Woordenschatonderwijs in de kleuterklas

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Woordenschatonderwijs in de kleuterklas"

Transcriptie

1 Woordenschatonderwijs in de kleuterklas Het bewust aanbieden van effectief woordenschatonderwijs Onderzoeksverslag Door Anna de Graaf Studentnummer: , Pabo Voltijd Educatieve Hogeschool van Amsterdam In het kader van de minor Taal en taalbeleid Docenten: Adri Menheere en Margreet aan de Wiel

2 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Eigen motivatie 5 Aanleiding tot dit onderzoek 6 Hoofdstuk 1: Inleiding Probleemstelling en deelvragen Doel van dit onderzoek 9 Hoofdstuk 2: Methode Beschrijving onderzoeksgroep Verwerking van de interviews 11 Hoofdstuk 3: Resultaten Bewustzijnsproces Belang van effectief woordenschatonderwijs Hoe kinderen woorden leren Didactische aanpak Materialen Apart aanbieden of geïntegreerd? 33 Hoofdstuk 4: Conclusie Herhaling centrale vraag- en doelstelling Herhaling deelvragen Koppeling van resultaten aan vraagstelling Het belang van effectief woordenschatonderwijs Didactische aanpak Materialen Apart aanbieden of geïntegreerd? 39 Hoofdstuk 5: Aanbevelingen en discussie 41 2

3 5.1 Overige vragen (vragen die voortkomen uit dit onderzoek) Aanbevelingen Discussie 44 Hoofdstuk 6: Eigen mening 46 Dankwoord 47 Literatuurlijst 48 3

4 Samenvatting Dit onderzoek gaat over woordenschatonderwijs in de kleuterklas. Er zijn twaalf leerkrachten geïnterviewd met duidelijke verschillen in populatie van de leerlingen. Het varieert van geen meertalige leerlingen in de klas tot alleen maar meertalige leerlingen in de klas. De rol van de leerkracht komt in dit onderzoek vooral naar voren. Het gaat met name om het bewustzijn van de leerkracht. Bewustzijn van het belang van effectief woordenschatonderwijs, bewustzijn van de didactische aanpak die gehanteerd wordt, het bewust inzetten van materialen ter ondersteuning van de woordenschatlessen en de keuze om woordenschatlessen apart of geïntegreerd in het overige onderwijsaanbod aan te bieden. Er zijn veel redenen te bedenken waarom woordenschatonderwijs belangrijk is. Woordkennis is een voorwaarde voor schoolsucces en dus voorwaarde voor succes op de arbeidsmarkt. Taal is overal, er is geen ontkomen aan. Maar er zijn ook andere belangen die meespelen; de denkontwikkeling bijvoorbeeld, die hangt nauw samen met de taalontwikkeling. Bij onvoldoende woordkennis is het lastig om betekenis te geven aan de omringende wereld, wat greep op het leven en de wereld haast onmogelijk maakt. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling kan verstoord worden door onvoldoende woordkennis om gevoelens, gedachten en ideeën te uiten. Uit dit onderzoek blijkt dat leerkrachten meer gefocust zijn op de cognitieve ontwikkeling van het kind wanneer het gaat om het belang van effectief woordenschatonderwijs. De sociaal-emotionele ontwikkeling speelt in dit geval een minder bewuste rol bij leerkrachten. Verder blijkt uit dit onderzoek dat leerkrachten vooral bewust bezig zijn met het consolideren van woorden. Minder bewust zijn zij bezig met het geven van feedback en taalruimte. Wat betreft de materialen wordt er vooral bewust gebruik gemaakt van visueel materiaal. De meeste leerkrachten integreren de woorden uit de woordenschatles in het gehele onderwijsaanbod zodat de woorden steeds terugkomen in allerlei situaties. Een minderheid van de respondenten geeft aan dat zij de woordenschatlessen apart van de andere lessen aanbieden. 4

5 Eigen motivatie Taal speelt een grote rol in het leven van ieder mens, dat is mij zeer duidelijk. Taal heeft altijd een grote rol gespeeld in mijn leven, ook al was het voor mij altijd vanzelfsprekend dat ik me door middel van taal uit kon drukken om ervoor te zorgen dat andere mensen mij zouden begrijpen. Als ik me voorstel dat ik mijzelf niet zou kunnen uiten door middel van woorden, dan bekruipt me een angstig gevoel. Ik ervaar het soms al als ingewikkeld om te omschrijven wat ik voel of denk, al kan ik vaak wel de woorden vinden die het meest dichtbij mijn gevoelens en gedachten komen. Zou mijn woordenschat tien keer zo klein worden, dan zou ik het waarschijnlijk al snel opgeven om me uit te drukken door middel van woorden. Doordat ik de juiste woorden weet, krijg ik meer greep op mezelf en op de wereld om mij heen. Ik verleen betekenis aan voorwerpen, gebeurtenissen, gevoelens, ideeën, allemaal door middel van woorden en begrippen. Zelf ben ik een leerkracht in opleiding in een kleuterklas. Het percentage meertalige leerlingen in mijn klas is 80%. Opvallend zijn de grote verschillen wat betreft taalontwikkeling per leerling. De ene leerling praat honderduit in de kring, kan gemakkelijk de juiste Nederlandse woorden vinden om uitdrukking te geven aan zijn gevoelens, ideeën en gedachten en hij beschikt over een uitgebreide woordenschat. De andere leerling kost dit meer moeite, omdat deze leerling de juiste woorden niet kan vinden. Ik zie deze leerlingen zoeken naar woorden, om het uiteindelijk maar op te geven. Het gevolg daarvan is dat laatstgenoemde leerling minder praat dan de leerling die wel beschikt over een uitgebreide woordenschat. En hoe stiller deze leerling wordt, hoe groter de verschillen tussen leerlingen worden op het gebied van taal. Ook Verhallen en Walst (2001) zeggen hier iets over: Stille, minder taalvaardige en meertalige leerlingen zullen niet gauw een beurtinitiatief nemen en krijgen zo relatief weinig gelegenheid om hun taal te oefenen en verder te ontwikkelen. De praatvaardige leerlingen (die steeds al meer taal produceren) zijn ze vaak net een stapje voor. Oefening baart kunst!, en zo vergroten veelpraters meer en meer de taalvoorsprong die ze toch al hadden. (p 87) Ik vind het als leerkracht een uitdaging om ervoor te zorgen dat deze leerlingen toch beurtruimte krijgen en zich vertrouwd en veilig gaan voelen met het actief en passief gebruiken van nieuwe woorden. 5

6 Ik ervaar hoe moeilijk het is om als leerkracht te differentiëren in het onderwijsaanbod wanneer er zodanig grote verschillen optreden op het gebied van woordenschat. Ik merk ook hoe moeilijk het is om leerlingen met Nederlands als tweede taal betrokken te houden bij de lessen. Dit komt doordat deze leerlingen de woorden die gebruikt worden vaak niet begrijpen, dan is het voor te stellen dat de aandacht snel weg is. Als ik een les over hijskranen in het Chinees zou krijgen, zou ik ook snel afdwalen. Hoe meer ervaring ik krijg met het lesgeven aan kleuters, hoe bewuster ik me word van het belang van een goede woordenschat bij mijn leerlingen. Ik ben hier dan ook volop mee bezig en ik heb er veel plezier van. Vooral wanneer ik merk dat de energie die ik hierin steek, zijn vruchten afwerpt. Ik ben benieuwd hoe andere leerkrachten het woordenschatonderwijs een plaats geven in hun onderwijsaanbod. Ook ben ik benieuwd of deze leerkrachten zich bewust zijn van het belang van effectief woordenschatonderwijs, welke materialen ze vooral gebruiken, welke didactische aanpak ze hanteren en op welke manier ze het woordenschatonderwijs een plek geven in de klas. Aanleiding tot het onderzoek Er is een directe relatie tussen taalbeheersing en schoolsucces. Wanneer een kind de taal onvoldoende beheerst, zal het minder succes hebben op school. Kinderen met Nederlands als tweede taal komen de basisschool binnen met een achterstand op taalgebied, en dus met minder kans op schoolsucces (Appel en Kuiken, 2005). Wij leven in Nederland in een multiculturele, meertalige samenleving; de afgelopen vijftig jaar is er een toestroom geweest naar ons land van mensen uit Turkije en Marokko. Deze mensen hebben, samen met de Antillianen, Molukkers, Chinezen en Surinamers hun eigen gebruiken, talen en culturen naar ons land meegenomen. Voor het onderwijs heeft dit het gevolg dat steeds meer kinderen thuis opgevoed worden met een andere moedertaal dan het Nederlands. (Bruin en van der Heijde, 1995). Hier moet het onderwijs op inspelen, te beginnen met het aanpassen van het taalonderwijs. Nu is er al veel onderzoek naar gedaan, er is veel over geschreven en er zijn methodes voor het basisonderwijs aangepast, maar toch blijft dit een veelbesproken thema. 6

7 Daaruit blijkt dat het Nederlandse taalonderwijs nog steeds als een probleem wordt ervaren binnen het basisonderwijs. Woordkennis en de beschikking over een uitgebreide woordenschat is een voorwaarde voor het begrijpen van een taal. Volgens Dirkje van den Nulft en Marianne Verhallen ( Met woorden in de weer ) is het woordenschatonderwijs op de Nederlandse basisschool nog steeds niet zo goed als het zou moeten zijn. Verhallen en Verhallen (2004) stellen in Woorden leren, woorden onderwijzen zelfs: In de dagelijkse lespraktijk is het met woordenschatonderwijs slecht gesteld. (p. 23) En ook Verhallen en Walst (2001) geven aan dat taal vaak als struikelblok wordt gezien in het onderwijs. (p 10) De directe aanleiding van dit onderzoek komt hieruit voort. Het woordenschatonderwijs is nog steeds niet zoals het zou moeten zijn. Ik ga nu onderzoeken in hoeverre leerkrachten bewust bezig zijn met woordenschatonderwijs in de kleuterklas. 7

8 Hoofdstuk 1: Inleiding In deze inleiding leg ik de probleemstelling die een centrale plek inneemt binnen mijn onderzoek voor. Vervolgens formuleer ik de deelvragen die terug zullen komen in het onderzoek. Deze deelvragen zullen mij helpen bij het beantwoorden van mijn centrale probleemstelling of onderzoeksvraag. 1.1 Probleemstelling Taal en woorden spelen een grote rol in het leven van ieder mens. Wanneer de juiste woorden niet gevonden kunnen worden om uitdrukking te geven aan gevoelens, gedachten en ideeën schaadt dit de ontwikkeling van een mens. Het opbouwen van een uitgebreide woordenschat is dan ook belangrijk, voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van een mens maar zeker ook voorwaarde voor schoolsucces. Woorden zijn de sleutel tot goed onderwijs (Van den Nulft en Verhallen, 2002, p 15). Het opbouwen van een uitgebreide woordenschat speelt een hoofdrol in de basisschoolperiode en de tijd ervoor, volgens Robbe en Pitstra (2001). Leerkrachten die lesgeven in de kleuterklas vervullen hierbij een belangrijke functie, zij moeten ervoor zorgen dat de leerlingen daadwerkelijk nieuwe woorden bijleren. Maar hoe bewust gaan leerkrachten in de kleuterklas hier mee om? Mijn onderzoeksvraag luidt dan ook: Zijn leerkrachten bewust bezig met het aanbieden van effectief woordenschatonderwijs in de kleuterklas? Deelvragen Om welke redenen vinden leerkrachten het belangrijk om effectief woordenschatonderwijs aan te bieden in de kleuterklas? Welke materialen worden gebruikt als hulpmiddel bij het aanbieden van woordenschatonderwijs in de kleuterklas? Welke didactische aanpakken worden gebruikt als hulpmiddel bij het aanbieden van woordenschatonderwijs in de kleuterklas? 8

9 Behandelen leerkrachten het woordenschatonderwijs als een op zichzelf staand onderdeel binnen het onderwijsaanbod, of integreren ze het woordenschatonderwijs in het gehele onderwijsaanbod? Doel van dit onderzoek Het doel van mijn onderzoek is erachter komen in welke mate leerkrachten bewust bezig zijn met het effectief aanbieden van woordenschatonderwijs in de kleuterklas. 9

10 Hoofdstuk 2: Methode Ik wil onderzoeken in welke mate leerkrachten van kleutergroepen bewust omgaan met woordenschatonderwijs. Hiervoor ga ik de verschillende manieren om woordenschatonderwijs te verbeteren bestuderen en onderzoeken. Zie hiervoor de literatuurlijst. De literatuur vergelijk ik dan met de resultaten uit de praktijk. Om een koppeling te maken naar de praktijk heb ik twaalf leerkrachten van verschillende scholen geïnterviewd. De interviewvragen zijn onder deze paragraaf weergegeven. Ik heb ervoor gekozen deze interviews schriftelijk af te nemen, om verschillende redenen. In eerste instantie heb ik geprobeerd de interviews telefonisch af te nemen, maar dit had te weinig resultaten. Daarbij was dit een dure methode. Verder heb ik nog overwogen om de respondenten allemaal persoonlijk te interviewen (face to face), maar dit bleek erg lastig te realiseren voor de meeste leerkrachten in verband met tijd. Bovendien zijn respondenten geneigd om wenselijke antwoorden te geven bij een face to face interview. Aangezien de vragen niet van persoonlijke aard waren en de relatie tussen de onderzoeker (ikzelf) en de respondent niet direct voorop hoefde te staan, heb ik uiteindelijk besloten dat het gebruik van vragenlijsten de juiste aanpak was voor het verzamelen van informatie. (Verhoeven, 2007) De resultaten van deze interviews geef ik weer in tabellen. Ik richt me dan op de redenen die respondenten geven voor effectief woordenschatonderwijs, de didactische aanpakken en materialen die ze daarbij gebruiken en of ze de woordenschatlessen apart of geïntegreerd in het gehele onderwijsaanbod aanbieden. Deze vier onderdelen zijn terug te koppelen naar de deelvragen die ik gesteld heb in de inleiding. De uitkomsten van de interviews gekoppeld aan de bestudeerde literatuur helpen mij om uiteindelijk conclusies te trekken en een antwoord op mijn probleemstelling te formuleren. Verder heb ik een expert geraadpleegd van het Centrum voor Nascholing Amsterdam, C. Offerhaus. Deze bron heb ik vooral gebruikt bij het verhelderen van het begrip bewustzijn. Interviewvragen 1. Hoeveel procent van uw klas bestaat uit meertalige leerlingen? 10

11 2. In welke mate en om welke redenen acht u het belangrijk dat leerlingen in de kleuterklas goed woordenschatonderwijs genieten? 3. Welke materialen gebruikt u als hulpmiddel bij het aanbieden van woordenschatonderwijs in uw klas? 4. Geeft u woordenschatlesjes apart van de andere lesjes? 5. Zo ja, kunt u kort beschrijven hoe zo n woordenschatlesje in zijn werk gaat? 6. Zo nee, op welke manier komt woordenschat aan bod in uw onderwijspraktijk? 7. Van welke didactische aanpakken maakt u gebruik als het gaat om het aanbieden van (nieuwe) woorden? 8. Heeft u een cursus gevolgd in het geven van woordenschatonderwijs? 9. Zo ja, werd deze cursus door de school aangeboden? En welke cursus was dit precies? 10. Zo nee, overweegt u om een cursus woordenschatonderwijs te gaan volgen? 2.1 Beschrijving onderzoeksgroep De onderzoeksgroep bestaat uit twaalf leerkrachten die schriftelijk antwoord gegeven hebben op mijn interviewvragen. De leerkrachten zijn afkomstig van verschillende scholen in Amsterdam, Den Helder en Amersfoort. Ik heb ervoor gekozen om leerkrachten uit verschillende steden te interviewen, om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van woordenschatonderwijs in zijn algemeenheid. Sommige gemeenten bieden cursussen aan die door alle scholen binnen deze gemeente gevolgd worden, op deze manier heb ik voorkomen dat de resultaten eenzijdig zouden worden. Al deze leerkrachten geven les aan kleuters. Van de ondervraagde leerkrachten hebben er vijf een klas met 100% meertalige leerlingen, een met 70%, een met 60%, een met 50%, twee met 30% en twee met 0% 2.2 Verwerking interviews De antwoorden die de leerkrachten mij stuurden heb ik zelf uitgeschreven en als volgt weergegeven; ik heb de antwoorden die gegeven worden een bepaalde kleur gegeven. Dit heb ik gedaan zodat de antwoorden overzichtelijk naar voren komen in de uitwerkingen van de interviews. 11

12 Percentage meertalige kinderen in de klas Mate van belang effectief woordenschatonderwijs Argumentatie Materialen Didactische aanpakken/werkvormen Aparte lessen of integratie Cursussen 1 Alle kinderen uit mijn klas hebben Nederlands als tweede taal, dat is dus 100%. Daarom staat woordenschatonderwijs centraal in mijn klas, ik vind het erg belangrijk. Mijn streven is om de achterstand die deze kinderen hebben in te lopen, zodat ze een grotere kans op schoolsucces krijgen. Op mijn school werken we met Piramide en we hebben allemaal de cursus Met woorden in de weer gevolgd. Deze twee worden gecombineerd waardoor we de woorden die voorkomen in Piramide aanleren volgens de viertakt van MWIDW (Met woorden in de weer). De nieuw aan te leren woorden integreer ik in allerlei activiteiten, maar vooral in de kring, ook wel groepsexploratie genoemd. Ik maak dan gebruik van zoveel mogelijk concrete materialen zodat het echt gaat leven voor de kinderen. Denk dan aan plaatjes, video, foto s of het voorwerp zelf. Ook gaat het aanleren van de woorden spelenderwijs, het komt ook in spelsituaties terug en ik heb allerlei taalspelletjes in de klas. Via de school heb ik mijn Piramide certificaat behaald. Verder heb ik de cursus MWIDW gevolgd via de school. Mijn school is zich dus zeer bewust van het belang van goed woordenschatonderwijs. Ik probeer zoveel mogelijk verwerkingsopdrachten te geven die passen binnen het thema om zo de betrokkenheid van de leerlingen te vergroten. Het onderwijs wordt geïntegreerd aangeboden. Verder worden de leerlingen ingedeeld in tutorgroepjes om zo specifiek te werken aan probleemgebieden van de kinderen op het gebied van taal. 2 12

13 Mijn klas bestaat voor 100% uit meertalige leerlingen. Ik vind het belangrijk dat goed woordenschatonderwijs aangeboden wordt omdat de leerlingen met een lage woordenschat geen succesvolle schoolcarrière tegemoet gaan. Ik maak gebruik van woordwebben in de klas aan de hand van de methode Met woorden in de weer. Verder maak ik vaak gebruik van het spel memorie, doe ik consolideeroefeningen (het inslijpen van de woorden) en is er een tutor in de klas die aan de slag gaat met groepjes leerlingen op het gebied van woordenschat. Ik maak veelvuldig gebruik van plaatjes, tekeningen en foto s om de begrippen te verduidelijken voor de kinderen. Als ik het voorwerp zelf kan laten zien dan doe ik dat, op die manier blijft het woord beter hangen bij de kinderen. Ik geef de woordenschatlesjes apart van de andere lessen, dit doe ik volgens de methode Met woorden in de weer. De didactische werkvormen die hierbij aan bod komen zijn: semantiseren, verwerken, consolideren, controleren. Bij de methode Met woorden in de weer hoorde een cursus die ik gevolgd heb. Deze cursus is door de school aangeboden. 3 Mijn klas bestaat voor 100% uit meertalige leerlingen. Ik vind het zeer belangrijk dat goed woordenschatonderwijs aangeboden wordt, omdat leerlingen met een lage woordenschat minder kans hebben op schoolsucces. Op onze school heeft het vergroten van de woordenschat de prioriteit. Ik maak gebruik van woordclusters, plaatjes en andere aanschouwelijke materialen om de woorden concreet te maken voor de leerlingen. Ik bied de woordenschatlesjes apart aan van de andere lessen, maar veel woorden die aangeleerd worden in de woordenschatlessen, zitten weer verweven in het overige onderwijsaanbod. De woorden komen dus steeds terug. Het aanbieden van een woordcluster moet kort maar krachtig. De kinderen zijn stil en de leerkracht herhaalt de woorden minimaal zeven keer binnen een verhaal. Ik leg de woorden dus op een speelse manier uit, door middel van concrete voorwerpen of uitbeelden. Daarna mogen de kinderen met elkaar in gesprek gaan over de woorden. Door over de woorden te praten beklijven de woorden sneller. Elke dag herhaalt de leerkracht de woorden van de woordmuur (waar alle woordclusters hangen) door middel van leuke korte taalspelletjes. 13

14 Ik maak gebruik van de didactische werkvormen herhalen om het consolideren te bevorderen, interactie (eigen betrokkenheid tonen en taalaanbod geven) en visueel maken van de woorden om de woordenschatlessen zo effectief mogelijk te maken. Via de school heb ik de cursus Met woorden in de weer gevolgd. 4 Mijn klas bestaat voor 100% uit meertalige leerlingen. Ik acht het van héél groot belang dat de leerlingen in de kleuterklas goed woordenschat onderwijs krijgen. De inhaalslag begint al bij de voorschool wat betreft woordenschatonderwijs. Kinderen die niet voldoende woorden kennen, krijgen het moeilijk in de verdere schoolcarrière. Taal komt tenslotte in alle vakken voor die de kinderen later nog krijgen. Ik gebruik woordkaarten passend bij ieder thema (woordmuur), concrete materialen die te maken hebben met het thema (voor ieder thema werken wij met een themadoos vol met materialen om een ervaringscontext te kunnen bieden), werkbladen, knutselmateriaal, thematafel, stempelwerkbladen per thema, liedjes, gedichtjes, verteltafel, beeldwoordenweb en themaprentenboeken om de lessen omtrent woordenschat zo effectief mogelijk aan te bieden. Ik geef de woordenschatlessen apart van de andere lessen, dagelijks volgens de vierktakt (voorbewerken, semantiseren, consolideren, controleren). Een woordenschatlesje bied ik aan volgens de principes van de viertakt waarbij risicoleerlingen extra instructie krijgen in de kleine kring. Dit is opgenomen in het groepsplan. De didactische aanpakken die ik gebruik komen terug in de viertakt. Volgens deze werkwijze is het visueel maken van begrippen een belangrijk onderdeel. Het controleren doe ik aan de hand van een zelfgemaakte woordentoets per thema (in hoeverre kennen de leerlingen de aangeboden woorden actief dan wel passief). Het selecteren van de woorden gebeurt vooraf aan de hand van de methode Ik en Ko (per thema vijf nieuwe woorden per dag aanleren). De viertakt is uitgelegd door de interne begeleiding hier op school. Ik heb verder een training taalontwikkeling en interactie en een cursus geïntegreerd taalzaakvakonderwijs (GTZ) gevolgd. Deze werden aangeboden door de school tijdens studiedagen. 5 14

15 Mijn klas bestaat voor 100% uit meertalige kinderen. De leerlingen uit mijn kleuterklas krijgen alleen op school de Nederlandse taal aangeboden, de ouders spreken geen tot weinig Nederlands. Daarom vind ik het erg belangrijk dat de leerlingen goed woordenschatonderwijs krijgen, zodat ze geen achterstand oplopen. Woordkennis is immers een voorwaarde voor schoolsucces. In de kleuterklas wordt de basis gelegd voor hun verdere, Nederlandse schoolloopbaan. Het woordenschatonderwijs is het zwaartepunt in mijn onderwijsaanbod. Ik gebruik video s, dvd s, schooltelevisie, vertelplaten, (digitale) prentenboeken, luisterboeken en overig concreet materiaal als hulpmiddelen bij het aanbieden van woordenschatonderwijs. Verder zijn eigen ervaringen voor mijn leerlingen altijd het allerbelangrijkst: zowel door te spelen in themahoeken in de klas als het laten aansluiten van de thema's bij de belevingswereld van de leerlingen en korte en lange excursies buiten het lokaal. Het apart of niet apart aanbieden van woordenschatlessen hangt volledig af van de woorden die ik wil aanbieden en het niveau van de Nederlandse taal die mijn leerlingen al beheersen. Bij kinderen die al een goede basis hebben in het Nederlands bied ik woorden niet apart aan. Wel kan ik sommige woorden binnen een andere activiteit benadrukken, door het woord te herhalen en te parafraseren. Bij kinderen die de Nederlandse taal helemaal niet beheersen en rechtstreeks uit hun moederland komen, moet ik zelf de basis leggen. Ik bied de woorden die te maken hebben met het functioneren in de klas en op school eerst los aan en daarna in context. Wanneer ik een woordenschatles geef zorg ik voor veel concreet materiaal: het voorwerp zelf of vertelplaten die passen bij de begrippen die ik aan wil bieden. Ik benoem het voorwerp of de gebeurtenis en leg in een eenvoudige zin een link naar een ervaring in het leven van het kind. Vervolgens gaan we op zoek naar voorbeelden van het begrip die te vinden zijn in de directe omgeving, het liefst in het lokaal. Daarna volgt de verwerking: een constructieve of beeldende activiteit die aansluit bij de aangeleerde begrippen. Na deze les blijf ik de geleerde begrippen herhalen tijdens andere activiteiten. Aan het eind van een thema toets ik de begrippen die in een periode aan bod zijn gekomen. Ik controleer of de leerlingen de begrippen actief en passief beheersen. Bij leerlingen die het Nederlands al beter beheersen maak ik samen met de desbetreffende leerlingen woordvelden en begripboeken die aansluiten bij het thema. De didactische werkvormen die ik gebruik zijn herhalen, visualiseren, inbedden in verschillende contexten, laten gebruiken in spel, verteltafels en 15

16 ontdekhoeken, gebruik maken van woordvelden en het gebruiken van woorden in verschillende activiteiten. Het hangt af van het woord, van het kind en van de leersituatie. Ik heb nog geen cursus in het aanbieden van woordenschatonderwijs gevolgd, maar ik wil mijn kennis op dit gebied in de toekomst graag uitbreiden. 6 In mijn klas is 70% van de leerlingen meertalig. Ik vind het erg belangrijk dat kinderen goed woordenschatonderwijs krijgen, omdat woorden de bouwstenen van de taal zijn en taal is belangrijk voor communicatie. Ook in het onderwijs is taal belangrijk, bijvoorbeeld bij geschiedenis en aardrijkskunde, maar ook rekenen wordt talig aangeboden en verwerkt. Ik maak gebruik van de methode Met woorden in de weer. Ik probeer zoveel mogelijk de woorden met concreet materiaal te verduidelijken; in andere gevallen gebruik ik foto s, plaatjes of tekeningen. Ik gebruik ook muurposters waarop de woordclusters (met afbeeldingen) worden weergegeven. (web, paraplu, trap en kast). Verder maak ik gebruik van de methode Ik en Ko. Daarin staan per thema woordenlijsten. Per thema is er ook een Linnaeusschool-lijst gemaakt, met de belangrijkste woorden per thema. Ik en Ko geeft suggesties voor de lessen en materialen. Ik geef de woordenschatlessen vaak wel apart van de andere lessen. Het aanbieden van de nieuwe woorden (semantiseren) is dan een kort lesje. Het consolideren kan terugkomen in andere activiteiten. Bijv. een semantiseerlesje waarin de woorden de paddenstoel, de hoed, de steel, de sporen geïntroduceerd worden, kan een paar dagen later worden gevolgd door een knutselactiviteit waarin deze nieuwe woorden weer uitgebreid aan bod komen. Een woordenschatles geef ik altijd aan de hand van de viertakt: voorbewerken (voorkennis activeren), semantiseren (woorden uitleggen), consolideren (inoefenen van de woorden) en controleren (passief en actief). Ik kies woorden die een logische samenhang hebben, zodat het woordcluster als geheel kan worden opgeslagen. Het semantiseren gebeurt d.m.v. uitbeelden, uitleggen en uitbreiden. Bij consolideren gaat het om herhaling. Op speelse manier worden de woorden herhaald totdat de kinderen ze kennen. Ik heb de cursus Met woorden in de weer gevolgd, deze werd aangeboden door de school en duurde twee dagen. 16

17 7 In mijn klas is het percentage kinderen met Nederlands als tweede taal 60%. Deze kinderen hebben vaak een kleine woordenschat en dat werkt beperkend in het volgen van onderwijs, taal komt tenslotte in alle vakken terug. Daarom vind ik het belangrijk dat de kinderen goed woordenschatonderwijs krijgen. Om dit te bewerkstelligen in mijn klas maak ik gebruik van het woordenschatprogramma Met woorden in de weer en van de methodes Piramide en Schatkist. Ook lees ik de kleuters veel voor uit prentenboeken. Uit de thema s die voorkomen in de methode Piramide haal ik bepaalde woordclusters. De woorden van een cluster worden vervolgens gesemantiseerd (aanbieden van woorden met hun betekenis). De kinderen mogen niet praten. Dan vraag ik welke woorden vaak genoemd zijn, vervolgens ontstaat er een interactiemoment. Daarna worden de woorden geconsolideerd. Dit consolideren gebeurt zeer regelmatig met de woordclusters die op de woordmuur hangen. De woordenschatlesjes geef ik dus wel apart van andere lessen, maar ze passen binnen het thema waar we op dat moment mee werken. Wat betreft de didactische werkvormen maak ik vooral gebruik van het herhalen van de woorden met hun betekenis en ik maak de nieuwe woorden visueel met behulp van een woordcluster met plaatjes. Ik heb de cursus Met woorden in de weer gevolgd, deze werd aangeboden door het bestuur van de school. 8 In mijn klas is het percentage kinderen met Nederlands als tweede taal 50%. De helft van de kinderen uit mijn klas heeft dus een flinke achterstand op het gebied van de Nederlandse taal ten opzichte van de kinderen die Nederlands als eerste taal hebben. Deze kinderen met een achterstand hebben minder kans op schoolsucces. Daarom vind ik het belangrijk om veel aandacht te besteden aan woordenschatonderwijs, om deze achterstand zoveel mogelijk in te lopen. In de klas werk ik met de ABC- muur, op deze muur staan alle letters van het alfabet. Ik bied het alfabet aan door middel van het aanleren van de klanken. Iedere dag komen er drie aan bod. Verder maak ik veel gebruik van prentenboeken, hieraan verbonden geef ik 17

18 verwerkingslesjes zodat de woordenschat ook spelenderwijs vergroot wordt. Ook lees ik de prentenboeken interactief voor, ik gebruik daar concrete materialen bij zodat het meer gaat leven voor de kinderen. Verder werken we binnen de school met de methode Met woorden in de weer. Ik heb deze cursus ook gevolgd. Dit betekent dat we woorden in een bepaalde context aanbieden (woordweb, woordparaplu bijvoorbeeld). Deze cursus werd aangeboden door de school. We werken dan ook volgens de viertakt: voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren. Het consolideren daar doe ik gemiddeld drie weken over. Iedere leerling wordt ook nader onderzocht door gebruik te maken van Taalplezier uit de methode Piramide waar we mee werken. We gebruiken Piramide en Met woorden in de weer gecombineerd, dus de woorden die voorkomen bij Piramide leren we aan volgens de viertakt. Ik geef de woordenschatlesjes niet apart van de andere lessen, het is meer geïntegreerd met de andere lessen. De nieuwe woorden komen in verschillende situaties terug, in spelsituaties, tijdens het buiten spelen of tijdens het oplossen van een ruzie. Ik probeer om de woorden zo vaak mogelijk terug te laten komen zodat de kinderen gewend raken aan de woorden en ze echt ingeslepen worden. 9 In mijn klas is het percentage kinderen met Nederlands als tweede taal 30%. Ik vind het daarom belangrijk dat er veel wordt gedaan aan woordenschatonderwijs, anders lopen deze kinderen een achterstand op vergeleken met Nederlandstalige klasgenoten. Daarbij komt taal terug in alle vakken op school, het is dus belangrijk om een goede woordkennis te hebben op school. Ik heb een lettermuur in de klas, aan de hand daarvan ben ik met woordenschat bezig. Ook werk ik met de letter van de week : samen met de kinderen bedenk ik dan woorden die met deze letter beginnen, gedurende de week. Verder heb ik allerlei labels in de klas gehangen, aan de kast hangt bijvoorbeeld het label kast. Ik werk in de klas met de zogenaamde verteltafel, hier doe ik allerlei oefeningen met de kinderen, waaronder rijmoefeningen en spelletjes. Meer materialen waarbij woordenschat komt kijken zijn de werkbladen. Hier op school hebben we net de methode Schatkist losgelaten en we zijn vooral bezig om zelf het onderwijs te ontwerpen. Wat dat betreft lijkt 18

19 het op ontwikkelingsgericht onderwijs. Op de werkbladen staan altijd de lidwoorden bij de zelfstandige naamwoorden. Ik zie woordenschatonderwijs niet als een apart vak in mijn onderwijspraktijk. Het is geïntegreerd met alle andere vakgebieden. In de klas ben ik constant met taal bezig; het benoemen van handelingen, voorwerpen etc. Ik bied geen aparte woordenschatlesjes aan. Het is wel zo dat groepjes kinderen die uitvallen op de woordenschat één keer in de week speciale woordenschatlesjes krijgen van de remedial teacher. We werken thematisch, in ieder thema komen een aantal themawoorden aan bod. Verder werken we met de begrippenlijst van het GOVK (Gouds Ontwikkelingsvolgsysteem voor Kleuters). Iedere week laten we enkele begrippen van deze lijst aan bod komen. Deze begrippen zijn niet themagebonden. De TAK toets (Taaltoets Alle Kinderen) nemen we alleen af bij kinderen waarvan wij vinden dat ze extra zorg nodig hebben op het gebied van woordenschat. Vaak wordt deze toets afgenomen bij de logopedist. Ik heb zelf een halve cursus gevolgd die te maken heeft met woordenschatonderwijs, deze cursus heet beginnende geletterdheid en werd aangeboden door het ABC (Advies en BegeleidingsCentrum voor het onderwijs). De reden dat ik deze cursus maar half gevolgd heb, is dat de cursus al bezig was op het moment dat ik op de school kwam werken. 10 Mijn klas bestaat voor 30% uit meertalige kinderen. Ik vind het heel belangrijk dat kinderen goed woordenschatonderwijs krijgen. Woordenschatuitbreiding vindt al heel vroeg in de ontwikkeling van het kind plaats. De kinderen zijn nieuwsgierig en willen nieuwe dingen leren. Ze zijn hun omgeving aan het verkennen en denken na over de wereld om hen heen. Dus is het ook belangrijk dat het woordenschatonderwijs in de kleuterklas begint, zodat ze uitdrukking kunnen geven aan hun gedachten. Spelenderwijs kan de woordenschat van jonge kinderen uitgebreid worden, waardoor de woorden en begrippen een betekenis in hun leven krijgen. Is dit niet het geval dan zal het moeilijk worden voor het kind om de wereld te verkennen en zich te uiten. Wij werken met thema s in de klas. Binnen een context bieden wij de kinderen (nieuwe) woorden aan. Vervolgens worden deze woorden o.a. verwerkt in het spel. Tijdens 19

20 het aanbieden van woorden en binnen het spel worden ook attributen gebruikt, waarmee de kinderen de woorden kunnen associëren met hun eerder verworven kennis. De ene keer bied ik een woordenschatles apart aan, de andere keer is het gekoppeld aan een activiteit. Binnen het thematisch werken, wordt er aan het begin van elk thema een woordveld gemaakt om de beginsituatie van de kinderen te bepalen. Ook wordt er vaak een woordenlijst gemaakt met de belangrijkste woorden voor het thema. Die woorden moeten door de kinderen verworven worden. Een voorbeeld van een les is dat ik eerst een voorwerp laat zien, dan ga ik erover praten in de kleine kring zodat de kinderen hun ervaringen erover kunnen vertellen, dan laat ik de kinderen er een tekening over maken, ik schrijf er een tekst bij die het kind verzint (of ik laat het kind een woord stempelen) dit wordt ook wel taaltekening genoemd. Vervolgens laat ik het begrip steeds terugkomen in spelsituaties. Ik maak gebruik van de volgende didactische werkvormen bij het aanbieden van nieuwe woorden: voorbewerken, semantiseren en consolideren. De laatste fase ontgaat mij soms, namelijk het controleren en het registreren, maar voornamelijk het registreren. Ik heb via de Pabo een module over woordenschat (mondelinge taalvaardigheid) gevolgd. 11 Ik heb geen meertalige kinderen in mijn klas, 0% dus. Ik vind het belangrijk dat leerlingen goed woordenschatonderwijs krijgen, omdat het in deze maatschappij van groot belang is dat men zich mondeling kan uitdrukken om te communiceren. Het is een voorwaarde om goed te kunnen deelnemen aan de maatschappij. Ook is het belangrijk omdat alle vakken talig zijn, als kinderen niet genoeg woordkennis hebben, kunnen ze de andere vakken later niet volgen. Ik gebruik een thematafel in de klas, alles wat op de thematafel ligt heeft te maken met het thema waar we op dat moment mee bezig zijn. Alle voorwerpen zijn voorzien van een label, net zoals de overige meubels in de klas (tafels, stoelen, deuren). Ook maak ik gebruik van visueel materiaal zoals plaatjes of foto s in het beeldwoordenveld. Ik heb in de klas ook een themaletter, daaraan gekoppeld verbind ik samen met de kinderen allerlei woorden die met deze letter beginnen. Ik geef de woordenschatlessen niet los van de andere lessen. Alles is geïntegreerd in het thema. Wel hoort bij elk thema een groep woorden die de kinderen sowieso moeten kennen aan het einde van het thema. De woorden moeten echt blijven hangen, hiervoor doe ik 20

21 allerlei consolideeroefeningen met de kinderen. Dit doe ik door de woorden veel te herhalen, ik laat ze terug komen in allerlei activiteiten die te maken hebben met het thema. Ik heb geen cursus gevolgd in het geven van woordenschatonderwijs, maar wil dit in de toekomst wel graag eens doen. Het heeft geen prioriteit omdat de gemiddelde woordenschat van de kinderen uit mijn klas vrij goed is. 12 Mijn klas bestaat alleen maar uit kinderen die van huis uit Nederlands spreken, het percentage is dus 0%. Ik vind het heel erg belangrijk dat kleuters goed woordenschatonderwijs krijgen, daar wordt de basis gelegd voor schoolsucces. Ook al heb ik alleen maar kinderen in de klas die opgegroeid zijn met de Nederlandse taal, toch zijn er niveauverschillen merkbaar op het gebied van woordenschat. Ik maak gebruik van de woordmuur in de klas. De woorden bied ik in een netwerk aan zodat er samenhang ontstaat. De woorden die ik de kinderen aanleer komen aan bod binnen het thema waar ik op dat moment aan werk. Ik maak gebruik van plaatjes, foto s, video s en voorwerpen om een context te creëren voor de leerlingen. Prentenboeken die aansluiten bij het thema lees ik interactief voor, de woorden die ik aan wil leren komen hier ook in voor. Ik geef de woordenschatlessen niet apart van de andere lessen, het is geïntegreerd in het overige onderwijsaanbod. Wel neem ik groepjes kinderen apart om de woorden nog eens te herhalen of juist om uit te breiden (taalzwakke en taalsterke kinderen). Op deze manier differentieer ik. Op onze school ligt de prioriteit niet direct bij woordenschatonderwijs, maar meer bij de expressieve vakken. Ik heb dan ook geen cursus woordenschatonderwijs gevolgd. Mochten de resultaten in de toekomst op dit gebied achteruit gaan, dan zou ik wel een cursus woordenschatonderwijs gaan volgen. 21

22 Hoofdstuk 3: Resultaten Om antwoord te kunnen geven op mijn centrale vraagstelling is het belangrijk om uit te zoeken of leerkrachten zich allereerst bewust zijn van het belang van goed woordenschatonderwijs. Zien zij hier het nut niet van in, dan zullen zij hoogstwaarschijnlijk ook niet erg bewust bezig zijn met het zoeken naar manieren om woordenschatonderwijs effectief aan te bieden. Bewustzijn van een eventueel probleem is immers een voorwaarde om actie te ondernemen en energie te steken in oplossingen voor dit probleem. In dit geval is dat de achterstand die leerlingen oplopen op het gebied van taal in het algemeen en woordenschat in het bijzonder. 3.1 Bewustzijnsproces Hiertoe is het belangrijk te weten hoe het bewustzijnsproces eigenlijk werkt. In het interview met expert C. Offerhaus van het Centrum voor Nascholing Amsterdam stelde ik haar de vraag: Hoe werkt het bewustzijnsproces van leerkrachten wanneer het gaat om woordenschatonderwijs? Waarop ik het volgende antwoord kreeg: Al het leren is te omschrijven via een bewustzijnsproces. Het werkt als volgt: Onbewust onbekwaam: de leerkracht is onbekwaam in het aanbieden van effectief woordenschatonderwijs omdat hij of zij zich hier niet bewust van is. Bewust onbekwaam: de leerkracht wordt zich bewust van het feit dat hij of zij onbekwaam is in het aanbieden van effectief woordenschatonderwijs. De leerkracht gaat hier iets aan doen door middel van oefenen en extra scholing. 22

23 Bewust bekwaam: de leerkracht heeft gewerkt aan zijn of haar competentie in het geven van effectief woordenschatonderwijs, de leerkracht is zich bewust van het feit dat hij of zij bekwaam is in het aanbieden van effectief woordenschatonderwijs. Onbewust bekwaam: de leerkracht is bekwaam in het geven van effectief woordenschatonderwijs, maar is zich er niet meer bewust van. Er is een routine ontstaan waardoor het lastig wordt om het eigen handelen bewust te evalueren. Bij deze laatste fase, waar veel ervaren leerkrachten in zitten, is het zaak om samen met hen kritisch en gericht te kijken naar het eigen handelen zodat de routine die ontstaan is in de loop der jaren te doorbreken. Dit houdt leerkrachten scherp en oplettend. Ik heb dit opgezocht en het blijkt hier te gaan om de leerstadia van Maslow. (INzicht Nr 2, herfst 1999, door R. Bolstad). Dit proces zou dus schematisch weergegeven kunnen worden: Onbewust bekwaam Onbewust onbekwaam Bewust bekwaam Bewust onbekwaam In het laatste stadium is er sprake van gewoonte en routine in het lesgeven van de leerkracht. Van den Nulft en Verhallen (2002) schrijven hier ook over We realiseren ons vaak niet hoe sterk ons gedrag bepaald is door gewoontes ( ) het gevaar is dat gewoontes zo 23

24 vastgeroest raken dat ze verworden tot een sleur en niet meer doelmatig zijn ( ) in de scholen zien we dat op het gebied van woordenschatonderwijs. (p 13). Ervaren leerkrachten die al wat jaren in een kleuterklas werken zouden gemakkelijk kunnen vervallen in een bepaalde routine. Het onderwijs staat niet stil, er vinden voortdurend allerlei ontwikkelingen plaats, ook (misschien wel juist) op het gebied van woordenschatonderwijs. Maar wanneer leerkrachten vastgeroest zijn in hun lesgeven, kunnen ze gemakkelijk voorbijgaan aan deze nieuwe ontwikkelingen en inzichten. Op deze manier zouden ze zomaar van onbewust bekwaam kunnen terugvallen naar onbewust onbekwaam. Wanneer hier sprake van is, dan heeft dat vanzelfsprekend een negatieve invloed op de kwaliteit van het onderwijs. Bij het herkennen van deze leerkrachten gaat om het signaleren van bepaalde eigenschappen en kenmerken die deze leerkrachten vertonen. Ten eerste zijn het leerkrachten die niet direct openstaan voor nieuwe werkwijzen en methodes. Ze blijven vasthouden aan de oude, vertrouwde manier van lesgeven zonder andere materialen of didactische werkwijzen uit te proberen. Ze experimenteren niet en maken gebruik van een beperkt aantal materialen en didactische werkvormen die niet van deze tijd zijn. Ten tweede zijn het leerkrachten die zich niet voldoende bij laten scholen. Denk dan aan het volgen van cursussen en workshops. Als leerkracht is het zeker wél van belang dit te doen. Er zijn voortdurend ontwikkelingen gaande in het onderwijs, dat maakt dat je als leerkracht open moet blijven staan voor bijscholing. Onderwijs is geen vaststaande routine, het is een steeds veranderend proces waar veel over nagedacht en gesproken wordt. Het doel blijft echter wel steeds hetzelfde: kinderen kennis bijbrengen zodat ze kunnen uitgroeien tot zelfstandige volwassenen. Bij het koppelen van de theorie naar de praktijk zal ik de antwoorden op de volgende interviewvragen verbinden aan de hierboven beschreven eigenschappen van een leerkracht die zich niet bewust is van het belang van effectief woordenschatonderwijs. In welke mate en om welke redenen acht u het belangrijk dat leerlingen in de kleuterklas goed woordenschatonderwijs genieten? Geeft u woordenschatlesjes apart van de andere lesjes? Zo ja, kunt u kort beschrijven hoe zo n woordenschatlesje in zijn werk gaat? Zo nee, op welke manier komt woordenschat aan bod in uw onderwijspraktijk? 24

25 Welke materialen gebruikt u als hulpmiddel bij het aanbieden van woordenschatonderwijs in uw klas? Van welke didactische aanpakken maakt u gebruik als het gaat om het aanbieden van (nieuwe) woorden? Heeft u een cursus gevolgd in het geven van woordenschatonderwijs? Zo nee, overweegt u om een cursus woordenschatonderwijs te gaan volgen? Om zicht te krijgen op het belang van effectief woordenschatonderwijs heb ik eerst de literatuur bestudeerd. Wat is het belang van goed woordenschatonderwijs nu precies? De conclusies die ik hieruit getrokken heb, vergelijk ik met de redenen die de geïnterviewde leerkrachten opgaven bij de vraag: Om welke redenen acht u het belangrijk dat de leerlingen uit uw klas goed woordenschatonderwijs genieten? Op deze manier kan ik erachter komen of leerkrachten op de hoogte zijn van alle belangrijke argumenten die uit de theorie naar voren komen Het belang van goed woordenschatonderwijs In het boek Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs noemt M. Verhallen woorden de betekenisdragers in een taal. Ook schrijft zij: Het zijn de woorden die de boodschap overbrengen. (p. 87). Zonder woorden kan er van echte betekenisvolle communicatie dus geen sprake zijn. In het onderwijs draait het om het overbrengen van kennis, als deze kennis niet overgedragen kan worden doordat leerlingen de woorden niet begrijpen waarin de kennis verpakt is, kun je onmogelijk spreken van effectief onderwijs. Woorden komen terug in alle facetten van het onderwijs, in alle vakken. Woordkennis is dus een voorwaarde voor schoolsucces in het algemeen. Taal klinkt de hele dag door in alle vakken (p. 13 van Beek en Verhallen, 2004). Daarnaast stelt Verhallen in Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs dat woorden een grote rol spelen bij de conceptuele ontwikkeling. Een woord is niet alleen een element van taal, maar ook van denken (p 88). Wanneer een kind niet beschikt over voldoende woordkennis blijft het niet alleen achter in de taalontwikkeling, maar ook in de denkontwikkeling. Een belangrijke reden voor het aanbieden van effectief woordenschatonderwijs dus. 25

26 Ook Robbe en Pitstra benoemen dit in Taal en Kleuters. Zij schrijven: Taal speelt een belangrijke rol bij het denken. Je benoemt zaken uit de werkelijkheid en je legt er relaties tussen. Daar heb je taal voor nodig. (p 13). Ook stellen zij dat taal belangrijk is voor de gehele ontwikkeling van een mens. De basis van de taalbeheersing vindt plaats tussen 0 en 6 jaar, dit is de kritieke periode voor het leren van taal. Gaat het hier mis, dan heeft dat verstrekkende gevolgen voor de algehele ontwikkeling van het kind. Niet alleen op cognitief gebied, maar ook op sociaal-emotioneel gebied. Doordat het kind zich niet goed kan uitdrukken in gevoel, zal het zich onbegrepen en eenzaam voelen. Zij beschrijven dit als volgt: Taal kun je gebruiken als vormgever en vervoermiddel van blijdschap, woede, verdriet of angst. (p 15). In Met woorden in de weer stellen Van den Nulft en Verhallen dat woorden de bouwstenen van de taal zijn en de sleutel tot goed onderwijs (p 15). Deze uitspraak is ook terug te vinden in hoofdstuk 8 van Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs (p 89). Er zijn dus verschillende redenen terug te vinden in de literatuur om belang te hechten aan effectief woordenschatonderwijs: - Woorden zijn noodzakelijk voor communicatie en het overbrengen van boodschappen. - Zonder (voldoende) woordkennis is het volgen van alle vakken praktisch onmogelijk. - Een uitgebreide woordenschat is voorwaarde voor schoolsucces omdat taal terugkomt in alle vakken. - Een uitgebreide woordenschat is niet alleen essentieel voor de taalontwikkeling, maar ook voor de denkontwikkeling. - Op sociaal-emotioneel gebied kunnen kinderen geïsoleerd raken wanneer zij niet over woorden beschikken om hun gevoelens te uiten. Deze redenen neem ik mee naar de resultaten, ik ga ze dan vergelijken met de antwoorden die de leerkrachten gegeven hebben op de tweede vraag van het interview: In welke mate en om welke redenen acht u het belangrijk dat leerlingen in de kleuterklas goed woordenschatonderwijs genieten? 26

27 Redenen voor het belang van efficiënt woordenschatonderwijs Tabel 1 Leerkracht: Reden 1 X X Reden 2 X X X X X Reden 3 X X X X X X Reden 4 X Reden 5 Wat opvalt is dat reden 3 hier zes keer genoemd wordt, en reden 2 vijf keer. Reden 6 wordt geen enkele keer genoemd. 1. Woorden zijn noodzakelijk voor communicatie en het overbrengen van boodschappen. 2. Zonder (voldoende) woordkennis is het volgen van alle vakken praktisch onmogelijk. 3. Een uitgebreide woordenschat is voorwaarde voor schoolsucces. 4. Een uitgebreide woordenschat is niet alleen essentieel voor de taalontwikkeling, maar ook voor de denkontwikkeling. 5. Op sociaal-emotioneel gebied kunnen kinderen geïsoleerd raken wanneer zij niet over woorden beschikken om hun gevoelens te uiten. Nu ik duidelijk heb waarom leerkrachten het belangrijk vinden om effectief woordenschatonderwijs aan te bieden, ga ik kijken naar de manier waarop kinderen nieuwe woorden verwerven en leren. Op deze manier wordt duidelijk welke didactische werkwijzen en materialen hiervoor nodig zijn Hoe kinderen woorden leren Wat mij opviel toen ik de literatuur bestudeerde was dat in de boeken Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs, Woorden leren, woorden onderwijzen, en Met woorden in de weer steeds dezelfde kenmerken belicht werden van de manier waarop kinderen (nieuwe) woorden leren. Met woorden in de weer gaat alleen wat minder diep op de stof in dan Woorden leren, woorden onderwijzen. Daarom heb ik ervoor gekozen om de volgende 27

28 uiteenzetting niet steeds te onderbreken met literatuurverwijzingen, behalve wanneer ik letterlijk citeer. Wanneer kinderen de basisschool binnenkomen op vierjarige leeftijd, beschikken ze gewoonlijk al over een woordenschat van meer dan 3000 woorden. De taalontwikkeling is dus al volop bezig, lang voor de kleuterklas. De manier waarop een kind nieuwe woorden leert, bestaat uit twee verschillende dingen; de klankvorm oftewel het label, en de betekenis van het woord oftewel het concept. De klankvorm moet verbonden worden aan de betekenis van het woord. Daarbij is het categoriseren belangrijk, een label kan namelijk meerdere betekenisaspecten hebben. Het kind leert als het ware de bandbreedte van het woord. (Van den Nulft en Verhallen, p 49). De woorden worden bij elkaar opgeslagen in een netwerk. Tussen deze woorden lopen allerlei betekenisverbindingen. Deze netwerkopbouw wordt steeds meer uitgebreid. Als een woord opgenomen is in het netwerk, gaat het kind ermee oefenen. Hoort het kind het woord, dan gaat het in het netwerk op zoek naar de betekenis van het woord (passief). Het pratende kind gaat op zoek naar de juiste woordvorm voor de betekenis die het uit wil drukken (actief), precies andersom dus. Hoe vaker een woord gebruikt wordt, des te sneller het opgezocht kan worden. Hier komt het belangrijke aspect van de didactische werkvorm herhalen weer terug. Het netwerk is hiërarchisch gestructureerd. Groepen woorden hangen als het ware onder overkoepelende begrippen. Op school krijgen kinderen geleidelijk aan te maken met abstracte begrippen. Om een voorbeeld te geven; in groep 1 hangt hond nog onder het overkoepelende begrip dier, maar later zal het kind leren dat hond ook valt onder het overkoepelende begrip zoogdier Didactische aanpakken De viertakt komt steeds terug in de literatuur. Het is een handig model dat structuur geeft aan leerkrachten bij het aanbieden van effectief woordenschatonderwijs. Hieronder heb ik de viertakt kort samengevat weergegeven. Verhallen en Walst (2001) hebben het in Taalontwikkeling op school over de zogenaamde taalgroeimiddelen. Bij deze taalgroeimiddelen horen een aantal didactische werkvormen. 28

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

Oranje stappers maak je zo

Oranje stappers maak je zo Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje

Nadere informatie

Gemaakt door: Tessa Vos Marije van Weenen Lenneke Flikweert Melanie de Lange 3j5

Gemaakt door: Tessa Vos Marije van Weenen Lenneke Flikweert Melanie de Lange 3j5 Gemaakt door: Tessa Vos Marije van Weenen Lenneke Flikweert Melanie de Lange 3j5 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Onderzoeksvraag... 2 Hoe pas je woordenschatdidactiek toe in de praktijk?... 2 Beantwoording

Nadere informatie

De Viertakt van Verhallen

De Viertakt van Verhallen De Viertakt van Verhallen Waarom werken met de Viertakt van Verhallen? Vooral in groep 3 leren de kinderen veel nieuwe woorden. Niet alleen tijdens het lezen, maar ook gewoon tijdens de lessen. Het is

Nadere informatie

Viertakt van Verhallen

Viertakt van Verhallen Viertakt van Verhallen Hoe kan ik een woord voorbewerken? De voorbewerking is meestal kort. Soms als we woorden geselecteerd hebben in een speciale context is de voorbewerking zelfs niet meer nodig: het

Nadere informatie

Tekst: Berber Groenenberg

Tekst: Berber Groenenberg Een goede woordenschatontwikkeling is voor peuters en kleuters van cruciaal belang om de basisschool succesvol te doorlopen. LOGO 3000 is lesmateriaal voor leidsters en leerkrachten om de woordenschat

Nadere informatie

Woordenschatonderwijs

Woordenschatonderwijs Woordenschatonderwijs 1 Inleiding: Aanleiding om op de Mauritsschool woordenschatonderwijs speerpunt van verbetering te maken: -we hebben te maken met tegenvallende resultaten bij dit vakgebied -kijkend

Nadere informatie

De doorgaande woordenschatlijn (huidige situatie) Basisschool de Kameleon April 2008

De doorgaande woordenschatlijn (huidige situatie) Basisschool de Kameleon April 2008 De doorgaande woordenschatlijn (huidige situatie) Basisschool de Kameleon April 2008 Kerndoel woordenschat Kerndoel Omschrijving Het vergroten van de woordvoorraad in het Nederlands van leerlingen. De

Nadere informatie

Aanvulling Woordenschat NT2

Aanvulling Woordenschat NT2 Aanvulling Woordenschat NT2 Woordenschat Kinderen die net beginnen met Nederlands leren, moeten meteen aan de slag met het leren van woorden. Een Nederlandstalig kind begrijpt in groep 1 minimaal 2000

Nadere informatie

Onze Klas Mijn Wereld: Woordenschat: basis van het leren

Onze Klas Mijn Wereld: Woordenschat: basis van het leren Onze Klas Mijn Wereld: Woordenschat: basis van het leren Woordenschat is het taaldomein waarin het verwerven van woordbetekenissen en woordvormen centraal staat. Een uitgebreide woordenschat is belangrijk

Nadere informatie

In het thema Sil plukt appels kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

In het thema Sil plukt appels kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen: Kansen grijpen en kansen creëren In Sil plukt appels wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaalemotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de ontwikkelingskansen

Nadere informatie

Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist

Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist Margot Willemsen, m.willemsen@kentalis.nl logopedist ~ We komen misschien

Nadere informatie

ENGELS als Tweede Taal

ENGELS als Tweede Taal ENGELS als Tweede Taal o.b.s. De Drift de Pol 4a 9444 XE Grolloo 0592-501480 drift@primah.org Inhoudsopgave Inhoud: 1. Inleiding 2. Keuze voor de Engelse taal (Why English?) 3. Vroeg vreemde talenonderwijs

Nadere informatie

Woordenschatles. Stap 1 - Selecteren Stap 2 - Voorbewerken Stap 3 - Uitleggen Stap 4 - Herhalen & oefenen Stap 5 - Controleren

Woordenschatles. Stap 1 - Selecteren Stap 2 - Voorbewerken Stap 3 - Uitleggen Stap 4 - Herhalen & oefenen Stap 5 - Controleren Woordenschatles Stap 1 - Selecteren Stap 2 - Voorbewerken Stap 3 - Uitleggen Stap 4 - Herhalen & oefenen Stap 5 - Controleren de rommel opruimen weggooien de prullenbak Hoeveel woorden moet een leerling

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

De opbrengsten van het werken met LOGO 3000 en de gebruikerservaringen van leerkrachten

De opbrengsten van het werken met LOGO 3000 en de gebruikerservaringen van leerkrachten De opbrengsten van het werken met LOGO 3000 en de gebruikerservaringen van leerkrachten Eindrapportage gebruikersonderzoek LOGO 3000 2014 September 2014 Nadia Kassem Inhoud 1. Inleiding... 5 2. Achtergronden...

Nadere informatie

Focus op woordenschat Florence Servais

Focus op woordenschat Florence Servais 1 Focus op woordenschat Florence Servais 2 Bron: Volkswagen, Piano staircase, The Fun Theory.com 3 schoolachterstand woordenschatachterstand We think with words; therefore, to improve thinking, teach vocabulary

Nadere informatie

Logopedie op SBO de Evenaar

Logopedie op SBO de Evenaar Logopedie op SBO de Evenaar Schooljaar 2010-2011 Presentatie van: Corine Brouwer en Olga van Schaik Inhoud De visie afgezet tegen de behandelcriteria voor logopedie Verdeling logopedie schooljaar 2010-2011

Nadere informatie

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen: Kansen grijpen en kansen creëren In het thema In elke hoek een boek! wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de

Nadere informatie

Netwerkbijeenkomsten Taal voor Havo en Vwo april Lydia van Deelen Meeng, managing consultant CPS

Netwerkbijeenkomsten Taal voor Havo en Vwo april Lydia van Deelen Meeng, managing consultant CPS Netwerkbijeenkomsten Taal voor Havo en Vwo april 2012 Lydia van Deelen Meeng, managing consultant CPS l.vandeelen@cps.nl M:06-55898565 Inhoud van deze bijeenkomst Bewust en Belang: Theoretische achtergrond

Nadere informatie

Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur

Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur 5 november 2015 Leeuwarden ECNO conferentie Piers van der Sluis 2 Wat levert deze workshop je wel en niet op Niet: Hogere Cito scores in januari Allemaal

Nadere informatie

Handleiding: Beheer van accounts en groepen in DigiWAK

Handleiding: Beheer van accounts en groepen in DigiWAK Universiteit van Amsterdam Handleiding: Beheer van accounts en groepen in DigiWAK Voor schoolbeheerders in het basisonderwijs M. Uittenbogaard 28 november 2011 Inhoudsopgave 1. Introductie DigiWAK... 2

Nadere informatie

Ik&Ko. Een hulp voor het onderwijs aan NT2 leerders of niet?

Ik&Ko. Een hulp voor het onderwijs aan NT2 leerders of niet? Miranda Roovers Ik&Ko. Een hulp voor het onderwijs aan NT2 leerders of niet? Wie met een NT2 methode werkt, vraagt zich wel eens af of de methode ook werkelijk helpt. Voldoet het aan de voorwaarden waaraan

Nadere informatie

Voor de leerkracht van groep 1 en 2

Voor de leerkracht van groep 1 en 2 Voor de leerkracht van groep 1 en 2 Handleiding Taaltas voor de leerkracht van groep 1 en 2 Taaltas is een educatief programma dat ontwikkeld is door de Bibliotheek Hoogeveen, OBS Apollo Hoogeveen en Stap-in

Nadere informatie

Ronde 4. Taalbelang in thematisch werken. 7. Hoe kom je erbij? 8. De 3 pijlers van het speelse communiceren. Wat heb je nu geleerd? 1.

Ronde 4. Taalbelang in thematisch werken. 7. Hoe kom je erbij? 8. De 3 pijlers van het speelse communiceren. Wat heb je nu geleerd? 1. 4. Lerarenopleiding Basisonderwijs 7. Hoe kom je erbij? Brainstormen, kinderprogramma s bekijken, hun boeken lezen, een klasparlement organiseren en vele andere factoren vormen de basis voor het uitbreiden

Nadere informatie

Woordenschat: Ik weet het wel Woordenschat: Ik doe het niet Woordenschat: Een les en een folder! Waar lopen leerkrachten tegen aan?

Woordenschat: Ik weet het wel Woordenschat: Ik doe het niet Woordenschat: Een les en een folder! Waar lopen leerkrachten tegen aan? Woordenschat: Ik weet het wel Woordenschat: Ik doe het niet Woordenschat: Een les en een folder! Xandra Vennink Hoe komt het dat leerkrachten het belang van woordenschat wel onderkennen maar er weinig

Nadere informatie

Audit WoordenSchatuitbreiding.

Audit WoordenSchatuitbreiding. Naam: Groep: Audit WoordenSchatuitbreiding. Invoeringsfase: Opmerkingen (knelpunten afspraken): Datum: Tijd: 1. Doelen: a. b. c. 2. Discussie en/of reflectie: 3. Klassenbezoek / feedback: Werkwijze: Observatiepunten

Nadere informatie

Woordenschat Spinnen

Woordenschat Spinnen Woordenschat Spinnen Bij de methode In vogelvlucht is er voor groep 7 een woordenschatprogramma om de woorden extra aan te bieden. Helaas is er niet altijd voor iedereen een computer beschikbaar en even

Nadere informatie

Kansen grijpen en kansen creëren

Kansen grijpen en kansen creëren Kansen grijpen en kansen creëren In Sil maakt schoon wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaalemotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de ontwikkelingskansen

Nadere informatie

Effectief leesonderwijs

Effectief leesonderwijs Effectief leesonderwijs Het CPS heeft in de afgelopen jaren een aantal projecten op het gebied van lezen ontwikkeld en uitgevoerd. Deze projecten zijn in te zetten in de schakelklassen en met name bij

Nadere informatie

Absolute beginners: hoe vang je ze op? Hanneke Pot: ronde 2

Absolute beginners: hoe vang je ze op? Hanneke Pot: ronde 2 Absolute beginners: hoe vang je ze op? Hanneke Pot: ronde 2 Programma Vanuit het perspectief van het kind: Eigen ervaring a) gewoon (?) b) TPR Onderzoek: Lectoraat OGO TPR in groep 1??!! a) opzet b) resultaten

Nadere informatie

Informatieavond schooljaar Cluster 1/2

Informatieavond schooljaar Cluster 1/2 Informatieavond schooljaar 2018-2019 Cluster 1/2 Even voorstellen.. Programma Ik & Ko / Kleuterplein KIJK! het observatiesysteem Het rapport De ontwikkelingslijnen/hoe werken we in de kleuterklas? naar

Nadere informatie

Woordenschat Een vak apart?

Woordenschat Een vak apart? Woordenschat Een vak apart? Learning words Inside & out Tessa de With Enschede Woensdag 28 oktober 2009 3 Het voorbeeld van de muis Een model van het leren lezen Begrijpend luisteren Woordenschat Technisch

Nadere informatie

Digiwak 2.0: Online overzicht belangrijke woorden nieuwkomers. Studiedag LOWAN-vo 10 april 2017

Digiwak 2.0: Online overzicht belangrijke woorden nieuwkomers. Studiedag LOWAN-vo 10 april 2017 Digiwak 2.0: Online overzicht belangrijke woorden nieuwkomers Studiedag LOWAN-vo 10 april 2017 Folkert Kuiken Afdeling Neerlandistiek, UvA Marlies Elderenbosch ITTA UvA Inhoud 1. Achtergrond en totstandkoming

Nadere informatie

Kinderen uit reguliere groepen zijn beter in staat een stripverhaaltje te verwoorden dan OgOkinderen. Bron: Ontwikkelingsgericht woordjes leren

Kinderen uit reguliere groepen zijn beter in staat een stripverhaaltje te verwoorden dan OgOkinderen. Bron: Ontwikkelingsgericht woordjes leren Van Kuyk, 1996: Ontwikkelingsgerichte met extra programmagerichte woordenschatstimulering leidt (ook) bij allochtone leerlingen tot betere taalprestaties. Anne Vermeer: Werkvormen die sterk ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

Onderzoek Zuid-Afrika

Onderzoek Zuid-Afrika Onderzoek Zuid-Afrika Tweede taalverwerving en tweede taalonderwijs Engels als tweede taal in het basisonderwijs Naam: Kimberly Vermeulen Studentnummer: S1077859 Klas: PLV3B Minor: Internationalisering

Nadere informatie

Adaptief met woorden in de weer

Adaptief met woorden in de weer Adaptief met woorden in de weer Promotieonderzoek naar MWidW Marike Kempen MSc (Auris & UU) Prof. Dr. Paul Leseman (UU) Dr. Connie Fortgens (Auris) Dr. Maartje Kouwenberg (ex-auris) Overzicht Huidige situatie

Nadere informatie

Alles draait om woordenschat!

Alles draait om woordenschat! Alles draait om woordenschat! Wat is bepalend voor een succesvolle schoolloopbaan? De laatste jaren is steeds duidelijker geworden dat drie factoren zeer bepalend zijn voor de mate van succes waarmee een

Nadere informatie

Doorlopend woordkennis opbouwen in de middenbouw, ook bij het (leren) lezen

Doorlopend woordkennis opbouwen in de middenbouw, ook bij het (leren) lezen Doorlopend woordkennis opbouwen in de middenbouw, ook bij het (leren) lezen OP SCHOOL ÉN THUIS Wat is LOGO groep 3? LOGO groep 3 is hét hulpmiddel om de woordenschat van kinderen in groep 3 snel en systematisch

Nadere informatie

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid

Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Leerlijn domein mondelinge taalvaardigheid Kerndoelen: 1. Leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie mondeling (of schriftelijk) gestructureerd weer te

Nadere informatie

2. semantiseren: de leerkracht verduidelijkt woorden en betekenissen

2. semantiseren: de leerkracht verduidelijkt woorden en betekenissen WOORDENSCHAT Semantiseren Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer bevat

Nadere informatie

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016 Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016 Cursusdoelen 1. De student heeft kennis van getalfuncties, inzicht in de telrij, (structuur van) getallen en getalrelaties

Nadere informatie

AANBOD. Theorielessen (vakleer) Studenten krijgen voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk, zoals in een klachtgesprek of offerte.

AANBOD. Theorielessen (vakleer) Studenten krijgen voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk, zoals in een klachtgesprek of offerte. AANBOD Theorielessen (vakleer) Studenten krijgen voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk, zoals in een klachtgesprek of offerte. ACTIE Theorielessen (vakleer) Verzamel voorbeelden van

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Geef de leerlingen de kans om spontaan te vertellen over iets dat ze leuk vinden en laat andere kinderen

Nadere informatie

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist Nederlandse taal Kinderen ontwikkelen mondelinge en schriftelijke vaardigheden waarmee ze de Nederlandse taal leren gebruiken in situaties die zich in het dagelijkse leven voordoen. Tevens verwerven ze

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

In het thema Sil redt het koraal! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan de volgende doelen:

In het thema Sil redt het koraal! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan de volgende doelen: Kansen grijpen en kansen creëren In Sil redt het koraal! wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaalemotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de ontwikkelingskansen

Nadere informatie

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL Type 1: De Docent Ik weet perfect waar ik mee bezig ben. Met mijn strakke planning zien we alle vooropgestelde leerstof, met tijd voor een herhalingsles voor elke grote toets. Er zijn duidelijke afspraken

Nadere informatie

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden VOORWOORD Angerenstein SB (Sport en Bewegen) is een complete serie leermiddelen voor het kwalificatiedossier Sport en Bewegen. Angerenstein SB bestaat uit boeken met theorie en opdrachten, online verdiepingsstof

Nadere informatie

Stimuleren begrijpend luisteren in groep 1-2

Stimuleren begrijpend luisteren in groep 1-2 Seminarium voor Orthopedagogiek opleidingen, begeleiding, onderzoek, projecten, advies Stimuleren begrijpend luisteren in groep 1-2 CPS conferentie Amersfoort 2007 Eveline Wouters, Seminarium voor Orthopedagogiek

Nadere informatie

Overzicht. Onderzoekstaal. TOHBO Inholland. Taalbeleid Inholland 5-3-2013

Overzicht. Onderzoekstaal. TOHBO Inholland. Taalbeleid Inholland 5-3-2013 Overzicht Onderzoekstaal Dorian de Haan Lectoraat Ontwikkelingsgericht Onderwijs Studiedag Domein Onderwijs, leren en levensbeschouwing 12 april 2012 Taal: Taalbeleid Inholland Onderzoek: Onderzoek Domein

Nadere informatie

Aanbod SchakelKlas voor Kleuters

Aanbod SchakelKlas voor Kleuters Aanbod SchakelKlas voor Kleuters Van woorden word je wijzer De SchakelKlas voor Kleuters (SKK) van FlevoMeer Bibliotheek biedt in Lelystad al ruim tien jaar ambulante begeleiding aan kleuters die meer

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Overzicht klokkijken 6. Hele uren 8. Halve uren 11. Kwartieren en 10 minuten 17. Minuten 20. Klokkijken gemengd 23

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Overzicht klokkijken 6. Hele uren 8. Halve uren 11. Kwartieren en 10 minuten 17. Minuten 20. Klokkijken gemengd 23 Inhoudsopgave Inleiding 4 Overzicht klokkijken 6 Hele uren 8 Halve uren 11 Kwartieren 14 5 en 10 minuten 17 Minuten 20 Klokkijken gemengd 23 Antwoorden 36 Klokkijken memory 43 Inleiding Met dit Leer- en

Nadere informatie

Dingen in de kring Van nonverbaal naar verbaal en weer terug

Dingen in de kring Van nonverbaal naar verbaal en weer terug Dingen in de kring Van nonverbaal naar verbaal en weer terug Suzanne van Norden en Lucie Visch Workshop Nieuwkomers in de groep LOWAN 10 en 11 april 2018 Aan het werk Pak het voorwerp dat het dichtst bij

Nadere informatie

HOE WERKT HET? Inoefenen van de woordenschat! Soorten oefeningen / Praatplaten Kies juiste afbeelding:

HOE WERKT HET? Inoefenen van de woordenschat! Soorten oefeningen / Praatplaten Kies juiste afbeelding: HOE WERKT HET? Het platform logo-digitaal.nl bevat voor de gebruikers van LOGO Groep 3 software om: De woordwebben en praatplaten te kunnen laten zien en te gebruiken op het digitale schoolbord. De leerkracht

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Informatieavond schooljaar 2015-2016. Cluster 1/2

Informatieavond schooljaar 2015-2016. Cluster 1/2 Informatieavond schooljaar 2015-2016 Cluster 1/2 Programma Even voorstellen Ik & Ko KIJK! het observatiesysteem Het rapport De ontwikkelingslijnen/hoe werken we in de kleuterklas? naar eigen klas Praktische

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen. Onderbouwrapport In het onderbouwrapport waarderen wij alle genoemde aspecten ten opzichte van de leeftijd. Een waardering wordt uitgedrukt in een cijfer. U kunt via de beknopte omschrijvingen in het rapport

Nadere informatie

De staat van het woordleerklimaat

De staat van het woordleerklimaat De staat van het woordleerklimaat in peuter- en kleutergroepen van Auris Marike Kempen MSc, promotieonderzoeker (Auris & UU) Prof. Dr. Paul Leseman, promotor (UU) Dr. Maartje Kouwenberg, copromotor (Auris)

Nadere informatie

De effectiviteit van het Viertaktmodel voor de passieve woordenschatuitbreiding van kinderen in groep 7 en 8 in het cluster 2 onderwijs

De effectiviteit van het Viertaktmodel voor de passieve woordenschatuitbreiding van kinderen in groep 7 en 8 in het cluster 2 onderwijs De effectiviteit van het Viertaktmodel voor de passieve woordenschatuitbreiding van kinderen in groep 7 en 8 in het cluster 2 onderwijs NVLF congres 2013 L I E K E K U I P E R S, M S C G E R D A B R U

Nadere informatie

Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen?

Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen? Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen? Introductie Deze whitepaper verschijnt in een serie whitepapers over Engels in het basisonderwijs. De serie bespreekt verschillende onderwerpen

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Woordenschat in de bovenbouw WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Woordenschat in de bovenbouw WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Woordenschat in de bovenbouw WWW.CPS.NL Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626 (G)een vak apart De reiger in de klas Ooit was men

Nadere informatie

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken.

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken. Creatief denken Het flexibel kunnen inspelen op nieuwe omstandigheden. Associëren, brainstormen en het bedenken van nieuwe originele dingen en originele oplossingen voor problemen. Analytisch denken Het

Nadere informatie

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Verwachting, waardering en leerwinst van de Workshop Nieuws Laura Gil Castillo en Eva Mulder, januari 2009 Universiteit

Nadere informatie

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Masterclass Waarom, waarvoor, hoe? Verdieping m.b.t. taalontwikkeling en werken met groepsplannen

Nadere informatie

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Algemeen Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Maart 2015 o Groep 0/instroom: Afhankelijk van de ontwikkeling van het kind kunnen de muisvaardigheden geoefend worden door het programma Spelen met

Nadere informatie

TaalTrip. JINC Amsterdam, 6 januari 2014

TaalTrip. JINC Amsterdam, 6 januari 2014 TaalTrip JINC Amsterdam, 6 januari 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding... 2 1 Samenvatting... 3 2 Waardering... 5 3 Opbouw... 7 4 Effect... 9 5 Woorden... 10 6 Lesmateriaal... 11 1 Inleiding Inleiding

Nadere informatie

PUK! Spelkaartjes behorende bij spelbord Pak een Puk!, thema Woordenschat & Taal.

PUK! Spelkaartjes behorende bij spelbord Pak een Puk!, thema Woordenschat & Taal. PUK! Spelkaartjes behorende bij spelbord Pak een Puk!, thema Woordenschat & Taal. # STEL MEDESPELER ENKELE GESLOTEN VRAGEN EN STEL ENKELE OPEN VRAGEN. LEUKE TAALACTIVITEIT BIJ HET THEMA HATSJOE! IS...

Nadere informatie

Woordenschatontwikkeling anderstalige instappende peuters en kleuters. GO4ty!

Woordenschatontwikkeling anderstalige instappende peuters en kleuters. GO4ty! Woordenschatontwikkeling anderstalige instappende peuters en kleuters GO4ty! GO4ty! terug GO4ty! Visie GO4ty! GO4ty! Waarom Waarom deze woorden? Hoe gebruiken? Evalueren GO4ty! terug zelfontplooiïng willen,

Nadere informatie

Onderzoek Zuid-Afrika

Onderzoek Zuid-Afrika Onderzoek Zuid-Afrika Tweede taalverwerving en tweede taalonderwijs Engels als tweede taal in het basisonderwijs Naam: Kimberly Vermeulen Studentnummer: S1077859 Klas: PLV3B Datum: 20-04-2015 Inhoudsopgave

Nadere informatie

TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen

TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

Checklist: Lees- en spellingproblemen en meertaligheid

Checklist: Lees- en spellingproblemen en meertaligheid 170185/1536 April 2017 Checklist: Lees- en spellingproblemen en meertaligheid In te vullen door: school (leerkracht/ib er) in overleg met ouders, eventueel met iemand die als tolk kan fungeren. Als er

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Respecteer de stille periode van kinderen. Geef kinderen die het nodig hebben, meer tijd om een luisteropdracht

Nadere informatie

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015 Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015 Inleiding 2 INLEIDING DANS Leerlingen in het basisonderwijs dansen graag. Het sluit aan bij hun natuurlijke creativiteit, fantasie en bewegingsdrang.

Nadere informatie

EEN GOEDE WOORDENSCHAT: DE BASIS VOOR EEN GOEDE SCHOOLLOOPBAAN

EEN GOEDE WOORDENSCHAT: DE BASIS VOOR EEN GOEDE SCHOOLLOOPBAAN EEN GOEDE WOORDENSCHAT: DE BASIS VOOR EEN GOEDE SCHOOLLOOPBAAN Leren als een op taal gebaseerde activiteit is sterk afhankelijk van woordkennis. Lezers begrijpen niet wat ze lezen als ze de betekenis van

Nadere informatie

In het thema Geen troep op de stoep kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

In het thema Geen troep op de stoep kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen: Kansen grijpen en kansen creëren In Geen troep op de stoep wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de ontwikkelingskansen

Nadere informatie

Een geslaagde activiteit

Een geslaagde activiteit Een geslaagde activiteit Toelichting: Een geslaagde activiteit Voor Quest 4 heb ik een handleiding gemaakt met daarbij de bijpassend schema. Om het voor de leerkrachten overzichtelijk te maken heb ik gebruik

Nadere informatie

ICT & Beginnende geletterdheid: Richtlijnen voor het pabo-curriculum

ICT & Beginnende geletterdheid: Richtlijnen voor het pabo-curriculum ICT & Beginnende geletterdheid: Richtlijnen voor het pabo-curriculum Nelleke Belo, Susan McKenney & Joke Voogt 08/01/15 VELON Conferentie 11-03-2014 1 ICT & Onderwijs Trends en discussies in Nederland

Nadere informatie

WOORDENSCHAT De 4-Takt KWALITEITSKAART. ALGEMENE De 4-Takt. Didactisch

WOORDENSCHAT De 4-Takt KWALITEITSKAART. ALGEMENE De 4-Takt. Didactisch WOORDENSCHAT De 4-Takt Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer bevat

Nadere informatie

Checklist technisch lezen onderwijs en leesmethodes

Checklist technisch lezen onderwijs en leesmethodes Checklist technisch lezen onderwijs en leesmethodes Goed kunnen lezen is in onze samenleving een voorwaarde voor succes. Goed leesonderwijs op de basisschool is daarom belangrijk, maar hoe ziet dat eruit?

Nadere informatie

De Voorleesvogel voor ouders en peuters. Workshop voor leid(st)ers

De Voorleesvogel voor ouders en peuters. Workshop voor leid(st)ers De Voorleesvogel voor ouders en peuters Workshop voor leid(st)ers 1 Gemeentebibliotheek Utrecht Bureau Educatieve Ondersteuning 030-2861943 gbu.beo2@utrecht.nl 2 Inhoud Inleiding... 4 Opzet van de workshop...

Nadere informatie

De ontwikkelde materialen per unit.

De ontwikkelde materialen per unit. Handleiding. Dit is de handleiding voor het remediërende programma voor de leeszwakke leerling bij het vak Engels. De hulpmiddelen zijn ontwikkeld voor leerlingen die bij de toetsen technisch lezen uitvallen

Nadere informatie

Mindmappen met kleuters

Mindmappen met kleuters Mindmap Woordenschat Groep 1-2 Mindmappen met kleuters Rianne Hofma Mindmappen met kleuters? Ongetwijfeld een goed idee! Maar hoe kun je dit bij jonge kinderen, die niet kunnen lezen en schrijven, gestalte

Nadere informatie

Wat maakt mijn kind allemaal mee op De Fontein. in groep 3?

Wat maakt mijn kind allemaal mee op De Fontein. in groep 3? Wat maakt mijn kind allemaal mee op De Fontein in groep 3? Informatieavond 1 september 2016 1 1 september 2016 Beste ouders / verzorgers van de kinderen uit groep 3 Voor u ligt het informatieboekje van

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren. ingevuld door :. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren Aanpak kiezen en planning maken Ik verdiep me in een opdracht zodat ik overzicht heb. Ik kan een passende aanpak

Nadere informatie

In het kleuteronderwijs is dat al zo, in leerjaar 3 wordt hierop voortgebouwd. Early childhood education besteedt daar ook aandacht aan.

In het kleuteronderwijs is dat al zo, in leerjaar 3 wordt hierop voortgebouwd. Early childhood education besteedt daar ook aandacht aan. STAKEHOLDERS CONFERENTIE donderdag 11 augustus 2011 Methodeontwikkeling - 3 (MO-3) Stellingen Eens Weet Oneens 1. Het onderwijs moet aansluiten bij de situatie waar kinderen naar de universiteit gaan.

Nadere informatie