12 van de massa van een 12C atoom. 1 u = 1, kg De elementaire lading De elementaire lading e is de lading van een proton. 1 e = 1, C De lading van een elektron is -e Atomaire massa en kernmassa In tabellen vindt men meestal de atomaire massa M X terug van de isotoop van een bepaald element. In oefeningen hebben we echter meestal de kernmassa m X nodig. Bij conventie noteren we atomaire massa met hoofdletter M en de kernmassa met kleine letter m. Voor een element met Z elektronen (en dus ook Z protonen), geldt dat m X =M X Z me met me de massa van één elektron ( m e =5, u ). De elektronvolt De elektronvolt (ev) is een eenheid van energie, en wordt gedefiniëerd als de energie die een lading van 1 e wint bij het doorlopen van een potentiaalverschil van 1V. 1 ev =1, C 1 V =1, J 1 J =6, ev Massa in functie van energie Uit de speciale relativiteitstheorie volgt dat massa en energie equivalent zijn : E=mc 2 Eenvoudig rekenwerk leert ons dat 1 u equivalent is met 931,49 MeV. 1 u kan bijgevolg ook geschreven worden als 931,49 MeVc-2 5

6 1 Structuur van de atoomkern 1.2 Standaardmodel van de materie Opbouw van een atoom Je weet uit de lessen chemie dat de bouwstenen van materie de atomen zijn. Wat wij nu atomen noemen, zijn niet de kleinste ondeelbare elementen zoals die door Democritus werden beschreven. Uit de experimenten van Rutherford bleek dat hetgeen wij atomen noemen, op zijn beurt weer bestaat uit een positief geladen kern waarrond zich negatief geladen elektronen bevinden. Latere experimenten hebben aangetoond dat deze kern op zijn beurt weer bestond uit kleinere bouwstenen: de positief geladen protonen en de neutrale neutronen. Behalve een verschillende lading is het neutron ook iets zwaarder dan het proton. Hoewel protonen allemaal een positieve lading hebben, en de Afbeelding 1: Atoomstructuur onderlinge elektrostatische wisselwerkingen dat ze elkaar gaan afstoten, zitten de protonen toch stevig gebonden aan de kern. Zij worden samengehouden door de sterke kernkracht, die zorgt voor een aantrekking die op korte afstand veel krachtiger is dan de Coulombkracht. De afstand waarover de kernkracht de Coulombkracht overheerst, is echter maar beperkt. Deze sterke kernkracht is naast gravitatie en wisselwerking een fundamentele krachtwerking. de elektro-magnetische Recentelijk heeft men ontdekt dat protonen en neutronen op hun beurt ook weer opgebouwd zijn uit nog kleinere deeltjes, de QUARKS Elementaire deeltjes Wat zijn nu de basisdeeltjes? Het standaardmodel van de materie, het huidige theoretische model dat de opbouw van de materie beschrijft, gaat uit van 16 basisdeeltjes en hun antideeltjes (zelfde massa, maar tegengestelde lading), die samen complexere deeltjes vormen. Er wordt in eerste instantie een onderscheid gemaakt tussen bosonen en fermionen. Bosonen (deeltjes met heeltallige spin) zorgen voor krachtoverdracht, fermionen (deeltjes met halftallige spin) zijn de bouwstenen van de materie. Bij de bosonen vinden we het foton (overbrenger van de elektromagnetische krachtwerking), het gluon (sterke kernkracht) en de intermediaire 6

7 1 Structuur van de atoomkern vectorbosonen (W+, W- en Z0, die de zwakke kernkracht overbrengen). Hieronder vind je een overzicht van de fundamentele wisselwerkingen en hun overbrengers. Overzicht van de fundamentele krachten en hun dragers Kracht Eigenschap Dragers Sterke kernkracht kleur van quarks (Rood, Gluonen Groen, Blauw) Elektro-magnetisme Elektrische lading Fotonen Zwakke kernkracht smaak van quarks W en Z bosonen Gravitatie Massa (energie) Graviton (?) De fermionen kunnen op hun beurt opgesplitst worden in quarks (fermionen met kleur ) en leptonen ( kleurloze fermionen ). Hieronder vind je een overzicht van de basisdeeltjes met hun eigenschappen. Overzicht van de quarks Naam Lading (e) Massa (MeV.c-2) Up (u) + 2/3 1,5 tot 4 Down (d) - 1/3 4 tot 8 Strange (s) - 1/3 80 tot 130 Charm (c) + 2/ tot 1350 Bottom (b) - 1/ tot 4400 Top (t) + 2/ ± 2900 Naast hun smaak (flavour), lading en massa bezitten quarks ook een kleur : rood, groen of blauw. Quarks worden nooit afzonderlijk aangetroffen. Deeltjes die samengesteld zijn uit quarks en/of anti-quarks hebben steeds een geheeltallige lading en moeten kleurneutraal zijn, dat wil zeggen rood en anti-rood, blauw en anti-blauw, 7

8 1 Structuur van de atoomkern groen en anti-groen of rood, geel en groen. Overzicht van de leptonen Naam Lading (e) Massa (MeV.c-2) Elektron neutrino (νe) 0 < Elektron (e) -1 0,511 Muon neutrino (νµ) 0 < 0,2 Muon (µ) -1 10,6 Tau neutrino (ντ) 0 < 20 Tau (τ) Van alle bovenstaande deeltjes is alleen het elektron en het elektron-neutrino (kortweg neutrino) stabiel. De levensduur van de andere deeltjes is extreem kort. Naam Lading (e) Massa (GeV.c-2) Foton 0 0 W W Z Gluon 0 0 Merk op dat het graviton hier niet in is opgenomen, omdat dit nog niet waargenomen is, en er nog geen experimentele bevestiging is dat dit deeltje ook effectief bestaat. 1.3 Deeltjes in de atoomkern Protonen en neutronen Zoals reeds hierboven vermeld, bestaan atoomkernen uit protonen en 8

9 1 Structuur van de atoomkern neutronen. We geven in eigenschappen en opbouw : onderstaande tabel een overzicht van Deeltje massa lading Quark-samenstelling proton 1, u 1e uud neutron 1, u ongeladen udd hun Massagetal en atoomnummer In de natuur komen een honderdtal verschillende elementen voor. De kernen van de atomen van éénzelfde element bevatten allemaal evenveel protonen. Dat aantal protonen noemen we het atoomnummer of protonental Z. Atoomkernen bezitten echter zowel protonen als neutronen. De som van het aantal protonen en neutronen is het massagetal A. Het aantal neutronen in de kern is het neutronental N. Uit het bovenstaande volgt : A= N Z Isotopen en isobaren Isotopen zijn kernen van éénzelfde element maar met een verschillend massagetal. Isobaren zijn kernen met éénzelfde massagetal Notatie We noteren een element X met massagetal A, atoomnummer Z en neutronental A N als Z X N. Wat is er verschillend bij isotopen? A, Z of N? 1.4 Energetische aspecten Massadeficit deeltjes is C atoomkern. De totale massa van de samenstellende 17 m p 18 mn=35, u. Beschouw een De werkelijke isotoopmassa bedraagt echter maar 34, u. Er ontbreekt blijkbaar 0, u?!? Deze ontbrekende massa noemen we het massa-deficit m. Het massa-deficit is het verschil tussen de som van de massa's van de samenstellende deeltjes en de effectieve kernmassa. m X = Z m p N mn m X 9

10 1 Structuur van de atoomkern Bindingsenergie Waar is de ontbrekende massa naartoe? Deze is omgezet in energie, namelijk de bindingsenergie van de kern. De bindingsenergie is de energie die aan een kern moet toegevoegd worden om alle nucleonen terug uit elkaar te halen. Door de massa-energie equivalentie (Einstein) kan de bindingsenergie van een kern berekend worden uit het massa-deficit : E binding = mx c 2. De bindingsenergie nucleon per E binding ( ) A bepaalt de stabiliteit van de kern. Hoe groter deze waarde, hoe steviger de nucleonen aan elkaar hangen en hoe meer energie er vereist is om één of meer nucleonen uit de kern te halen. In nevenstaande grafiek is de bindingsenergie per nucleon uitgezet. De meest stabiele kern is 56 Fe. Afbeelding 2: Bindingsenergie per nucleon als functie van het atoomnummer. Bij kernreacties wordt er gestreefd naar de grootst mogelijke stabiliteit, dus de grootst mogelijke bindingsenergie. In het algemeen geldt voor zowel fusie als splijtingsreacties dat de bindingsenergie per nucleon van de producten groter moet zijn dan deze van de reactanten. (Komt er bij dergelijke reacties, waar de bindingsenergie per nucleon stijgt, energie vrij of moet er energie toegevoegd worden?). Uitgewerkt voorbeeld : 56 Bepaal de bindingsenergie per nucleon van Fe. Uit de tabel van Mendeljev halen we dat bijgevolg een even groot aantal protonen). M Fe 26 elektronen heeft (en =55,9349 u. m Fe=M Fe 26 me=55,9206 u Uit tabellen met atoommassa's halen we Hieruit halen we de kernmassa We berekenen nu het massadeficit voor Fe Fe : MeV m=26 m p 30 mn m Fe =0,5286 u=492,39 2 c Hieruit volgt de bindingsenergie van de kern : E binding = mc 2=492,39 MeV En de bindingsenergie per nucleon 10

11 1 Structuur van de atoomkern E binding 492,39 MeV = =8,79 MeV A 56 Taak : 1. Bereken de bindingsenergie van deuterium, dat bestaat uit één proton en één neutron, als de massa van deuterium gegeven is als 2, u De atoommassa van 26 Fe bedraagt 55,9349 u. Bereken de bindingsenergie per nucleon in MeV, rekening houdend met het feit dat de massa van een elektron 5, u is. 3. Twee isotopen met hetzelfde atoomgetal worden isobaren genoemd. Bereken het verschil in bindingsenergie per nucleon voor de isobaren Na en 12 Mg. Hoe verklaar je het verschil? Stabiliteit Met welke verhouding tussen aantal protonen en aantal neutronen kan een kern samengesteld worden en toch stabiel zijn? Protonen stoten door elektro-statische krachtwerking elkaar af, en deze afstoting moet door de sterke kernkracht gecompenseerd worden door meer neutronen toe te voegen. Maar een teveel aan neutronen leidt ertoe dat neutronen gaan vervallen tot protonen via b verval. Het komt erop aan een evenwicht te zoeken tussen beide mechanismes. Afbeelding 3: Stabiele kernen in functie van aantal neutronen en protonen. Op onderstaande figuur zijn de mogelijk stabiele combinaties tussen protonen en neutronen aangegeven. We zien dat lichte kernen stabiel zijn als er evenveel protonen als neutronen zijn, maar voor zwaardere kernen is er een duidelijke tendens naar meer neutronen dan protonen. (Hoe zou je dit kunnen verklaren?) 11

12 2 Experimentele fysica 2 Experimentele fysica 2.1 Basisprincipe Hoe zijn we alle kennis uit bovenstaand hoofdstuk te weten gekomen? Door ernaar te kijken! Wat is kijken eigenlijk? Je beschiet het te bestuderen voorwerp met projectielen, en analyseert hoe die projectielen interageren met het object. De mate waarin de projectielen teruggekaatst of afgebogen worden leert ons iets over het te bestuderen object. We zien de dingen die we zien doordat fotonen erop weerkaatsen en onze ogen bereiken. Maar hoe zien we nu atoomkernen en hun samenstellende deeltjes? Niet met de ogen van ons lichaam, natuurlijk. Onze ogen maken gebruik van zichtbaar licht, dat een minimale golflengte heeft van om en bij de 380 nm. Dat heeft tot gevolg dat we hooguit voorwerpen kunnen onderscheiden van die grootte-orde. Met zichtbaar licht een kern proberen bekijken, is vergelijkbaar met een volkswagen naar een vlieg te schieten, en te hopen dat de volkswagen door de vlieg weerkaatst wordt. Atoomkernen en hun samenstellende deeltjes zijn zo klein, dat zelfs elektromagnetische straling met de kleinst beschikbare golflengte, gammastraling, nog steeds een veel te grote golflengte heeft. Daarom moeten we onze toevlucht nemen tot ionen, protonen en elektronen, die we versnellen tot zeer hoge energieën. Deze bundels hoog-energetische deeltjes worden dan tegen een doelwit geschoten, en uit wat er vrijkomt bij deze botsingen, halen we de experimentele informatie nodig om het standaardmodel op te stellen en te bevestigen. Ons baserend op dit principe, hebben we dus twee soorten apparatuur nodig : versnellers, om de projectielen tot op de het vereiste energie-niveau te brengen; en detectoren, om de resultaten van de botsingen vast te stellen. De equivalentie van massa en energie geeft als extra bonus dat we door lichte deeltjes te versnellen en dan te laten botsen, nieuwe, zwaardere (en dikwijls instabiele) deeltjes kunnen creëren, die we onder normale omstandigheden niet kunnen waarnemen (2e en 3e generatie quarks, bv.), en waarvan we op deze manier de eigenschappen kunnen bestuderen. 2.2 Deeltjesversnellers We onderscheiden twee soorten deeltjesversnellers, naar hun manier opbouw en de manier waarop ze deeltjes versnellen. In een lineaire versneller doorlopen deeltjes slechts éénmaal de versnellerstructuur, terwijl ze in een circulaire versneller volgens een gesloten baan gedurende vele omwentelingen energie winnen bij doorgang doorheen de versnellerstructuur Lineaire versnellers (linac's) In een lineaire versneller kunnen deeltjes rechtlijnig versneld worden door elektrostatische velden, of door oscillerende hoogfrequentvelden. We bespreken van beide types één voorbeeld. 12

13 2 Experimentele fysica a Van der Graaf versneller De versnelspanning wordt bij dit type versneller opgewekt door een bandgenerator. De band wordt aangedreven door een elektromotor. Met behulp van een rij elektrodes worden ladingen op de band gebracht naar een bolvormige geleider. Lading accumuleert op deze geleider, waardoor een zeer groot spanningsverschil ontstaat tussen deze bol en de aarde, in de orde van ettelijke MV. De bol wordt verbonden met de bovenkant van de versnellersbuis, waar zich ook de deeltjesbron bevindt. Door het potentiaalverschil worden de deeltjes Afbeelding 4: Schema van een Van der Graaff die vrijkomen uit de deeltjesbron versneller. aanzienlijk versneld. Deze hoogenergetische deeltjes worden dan op een trefplaat geschoten, waarrond de nodige detectoren staan opgesteld. Dit type versnellers is één van de oudste, en wordt langzaam maar zeker wereldwijd vervangen door modernere RF-versnellers. b RF-versnellers We bespreken hier enkel de Wideroëversneller omwille van zijn eenvoudige constructie. Deze versneller wordt vooral gebruikt voor zware deeltjes met lage energie. De constructie bestaat uit een rij na elkaar geplaatste metalen driftbuizen, die afwisselend met de twee polen van een hoogfrequente wisselspanningsbron verbonden zijn. Deze spanningsbron levert een hoogfrequente wisselspanning gegeven door U t =U 0 sin t. Afbeelding 5: Constructie van een driftbuis-versneller. Gedurende een halve periode is de spanning aan de eerste driftbuis zo gericht dat de deeltjes die uit de ionenbron komen versneld worden. Zij bereiken die 13

14 2 Experimentele fysica eerste driftbuis met een snelheid v1. De deeltjes vliegen dan doorheen de eerste driftbuis. Ondertussen heeft de hoogfrequente wisselspanning een tegengestelde polariteit, maar de deeltjes ondergaan hiervan geen invloed omdat de driftbuis werkt als een kooi van Faraday. Als zij daarna in de opening tussen de eerste en de tweede driftbuis terechtkomen ondergaan zij weer een versnelling. Dit proces herhaalt zich bij alle driftbuizen. De lengte van de driftbuizen is zodanig berekend dat de doorgang van de deeltjes exact een halve periode duurt. De bereikte energie is evenredig met het aantal driftbuizen, maar essentieel is dat de spanning in de installatie nooit groter wordt dan U0. Er kunnen grote energieën bereikt worden zonder problemen te hebben met doorslagspanningen. Voor lichtere deeltjes en hoog energetische zware deeltjes moeten relativistische correcties aangebracht worden, en is de constructie aanmerkelijk ingewikkelder, maar dat valt buiten de beschouwing van deze cursus Circulaire deeltjesversnellers Afbeelding 6: Constructie van cyclotron Het klassiek cyclotron gebruikt een homogeen magneetveld en een caviteit die bestaat uit twee D-vormige helften, DEE's genaamd. Met deze DEE's is een wisselspanningsgenerator verbonden, die een wisselend elektrisch veld genereert tussen beide DEE's. De deeltjes beschrijven cirkelvormige banen en doorlopen tweemaal per omtrek de opening tussen beide DEE's. De polariteit van de wisselspanning moet zodanig zijn dat de deeltjes bij elke doortocht door de opening versneld worden. Men kan aantonen dat de tijd nodig voor een deeltje om één cirkel te beschrijven onafhankelijk is van de snelheid en gegeven is door T= 2 m QB met Q de lading van het deeltje, m de massa en B de magnetische veldsterkte. (Toon dit aan als oefening! Met welke frequentie moet de aangelegde wisselspanning dan wijzigen?) De deeltjes beschrijven halve cirkels met toenemende straal als hun snelheid en energie toeneemt, tot zij de rand van de magneet bereiken, waar zij, meestal met een elektrostatische deflector, geëxtraheerd worden. Indien R de straal is van de buitenste baan, dan wordt de kinetische energie van de versnelde deeltjes gegeven door Ek = Q 2 B2 R2 2m (bewijs dit laatste als oefening...). Het cyclotron kan gebruikt worden zolang men buiten het relativistisch gebied blijft. Voor lichte deeltjes en hoog-energetische zware deeltjes maakt met gebruik van andere types circulaire versnellers zoals het synchrotron, het 14

15 2 Experimentele fysica bètatron en rodotron. Bespreking van deze types valt buiten het doel van deze cursus Opslagringen Zoals in het begin van deze paragraaf aangegeven kijken we door projectielen naar het te bestuderen object te schieten en kijken hoe deze interageren. Je kan deeltjes versnellen en op een stilstaand doelwit schieten, maar je kan ook het doelwit in tegengestelde zin versnellen, en zo twee bundels deeltjes met elkaar in botsing laten komen. Afbeelding 7: Een segment van de nieuwe botsingsring in het CERN, de Large Hadron Collider. Afbeelding 8: Deze luchtfoto geeft een idee van de grootte van de LHC. Dit gebeurt in opslagringen. Eerst worden deeltjes met behulp van lineaire of circulaire versnellers tot een voldoende hoge energie versneld, en deze bundels worden dan geïnjecteerd in circulaire vacuümbuizen. Rond deze buizen staan magneten opgesteld om de deeltjes af te buigen en op de cirkelbaan te houden. Een afbuiging houdt een versnelling in, en versnelde deeltjes sturen elektromagnetische straling uit (Cerenkov-straling). Bij lage snelheden is Afbeelding 9: Binnen in de LHC-tunnel. dit effect verwaarloosbaar, maar voor de hoge snelheden in de moderne deeltjesversnellers is dit een belangrijke bron van energieverlies. Om dit te beperken, moet de straal van de opslagring zo groot mogelijk zijn (verklaar het principe hierachter). Bij de LHC (Large Hadron Collider) in het CERN bedraagt deze zo maar eventjes 27 km! Voor botsingsexperimenten gebruikt men twee parallelle botsingsringen. In de ene ring draaien de deeltjes wijzerzin, in de andere tegenwijzerzin. Op bepaalde punten kruisen de ringen elkaar, en daar kunnen de bundels botsen. Op deze punten staan dan hele batterijen detectoren opgesteld om de gebeurtenis te detecteren en te analyseren. 15

16 2 Experimentele fysica 2.3 Detectiemethodes Geiger-müller detector De Geiger-muller detector bestaat uit een holle cilinder van geleidend materiaal, gevuld met gas, met in het midden een geleidende draad. Tussen draad en wand wordt een spanning aangebracht. Invallende straling ioniseert het gas. Het positieve ion gaat naar de positieve kant, het elektron naar de negatieve. Er ontstaat een kortstondige stroompuls, die we kunnen meten. Afbeelding 10: Constructie en werking van Geiger-muller detector. Geiger-muller detectoren kunnen enkel detecteren dat er straling is, en wat de activiteit is. Zij geven geen informatie over type straling of energie van de invallende straling Bellenvat Een bellenvat is een container waterstofgas dat op lage temperatuur en hoge druk. Bij doortocht van straling verlaagt men de druk. Hierdoor vormen zich waterstofbellen langs de baan van het deeltje. Het doortrekkend deeltje zorgt namelijk voor een plaatselijke opwarming van de waterstof, zodat deze begint te koken langs de baan van het deeltje. Het bellenvat wordt gewoonlijk in een magnetisch veld geplaatst. Uit de kromming van de baan kan men informatie verkrijgen over het type deeltje, de massa, de lading, en de snelheid. 16

17 2 Experimentele fysica Afbeelding 11: Bellenvatopname van het uiteenvallen van een K+ (Kaon) deeltje Geavanceerde detectoren Geiger-muller detectoren en bellenvaten zijn allesbehalve de enige types die gebruikt worden bij experimentele nucleaire fysica. Vonkenkamers, scintillatiedetectoren, foto-multipliers, halfgeleiderdetectoren,... de types zijn divers en talrijk. Bespreking valt buiten de scope van deze cursus. 3 Radioactiviteit 3.1 Algemeen Door kernreacties kunnen instabiele kernen gevormd worden. Deze vervallen na een zekere tijd tot stabiele kernen. Dit verval kan gebeuren aan de hand van een aantal verschillende mechanismes : Alfa -verval Kern vervalt door uitsturen van teveel aan neutronen en protonen in de vorm van een alfa-deeltje (heliumkern 4 2 He ). Bèta-verval Kern vervalt door omzetten van een neutron in een proton of een proton in een neutron. Bij dit proces wordt een elektron en een anti-neutrino, of een positron en een neutrino uitgestuurd. elektronenvangst Een proton combineert met een elektron en vormt een neutron. Gamma - verval Geen echt verval, in die zin dat kernsamenstelling niet gewijzigd wordt. Via dit mechanisme wordt een exces aan energie afgegeven. De instabiele kern waarvan vertrokken wordt wordt de moederkern genoemd, 17

18 3 Radioactiviteit de resulterende kern de dochterkern. 3.2 Alfa-verval Afbeelding 12: Bij alfa-verval wordt een heliumkern uitgestoten. We spreken van α-verval als een instabiele moederkern vervalt door emissie van 4 een helium kern ( 2 He ). De reactie vergelijking van dergelijk verval wordt gegeven door A Z A 4 4 X Z 2Y 2 He Het element na de reactie is verschillend van het element voor de reactie : er treedt transmutatie op. Bovenstaande reactievergelijking staat bekend als de eerste transmutatieregel van Soddy. Het verval is spontaan als de bindingsenergie van de dochterkern en het αdeeltje groter is dan de bindingsenergie van de moederkern : E binding,y E binding, E binding, X Men kan gemakkelijk aantonen dat deze voorwaarde equivalent is met m X my m (doe dit als oefening...) Het verschil in energie is de energie die vrijkomt bij de reactie, ook wel de desintegratie-energie of Q-waarde genoemd. De energie komt vrij in de vorm van kinetische energie van dochterkern en α-deeltje. Q=E binding,na E binding, voor Q= E binding,y E binding, E binding, X Er is spontaan verval als Q 0 J Men kan gemakkelijk aantonen dat de Q-waarde kan berekend worden door Q=mx c 2 my c 2 m c 2. (Doe dit als oefening. Welke behoudswet herken je hier? ) 18

19 3 Radioactiviteit 3.3 Bèta-verval β- -verval a Reactievergelijking Instabiele nucliden met een te groot aantal neutronen om stabiel te zijn kunnen een neutron omzetten naar een proton. Daarbij wordt een elektron en een antineutrino uitgezonden. n p e - e We merken op dat : Totale lading behouden blijft (0 e voor reactie, +e en -e na reactie). Het aantal quarks behouden blijft (3 voor, 3 na) Afbeelding 13: Mechanisme van b- - verval. Er behoud is van aantal leptonen (geen voor, één lepton en één anti-lepton na). Elk vrij neutron zal op termijn vervallen tot een proton. Op het niveau van de atoomkern wordt dit A Z A - X Z 1Y e e Net als bij α-verval treedt er hier transmutatie op. Bovenstaande reactievergelijking is de tweede transmutatieregel van Soddy. b Quark-niveau Bij de verandering van een neutron in een proton wordt door de zwakke kernkracht een down-quark omgezet in een up-quark en een elektron en een anti-neutrino: d u e - e β+ verval a Reactievergelijking Instabiele nucliden met een te klein aantal protonen om stabiel te kunnen zijn, kunnen een neutron omzetten naar een proton. Daarbij wordt een positron en een neutrino uitgezonden. p n e + e Ook hier wordt zowel de totale lading, als het aantal quarks, als het leptongetal bewaard. Op het niveau van de atoomkern wordt dit A Z Afbeelding 14: Mechanisme van b+ verval. X Z 1AY e + e 19

20 3 Radioactiviteit b Quark-niveau Bij verandering van een proton in een neutron wordt door de zwakke kernkracht een up-quark opgezet in down-quark en een positron en neutrino: + u d e e Elektronenvangst Hoewel geen zuiver β-verval, vernoemen we het toch hier omdat het net als b verval, een methode is waarmee onstabiele nucliden kunnen transmuteren door een proton om te zetten in een neutron, door een elektron van de binnenste schil op te nemen in de kern. Dit geeft als reactievergelijking : - p e n e Ga na dat ook nu weer aan alle behoudswetten voldaan is Energetische aspecten van β- verval Uit de behoudswet van energie volgt dat de energie die vrijkomt bij een b-verval (de Q-waarde) gegeven is door : Q=m X c 2 my c 2 me c 2 Het verval is spontaan als Q 0 J. Voor men het neutrino ontdekte, veronderstelde men dat deze vrijgekomen energie volledig werd omgezet naar kinetische energie van het vrijgekomen elektron (waarom niet naar kinetische energie van de dochterkern?). Bij nauwkeurige metingen van de kinetische energie van de elektronen vrijgekomen uit radio-actief materiaal, bleek dat deze niet dezelfde was voor alle elektronen, maar enigszins verdeeld was. De maximale kinetische energie die gemeten werd kwam perfect overeen met de berekende Q-waarde, maar de meeste elektronen hadden een kinetische energie die beduidend kleiner was. Afbeelding 15: energieverdeling van vrijgekomen elektronen bij bèta-verval. Dit leidde tot de hypothese dat er nog een deeltje werd uitgestuurd, dat volgende eigenschappen diende te bezitten : geen lading extreem kleine massa ( m 2,2 ev c2 ) bijna geen interactie vertonen met materie, waardoor het extreem moeilijk te detecteren is. 20

21 3 Radioactiviteit 3.4 Gamma-verval Een nuclide die juist vervallen is door alfa- of bèta verval bevindt zich dikwijls nog in een hoog-energetische, instabiele toestand (te vergelijken met een aangeslagen toestand van een atoom). Net zoals een elektron vanuit een hoger energieniveau kan terugvallen naar de grondtoestand door emissie van elektromagnetische straling, kunnen ook nucleonen in aangeslagen toestand terugvallen naar de grondtoestand, door uitsturen van hoog-energetische elektromagnetische straling, de gammastraling. Afbeelding 16: Nucleonen vallen vanuit aangeslagen toestand terug naar grondtoestand door emissie van hoog-energetische elektromagnetische straling. A Z X * ZA X Taak : 1. Identificeer het missend element X in elk van de volgende reacties : a) X Ni b) c) + X Ni d) Po X Cd X Ag 2. Geef de reactieformule en bereken de kinetische energie van het uitgestoten deeltje dat vrijkomt in het alfa-verval 220 van 86 Rn. Veronderstel dat de dochterkern in rust blijft. 3. Bepaal welke van onderstaande vervalreacties spontaan kan gebeuren : a) Ca K b) Nd Ce 2 He 21

22 3 Radioactiviteit 3.5 Desintegratiereeksen De omzetting van instabiele naar stabiele nuclide gebeurt meestal in verschillende stappen, waarbij in elke stap van een verschillend vervalmechanisme kan gebruik gemaakt worden. Het geheel van al deze stappen noemen we een vervalreeks. Ter illustratie staat hiernaast de vervalreeks van 238U tot 206 Pb. 3.6 Halfwaardetijd Vervaltempo Uit theoretische modellen en experimentele waarnemingen blijkt dat het vervaltempo waarmee een groot aantal radio-actieve nucliden zal Afbeelding 17: De verschillende mogelijke stappen vervallen, recht evenredig is met het waarmee uranium kan vervallen tot lood. aantal nog niet vervallen nucliden. Zij N het aantal nog niet vervallen nucliden, dan geldt voor het aantal nucliden dat per seconde zal vervallen dat dn = N dt waarbij de desintegratieconstante λ afhankelijk is van het materiaal (wat is de eenheid van de desintegratieconstante?). Men kan gemakkelijk aantonen van een aantal N0 nucliden met desintegratieconstante λ er na een tijd t nog N(t) overblijven, waarbij N(t) gegeven is door N t =N 0 e t We kunnen perfect berekenen hoeveel nucliden nog overblijven, maar het is onmogelijk te berekenen welke individuele kernen vervallen zullen zijn en welke niet. Of een kern vervalt of niet is een quantummechanisch proces waarvan we alleen de waarschijnlijkheid kunnen bereken of het binnen een bepaald tijdsinterval zal gebeuren. Afbeelding 18: Aantal overblijvende radioactieve nucliden in functie van de tijd. 22

23 3 Radioactiviteit Halveringstijd We definiëren de halveringstijd T 1 /2 van een radioactief element als de tijd die nodig is om de intensiteit van de straling met de helft te laten afnemen. Eenvoudig rekenwerk levert ons T 1 /2= ln 2 0,693 = In onderstaande tabel zijn een aantal halveringstijden van verschillende elementen gegeven. Let op de zéér grote halveringstijden van uranium en plutonium. Element Halveringstijd 238 4,510,000,000 jaar ,000,000 jaar U U 239 Pu 24,390 jaar 14 C 5730 jaar 90 Sr 28 jaar 89 Sr 53 dagen Toepassing 14C datering In de hogere atmosferische lagen wordt het onstabiele 14C isotoop continu gecreëerd door invallende kosmische straling, die interageert met de aanwezige stikstof door middel van volgende reactie : 1 n 14 N 14C 1 p Er is een evenwicht tussen creatie en verval van concentratie in de atmosfeer constant. 14 C, bijgevolg blijft de Levende wezens nemen 14C op door voedsel, ademhaling, fotosynthese,... waardoor in een levend lichaam eveneens een constante concentratie 14C aanwezig is. Na afsterven stopt de opname van 14C, en het aanwezige 14C vervalt via b-verval tot 14N (geef de reactievergelijking!). De concentratie 14C in organische stof is bijgevolg een nauwkeurige graadmeter voor de ouderdom. Taak : 1. Welk percentage van een hoeveelheid radium-266 met een halveringstijd van 1620 jaar is na 10 jaar nog niet vervallen? 2. Technetium-99m is een kunstmatige radioactieve stof die gebruikt wordt 23

24 3 Radioactiviteit als verklikkerstof bij geneeskundig onderzoek. Het is een gamma-straler. De halveringstijd is 6,0 uur. Hoelang zal het duren vooraleer 7/8 van het oorspronkelijk aantal ingespoten technetium-99m-nucliden vervallen is? 3.7 Dosimetrie a Relevante eenheden Activiteit De activiteit van een radioactieve stof is het aantal desintegraties per seconde in die stof. Eenheid : Becquerel (1 bq = 1 s-1) b Geabsorbeerde dosis De door een voorwerp geabsorbeerde dosis is de hoeveelheid energie die door straling is afgezet binnen in het lichaam per eenheid van massa. Eenheid : Gray (1 Gy = 1 Jkg -1) c Equivalente dosis De equivalente dosis is de geabsorbeerde dosis, gecorrigeerd met een kwaliteitsfactor die de mogelijke biologische effecten van de straling in rekening brengt. Zo zal een bundel hoog-energetische alfa-deeltjes een veel ingrijpender effect hebben dan een bundel laag-energetische elektronen. Equivalente dosis = Geabsorbeerde Dosis x Q met Q de kwaliteitsfactor van de invallende straling. Onderstaande tabel geeft een overzicht van een aantal Q-factoren van veel voorkomende straling : d Fotonen 1 Elektronen 1 Neutronen 5 20 (afhankelijk van energie) Protonen 5 Alfa-deeltjes 20 Effectieve dosis Het effect van straling op snel delend weefsel zoals beenmerg is aanmerkelijk dramatischer dan op traag delend weefsel zoals hersenen. Om dit in rekening te brengen wordt de equivalente dosis gecorrigeerd met een extra factor. Deze gecorrigeerde dosis wordt de effectieve dosis genoemd. Effectieve dosis = Equivalente dosis x N 24

25 3 Radioactiviteit Hieronder een aantal N-factoren van verschillende types weefsel : Beenmerg, long, maag 0,20 Hersenen, nier, lever 0,05 Bot, huid 0,01 Virus, bacterie 0,03 0,0003 Insecten 0,1 0,002 Planten 2 0,02 Vissen 0,75 0,03 Vogels 0,6 0,15 Reptielen 1 0,075 Mens Effecten van straling op de mens Afbeelding 19: Het resultaat van de blootstelling van een arm aan een te hoge stralingsdosis. 4 Kernreacties 4.1 Kernfissie a Reacties 235 Botst een neutron met een 92U kern, dan splijt deze in twee fragmenten en drie vrije neutronen. Een mogelijke splijting is bv U n 36Kr 56 Ba 3 n Bij deze splijting komt 205 MeV energie vrij, in de vorm van kinetische energie van de fragmenten en de neutronen. 25

26 4 Kernreacties Afbeelding 20: Fissie van uraniumkern na botsing met neutron. De drie vrijgekomen neutronen kunnen op hun beurt elk opnieuw een naburige U kern splijten, waarna de drie neutronen van elk van die splijtingen opnieuw een kern kunnen splijten,... We krijgen een kettingreactie. b Kriticiteit De kriticiteit k van een reactie is het aantal neutronen dat vrijkomt bij splijting en opnieuw een reactie veroorzaakt. Is k < 1, dan is de reactie subkritisch, en dooft ze uit. Is k = 1, dan is de reactie kritisch en houdt ze zichzelf in stand, zonder explosie. Dit is de gewenste staat in een kernreactor. Is k > 1, dan wordt ze superkritisch, en krijg je een zeer snelle opeenvolging van steeds meer splitsingen. Je krijgt een explosie, en dit is de basis van een kernbom. Het grote probleem is dat werkzame doorsnede voor een dergelijke splijtingsreactie (te bekijken als de kans dat een neutron een splijting veroorzaakt als het binnen een bepaalde afstand van een kern komt) sterk afhankelijk is van de energie. Laag-energetische (thermische) neutronen hebben een veel grotere kans op een kern te splijten dan hoog-energetische (verklaar waarom!). De energie van de neutronen die vrijkomen bij een kernreactie is veel te hoog om met grote waarschijnlijkheid een nieuwe reactie te veroorzaken. Meestal ontsnappen ze uit het materiaal. Willen we een hoeveelheid uranium kritisch maken, dan moeten we de vrijgekomen neutronen afremmen. Dit gebeurt in een reactor door het water tussen de reactor-staven, en met behulp van moderator-staven, meestal gemaakt van grafiet. Deze laatste kunnen tussen de reactorstaven ingebracht worden om de neutronen meer af te remmen en de kriticiteit te verhogen. c Afval De producten die vrijkomen bij dergelijke fissiereacties zijn op hun beurt instabiel, en vervallen via de gekende mechanismen via verscheidene desintegratiereeksen tot stabiele kernen. Sommige producten vervallen snel met halfwaardetijden van uren of dagen, maar andere blijven nog tientallen jaren 26

27 4 Kernreacties actief. Daarnaast wordt in een reactor slechts een beperkt deel van de brandstof effectief gebruikt in splijtingsreacties. Uraniumkernen (alle isotopen) zijn ook instabiel en vervallen via een lange desintegratiereeks. De gebruikte reactorstaven moeten bijgevolg met de uiterste zorg verwijderd en opgeslagen worden. Hoe dit gebeurt heb je gezien tijdens je bezoek aan Isotopolis. d Verarmd en verrijkt uranium Uranium komt in de natuur voor in twee isotopen laatste is alleen U en U. Van deze U splitsbaar. Helaas bevat uraniumerts zoals dat hier op 235 aarde voortkomt, maar 0,7% 92U U bevatten, en wil je atoombom in 235 elkaar knutselen, heb je uranium nodig met minstens 90 % 92U! Reactorbrandstof moet minstens 3% 235 Het verhogen van de concentratie 92U noemen we uranium verrijken. Dit is een ingewikkeld en duur proces, waarvan de bespreking buiten de cursus valt. Als restproduct van dit verrijkingsproces, blijft er verarmd uranium over, met 235 minder dan 0,3% 92U. Dit is slechts laag radioactief, maar chemisch zéér actief. Grote concentraties die in contact gebracht worden met zuurstof ontbranden spontaan en produceren extreem grote hitte. Dit effect wordt gebruikt om met granaten en bommen gevuld met verarmd uranium, pantserplaten te doorboren. Afbeelding 21: Uranium verrijkingsproces. Over het gebruik van verarmd uranium heerst grote controverse, omdat dit schadelijk zou kunnen zijn voor mens en natuur in gebieden waar men op grote schaal verarmd uranium heeft gebruikt (Joegoslavië, Irak,...). Over mogelijke schadelijke effecten is geen wetenschappelijke uitsluitsel. 27

28 4 Kernreacties TAAK 1. Bereken de energie die vrijkomt in de volgende fissie-reactie : U moet men per jaar 0n 92 U 56 Ba 36 Kr 3 0n. Hoeveel kg splijten in een centrale die 1GW vermogen levert? Veronderstel dat de efficiëntie van de centrale 30% is. Als de densiteit van 18,7 g/cm³ is, wat is dan de straal van de bol die je met die hoeveelheid kan vormen? 4.2 Toepassingen Kerncentrale Voor de werking en constructie van een kerncentrale verwijzen we naar hoofdstuk 1 van de cursus elektro-magnetisme a Nucleaire wapens Principe Afbeelding 22: De kenmerkende paddestoelwolk na een nucleaire explosie. Een nucleair wapen is in essentie een massa splijtbaar materiaal die superkritisch wordt gemaakt. Hierbij komen op extreem korte tijd zéér grote hoeveelheden energie vrij, wat resulteert in enorme temperaturen (T > 106 K), waarbij een plasma gevormd wordt. Dit zet gigantisch uit en creëert een enorme schokgolf. De hitte gecombineerd met de schokgolf creëert een enorme vernietigende kracht, waarbij alles in een straal van ettelijke kilometers (afhankelijk van de kracht van de bom) rond het detonatiepunt tot woestenij wordt herleidt. Naast deze enorme directe vernietigingskracht, volgt daarna door het neervallen van de radio-actieve restproducten (de fall-out) de indirectie vernietiging. Overlevenden van de explosie worden blootgesteld aan enorme doses radioactiviteit, met stralingsziekte als direct gevolg en sterk verhoogde risico's op kankers, misvormingen voor vele jaren. Door ongunstige weersomstandigheden kan dit effect zich verspreiden ver buiten de initiële doelzone. b Constructie Er zijn twee manieren om een superkritische massa te verkrijgen : 28

29 4 Kernreacties Men kan op zeer korte tijd het aantal splijtbare kernen drastisch vermeerderen door in een massa splijtbaar materiaal met behulp van een conventionele lading een andere massa in te schieten. De eerste effectief gebruikte Afbeelding 23: Constructie van een "kanon"-type atoombom was er één van kernwapen. dit type (6 augustus 1945, Hiroshima. De bom had de bijnaam little boy gekregen, en werd afgeworpen door een B-29 bommenwerper die Enola Gay werd genoemd, naar de moeder van de piloot). Of men kan de dichtheid van het beschikbaar aantal splijtbare kernen op korte tijd drastisch verhogen door het te laten imploderen. De tweede effectief gebruikte atoombom (de fat man ) was er één van dit type. In deze bom gebruikte men ook plutonium in plaats van uranium. Hedendaadgse nucleaire wapens zijn Afbeelding 24: Constructie van een implosie-type allemaal van het kernwapen implosietype, en ook hier heeft de miniaturisatie zijn werk gedaan. Woog fat man nog ettelijke tonnen, de modernste kernkoppen passen in een sporttas. 29

30 4 Kernreacties APPENDIX Atoommassa's 11 Na (23) 12 Mg (20) (20) (21) 19 K (3) (29) (28) (3) (4) (5) (9) (25) (4) (7) (4) (28) (3) (3) (12) (4) (20) (20) (20) (20) (20) (6) (8) (7) (21) (22) (22) (22) (4) Ca Kr Mo Ru 56 Ba (7) 056(3) 503(3) 683(3) 570(3) 821(3) 241(3) 58 Ce Nd Po (3) (3) (3) 86 Rn (8) (29) (27) 92 U (3) (21) (21) (21) (21) (50) (11) (3) (4) 719(3) 810(3) 083(3) 569(3) 112(3) 889(3) 887(4) 30

H2: Het standaardmodel

H2: Het standaardmodel H2: Het standaardmodel 2.1 12 Fundamentele materiedeeltjes De elementaire deeltjes worden in 2 groepen opgedeeld volgens spin (aantal keer dat een deeltje rond zijn eigen as draait), de fermionen zijn

Nadere informatie

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben.

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben. Uitwerkingen HiSPARC Elementaire deeltjes C.G.N. van Veen 1 Hadronen Opdracht 1: Elementaire deeltjes worden onderverdeeld in quarks en leptonen. (a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

KERNEN & DEELTJES VWO

KERNEN & DEELTJES VWO KERNEN & DEELTJES VWO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan

Nadere informatie

Stabiliteit van atoomkernen

Stabiliteit van atoomkernen Stabiliteit van atoomkernen Wanneer is een atoomkern stabiel? Wat is een radioactieve stof? Wat doet een radioactieve stof? 1 Soorten ioniserende straling Alfa-straling of α-straling Bèta-straling of β-straling

Nadere informatie

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel.

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel. H7: Radioactiviteit Als een bepaalde kern van een element te veel of te weinig neutronen heeft is het onstabiel. Daardoor gaan ze na een zekere tijd uit elkaar vallen, op die manier bereiken ze een stabiele

Nadere informatie

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Domein F: Moderne fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Bereken de energie van het foton in ev. E = h c/λ (1) E = (6,63 10-34 3 10 8 )/(589

Nadere informatie

Inleiding stralingsfysica

Inleiding stralingsfysica Inleiding stralingsfysica Historie 1896: Henri Becquerel ontdekt het verschijnsel radioactiviteit 1895: Wilhelm Conrad Röntgen ontdekt Röntgenstraling RadioNucliden: Inleiding Stralingsfysica 1 Wat maakt

Nadere informatie

Alfastraling bestaat uit positieve heliumkernen (2 protonen en 2 neutronen) met veel energie. Wordt gestopt door een blad papier.

Alfastraling bestaat uit positieve heliumkernen (2 protonen en 2 neutronen) met veel energie. Wordt gestopt door een blad papier. Alfa -, bèta - en gammastraling Al in 1899 onderscheidde Ernest Rutherford bij de uraniumstraling "minstens twee" soorten: één die makkelijk wordt geabsorbeerd, voor het gemak de 'alfastraling' genoemd,

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

De energievallei van de nucliden als nieuw didactisch concept

De energievallei van de nucliden als nieuw didactisch concept De energievallei van de nucliden als nieuw didactisch concept - Kernfysica: van beschrijven naar begrijpen Rita Van Peteghem Coördinator Wetenschappen-Wisk. CNO (Centrum Nascholing Onderwijs) Universiteit

Nadere informatie

Quantummechanica en Relativiteitsleer bij kosmische straling

Quantummechanica en Relativiteitsleer bij kosmische straling Quantummechanica en sleer bij kosmische straling Niek Schultheiss 1/19 Krachten en krachtdragers Op kerndeeltjes werkt de zwaartekracht. Op kerndeeltjes werkt de elektromagnetische kracht. Kernen kunnen

Nadere informatie

1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten?

1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten? Domein F: Moderne Fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten? 2 Bekijk de volgende beweringen. 1 In een fotocel worden elektronen geëmitteerd

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Uitwerkingen opgaven hodstuk 5 5.1 Kernreacties Opgave 1 a Zie BINAS tabel 40A. Krypton heeft symbool Kr en atoomnummer 36 krypton 81 = 81 36 Kr 81 0 81 De vergelijking voor de K-vangst is: 36Kr 1e 35X

Nadere informatie

Wetenschappelijke Nascholing Deel 1: Van de alchemisten tot het Higgs-deeltje

Wetenschappelijke Nascholing Deel 1: Van de alchemisten tot het Higgs-deeltje Wetenschappelijke Nascholing Deel 1: Van de alchemisten tot het Higgs-deeltje Dirk Ryckbosch Fysica en Sterrenkunde 9 oktober 2017 Dirk Ryckbosch (Fysica en Sterrenkunde) Elementaire Deeltjes 9 oktober

Nadere informatie

21/05/2014. 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 3.1. 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels. (blijft onveranderd)

21/05/2014. 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 3.1. 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels. (blijft onveranderd) 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels 3.2 Halveringstijd Detectiemethoden voor radioactieve straling 3.4 Oefeningen 3.1 Soorten radioactieve

Nadere informatie

Bestaand (les)materiaal. Loran de Vries

Bestaand (les)materiaal. Loran de Vries Bestaand (les)materiaal Loran de Vries Database www.adrive.com Email: ldevries@amsterdams.com ww: Natuurkunde4life NiNa lesmateriaal Leerlingenboekje in Word Docentenhandleiding Antwoorden op de opgaven

Nadere informatie

Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme

Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme 2 Geschiedenis -500 vcr.: ατοµοσ ( atomos ) bij de Grieken (Democritos) 1803: verhandeling van Dalton over atomen 1869: voorstelling van 92

Nadere informatie

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Q3-1 De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Lees eerst de algemene instructies in de aparte envelop alvorens te starten met deze vraag. In deze opdracht wordt de fysica van de deeltjesversneller

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Kernfysica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Naam: Klas: Toets Kernenergie (versie A)

Naam: Klas: Toets Kernenergie (versie A) Naam: Klas: Toets Kernenergie (versie A) Opgave 1 In een kernreactor komt energie vrij bij het splijten van zware kernen. In de figuur hiernaast is het principe van een kernreactor weergegeven. Er volgt

Nadere informatie

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern. Uitwerkingen 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is evenveel negatief

Nadere informatie

Onder constituenten verstaat men de fundamentele fermionen: de quarks in het versnelde proton of anti-proton, t of de versnelde elektronen of

Onder constituenten verstaat men de fundamentele fermionen: de quarks in het versnelde proton of anti-proton, t of de versnelde elektronen of 1 2 3 Onder constituenten verstaat men de fundamentele fermionen: de quarks in het versnelde proton of anti-proton, t of de versnelde elektronen of positronen. De vooruitgang in de hoge-energie fysica

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 4 april 2005 Tijdsduur: 90 minuten Deze toets bestaat uit twee delen (I en II). In deel I wordt basiskennis getoetst via meerkeuzevragen. Deel II

Nadere informatie

Kernenergie. FEW cursus: Uitdagingen. Jo van den Brand 6 december 2010

Kernenergie. FEW cursus: Uitdagingen. Jo van den Brand 6 december 2010 Kernenergie FEW cursus: Uitdagingen Jo van den Brand 6 december 2010 Inhoud Jo van den Brand jo@nikhef.nl www.nikhef.nl/~jo Boek Giancoli Physics for Scientists and Engineers Week 1 Week 2 Werkcollege

Nadere informatie

1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw

1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw 1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj 2018 Mieke Blaauw 2 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj 2018 1-3 Atoombouw en verval 4,5 Wisselwerking van straling met materie en afscherming 6-9 Röntgentoestellen,

Nadere informatie

Zoektocht naar de elementaire bouwstenen van de natuur

Zoektocht naar de elementaire bouwstenen van de natuur Zoektocht naar de elementaire bouwstenen van de natuur Het atoom: hoe beter men keek hoe kleiner het leek Ivo van Vulpen CERN Mijn oude huis Anti-materie ATLAS detector Gebouw-40 globe 21 cctober, 2006

Nadere informatie

Radioactiviteit en Kernfysica. Inhoud:

Radioactiviteit en Kernfysica. Inhoud: Radioactiviteit en Kernfysica Inhoud:. Atoommodel Rutherford Bohr. Bouw van atoomkernen A. Samenstelling B. Standaardmodel C. LHC D. Isotopen E. Binding F. Energieniveaus 3. Energie en massa A. Bindingsenergie

Nadere informatie

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben.

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben. Werkbladen HiSPARC Elementaire deeltjes C.G.N. van Veen 1 Hadronen Opdracht 1: Elementaire deeltjes worden onderverdeeld in quarks en leptonen. (a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar

Nadere informatie

2.1 Elementaire deeltjes

2.1 Elementaire deeltjes HiSPARC High-School Project on Astrophysics Research with Cosmics Interactie van kosmische straling en aardatmosfeer 2.1 Elementaire deeltjes Bij de botsing van een primair kosmisch deeltje met een zuurstof-

Nadere informatie

Hfdst 1' Massa en rustenergie (Toevoeging hiervan nodig om begeleid zelfstandig opzoekwerk i.v.m. het Standaardmodel mogelijk te maken.

Hfdst 1' Massa en rustenergie (Toevoeging hiervan nodig om begeleid zelfstandig opzoekwerk i.v.m. het Standaardmodel mogelijk te maken. I. ELEKTRODYNAMICA Hfdst. 1 Lading en inwendige bouw van atomen 1 Elektronentheorie 1) Proefjes 2) Elektriciteit is zeer nauw verbonden met de inwendige bouw van atomen 2 Dieper en dieper in het atoom

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 16 april 2007 Tijdsduur: 90 minuten eze toets bestaat uit twee delen (I en II). In deel I wordt basiskennis getoetst via meerkeuzevragen. eel II bestaat

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 31 maart 2008 Tijdsduur: 90 minuten Deze toets bestaat uit twee delen (I en II). Deel I bestaat uit meerkeuzevragen, deel II uit open vragen. De meerkeuzevragen

Nadere informatie

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie H1: INLEIDING H2: STRALING - RADIOACTIVITEIT

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli 2006 5,5 66 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde samenvatting hoofdstuk 3 ioniserende straling 3. 1 de bouw van de atoomkernen. * Atoom: - bestaat

Nadere informatie

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II In de reactor binnen in het reactorgebouw van een kerncentrale komt warmte vrij door kernsplijtingen. Die warmte wordt afgevoerd door het water in het primaire

Nadere informatie

Sterrenkunde Ruimte en tijd (6)

Sterrenkunde Ruimte en tijd (6) Sterrenkunde Ruimte en tijd () Om het geheugen op te frissen, even een korte inhoud van het voorafgaande: Ruim tien miljard jaar geleden werd het heelal geboren uit een enorme explosie van protonen, neutronen,

Nadere informatie

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern. Uitwerkingen 1 Opgave 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Opgave 3 Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Kernfysica 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding Dit

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 6 april 2009 Tijdsduur: 90 minuten eze toets bestaat uit twee delen (I en II). eel I bestaat uit meerkeuzevragen, deel II uit open vragen. e meerkeuzevragen

Nadere informatie

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. Domein E: Materie en energie Subdomein: Energie 1 De dichtheid van een kubus P is 10 keer zo groot als de dichtheid van een kubus Q. De ribbe van kubus Q is 10 keer zo groot als de ribbe van kubus P. Hoe

Nadere informatie

2.3 Energie uit atoomkernen

2.3 Energie uit atoomkernen 2. Energie uit atoomkernen 2.1 Equivalentie van massa en energie 2.2 Energie per kerndeeltje in een kern 2.3 Energie uit atoomkernen 2.1 Equivalentie van massa en energie Einstein: massa kan worden omgezet

Nadere informatie

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig

Nadere informatie

In Pursuit of Lepton Flavour Violation. A search for the τ -> μγγ decay with ATLAS at s = 8 TeV. I. Angelozzi

In Pursuit of Lepton Flavour Violation. A search for the τ -> μγγ decay with ATLAS at s = 8 TeV. I. Angelozzi In Pursuit of Lepton Flavour Violation. A search for the τ -> μγγ decay with ATLAS at s = 8 TeV. I. Angelozzi Samenvatting Wat zijn de fundamentele bouwstenen van het universum? Welke krachten bepalen

Nadere informatie

Het Standaardmodel. HOVO college Teylers 20 maart 2012 K.J.F.Gaemers

Het Standaardmodel. HOVO college Teylers 20 maart 2012 K.J.F.Gaemers Het Standaardmodel HOVO college Teylers 20 maart 2012 K.J.F.Gaemers 20 maart 2012 HOVO 2012 I 2 20 maart 2012 HOVO 2012 I 3 C12 atoom 6 elektronen 6 protonen 6 neutronen 20 maart 2012 HOVO 2012 I 4 20

Nadere informatie

1 Overzicht vragen mondeling examen - 6WW8/6

1 Overzicht vragen mondeling examen - 6WW8/6 1.1 Mechanische trillingen en golven 1. Toon aan dat twee trillingen met dezelfde frequentie en willekeurig faseverschil zich opnieuw samenstellen tot een trilling met dezelfde frequentie. Leid een uitdrukking

Nadere informatie

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica Wat zie je? PositronEmissieTomografie (PET) Nucleaire geneeskunde: basisprincipe Toepassing van nucleaire geneeskunde Vakgebieden

Nadere informatie

Een deels bestaande PowerPointpresentatie voor de cursus in de aandacht gebracht cq bewerkt door:

Een deels bestaande PowerPointpresentatie voor de cursus in de aandacht gebracht cq bewerkt door: Sporen van deeltjes Een deels bestaande PowerPointpresentatie voor de cursus in de aandacht gebracht cq bewerkt door: E.J. Klesser, K. Akrikez, F. de Wit, F. Bergisch, J. v. Reisen Het onderzoek naar elementaire

Nadere informatie

Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) 31 oktober 2013

Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) 31 oktober 2013 Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) 31 oktober 2013 De Higgs Waar gaat het over? Woensdag 4 juli 2012 Waarom is dit belangrijk? De Higgs Waar gaat het over? Dinsdag 8 oktober 2013 for the theoretical

Nadere informatie

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Samenvatting H5 straling Natuurkunde Samenvatting H5 straling Natuurkunde Deze samenvatting bevat: Een begrippenlijst van dikgedrukte woorden uit de tekst Belangrijke getallen en/of eenheden (Alle) Formules van het hoofdstuk (Handige) tabellen

Nadere informatie

Straling. Onderdeel van het college Kernenergie

Straling. Onderdeel van het college Kernenergie Straling Onderdeel van het college Kernenergie Tjeerd Ketel, 4 mei 2010 In 1946 ontworpen door Cyrill Orly van Berkeley (Radiation Lab) Nevelkamer met radioactiviteit, in dit geval geladen deeltjes vanuit

Nadere informatie

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen

Nadere informatie

Later heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen.

Later heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen. Atoombouw 1.1 onderwerpen: Elektrische structuur van de materie Atoommodel van Rutherford Elementaire deeltjes Massagetal en atoomnummer Ionen Lading Twee (met een metalen laagje bedekte) balletjes,, die

Nadere informatie

De Zon. N.G. Schultheiss

De Zon. N.G. Schultheiss 1 De Zon N.G. Schultheiss 1 Inleiding Deze module is direct vanaf de derde of vierde klas te volgen en wordt vervolgd met de module De Broglie of de module Zonnewind. Figuur 1.1: Een schema voor kernfusie

Nadere informatie

1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002

1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002 1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002 1 Kosmische straling Onder kosmische straling verstaan we geladen deeltjes die vanuit de ruimte op de aarde terecht komen. Kosmische straling is onder

Nadere informatie

Majorana Neutrino s en Donkere Materie

Majorana Neutrino s en Donkere Materie ? = Majorana Neutrino s en Donkere Materie Patrick Decowski decowski@nikhef.nl Majorana mini-symposium bij de KNAW op 31 mei 2012 Elementaire Deeltjes Elementaire deeltjes en geen quasi-deeltjes! ;-) Waarom

Nadere informatie

Het Higgs-deeltje ontdekt. En wat dan?

Het Higgs-deeltje ontdekt. En wat dan? Samenvatting door Carlos Van Cauwenberghe van de lezing over Het Higgs-deeltje ontdekt. En wat dan? gegeven door Prof. Dirk Ryckbosch, Universiteit Gent Inleiding: Zie informatie over de lezing van 9/2/2015

Nadere informatie

Meesterklas Deeltjesfysica. Universiteit Antwerpen

Meesterklas Deeltjesfysica. Universiteit Antwerpen Meesterklas Deeltjesfysica Universiteit Antwerpen Programma 9u45 10u00 11u00 11u15 11u45 12u00 13u00 15u00 15u30 17u00 Verwelkoming Deeltjesfysica Prof. Nick van Remortel Pauze Versnellers en Detectoren

Nadere informatie

De Large Hadron Collider 2.0. Wouter Verkerke (NIKHEF)

De Large Hadron Collider 2.0. Wouter Verkerke (NIKHEF) De Large Hadron Collider 2.0 Wouter Verkerke (NIKHEF) 11 2 De Large Hadron Collider LHCb ATLAS CMS Eén versneller vier experimenten! Concept studie gestart in 1984! Eerste botsingen 25 jaar later in 2009!!

Nadere informatie

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie Wat is straling? Radioactiviteit?

Nadere informatie

Algemeen. Cosmic air showers J.M.C. Montanus. HiSPARC. 1 Kosmische deeltjes. 2 De energie van een deeltje

Algemeen. Cosmic air showers J.M.C. Montanus. HiSPARC. 1 Kosmische deeltjes. 2 De energie van een deeltje Algemeen HiSPARC Cosmic air showers J.M.C. Montanus 1 Kosmische deeltjes De aarde wordt continu gebombardeerd door deeltjes vanuit de ruimte. Als zo n deeltje de dampkring binnendringt zal het op een gegeven

Nadere informatie

Materie bouwstenen van het heelal FEW 2009

Materie bouwstenen van het heelal FEW 2009 Materie bouwstenen van het heelal FEW 2009 Prof.dr Jo van den Brand jo@nikhef.nl 2 september 2009 Waar de wereld van gemaakt is De wereld kent een enorme diversiteit van materialen en vormen van materie.

Nadere informatie

Samenvatting PMN. Golf en deeltje.

Samenvatting PMN. Golf en deeltje. Samenvatting PMN Golf en deeltje. Het foto-elektrisch effect: Licht als energiepakketjes (deeltjes) Foton (ã) impuls: en energie Deeltje (m) impuls en energie en golflengte Zowel materie als golven (fotonen)

Nadere informatie

Deeltjes binnen het standaardmodel. N.G. Schultheiss

Deeltjes binnen het standaardmodel. N.G. Schultheiss 1 Deeltjes binnen het standaardmodel N.G. Schultheiss 1 Inleiding Rond het jaar 1900 was de samenstelling van atomen het onderwerp van onderzoek. Joseph John Thomson (1856-1940) dacht dat atomen een soort

Nadere informatie

RadioACTIEFiTIJD. Een hedendaagse krant over radioactiviteit

RadioACTIEFiTIJD. Een hedendaagse krant over radioactiviteit RadioACTIEFiTIJD Een hedendaagse krant over radioactiviteit Soorten stralingen Kernenergie We hebben drie verschillende soorten stralingen. We beginnen met de alfastalen. Dit zijn eigenlijk helium-4deeltjes.

Nadere informatie

Vorig college: Geladen leptonen: e, μ, τ Neutrino s Pionen, vreemde deeltjes Hadronen: mesonen en baryonen Quarks: u, d, s Zware quarks: c, b, t

Vorig college: Geladen leptonen: e, μ, τ Neutrino s Pionen, vreemde deeltjes Hadronen: mesonen en baryonen Quarks: u, d, s Zware quarks: c, b, t Vorig college: Geladen leptonen: e, μ, τ Neutrino s Pionen, vreemde deeltjes Hadronen: mesonen en baryonen Quarks: u, d, s Zware quarks: c, b, t Vragen? Inleiding elementaire deeltjes fysica College

Nadere informatie

natuurkunde havo 2017-I

natuurkunde havo 2017-I Molybdeen-99 In Petten staat een kerncentrale waar isotopen voor medische toepassingen worden geproduceerd. Eén van de belangrijkste producten is molybdeen-99 (Mo-99). Mo-99 wordt geproduceerd door een

Nadere informatie

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid /stralingsbeschermingsdienst 8385-I dictaat september 2000 RADIOACTIEF VERVAL Voor een beperkt aantal van nature voorkomende kernsoorten en voor de meeste kunstmatig gevormde nucliden wijkt de neutron/proton

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 2 april 2007 Tijdsduur: 90 minuten eze toets bestaat uit twee delen (I en II). eel I bestaat uit meerkeuzevragen, deel II uit open vragen. e meerkeuzevragen

Nadere informatie

Large Hadron Collider. Werkbladen. HiSPARC. 1 Inleiding. 2 Voorkennis. 3 Opgaven atoombouw. C.G.N. van Veen

Large Hadron Collider. Werkbladen. HiSPARC. 1 Inleiding. 2 Voorkennis. 3 Opgaven atoombouw. C.G.N. van Veen Werkbladen HiSPARC Large Hadron Collider C.G.N. van Veen 1 Inleiding In het voorjaar van 2015 start de LHC onieuw o. Ditmaal met een hogere energie dan ooit tevoren. Protonen met een energie van 7,0 TeV

Nadere informatie

nieuw deeltje deeltje 1 deeltje 2 deeltje 2 tijd

nieuw deeltje deeltje 1 deeltje 2 deeltje 2 tijd Samenvatting Inleiding De kern Een atoom bestaat uit een kern en aan de kern gebonden elektronen, die om de kern cirkelen. Dat de elektronen aan de kern gebonden zijn, komt doordat er een kracht werkt

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

VERENIGDE DEELTJESINTERACTIES

VERENIGDE DEELTJESINTERACTIES VERENIGDE DEELTJESINTERACTIES Alle verschijnselen om ons heen en in het heelal kunnen uitgelegd worden met vier basiskrachten: gravitatie, elektromagnetisme, sterke en zwakke wisselwerking. Op het eerste

Nadere informatie

Kosmische straling: airshowers. J.W. van Holten NIKHEF, Amsterdam

Kosmische straling: airshowers. J.W. van Holten NIKHEF, Amsterdam Kosmische straling: airshowers J.W. van Holten NIKHEF, Amsterdam 1. Kosmische straling. Kosmische straling wordt veroorzaakt door zeer energetische deeltjes die vanuit de ruimte de aardatmosfeer binnendringen

Nadere informatie

Relatieve massa. t.o.v. de atoommassaeenheid. m(kg) ,66 10 kg

Relatieve massa. t.o.v. de atoommassaeenheid. m(kg) ,66 10 kg . Atoombouw. Atoom Sommige Griekse filosofen (Democritus 4 v.c.) waren er al van overtuigd dat alle materie opgebouwd is uit massieve niet meer te delen bollen, de atomen. Dalton (88) kon op wetenschappelijke

Nadere informatie

Deel 1: in het Standaard Model bestaan er 3 generaties (flavours) neutrino s. dit werd met grote precisie bevestigd door de metingen bij de LEP

Deel 1: in het Standaard Model bestaan er 3 generaties (flavours) neutrino s. dit werd met grote precisie bevestigd door de metingen bij de LEP In dit hoofdstuk worden eerst de ontdekkingen van de neutrale en geladen leptonen besproken. Vervolgens wordt de ontdekking van het pion besproken, nauw verbonden met de ontdekking van het muon. Ten slotte

Nadere informatie

Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) Hoorn, 15 april 2014

Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) Hoorn, 15 april 2014 Higgs en de Kosmos Niels Tuning (Nikhef) Hoorn, 15 april 2014 De Higgs Waar gaat het over? Woensdag 4 juli 2012 Waarom is dit belangrijk? De Higgs Waar gaat het over? Dinsdag 8 oktober 2013 for the theoretical

Nadere informatie

Begripsvragen: Elektrisch veld

Begripsvragen: Elektrisch veld Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]

Nadere informatie

Deeltjes binnen het standaardmodel

Deeltjes binnen het standaardmodel 1 Deeltjes binnen het standaardmodel N.G. Schultheiss 1 Inleiding Rond het jaar 1900 was de samenstelling van atomen het onderwerp van onderzoek. Joseph John Thomson (1856-1940) dacht dat atomen een soort

Nadere informatie

Zoektocht naar het Higgs deeltje. De Large Hadron Collider in actie. Stan Bentvelsen

Zoektocht naar het Higgs deeltje. De Large Hadron Collider in actie. Stan Bentvelsen Zoektocht naar het Higgs deeltje De Large Hadron Collider in actie Stan Bentvelsen KNAW Amsterdam - 11 januari 2011 1 Versnellen op CERN De versneller Large Hadron Collider sub- atomaire deeltjes botsen

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 24 maart 2003 Tijdsduur: 90 minuten Deze toets bestaat uit 3 opgaven met 16 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

H3: Deeltjesversneller: LHC in CERN

H3: Deeltjesversneller: LHC in CERN H3: Deeltjesversneller: LHC in CERN CERN = Conseil Européen pour la Recherche Nucléaire = Europese organisatie voor nucleair onderzoek CERN ligt op de grens tussen Frankrijk en Zwitserland, dicht bij Genève.

Nadere informatie

introductie fysische achtergronden ioniserende straling Sytze Brandenburg sb/radsaf2003/1

introductie fysische achtergronden ioniserende straling Sytze Brandenburg sb/radsaf2003/1 introductie fysische achtergronden ioniserende straling Sytze Brandenburg sb/radsaf2003/1 ioniserende straling wat is het atoomfysica elementaire deeltjes fysica waar komt het vandaan atoomfysica kernfysica

Nadere informatie

Herkansing tentamen: Kernenergie voor natuurkundigen

Herkansing tentamen: Kernenergie voor natuurkundigen Herkansing tentamen: Kernenergie voor natuurkundigen Docenten: J. F. J. van den Brand en R. Aaij Telefoon: 0620 539 484 Datum: 8 juli 2013 Zaal: WN-KC137 Tijd: 12:00-14:45 uur Maak elke opgave op een apart

Nadere informatie

Werkstuk Natuurkunde Kernenergie

Werkstuk Natuurkunde Kernenergie Werkstuk Natuurkunde Kernenergie Werkstuk door een scholier 1606 woorden 24 december 2003 5,8 121 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Onderzoeksvragen Wat is kernenergie? Bij een kernsplijtingsproces worden

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting door een scholier 1947 woorden 26 augustus 2006 6,5 102 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting Natuurkunde VWO

Nadere informatie

a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van

a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van Toets v-08 Radioactiviteit 1 / 5 1 Protactinium 238 U vervalt in veel stappen tot 206 Pb. a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic

Nadere informatie

Sterren kijken op de bodem van de zee Aart Heijboer

Sterren kijken op de bodem van de zee Aart Heijboer Sterren kijken op de bodem van de zee Aart Heijboer Onderzoek naar de bouwstenen van de natuur Onderzoek naar het heelal met behulp van die deeltjes Deeltjesfysica: Waaruit bestaat de wereld? Elektron:

Nadere informatie

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING NIRAS Brussel, 01-01-2001 1. Radioactiviteit en ioniserende straling Alles rondom ons

Nadere informatie

Chemie 4: Atoommodellen

Chemie 4: Atoommodellen Chemie 4: Atoommodellen Van de oude Grieken tot het kwantummodel Het woord atoom komt va, het Griekse woord atomos dat ondeelbaar betekent. Voor de Griekse geleerde Democritos die leefde in het jaar 400

Nadere informatie

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie Wisselwerking van ioniserende straling met materie Wisselwerkingsprocessen Energie afgifte en structuurverandering in ontvangende materie Aard van wisselwerking bepaalt het juiste afschermingsmateriaal

Nadere informatie

De correcte bewering aankruisen: WAAR FOUT

De correcte bewering aankruisen: WAAR FOUT Warmte en straling De correcte bewering aankruisen: WAAR FOUT - Lichtgolven noemt men ook wel elektromagnetische golven. - Het zichtbaar lichtspectrum is een klein onderdeel van het E.M -spectrum - Rood

Nadere informatie

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 9/1/2009 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuiging

Nadere informatie

Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Schoolexamen Moderne Natuurkunde Schoolexamen Moderne Natuurkunde herkansing Natuurkunde 1,2 VWO 6 18 april 2005 Tijdsduur: 90 minuten Deze toets bestaat uit twee delen (I en II). In deel I wordt basiskennis getoetst via meerkeuzevragen

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A)

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Aan het einde van de repetitie vind je de lijst met elementen en twee tabellen met weegfactoren voor het berekenen van de equivalente en effectieve

Nadere informatie

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018 H78 kort les.notebook June 05, 2018 Hoofdstuk 7 en Materie We gaan eens goed naar die stoffen kijken. We gaan steeds een niveau dieper. Stoffen bijv. limonade (mengsel) Hoofdstuk 8 Straling Moleculen water

Nadere informatie

6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie

6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie Opgave 1 a Zie figuur 6.1. Figuur 6.1 Als je met het vliegtuig gaat, ontvang je de meeste straling, omdat je je op een

Nadere informatie

HiSPARC High-School Project on Astrophysics Research with Cosmics. Interactie van kosmische straling en aardatmosfeer

HiSPARC High-School Project on Astrophysics Research with Cosmics. Interactie van kosmische straling en aardatmosfeer HiSPARC High-School Project on Astrophysics Research with Cosmics Interactie van kosmische straling en aardatmosfeer 2.3 Airshowers In ons Melkwegstelsel is sprake van een voortdurende stroom van hoogenergetische

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 1 V - 14 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Dinsdag 13 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24

Nadere informatie