Inhoudsopgave Arbeid op zondagen en feestdagen Nachtarbeid INHOUDSOPGAVE... 2

Transcriptie

1 Studentenarbeid

2 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE INLEIDING Studentenarbeid: een dankbare vorm van tewerkstelling Studentenarbeid: steeds in beweging ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR STUDENTEN Wie komt in aanmerking voor een arbeidsovereenkomst voor studenten? Wie komt niet in aanmerking voor een arbeidsovereenkomst voor studenten? Verplichte vermeldingen Sancties Opmerkingen Schoolverlater Gevolgen overschrijding ononderbroken tewerkstelling van 12 maanden VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVER Schriftelijke arbeidsovereenkomst voor studenten Overhandiging arbeidsreglement Aangifte DIMONA Verzekering arbeidsongevallen Uitvoeren risicoanalyse / gezondheidstoezicht LOON ARBEIDSDUUR Minimum en maximum arbeidsduur Meerderjarigen Minderjarigen Rustpauzes Meerderjarigen Minderjarigen Arbeid op zondagen en feestdagen Meerderjarigen Minderjarigen Nachtarbeid Meerderjarigen Minderjarigen VERPLICHTINGEN INZAKE RSZ Solidariteitsbijdragen of gewone bijdragen? Voorwaarden om solidariteitsbijdragen te genieten Uitsluitingen Percentages solidariteitsbijdragen Aangifte DIMONA studenten raadpleging contingent 50 dagen Inleiding Gevolgen bij overschrijding contingent van 50 dagen Controle van de teller door de werkgever Gevolgen van meer of minder dagen aangeven dan gereserveerd Sanctie in geval van overschrijding van het contingent en het niet correct aangeven van de student aan de DmfA Aandachtspunten Student en/of student? VERPLICHTINGEN INZAKE FISCALITEIT INKOMENSGRENZEN OM FISCAAL TEN LASTE VAN DE OUDERS TE BLIJVEN Principe: maximum netto bestaansmiddelen Verhoging inkomstengrenzen in geval van alimentatie Verhoging inkomensgrenzen in geval van tewerkstelling als student Studentenarbeid 2012 p. 2 / 28

3 8.4. Opmerking Voorbeelden: verhoging inkomensgrenzen om fiscaal ten laste te blijven (IJ 2012 AJ 2013) Situatie 1: algemeen: ouders worden samen belast Situatie 2: ouder wordt alleen belast (student is niet gehandicapt) Situatie 3: ouder wordt alleen belast (student is gehandicapt) BEROEPSINSCHAKELINGSTIJD RVA KINDERBIJSLAG Tot 18 jaar Vanaf 18 jaar Niet hoger onderwijs Hoger onderwijs KINDERBIJSLAG EN WERKEN ALS STUDENT Gewone regeling Regeling voor afgestudeerden en schoolverlaters Voorwaarden Dubbele hoedanigheid Voorbeelden EINDE VAN DE OVEREENKOMST SPECIALE CATEGORIE: DE BUITENLANDSE STUDENT Onderdaan van EER of Zwitserland Geen onderdaan van EER of Zwitserland MODEL VAN ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR STUDENTEN BRONNEN Studentenarbeid 2012 p. 3 / 28

4 1. Inleiding 1.1. Studentenarbeid: een dankbare vorm van tewerkstelling Het tewerkstellen van jobstudenten is sinds jaar en dag een dankbare vorm van tewerkstelling, zowel voor de student als voor de werkgever. Immers, de student kan een mooie cent bijverdienen zonder zware sociale en fiscale lasten te moeten dragen. Er gaat slechts een kleine RSZ-inhouding van zijn brutoloon en meestal moeten geen belastingen worden betaald. Bovendien blijft hij ten laste van zijn ouders. Ook de werkgever moet slechts een solidariteitsbijdrage betalen. Maar geen rozen zonder doornen. De goedkope(re) tewerkstelling van studenten brengt uiteraard een heleboel maatregelen en voorwaarden met zich mee, om niet te spreken over de eventuele risico s op het regulariseren van deze jongeren naar een gewone tewerkstelling wanneer de strikte voorwaarden niet werden nageleefd. Daarom is men sinds jaar en dag in de weer om de regeling omtrent de studentenarbeid te wijzigen met oog op de vereenvoudiging ervan Studentenarbeid: steeds in beweging In het verleden zijn reeds meermaals voorstellen gedaan om de reglementering van studentenarbeid te vereenvoudigen. Vanaf 1 januari 2012 moet voor de tewerkstelling van studenten rekening gehouden worden met een aantal nieuwe regels: Voortaan mogen er studentenovereenkomsten gesloten worden voor een periode van maximum 12 ononderbroken maanden (voorheen: max. 6 maanden). Studenten mogen voortaan 50 arbeidsdagen per jaar werken aan verminderde RSZbijdragen, daar waar voorheen een opsplitsing werd gemaakt tussen de zomermaanden juli, augustus en september (max. 23 dagen) en de rest van het jaar (ook max. 23 dagen); Er geldt slechts één uniforme solidariteitsbijdrage van 8,13% (+ 0,01% asbestfonds). Deze geldt voor het volledige jaar en wordt opgesplitst in een werknemersbijdrage van 2,71% ten laste van de student en een werkgeversbijdrage van 5,42% (+ 0,01% asbestfonds) ten laste van de werkgever; Via de aangifte Dimona zal voortaan ook het aantal dagen moeten worden opgeven waarop de student zal tewerkgesteld worden. De voormelde wijzigingen worden hierna verder in detail besproken. 2. Arbeidsovereenkomst voor studenten Het begrip student moet in ruime zin worden verstaan: niet enkel de jongere die hoger of universitair onderwijs volgt, maar ook de jongere die middelbaar onderwijs, hoger technisch of artistiek onderwijs volgt en de jongere die examens voorbereidt voor een middenjury. Van zodra mogelijk, moeten jongeren worden aangeworven op basis van een specifieke overeenkomst voor tewerkstelling van een student. Studentenarbeid 2012 p. 4 / 28

5 2.1. Wie komt in aanmerking voor een arbeidsovereenkomst voor studenten? Uitsluitend de volgende categorieën jongeren komen in aanmerking voor het sluiten van een arbeidsovereenkomst voor studenten: jongeren die voltijds onderwijs volgen: vanaf 16 jaar of vanaf 15 jaar indien zij de eerste twee leerjaren van het secundair onderwijs hebben beëindigd; studenten die niet langer onderworpen zijn aan de leerplicht (m.a.w. minstens 18 jaar oud of secundaire studies beëindigd); uitsluitend tijdens de schoolvakanties: minderjarigen vanaf 15 jaar die uitsluitend deeltijds onderwijs of een deeltijdse opleiding volgen en die geen recht hebben op een overbruggingsuitkering (= werkloosheidsuitkering). Merk op dat een student jonger dan 18 jaar eigenmachtig een arbeidsovereenkomst voor studenten kan afsluiten en opzeggen. Hij kan zelfs zijn loon in ontvangst nemen, behalve wanneer er vanwege de ouders of de voogd verzet is Wie komt niet in aanmerking voor een arbeidsovereenkomst voor studenten? Komen niet in aanmerking voor het sluiten van een arbeidsovereenkomst voor studenten: jongeren die sinds langer dan 12 maanden ononderbroken werken bij dezelfde werkgever en aldus beschouwd worden als gewone werknemers; industriële leerlingen en middenstandsleerlingen en jongeren die werden aangeworven op basis van een deeltijdse arbeids- of stageovereenkomst; studenten die (na hun voltijdse leerplicht) naast hun deeltijds onderwijs overbruggingsuitkeringen ontvangen; studenten die enkel avondonderwijs volgen of die onderwijs met een beperkt uurrooster volgen (minder dan 15 uren per week); studenten die bij wijze van stage onbetaalde arbeid uitvoeren die deel uitmaakt van hun studieprogramma Verplichte vermeldingen De arbeidsovereenkomst voor studenten moet schriftelijk worden opgesteld en bevat een aantal verplichte vermeldingen: identiteit, geboortedatum (niet te vergeten!), woonplaats van de partijen; begin en einde van de overeenkomst; dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur (werkrooster); plaats van tewerkstelling; het loon, met de vermelding dat de wet op de bescherming van het loon van toepassing is alsook van het tijdstip waarop het loon wordt betaald; het bevoegde paritair comité; een proefbeding (eventueel); de plaats van huisvesting indien de werkgever in huisvesting voorziet; een omschrijving van de functie(s). In zoverre dit niet in het arbeidsreglement staat moet de overeenkomst nog bevatten: namen en contactmogelijkheden van de vertegenwoordigers in de ondernemingsraad en in het veiligheidscomité en van de vakbondsafgevaardigden; adres en telefoonnummer van de bedrijfsgeneeskundige dienst en van de Sociale Inspectie; het werkrooster; de plaats waar de verbandkist zich bevindt; de contactpersoon die de student kan inlichten in geval van moeilijkheden. Een modeldocument is terug te vinden op onze website onder rubriek Juridische info, Modeldocumenten. Studentenarbeid 2012 p. 5 / 28

6 Opmerking: clausule van proeftijd: De arbeidsovereenkomst voor studenten kan een proeftijd bevatten die duidelijk moet vermeld worden. Deze bedraagt minimum 7 kalenderdagen en maximum 14 kalenderdagen. Bij schorsing van uitvoering van de arbeidsovereenkomst wordt de proefperiode verlengd met de duur van de schorsing met een maximum van 7 dagen. Tijdens de eerste 7 dagen van de proeftijd kan de arbeidsovereenkomst zonder dringende reden niet eenzijdig worden beëindigd. Wordt de proeftijd verlengd omwille van schorsing van de arbeidsovereenkomst tijdens de eerste 7 dagen, dan geldt ook gedurende die verlenging het verbod om de arbeidsovereenkomst zonder dringende reden eenzijdig te beëindigen. Wenst de werkgever de tewerkstelling toch stop te zetten tijdens de eerste 7 dagen (of tijdens de verlenging bij schorsing tijdens de eerste 7 dagen), dan zal hij een vergoeding moeten betalen gelijk aan het loon voor de resterende dagen tot en met de 7de dag. Van zodra de werknemer 7 kalenderdagen heeft gepresteerd (inactiviteitsdagen en zondagen inbegrepen) en zolang de proeftijd duurt, kan elke partij de overeenkomst beëindigen op elk moment zonder opzegging of vergoeding Sancties Indien er geen schriftelijke overeenkomst werd opgemaakt of indien de overeenkomst niet alle verplichte vermeldingen bevat, kan de student de overeenkomst beëindigen zonder opzegging of vergoeding. Indien er geen schriftelijke overeenkomst bestaat, indien begin- of einddatum van het contract niet vermeld zijn, indien het arbeidsrooster niet werd vermeld of indien niet verwezen werd naar het arbeidsrooster in het arbeidsreglement, dan wordt de arbeidsovereenkomst beschouwd als een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. Bij de beëindiging van de overeenkomst moet de werkgever dan de gewone opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden respecteren, tenzij hij kan aantonen dat het ontbreken van deze gegevens geen schade berokkent aan de student. Verder is de arbeidsovereenkomst een sociaal document dat verplicht moet worden opgesteld en bewaard gedurende 5 jaar. Bij niet-naleving zijn strafrechtelijke sancties voorzien Opmerkingen Schoolverlater Een schoolverlater kan na het einde van zijn studies in de daaropvolgende vakantie nog als student (dus met een arbeidsovereenkomst voor studenten) werken Gevolgen overschrijding ononderbroken tewerkstelling van 12 maanden Wanneer een student méér dan 12 maanden ononderbroken tewerkgesteld wordt door een werkgever, dan zal de student arbeidsrechtelijk niet meer beschouwd worden als een student. Zijn arbeidsovereenkomst voor studenten wijzigt als het ware naar een gewone arbeidsovereenkomst. Dit heeft ook nog andere gevolgen: De student dient als gewone werknemer te worden aangegeven aan de DmfA (zie verder onder titel verplichtingen inzake RSZ ) Aangezien de student niet meer tewerkgesteld wordt met een AO voor studenten, kunnen de partijen niet meer genieten van de beperkte solidariteitsbijdragen (zie verder onder titel verplichtingen inzake RSZ ). Bovendien zal de student niet meer vrijgesteld zijn van het inhouden van bedrijfsvoorheffing (zie verder onder titel verplichtingen inzake fiscaliteit ) Studentenarbeid 2012 p. 6 / 28

7 Bovenstaande geldt echter enkel bij de werkgever waar hij de 12 maanden ononderbroken tewerkstelling heeft overschreden. Bij deze werkgever zal hij nooit meer met een AO voor studenten kunnen tewerkgesteld worden. Bij een andere werkgever daarentegen kan de student nog steeds met een AO voor studenten werken, voor zover hij voldoet aan de andere voorwaarden. 3. Verplichtingen van de werkgever 3.1. Schriftelijke arbeidsovereenkomst voor studenten Bij de aanwerving van een student is men verplicht een schriftelijke overeenkomst voor studenten te sluiten, ten laatste op de dag van de indienstneming. Ze wordt steeds in twee exemplaren opgesteld. Vroeger moest een derde exemplaar worden opgestuurd naar de dienst Toezicht Sociale Wetten (TSW). Dit is niet meer nodig wanneer de werkgever de tewerkstelling van de student aangeeft via DIMONA. Aangezien de DIMONA aangifte verplicht is voor alle studenten, is het versturen van een derde exemplaar naar de dienst TSW dus niet meer vereist Overhandiging arbeidsreglement De werkgever moet de student een kopie van het arbeidsreglement overhandigen. De student moet een afzonderlijk document ondertekenen waarin hij bevestigt een kopie van het arbeidsreglement te hebben ontvangen Aangifte DIMONA Voor studenten moet immers STEEDS een DIMONA aangifte gebeuren, zelfs wanneer zij als gewone werknemers zouden vallen onder de uitzonderingscategorieën (occasionele arbeid, gelegenheidsarbeiders in de tuinbouw ) waarvoor geen DIMONA moet gebeuren. Vanaf 1 januari 2012 moet men naast de datum van in- en uitdiensttreding ook het aantal dagen doorgeven waarop de student gedurende de loop van zijn arbeidsovereenkomst prestaties zal leveren bij de werkgever. De aangifte moet steeds gebeuren per kwartaal (meer hierover is terug te vinden onder de titel verplichtingen inzake RSZ ) Verzekering arbeidsongevallen De werkgever is verplicht om voor de studenten een verzekering tegen arbeidsongevallen af te sluiten Uitvoeren risicoanalyse / gezondheidstoezicht Elke werkgever is verplicht een risicoanalyse uit te voeren, met bijzondere aandacht voor de risico s waaraan jongeren bij hun arbeid blootgesteld worden. Wanneer blijkt dat de student wordt tewerkgesteld aan een activiteit waarbij zij worden blootgesteld aan bepaalde risico s, dan zal een algemeen gezondheidstoezicht vereist zijn. Dit is het geval bij: het uitoefenen van een veiligheidsfunctie, zoals bedienen van gevaarlijke machines; het uitoefenen van een functie met verhoogde waakzaamheid; het uitoefenen van een activiteit waarbij men wordt blootgesteld aan fysische, chemische en biologische agentia; Studentenarbeid 2012 p. 7 / 28

8 het uitoefenen van een activiteit gebonden aan voedingswaren. Bepaalde studenten zullen echter STEEDS onderworpen worden aan een voorafgaande gezondheidsbeoordeling. Dit zijn: studenten die nog geen 18 jaar zijn op het ogenblik van het begin van hun tewerkstelling; studenten die nachtarbeid verrichten; studenten die in afwijking van het verbod tot tewerkstelling worden blootgesteld aan risico s, bedoeld in de bijlage bij het KB van 3 mei Loon De student heeft recht op hetzelfde loon als de andere loontrekkende werknemers uit de onderneming die dezelfde functie uitoefenen. Om het loon van de student te bepalen, moet men in eerste instantie nagaan of er in het paritair comité loonbarema s werden vastgesteld (via de sectorale CAO s). Soms worden voor jongeren of studenten specifieke loonbarema s voorzien. Zijn er sectorale loonschalen voorzien, dan moeten deze worden toegepast. Er zijn specifieke loonbarema s voor jongeren of studenten: deze moeten worden toegepast; Er zijn geen specifieke loonbarema s voor jongeren of studenten (maar wel een min. loon vanaf vb. 21 jaar), dan moet voor een 21-jarige student dit min.loon worden toegepast. Voor een 19-jarige student bijvoorbeeld, moet 88% van dat min.loon worden toegepast, cfr. het schema hieronder. Zijn er geen sectorale loonschalen voorzien, dan moet de student minstens het GGMMI (vanaf 21 jaar) of een percentage hiervan (tot 21 jaar) ontvangen (bedragen sinds *): Leeftijd Percentage Maandloon Uurloon 38u/w. 21 jaar 100% 1.472,40 EUR 8,9417 EUR 20 jaar 94% 1.384,06 EUR 8,4052 EUR 19 jaar 88% 1.295,71 EUR 7,8687 EUR 18 jaar 82% 1.207,37 EUR 7,3322 EUR 17 jaar 76% 1.119,02 EUR 6,7957 EUR 16 jaar en - 70% 1.030,68 EUR 6,2592 EUR Bovenstaande principes gelden slechts wanneer de student minstens één maand tewerkgesteld is. Voor contracten van minder dan één maand voorziet de reglementering niets op vlak van verloning. Uit pragmatische overwegingen is het aangewezen om voor hen dezelfde regels toe te passen. * De meest recente bedragen zijn terug te vinden op onze website onder rubriek Juridische info, Sleutelcijfers in het document Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen Nationale Arbeidsraad. Studentenarbeid 2012 p. 8 / 28

9 5. Arbeidsduur 5.1. Minimum en maximum arbeidsduur Meerderjarigen De normale arbeidsduur is 8 uur per dag (9 uur in een vijfdagenregeling) en ten hoogste 38 uur per week, behalve indien de sector afwijkingen en bijzonderheden heeft bepaald. De duur van elke arbeidsperiode mag in principe niet minder bedragen dan 3 uur. Een arbeidsovereenkomst mag in principe geen wekelijkse arbeidsduur voorzien die minder bedraagt dan 1/3 van de voltijdse arbeidsduur die in de onderneming toepasselijk is. De wekelijkse grens van 1/3 is echter niet toepasselijk op studenten waarvoor geen bijdrageplicht geldt aan de sociale zekerheid, m.a.w. voor studenten waarvoor enkel solidariteitsbijdragen worden betaald (= eerste 50 kalenderdagen per jaar). Voor studenten die de 50 kalenderdagen per jaar overschrijden, geldt de algemene regel en is men dus wel verplicht een minimum van 1/3 van de voltijdse arbeidsduur te voorzien. Op deze algemene regel gelden echter verschillende afwijkingen. Een afwijking die vaak wordt toegepast is deze waarbij de arbeidsovereenkomst een vast rooster bevat, waarvan de dagelijkse prestaties minstens 4 uur bedragen en er in de overeenkomst wordt bepaald dat het verboden is om bijkomende uren te presteren, behalve indien zij rechtstreeks volgen op het vastgestelde werkrooster of onmiddellijk ervan voorafgaan. De overeenkomst moet in dat geval ook melden dat elke overschrijding van het rooster aanleiding geeft tot de toekenning van overloon. Tot slot moet een kopie van deze arbeidsovereenkomst verzonden worden naar de dienst Toezicht Sociale Wetten van de gewoonlijke tewerkstellingplaats van de werknemer Minderjarigen Voor minderjarigen (jonger dan 18 jaar) gelden, naast de regels voor meerderjarigen, onderstaande bijkomende regels: zij mogen, in principe, niet langer dan 8 uur per dag en niet langer dan 38 uur per week werken; zij mogen geen overuren presteren behoudens enkele afwijkingen, meer bepaald: o arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval; o dringende arbeid aan machines of materieel; o arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid wordt vereist. In dat geval moet de dienst Toezicht Sociale Wetten schriftelijk worden verwittigd binnen de drie dagen. zij mogen niet langer dan 4,5 uur zonder onderbreking worden tewerkgesteld (zie hieronder) Rustpauzes Meerderjarigen Voor meerderjarigen gelden de normale regels. Men heeft recht op een pauze wanneer de arbeidstijd de 6 uur overschrijdt. De modaliteiten van de pauze worden vastgelegd in een CAO in de sector of ondernemingen of in een KB. Is er niets voorzien, dan geldt een minimum pauze van 15 minuten. Hiervan mag worden afgeweken in geval van een dreigend of voorgekomen ongeval. Per periode van 24 uur heeft men recht op een rustpauze van minstens 11 opeenvolgende uren tussen het beëindigen en het hervatten van het werk. Studentenarbeid 2012 p. 9 / 28

10 Bovendien moet per periode van 7 dagen de rustpauze tussen twee dagelijkse prestaties bij de zondagsrust gevoegd worden, zodat de werknemer een wekelijkse rustpauze heeft van minimum 35 opeenvolgende uren. Van de pauze van minstens 11 uren en 35 uren, kan worden afgeweken in de volgende gevallen: Bij dreigend of voorgekomen ongeval; Bij dringende arbeid aan machines en materieel; Bij onvoorziene werken; Wanneer de uitgeoefende activiteit is onderverdeeld in verschillende arbeidsperiodes; Bij een ploegenwissel (doorlopende of opeenvolgende ploegen). De werknemer mag echter niet in opeenvolgende ploegen worden tewerkgesteld. In alle andere gevallen die voorzien zijn in een CAO (die algemeen verbindend is verklaard bij KB) Minderjarigen Voor minderjarigen gelden bijkomende regels: Er moet een half uur rust toegekend worden wanneer de arbeidstijd langer dan 4,5 uur bedraagt. Duurt de arbeid langer dan 6 uur, dan wordt een uur rust toegekend waarvan een half uur zonder onderbreking moet worden genomen. Er moet een ononderbroken periode rust van 12 uur worden gewaarborgd tussen het beëindigen en het hervatten van de arbeid Arbeid op zondagen en feestdagen Meerderjarigen De algemene regels zijn van toepassing Minderjarigen Minderjarigen kunnen in principe niet op een zondag, een bijkomende rustdag of een feestdag worden tewerkgesteld. Uitzonderingen hierop zijn: arbeid verricht om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval; dringende arbeid aan machines of materieel en arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid wordt vereist; In dat geval moet de dienst Toezicht Sociale Wetten schriftelijk worden verwittigd binnen de drie dagen. In sommige sectoren (bv. horeca) mogen jongeren van minder dan 18 jaar echter één zondag op twee en op feestdagen worden tewerkgesteld. Zij hebben dan recht op een bijkomende rustdag die de zondag of feestdag onmiddellijk voorafgaat of er onmiddellijk op volgt Nachtarbeid Meerderjarigen De algemene regels zijn van toepassing Minderjarigen Minderjarigen mogen in principe geen nachtarbeid (= werken tussen 20 u en 6 u) verrichten. Studentenarbeid 2012 p. 10 / 28

11 Voor 16-jarigen en ouder echter, zijn de limieten aangepast naar 22 uur en 6 uur of 23 uur en 7 uur in geval van: werkzaamheden die wegens hun aard niet mogen worden onderbroken; werkzaamheden in opeenvolgende ploegen. Bovendien mogen zij tot 23 uur werken om: het hoofd te bieden aan een gebeurd of dreigend ongeval; bij dringende werkzaamheden aan machines en materieel; bij werkzaamheden wegens een onvoorziene noodzaak. In dat geval moet de dienst Toezicht Sociale Wetten worden verwittigd binnen de drie dagen. Ook een KB kan toestaan dat 16-jarigen en ouder in bepaalde activiteiten, ondernemingen of beroepen s nachts werken. In ieder geval blijft het verboden arbeid te verrichten tussen middernacht en 4 u. 6. Verplichtingen inzake RSZ 6.1. Solidariteitsbijdragen of gewone bijdragen? Zoals alle andere werknemers moeten (de meeste) studenten en hun werkgevers RSZbijdragen betalen. Onder bepaalde voorwaarden is er slechts een solidariteitsbijdrage verschuldigd (zie verder). En in sommige gevallen is er zelfs helemaal geen RSZ-bijdragen verschuldigd. (zie verder onder titel Uitsluitingen ) Voorwaarden om solidariteitsbijdragen te genieten Volgende voorwaarden moeten voldaan zijn opdat de student en werkgever enkel solidariteitsbijdragen verschuldigd zijn: de student wordt tewerkgesteld via een schriftelijke studentenovereenkomst; de student werkt gedurende de periodes van niet verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen; de tewerkstelling overschrijdt gedurende het kalenderjaar niet het contingent van 50 arbeidsdagen. Opmerking: De RSZ bepaalt dat wanneer een werkgever met een student een overeenkomst voor studenten kan sluiten, hij dit ook moet doen. Wanneer de student daarenboven voldoet aan de criteria voor niet-onderwerping mits een solidariteitsbijdrage, wordt de werkgever geacht van dit systeem gebruik te maken Uitsluitingen Zijn helemaal niet onderworpen aan RSZ: studenten die een stage doorlopen die voorzien is in hun studieprogramma; studenten die occasionele arbeid verrichten voor de privé-behoeften van een werkgever of zijn gezin mits deze tewerkstelling niet langer duurt dan 8 u/week bij één of meerdere werkgevers; studenten die onder bepaalde voorwaarden worden tewerkgesteld als animatoren van sociaal-culturele activiteiten naar rato van maximum 25 dagen per jaar Percentages solidariteitsbijdragen Voor de tewerkstelling zijn de volgende solidariteitsbijdragen van toepassing (vanaf ): werkgever: 5,42% (+ 0,01% asbestfonds) werknemer: 2,71% Deze percentages zijn van toepassing gedurende het ganse kalenderjaar. Studentenarbeid 2012 p. 11 / 28

12 6.2. Aangifte DIMONA studenten raadpleging contingent 50 dagen Inleiding Vanaf 1 januari 2012 zijn de solidariteitsbijdragen enkel van toepassing op de studenten die niet méér dan 50 dagen per jaar hebben gewerkt. Deze 50 dagen vormen het contingent van de student. Ze moeten worden gereserveerd via Dimona. Daarom moet men vanaf 1 januari 2012 bij de aangifte DIMONA naast de datum van in- en uitdiensttreding ook het aantal dagen doorgeven waarop de student gedurende de loop van zijn arbeidsovereenkomst prestaties zal leveren bij de werkgever. De aangifte moet steeds gebeuren per kwartaal. Opgelet! De RSZ benadrukt dat de werkgever en de student eerst moeten beschikken over een ondertekende arbeidsovereenkomst voor studenten, alvorens de werkgever de dagen kan reserveren. Het is dus niet de bedoeling dat de werkgever 50 dagen reserveert en daarna een arbeidsovereenkomst afsluit. De werkgever kan in het begin van het jaar reeds dagen reserveren voor het volledige jaar. Voorbeeld: Een werkgever kan op 16 januari 2012 via de aangifte DIMONA de volgende dagen aangeven: Kwartaal 1 ( ): 12 dagen; Kwartaal 2 ( ): 10 dagen; Kwartaal 3 ( ): 20 dagen; Kwartaal 4 ( ): 8 dagen. Voor studenten die tewerkgesteld worden met een variabel rooster, waarbij de werkgever niet op voorhand weet wanneer hij deze student zal laten werken, is het aangewezen om voor de 4 kwartalen een gemiddeld aantal dagen te reserveren. Voorbeeld: Een werkgever wenst een student een arbeidsovereenkomst te geven van 8 u/week gemiddeld over het ganse jaar. In dat geval reserveert hij bij voorrang het aantal dagen als volgt: Kwartaal 1 ( ): 12 dagen; Kwartaal 2 ( ): 13 dagen; Kwartaal 3 ( ): 12 dagen; Kwartaal 4 ( ): 13 dagen. Voor de telling van de eerste 50 dagen die recht geven op de solidariteitsbijdragen, kijkt men naar het ogenblik dat de dagen in Dimona worden aangegeven (lees: gereserveerd ) en niet naar het ogenblik dat de student zal werken!! Het is dus de werkgever die het eerst reserveert, die het meeste kans maakt op dagen in het contingent. De controle van het aantal dagen tewerkstelling van studenten met solidariteitsbijdragen gebeurt bij de aangifte DmfA. Voorbeeld: Werkgever A reserveert op 15 januari voor Q3 (augustus) 20 dagen. Werkgever B reserveert op 5 april voor Q2 (mei) 38 dagen. Werkgever B zal een notificatie ontvangen, waarbij hem wordt meegedeeld dat het contingent met 8 dagen overschreden wordt. Studentenarbeid 2012 p. 12 / 28

13 Gevolgen bij overschrijding contingent van 50 dagen a. Aanvaarding DIMONA, maar melding van overschrijding Wanneer een Dimona wordt uitgevoerd waarbij het contingent van 50 dagen wordt overschreden, dan zal de Dimona wel worden aanvaard, maar zal de werkgever bij de notificatie van goedkeuring een melding krijgen van de overschrijding. b. Aangifte van student met gewone bijdragen vanaf dag 51 In tegenstelling tot vroeger, mag de student de 50 dagen tewerkstelling overschrijden, zonder dat hij en de werkgever daardoor vanaf de 1ste dag gewone RSZ-bijdragen moeten betalen i.p.v. solidariteitsbijdragen. In dat geval echter zal hij vanaf de 51ste dag moeten worden aangegeven met gewone RSZbijdragen. Wanneer een student dus meer dan 50 dagen werkt per jaar, moeten er vanaf dag 51 gewone RSZ-bijdragen worden betaald. Voor de eerste 50 dagen wordt de solidariteitsbijdrage toegepast. Aandacht: Om het voordelig RSZ-tarief te behouden gedurende de eerste 50 dagen, stelt de RSZ-wet als voorwaarde dat de betrokken student vanaf dag 51 correct d.w.z. met gewone bijdragen wordt aangegeven. Bij een correcte aangifte, zal er dus geen regularisatie vanaf dag 1 worden doorgevoerd door de RSZ, zoals vroeger (vóór 1 januari 2012) het geval was bij het overschrijden van het toegelaten aantal dagen tewerkstelling. Voor de eerste 50 dagen wordt de student aangegeven met de werknemerscode 840 (student arbeider) of 841 (student bediende). Vanaf de 51ste dag, wordt de student aangegeven met de werknemerscode 015 (arbeider) of 495 (bediende). c. Behoud van arbeidsrechtelijk statuut van student De student die meer dan 50 dagen werkt, behoudt het arbeidsrechtelijk statuut van student, maar moet vanaf dag 51 aan de DmfA aangegeven worden als een gewone werknemer (m.a.w. met de gewone werknemerscodes 015 of 495). Sommigen spreken in dat geval van een werkstudent. Hij moet ook verder via Dimona worden aangegeven als student. Er wordt bij de aangifte van Dimona met andere woorden geen onderscheid gemaakt tussen een jobstudent (met beperkte solidariteitsbijdragen, werknemerscodes 840 en 841) en een werkstudent (met gewone bijdragen, werknemerscodes 015 en 495). Deze werknemer is dus nog steeds gebonden door een arbeidsovereenkomst voor studenten. Dit houdt in dat hij in het volgende kalenderjaar (voor zover hij nog studeert) opnieuw 50 dagen kan worden tewerkgesteld met solidariteitsbijdragen. Opgelet! Deze situatie mag niet worden verward met de situatie waarin een student meer dan 12 maanden ononderbroken heeft gewerkt bij een werkgever en bijgevolg niet meer met een AO voor studenten kan worden tewerkgesteld (zie hiervoor titel Gevolgen overschrijding ononderbroken tewerkstelling van 12 maanden) Controle van de teller door de werkgever Een student kan tewerkgesteld worden bij verschillende werkgevers met als risico dat men het toegestane contingent overschrijdt. De werkgever dient zich dan ook vóór de aanwerving van de student ervan te vergewissen dat het contingent van 50 dagen nog niet helemaal is opgebruikt door andere werkgevers. Hoe kan men dit controleren? Studentenarbeid 2012 p. 13 / 28

14 a. Controle door student De student zelf kan via de online dienst days welke op de website van de RSZ terug te vinden is ( zijn saldo van het openstaand contingent raadplegen. Hij dient hiervoor in te loggen via de elektronische identiteitskaart of federale token of met gebruikersnaam en paswoord. Naast het consulteren van het openstaand contingent, kan de student via deze site ook een attest afdrukken waarop het saldo van de nog niet gereserveerde dagen staat vermeld. De werkgever vraagt vóór de aanwerving best dergelijk attest op aan de student. Op dit attest staat een code vermeld waarmee de werkgever het saldo in real time kan raadplegen via de portaalsite van de sociale zekerheid. Deze code is slechts 3 maanden geldig vanaf de eerste dag van de maand waarin ze aangemaakt werd. b. Controle door de werkgever De werkgever (of het sociaal secretariaat) kan het aantal resterende dagen als volgt online raadplegen: Zich aanmelden op de portaalsite van de sociale zekerheid: rubriek Werkgevers. Naar rubriek Student@work 50 days gaan. Aanmelden met de gebruikelijke gebruikersnaam en wachtwoord (wie nog geen toegang heeft moet zich eerst registeren). Toegangscode invoeren die men terugvindt op het attest dat de student heeft overhandigd. De toepassing toont hoeveel dagen de student nog ter beschikking heeft in real time Gevolgen van meer of minder dagen aangeven dan gereserveerd Wanneer de werkgever meer of minder dagen aangeeft via de DmfA dan hetgeen hij heeft gereserveerd via DIMONA, dan kan dit naargelang het geval specifieke gevolgen hebben die hieronder worden uiteengezet. a. Minder dagen gepresteerd dan gereserveerd Vooreerst moet nagegaan worden of er in de volgende kwartalen van het betreffende kalenderjaar al dan niet nog dagen werden gereserveerd voor de student. Er zijn WEL nog dagen gereserveerd in één of meerdere volgende kwartalen Indien minder dagen werden gepresteerd dan gereserveerd via Dimona en er zijn dagen gereserveerd door dezelfde werkgever voor een volgend kwartaal, dan kan de werkgever de niet gebruikte dagen overzetten naar een volgend kwartaal, zonder dat deze door de RSZ worden vrijgegeven. Op het moment dat de aangifte DmfA wordt doorgestuurd, wordt het contingent niet bijgestuurd zo lang er nog dagen in één of meerdere volgende kwartalen waren gereserveerd. In dat geval kan de werkgever de niet gebruikte dagen niet kwijt spelen, ze worden overgedragen naar het volgende kwartaal. Voorbeeld: voor Q1 werden 20 dagen gereserveerd; voor Q2 werden 20 dagen gereserveerd; Stel: in Q1 worden 15 dagen gebruikt en aangegeven aan DmfA ; men kan in Q2 nog 25 dagen gebruiken, zonder dat men een correctie moet doen op Dimona. Studentenarbeid 2012 p. 14 / 28

15 Er zijn GEEN dagen meer gereserveerd in één of meerdere volgende kwartalen Indien minder dagen werden gepresteerd dan gereserveerd via Dimona en er zijn geen dagen meer gereserveerd door dezelfde werkgever voor een volgend kwartaal, dan zal op het moment van de DmfA aangifte de niet gebruikte dagen weer worden vrijgegeven m.a.w. de werkgever verliest deze dagen. Indien de werkgever alsnog in een volgend kwartaal de student wil tewerkstellen, zal hij opnieuw het gewenste aantal dagen moeten reserveren via Dimona om zeker te zijn dat zij nog vallen binnen het contingent en dus met beperkte solidariteitsbijdragen kunnen worden toegepast. Voorbeeld: voor Q1 werden 20 dagen gereserveerd; geen dagen gereserveerd voor Q2; Stel: in Q1 worden 15 dagen gebruikt en aangegeven aan DmfA; het contingent zal automatisch bijgestuurd worden door de RSZ. b. Meer dagen gepresteerd dan gereserveerd Vooreerst moet nagegaan worden of er in de volgende kwartalen van het betreffende kalenderjaar al dan niet nog dagen werden gereserveerd voor de student. Er zijn WEL nog dagen gereserveerd in één of meerdere volgende kwartalen Zo lang men er op toeziet dat het totaal aantal gereserveerde dagen (van alle kwartalen samen) niet wordt overschreden, stelt zich geen probleem. Voorbeeld: voor Q1 werden 20 dagen gereserveerd voor Q2 werden 20 dagen gereserveerd Stel: in Q1 werden 25 dagen gebruikt en aangegeven aan DmfA men kan in Q2 nog 15 dagen gebruiken, zonder dat men een correctie moet doen op Dimona. Er zijn GEEN dagen meer gereserveerd in één of meerdere volgende kwartalen Indien meer dagen werden gepresteerd dan gereserveerd via Dimona en er is geen reservatie van dagen in een volgend kwartaal, dan wordt het openstaand contingent niet automatisch verminderd door de RSZ na indiening van de DmfA (ten voordele van die werkgever). De werkgever kan zijn voordelig RSZ-tarief verliezen als blijkt dat het contingent van 50 dagen werd overschreden en hij dus méér dagen heeft aangegeven met beperkte bijdragen dan toegelaten. Echter, zolang op het einde van het jaar blijkt dat er geen overschrijding is van het contingent over de verschillende werkgevers heen, worden er geen sancties doorgevoerd (en behoudt de betrokken werkgever het verminderd tarief). Voorbeeld: voor Q1 werden 20 dagen gereserveerd geen dagen gereserveerd voor Q2 Stel: in Q1 werden 25 dagen gebruikt en aangegeven aan DmfA de RSZ behoudt het resterend contingent op 30 dagen, zodat de werkgever het risico loopt van overschrijding en sanctionering (indien achteraf blijkt dat een andere werkgever 30 zou hebben gereserveerd en gebruikt in datzelfde kalenderjaar) Merk op: zolang de DmfA niet werd ingediend, kan de werkgever nog een extra reservatie doen van dagen (voor zover er nog dagen beschikbaar zijn) via Dimona. Op die manier is hij zeker dat hij deze dagen met solidariteitsbijdragen kan gebruiken. Studentenarbeid 2012 p. 15 / 28

16 Sanctie in geval van overschrijding van het contingent en het niet correct aangeven van de student aan de DmfA Zoals reeds vermeld, mag een student in tegenstelling tot vroeger de 50 dagen tewerkstelling overschrijden. In dat geval echter zal hij moeten worden aangegeven met gewone RSZbijdragen. Wanneer een student dus meer dan 50 dagen werkt per jaar, moeten er vanaf dag 51 gewone RSZ-bijdragen worden betaald. Voor de eerste 50 dagen wordt de solidariteitsbijdrage toegepast. Desgevallend zal de werkgever (of het sociaal secretariaat) zelf een opsplitsing moeten maken in de DmfA. Wanneer de werkgever de student met méér dagen aan solidariteitsbijdragen aangeeft op de DmfA dan hij mag, dan wordt er als sanctie geregulariseerd. Daarbij maakt men een onderscheid tussen: Overschrijding van toegelaten dagen in DmfA bij slechts 1 werkgever: volledige regularisatie van alle dagen, ook de eerste 50 (aan volledige bijdragen) Overschrijding van toegelaten dagen in DmfA bij meer dan 1 werkgever: regularisatie van alle dagen vanaf de 51ste dag. Wanneer een werkgever het aantal toegelaten dagen (zijnde de dagen die hij gereserveerd heeft via Dimona) correct aangeeft via DmfA, dan stelt zich geen probleem. Voorbeeld: een werkgever geeft via Dimona 60 dagen door. De Dimona zal aanvaard worden, maar hij zal een melding krijgen dat er een overschrijding is met 10 dagen. In dat geval moet de werkgever 50 dagen aangeven met solidariteitsbijdragen en 10 dagen met de gewone bijdragen Aandachtspunten a. Het begrip arbeidsdag Als arbeidsdag worden beschouwd: dagen normale werkelijke arbeid; dagen waarop geen arbeid wordt verricht maar waarvoor de werknemer zijn recht op loon behoudt en waarop sociale zekerheidsbijdragen ingehouden worden; dagen inhaalrust (behalve dagen inhaalrust in het bouwbedrijf); dagen wettelijke vakantie voor handarbeiders. Zo zal een dag waarop de student moest werken, maar gewettigd (en onbetaald) afwezig is, niet meetellen. Ook zullen de dagen ziekte van een student met minder dan één maand anciënniteit (dus geen gewaarborgd loon) niet meetellen. Daarentegen zal voor de student die minstens één maand anciënniteit heeft en ziek is, gewaarborgd loon moeten worden betaald en zullen deze dagen in aanmerking komen voor de telling. Om na te gaan of het maximum aantal arbeidsdagen bereikt is, gaat men enkel rekening houden met de arbeidsdagen die vallen binnen de periode van tewerkstelling als student. Wanneer de werkgever bv. verplicht is feestdagen te betalen na het einde van de studentenovereenkomst, komen deze dagen niet in aanmerking om vast te stellen of de 50- dagengrens is bereikt. De telling gebeurt per kalenderjaar ongeacht of de studentenovereenkomst het kalenderjaar overschrijdt. Wanneer een student bij verschillende werkgevers werkt (bijvoorbeeld in de voormiddag bij WKG A en in de namiddag bij WKG B), zullen beide werkgevers voor deze student een DIMONA moeten doen, waardoor er twee dagen van het contingent zullen gaan, hoewel er slechts één dag werd gewerkt. Studentenarbeid 2012 p. 16 / 28

17 Wensen elk van de werkgevers en de student echter gebruik te maken van de volle 50 dagen, dan zullen zij aan de RSZ moeten kunnen aantonen dat er op dezelfde dag(en) prestaties werden geleverd voor twee verschillende werkgevers. Kan dit worden aangetoond (bv. via het uurrooster), dan zal de RSZ die dagen alsnog rechtzetten. b. Combinatie met andere tewerkstellingen Socio-culturele sector Volgens de instructies van de RSZ, kan het contingent van 50 dagen gecumuleerd worden met een tewerkstelling van 25 dagen in de socio-culturele sector (en bij sportmanifestaties), op voorwaarde dat het gaat om duidelijk onderscheiden tewerkstellingen. Deze dagen worden niet in mindering gebracht van het contingent. Daarom is het niet wenselijk om deze dagen van tewerkstelling in de socio-culturele sector aan te geven in Dimona. Indien deze tewerkstelling toch wordt aangegeven, volstaat het om de RSZ hiervan op de hoogte te brengen (op het adres zodat het aantal geplande dagen van deze tewerkstelling niet zou meegeteld worden bij het berekenen van het studentencontingent. Gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw Wanneer de student werkt als gelegenheidsarbeider in de land- en tuinbouw en voor zover aan de voorwaarden van beide maatregelen voldaan is, wordt de solidariteitsbijdrage berekend op het forfaitaire dagbedrag i.p.v. op het werkelijke loon. In tegenstelling tot hierboven (tewerkstelling in de socio-culturele sector) worden alle dagen die een student werkt als gelegenheidsarbeider afgetrokken, zowel van het contingent van 50 dagen als van het aantal dagen per jaar dat iemand als gelegenheidsarbeider in de land- en tuinbouw kan werken. Voorbeeld: een student tekent eerst een contract om tijdens het jaar 30 dagen te werken bij een bakker. Voor deze dagen is de solidariteitsbijdrage verschuldigd op zijn werkelijke loon. Nadien gaat hij werken als gelegenheidswerknemer in de tuinbouw. Hij kan nog 20 dagen werken onder solidariteitsbijdrage (berekend op het forfaitaire dagbedrag). Nadien mag hij nog maximum 15 dagen werken als "gewone gelegenheidsarbeider" (d.w.z. de gewone bijdragen worden berekend op het forfaitaire dagbedrag). De dagen gewerkt bij de bakker onder solidariteitsbijdragen, gaan dus ook af van de maximum 65 dagen die hij als gelegenheidsarbeider mag werken. Gelegenheidsarbeid in de horeca De dagen dat de student werkt als gelegenheidsarbeider in de horeca worden afgetrokken van het studentencontingent. De solidariteitsbijdragen worden berekend op het reële loon of op het dagforfait, rekening houdend met de keuze die de werkgever heeft gemaakt voor zijn werknemers: Dimona-full (dagforfait of reëel loon) of Dimona-light (dagforfait). c. Arbeidsovereenkomst voor studenten versus gewone arbeidsovereenkomst Studenten die reeds minstens 12 maanden ononderbroken (in 2011 was dit nog max. 6 maanden) bij dezelfde werkgever werken, worden voor hun tewerkstelling bij deze werkgever als gewone werknemers beschouwd. Eenmaal dat men deze dienstanciënniteit bij een werkgever heeft opgebouwd, blijft die voor de volgende jaren gelden en kan men met deze werkgever geen overeenkomst voor studenten meer sluiten. d. Gewone arbeidsovereenkomst volgend op een studentenovereenkomst Het is voor de werkgever mogelijk om een student (die is afgestudeerd of die de studies heeft stopgezet) met een gewone arbeidsovereenkomst tewerk te stellen nadat deze student bij Studentenarbeid 2012 p. 17 / 28

18 diezelfde werkgever met een arbeidsovereenkomst voor studenten heeft gewerkt. Men moet hierbij echter voorzichtig te werk gaan. Om voor de prestaties als student uitgesloten te blijven uit het toepassingsgebied van de socialezekerheidswet is het van groot belang dat de tewerkstelling als student niet kan worden gezien als een aanloop naar latere overeenkomsten. Er moet dus een duidelijk onderscheid zijn tussen beide dienstbetrekkingen. Wanneer het om twee verschillende functies gaat, is er uiteraard sprake van een duidelijk onderscheid. Een tussenliggende inactiviteitperiode kan eventueel ook op een onderscheid wijzen. Indien bij een zelfde werkgever de tewerkstelling als student gevolgd wordt door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, zal de RSZ moeten onderzoeken in hoeverre de studentenarbeid als een proefperiode moet worden beoordeeld voor de latere overeenkomst. Wanneer de werkgever reeds weet dat hij de student die hij nu tewerkstelt met een arbeidsovereenkomst voor studenten, daaropvolgend een arbeidsovereenkomst zal aanbieden, kan er door de RSZ worden besloten dat de studentenovereenkomst een voorloper was van de arbeidsovereenkomst. In dat geval zal de werkgever de voordelige bijdrageregeling verliezen en zal hij de normale RSZ-bijdragen moeten betalen voor de tewerkstelling van de student in de zomermaanden. De werkgever loopt dus steeds het risico dat, voor de periode waarin de studentenovereenkomst bestond, achteraf de volledige RSZ-bijdragen zullen gevorderd worden en niet enkel de solidariteitsbijdrage. Het is dus steeds aangeraden om de student-werknemer aan te werven na een periode van onderbreking (idealiter in een volgend kwartaal), waarbij de functie van de werknemer duidelijk onderscheiden is van de functie van de student Student en/of student? Omdat het begrip student op het vlak van arbeidsrecht, fiscaliteit en sociale zekerheid op een verschillende manier wordt ingevuld, wordt hieronder schematisch een overzicht gegeven. STUDENT AO voor studenten (< 12 mnd.) Gewone AO (> 12 mnd.) DIMONA: STU/STX Gewone DIMONA < 50 dagen = JOBSTUDENT > 50 dagen = WERKSTUDENT DmfA: SOL.BIJDRAGEN Wkn.codes 480/481 DmfA: gewone bijdragen Wkn.codes 015/495 DmfA: gewone bijdragen Wkn.codes 015/495 STX wordt gebruikt voor het aangeven van studenten gelegenheidswerknemers. Studentenarbeid 2012 p. 18 / 28

19 7. Verplichtingen inzake fiscaliteit Een student moet geen bedrijfsvoorheffing betalen indien volgende voorwaarden zijn vervuld: er is een schriftelijke arbeidsovereenkomst; de tewerkstelling overschrijdt geen 50 arbeidsdagen per kalenderjaar; enkel de solidariteitsbijdrage is verschuldigd aan de RSZ. Opmerking: ook al is geen BV verschuldigd, toch moet de fiche worden opgesteld. De student van zijn kant is verplicht deze inkomsten aan te geven. Hij wordt er evenwel niet op belast in zoverre zijn jaarlijkse inkomsten het belastbaar minimum voor een alleenstaande niet overschrijden (= belastingsvrije som): voor de inkomsten van het jaar 2012* is dit EUR netto belastbaar (d.i. +/ ,47 EUR bruto belastbaar). * De meest recente bedragen zijn steeds terug te vinden op onze website onder rubriek Juridische info, Sleutelcijfers in het document Studenten. Merk op dat bij een student die méér dan 50 dagen per kalenderjaar werkt, wel bedrijfsvoorheffing zal moeten worden ingehouden, ook al betekent dit dat hij het ganse bedrag later terug zal krijgen (in het geval hij niet voldoende verdiend heeft om belastingen te moeten betalen). 8. Inkomensgrenzen om fiscaal ten laste van de ouders te blijven Onderstaande bedragen gelden onder voorbehoud van publicatie door het Ministerie van Financiën. De meest recente bedragen zijn steeds terug te vinden op onze website onder rubriek Juridische info, Sleutelcijfers in het document Studenten Principe: maximum netto bestaansmiddelen Een student blijft fiscaal ten laste van zijn ouders indien hij op 1 januari van het aanslagjaar in kwestie deel uitmaakt van het gezin en indien zijn netto bestaansmiddelen een bepaald bedrag niet overschrijden. Om zijn hoedanigheid als persoon ten laste te behouden, mag de student niet door zijn ouders tewerkgesteld zijn en mag hij geen inkomsten hebben verworven die voor zijn ouders als aftrekbare beroepskosten kunnen worden beschouwd. Voor inkomstenjaar 2012 gelden de volgende maximum bedragen aan netto bestaansmiddelen 1 : EUR netto belastbaar; EUR netto belastbaar indien hij ten laste is van een alleenstaande belastingplichtige; EUR netto belastbaar indien hij gehandicapt is en ten laste van een alleenstaande belastingplichtige. Om het netto (belastbaar) bedrag van de bestaansmiddelen te bekomen, moet u de kosten aftrekken van het bruto (belastbaar) bedrag. Deze kosten zijn: Ofwel de werkelijke bewezen kosten; Ofwel een forfaitair bedrag van 20% met een minimum van 420 EUR (inkomstenjaar 2012) 2. Met andere woorden, volgende bruto (belastbare) bedragen zijn van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van forfaitaire kosten: 3.737,50 EUR bruto belastbaar 20 % kosten = EUR netto belastbaar; 1 Art. 136 en 141 WIB. 2 Art. 142, lid 2 WIB. Studentenarbeid 2012 p. 19 / 28

20 5.400 EUR bruto belastbaar 20% kosten = EUR netto belastbaar indien hij ten laste is van een alleenstaande belastingplichtige; EUR bruto belastbaar 20% kosten = EUR netto belastbaar indien hij gehandicapt is en ten laste van een alleenstaande belastingplichtige Verhoging inkomstengrenzen in geval van alimentatie Het alimentatiegeld dat één van de gescheiden ouders zou betalen aan de student moet voor een gedeelte niet mee in rekening worden genomen voor het bepalen van de toegelaten inkomsten 1. Voor inkomstenjaar 2012 werd dit bedrag vastgesteld op maximum EUR Verhoging inkomensgrenzen in geval van tewerkstelling als student De grens van het inkomen dat de student mag verdienen met een studentenovereenkomst (dus niet met een gewone arbeidsovereenkomst) wordt verhoogd met EUR (IJ 2012) 2. Op die manier zal de student ten laste kunnen blijven van zijn ouders mits bovenstaande grenzen worden gerespecteerd Opmerking Om het brutobedrag te kennen dat de student mag verdienen dit jaar, zullen de werknemersbijdragen voor de RSZ moeten worden bijgeteld. Afhankelijk van de situatie waarin de student zich bevindt, is dit is dit 2,71 % (solidariteitsbijdragen) of 13,07% (gewone RSZbijdragen) Voorbeelden: verhoging inkomensgrenzen om fiscaal ten laste te blijven (IJ 2012 AJ 2013) De meest recente cijfers zijn steeds terug te vinden op de website van Easypay, rubriek sleutelcijfers Situatie 1: algemeen: ouders worden samen belast a. Student heeft (enkel) inkomen t.g.v. studentenjob Vaste gegevens: Max. netto belastbaar: EUR Max. bruto belastbaar: 3.737,50 EUR, maar door verhoging van EUR mag de student max ,50 EUR bruto belastbaar verdienen. Max. 50 dagen gewerkt RSZ solidariteitsbijdragen (2,71%) Bijgevolg mag de student het volgende verdienen: 6.400,97 EUR (bruto) - 173,47 EUR (RSZ student) 6.227,50 EUR ( verhoogd bruto belastbaar) EUR (max. bedrag stud.arb. waarmee geen rekening moet w. gehouden) 3.737,50 EUR (normaal bruto belastbaar) - 747,50 EUR (= 20% kosten met min. van 420 EUR) EUR (netto bestaansmiddelen) 1 Art. 143, 6 WIB. 2 Art. 143,7 WIB. Studentenarbeid 2012 p. 20 / 28