De Ingenieur van de Toekomst. Verzamelde beelden. KIVI NIRIA. Van techniek tot toekomst.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Ingenieur van de Toekomst. Verzamelde beelden. KIVI NIRIA. Van techniek tot toekomst."

Transcriptie

1 De Ingenieur van de Toekomst Verzamelde beelden KIVI NIRIA. Van techniek tot toekomst.

2 Februari 2009 Contactgegevens: Drs. ing. Bouke Bosgraaf KIVI NIRIA Postbus GK DEN HAAG Telefoon: (070) Telefax: (070) Vannevar Bush, Science Advisor van President Roosevelt The engineer is not primarily a physicist, or a businessman (or businesswoman), or an inventor, but someone who would acquire some of the skills and knowledge of each of these and be capable of successfully developing and applying new devices on a grand scale..the engineer is both a scientist and a businessman (or businesswoman). Engineering is a scientific profession, yet the test of the engineer s work lies not in the laboratory, but in the marketplace. 2

3 Inhoudsopgave Pagina Voorwoord 5 Resumé congres De Ingenieur van de Toekomst 6 Presentatie Peter-Paul Verbeek 9 Interviews* 11 Ben Ale 12 Tom van Beek 14 Saskia Borgers 16 Wim Deetman 18 Marjolein Dohmen-Janssen 20 Josee van Eijndhoven 22 Teun Graafland 24 Han Huisman 26 Elco Jongejans 28 Tjibbe Joustra 30 Arie Kraaijeveld 32 Joan Leemhuis-Stout 34 Frans Leijnse 36 Jo Lennartz en Hans van Haarst 38 Noor Nitzsche en Jet van der Lippe 40 Wubbo Ockels 42 Alexander Rinnooy Kan 44 Sander de Rouwe 46 Erik Schrama 48 Doekle Terpstra 50 René Tissen 52 Klaas Visser 54 Overige beelden 57 Ian Pearson 58 Verzamelde beelden HRM 59 Verzamelde beelden opleidingen 61 Jaap van Till 63 Verzamelde beelden studenten 67 Joop van der Linden 69 The engineer of * De interviews zijn gedurende 2008 afgenomen door Cetera Journalistieke Producties en Fotografie, Sipke Baarsma en Angèle Steentjes; in opdracht van KIVI NIRIA. 3

4 4

5 Voorwoord Ir. Jan Reneman, voorzitter KIVI NIRIA Raad Opleiding In 2008 heeft het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs KIVI NIRIA een verkenning uitgevoerd naar het profiel van de ingenieur van de toekomst. Een diverse groep mensen maakte middels interviews en expertmeetings hun verwachting van deze ingenieur zichtbaar. In deze verwachtingen ligt de uitdaging voor de ingenieur. Al deze beelden zijn besproken tijdens het congres De Ingenieur van de Toekomst, dat plaatsvond tijdens de Summit van het Platform Bèta Techniek op 11 november Het algemene beeld dat naar voren kwam is dat van de T-shape ingenieur. Dit beeld vindt u hieronder kort uitgewerkt. Vanuit KIVI NIRIA gaan we verder met het uitwerken van dit mooie uitdagende beeld. U hoort nog van ons! We hopen ook dat de opleidingen en andere stakeholders deze verkenning gebruiken in hun eigen discussie. Het leuke van de discussie tot nu toe was dat verscheidende mensen hebben aangegeven dat er al ingenieurs van de toekomst zijn. Ik zou daar aan willen toevoegen dat ze er ook altijd geweest zijn. Gelukkig maar! In deze bundel treft u alle verzamelde beelden aan. Graag wil ik alle mensen bedanken die deze discussie mogelijk hebben gemaakt. De T-shape ingenieur B brede interesse/maatschappelijke context/sensitiviteit/ luisteren/dialoog/debat/vermogen om te anticiperen/reflectie/leidinggeven start opleiding diepte/kennis/kwantificeren/ analyseren/construeren/ oplossing- en resultaatgericht De T-shape ingenieur heeft het vermogen om voor complexe vraagstukken oplossingen te bedenken en uit te werken. Hij of zij is zich bewust welke omgevingsfactoren en actoren een rol spelen bij de uiteindelijke implementatie c.q. het gebruik en neemt deze mee in het gehele ontwerpproces. De ingenieur is een teamspeler die leiding kan geven aan multidisciplinaire teams. De ingenieursopleiding kenmerkt zich door het verstrekken van een stevige technische bagage. Gedurende de opleiding krijgt de maatschappelijke context (omgevingsfactoren en actoren) meer aandacht zodat de student gaat reflecteren over zijn of haar toekomstige rol. Afhankelijk van aanleg, affiniteit en ambitie zal de ingenieur van de toekomst voor het vervolg van de studie kunnen kiezen tussen: accent op verdieping van een vakgebied met besef van de maatschappelijke context of accent op ontwikkeling van de T-shape competenties met een vakgebied als basis. In de praktijk zijn beide, complementair aan elkaar, nodig om maatschappelijke impact/acceptatie en inhoudelijke kwaliteit van oplossingen/producten te waarborgen. Punt B op de tijdsbalk loopt niet parallel met het behalen van het diploma. Om punt B te behalen is ook praktijkervaring nodig, die ook aan de continue ontwikkeling van de ingenieur van de toekomst zal moeten blijven bijdragen. 5

6 Resumé congres De Ingenieur van de Toekomst Ingenieur met de T van Toekomst Op dinsdag 11 november 2008 is het congres De Ingenieur van de toekomst gehouden. In een amicale bijeenkomst in Muziektheater aan t IJ schetsten vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en het onderwijs aan de hand van ingenieursbeelden, aangedragen door interviews en sprekers en uitgedaagd door de dagvoorzitter, hun beelden van de ingenieurs van de toekomst. Om welke ingenieur vraagt de toekomst? Dat de maatschappij de ingenieurs en hun technische kennis en ontwerpen nodig heeft, staat vast voor Jan Dekker, president van KIVI NIRIA, die de opening van het congres verricht. T-shape Het programma was interactief opgezet. Het was niet de bedoeling, aldus dagvoorzitter Harry Starren, directeur van De Baak, dat de aanwezigen alleen wijsheden aanhoorden en vervolgens met een vol hoofd naar huis gingen. Starren daagde hen uit om met hun ideeën te komen over de ingenieurs van de toekomst. De voordrachten zouden afgewisseld worden met zaaldiscussies. Tijdens de ochtend bleek dat dit niet tegen dovemansoren was gezegd. De twee voordrachten werden afgewisseld met levendige plenaire discussies en met discussies in kleinere groepen. De eerste voordacht was van Peter-Paul Verbeek, techniekfilosoof van de Universiteit Twente, met als titel De verbeelding van de ingenieur. Aan de hand van de interviews die in de opmaat voor het congres waren gemaakt, probeerde hij een beeld te schetsen van de ingenieurs van de toekomst. (Zie ook de presentatie op pagina 9). Voor Verbeek blijft de ingenieur een probleemoplosser, het liefst voorzien van een T-shaped personality. Dit houdt in: een diepe technische kennis gecombineerd met een brede interesse. Belangrijk is ook dat ingenieurs leren communiceren. Dat betekent niet alleen uitleggen wat jij wilt doen, maar ook luisteren naar andere groeperingen. De autoriteit van de ingenieur heeft eenzelfde verandering ondergaan als die van de arts. Zijn oordeel werd vijftig jaar geleden nooit in twijfel getrokken, maar dat is niet meer zo. Ook een ingenieur zal meer een dialoog moeten aangaan met de groepen om hem heen. Uit de interviews kwam naar boven dat ingenieurs ook als kunstenaar gezien kunnen worden. Ze komen met nieuwe ideeën en ontwerpen. Verbeek gaf aan dat ingenieurs daarbij wel oog moet hebben voor de impact van hun vondsten, om daar vervolgens aan toe te voegen dat dit niet eenvoudig is. Er zijn nu spaarlampen en zuiniger wasmachines, maar in totaal levert dit geen energiebezuiniging op, omdat er nu meer lampen geplaatst en gebrand worden en er meer wordt gewassen. Toch moeten ingenieurs zich daardoor niet te veel uit het veld laten slaan, maar hun verbeelding blijven 6

7 gebruiken. Innoveren betekent risico nemen. Als je iets wilt veranderen, moet je daar niet voor terugdeinzen. Luisteren Eppo Bruins, directeur van technologiestichting STW, vindt dat ingenieurs meer de dialoog met de samenleving moeten aangaan. Luisteren naar andere groepen vind ik belangrijk. En luisteren is meer dan alleen wachten tot iemand is uitgesproken. Dagvoorzitter Starren legde hem direct de vraag voor: wanneer luistert u niet? Bruins: Als ik denk dat ik gelijk heb. Starren voegde eraan toe dat dit misschien het probleem is bij ingenieurs. Een aanwezige merkte op dat ingenieurs met heel leuke dingen bezig zijn, maar zelden met zaken die nuttig zijn voor de maatschappij. Volgens Gijs Boekelo van Grontmij is dit een oud geluid. Het zou helpen als de klanten ook met ons in dialoog zouden gaan. Vooral de overheid heeft de neiging veel te laat of helemaal niet zijn wensen in een open dialoog met het bedrijfsleven te bespreken. Daardoor gaan innovatiekansen verloren. Volgens Emile Wolff wordt de dialoog eveneens bemoeilijkt door de afname van de fouttolerantie. Alles moet direct en altijd optimaal werken. Zo niet, dan heeft de ingenieur een probleem. Verschillende vertegenwoordigers uit het onderwijs waren het met Peter-Paul Verbeek eens wat betreft het T-shapemodel voor de ingenieur. Een van hen riep echter de vraag op: Als je veel extra vakken binnenhaalt, hoe houd je dan techniek hoog in het vaandel? In dat opzicht zou ook het bedrijfsleven meer moeten aangeven wat zij van ingenieurs verwachten. Beroepskwalificatie De tweede voordacht werd verzorgd door Els Dragt, werkzaam bij YoungWorks. Dit bureau voor jongerencommunicatie heeft onderzocht in welke mate jongeren geïnteresseerd zijn in een bètastudie. Hier kwamen vier groepen uit. Er zijn concrete bèta s die sowieso een bètastudie doen en non-bèta s, die totaal niets voelen voor een dergelijke studie. Voor studentenwerving voor bètastudies zijn de groepen van carrièremakers en de generalisten het meest interessant. Dragt: De eerste groep is te verleiden door hen te laten zien dat techniek lucratieve carrièremogelijkheden biedt wat betreft status en geld. Generalisten zijn idealistischer en willen graag het idee hebben dat zij met hun vondsten bijdragen aan het oplossen van problemen op de wereld. De Wageningen Universiteit werft bijvoorbeeld op deze manier. (De presentatie van Els Dragt is te downloaden via de website van KIVI NIRIA; achter techniekpromotie/onderwijs/congres Ingenieur van de Toekomst ). De deelnemers werden na Dragt s voordracht verdeeld over drie groepen om te praten over de ingenieur van de toekomst in het bedrijfsleven, het onderwijs en over de ingenieur als individu. Vlak voor de lunch werden hun bevindingen gepresenteerd. De groep onderwijs stond onder leiding van prof. Karel Luyben, decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen van de TU Delft. De groep signaleerde dat er tegenwoordig geen ingenieurs meer worden opgeleid, maar bachelors en masters. Luyben: Wij stellen voor om te overwegen de term ingenieur als extra beroepskwalificatie in te voeren. Als je rechten studeert, ben je daarna nog geen advocaat, daar moet je iets extra s voor doen. Voor ingenieurs zou iets dergelijks ook te overwegen zijn. Bij de groep van de werkgevers kwam men tot de conclusie dat werkgevers beter moeten nadenken over welk type ingenieur zij voor een bepaalde positie nodig hebben. Paul Oortwijn Dé ingenieur bestaat volgens ons niet. Er zijn specialisten en breder georiënteerde ingenieurs. Het bedrijfsleven moet deze verschillen gaan beseffen en beter benutten bij het invullen van functies. Bij de ingenieur als individu was gesproken over de vraag of ingenieurs niet zichtbaarder moeten zijn. Peter-Paul Verbeek: Een heel duidelijke conclusie was er niet. De ingenieur is bescheiden, in tegenstelling tot de kunstenaar. De laatste zet altijd overal zijn naam onder, maar niemand weet wie een brug heeft gemaakt. De vraag is echter of dit erg is. Wellicht komt het de dialoog ten goede als een ingenieur meer op de voorgrond treedt. 7

8 Meedenken De tijd ontbrak om nog uitgebreid over deze conclusies te discussiëren. Wel bood de dagvoorzitter nog een helpende hand. Hij vroeg de aanwezigen welke koptekst zij boven een artikel over deze ochtend zouden zetten. Van verschillende kanten kwamen er voorstellen. De ingenieur heeft de toekomst, Ingenieur is de bouwheer uit het verleden, Ingenieurs kunnen het op verschillende manieren maken, De ingenieur maakt het! en De ingenieur heeft de T van toekomst. De bijeenkomst bewijst dat ingenieurs beslist bereid zijn mee te denken over de toekomst van hun vak. 8

9 De verbeelding van de Ingenieur Presentatie van Peter-Paul Verbeek, techniekfilosoof Universiteit Twente tijdens het congres De Ingenieur van de Toekomst. 9

10 10

11 Interviews 11

12 De ingenieur van de toekomst komt uit het oosten Prof. dr. Ben Ale vindt het betreurenswaardig dat de goede ingenieurs doorstromen naar het management. Laat ingenieurs toch sommen maken en met creatieve oplossingen komen. De ellende is dat dit werk slechter wordt beloond en dat managers er met het grote geld vandoor gaan. Als we onze bèta brains niet beter gaan belonen, moeten we accepteren dat al onze ingenieurs binnenkort uit het oosten komen, uit Polen, Oekraïne of India en China. Het is niet altijd zo geweest dat de ingenieur lager op de hiërarchische ladder stond, aldus Ben Ale, hoogleraar Veiligheid aan de TU Delft. Toen ik in de jaren zestig in Amsterdam chemie studeerde waren er kabinetsplannen om alle scheikundigen het recht te geven een ingenieurstitel te voeren. Naast afgestudeerden van de TU s (die toen nog TH s heetten) mochten alleen Groningse scheikundig technologen zich ingenieur noemen. Het kabinet viel en het plan werd niet uitgevoerd. Veel studenten vonden dat jammer. In die tijd werd een ingenieurstitel meer waard geacht dan een doctorandustitel. Was je ingenieur dan kon je wat, een doctorandus werd gezien als iemand die eigenlijk nog doctor moest worden. Geen verstand Vandaag de dag is de situatie anders, aldus Ale. Het wordt helemaal niet meer gewaardeerd als iemand iets kan of kennis van zaken heeft. Gelukkig heb ik van de inhoud geen verstand, is een nog veelgehoorde uitspraak van managers waar Ale zich uitermate aan stoort. Ik zie te veel beslissers die niet weten waarover ze beslissingen nemen. En ze zijn er nog trots op ook! Het belangrijkste criterium moet weer zijn dat je ergens verstand van hebt. Anders is het vragen om problemen. Een voorbeeld van hoe dit mis kan gaan is volgens Ale olieconcern Shell. Toen Cor Herkströter ( ), accountant van opleiding, de leiding had bij Shell heeft het korte termijn, snel geld -denken geleid tot een uittocht van technici. Toen de Amerikaanse beursautoriteit navraag deed over de oliereserves, kon niemand een goed antwoord geven. Een duikeling van de beurskoers was het gevolg. Nu zoekt Shell wereldwijd ingenieurs. De Nederlandse overheid heeft dit lesje nog niet geleerd, aldus Ale. Willen wij hier onze voeten droog houden, dan zal de Nederlandse overheid weer ingenieurs in dienst moeten nemen. Uitsluitend adviseurs en kennis inhuren is onvoldoende. Kennis van zaken is volgens Ale nodig om adviezen van consultants goed te kunnen interpreteren en om te zetten in goed gefundeerde beslissingen. Je ziet aan Shell wat er gebeurt als de ingenieurs worden weggejaagd. Bij de gemeentelijke overheden heeft bijvoorbeeld alleen de brandweer nog kennis van de externe veiligheid van bedrijven. Op de stadskantoren en gemeentehuizen kan die sector niet meer worden gecontroleerd. De overheid moet verstand hebben van de zaken waarvoor zij zich verantwoordelijk houdt. Anders raakt ze gemarginaliseerd. Waar zou je nog ministeries voor hebben als ze toch nergens verstand van hebben? Ervaring Een ander gevolg van de houding dat kennis niet belangrijk is, is een sterke onderschatting van ervaring. Concepten als jobrotation en vervroegde uittreding lijken ervan uit te gaan dat je niet te veel ervaring, en daarmee kennis, mag hebben. Dat is nadelig voor de waardering van ingenieurs; voor hun functioneren zijn kennis en ervaring belangrijk. Bij jobrotation bijvoorbeeld krijg je een nieuwe functie zodra je weet hoe het allemaal werkt. Neem bepaalde informaticaprojecten. Regelmatig moet een oude rot erbij gehaald worden die nog weet hoe het in elkaar zit. Ervaring moet gewaardeerd blijven, anders moet je die tegen drie keer zo hoge kosten inhuren. Een afschrikwekkend voorbeeld vindt Ale een project als RandstadRail. Het lijkt soms wel 80% management en 20% uitvoering. Nu zien we de krakkemikkige resultaten. 12

13 Het moet weer gaan over de inhoud. Als een econoom gaat inkopen, worden de spullen op korte termijn misschien wel goedkoper, maar op de langere termijn ben je duurder uit omdat de spullen niet de kwaliteit hebben die ze moeten hebben. Daar ligt een taak voor de toekomstige ingenieurs. Die hebben verstand van zaken. Ale ziet met lede ogen ingenieurs weglekken naar managementfuncties. De beste ingenieurs inzetten voor management is een verkeerde inzet van hun brein. Er is niets mis met nerds. We moeten gaan nadenken over hoe we hen meer kunt waarderen. Binnen een organisatie kun je meestal alleen carrière maken als je naar het management overstapt. Managers gaan er met het grote geld vandoor en het brein moet het met een lagere beloning doen. Als we onze bèta brains niet beter gaan belonen, moeten we accepteren dat al onze ingenieurs over twintig jaar uit het oosten komen, uit Polen, Oekraïne, of nog verder, uit India en China. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar dan moeten wij niet achteraf gaan mopperen dat er zoveel buitenlanders naar Nederland komen. Vragen Een opleiding tot ingenieur heeft als basis: de juiste vraag leren stellen en met een ontwerp voor een oplossing komen. Ale: Een juiste probleemanalyse ligt altijd ten grondslag aan een effectieve oplossing. Het ontwerpen van een oplossing is de vaardigheid waarmee ingenieurs zich onderscheiden. De echte wetenschapper blijft eindeloos de vraag stellen en diept die steeds verder uit, maar hoeft niet met praktische oplossingen te komen. Het zorgvuldig stellen van vragen is nog belangrijker voor de ingenieur van de toekomst. Wij staan voor geheel nieuwe uitdagingen. Het voortborduren op bestaande oplossingen is niet meer voldoende. We moeten terug naar de vragen die erachter liggen. Neem de opwarming van de aarde. Moeten we proberen de gevolgen te beperken of moeten we leren leven met de gevolgen? Bijvoorbeeld dat de steden in Europa in een soort Sahara komen te liggen? De oplossing van de ingenieur zal afhankelijk zijn van de gestelde vraag. Goede vragen stellen bevordert ook de veiligheid vindt Ale. In 2005 was er in een BP-olieraffinaderij een groot ongeluk waarbij vijftien mensen omkwamen en 170 gewond raakten. Daar is door US Chemical Safety Board de vraag gesteld: hoe kon het ondanks alle voorschriften en maatregelen toch zo fout gaan? Dat vind ik een betere vraag dan: wat is er gebeurd en waarom? Overigens was de oorzaak grotendeels economisch: er was teveel bespaard op onderhoud. De ingenieur van de toekomst zal natuurlijk ook oplossingen ontwerpen. Dat is hard nodig. De ronde vorm van een wiel verandert niet, maar de precieze uitvoering en de toepassing zijn wel te verbeteren en te vernieuwen. De ingenieur van de toekomst moet dus vooral inhoud hebben, mag een nerd zijn en zijn brein moet goed benut, erkend en beloond worden door het bedrijfsleven, het management en de overheid. 13

14 Techniek is de kunst om nuttige dingen te maken Tom van Beek, directeur Human Resources bij Koninklijke BAM Groep, ziet het liefst dat de ingenieurs van de toekomst jonge ondernemende professionals zijn. Professioneel houdt voor ons in dat ingenieurs vooral zeer goed in hun vak zijn. Wij bieden wat tegengewicht tegen de roep om steeds bredere ingenieurs. Ondernemend houdt voor ons in dat ingenieurs met ideeën komen voor verbetering van producten en processen. Koninklijke BAM Groep is, met internationaal medewerkers, waarvan in Nederland, een grote bouwonderneming. Tom van Beek: In Zuid-Europa zijn er nog veel grotere bouwconcerns, maar in de Scandinavische landen zijn de meeste bouwbedrijven kleiner. Nederland zit daar tussenin. BAM is sterk in verschillende bouwvormen, bijvoorbeeld civiele techniek, wegenbouw, rail, woningontwikkeling en -bouw en utiliteitsbouw en is actief in verschillende Europese landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, België, Ierland en Duitsland. Wij streven naar samenwerking van de sectoren over de verschillende landsgrenzen heen. Zo heeft onze Nederlandse railbouwer projecten in Ierland en Schotland in uitvoering. De verschillende werkmaatschappijen zijn geen eilanden. Dat zie je ook terug bij onze jongerenorganisatie Young BAM. Dit zijn de jonge ingenieurs uit diverse sectoren. Die komen regelmatig bijeen en nodigen dan allerlei interne en externe deskundigen uit om een onderwerp uit te diepen. Daar vindt ook veel uitwisseling plaats tussen de verschillende sectoren. Ondernemende professional Techniek is voor Van Beek de kunst om nuttige dingen te maken. Nuttig betekent dat de producten tegemoetkomen aan een maatschappelijke behoefte. Misschien moeten ingenieurs en het bedrijfsleven daar zelfs bij voorop lopen, meent Van Beek. Op het moment dat er een maatschappelijke vraag komt naar duurzame oplossingen, moeten wij die al op de plank hebben liggen. Een bouwbedrijf is bij uitstek een technisch bedrijf, maar de technologie waar BAM behoefte aan heeft is aan het veranderen. Het bedrijf wil in de toekomst meer ondernemer zijn en minder aannemer. Van Beek: Het bouwen in opdracht van anderen is onze kernactiviteit. De marges daarin zijn echter niet de hoogste. Onze strategie is daarom om verder uit te breiden naar ontwerpen en ontwikkelen en, na het bouwen, facility management en onderhoud. Deze verschuiving betekent dat er nieuwe concepten en producten ontwikkeld moeten worden en dat heeft consequenties voor de ingenieurs die BAM in de toekomst nodig heeft. Van Beek: Wij hebben behoefte aan jonge ondernemende professionals. Professioneel houdt voor ons in dat de ingenieurs vooral zeer goed in hun vak moeten zijn. Wij bieden wat tegengewicht tegen de roep om steeds bredere ingenieurs. Wij hebben geen bezwaar tegen breed, maar dat mag niet ten koste gaan van de diepgang in hun eigen vakgebied. Ondernemend houdt volgens Van Beek in dat er van de jonge ingenieurs initiatieven worden verwacht. Het logistieke proces in de bouw kan nog zeker verbeterd worden. Wij hopen dat de ingenieurs van de toekomst nadenken over producten en concepten die deze verbetering kunnen brengen. Als voorbeeld noemt Van Beek de hoeveelheid bouwafval op de bouwplaats. Er gaat door tal van oorzaken veel bouwmateriaal verloren. Zowel in het kader van kostenbesparing als duurzaam ondernemen willen we dat heel graag terugbrengen. Uiteraard zitten er aan het ondernemerschap ook grenzen. Een ondernemende boekhouder lijkt mij wat gevaarlijk. We zoeken een goede balans tussen uitvoering en initiatieven. 14

15 Openheid De bouw is in technisch opzicht een enigszins conservatieve wereld, waar men eigenlijk alleen wil werken met bewezen technologie. Toch zullen de ingenieurs van de toekomst open moeten staan om samen met leveranciers en klanten producten en processen te verbeteren. De natuurlijke stijl van de ingenieur is er een van zelf dingen ontwerpen en ontwikkelen. Passie is natuurlijk goed, wel graag gecombineerd met openheid en realiteitszin. Die stijl van focussen op eigen oplossingen zal de ingenieur van de toekomst moeten verlaten. Hij zal daarnaast in staat moeten zijn om in een zeer diverse omgeving samen te werken, zoals in publiekprivate samenwerkingsvormen met divers samengestelde groepen, en om open te staan voor de ideeën die daar leven. De gemiddelde BAM er is volgens Van Beek resultaatgericht, zelfstandig, houdt van uitdaging en is een leider. Dat zijn eigenschappen die wij ook graag in onze toekomstige ingenieur terug zien. Bij leiderschap moeten we dan niet denken aan het directief leidinggeven. Door medewerkers de ruimte en verantwoordelijkheid te geven is veel productiviteitswinst te halen. Communicatie met de omgeving rond bouwprojecten wordt steeds intensiever en belangrijker. Ook onze wens naar transparantie vraagt dat. Ook dat moet een ingenieur van de toekomst kunnen. De ingenieur van de toekomst moet wel een schaap met vijf poten zijn, beaamt Van Beek, vooral omdat deze extra vaardigheden niet ten koste mogen gaan van het vakmanschap. Het is bekend dat de opgroeiende generatie steeds meer multi tasking is. Dat hoeft dus geen problemen op te leveren. Ontwikkelmap Overigens kan de klassieke rekenaar bij BAM in de toekomst ook nog een plek vinden. Een bedrijf heeft verschillende soorten mensen nodig, vindt Van Beek. Maar openstaan voor andere ideeën is ook bij hen wel een belangrijke eis. Om medewerkers een loopbaantraject aan te bieden dat bij hen past, heeft BAM een eigen Business School. Het gevarieerde opleidingsaanbod biedt medewerkers een duidelijke structuur om hun loopbaan uit te stippelen. Onderdeel daarvan zijn persoonlijke ontwikkelingsplannen, waarvoor het idee in het Verenigd Koninkrijk is ontstaan. Daar kampte de branche met grote problemen bij het vinden van personeel voor de bouw, omdat het imago van de sector zo slecht was. Samen met de overheid is er vervolgens hard aan gewerkt om de bouw aantrekkelijker te maken door een heel duidelijk perspectief te bieden over de ontwikkelmogelijkheden. Dat is goed gelukt, iedereen gaat daar met de persoonlijke ontwikkelmap onder de arm van werk naar werk. Dat is een voorbeeld voor Nederland. De ingenieur van de toekomst zal zich ook permanent willen ontwikkelen en constant zijn carrièrekansen willen waarnemen en dat moeten wij hun ook kunnen bieden. Van Beek verwacht dat de belangstelling voor een buitenlandse carrière bij toekomstige ingenieurs minder zal zijn. Jonge professionals zijn in het begin van hun carrière nog wel geïnteresseerd in een buitenlands avontuur. Naarmate bijvoorbeeld hun levenspartner in zijn of haar eigen carrière vorderingen maakt, willen ze graag op een vaste plek werken. De balans tussen werken en privé is de afgelopen jaren belangrijker geworden en die trend zet zich door. Wij spelen daarop in door de faciliteiten te verbeteren. Waar de expat voorheen bijvoorbeeld eens in de maand naar Nederland kwam, kunnen we bespreken of dat vaker kan. Deels proberen wij het ook op te lossen door met meer lokale mensen te werken. Toekomstige ingenieurs zullen er dus ook rekening mee moeten houden dat ze meer buitenlandse collega s krijgen. 15

16 Ingenieur moet meer ontwikkelaar worden dan ontwerper Ingenieurs van de toekomst dienen volgens ing. Saskia Borgers, directeur-generaal Milieubeheer van het ministerie van VROM, de aanpak van een ontwerper en een ontwikkelaar te combineren. Een ontwerper is de technicus pur sang, die met een product bezig is. Een ontwikkelaar is gevoelig voor de sociale context die relevant is voor het ontwerp. Een goed technisch ontwerp is geen garantie voor sociale acceptatie. In de kamer van ing. Saskia Borgers, directeur-generaal Milieubeheer van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), staat alleen een grote vergadertafel. Geen bureau. Het lijkt illustratief voor de werkelijkheid voor een door beleid, politiek en onderhandeling beheerste omgeving. Mijn dag bestaat inderdaad veel uit vergaderen. Hierbij is mijn Blackberry mijn voornaamste gereedschap ; mijn computer staat zelden aan. Borgers studeerde milieukunde aan de hogeschool in Deventer en later in Wageningen. Zij wilde niet in een laboratorium werken en vulde haar curriculum aan met milieurecht en communicatie aan de Universiteit van Amsterdam. De Universiteit Wageningen vond dat ik mijn vakken te verspreid had gekozen en ik kon daarop niet afstuderen. Dus houd ik het maar bij ing. Borgers werkte eerst op het terrein van de ruimtelijke ordening bij de provincie Zuid-Holland en vervolgens als gemeentesecretaris in Purmerend. Toen ze in haar eigenlijke vakgebied terugkeerde, als directeur-generaal milieu, vond ze de focus sterk veranderd. Er is veel meer aandacht gekomen voor complexe milieuvraagstukken zoals fijn stof, CO 2 en energie. Sociale context Voor Borgers is techniek synoniem voor het denken en geloven in systemen. Je analyseert een probleem en komt met een oplossing. Dat werkt heel goed bij bijvoorbeeld een technische installatie, waarvan je de waarden en uitkomsten door berekening kunt voorspellen. Dit systeemdenken heeft echter zijn grenzen. Je kunt niet alles zo benaderen. Het leven en de samenleving zijn niet in een systeem te vangen, vanwege allerlei keuzes en beslissingen die mensen maken. Een ingenieur moet daarom verder kijken dan het systeem. Uiteindelijk worden de (technische) systemen ontworpen om door mensen te worden gebruikt. Het lijkt daarom niet meer dan logisch dat de gebruikers op de een of andere manier betrokken zijn bij het ontwerp. Deze sociale context van mens en maatschappij bepaalt de randvoorwaarden voor de techniek en kan heel grillig en onvoorspelbaar zijn. Het denken over kernenergie illustreert iets van de spanning tussen een energiesysteem en de context. Ik kan me nog herinneren dat ik meefietste in een protesttocht tegen kernenergie. Nu denkt de samenleving er anders over. De sociale omstandigheden voor systemen kunnen kennelijk in enkele decennia behoorlijk veranderen. Gevoelige antennes hebben voor alles wat er in de samenleving leeft, is voor een ingenieur geen overbodige luxe. Borgers is een fan van onder andere de stadsecoloog Tjallings. Bij het inrichten van bijvoorbeeld een park ontwerpt hij niet van tevoren een plattegrond voor de fiets- en wandelpaden. De ervaring leert dat mensen graag van de gebaande paden afwijken en hun eigen routes kiezen en deels bijvoorbeeld over het gras gaan lopen. Tjallings laat mensen eerst hun woonomgeving gebruiken en legt vervolgens de paden op die plaats aan die mensen zelf hebben gekozen. Ingenieurs zouden ook naar dergelijke aanpakken moeten zoeken. Ontwikkelaar De ingenieurs van de toekomst zullen volgens Borgers meer oog moeten hebben voor de sociale, maatschappelijke context. Zij moeten de insteek van een ontwerper en een ontwikkelaar combineren. 16

17 Een ontwerper is in haar visie de technicus pur sang, die met een product bezig is. Een ontwikkelaar houdt zich nadrukkelijk ook bezig met het proces. Ingenieurs van de toekomst zullen meer worden opgeleid tot ontwikkelaars, want een goed ontwerp is geen garantie voor acceptatie. Borgers typeert zichzelf vooral als een ontwikkelaar, een procesmens. In haar functie op het ministerie doet zij niet anders dan zich bezighouden met sociale aspecten. De werkelijkheid is technologie plus het proces plus de relaties tussen mensen en groepen. Managen is dealen met de dwarsverbanden oftewel de relaties tussen mensen. Een goed uitgedacht (technisch) systeem is één ding, maar dat betekent niet automatisch dat het wordt geaccepteerd. Ingenieurs van de toekomst moeten zich dat goed realiseren bij de introductie van technologische innovatie. Borgers vergelijkt de huidige ingenieur ook wel met een kunstenaar. Een kunstenaar maakt iets of ontwerpt een kunstobject en wacht daar het publiek bij af. De ingenieur van de toekomst zal zijn publiek moeten beschouwen, de behoeften peilen, en maakt daar een ontwerp voor. Het kan niet zo zijn dat een ingenieur afwacht of er draagvlak is voor zijn ontwerp. Voor een ingenieur is het een zoeken naar de balans tussen bezig zijn met het technisch ontwerp en de externe aspecten die met het proces, de ontwikkeling, te maken hebben. Stage Politieke processen zijn een extern aspect waar een ingenieur zeker mee te maken krijgt. Ingenieurs van de toekomst zouden zich daarin moeten verdiepen. Politiek is een complex proces. Om daarin te functioneren, zijn andere capaciteiten nodig dan alleen technische kennis. Ik ben er een voorstander van dat studenten van technische universiteiten ook eens stage komen lopen bij de overheid. Kennis van politieke processen zal ingenieurs van de toekomst helpen te begrijpen waarom een technologie in een bepaalde periode geen kans van slagen heeft. Zeg maar tien jaar geleden viel de bereidheid van de overheid om de ontwikkeling van alternatieve energie, bijvoorbeeld zonnepanelen, te steunen vrijwel helemaal weg. Als je als ingenieur daar alles op ingezet hebt, sta je even raar te kijken. In plaats van daar bitter over te zijn, moet de ingenieur oog krijgen voor de politieke dynamiek en afwachten tot een politiek klimaat open staan voor die bepaalde techniek. Borgers is van mening dat de ingenieur soms op zijn handen moet gaan zitten; even niets doen. Als je ergens veel in geïnvesteerd hebt, in geld en/of onderzoek, is dat natuurlijk soms wel moeilijk. Innovatie is echter een zoektocht hoe een en ander mogelijk is. Zowel op technisch, maar ook politiek vlak. Negatieve energie en chagrijnigheid moet je zien te voorkomen. Het heeft geen zin om teleurgesteld te blijven afwachten totdat het politieke klimaat weer verandert. 17

18 Ingenieurs zijn altijd enthousiast over hun werk Politicoloog drs. Wim Deetman heeft een verrassend grote interesse in techniek. Hij zat in menige jury voor technische prijsvragen en is een fervent lezer van het blad De Ingenieur. Zelf verklaart hij zijn interesse door zijn opleiding aan het gymnasium-b en even later vertelt hij dat hij als kind een grote doos meccano had. Ik vond het prachtig om een stoommachinetje op spiritusblokjes te laten draaien. In zijn lange bestuurlijke carrière minister van Onderwijs, voorzitter van de Tweede Kamer en nu Staatsraad heeft politicoloog Wim Deetman op veel verschillende manieren met techniek en ingenieurs te maken gehad. Als minister van Onderwijs was hij verantwoordelijk voor het directoraat Wetenschapsbeleid, waaronder de universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstituten vallen. Met de inhoud van het onderzoek bemoeiden wij (de ambtenaren van het directoraat en Deetman, red.) ons niet. De taak van de overheid is in mijn opvatting kwaliteitsbewaking en het aangeven van prioriteiten. Wij zijn toentertijd wel begonnen met de vijfjarenprogramma s waarbinnen de verschillende wetenschappers werkten aan een groter breder thema. Dat waren het stedenbeleid, klinisch onderzoek en bijvoorbeeld bodemsanering. In die periode speelde de bodemvervuiling bij Lekkerkerk. De enige oplossing die wij toen hadden, was afgraven en verbranden. Nu hebben wij, dankzij het brede onderzoek, veel meer mogelijkheden tot onze beschikking. Eén thema kreeg Deetman in de jaren tachtig niet door de ministerraad. Tot vandaag de dag vindt hij dat een gemiste kans. Dit was een onderzoeksprogramma naar de mogelijkheden voor ondergronds en hoog bovengronds bouwen. Ik zag in andere landen hoe men, door gebrek aan ruimte, ondergronds ging bouwen en torenhoge gebouwen neerzette. Nederland had daar relatief weinig kennis over. Niemand binnen de ministerraad zag er iets is, maar een aantal jaren later werd die kennis node gemist. Haagse tramtunnel Als burgemeester van Den Haag kreeg Deetman met ingenieurs persoonlijk te maken. Dat waren altijd interessante ontmoetingen. Bijvoorbeeld bij een van de meest roemruchte Haagse projecten: de tramtunnel. Deze bevindt zich onder een van de drukste Haagse winkelstraten. We wilden deze niet te lang open hebben liggen, maar met boren was in Nederland nog te weinig ervaring opgedaan. Er werd daarom gekozen voor de methode van damwanden slaan, de straat weer dichtmaken en vervolgens de tunnel ondergronds uitgraven. Dit proces verliep niet helemaal vlekkeloos en Deetman besloot, toen zich problemen voordeden, zelf de werkzaamheden van de tramtunnel te bezoeken. Wat mij toen opviel, was het grote verschil in stemming onder en boven de grond. Twintig meter onder de straat stonden de goedgemutste en enthousiaste ingenieurs, die weinig problemen zagen. Met al hun vakkennis hadden ze overal oplossingen voor en dachten ze drie stappen vooruit: als dit dan dat, als zus dan doen we zo. Bovengronds stonden de journalisten, die alleen maar vragen hadden over wat er mis was. Terugkijkend op de tramtunnel vindt Deetman dat de ingenieurs onvoldoende ruimte hebben gekregen. De politiek maakte zichzelf probleemeigenaar en dat hadden we beter aan de ingenieurs kunnen overlaten. Deetman had ook zitting in de jury van de afdeling Techniek, Maatschappij en Economie van KIVI NIRIA, die ieder jaar een prijs uitloofde voor de beste afstudeerscriptie. Zo maakt hij op papier kennis met jonge ingenieurs. Gedurende de zomer las ik de scripties en ik vond dat een feest. Zulke interessante oplossingen of ideeën die erin stonden, en te merken met welk enthousiasme daaraan werd gewerkt! Het was vreselijk leuk om daar kennis van te nemen. 18

19 Het enthousiasme waarmee de ingenieurs opgaan in hun werkzaamheden, is tegelijkertijd ook hun valkuil. Zij vinden hun vak altijd zo geweldig en mooi en verliezen zich soms helemaal in de techniek. Dat zie je bij bouwprojecten, maar ook bij bijvoorbeeld ICT-projecten. Er kan zo veel en de ingenieur wil dat allemaal graag realiseren. Het is dan aan de bestuurder om daar richting aan te geven. Ik ben gewend tegenover de visie van de ingenieur een second opinion te zetten als een soort contragewicht. Helaas hebben de overheden nu te weinig kennis in huis om dat te doen en moeten ze hiervoor ingenieursbureaus inhuren. Dat maakt het openbaar bestuur kwetsbaar. Aan de andere kant laten ingenieurs ook wel problemen liggen. Wij hadden in Den Haag en het Westland jarenlang last van veel wateroverlast. Op een bepaald moment ben ik naar de ingenieurs binnen ons bestuur gestapt met de vraag: is dat niet op te lossen? Dat is toen ook gebeurd. Een ander voorbeeld vindt Deetman de spaarlamp: Waarom zijn er nog geen spaarlampen met goede lichtopbrengst die je net als de gloeilamp overal in kunt draaien? Nauwkeurigheid Ingenieurs van de toekomst zullen zich moeten instellen op multidisciplinair onderzoek, aldus Deetman. Het werk van de ingenieur is bijna per definitie gericht op de toepassing en er is tegenwoordig bijna geen vakgebied dat geen technische kennis vereist of kan gebruiken. Dat kunnen materialen, constructies of computers zijn. Het ligt dus voor de hand dat ingenieurs met andere vakgebieden samenwerken. Dat zien we al veel gebeuren, maar het zal nog verder toenemen. De ingenieur van de toekomst zal daarop voorbereid en ertoe geëquipeerd moeten zijn. Deetman vindt dat de ingenieurs van de toekomst even nauwkeurig moeten blijven als hun voorgangers. Ik verbaas me en schrik ook van incidenten zoals een plein in Amsterdam dat verzakt plus daaraan grenzende flats en winkels, of een instortend balkon in Maastricht, of bruggen waar ineens geen vrachtverkeer meer overheen mag. Ik vraag mij dan af: hoe kan dat? Het kan geen gebrek aan technische kennis zijn. Deetman vermoedt dat een oorzaak de computer is, waarbij alles heel nauwkeurig berekend kan worden. Dat heeft ook z n keerzijde. Ik heb de indruk dat, omdat je het beter kunt berekenen, de veiligheidsmarges die aangehouden worden kleiner zijn geworden. Dat maakt producten goedkoper, maar ook kwetsbaarder voor falen. Als belangrijke thema s voor ingenieurs ziet Deetman het samenwerken met de medische wetenschap en het ontwikkelen van oplossingen voor het mobiliteitsvraagstuk. Deetman: Ik verbaas mij over het ontbreken van innovatieve ontwikkelingen voor het mobiliteitsvraagstuk. We verplaatsen ons al een eeuw, en in toenemende mate, in een auto met een verbrandingsmotor. Onder andere in De Ingenieur lees ik wel over andere mogelijkheden. Ook plannen als die van waterbouwkundig ingenieur Ronald Waterman voor landaanwinning in zee lijken wel nooit verder te komen dan een futuristisch idee. Waar dat aan ligt, kan ik niet mijn vinger achter krijgen. 19

20 Zet een ingenieur naast een beleidsmaker Dr. ir. Marjolein Dohmen-Janssen, universitair docent Universiteit Twente, vindt dat in de toekomst naast beleidsmakers een ingenieur moet staan. Ik heb van nabij meegemaakt hoe los van de werkelijkheid sommige mensen op sleutelposities kunnen zijn. Raadzaam vindt zij dan wel om het salaris van een ingenieur te verhogen. Maatschappelijke status wordt grotendeels bepaald door het salaris. Een goed betaalde manager luistert eerder naar iemand met een vergelijkbare maatschappelijke status. Ingenieurs hebben vooruitgang gebracht, zo is de mening van dr. ir. Marjolein Dohmen-Janssen. Zij is universitair docent bij de afdeling Waterbeheer van de faculteit Construerende Technische Wetenschappen aan de Universiteit Twente en vindt dat ons praktische leven veel gemakkelijker is dan in de voorgaande eeuwen. Zonder ingenieurs was dat niet gerealiseerd. We hebben veel meer hulpmiddelen en het is veiliger dankzij voorzieningen als de Deltawerken. Ook is er een grotere mobiliteit van mensen en goederen. Naast de nadelen die dit heeft, vormt het de basis van een bloeiende economie. Dohmen-Janssen besloot na speciale voorlichtingsdagen voor meisjes van de TU Delft Thea studeert Techniek te kiezen voor een studie civiele techniek. Ik vond de exacte vakken wel leuk, maar alleen wiskunde of (theoretische) natuurkunde leek mij te droog. Daarvoor ben ik kennelijk te praktisch ingesteld. Bovendien ben ik altijd gefascineerd geweest door constructies, vooral door grote civiele werken. Tijdens haar studie aan de TU Delft raakte Dohmen-Janssen geïnteresseerd in de werking van stroming en golven op hun omgeving. Ik heb een jaar aan het Imperial College in Londen gestudeerd en daar onderzoek gedaan naar vloeistofdynamica en sedimenttransport in rivieren en zeeën. In 1994 studeerde zij af als civiel ingenieur en koos voor een promotieonderzoek. Hiervoor heb ik mij gericht op de sedimentdynamica in kustwateren. Het interessante hiervan vind ik dat hierbij naast lineaire stromingen ook golfpatronen een belangrijke rol spelen. Deze zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de mooie ribbelpatronen en dergelijke op onze stranden. Duofunctie De (civiele) ingenieur van de toekomst zal een hoger abstractieniveau moeten aankunnen en goed inzicht moeten hebben in de kennis die computermodellen opleveren. Net als in zoveel economische sectoren wordt ook bij waterbeheer tegenwoordig steeds meer gebruikgemaakt van computermodellen. Het nadeel daarvan is dat dergelijke gedetailleerde modellen soms een schijnnauwkeurigheid opleveren. Met de modellen kan steeds meer, maar als je deze mogelijkheden benut, blijft de rekentijd onverminderd lang. Te lang in ieder geval om er kortetermijnbeslissingen op te baseren; veelvuldige simulatieronden zijn evenmin mogelijk. Het is volgens mij aan te raden om in de toekomst voor een specifiek probleem een beperkt aantal parameters te selecteren en zo tot handzamer modellen te komen. Het kiezen van de parameters vereist inzicht in de processen en abstractievermogen is nodig voor de vereenvoudiging van modellen. Ook in sociaal opzicht wordt de taak van de toekomstige ingenieur veeleisender. De ingenieur werkt steeds meer in een veelzijdig maatschappelijk krachtenveld. Dat vereist een andere opstelling en vaardigheden. Van nabij heeft Janssen meegemaakt hoe het is om als bèta binnen de politiek te opereren. De bestuurder verbaasde zich regelmatig over collega-bestuurders veelal alfa s die cijfers of risicoanalyses niet begrepen of verkeerd interpreteerden. 20

21 Dohmen-Janssen verwacht dat beslissingen in toenemende mate in breed samengestelde groepen worden genomen, bestaande uit mensen met verschillende achtergronden. Het wordt de taak van de ingenieurs om op een toegankelijke en aansprekende wijze de feiten, cijfers en berekeningen over het voetlicht te brengen. Dit betekent dat ze inzicht moeten krijgen in politieke processen en zich vaardigheden eigen moeten maken op het gebied van presentatie en communicatie. In Twente besteden wij binnen de opleiding veel aandacht aan deze aspecten, want wij beschouwen ze als een belangrijke basis voor de moderne ingenieur. Eigenlijk zou Dohmen-Janssen het een nog beter idee vinden als naast elke beleidsmaker een ingenieur zou staan, in een soort duofunctie. Misschien dat we dan ook afkomen van het ad hoc- en incidentdenken in de politiek. Abstract Belangrijk vindt Dohmen-Janssen eveneens dat er in de toekomst ruimte blijft voor ingenieurs die meer geïnteresseerd zijn in abstract onderzoek. Ik vind het niet terecht dat wetenschappelijk onderzoek altijd op korte termijn toepasbaar moet zijn. Meer en meer moet financiering van het onderzoek op projectbasis plaatsvinden (tweede geldstroom). Financiering vanuit de eerste geldstroom door de universiteit zelf wordt steeds minder. Bij het onderzoek op projectbasis op technisch-wetenschappelijk terrein zijn toepassingsmogelijkheden een zeer belangrijk criterium bij de beoordeling. De ingenieur moet daarom verder voorbij de horizon kijken. Ook dat vraagt een brede kijk op de dingen en een hoog abstractieniveau. Het is vandaag de dag heel lastig om een onderzoek goedgekeurd te krijgen waarbij de belangrijkste drijfveer wetenschappelijke nieuwsgierigheid is en waarbij het lastig is om het directe nut aan te geven. Het gevaar is dat door het terugdringen van dit meer abstracte onderzoek, de fundamentele kennis binnen de ingenieurwetenschappen zich niet of te weinig ontwikkelt. Dohmen-Janssen vindt het ook jammer dat meer visionaire onderzoeken eveneens minder kans maken bij de tweede geldstroom. Het is ook van belang dat er binnen een universiteit ruimte is om op langere termijn te durven denken en daar verschillende onderzoeksmodellen op los te laten. Een van onze beste studenten is bezig met een visionair onderzoek naar de kustsituatie in Nederland over tweehonderd jaar. Dit soort onderzoek brengt het denken verder. Je stelt jezelf de vraag: welke maatregelen zouden wij kunnen inzetten bij een zeespiegelstijging. Sleutel De ingenieur van de toekomst moet breder zijn dan zijn of haar voorgangers, vindt Dohmen-Janssen. Ingenieurs zullen altijd naar oplossingen zoeken. Hiervoor blijven een analytisch vermogen, creativiteit en een forse dosis kennis nodig. Maar de oplossingen spelen zich steeds meer af in een sociaalmaatschappelijk context en de uiteindelijke besluitvorming zal steeds meer in teamverband plaatsvinden. Een ingenieur moet toegerust zijn om daarin goed te functioneren en daarom moet een ingenieur van de toekomst ook de noodzakelijke sociaal-maatschappelijke kennis en vaardigheden opdoen. Willen ingenieurs een belangrijke stem in teams, de overheid of het bedrijfsleven krijgen, dan is het verbeteren van hun status net zo belangrijk als het ontwikkelen van hun vaardigheden. Dohmen-Janssen is van mening dat waardering voor de ingenieurs is achtergebleven bij hun maatschappelijke prestaties. Waardering wordt in onze maatschappij uitgedrukt in de hoogte van het salaris en ingenieurs horen niet tot de topverdieners. Een hoger salaris is een van de sleutels tot meer invloed voor ingenieurs. 21

22 Ingenieurs moeten leren interactief te ontwerpen De wereld verandert snel. Voordat een ontwerp of concept van een ingenieur wordt toegepast, kan de situatie al gewijzigd zijn. Prof. dr. Josee van Eijndhoven, hoogleraar duurzaam management aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam: Ingenieurs moeten daarom niet met één, maar met meerdere ontwerpen komen. Samen met andere groeperingen kunnen zij bepalen welk ontwerp op een bepaald moment het meest geschikt is. Josee van Eijndhoven studeerde chemie in Leiden. In de jaren zestig gingen de afgestudeerden van mijn faculteit naar de grote researchlaboratoria. Delftse ingenieurs gingen in die periode naar de grote, industriële bedrijven. Op dit moment is het onderscheid tussen deze twee groepen chemici veel minder groot volgens Van Eijndhoven. De tijd van stoffen mengen of het bepalen van de structuur van stoffen is voorbij. Tegenwoordig maken beide soorten chemici gebruik van de analysetechnieken die gebaseerd zijn op computermodellen, om inzicht te krijgen in complexe systemen. Overigens groeien ook andere vakgebieden naar elkaar toe door het toenemende gebruik van deze modellen. Het verschil tussen de werkzaamheden van een ingenieur en bijvoorbeeld een econoom vervaagt. Recent is op de economische faculteit van Erasmus een nieuwe dienstregeling voor de NS ontwikkeld die de nodige wiskunde vereist. Een technisch wiskundig ingenieur had dit ook kunnen doen. Voor de ingenieurs heeft het werken met modellen wel een nadeel. Ze staan verder van de realiteit oftewel minder met hun poten in de modder. Belangrijk is ervoor te zorgen dat de verbinding tussen computer en realiteit wel wordt gemaakt. Creativiteit Met de rol van de ingenieur houdt Van Eijndhoven zich al langere tijd bezig. Voor KIVI NIRIA heeft zij een lezing gehouden: De ondraaglijke zwaarte van de mens verlichten. Een nieuwe rol voor de ingenieur?. Van Eijndhoven vindt dat ingenieurs in de toekomst een andere rol moeten spelen, omdat zowel de vraagstukken van de samenlevingen als de samenleving zelf veranderen. De laatste vijftig jaar heeft de aandacht voor het milieu op veel plaatsen de gevaren van stoffen en vervuilende technologieën sterk teruggedrongen. Maar de vraagstukken waar wij nu voor staan bijvoorbeeld klimaatverandering en de energiecrises zijn veel hardnekkiger en complexer. Bovendien zijn wetenschap en technologie van steeds groter belang bij het vaststellen van risico s en het zoeken naar oplossingen. Bij deze vraagstukken speelt het element onzekerheid een belangrijke rol, aldus Van Eijndhoven. Als de zeespiegel stijgt, weet niemand hoeveel dat zal zijn. Evenmin is in te schatten wat de klimaatverandering precies zal betekenen voor de regenval en de afvoer door de rivieren. Of wat het aantal en de kracht van stormen in de toekomst zullen zijn. Langzaam maar zeker hebben deze veranderingen in problematiek ook gevolgen voor het werk van ingenieurs. Vroeger was de opdracht: bouw een stevige en veilige brug. Nu wordt een ingenieur een probleem voorgelegd: goederen moeten van A naar B. Wat is dan de meest efficiënte en duurzame manier? Dat vraagt meer creativiteit en een grote abstractie. Mandje Deze maatschappelijke veranderingen zullen van de ingenieurs van de toekomst een andere houding vereisen dan van hun voorgangers. Allereerst zullen ingenieurs minder het perspectief bepalen van een oplossing. Een illustratief voorbeeld is de Brent Spar. Dit boorplatform wilde Shell laten afzinken in de oceaan, maar daar kwam veel protest tegen. Technisch was het wellicht de beste oplossing, maar vanuit een ander perspectief niet. Milieugroepen waren bang dat oliemaatschappijen in de toekomst het afzinken als de makkelijkste methode zouden zien en dat met al hun overbodige platforms zouden doen. Dan zou een substantieel probleem kunnen zijn. 22

23 Evenmin zal het in de toekomst voldoende zijn als ingenieurs slechts met één, volgens hen beste, oplossing komen voor een vraagstuk. Zoals eerder gezegd zijn de onzekerheden groot. De wereld, de opvattingen van het publiek en de vraagstukken veranderen doorlopend. Tegen de tijd dat het moment aanbreekt dat een ontwerp of oplossing wordt uitgevoerd, is deze meestal al verouderd. Van Eijndhoven pleit ervoor dat ingenieurs een grote mate van flexibiliteit in hun oplossingen inbouwen, waardoor er ingespeeld kan worden op eventuele veranderingen. Nog beter is het als een ingenieur met een mandje van oplossingen komt en samen met de andere belanghebbenden bekijkt welke oplossing op welk moment het meest geschikt is. Het geduld van de ingenieur zal worden beloond. Wel zullen ingenieurs met hun technische kennis een belangrijke rol kunnen spelen bij het gezamenlijk bepalen van een oplossing. Volgens Van Eijndhoven zijn dergelijke ontwikkelingen al waarneembaar. Een medewerker van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard zei tegen me: Vroeger hadden wij ingenieurs nodig die een duiker konden ontwerpen als er een probleem was met de peilbeheersing. Tegenwoordig hebben wij mensen nodig die het probleem kunnen uitleggen aan de omgeving en dan samen met die omgeving komen tot oplossingen. Die duiker moet vervolgens nog wel gewoon ontworpen worden. Zoektocht De ingenieurs van de toekomst moeten via hun opleiding doordrongen worden van de maatschappelijke complexiteit. Ook zal er volgens Van Eijndhoven aandacht besteed moeten worden aan de verschillende perspectieven die mogelijk zijn bij maatschappelijke vraagstukken. Ingenieurs voelen zich regelmatig ondergewaardeerd wanneer hun uitstekende technische oplossing het niet haalt. Ze voelen zich onvoldoende gewaardeerd en erkend of zelfs onheus bejegend, onrechtvaardig behandeld. Vaak komt dat doordat zij te weinig de perspectieven van andere groepen zien. Zij analyseren te veel alleen de technische aspecten en maken onvoldoende een analyse van het gehele systeem van actoren. Ook de vraag welke problemen met de ontwerpen of de oplossingen worden opgelost, moet nadrukkelijk beantwoord worden. Belangrijk vindt Van Eijndhoven ook dat er binnen de ingenieursopleidingen aandacht komt voor interactief werken. Het idee dat ingenieurs beter moeten communiceren spreekt mij niet aan. Je blijft er dan vanuit gaan dat er één goede oplossing bestaat en dat het slechts een kwestie is van deze goed uitleggen. Met interactief leren werken heeft Van Eijndhoven iets heel anders voor ogen. Zij vindt dat de rol van de ingenieur moet veranderen van ontwerper naar mede-eigenaar van het zoekproces. Dit betekent dat ingenieurs verschuivingen in het maatschappelijke landschap moeten signaleren, het zoekproces moeten kunnen vertalen naar ontwerpen en tegelijkertijd richting kunnen geven aan dit gezamenlijke zoekproces. Op de laptop kan een ingenieur bijvoorbeeld aan de hand van een model laten zien welke gevolgen bepaalde eisen voor een ontwerp hebben. Deze nieuwe rol van ingenieurs in de toekomst betekent dat zij andere vaardigheden nodig hebben. Het belangrijkste is dat hun houding ondernemender wordt. Ze moeten oog hebben voor de maatschappelijke, technische en cultuurveranderingen en enthousiast met andere groepen willen werken aan de oplossingen. Ingenieurs van de toekomst staan met hun hand aan de ontwerpknop en met hun andere hand speuren zij de horizon af om te zien wat er verandert. Wageningen Universiteit is, gedwongen door de omstandigheden, hier al heel ver mee. Door op deze wijze met een mandje oplossingen te komen, raakt niemand teleurgesteld, voelen meer mensen zich eigenaar en komt er altijd een goede oplossing. 23

24 Ingenieursstudie is de nieuwe MBA Waar Master of Business Administratie (MBA) zeg maar bedrijfskunde lange tijd dé voorwaarde leek om carrière te maken, voorspelt Shell dat dit straks geldt voor een technische opleiding. Binnen Shell is dat nu al min of meer zo. Met een technische opleiding kun je bij ons alle kanten op, aldus dr. Teun Graafland, manager European Science & Education Programmes van Shell. Graafland onderbouwt deze bewering met cijfers. Van de 116 in 2007 door Shell in Nederland aangenomen afgestudeerden, hadden er 89 een technische of bètaopleiding. Zij zijn aangesteld in technische functies, maar ook voor niet-technische posities nemen wij regelmatig bèta s aan. Van de 36 afgestudeerden voor financieel/juridische functies waren er ook negen met een bètaopleiding. Shell trekt bèta s aan omdat het verwacht dat de toekomst ligt in het behouden van een technische voorsprong op diverse gebieden. Landen willen in toenemende mate zelf hun voorraden fossiele grondstoffen beheren en exploiteren. Oliemaatschappijen zijn daarbij vaak partner, met een sterke nadruk op het leveren van kennis op een breed terrein. Het gaat hierbij niet alleen om technische aspecten, maar ook om onderwerpen als het milieu en duurzame exploitatie. De ingenieur is dan van alle academici het best gepositioneerd om al deze aspecten te overzien. Kenniseconomie Het probleem is echter: waar vindt een bedrijf als Shell deze ingenieurs in Nederland? Het aantal jongeren dat voor een technische studie kiest is een flink aantal jaren achtereen gedaald. Het huidige aantal studenten elektrotechniek aan de TU Eindhoven is zelfs niet voldoende om te voldoen aan de vraag van alleen al Philips. Het teruglopende aantal studenten bij de technische studies was in 2002 reden voor Shell om deel te nemen aan het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland (Jet-Net). Het doel van dit initiatief van technologiebedrijven, scholen en overheidsinstellingen is om, in samenwerking met het Platform Bèta Techniek, in % meer afgestudeerden in technische studies te hebben. Wij proberen het stereotiepe beeld van bèta s te doorbreken door lesstof te verrijken met interessante praktijkvoorbeelden en door een overzicht te geven van de toekomstperspectieven in de techniek. Tegelijkertijd vindt Graafland het belangrijk dat de middelbare scholen hun onderwijs op een goed niveau houden. Wiskunde vormt voor veel jongeren tegenwoordig een probleem. We leven in een zaptijdperk; maar als de wiskunde wat moeilijk wordt, kun je niet zonder gevolgen weg zappen. De problemen met wiskunde resulteren in sommige studies in uitvalpercentages tot 50% in het tweede en derde jaar op de universiteiten. Dat is doodzonde. Ik zie liever dat studenten hun opleiding afmaakten. Er zijn ook opleidingen die beginnen met een bijspijkercursus wiskunde. Dat zou niet nodig moeten zijn. Het opleiden van ingenieurs is belangrijk als Nederland een kenniseconomie wil blijven, vindt Graafland. Technische kennis internationaliseert. Het ontwikkelen van nieuwe technologie vindt niet meer alleen in het Westen plaats, maar steeds meer ook in Azië. Nederland moet oppassen zijn economische positie niet te verliezen. Energievoorziening Technologie speelt niet alleen een belangrijke rol binnen Shell, maar binnen de hele maatschappij. Techniek maakt heel veel dingen mogelijk, volgens Graafland. Achter elke chirurg staat een technicus of meerdere technici die de apparatuur en materialen hebben ontwikkeld. Zonder techniek kunnen wij op deze planeet niet met zoveel mensen leven. Graafland vindt niet dat, als je de balans opmaakt, techniek er de oorzaak van is dat de aarde te maken heeft gekregen met vervuiling en uitputting. 24

25 Het leven in de Middeleeuwen was echt niet hygiënischer of beter dan nu. We zijn door techniek juist beter in staat problemen op te lossen. Energie is hét mondiale technische onderwerp in de komende decennia, aldus Graafland. Al dringt dit nog te weinig tot iedereen door. Shell initieert en steunt veel ontwikkelingen op dit terrein en werkt daarom wereldwijd samen met universiteiten en in consortia andere bedrijven. Ook in de kaderprogramma s van de Europese Unie participeert Shell. Het gaat dan om 55 miljard euro die in zes jaar worden besteed, onder andere aan duurzaamheidonderzoek. Geld lijkt dus niet het probleem. Shell zet veel van haar kennis in voor dit onderzoek. De bijdragen van bedrijven als Shell zijn voor onderzoek aan de universiteiten meer nodig dan ooit. Graafland: De eerste geldstroom (geld van de rijksoverheid zonder dat daar specifieke programma s of sturing aan ten grondslag liggen) maakt nog maar 10% uit van het onderzoeksbudget van een universiteit. De rest moet via projectvoorstellen worden binnengehaald. Veel tijd gaat zitten in het schrijven van projectvoorstellen. Een goede markt voor consultancybedrijven, maar de continuïteit van waardevol onderzoek en uitstekende instituten komt in gevaar. T-shape De ingenieur van de toekomst staat voor geheel nieuwe uitdagingen. Shell ziet als de ideale werknemer een ingenieur met een zogenaamde T-shaped personality. Met T-shape bedoelt hij iemand met een diepe technische kennis en een brede interesse. Kennis moet een ingenieur op de opleiding opdoen. De horizontale balk van de T, de brede interesse, is de persoonlijke drive die hoort bij iemands persoonlijkheid. Die heeft zo n persoon altijd al gehad en is fundamenteel aanwezig. Verder vindt Graafland het belangrijk dat de ingenieur van de toekomst goed leert te communiceren over de techniek waarmee hij of zij zich bezighoudt. Er zijn steeds meer multidisciplinaire teams en het is van belang dat technisch geschoolde academici de alfa- en gammacollega s goed kunnen uitleggen waarmee zij zich bezighouden. Dat heeft de ingenieur nog wel eens nagelaten. Dit profiel geldt zowel voor de ingenieur van de universiteit als het hbo. Graafland juicht de ontwikkelingen binnen het hbo om meer en meer aan research & development te gaan doen niet toe. Mijn vrees is dat het onderzoek te veel versnipperd raakt. In Nederland zijn circa tien universiteiten die zich met bètaonderzoek bezighouden en ik vind het beter het onderzoek daar te concentreren. Dat is niet vreemd. In de Verenigde Staten is het aantal echte onderzoeksuniversiteiten ook beperkt. Het hbo moet mensen opleiden die op een slimme manier technologie en concepten uitstekend kunnen toepassen. De technische beroepen zijn een periode gebukt gegaan onder een gebrek aan erkenning, maar Graafland is ervan overtuigd dat dit gaat veranderen. Er is nu een brede fixatie op het grote geld en op showbizz. Ik voorzie dat dit weer gaat kantelen en dat de inhoud weer belangrijk wordt. Binnen Shell is die waardering er altijd geweest. Menig technicus of bètawetenschapper verdient beduidend meer dan een manager met een algemenere verantwoordelijkheid. 25

26 Vrouwen goede ingenieurs van de toekomst Ing. Han Huisman, algemeen directeur van USG Innotiv, verwacht dat ingenieurs in de toekomst over de grenzen van hun vakgebied moeten kunnen kijken, proactief en teamspelers moeten zijn en communicatief goed onderlegd. Vrouwen passen goed in dit profiel. Alleen zijn zij nog de grote afwezigen bij de technische opleidingen. Als deze studies breder worden opgezet, denk ik dat ze meer vrouwen zullen aantrekken. Het idee van Huisman dat een breder opgezette technische opleiding interessanter is voor vrouwen, deed hij op in een gesprek met een vertegenwoordiger van de Saxion Hogescholen, gevestigd in het oosten van ons land. Zij zien, net als wij bij onze opdrachtgevers, de vraag naar breed ontwikkelde ingenieurs. Zo willen de gemeenten tegenwoordig bouwkundig ingenieurs die ook verstand hebben van wet- en regelgeving. Saxion is nu een opleiding gestart voor de combinatie van bouwkunde en wetgeving. Het blijkt dat zich daarvoor meteen meer vrouwen aanmelden. Ik vind dat goed om te zien, want vrouwen zijn nog te veel afwezig in ingenieursberoepen. Loonstijging Han Huisman is algemeen directeur van USG Innotiv. Dat is de technische tak van de in grootte vierde Europese arbeidsmarktintermediair USG People, gericht op detachering, werving en uitzenden. Onder de paraplu van USG People vallen bekende merken zoals Start, Content, Unique en Creyfs. Bij USG Innotiv is 70% van de technisch specialisten in dienst voor onbepaalde tijd en worden voor korte of langere tijd ingezet bij de verschillende opdrachtgevers. Mensen zijn de kernactiviteit van de organisatie. Huisman stelt dat zij daardoor, in tegenstelling tot bedrijven wier kernactiviteiten een product of dienst zijn, de volledige aandacht kunnen geven aan de ontwikkeling van hun mensen. USG Innotiv stuurt die ontwikkeling eerst vooral in de breedte. Menig mbo er loopt met de wens rond om een hbo-opleiding te kunnen volgen. Wij adviseren in veel gevallen zich eerst verder te bekwamen in bijvoorbeeld vergadertechniek en communicatie. Wij constateren dat opdrachtgevers liever een mbo er met betere soft skills hebben dan een hbo er met alleen technische kennis. Willen zij alsnog een hboopleiding volgen, dan kijken we samen met de technisch specialist wat de mogelijkheden zijn. Wij hopen op die manier ook veel te kunnen betekenen en aantrekkelijk te zijn voor de groeiende groep allochtone mbo ers die de ambitie hebben naar ingenieursniveau door te groeien. Opvallend is de loonstijging die Huisman de laatste tijd ziet bij ingenieurs. We merken dat de schaarste aan technisch personeel nu ook een verhogend effect heeft op de salarissen. We halen ook technici uit Tsjechië, maar die kunnen de schaarste natuurlijk niet helemaal opheffen. Mogelijk dat de mobiliteit onder werknemers daar ook debet aan is. Huisman: De gemiddelde lengte van het dienstverband is de afgelopen jaren teruggelopen van acht naar vijf jaar. Overgaan naar een nieuwe werkgever kan ingegeven zijn doordat men bij een andere werkgever meer kan verdienen. Breed Huisman ziet ook bij de hbo- en wo-vacatures behoefte aan breder ontwikkelde ingenieurs. Tien, twintig jaar geleden was het heel gebruikelijk dat de uitvoering van een project voortvarend werd aangepakt zonder dat het budget in de gaten werd gehouden. Het gevolg was dat de projecten soms voor een derde klaar waren en het budget voor tweederde was opgesoupeerd. Eerst is dat opgelost door aan het projectteam een financiële man of vrouw toe te voegen. Nu wordt van onze ingenieurs verwacht dat zij die taak zelf ter hand nemen. Hetzelfde geldt ook voor het plannen van bijvoorbeeld de personele bezetting. De ingenieurs van de toekomst moeten over de eigen grenzen van het vak heen kijken en zich extra vaardigheden eigen maken zoals financiële kennis, organisatievermogen en communicatie. 26

27 Toch zul je in een team altijd de ingenieur kunnen herkennen, denkt Huisman. Han Huisman studeerde zelf HTS werktuigbouwkunde en deed vervolgens een kopstudie Bedrijfskunde. Tijdens deze kopstudie gaf een socioloog vergadertechnieken. Die was er altijd verbaasd over dat wij technici ook echt het protocol toepasten van de vergadertechnieken dat zij ons onderwees. Dat kenmerkt een ingenieur: een methodische, systematische en consequente aanpak. Dat geldt ook voor de ingenieur van de toekomst. Conceptueel De vraag naar de sterk vakgerichte ingenieur ebt naar de waarneming van Huisman weg. In de karikatuur is de ingenieur degene die zonder veel te communiceren werkt aan een product. Dat product komt er en werkt waarschijnlijk uitstekend. De vraag welk doel het ontwikkelde middel dient, lijkt echter ondergeschikt. Alle doelen lijken het middel te rechtvaardigen. De toekomstige ingenieur moet een goede technische basisopleiding hebben en daarnaast de ontwikkelingen in eigen en andere vakgebieden bijhouden, overzien en op een slimme manier toepassen. Het uitwerken van goede ideeën van anderen is een heel aantrekkelijk alternatief voor het zelf ontwikkelen en uitvinden. Ik las onlangs dat een afstudeerder aan de TU Delft een drijvende tunnel heeft ontwikkeld als variatie op alle andere ontwikkelingen van drijvend bouwen. Wellicht kan dat een goede oplossing zijn bij het afronden van de aanleg van de A4 bij Delft. Een constant kenmerk van het ingenieurswerk is het oplossen van een probleem en dat is niet hetzelfde als iets uitvinden of iets helemaal nieuw ontwikkelen. De ontwikkelingen bij Rijkswaterstaat illustreren volgens Huisman de tendens. In voorgaande decennia stelden de Rijkswaterstaat-ingenieurs voor dat er ergens een brug nodig was om een vervoersprobleem op te lossen en ontwierpen zij deze vervolgens zelf. Nu wordt er veel meer conceptueel gedacht. Rijkswaterstaat stelt nu vast dat er een oeververbinding nodig is. Verschillende partijen kunnen vervolgens met voorstellen komen en wellicht blijkt daaruit dat een slimme veerpont een betere oplossing is. Dit is een voorbeeld van het betrekken van ook andere vakgebieden en het conceptuele denken waar de (civiel) ingenieur van de toekomst voor open moet staan. Een eendimensionaal denken in bruggen, staal of beton, is dan niet meer voldoende. De vraag is of ingenieurs wel de leidinggevenden moeten zijn bij een meer conceptuele benadering van projecten. Dat is een dilemma. Ingenieurs kunnen het beste de voorgedragen oplossingen op hun technische kwaliteiten beoordelen, maar zij kunnen daarentegen te vast zitten aan een bepaalde oplossing. Een niet-ingenieur kan volgens mij ook technische projecten leiden, mits hij of zij open staat voor de meningen van hun technische adviseurs. Registeringenieur Nu door het invoeren van de bachelor-masterstructuur de titels ing en ir mogelijk verdwijnen, zou Huisman het geen gek idee vinden als KIVI NIRIA de mogelijkheid zou bieden een titel bij hen te verkrijgen naar het voorbeeld van de accountants. Een van mijn collega s is beëdigd registeraccount. Hij haalt daar een trots uit en zal, zoals vastgelegd in het beroepsprotocol van de vereniging, niets tekenen wat hij zelf niet begrijpt en heeft geverifieerd. Als een registeraccountant ergens een handtekening onder zet, heeft dat een bepaalde waarde. Het lijkt mij de moeite waard om uit te zoeken of zoiets ook mogelijk is voor ingenieurs. 27

28 Management kun je altijd nog leren, techniek niet Elco Jongejans studeert civiele techniek aan de TU Delft en was in het collegejaar voorzitter van de studievereniging Practische Studie. Ik heb bewust gekozen voor een technische studie. Managementkennis kun je in de praktijk nog opdoen, technische kennis niet. Jongejans vindt dat de ingenieurs van de toekomst uit Nederland afkomstig moeten zijn. Buitenlandse ingenieurs kunnen niet altijd de Nederlandse werkwijze overnemen. We spreken student Elco Jongejans in het hart van het young boys network van zijn studie civiele techniek: de studievereniging Practische Studie. Hij was dit collegejaar de voorzitter: Voor de bestuursfuncties word je gevraagd. De ervaring die je in een dergelijke functie opdoet, is zeer nuttig en werkgevers zien het ook graag prijken op een cv. De universiteit geeft bovendien een vergoeding, zodat ik mijn studie een jaartje kan uitstellen. Voor Jongejans stond het altijd wel vast dat hij techniek ging studeren. Ik wilde wel een bredere technische studie en koos daarom voor civiele techniek. Management kun je volgens hem altijd nog gaan doen, maar andersom is onmogelijk. Daarentegen is het wel belangrijk dat een manager bij een technisch bedrijf weet waarover hij het heeft. Dat mis ik ook wel eens in de politiek: als het om zaken gaat waar kennis en techniek bij komen kijken, hoor je soms de vreemdste dingen. Buitenlandse ingenieurs Jongejans hoopt volgend studiejaar zijn bachelor af te ronden en zijn master, of een deel daarvan, in het buitenland te doen. Ik zie duidelijk een trend naar internationalisering. De ingenieurs van de toekomst zullen in negen van de tien gevallen in internationale teams opereren. Buitenlandse ervaring is dan nuttig. De TU Delft heeft diverse samenwerkingsverbanden met buitenlandse (technische) universiteiten. Maar als je in het buitenland wilt studeren, moet je het wel allemaal zelf regelen. Ik zou er een voorstander van zijn dat er een standaard uitwisselingsprogramma komt en dat een halfjaar in het buitenland studeren een vast onderdeel wordt van het curriculum. Bij de bachelor-masterstructuur kun je met een bachelordiploma de universiteit na drie jaar verlaten. Jongejans heeft de indruk dat dit nooit of heel zelden gebeurt. Alleen een bachelor heeft weinig waarde. Niemand gaat ook bijvoorbeeld eerst een tijdje werken na zijn bachelor. De kans is heel groot dat de masterstudie er niet meer van komt. Iedereen denkt heel traditioneel: na je bachelor doe je gewoon een master. Wel zou Jongejans graag zien dat er meer studenten naar de studie civiele techniek komen. Ieder jaar gaan er tweehonderd civielers met pensioen, maar er studeren jaarlijks maar honderd nieuwe ingenieurs af. Hij denkt dat er globaal altijd behoefte zal blijven aan Nederlandse Ingenieurs. "Nederlanders onderscheiden zicht door hun nuchterheid, creativiteit en analytisch vermogen. Dat zijn net de eigenschappen die de ingenieur van de toekomst nodig heeft." Met deze eigenschappen kun je tot innovatieve oplossingen komen. Certificaat Jongejans ziet in de toekomst steeds meer een verwevenheid tussen de opleidingen en het bedrijfsleven bij het werven van meer studenten. De Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken geeft nu al voorlichting aan leerlingen van de derde klas van het voorgezet onderwijs. Jongejans: Dat is zeer terecht. In de derde klas wordt het profiel gekozen en het geëigende profiel voor een technische opleiding, natuur & techniek, is beslist niet populair. Daar kleeft het etiket nerd aan en daar wil niemand voor doorgaan. Het is de laatste jaren iets verbeterd, maar bètarichtingen zijn nog steeds niet populair. 28

29 Het bedrijfsleven zet zich ook meer in om de vakbekwaamheid van ingenieurs te waarborgen, constateert Jongejans. De Betonvereniging en de Vereniging Beton en Staal zijn naast brancheorganisaties ook kennisinstituten. Zij zijn bezig met certificaten voor constructeurs. Een manager met een technische achtergrond zal misschien het certificaat niet hoeven hebben, maar de constructeurs wel. Er moet steeds zuiniger worden gebouwd, met bijvoorbeeld minder materiaal, zodat de toleranties bij constructies kleiner worden. Dat stelt hogere eisen aan de constructeur. Een diploma van hbo of universiteit is voor de ingenieurs van de toekomst niet meer voldoende. Zij zullen zich ook specifieke kennis eigen moeten maken op hun vakgebied. Wat er volgens Jongejans in de opleiding vooral geleerd moet worden, is bij te blijven in je vak, nu en in de toekomst. Ik pleit voor grote wetenschappelijk transparantie. MIT heeft het meeste lesmateriaal online staan. De TU Delft is daar ook mee bezig. IJverige studenten en afgestudeerden kunnen zich op die manier blijven ontwikkelen en het bevordert de naamsbekendheid. Technologische ontwikkeling maar ook marketing loopt nu ook veelal via het internet. Kennis Techniek beïnvloedt volgens Jongejans de maatschappij meer dan ideeën. Een mens is materialistisch en de techniek zorgt voor allerlei nuttige en mooie apparatuur. De introductie van nieuwe technologieën dient zorgvuldig te gebeuren, maar fouten zijn nooit helemaal te vermijden, meent Jongejans. Dat biobrandstoffen de voedselproductie zouden verdringen was niet te voorzien. Het is dan zaak er snel van te leren en de fouten te herstellen. Fouten zijn meer te voorkomen wanneer binnen bestuursorganen meer kennis van techniek aanwezig is, volgens Jongejans. Hij ergert zich aan het gebrek aan technische kennis bij de overheid, als grootste aanbesteder van Nederland. Voor de tweede Coentunnel hebben zes aannemers/adviseurs elk zeker één miljoen euro een ontwerp en een offerte gemaakt. De onzekere overheid vindt het vervolgens nodig dat nog een zevende adviseur de andere zes te beoordelen. Voordat er iets is gebouwd, is er al meer dan zes miljoen euro uitgegeven. Ik vraag mij dan af of de overheid voor minder geld klaar was geweest in de tijd dat er onderlinge afspraken werden gemaakt later de bouwfraude genoemd. Jongejans vindt dat de toekomstige ingenieurs meer ondernemingszin moeten tonen. In de VS is de norm dat je rustig vijf keer iets kunt proberen en failliet gaan om de zesde keer succesvol te zijn. Dat geeft een enorm innovatief vermogen. Hier komt het Innovatieplatform van premier Balkenende niet verder dan een volledig onrendabel tulp -eiland voor de kust te promoten omdat we ons daarmee kunnen laten zien. Die eilanden bouwen wij al volop in de Arabische wereld en iedereen kan daar kijken. Aan de andere kant vertikt de regering het om het kwart van de dijken die nu te zwak zijn, te verbeteren. Aanschouwelijk Om ervoor te zorgen dat derden meer inzicht in techniek krijgen, is ook een taak weggelegd voor de ingenieur van de toekomst. Volgens Jongejans moeten technici goed de verschillende facetten van techniek toelichten. Bij civiele techniek leer je ook vanaf het begin van de opleiding rekening te houden met allerlei maatschappelijke belangen. In het eerste jaar krijgen wij om die reden technisch tekenonderwijs. Met een goede schets kun je veel duidelijk maken. Maar ons vak is nog aanschouwelijk. Voor veel andere ingenieurs zullen er misschien andere presentatietechnieken zijn die onderwezen moeten worden. 29

30 Zwakste schakel bij veiligheid is de mens, niet de techniek Op het terrein van veiligheid ziet Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding mr. Tjibbe Joustra duidelijk een verschuiving van safety naar security: van het voorkomen van ongelukken naar veiligheid in veel bredere zin. Op dit laatste terrein speelt de techniek een steeds grotere rol. Bewaking vindt steeds minder plaats met mensen en steeds meer met intelligente camera s. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) mr. Tjibbe Joustra heeft vanuit zijn werkkamer een prachtig uitzicht over het noordelijke deel van de stad Bij heldere dagen is zelfs de Noordzee te zien. Zelf is Joustra niet erg zichtbaar in de media. Dat vindt hij niet zo nodig. Het is het beste als niemand nog iets van ons hoort. Dan gaat het goed. Met ons beleid proberen wij bovendien anticyclisch te zijn. Als de roep is dat het allemaal nog strenger moet, gaan wij wat op de rem staan. Zakt de alertheid bij de samenleving weg, dan trekken wij aan de bel en wijzen wij erop waar de veiligheidsrisico s zitten. Aan de andere kant is de veiligheid niet allesbepalend en moeten we ervoor zorgen dat dingen die klein zijn, klein blijven. Corrigeren Voordat Joustra in 2004 werd aangesteld als NCTb, was hij secretaris-generaal bij het ministerie van Landbouw en voorzitter van de Raad van Bestuur van het UWV. Zijn huidige taak bestaat uit het adviseren van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken over maatregelen om terrorisme te voorkomen. Op dat terrein ziet hij duidelijk een verschuiving van safety naar security, van het voorkomen van ongelukken naar veiligheid in bredere zin. Op dit laatste terrein speelt de techniek een steeds grotere rol. Kijken wij naar de Amerikaanse ambassade in Den Haag, dan bestond de beveiliging een paar jaar geleden uit een groot aantal agenten die het gebouw in de gaten hielden. Nu gebeurt de bewaking deels door intelligente camera s en kan er met minder agenten worden volstaan. Bij de beveiliging van vliegtuigen groeit de rol van de techniek eveneens, zo constateert Joustra: Er wordt een camerasysteem voor in het toestel ontwikkeld dat het gedrag van de passagiers in de gaten houdt. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen die iets van plan zijn, zich onrustig gedragen. Het systeem registreert de bewegingen, analyseert en determineert afwijkend gedrag. De belangrijkste rol van technologie binnen de veiligheid is, volgens Joustra, het corrigeren van de menselijke factor. De zwakste schakel bij de beveiliging is de mens. Een deel van de mensen kan bijvoorbeeld niet goed gezichten herkennen en zal niet snel door hebben dat iemand zich voordoet als een ander persoon. Een irisscan kan je wel zekerheid geven dat die persoon inderdaad degene is voor wie hij zich uitgeeft. Waar het de techniek voor security betreft staan wij volgens Joustra pas aan het begin van de ontwikkelingen. Ik verwacht dat de komende jaren het onderzoek en de productontwikkeling op het gebied van security een hoge vlucht gaan nemen. Tot nu toe waren er nog geen ingenieursopleidingen gespecialiseerd in deze technische groeimarkt. Wel is er een buitengewoon hoogleraar Terrorismebestrijding aan de Universiteit Leiden. Wij zijn ook in overleg met de Haagse Hogeschool en de TU Delft om een master te realiseren: Master of Security Science & Management. Vriendelijk ogend De ingenieurs van de toekomst zullen zich breder moeten oriënteren dan hun eigen technische discipline, vindt Joustra. Wat betreft dit vakgebied zou ik graag zien dat alle ingenieursdisciplines oog krijgen voor het security-aspect. Menigeen denkt in de eerste plaats aan software, maar ook bij civiele techniek, architectuur en andere technische disciplines speelt security een rol. 30

31 Onlangs had ik twee collega s uit Spanje op bezoek en die waren uitermate verbaasd dat ik gehuisvest ben in een gebouw met een glazen pui. Dat is onvoorstelbaar in Spanje, omdat je makkelijk met een auto een dergelijke gevel kunt binnenrijden. Technici zouden van tevoren veel rekening moeten houden met security-aspecten, omdat in een later stadium aanpassingen erg duur zijn. Ook bij stadsontwikkeling zou er meer oog kunnen zijn voor deze aspecten. Neem een stad als Den Haag, waar door de aanwezigheid van de ambassades en het internationale gerechtshof en tribunalen er veel veiligheidsrisico s zijn. Door het concentreren van risico-objecten in een wijk wordt de beveiliging overzichtelijker. Het is beslist niet zo dat Joustra allerlei gebouwen in onooglijke forten wil veranderen. Je kunt bijvoorbeeld ook door het aanbrengen van waterpartijen het security-niveau verhogen en die ogen heel vriendelijk. Ook zou je bijvoorbeeld een trambaan verdiept kunnen aanleggen. Goed voor het verkeerslawaai, maar ook een onopvallende extra beveiliging, waarbij techniek een belangrijke rol speelt. Een dergelijke vriendelijke benadering is volgens Joustra ook heel geschikt voor de inhoud van het keukenkastje. Bekend is dat met de middelen die daarin staan, met behulp van wat chemische kennis, het mogelijk is om een bom samen te stellen. Je kunt ervoor kiezen om een aantal middelen te verbieden, maar ik zie dat als onhaalbaar. Ingenieurs van de toekomst kunnen beter de samenstelling van schoonmaakproducten zodanig veranderen dat er geen bommen mee gemaakt kunnen worden. Acceptatie Of ingenieurs leiding zouden moeten geven aan technische oplossingen voor grote maatschappelijke problemen zoals terrorismebestrijding, klimaatverandering of voedselveiligheid, betwijfelt Joustra. Je moet de oorlog ook niet uitsluitend aan de generaals overlaten. Zijn ervaring is dat ingenieurs erg gefixeerd zijn op techniek en niet altijd oog hebben voor de maatschappelijke omgeving. Tijdens mijn periode bij het ministerie van Landbouw was er een methode ontwikkeld om groenten langer vers te houden door middel van gammastraling. De techniek werkte prima, er mankeerde niets aan, maar het flopte volledig, omdat de consument het niet wilde. Zij associeerden straling met kerncentrales, en die werden als gevaarlijk gezien. Zeker nadat bleek dat Duitsland deze groenten niet wilde, stierf deze veelbelovende techniek een zachte dood. Joustra is van mening dat andere partijen de ingenieurs moeten ondersteunen en adviseren over de maatschappelijke mogelijkheden van een door hen ontwikkelde technologie. Het is natuurlijk belangrijk om daar zelf oog voor te hebben, zodat ingenieurs minder teleurgesteld zijn als een technologie het niet haalt. Soms denken ingenieurs dat het goed kunnen uitleggen van hun technologie of idee al voldoende is voor maatschappelijke acceptatie. Het helpt natuurlijk wel als je een goede toelichting kunt geven, maar het is niet voldoende. De ingenieurs die de bestraling van de groenten hadden ontwikkeld, konden dat prima uitleggen, maar ze konden niemand overtuigen. Overigens is het Joustra s ervaring dat wetenschappers en ingenieurs de laatste jaren steeds beter hun ideeën of technologieën kunnen toelichten. Volgens mij komt dat doordat zij steeds meer gebruikmaken van fondsen uit de derde geldstroom: het bedrijfsleven of de grote beheerders van wetenschappelijke onderzoeksgelden. Om in aanmerking te komen voor deze ondersteuning moeten zij in duidelijke taal kunnen uitleggen waarmee ze bezig zijn. Daardoor lijken ze beter in staat hun ideeën ook in andere situaties toe te lichten. Denkbeelden Op de vraag of de maatschappij meer verandert is door technische vindingen dan door maatschappelijke ideeën antwoordt Joustra ontkennend. Voor mijn vakgebied gaat dat niet op. De wereld is sterk veranderd nadat er twee vliegtuigen in het World Trade Center in New York vlogen. Dit gebeurde omdat de mensen die de vliegtuigen hadden overgenomen, gedreven werden door bepaalde ideeën. Wel heeft dat geresulteerd in een geheel nieuwe technische industrie, die ook weer zal bijdragen aan maatschappelijke veranderingen. 31

32 Een ingenieur kan in de toekomst alles worden! Wie wil dat niet? Het ultieme wat iedere jongere zoekt, is vrijheid. Zij willen niet dat hun studie hun carrière al vastlegt. Om die reden kozen veel jongeren voor economie en rechten, zo is de overtuiging van drs. Arie Kraaijeveld, voorzitter van het Platform Bèta Techniek. Nu geeft een bèta- of techniekopleiding het beste perspectief op die vrijheid. Dat is de laatste jaren steeds meer benadrukt en daar moeten wij mee doorgaan. Dan blijft het aantal bèta- en techniekstudenten stijgen. Bij binnenkomst voor het interview zoekt drs. Arie Kraaijeveld naarstig naar een stopcontact voor het opladen van zijn mobiele telefoon. De voorzitter van het Platform Bèta Techniek naast vele andere functies communiceert zijn telefoon leeg. Niet vreemd voor iemand die goed kunnen communiceren als een voorwaarde ziet voor het goed functioneren van elke medewerker, inclusief de ingenieur. Je zit steeds meer in een mondiaal netwerk waarbinnen de ontwikkeling van kennis steeds sneller gaat. Er wordt steeds meer gepubliceerd en al die complexe kennis is ook nog eens met toetsaanslagen onmiddellijk tot onze beschikking. Daarnaast is het echter belangrijk dat je in staat bent kennis te delen, niet alleen via internet maar ook via overleg of in een gesprek. We kunnen de ingenieur van de toekomst niet uittekenen zoals Rudolf Das zo mooi toekomstige steden kan tekenen, aldus Kraaijeveld. We kunnen alleen filosoferen over de vraag wat voor ingenieurs in de toekomst nodig zijn. Je kunt er geen definitieve uitspraken over doen. De wereld verandert continu. We zullen ons met onze ideeën en opleidingen voortdurend moeten aanpassen. Generalist versus specialist Door de toename van de omvang van kennis verdwijnt de klassieke homo universalis. Zeker op technisch gebied. Ik verwacht dat de ingenieurs van de toekomst in twee groepen uiteen zullen vallen: generalisten en specialisten. Het moderne ingenium wat ingeboren is voor de vernufteling de ingenieur is een groot talent om complexe zaken op hoofdlijnen te begrijpen. We kunnen niet alles weten. De generalist begrijpt alle informatie op het vakgebied waarin hij werkzaam is en is in staat die kennis aan elkaar te koppelen, maar voegt in principe geen technische kennis toe. Dat is het werkterrein van de specialist. Die hoeft zich niet te bekommeren om het overzicht, kan zich misschien wel laten inspireren door andere vakgebieden, maar zal in de eerste plaats zorgen voor de verdieping. Dan kom ik terug op het punt van communicatie. Het is dan wel handig als hij over zijn vindingen kan communiceren met de generalist, die op zijn beurt met de specialist moet communiceren waarom hij ook kennis van andere vakgebieden gebruikt, ook van alfa- en vooral gammawetenschappen. Binnen de opleidingen en het bedrijfsleven moeten docenten of leidinggevenden er alert op zijn of iemand meer generalist of specialist is. Zij moeten helpen sturing te geven aan de carrière van de betrokken persoon. De een is nu eenmaal beter af in een specialistische functie, terwijl de ander zich als een vis in het water voelt als generalist. Beide typen technici zijn even hard nodig. Het managen van het noodzakelijke samenwerken kunnen we niet alleen overlaten aan economen of sociologen. Bij de meeste maatschappelijke vraagstukken is in toenemende mate ook technische of technologische kennis vereist. Uiteraard is de tweedeling generalist-specialist geen keurslijf. Kraaijeveld: Het is een tweedeling die handig is als uitgangspunt. Ieder zoekt daarin zijn weg. Overigens vind ik het zeer onterecht als een specialist een nerd wordt genoemd. Een specialist is geen communicatief gehandicapte. Techniek is niet het tegenovergestelde van communiceren. Dit type ingenieur voelt zich beter bij het zich verdiepen in een onderwerp. Dat is een heel nuttige eigenschap, al is het maar om bijvoorbeeld een nieuwe methode te vinden om het laatste spoortje epo te vinden het dopinghormoon dat de vorming van rode bloedcellen stimuleert voor extra zuurstoftransport. Veel van hen kunnen prima hun specialistisch onderzoek toelichten. 32

33 Volgens Kraaijeveld verlopen op de ministeries beleidsplannen, aanbestedingen en onderhandelingen minder goed, doordat er bijna geen technische specialisten meer werken, maar alleen mensen die de zaken op hoofdlijnen bezien. De overheid kan als onderhandelingspartner daardoor minder tegenwicht geven aan de specialisten in het bedrijfsleven. Voorbeelden Kraaijeveld zelf is een voorbeeld van een generalist. Tijdens zijn studie chemie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en tijdens zijn leraarschap kwam hij erachter dat hij betrokkenheid bij beslissingen ook heel interessant vond. Ik had daarom allerlei verschillende bestuursfuncties. Op de Vrije Universiteit werd aan de bètastudenten ook colleges in de geschiedenis van de natuurwetenschappen gegeven. Kennis van de geschiedenis leert je relativeren. Er werd ons bijgebracht dat alle technische kennis die je nu hebt, binnen een aantal jaren weer is ingehaald. Hierdoor werd het voor mij makkelijker om mijn witte laboratoriumjas aan de wilgen te hangen. Jammer, maar besturen is ook heel leuk. Het leraarschap heeft Kraaijeveld geleerd op welke manieren mensen, en vooral jongeren, ergens enthousiast voor te maken zijn. Vraag in een zaal met mensen hoeveel er zich een naam van een inspirerende, enthousiasmerende en spirituele leraar kunnen herinneren en iedereen komt met minimaal één en soms met meerdere namen. Een goed voorbeeld stimuleert een mens. Een goede wis-, natuur- of scheikundeleraar is een betere promotie dan welke dure mediacampagne dan ook. Kraaijeveld gelooft helemaal niet in het nut van abstracte reclamecampagnes. Ze kosten veel geld, maar zijn bijna nooit effectief. Aansprekende voorbeelden rolmodellen stimuleren en brengen een reactie teweeg: Dat wil ik ook! Neem de natuurkundige Robbert Dijkgraaf. Zijn enthousiasme en creativiteit in het verkopen van bèta en techniek hebben veel meer effect dan welke glimmende brochure ook. We moeten naar buiten treden en niet op kantoren campagnes bedenken. Kraaijeveld heeft nog een succesvol voorbeeld van deze aanpak. Bij het wegvallen van Fokker dacht de opleiding Luchtvaart- en Ruimtevaartechniek van de TU Delft dat daarmee ook hun doodvonnis was getekend. Ik ben in die periode gevraagd medesparringpartner te zijn hoe deze situatie aan te pakken. Uit onderzoek bleek dat eigenlijk maar de helft van de studenten bij Fokker terechtkwam. We kwamen erop: start geen dure mediacampagne, maar stuur studenten bij scholen langs om daar te vertellen waarom zij de studie hebben gekozen. Nu is het een van de succesvolste faculteiten van de TU Delft. Vrijheid Het Platform Bèta Techniek werkt ook vanuit de filosofie dat voorbeelden beter werken dan brochures. Het werkt met het programma Verbreding techniek op het basisonderwijs. Daarin leren we de juffen de meeste onderwijzers zijn vrouwen voorbeelden van techniek en natuurwetenschappen in de klas te geven: leren dat melk van de koe komt en niet uit de fabriek en dat stroom niet in de muur tot stand komt. Het tv-programma Klokhuis is, met hun mooie reportages, ook een mooi voorbeeld van gewoon laten zien wat techniek en natuurwetenschappen inhouden. Het gaat dan leven voor kinderen. Het platform heeft onderzoek laten doen naar hoe de studiekeuzen van jongeren tot stand komen. Dat leverde een interessant feit op. Jongeren hebben een voorkeur voor een studie die een zekere vrijheid geeft bij de keuze van een carrière. Daarom kiezen zij vaak voor een studie als rechten en economie, omdat ze dan het gevoel hebben nog alle kanten uit te kunnen na het afronden van hun studie. Opvallend is dat juist technische studies deze vrijheid in toenemende mate bieden. Neem de afgestudeerden Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Die kwamen ook maar deels terecht in de industrie. Eigenlijk ligt met een technische studie de wereld nog meer voor je open dan voor economen of juristen. Technische kennis is jezelf veel lastiger eigen te maken dan bijvoorbeeld managementtechnieken. Als de technische en bètaopleidingen benadrukken dat na het afstuderen allerlei carrièrepaden open liggen, verwacht ik een forse toename van het aantal ingenieurs van de toekomst. 33

34 Yngenieur: Gjin dea guod baas! Dode dingen zijn mij niet de baas. Dat is, vrij vertaald, de uitdrukking die de Friese vader werktuigbouwkundig ingenieur van ir. Joan M. Leemhuis-Stout regelmatig gebruikte. Het typeert haar benadering. Ik ga ervan uit dat iets moet kunnen lukken. Ik ga ervoor zitten om iets op een systematische manier aan te pakken en ga door tot het lukt. Dode dingen zijn ook mij niet de baas. Dat is de benadering die geldt voor de ingenieur van de toekomst. Ir. Joan M. Leemhuis-Stout is in Wageningen afgestudeerd als cultuurtechnisch ingenieur, met waterzuivering als specialisatie. Ik wilde eerst Bodemkunde doen in Wageningen, maar ik wil iets maken, iets tot stand brengen. Cultuurtechniek bood in dat opzicht meer mogelijkheden dan Bodemkunde. De Wageningse opleiding verschilde volgens Leemhuis maar weinig met de studie Civiele Techniek in Delft. Toch konden wij als Wageningse ingenieurs geen lid worden van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Toen dat later wel kon, heb ik het niet meer gedaan. Niet evacuatie De hoofdfunctie van Leemhuis is voorzitter van de NVZ vereniging van ziekenhuizen. Daarnaast heeft zij nog diverse andere bestuurs- en toezichtfuncties. Zij begon haar carrière bij de Cultuurtechnische Dienst van het Ministerie van Landbouw en Visserij en stroomde al snel door naar bestuursfuncties. Ik kan wel zeggen dat ik ingenieur ben geworden uit idealisme. Van huis uit heb ik de opdracht van de wederopbouw meegekregen, als noodzakelijke reactie op de oorlog. Ik voel mij verantwoordelijk om bij te dragen aan samenleving. Techniek is voor mij echter geen doel op zich. Voor mij staat techniek ten dienste van de samenleving en daarom was voor mij de stap naar bestuursfuncties logisch. In haar loopbaan is Leemhuis ondermeer dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Schieland en Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland geweest. In die laatste functie kwam haar ingenieurskennis onverwacht uitermate van pas. In 1995 steeg het water in de rivieren tot ongekende hoogte. Gelderland besloot tot evacueren, maar Zuid-Holland niet. Doorslaggevend bij dit besluit was volgens Leemhuis vooral haar ingenieurskennis. Hierdoor kon ik het probleem overzien. Dijkgraven zijn van oudsher vaak meesters in de rechten, sterk bestuurlijk gerichte lieden. Met mijn bèta- en grond-, weg- en waterbouwachtergrond beoordeel ik zaken vaak anders. Bij het extrapoleren van de gegevens kwamen wij tot de conclusie dat de risico s van evacuatie groter waren dan die van blijven. De bewoners konden bijvoorbeeld slechts via twee wegen het gebied verlaten en dat zou tot verkeerschaos hebben geleid. De evacuatie van Gelderland is uitgebreid geanalyseerd door deskundigen. Opvallend was dat er weinig woorden werden besteed aan ons besluit om niet te evacueren, op basis van dezelfde feiten en vrijwel dezelfde omstandigheden als in Gelderland. Oplossingsgericht Voor Leemhuis is een ingenieur iemand die systematisch naar oplossingen zoekt. En deze zoektocht niet zomaar snel opgeeft. Zij ziet die opstelling, waarschijnlijk geërfd van haar vader, bij haar zelf ook terug. Ik doe de reparaties in huis. Mijn partner legt iets weg als iets niet onmiddellijk lukt. Ik ga er dan nog eens extra voor zitten. Wat voor klusjes geldt, geldt ook voor haar bestuurswerk. Mijn uitgangspunt is: er is altijd een oplossing. Medewerkers moeten bij haar beslist niet te snel aankomen met het verhaal dat iets niet mogelijk is. Zeggen dat iets niet haalbaar is, is mij te gemakkelijk. Er is altijd wel een oplossing te vinden, maar dat betekent meestal dat je vaak opnieuw moet beginnen en lang volhouden. Ook in de systematische aanpak van technici herkent zij zich. Als een stuk geen logische opbouw of onduidelijk taalgebruik heeft, gaat het wat mij betreft onmiddellijk terug naar de opsteller. Het is dan niet klaar. Er kan wel eens een zijweg bewandeld worden, daar is niets mis mee, maar we moeten wel bij de hoofdzaak terugkeren. 34

35 De ingenieur van de toekomst zal volgens haar niet zoveel verschillen van de voorgaande ingenieursgeneraties. Het analytische en de oplossingsgerichtheid zie ik als een karaktereigenschap van ingenieurs. Ze kunnen gewoon niet anders werken. Wel ziet Leemhuis dat de context waarbinnen ingenieurs opereren verandert. Een ingenieur reageert niet impulsief. De maatschappelijke tendensen is echter snelheid en vluchtigheid. Techniek is complex. Daar moet je soms de tijd voor nemen. Zelf ben ik allergisch voor vluchtigheid. Het hoeft allemaal niet zo lang te duren ook daar ben ik allergisch voor maar er moet nagedacht, geanalyseerd en gereflecteerd worden voordat een besluit wordt genomen. Tijd voor die reflectie is er tegenwoordig te weinig. Ik hoop dat in de toekomstige ingenieursopleidingen ook momenten voor reflectie worden ingebouwd, want dat komt het ingenieurswerk mijns inziens alleen maar ten goede. De ingenieur van de toekomst zal tegenwicht moeten bieden aan de toenemende vluchtigheid en oppervlakkigheid binnen de maatschappij, aldus Leemhuis. Gesteund door logica, systematiek, feiten, cijfers en analyse onderbouwen ingenieurs al decennialang hun oplossingen en dat zullen ze moeten blijven doen. Tegelijkertijd moeten ingenieurs zich trainen om hun ideeën en standpunten beter duidelijk te maken aan anderen. Veel problemen die op ons afkomen vereisen technische oplossingen. De ingenieur van de toekomst zal steeds meer een noodzakelijke schakel in beslisprocessen zijn en het is belangrijk dat hij of zij beseft dat je anderen inzicht moet geven hoe je tot een oplossing bent gekomen en waarom je erin gelooft. Eigen succes Leemhuis verwacht dat de ingenieur van de toekomst weer de waardering krijgt die de ingenieur in het verleden had. Eigenlijk zijn de ingenieurs slachtoffer geworden van hun eigen succes. Het staat onomstotelijk vast dat Nederland veel aan hen te danken heeft. Zonder ingenieurs was het leven in bepaalde delen van Nederland onmogelijk. Alleen zijn wij deze door hen gerealiseerde veiligheid en faciliteiten bijvoorbeeld ook schoon drinkwater en betrouwbare elektriciteit teveel als een gegeven gaan beschouwen, waardoor ze minder worden gewaardeerd. Gezien de problemen van energievoorziening en klimaatverandering, waarbij ingenieurs onontbeerlijk zijn voor de oplossingen, verwacht ik dat de waardering wel weer terugkeert. Toch gaat Leemhuis niet zo ver als Petran Kockelkoren, hoogleraar kunst en technologie aan de Universiteit Twente. Zijn stelling is: Onze materiële cultuur verandert veel meer door nieuwe objecten en apparaten in het dagelijks leven, zoals mobieltjes en internet, dan door nieuwe denkbeelden. Technische vindingen zoals en internet veranderen de maatschappij wel en maken deze bijvoorbeeld gejaagder en vluchtiger, zegt Leemhuis. Door onze samenleving loopt echter onafhankelijk een rode draad van denkbeelden waarbinnen de techniek in de eerste plaats een dienstverlenende en faciliterende taak vervult. 35

36 Ingenieur is teamspeler Innovatie is geen incident, maar een continu proces en houdt meer in dan technologische vernieuwing. De basis voor innovatie zijn autonome multidisciplinaire teams. De ingenieur van de toekomst is een teamspeler die, met zijn voorsprong in technische kennis, een leidende rol kan spelen binnen deze teams, aldus prof. dr. Frans Leijnse, lid van de Eerste Kamer en voormalig voorzitter van de HBO-raad. Leijnse houdt van het Engelse woord engineer als equivalent van het Nederlandse ingenieur. Engineer is een woord dat actie uitstraalt. Een engine een motor of machine doet iets, krijgt iets voor elkaar. Een engineer een ingenieur is iemand die iets laat werken of iets voor elkaar brengt. Daarin ligt het belangrijkste kenmerk van een ingenieur, ook in de toekomst. Leijnse is lid van de Eerste Kamer voor de PvdA en voormalig voorzitter van de HBO-raad. In die laatste functie was hij nauw betrokken bij de ontwikkelingen in en rond het hoger onderwijs. Leijnse signaleert een opvallende verandering in het karakter van innovatie. Innovatie is geen incident meer. Het is een continu proces geworden waarin professionals uit diverse disciplines samenwerken in netwerkstructuren. Juist door de multidisciplinaire aanpak ontstaan slimme oplossingen. Deze netwerken zijn, in de visie van Leijnse, redelijk autonoom. Sturing van het management is maar in beperkte mate gewenst. De ontwikkelaars werken met een mandaat. Een hiërarchische structuur is niet productief. Wat dat betreft heeft Nederland een goede positie. De ingenieur van de toekomst moet in zo n autonoom netwerk passen. Teamspeler Een ingenieur die binnen zo n netwerkstructuur iets wil laten werken, heeft andere competenties nodig dan zo n dertig jaar geleden. De tijd dat de technicus voldoende had aan routineuze vaardigheden die hij heeft aangeleerd tijdens de opleiding, is definitief voorbij. Leijnse. De ingenieur moet inhoudelijk breed worden opgeleid en daarnaast vooral geleerd worden in multidisciplinaire teams de doorslaggevende factor te zijn. Daarin past ook dat de ingenieur in staat is om evidence based de juiste keuzes te maken. Met andere woorden: ingenieurs moeten leren systematisch om te gaan met informatie uit onderzoek en uit de praktijk. Ingenieurs van de toekomst moeten getraind zijn de kern uit wetenschappelijke artikelen te halen en te beoordelen en nieuwe ontwikkelingen in de praktijk te kunnen toepassen. Binnen een team moeten de ingenieurs van de toekomst technische informatie kunnen valideren. Omdat de gebruikte technologie ingewikkeld is, is de ingenieur van de toekomst bij uitstek geschikt om een centrale rol te spelen binnen de teams. Dat geldt zowel voor een hbo/bachelor-technicus als voor de TU/master-technicus, vindt Leijnse. Hun positie is vergelijkbaar met de bedrijfskundige van nu. Bedrijfskundeopleidingen zijn zo populair omdat je als bedrijfskundige een teamspeler bent die geacht wordt met alle disciplines te kunnen praten, het overzicht te hebben en zo bij te dragen aan de oplossingen. Een overeenkomstige rol zie ik in de toekomst ook voor de ingenieur. De ingenieur kan gemakkelijk zijn kennis toepassen op gebieden die niet zijn directe opleiding betreffen. Het gaat om cross-over van kennis. Volgens Leijnse wijst onderzoek van prof. Volbeda van de Erasmus Universiteit, onder bedrijven en instellingen, uit dat innovatie in multidisciplinaire netwerken met een niet-hiërarchische, decentrale structuur veel succesvoller zijn dan bij een centrale aansturing. Overigens vindt Leijnse dat wij als Nederlanders extra goed gepositioneerd voor deze multidisciplinaire teams. Wij zijn niet zo hiërarchisch en zijn gewend te overleggen. 36

37 Graduate Gezien de ontwikkelingen in techniek en maatschappij pleit Leijnse voor een brede theoretische basis voor de ingenieur. Deze basis moet vooral worden gelegd in de bachelorfase. De bachelorfase geeft identiteit aan de opleiding en aan de ingenieur die de bacheloropleiding volgt. De bachelor ontwikkelt zich steeds meer tot een zelfstandige, afgeronde opleiding die in toenemende mate ontkoppeld raakt van de masteropleiding. We zien dat nu al gebeuren. Steeds meer jongeren gaan eerst werken en daarna al of niet in deeltijd een professionele master doen. Het voordeel is dat ze dan veel beter weten wat ze willen, zodat ze zich gerichter kunnen ontwikkelen. Volgens Leijnse zijn de technische hbo-bachelors goed gepositioneerd binnen het bachelor-mastersysteem. De opleidingen zijn goed op peil en het hbo profiteert hierbij van het projectonderwijs dat ze al jaren geleden hebben ingevoerd. Voor alle hbo- en universitaire opleidingen geldt volgens Leijnse dat ze studenten steeds meer moeten gaan opleiden tot innovatieprofessionals. Kenmerk hiervan is dat de studenten niet alleen kennis en competenties worden bijgebracht, maar ook een innovatieve houding. Daarbij is een hts er ik noem ze vaak nog zo, maar ik kom de term officieel nergens meer tegen nog pragmatischer dan de studenten van technische universiteiten. Normaal wordt er op universiteiten meer theoretisch, fundamenteel onderzoek gedaan. Onze technische universiteiten nemen een tussenpositie in. De studenten en wetenschappers houden zich daar op een abstracter niveau bezig met engineering dan binnen het hbo. Ze zijn vergelijkbaar met de oudste vakfaculteiten op de universiteiten: de medische faculteiten. Ook deze zijn pragmatisch en richten zich op de werking van een ingewikkelde machine: het menselijk lichaam. Lectoren Leijnse sluit zich aan bij Sussex-hoogleraar Michael Gibbons die stelt dat de productie van wetenschappelijke kennis tegenwoordig niet meer in de eerste plaats voortkomt uit de eigen drijfveren van de wetenschap. Er is een goede interactie, via bedrijven, ontstaan tussen vragen vanuit de samenleving en wetenschappelijk aanbod, en dus ook tussen degenen die de vragen vertegenwoordigen en stellen, en de mensen die de kennis produceren. Als voorzitter van de HBO-raad was Leijnse nauw betrokken bij het convenant met de minister van Onderwijs waarin het lectoraat op de hogescholen is geregeld. Hierdoor werd een brug geslagen tussen praktijk en onderwijs. Lectoren zijn deskundigen met ruime ervaring op een bepaald terrein. Door die deskundigheid, de ervaring en de voeling met de hedendaagse praktijk zorgt de lector voor een goede aansluiting van een vakgebied op een hogeschool op de praktijk. In de tijd waarvoor zij zijn aangesteld, kunnen zij een belangrijke bijdragen leveren aan de broodnodige kennisontwikkeling. Zo n 20% van deze lectoren is nu werkzaam op technische terreinen. Een lector kan ook degene zijn die in het begin van de opleidingen de nieuwe student warm kan maken voor het vak. In de Verenigde Staten is het heel gebruikelijk dat de topdocenten in het eerste jaar lesgeven om de studenten enthousiast voor het vak te maken. Die situatie zou ik ook graag zien op de Nederlandse hogescholen en universiteiten. Goede lectoren zijn de smaakmakers binnen een opleiding en kunnen zorgen voor een extra toeloop van ingenieurs van de toekomst. 37

38 Meer carrièremogelijkheden voor technische ingenieurs Jo Lennartz directeur technology bij AkzoNobel en Hans van Haarst general manager Technology & Engineering vinden dat er een duale carrièreladder ontwikkeld moet worden. Lennartz: Ingenieurs moeten niet alleen carrière kunnen maken via managementfuncties, maar ook via de techniek. Voor hoogwaardige technische medewerkers moet de mogelijkheid bestaan om in de techniek promotie te maken zonder daarbij noodzakelijkerwijs een managementfunctie te moeten bekleden. Voor het begrip ingenieur hebben Jo Lennartz en Hans van Haarst een duidelijke definitie. Een ingenieur is iemand die kennis uit de bètawetenschap toepast of ontwikkelt om economische waarde toe te voegen. Maar deze kennis wordt toch ook gebruikt om maatschappelijke problemen op te lossen? Van Haarst: Dat beschouw ik eveneens als het creëren van economische waarde. Alles heeft z n prijs. De prikkels voor ingenieurs om iets nieuws te ontwikkelen zijn zelfs veelal maatschappelijk, aldus Van Haarst. Ze komen met oplossingen voor vraagstukken als schaarste, veiligheid, gemak en duurzaamheid. Van Haarst en Lennartz hebben allebei techniek gestudeerd. Lennartz studeerde organische chemie aan de universiteit Aken en Van Haarst chemische technologie aan de TU Delft. Beiden zijn van de techniek naar het management doorgestroomd. Van Haarst vertelt dat hij na zijn studietijd nog mede een fabriek heeft ontworpen. Nu vertrouw ik mijzelf dat niet meer toe, maar in mijn huidige managementrol is mijn technische achtergrond onontbeerlijk. Lennartz vindt dat een bedrijf als Akzo Nobel niet zonder ingenieurs in het management kan. Het moet een mix zijn van o.a. economen en van technici. De eerste groep is wat eerder geneigd een bedrijf te leiden op basis van de cijfers, terwijl technici wat meer oog hebben voor samenhang en uitbreidingsmogelijkheden van het productenpakket. De combinatie is beter dan wanneer een van de twee groepen uitgesproken dominant is. Duale carrièreladder Voor de toekomst zijn twee typen ingenieurs nodig, aldus Lennartz: een ingenieur met heel gedegen, diepgaande kennis en een ingenieur die de capaciteiten heeft om door te stromen naar managementfuncties. Voor de ingenieurs met managementambities is het belangrijk dat zij zich breder ontwikkelen op het terrein van economie, marketing & sales, communicatie en teamwerk. Lennartz: Het is wellicht het beste als zij deze kennis tijdens hun studententijd opdoen. Alleen hoeft het niet persé een onderdeel te zijn van een opleiding. Door actief te zijn in een vereniging en daar vaardigheden te leren zoals organiseren en teamwerk, is het ook mogelijk. De vereniging hoeft overigens niet een studentenvereniging te zijn. Bij voorkeur misschien wel een heel andere dan de studentenwereld; zo kun je ervaren dat er ook andere omgevingen zijn. De technologie wordt steeds ingewikkelder en daarom zijn ingenieurs met goede technologische kennis onontbeerlijk, aldus Lennartz. Belangrijk is wel dat er binnen een bedrijf ook voor de technische ingenieur carrièremogelijkheden komen en niet alleen voor degenen die kiezen voor het management. Van Haarst: Je moet oppassen voor het gevaar van een goede technicus een slechte manager te maken. Lennartz: Je wilt dat goede wetenschappers en ingenieurs zich blijven bezighouden met de techniek. Ze zijn evenwel toch geneigd voor het management te kiezen, omdat het toch een hogere status heeft. Het is belangrijk om na te denken over een duale ladder, waarbij een ingenieur een eigen carrièrepad kan volgen binnen een bedrijf en daarvoor de overeenkomstige waardering krijgt. Voor hoogwaardige technische medewerkers moet de mogelijkheid bestaan om in de techniek promotie te kunnen maken zonder daarbij noodzakelijkerwijs een management functie te moeten bekleden. Dat moet ook tot uitdrukking komen in status en salaris. 38

39 Lennartz geeft overigens wel aan dat daar ook een grens aan zit. Naar zijn verwachting zullen de allerhoogste beloningen gereserveerd blijven voor het topmanagement. Nieuwsgierigheid Techniek is continu in verandering. Lennartz werkte bij zijn studie nog met een rekenliniaal. Aan het begin van Van Haarst s loopbaan had de fabriek waar hij werkte slechts één computer. Daar deden wij niet meer mee dan één keer per maand een applicatie op draaien. De afgelopen decennia zijn er veel veranderingen geweest op allerlei gebied. Met deze ontwikkelingen zijn Lennartz en Van Haarst alle twee probleemloos meegegroeid. De ingenieurs van de toekomst zullen met nog meer en misschien wel veel snellere veranderingen geconfronteerd worden. Van Haarst: Dat betekent dat hun geleerd moet worden flexibel te zijn en open te staan voor veranderingen. Mijn ervaring is dat ingenieurs daar moeite mee hebben. Zij zijn precies, exact en risicomijdend. Ze staan niet vooraan bij veranderingen. Van Haarst beaamt dat ingenieurs bij technische problemen meestal vooraan staan om deze op te lossen en vaak met heel creatieve ideeën. De flexibiliteit hebben zij binnen hun eigen vakgebied, maar minder op andere gebieden. Ik denk dat toekomstige ingenieurs geleerd moet worden flexibel en open te staan tegenover veranderingen. Mijn ervaring is dat mensen die nieuwsgierig blijven, makkelijker kunnen omgaan met allerlei technische en maatschappelijke veranderingen. Aandacht voor duurzaamheid is belangrijk voor de chemische ingenieur en dan vooral wat betreft de nieuwe technische mogelijkheden op dit gebied. Lennartz: Geen (chemisch) bedrijf kan het zich veroorloven om niet te werken aan duurzaamheid en het milieu. Wij zijn daar continu mee bezig en zoeken steeds naar nieuwe mogelijkheden. Recent heeft Akzo Nobel een coating ontwikkeld voor schepen waardoor de weerstand vermindert en het brandstofgebruik met 7% omlaag gaat. Toekomstige ingenieurs met dit soort ideeën zijn zonder meer welkom. Eén ding moeten ingenieurs van de toekomst ook hebben: bereidheid om de wereld als hun werkterrein te zien. Zelf heb ik heel veel in het buitenland gewerkt, maar nu merk ik dat de huidige generatie daar minder voor voelt. Als ik nu medewerkers vraag om voor langere tijd naar China te gaan, dan voelen zij daar vaak weinig voor, ook omdat hun partner een eigen carrière heeft. Dat is lastig want in een wereld van internationalisering is ervaring in meerdere culturen essentieel. Onderwijs Van Haarst en Lennartz hopen dat veel meer jongeren er in de toekomst voor kiezen ingenieur te worden en dan natuurlijk het liefst in de chemie. Van Haarst: Veel afgestudeerden kiezen liever voor de ICT of de financiële diensten dan voor de chemie. Blijkbaar heeft het meer status om branchedirecteur bij een bank te zijn dan directeur van een fabriek. Lennartz vindt dat er nog harder aan gewerkt moet worden om meer jongeren te interesseren voor een loopbaan in de techniek. Een deel van de chemische industrie zal naar China of India gaan, maar wij moeten er toch voor zorgen dat Nederland en Europa een belangrijke standplaats voor de Chemie blijft. Wij kunnen niet honderden Chinese of Indiase ingenieurs hier naartoe halen. Onder de jeugd zullen wij breder onder de aandacht brengen welke interessante mogelijkheden de chemie biedt. Ik denk dat wij daarmee al moeten beginnen op de middelbare en misschien al op de lagere school. Verder denk ik dat wij het onderwerp breed moeten aanvliegen. We moeten laten zien wat chemie is, waarvoor het nodig is en welke beroepsmogelijkheden het biedt. Met de VNCI (Vereniging Nederlands Chemische Industrie) zijn wij al bezig programma s voor het onderwijs te ontwikkelen. Dat is wel nodig, want wij willen in de toekomst ook voldoende ingenieurs hebben voor onze bedrijfstak. 39

40 Met techniek kun je geen huilende baby troosten Noor Nitzsche en Jet van der Lippe, twee veertienjarige leerlingen van de Vrije School in Den Haag, eindigden als derde in de wedstrijd Beste idee van Nederland. Zij hadden een Oggy Sit & Go ontworpen, een combinatie van een rolstoel en rollator. Techniek vinden ze een goede manier om sommige problemen op te lossen. Maar niet alle, vindt Jet. Je kunt geen huilende baby troosten met techniek. Kids and Science ontwikkelt programma s voor jongeren in de leeftijdscategorie van tien tot veertien jaar. Doel hiervan is deze jongeren te laten beseffen wat wetenschap en technologie nu eigenlijk inhouden en welke rol ze in hun leven spelen en in de maatschappij. Een van deze programma s is Uitvinders in de klas. Hierbij formuleren kinderen een probleem en bedenken vervolgens zelf een idee om het op te lossen. Jitske de Vries, medewerker van Kids and Science, gaf Uitvinders in de klas op de Vrije School in Den Haag, waar de veertienjarige Noor en Jet in de tweede klas zitten. Noor s oma is slecht ter been en heeft hiervoor allemaal hulpmiddelen, zoals stokken, een rollator én een rolstoel. Noor: Als zij bij ons thuis komt, staat de hal helemaal vol met deze spullen. Het is natuurlijk belangrijk dat oudere mensen blijven lopen, alleen worden ze snel moe en is het prettig dat zij kunnen zitten als dat nodig is. Op die manier kwam ik op het idee dat het misschien handig zou zijn als je een rollator met een rolstoel combineert. Bovendien krijg je dan ook meer ruimte in de gang. Knipoog In de klas wordt er in groepen gewerkt aan het uitvinderidee. Samen met Jet, Victor en Josie ging Noor aan de slag. Jet: Wij hebben de naam Oggy oma s buggy gekozen, met een knipoog naar de buggy waar kleine kinderen in zitten. We vonden het goed klinken: Oggy. De Oggy Sit & Go is zoals gezegd een combinatie van een rollator en een rolstoel. Door de handvatten te draaien wordt de rollator een rolstoel. Als je dan ook nog de achterleuning en armleuningen plaatst, is het compleet. De groepen presenteerden hun ontwerpen op de ideeënmarkt van de Haagse Hogeschool. Hun presentatie werd een succes. De Oggy werd uitverkoren als het beste idee van de markt. Jet: Het bleek wel dat ons ontwerp niet technisch uitvoerbaar was. Een paar studenten van de hogeschool hebben ernaar gekeken en zijn met een beter technisch ontwerp gekomen. Josie en Victor haakten vervolgens af omdat zij niet meer vrije tijd in het ontwerp wilden steken, maar Noor en Jet wilden wel verder. Geen van twee vond het een probleem dat het ontwerp werd veranderd. Noor: Verschillende studenten zeiden onafhankelijk van elkaar dat onze Oggy niet stabiel was en dan geloof ik dat wel. Hun idee werd aangemeld voor het televisieprogramma Het beste idee van Nederland. Er waren vier rondes en zij werden derde in hun ronde. Met de presentatie ging er helaas het een en ander mis. Noor: Het filmpje haperde en toen vergat ik mijn tekst. Zij denken niet dat daardoor hun idee het niet haalde. Jet: De ander twee ideeën waren supergoed. Het meedoen aan het televisieprogramma was in ieder geval een onvergetelijke ervaring en je krijgt er ook veel publiciteit door. Zeg nou eerlijk, jullie zouden ons ook niet geïnterviewd hebben, als wij niet op televisie waren geweest. Puzzel Noor heeft van de twee de meeste interesse in techniek. Wel kunnen ze beiden genieten van producten die met liefde zijn gemaakt. Noor zit op vrijdagmiddag op de bètaclub. Jet vertelt vol bewondering dat Noor daar een robot heeft gemaakt die kan lopen. Noor: Ik vind het wel leuk om zoiets in elkaar te zetten en ervoor te zorgen dat het werkt. Aan het realiseren van een schakelbord heeft Noor ook veel plezier beleefd. Ik vind het een soort puzzel, een spelletje om het in elkaar te zetten en ervoor te zorgen dat het ook goed werkt. Het is leuk om de spullen te laten doen wat jij bedacht hebt. 40

41 Jet probeert ook wel eens iets technisch, zoals een reparatie aan een fiets. Als ik dan bezig ben en mijn jongere broertje ziet het, neemt hij het over en zegt dan dat ik het zo en zo moet doen en dan is het klaar. Maar wat hij gedaan heeft, heb ik zo snel niet kunnen zien. Noor merkt wel op dat Jet erg goed in wiskunde is. Maar dat is toch iets anders dan techniek. Het oplossen van een onbekende in een wiskundige vergelijking bijvoorbeeld vind ik een leuke puzzel. Wat ze later gaan worden, weten Noor en Jet nog niet. Geen van beiden overweegt een technisch beroep, hoewel ze techniek beslist niet onbelangrijk vinden. Jet: Dat zou een belediging zijn voor mensen die de prachtigste oplossingen bedenken, zoals kunstarmen voor gehandicapte kinderen, de vaatwasser of een röntgenapparaat. Jet overweegt verloskundige te worden en vindt dat Noor voor een beroep als advocaat moet kiezen. Ze kan goed luisteren en analyseren en dan zeggen wat niet klopt. Noor wil zelf liever bij de radio. En Jet kan volgens mij beter in een winkeltje geneesmiddelen gaan verkopen. Maar geen ingenieursberoep? Het lijkt of geen van hen zich bij zo n beroep iets kan voorstellen. Jet: Ik niet, ik doe eerst mijn middelbare school en dan zie ik wel. Noor voelt nu evenmin voor een technisch beroep. Mijn vader is ingenieur, maar ik weet echt nog niet wat ik ga doen. Gedrag Op dit moment zijn Noor en Jet bezig met een Kids and Science-project Straks 30 of: hoe denk je dat de wereld eruitziet als je dertig bent? Er komen natuurlijk allerlei problemen op ons af, zoals klimaatverandering of een energiecrisis. Noor: Je moet goed luisteren, open staan, dingen goed doordenken en zaken niet kritiekloos aannemen. Hoe zien zij de rol van techniek bij het zoeken naar oplossingen voor deze vraagstukken? Jet vindt dat je met techniek veel problemen kunt oplossen, maar lang niet allemaal. Een huilend babyzusje kun je bijvoorbeeld niet troosten via techniek. Dat lukt alleen met liefde. Ook bij het oplossen van maatschappelijke problemen kun je niet uitsluitend inzetten op techniek, vinden ze. Noor: Om de lucht schoner te krijgen kun je bijvoorbeeld auto s schoner maken met allerlei technische oplossingen. Ook kun je natuurlijk allerlei nieuwe brandstoffen bedenken om benzine te vervangen. Maar volgens mij is dat niet voldoende. Je zult ook het gedrag van mensen moeten veranderen en ervoor moeten zorgen dat zij minder gaan autorijden. Met techniek alleen kom je er niet. 41

42 Te veel kennissenland, te weinig kennisland Meer geld voor onderwijs, vooral voor docenten, en meer sport op school. Dat heeft de ingenieur van de toekomst nodig, aldus prof. dr. Wubbo Ockels, hoogleraar Duurzame Technologie aan de TU Delft. Goede investeringen zorgen voor beter onderwijs en een hoger kennisniveau, ook bij de ingenieur. Bij sport leer je met verlies en tegenslag omgaan en dat komt van pas bij je carrière. Bezoekers voor Wubbo Ockels, hoogleraar aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft, wachten op hem in de kamer van een van zijn promovendi. De promovendus vindt dat geen probleem. Ik ben niet het type dat stilletjes in een hoekje aan m n proefschrift zit te tikken. Op deze manier spreek ik de meest uiteenlopende mensen. Voor de bezoekers is het de gelegenheid om kennis te maken met een van de innovatieve onderzoeken die Ockels begeleidt. De promovendus doet onderzoek naar de mogelijkheid om energie op te wekken met vliegers. Kernfysicus en oud-astronaut Ockels is bekend om zijn bijzondere projecten met studenten. Hij was de initiator van de laddermolen, een innovatief idee om gebruik te maken van windenergie op grote hoogten. Ook was Ockels nauw betrokken bij de Nuna, een auto die op zonne-energie verschillende malen de World Solar Challenge won, de Super Bus, die 250 km/h rijdt en de geschrapt Zuiderzeelijn kan vervangen, en de Ecolution, een zero-emission zeilschip. Bij de inrichting van zijn kamer toont Ockels zich eveneens als een creatief denker. Op tafel staat een schaal met bankbiljetten uit allerlei landen. Een inzamelactie voor een of ander doel, is de eerste gedachte die opkomt. Het blijkt heel anders te liggen. Na mijn ruimtetocht als astronaut verdwenen er continu dingen uit mijn kamer. Kennelijk waren die interessant voor anderen. Nu heb ik een hekel aan afgesloten deuren en ik heb verschillende methoden uitgeprobeerd om deze dieven af te leiden. Op een bepaald moment had ik een biljet van 25 gulden neergelegd en tot mijn verbazing was er toen niets verdwenen, maar geld bijgelegd. Sinds deze schaal er staat, is er nooit meer iets van mijn kamer gestolen en alleen maar geld bijgekomen. Kennissenland Nederland wil graag een kennisland zijn, maar is in de ogen van Ockels in toenemende mate een kennissenland. Het gaat erom dat je mensen kent, een goed netwerk hebt. Binnen die kennissenkring worden alleen meningen uitgewisseld, geen kennis. Met twee of enkele mensen kun je tot een inhoudelijk gesprek komen. Met een grote groep is dat bijna onmogelijk. Ook uitvinders zijn teveel tijd kwijt met overleg hier en vergadering daar. Je verliest dan momentum. Geïnspireerde ontwikkelingen vinden in een reeks van gebeurtenissen plaats. Het een steekt het ander aan. Vergaderingen zijn daarin een ongewenste verstoring. Ockels ziet de bureaucratie als een ziekte. Ik weet niet goed waar deze destructieve regelsystemen vandaan komen. Ze lijken self-fulfilling en zijn alleen agressief te bestrijden. De ruggengraat van de bureaucratie zijn de consultants, bij wie advies losgekoppeld is van verantwoordelijkheid. Als het advies slecht uitpakt, wordt de adviseur niet ontslagen. Die is allang elders aan de slag, maar de organisatie zit met de brokken. Ockels is ervan overtuigd dat Nederland door deze ontwikkelingen achterop is geraakt op wetenschappelijk en technisch gebied. Mensen laten zich bijvoorbeeld tegenwoordig in België behandelen, omdat de medische wetenschap daar gewoon beter is. Hier gaat 50% van het budget naar zaken die niets met de behandeling te maken hebben. Daardoor is er te weinig financiële en professionele ruimte voor nieuwe technische ontwikkelingen. 42

43 Sport Binnen het onderwijs gaat zeker teveel geld naar de bureaucratie, vindt Ockels. In landen als Ierland en Finland wordt twee keer zoveel uitgegeven aan onderwijs als in Nederland. Op het ministerie van Onderwijs in Helsinki werken driehonderdvijftig mensen, in Den Haag tien maal zoveel, terwijl de bevolking in Nederland slechts drie keer zoveel is. Ockels vindt dat er in Nederland meer geld naar de studenten en docenten moet gaan dan naar het management. Innovatie is onmogelijk zonder te investeren in de jeugd. Ik pleit er daarom voor dat 10% van wat in innovatie wordt gestopt, naar onderwijs gaat. Dat is ook duurzaamheid. Ook van alle accijnzen op brandstoffen zou een deel naar innovatie en onderwijs moeten gaan. En niet één keer, maar een langere periode. Het zwalkend overheidsbeleid heeft ons al op een enorme achterstand gezet bij duurzame energie. De enorme voorsprong die Duitsland heeft op dit terrein, is te danken aan een consequent beleid op dat terrein. Ook daar hebben wij de boot gemist. Op de scholen moet sport een belangrijkere rol spelen, vindt Ockels. In sport is er maar één winnaar. Het is dus een verliezerscultuur waarbij iedereen enthousiast blijft doorgaan. In het leven en in de techniek moet je ook leren omgaan met verliezen en daarom is sport een goede leerschool. Het wedstrijdelement zou ook in het onderwijs ingebracht kunnen worden. Als je iets halfbakken doet, kun je het net zo goed niet doen, is mijn stelling. Je moet er altijd naar streven de beste te zijn. Natuurwetten Voor Ockels staat de ingenieur traditioneel voor de noeste en betrouwbare rekenaar: de professional die ervoor zorgt dat er bruggen worden gebouwd die niet instorten. Absoluut noodzakelijke vaardigheden voor de maatschappij, die wij moeten behouden. Maar er is nog een ander type ingenieur: de kunstenaar-ingenieur, die met allemaal nieuwe ideeën komt. Het onderscheid tussen kunstenaar en kunstenaar-ingenieur is dat je eerste iets maakt en dat vervolgens achteraf analyseert. De ontwerpende ingenieur maakt iets op basis van een analyse vooraf. Overigens vindt Ockels het belangrijk dat deze ontwerpende ingenieurs niet te vroeg geremd worden in hun creativiteit. Als het helemaal fout gaat, moet er ingegrepen worden, maar de ingenieur moet ook de ruimte krijgen. Veel vindingen zijn er gekomen door eigenwijze ingenieurs en wetenschappers. De ingenieurs van de toekomst zullen in tegenstelling tot hun voorgangers meer met de natuur rekening moeten houden en deze minder moeten bestrijden. In wat ik deze nieuwe tijd noem, gaat het om het respecteren van de natuur en de wetten die zij hanteert. Ingenieurs hebben kennis van een deel van de natuurwetten. Daarom is volgens Ockels een belangrijke rol voor hen weggelegd als bewakers van de echtheid van de oplossingen die worden aangedragen. Volgens hem leren de natuurwetten ons niet alleen wat waar en niet waar is, maar ook of iets verstandig is om te doen. De ideeën die soms circuleren, zondigen daar nogal eens tegen en zitten vaak vol onwaarheden en, nog erger, vol lucht. Ingenieurs zijn opgeleid om met gefundeerde kritiek te komen en kunnen feilloos de luchtbel doorprikken. Zover komt het echter vaak niet, omdat de plannen omgeven worden door managers, meningen, vergaderingen, overleggen en rapporten. De ingenieur komt er te weinig aan te pas. Echt innovatieve ideeën zullen natuurlijk bedreigend zijn voor de gevestigde belangen. Universiteiten en hogescholen moeten ingenieurs voorzien van kennis, maar ook van strategieën waarmee ze meer aandacht voor hun vondsten en ideeën kunnen afdwingen. 43

44 Ingenieurs zijn vervangbaar Dr. Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de Sociaal Economische Raad, hoeft niet lang na te denken over de verklaring waarom de salarissen van ingenieurs vaak achterblijven bij andere academici. Management en juridische taken zijn meer gebonden aan de Nederlandse cultuur en minder vervangbaar door buitenlandse medewerkers. Technische kennis is internationaal. Ingenieurs zijn vervangbaar door hun buitenlandse collega s. Wiskundige dr. Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER), lijkt even verlegen met de vraag wat voor hem een ingenieur is. De oud-leidse student associeert ingenieur allereerst met de studenten van de Technische Hogeschool Delft die in zijn studietijd in Leiden kwamen om uit te gaan. Dat liep wel eens uit op eerst slaan, dan praten. Dat bepaalde deels mijn beeld van de ingenieur. De andere associatie is eveneens weinig positief, geeft Rinnooy Kan toe: Ik zie dan de historische figuur Evert van der Pik voor me, uit de vroegere Barend Servetshow. Deze zelfbenoemde ingenieur uit de serie is exemplarisch saai en gedraagt zich op het autistische af. Maar bij het woord ingenieur komen bij Kan ook positievere associaties op als degelijk, grondig, zorgvuldig, solide, ambachtelijk, bezadigd en handig. Rinnooy Kan beaamt dat dit ook een wat saai beeld geeft van de ingenieur. Deels past dat bij hun werkzaamheden. Van iemand die een brug ontwerpt, verwacht je allereerst dat de details kloppen en dat de brug niet instort. Dat vereist eigenschappen als degelijk en grondig, en minder zaken als flair of creativiteit. Hoewel goed in de exacte vakken, heeft Rinnooy Kan zelf nooit overwogen om techniek te gaan studeren. Voor mijn gevoel moest je handig zijn, wilde je techniek studeren en dat was ik absoluut niet. Ik heb geen plezier in het in elkaar zetten van allerlei constructies. Stabiliteit Rinnooy Kan is tegenwoordig vooral geïnteresseerd in techniek als gebruiker. Ik heb weinig verstand van hoe techniek werkt, maar net als de meeste consumenten heb ik wel belangstelling voor de eindproducten, zoals allerlei mooie apparatuur. De invloed en het belang van techniek op de maatschappij zijn beslist heel groot, aldus Rinnooy Kan. Technologie is de kurk waarop de maatschappij en onze economie drijft. Merkwaardig vindt hij dat het imago van techniek zo slecht is. Het beeldmerk van industrie de aanduiding langs de wegen is een plaatje met aaneengesloten daken en een schoorsteen met een vieze rookpluim. Dit enge beeld dekt allang de lading van techniek en dus van het werk van een ingenieur niet meer. Ik zie een ingenieur als geavanceerde wetenschapper die ons juist helpt om onze problemen op te lossen. Daarnaast heeft hij in zijn diverse functies zeer positieve ervaringen gehad met ingenieurs. Als lid van de raad van bestuur van de ING Groep heeft hij ingenieurs aangenomen voor functies binnen de bank. Ingenieurs zijn pienter en gedegen, en degenen die op de functies bij de bank solliciteerden, waren ook ambitieus. Bij ING Vastgoed kwam Rinnooy Kan regelmatig in contact met ingenieurs. Ik vond het geruststellend als er ingenieurs bij projecten betrokken waren. Naast slimme, zijn het ook nuchtere mensen. Als een ingenieur een bepaalde post bekleedde, was ik gerustgesteld. Ik wist dan dat ik de verantwoordelijkheid gerust aan hen over kon laten. Ingenieurs zijn in het algemeen redelijke mensen op wie je kunt rekenen en die zorgen voor stabiliteit binnen een organisatie. Vindt hij het dan niet vreemd dat de salarissen van ingenieurs lager liggen dan die van economen en juristen? Nee, daar is een goede verklaring voor. Ingenieurs zijn vervangbaar door ingenieurs uit het buitenland. Technische kennis is internationaal en dat zorgt voor een neerwaartse druk op het salaris. Voor managers en juristen is het belangrijk dat zij kennis hebben van de Nederlandse cultuur en wetgeving; zij kunnen niet gemakkelijk vervangen worden door buitenlandse academici. 44

45 Balans lezen Voor de ingenieurs van de toekomst is het belangrijk dat zij enige bedrijfseconomische kennis hebben, aldus Rinnooy Kan. Bijvoorbeeld dat zij een balans kunnen lezen. Bedrijfseconomische kennis is een groot voordeel. De ingenieur wordt steeds meer ook een (bedrijfskundige) gesprekspartner voor bijvoorbeeld financiers en financierende bedrijven. Het is dan van groot belang dat zij de processen snappen en bijvoorbeeld de zwakke en sterke punten uit de jaarcijfers kunnen halen. Door deze kennis wordt een ingenieur serieus genomen wanneer hij bij een bedrijf of een bank een innovatieve vinding onder de aandacht wil brengen en daar financiering voor vraagt. Rinnooy Kan zou de toekomstige ingenieurs willen aanraden die kennis nog tijdens hun studie te verwerven. Toen ik toetrad tot de raad van bestuur van ING, had ik nog betrekkelijk weinig ervaring met het lezen van jaarcijfers en ingewikkelde financiële balansen. Ondanks mijn achtergrond met cijfers wiskunde kostte het mij toch enige moeite om dat goed onder de knie te krijgen. Boven de veertig neemt het abstractieniveau af en kost het meer moeite om nieuwe dingen te leren. Dat zie je ook in mijn vakgebied. Wiskundigen komen na hun veertigste zelden met revolutionair nieuwe ideeën. Of toekomstige studenten naar deze raad zullen luisteren, weet hij niet. Ik heb er ook bij mijn eigen kinderen op aangedrongen een vak als bedrijfseconomie of bedrijfsadministratie mee te nemen in hun studie. Uiteraard was dat tegen dovemansoren gezegd. Docent Uiteraard is het voor de ingenieurs van de toekomst belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen in de techniek, vindt Rinnooy Kan. Het is wel de taak van de ingenieur om hun inzichten en kennis met anderen te delen. Het is belangrijk dat zij zich erop toeleggen om hun kennis goed aan anderen uit te leggen. Begrijpelijk kunnen communiceren is daarbij erg belangrijk. Bij banken is bijvoorbeeld de kennis van techniek meestal beperkt, maar ze zijn wel heel afhankelijk van ICT. De leden van de raden van bestuur hebben echter maar een beperkt inzicht op dit terrein. Het is dan de uitdaging voor de ingenieurs om hun technologie goed te kunnen toelichten. Ingenieurs van de toekomst moeten ook een beetje docent zijn. Maar uiteraard moet de partij aan de andere kant van de tafel zich wel openstellen voor deze kennis en zich serieus inzetten om inzicht te krijgen in de techniek. 45

46 Techniekloze dag brengt besef van belang techniek Sander de Rouwe (27) wist al op zijn zevende dat het CDA zijn partij was en nu is hij het jongste lid van de Tweede Kamerfractie. In zijn takenpakket zit de maatschappelijke stage. Deze kun je ook gebruiken om jongeren kennis te laten maken met techniek in bijvoorbeeld een ziekenhuis of een universiteit. Door techniek zichtbaarder te maken stimuleer je jongeren om na te denken over een toekomst als ingenieur. Behalve als gebruiker heeft Sander de Rouwe alleen zeven jaar ervaring met techniek als verkoper bij de plaatselijke bruin- en witgoedhandelaar. Ik heb een andere achtergrond dan de meeste doctorandussen in de Kamer. Wel is hij ondertussen afgestudeerd als bestuurskundige bij een hbo-opleiding. De Rouwe vindt dat de onzichtbaarheid het probleem van techniek en technologie is. Techniek is alom aanwezig in het huidige leven, maar we zien het niet. Wij zijn meer dan ooit afhankelijk van de technologie, maar mensen beseffen onvoldoende het (maatschappelijk) belang ervan. Het zou misschien een idee zijn om jaarlijks één dag te organiseren waarin we afzien van alle techniek. Een techniekloze dag zou mensen doen beseffen hoe belangrijk techniek voor onze economie en samenleving is. Zelfs het nadenken over puur politieke veranderingen zoals een kiesstelsel, heeft volgens De Rouwe een technische component. Stel dat er veel vaker volksraadplegingen moeten plaatsvinden, dan zijn goede stemcomputers daarbij onontbeerlijk. De huidige generatie stemcomputers voldoet nog niet helemaal. Overigens vindt De Rouwe dat gemakkelijk wordt vergeten dat de ontwikkeling van technologie tijd kost. Het rendeert niet altijd op korte termijn en kent naast successen ook mislukkingen. De hedendaagse cultuur verlangt steeds meer snelle resultaten en dat is tegen de aard van techniek. Het ontwikkelen van nieuwe technologie vraagt per definitie tijd. We moeten leren geduld te hebben en de techniek de ruimte te geven. Optimaliseren Wat de ingenieurs van de toekomst precies aan kennis en vaardigheden moeten hebben, kan De Rouwe niet zeggen. Ik heb mij daar nog te weinig mee beziggehouden. Zijn passie is: oplossingen bedenken om te voorkomen dat Nederland straks een te groot tekort aan arbeidskrachten heeft, ook in de technische sectoren. De Rouwe ziet als politicus dit maatschappelijke probleem snel op zich af komen. De komende tien tot twintig jaar ontstaat er een schreeuwend gebrek aan arbeidskrachten op allerlei terreinen. Een van de methoden om hieraan iets te doen, is volgens De Rouwe het optimaliseren van de benutting van talenten van mensen. Ik zeg met opzet niet maximaliseren. Bij het maximaliseren van de inzet van talent blijft er te weinig ruimte over voor andere dingen dan werken. Ik vind de aandacht voor gezin en vrijwilligerswerk ook heel belangrijk. De maatschappij heeft er ook belang bij dat ouders voldoende tijd voor hun kinderen hebben of om, als mantelzorgers, iets voor hun ouders te kunnen doen. Optimale inzet van talenten betekent in de visie van De Rouwe een zoektocht van ieder individu naar een werkkring of functie waar hij optimaal zijn talenten kan benutten. Volgens de Rouwe is de tijd definitief voorbij dat mensen, vaak suboptimaal, veertig jaar bij een baas hetzelfde werk doen. Je draait dan te veel rondjes in een eigen wereld en gaat te veel jezelf herhalen. Dat is niet goed. Ieder mens moet zich blijven ontwikkelen met opleidingen en om- en bijscholing. Mismatches Keuzevrijheid is belangrijk om optimaal te kunnen functioneren, maar deze vrijheid mag volgens De Rouwe niet leiden tot vrijblijvendheid. Mensen moeten goed nadenken over de keuze die zij maken, ook met het oog op de maatschappelijke behoeften. Misschien moet het beleid daarin iets sturen. 46

47 Als een populaire opleiding Afrokapsels honderd studenten trekt, terwijl er maar drie arbeidsplaatsen zijn, is het de vraag of je al deze jongeren tot deze opleiding moet toelaten. De meesten van hen zullen wel een ander soort baan vinden, maar ik vind het dan zonde dat er geld is gestoken in een opleiding waar zij niets aan hebben. De instroom van jongeren bij opleidingen zou iets gestuurd moeten worden. Deze sturing is een onderwerp waar ook de politiek zich over moet buigen. Het is een lastig dilemma want daarbij loop je tegen de grenzen van de keuzevrijheid aan. We moeten echter duidelijk maken dat investeren in bijvoorbeeld techniek zich terug betaalt. Ieders carrièrekeuze heeft ook een maatschappelijke component. Het is van belang mismatches te voorkomen en duidelijk te maken dat keuzes niet vrijblijvend zijn. Overigens vindt De Rouwe een gemakkelijke doorstroming binnen het onderwijs ook een belangrijke voorwaarde voor het optimaliseren van talenten. Het moet mogelijk zijn dat als je op jonge leeftijd een te lage opleiding kiest, je later nog kunt doorstromen van vmbo naar havo en hbo. Maatschappelijke stage Graag zou De Rouwe zien dat meer jongeren bij het nadenken over hun toekomst uitkomen bij een technische studie. De meesten hebben daar de capaciteiten wel voor. De Rouwe: Uit onderzoek blijkt ook dat jongeren zeer ambitieus en gemotiveerd zijn. Weer ander onderzoek wijst uit dat ze de complexe materie en de veelheid van informatie ook aankunnen. Het boek Generatie Einstein laat zien dat de jeugd sneller, slimmer en socialer is dan voorheen. In combinatie met de gemotiveerdheid zijn dat net de eigenschappen die de maatschappij nodig heeft, zeker ook voor de functies die zijn weggelegd voor de ingenieurs van de toekomst. Om meer jongeren voor technische studies te interesseren is het noodzakelijk, zoals De Rouwe al eerder opmerkte, dat het belang van techniek zichtbaarder wordt. Hij is woordvoeder maatschappelijke stage en heeft hoge verwachtingen van dat nieuwe element in het onderwijs; ook voor het creëren van meer enthousiasme voor technische opleidingen. Het doel van de maatschappelijke stage is tweeledig. Het eerste doel is iets voor de maatschappij doen, maar het tweede doel is het verruimen van het blikveld. In dat laatste doel schuilt ook een kans voor techniek. We hebben al vastgesteld dat techniek erg onbekend is. Door bij de maatschappelijke stage bewust techniek te betrekken, kunnen we dat onbekend maakt onbemind doorbreken. Laatst sprak ik een leerling die deelnam aan een proefproject maatschappelijke stage bij de lokale radio. Van tevoren had hij daar grote twijfels over Ik heb niets met radio. Nu is hij heel enthousiast en is hij in zijn vrij tijd vrijwilliger bij deze lokale radio. Ik denk dat jongeren bij andere technische beroepen ook dit soort verrassende ontdekkingen doen. 47

48 Techniek studeren? Alles is toch al uitgevonden Techniek wordt meer teamwerk. De ingenieurs van de toekomst zullen zich soft skills eigen moeten maken om zich daarin te kunnen handhaven. Voor ir. Erik Schrama hoeven deze vaardigheden niet persé ondergebracht te worden binnen de technische opleidingen. Hier is wellicht een taak weggelegd voor KIVI NIRIA. Zelf heb ik veel gehad aan hun opleiding Development of personal skills. Binnen JeT-Net (Jongeren en Technologie Netwerk Nederland) organiseren bedrijven activiteiten met havo/vwo-scholen om bij scholieren meer interesse voor de bètavakken te creëren. JeT-Net had ir. Erik Schrama uitgenodigd om op een middelbare school iets te vertellen over zijn fascinatie voor techniek. Ik deed dat aan de hand van mijn mobieltje en liet de leerlingen zien uit welke technische snufjes dit is samengesteld. Vervolgens vroeg een van de scholieren: Waarom zou ik techniek gaan studeren? Al die vernuftige techniek is er toch al? Schrama vindt dat techniek te veel als een gegeven wordt beschouwd. Te weinig wordt beseft dat binnen de technologie door veel inventieve mensen jarenlang onderzoek wordt verricht, voordat dit resulteert in producten die wij kunnen gebruiken en waarvan wij kunnen profiteren. Terwijl techniek volgens Schrama heel bepalend is voor de manier waarop wij leven. Het dagelijks leven in Zeeland zou er heel anders uitzien als ingenieurs geen dijken en Deltawerken hadden ontworpen en uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor de auto of het internet. Naar mijn overtuiging maakt techniek zelfs de geschiedenis. Andere groepen zoals historici schrijven het alleen maar op. Cross-over Werktuigbouwer Schrama is voor de zuidelijke Noordzee werkzaam als productietechnoloog zeg maar puttendokter bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij, een joint venture van Shell en Esso. Tijdens zijn studie hield hij zich al bezig met baggertechniek en offshore engineering. De gemene deler is stroming, en deze kennis is ook toe te passen op gas en aardolie. Schrama constateert dat binnen de mijnbouw steeds meer een cross-over ontstaat tussen verschillende vakgebieden. Binnen de putten maken wij nu bijvoorbeeld gebruik van sensoren om het productieproces te sturen en te volgen. Maar niet alles is natuurlijk mogelijk. De temperatuur in een put is bijvoorbeeld te hoog om er onderin een computer te plaatsen. De consequentie van de samenwerking met andere technische vakgebieden is dat je je als projectleider het jargon van elk vakgebied moet eigen maken. Net als bij de gedragswetenschappen gaan we weg van de eendimensionale directieve benadering. Ook ons werk wordt meer en meer interactief. Dit betekent dat er tijdens een overleg goed moet worden doorgevraagd om ervoor te zorgen dat iedereen het over hetzelfde heeft. Mijn collega s worden wel eens gek van mij, omdat ik steeds doorvraag. Dat is echter nodig om te komen tot een goede en vruchtbare samenwerking. Soft skills Deze ontwikkeling naar teamwerk betekent dat ingenieurs van de toekomst zich naast hun technische kennis ook de nodige soft skills eigen moeten maken, zoals communicatie, presentatie en samenwerken. Nu bestaan de technische opleidingen voor ongeveer 80% uit hard skills (technische kennis) en voor 20% uit soft skills. Overigens vind ik het opmerkelijk dat deze verhouding omdraait zodra je gaat werken. In het begin heb je nog even de hard skills nodig in het werk, maar snel daarna worden de soft skills zoals samenwerken, communiceren en overleggen steeds belangrijker. Schrama vindt niet dat binnen de opleidingen de verhouding tussen technische kennis en de soft skills dient te veranderen. Hier is wellicht een taak weggelegd voor bijvoorbeeld KIVI NIRIA. Zelf heb ik veel gehad aan hun opleiding Development of personal skills. 48

49 Schrama is niet bang voor het verwijt dat hij aanstuurt op een praatcultuur binnen de techniek. Multidisciplinair werken is een noodzakelijke ontwikkeling. Dat vereist nu eenmaal overleg. Het is belangrijk dat iedereen meedenkt om een goed resultaat te bereiken. Veiligheid De ingenieur van de toekomst zal in gesprekken en overleg met derden meer aandacht moeten besteden aan het concept veiligheid. In hun naïviteit en eerlijkheid willen ingenieurs zich in discussies wel eens laten ontvallen dat een risico nooit voor 100% is uit te sluiten. Voor mijzelf en mijn collega-ingenieurs spreekt dit voor zich. Andere beroepsgroepen en het grote publiek reageren daar heel anders op. Zij horen alleen dat er een kans is dat er iets misgaat. Soms is dan de discussie direct gesloten en willen zij zelfs niet ingaan op de grootte van die kans. Schrama vindt dat bij communicatie- en mediatraining voor ingenieurs aandacht besteed dient te worden aan de verschillende concepten van veiligheid binnen diverse bevolkingsgroepen. Voorlopig lijkt het mij aan te raden dat ingenieurs benadrukken dat een industrieel complex of waterwerk veilig is en dat zij niet zelf beginnen over de kans op of een miljoen dat er iets fout kan gaan. Status In Nederland is de waardering voor ingenieurs laag volgens Schrama. Op zich is dat niet zo vreemd, want Nederland houdt er niet van om groepen op een voetstuk te plaatsen. In het buitenland zie ik een grotere waardering voor de ingenieur. In Duitsland is het Herr Doktor Ingenieur voor en na. In India staat de IT-ingenieur op de bovenste sporten van de maatschappelijke ladder en in China staat de ingenieur voor een goede kans om rijk te worden. Deze lagere waardering voor de ingenieur is terug te zien in de salarissen. Economen concluderen dan: het valt wel mee met het tekort aan technici, anders zou de prijs ervan omhoog gaan. Zo eenvoudig ligt het volgens Schrama niet. Ingenieurs vinden het salaris van secundair belang. Het werk is zo leuk dat de betaling op de tweede plaats komt. Vaak zijn technici ook te verlegen en te bescheiden om hoge salarissen te vragen. Ik ga voor de inhoud, is veelal hun redenatie. Ze zijn daarom niet heel erg gemotiveerd om, in tegenstelling tot economen, juristen of bedrijfskundigen, veel aandacht te besteden aan de salarisonderhandelingen en gesprekken over de lease-auto. Overigens is Schrama zelf een uitzondering op deze regel: Iedereen verklaarde mij voor gek dat ik bij z n groot bedrijf als Shell wilde onderhandelen over mijn salaris. Het heeft echter zijn vruchten afgeworpen en ik kreeg er een periodiek bij. Helden Op de vraag hoe de status van de ingenieur is te verbeteren, heeft Schrama geen pasklaar antwoord. Misschien zou KIVI NIRIA als beroepsvereniging met een publiekscampagne de maatschappelijke betekenis van de ingenieur duidelijk kunnen maken. Tegelijkertijd relativeert Schrama de onderwaardering. Als je denkt dat je wordt ondergewaardeerd, is het vaak zo dat je er misschien te veel op gaat letten. Zelf zit ik me s avonds niet op te vreten omdat we zo weinig waardering van de maatschappij krijgen. MoTiv in Delft richt zich op de inspiratie en drijfveren van de ingenieur. In een congres stelden zij ingenieurs als helden voor, als redders van de wereld. En net als bij echte helden willen ze daar niet voor geëerd, laat staan beloond worden. Dat vond ik een interessante gedachte. 49

50 Regio s trekken techniekonderwijs los Ingenieurs van de toekomst ambiëren net als andere professionals om regisseurs te blijven van hun eigen leven, aldus Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-raad. Werknemerschap verschuift naar werkondernemerschap, te vergelijken met de huidige zelfstandige zonder personeel. Deze werkondernemer werkt zelfstandig aan zijn projecten. Het bedrijf is faciliterend, zodat de professional goed zijn werk kan doen en de daarbij vereiste kennis kan verwerven. Doekle Terpstra geniet ervan de libero, de vrije verdediger, van Nederland te zijn. Naast zijn werk als voorzitter van de HBO-raad is hij criticaster van zijn eigen partij het CDA en vecht hij tegen de Verwildering van Nederland. Niets weerhoudt mij ervan mij overal mee te bemoeien. Bovendien houd ik van drukte en heb liever tien of twintig ballen in de lucht dan dat alles rustig en geordend is. Terpstra noemt zichzelf uitgesproken atechnisch. Desondanks heeft hij er geen moeite mee te erkennen dat techniek het fundament is van onze huidige maatschappij. Zijn gebrek aan technische kennis weerhoudt hem er evenmin van om over de toekomst van de ingenieur na te denken en zich daarover uit te spreken. Naast voorzitter van de HBO-raad ben ik ook commissaris bij Grontmij en zo heb ik de mogelijkheid de ontwikkeling van het vak te volgen. Terpstra verbaast zich soms over het imago van techniek in onze maatschappij. Techniek wordt geassocieerd met rokende schoorstenen en smerige handen en overalls, terwijl ze ook het terrein is van hoogopgeleide professionals. Ook is techniek soms erg onzichtbaar. Als ik op de school van mijn kinderen kwam, vroeg ik altijd gekscherend aan de leerkrachten waar de doos met Meccano staat. Die was er niet. Op de (lagere) scholen is techniek vaak ver weg. Onbekend maakt makkelijk onbemind. Dat is jammer want wij hebben in de toekomst (nog) meer ingenieurs nodig. Werkondernemerschap Terpstra ziet de toekomstige ingenieurs als professionals die naast de eigen vakkennis ook in staat zijn verder te kijken dan hun eigen vakgebied. Ingenieurs van de toekomst moeten een veel bredere, integrale kijk op maatschappelijke thema s hebben en in staat zijn over hun eigen vakgebied te communiceren met andere sectoren. Bij steeds meer maatschappelijke vraagstukken zal er gewerkt worden met een team van professionals afkomstig uit verschillende disciplines. Ingenieurs van de toekomst moeten natuurlijk wel toegerust zijn om met deze diversiteit om te gaan. Wat het werken in multidisciplinaire teams betreft, loopt de hbo-ingenieur voor op de academisch geschoolde ingenieur. Op het hbo wordt nu al ontzettend veel in projectgroepen gewerkt. In deze groepen ben je niet alleen de ingenieur, maar oefen je ook andere rollen die in een toekomstige werkkring van pas kunnen komen. Hbo-ingenieurs zijn daardoor veel beter toegerust voor het werken in teams. Bij een toplaboratorium als dat van Unilever in Vlaardingen sturen ze academici vaak eerst op cursus op het hbo, zodat ze zich die teamvaardigheden eigen kunnen maken. Het werknemerschap, waaronder dat van de ingenieur, zal volgens Terpstra verschuiven naar werkondernemerschap. Van negen tot vijf werken in dienst van de baas zal meer en meer verdwijnen, is mijn overtuiging. Je ziet nu de opkomst van de zzp er, de zelfstandige zonder personeel. Nu zijn het er en ik verwacht dat dit aantal verder groeit tot 25% van de beroepsbevolking. Dat past mijns inziens in de tendens dat mensen de ruimte willen hebben om zich te ontwikkelen naar hun eigen inzichten. Zij willen regisseurs van hun eigen leven blijven. De kans is volgens Terpstra groot dat de ingenieur van de toekomst een zelfstandige is, al dan niet met personeel. Deze werkondernemer werkt zelfstandig aan zijn projecten. Het bedrijf is faciliterend, zodat de professional goed zijn of haar werkopdracht kan uitvoeren en de daarbij behorende (extra) kennis kan verwerven via trainingen en workshops. 50

51 Regio s Aan talent wordt op veel manieren getrokken. Er is volgens Terpstra een heuse competitie om in de gunst te komen van de getalenteerde student en medewerker. Dit heeft tot de interessante ontwikkeling geleid dat hogescholen proberen onderscheidend te zijn door het kiezen van thema s. Zo profileert de Hanzehogeschool Groningen zich op het terrein van gas en de hogeschool in Leeuwarden, in het een waterrijke Friesland, met watermanagement. De scholen maken binnen de regio allerlei afspraken met het midden- en kleinbedrijf, andere onderwijsinstellingen en overheden met betrekking tot bijvoorbeeld watermanagement en gas. Door de geconcentreerde aandacht voor bepaalde thema s zie je een eigen dynamiek ontstaan bij bedrijven, scholen en studenten. Er wordt geïnvesteerd in kennis en bij scholieren wordt de interesse gewekt voor een studie op dat terrein. Op die manier wordt door regionale initiatieven het techniekonderwijs vlotgetrokken. Niet voor iedere hogeschool is een dergelijke aanpak haalbaar. De Hogeschool Rotterdam heeft het werken in projecten beperkt vanwege het leerlingenaanbod. Meer dan de helft van hun studenten heeft een allochtone achtergrond en daarbij past klassikaal lesgeven beter, in een duidelijke structuur met een verplichte aanwezigheid. Door het beperken van uitval zorgt deze hogeschool er op een andere manier voor dat er meer afgestudeerde ingenieurs komen. Duaal leren Ingenieurs van de toekomst zouden ook gebaat zijn bij een nieuw soort van duaal leren. Terpstra verbaast zich erover dat zoveel studenten een bijbaan hebben die niets met hun studie te maken heeft, terwijl veel bedrijven zitten te springen om mensen uit hun vakgebieden. Ik zie veel meer in een combinatie van studeren, werken en stage, waarbij er kruisbestuiving plaatsvindt tussen deze bezigheden. Dat lijkt mij beter dan overdag leren, s avonds vakken vullen en aan het eind van de studie een stage. Dankzij deze vorm van duaal leren komt er een beter contact tot stand tussen opleiding, student en het bedrijfsleven. Terpstra onderschrijft de steeds luidere geluiden dat voor de toekomstige ingenieurs niet de kennis onderscheidend wordt, maar de creativiteit. Dat hangt ook samen met die drang naar onafhankelijkheid en zelfontplooiing. Het is dan ook niet voor niets dat deze opleving van creativiteit van onderaf komt. Als voorbeeld zie ik de games-industrie. Laatst sprak ik een docent gaming, die studenten de faciliteiten biedt om zich te ontplooien. Hij vindt dat hij heeft gefaald als zijn studenten bij het verlaten van de opleiding niet meer weten dan hij. Deze ontwikkelingen onderschrijven Terpstra s opvatting dat er een ontwikkeling gaande is naar een faciliterende economie. Een onderwijsinstelling die faciliterend onderwijs biedt, bereidt de studenten en toekomstige ingenieurs goed op de toekomst voor. 51

52 Ik zie Nederland graag een ingenieurssamenleving worden Prof. dr. René Tissen, hoogleraar management & organisatie aan Universiteit Nyenrode, analyseert de ingenieur via het TOI-profiel waarbij de T voor techniek staat, de O voor organisatie en de I voor innovatie. Ingenieurs zijn op de hoogte van de laatste stand van techniek, maar spelen ook een belangrijke rol bij het organiseren. Ingenieurs van de toekomst hebben kennis nodig om de I van innovatie te realiseren. Eenmaal op het terrein van Nyenrode dringt het besef door dat dit instituut belangrijk is voor Nederland. Hier worden jaarlijks honderden mensen opgeleid. Al ruim dertig jaar is Nyenrode de enige erkende Nederlandse private universiteit. Dat maakt haar positie soms lastig, is de ervaring van prof. dr. René Tissen, hoogleraar management & organisatie. De algemene opvatting in Nederland is dat een universiteit een door de overheid gefinancierde rijksuniversiteit moet zijn. In de Verenigde Staten zijn honderden private universiteiten, maar hier wordt er nog steeds vreemd tegenaan gekeken, zo blijkt regelmatig. Nyenrode onderscheidt zich van rijksuniversiteiten door de combinatie van praktisch en wetenschappelijk onderzoek. Tissen: Empirisch onderzoek, dat de praktijk als uitgangspunt neemt, is een belangrijke basis voor deze universiteit. Bij rijksuniversiteiten tellen bijvoorbeeld alleen publicaties in de belangrijkste internationale wetenschappelijke tijdschriften bij beoordeling van de wetenschapper en het onderzoek. Voor Nyenrode tellen ook andere publicaties. De redenering is dat met deze publicaties een veel groter publiek kennis kan maken met ons onderzoek. Een mix van intellectuele toppers en mensen met meer oog voor toepassingen is naar de overtuiging van Tissen ook de juiste bezetting bij iedere organisatie. Het is net als een bij voetbalteam: een sterrenteam wordt zelden kampioen. Met alleen toppers werkt het niet. Teams met een mix van diverse mensen en kwaliteiten zijn succesvoller. TOI Tissen is gepromoveerd als bedrijfskundige aan de Rijksuniversiteit Groningen. Technologie is voor hem altijd een belangrijke inspiratiebron geweest bij het denken over organisaties. Ik schrijf momenteel een boek over de historie en betekenis van kwantummechanica en vind de snelheid van ontwikkelingen en de relevantie daarvan voor beslis- en bedrijfskunde fascinerend. Een gevolg van zijn interesse in technologie is ook zijn belangstelling voor de ingenieur. Om aan te geven wat er eventueel in hun opleiding veranderd kan worden, gaat hij uit van het TOI-profiel: Technologie, Organisatie en Innovatie. Hiermee kun je het functioneren van iemand analyseren zonder persoonlijk te worden. Van ingenieurs wordt verwacht dat zij op de hoogte zijn van de laatste stand van de techniek. Dat is cruciaal voor een organisatie. Wordt dat verzuimd, dan is een bedrijf en organisatie ten dode opgeschreven. Niet alleen bij de technologie speelt de ingenieur een belangrijke rol, maar ook bij de organisatie. Het vak bedrijfsorganisatie was in het begin heel nauw verbonden met de ingenieurswetenschappen. De Amerikaan Taylor onderzocht indertijd als eerste in detail de werkprocessen en vergrootte zo de effectiviteit en de efficiency van productieprocessen, mede met behulp van de techniek. Techniek is echter steeds meer losgekoppeld van kennis van organiseren, terwijl we daar ook de ingenieur met zijn analytische capaciteiten voor nodig hebben. De combinatie van technologie en organiserend vermogen is voor Tissen cruciaal. Alleen organisaties die deze twee combineren, zullen de top op hun terrein bereiken en behouden. Op beide terreinen kunnen ingenieurs, met hun sterke analytische vermogen, een doorslaggevende rol spelen. 52

53 Innovatie De I in Tissen s TOI-model staat voor innovatie. Het vak van ingenieur wordt in de maatschappij vaak als heel mechanisch gezien. Mijn ervaring is dat de mensen die erin werken, juist heel creatief zijn. Gemakkelijk wordt vergeten dat er bij het ontwerpen van systemen enorm veel creativiteit komt kijken, gecombineerd met een grondige kennis van techniek. Ingenieurswerk wordt volgens Tissen ondergewaardeerd. Deze Willy Wortels brengen innovatie, maar worden maatschappelijk min of meer afgewezen. Ten onrechte krijgen zij ook het predikaat beperkt te zijn, terwijl ik hen als heel creatief ervaar binnen hun technische niche. De combinatie van vakkennis en creativiteit is de basis voor de kennis binnen ondernemingen. In tegenstelling tot veel andere vakgebieden kunnen ingenieurs niet bluffen of met mooie praatjes gebrek aan inhoud verbloemen. Iets werkt of iets werkt niet. Dat maakt de ingenieur kwetsbaar. Het verbaast Tissen daarom dat ideeën van ingenieurs veelal argwanend worden benaderd. Neem nu het voorstel om het Tulpeneiland te bouwen voor de kust. Ik vind het een prachtig idee en beslist het overwegen waard. Een persoon maakt een opmerking dat het megalomaan of onhaalbaar is en het Tulpeneiland wordt van tafel geveegd. Volgens mij kunnen burgers en de overheid beter wat argwanender tegenover bijvoorbeeld de financiële sector staan verantwoordelijk voor de huidige kredietcrisis en meer vertrouwen hebben in ingenieurs. Ingenieurssamenleving Tissen vindt dat Nederland met onderwijs en onderzoek moet inzetten op een ingenieurssamenleving. Nederland wordt gezien als handels- en distributieland. Maar we zijn veel meer dan dat. Onze (technische) universiteiten behoren tot de top in de wereld. Waar het soms aan ontbreekt, is een overstijgend denken. Niet alleen het Tulpeneiland wordt meteen afgebrand, maar ook de Betuwelijn en de HSL, terwijl deze getuigen van een visie op de toekomst. Overigens zijn in het verleden ook de Deltawerken afgebrand, de half open Oosterscheldedam voorop. Nu is het toch een visitekaartje van Nederland. Bij beslissingen moeten we daarom verder kijken dan alleen de directe kosten en de korte termijn. We moeten op de kleintjes letten, maar een ambtelijke of kruideniersmentaliteit moeten we vermijden. Bij overstijgend denken gaat het om veel meer dan de vraag of het rekensommetje klopt: er ligt visie aan ten grondslag. Het rekensommetje is dan veel complexer dan dat ene project op zich. Een ingenieurssamenleving sluit aan bij het Scandinavische model, vindt Tissen. Nederland is onmiskenbaar verschoven naar de andere kant, namelijk naar de Angelsaksische bedrijfspraktijk. Deze is monodisciplinair, het financiële gewin staat daarin centraal. Je merkt dat het verzet in Nederland daartegen groeit. Wij voelen ons prettiger bij het Scandinavische uitgangspunt dat je het met elkaar moet doen, dat er sociale samenhang moet zijn. Overigens zie je dat technologie in de Scandinavische landen een hoge vlucht maakt, mede doordat techniek steeds meer een multidisciplinaire aanpak vereist. Het Angelsaksische model biedt hiervoor minder mogelijkheden. Bèta In de visie van Tissen moeten de ingenieurs van de toekomst naast projectonderwijs ook voldoende kennisonderwijs blijven krijgen. In projectonderwijs worden problemen met een beperkte hoeveelheid parate kennis tegemoet getreden. Parate kennis bepaalt echter de context waarbinnen de oplossingen worden gevonden en daarom is kennisonderwijs van belang. Hiermee vergroot je de intellectuele context voor mogelijke oplossingen. In de traditie van Nyenrode gelooft Tissen dat maatschappelijke en economische dynamiek ontstaat door de combinatie van praktische en wetenschappelijke kennis van de ingenieursdisciplines. De nadruk op bètaonderwijs juicht Tissen toe, maar bètakennis is slechts een ingrediënt van het menu. De ingenieurswetenschappen zijn het menu en daarom zie ik liever meer jongeren ingenieur worden. Daar ligt nog een taak voor KIVI NIRIA. 53

54 Defensie ademt techniek De technologie wordt complexer en meer geïntegreerd, maar ook betrouwbaarder, aldus Schout bij Nacht ir. Klaas Visser, directeur wapensystemen van de Defensie Materieel Organisatie. Wij werken hier op het scherpst van de technologische snede. Techniek is extreem belangrijk. Ze bepaalt onze operationele capaciteit als instrument voor het Nederlandse buitenlandbeleid en als hoeder van onze veiligheid. Ingenieurs van de toekomst moeten multidisciplinair zijn en in staat zijn tot diepgaand begrip en scherpe analyses. De Schout bij Nacht vindt het belangrijk om over techniek bij Defensie naar buiten te treden. Het belang van techniek bij Defensie is ook letterlijk niet te onderschatten. De techniek in de wapensystemen is voor ons, en misschien voor Nederland als land, van levensbelang. Als we enkele jaren geen of een beperkte instroom van technici zouden hebben, komt het vervullen van onze taak in het geding. Bij commerciële bedrijven heerst misschien de tucht van de markt. Hier heerst de tucht dat alles móét werken. Gelukkig wordt de techniek behalve steeds complexer ook steeds betrouwbaarder. Onderzeedienst Klaas Visser is de eerste van zijn familie op het eiland Marken die beroepshalve voor Defensie koos. Visser meldde zich wel bij een onderdeel dat het meest aansluit bij zijn vissersdorp Marken: de marine. Het was het avontuur en de kameraadschap die mij voor de wapenrok deden kiezen. Nu, bijna 35 jaar later, heeft hij een indrukwekkende carrière. In Den Helder deed hij een officiersopleiding voor een technische functie binnen Defensie. Op opleidingsgebied werkt de marine samen met ondermeer de TU Delft en dat bood Visser de mogelijkheid om na een aantal jaren bij de onderzeedienst af te studeren als ingenieur werktuigbouwkunde. Mijn afstudeeronderwerp was het bestuderen van fysische fingerprints van dieselmotoren als diagnostisch instrument. Onderdeel daarvan is het trillingsgedrag van dieselmotoren op schepen. Trillingen op een onderzeeër zijn belangrijk, omdat die je kunnen verraden. Na deze studie keerde hij terug naar de onderzeedienst. Een onderzeeër is een hoog technische omgeving. Continu hangt jouw leven af van het goed werken van de apparatuur. Werken in een dergelijke omgeving betekent dat je leert omgaan met spanning, stress en techniek. Werkt er iets niet goed, dan moeten de technici er binnen korte tijd voor zorgen dat het weer op orde komt, zonder externe hulp van werkplaatsen en fabrikanten. Ontwikkeling Tijdens zijn periode onder water deed Visser ervaring op met het leidinggeven. Toen hij voor de marine de wal op ging, nam zijn carrière meer en meer een bestuurlijke en leidinggevende wending. Hij ging werken aan ontwikkelingsplannen voor marineschepen. Hij werkte onder andere aan de ontwikkeling van het Luchtverdedigings- en Commandofregat het beste fregat ter wereld. Daarna trad hij toe tot de defensiestaf en verzorgde Visser daar de parlementaire aangelegenheden. Vervolgens ging hij naar het Marinebedrijf en werd verantwoordelijk voor de centrale planning, waarna hij doorschoof naar de functie Algemeen Directeur. Het Marinebedrijf in Den Helder onderhoudt wapensystemen, niet alleen die van de marine, maar bijvoorbeeld ook alle handvuurwapens en geleide wapens van Defensie. Anno 2008 is Visser directeur wapensystemen van de Defensie Materiaal Organisatie (DMO). Wederom een heel technische omgeving. Toch is kennis van techniek voor een functie als deze niet voldoende. Aan hoge technologie moet ook leiding worden gegeven. Daarnaast moet je verstand hebben van bekostiging, acquisitie, planning en politieke processen. Ook niet-technici zijn essentieel voor Defensie. 54

55 Kartrekker Vraag je Visser hoe belangrijk technologie is voor Defensie, dan laat zijn antwoord niets aan duidelijkheid over: Defensie ademt technologie. De effecten van wapensystemen worden voor een groot en steeds groeiend deel bepaald door de techniek. Er is wel iets veranderd in de rol die Defensie voor de ontwikkeling van de technologie speelt, vindt Visser. Defensie was vroeger een belangrijke kartrekker van de techniek, met veel spin-off naar de civiele maatschappij. Vandaag de dag is dat niet meer zo. De systemen en de apparatuur voor civiele doeleinden, zoals satellieten, sensoren of robotsystemen, zijn de afgelopen jaren steeds beter geworden. Neem het ongeluk van de Herald of Free Enterprise: dat was aanleiding om allemaal verbeteringen bij schepen door te voeren die ook voor de marine interessant waren. Het karakter van de techniek bij Defensie verandert continu. Onze technische systemen zijn complexer geworden, omdat er meer technische disciplines in geïntegreerd zijn. Dit stelt andere eisen aan onze technici en ingenieurs. Ging er vroeger op een schip een stoomleiding kapot, dan isoleerde je deze en repareerde je de leiding. Bij de huidige complexe systemen moet een ingenieur een scherp en veelzijdig vermogen hebben om de storing te analyseren. Visser verwacht dat technologische systemen alleen maar complexer zullen worden. Dit betekent dat de ingenieurs van de toekomst een groot analytisch inzicht moeten hebben en meer multidisciplinair moeten zijn opgeleid. Out of the box Bij Defensie zullen ingenieurs van de toekomst op grotere afstand gaan werken. Het is onmogelijk om alle ondersteuning voor de technische systemen mee te sturen op alle missies, fregatten, onderzeeërs of vliegtuigen. De trend is om hoogwaardige support te concentreren op de thuisbasis. Treden er storingen op in de besturing van een voertuig of een wapensysteem, dan moet de ingenieur aan de hand van informatie afkomstig van de gebruikers en de computers kunnen analyseren wat er mis is, vaak op afstand. Het is een netwerkcentrische omgeving. Zo kunnen we ook meer doen met minder mensen. Ook deze ontwikkeling houdt in dat ingenieurs van de toekomst over een scherp analytisch vermogen en een brede kennis moeten beschikken. Binnen Defensie zijn de ingenieurs ook degenen die bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe apparatuur en systemen. Van hen verwachten wij dan ook dat zij out of the box kunnen denken dus verder denken dan bestaande kennis en visie reiken en zelf met nieuwe ideeën komen om in te spelen op de eisen van Defensie. Daar blijft het niet bij. Vrijblijvend ideeën spuien is meer voor de kunstenaars en niet des ingenieurs. Van ingenieurs verwachten wij dat zij hun idee ondersteunen met een model of concept, dit kritisch testen en indien nodig met ideeën voor verbetering komen. Verder moeten zij aantonen dat het idee ook op de langere tijd onderhoudbaar en betaalbaar is. En wat moeten ingenieurs die een leidinggevende functie zoals die van Visser ambiëren? Het is van belang dat iemand zich eveneens ontwikkelt op niet-technische onderdelen, zoals financiën, leidinggeven en politieke processen. Werving Voor Defensie is de belangrijkste vraag niet welke vaardigheden de ingenieurs in de toekomst moeten hebben, maar of er voldoende ingenieurs en technici voor de organisatie zijn te vinden. Wij kunnen niet zomaar uitwijken naar buitenlandse ingenieurs. Om meer jongeren te interesseren voor een loopbaan bij Defensie, zijn samenwerkingsprojecten gestart met scholen. Wij willen zichtbaarder zijn om jongeren duidelijk te maken welke interessante carrièremogelijkheden er zijn binnen Defensie. Bij deze campagnes willen wij jongeren zo vroeg mogelijk bereiken en besteden wij speciale aandacht aan meisjes en allochtone leerlingen. Ik vind het heel belangrijk om aan deze groepen aandacht te besteden om zo een betere diversiteit in onze organisatie te bereiken. Met hogescholen en de technische universiteiten wordt samengewerkt voor masters die zijn afgestemd op de behoefte van Defensie. Ook met TNO zijn wij bezig met speciale masterclasses om pas afgestudeerde ingenieurs te interesseren voor een uitdagende technische baan bij Defensie. 55

56 Defensie werkt ook samen met bedrijven in de regio, bijvoorbeeld rond het Logistiek Centrum Woensdrecht, waar vliegtuig- en helikopteronderhoud plaatsvindt, in kosten uitgedrukt vaak 3 tot 6% per jaar van de aanschafkosten. Voor dat onderhoud hebben wij goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers nodig. Samen hebben wij contacten gelegd met omringende ROC s om leerlingen attent te maken op de mogelijkheden van een loopbaan bij een van de bedrijven of Defensie. Defensie zelf heeft ook een verandering binnen de eigen organisatie aangebracht om een aantrekkelijker werkgever te worden voor de ingenieurs van de toekomst. In het verleden was het de gewoonte dat iemand zijn hele loopbaan bij Defensie bleef. Het werd ook niet gewaardeerd als je ergens anders ging werken. Jongeren willen zich echter niet meer vastleggen voor een baan voor het leven. Wij leiden nu op tot maatschappelijk erkende diploma s en certificaten. Hiermee kunnen ze ook buiten Defensie meteen aan de slag. Mensen die dat ook daadwerkelijk doen, zien we gelukkig ook regelmatig terugkeren naar Defensie, met de aantrekkelijke bagage van ervaring in het bedrijfsleven. Dit is een omgeving waar je je heel goed kunt ontplooien. 56

57 Overige beelden 57

58 The engineer of the future By Ian Pearson, Futurizon, September 2008 ( It is a great time to be an engineer. After witnessing the convergence of computing and telecoms changing our world via the internet, and messaging, we are about to witness the convergence of the whole of IT with biotech, enabled in part by nanotechnology, which itself gives enough scope for excitement. The result will be connections between our nervous systems and our machines, recording and replaying sensations as easily as sound or video today. With biotech advancing, we will have the power to modify and redesign nature, even to introduce IT into living organisms if we wish. The engineering will be difficult but greatly enjoyable. But it comes with responsibility. It is already very obvious that our political leaders struggle to keep up with the capability of new technologies. Ordinary members of society can t understand how it all works. Lawyers can t keep up the speed of regulation either. So we have to trust engineers to take some responsibility themselves for the technologies they create. Of course we want all the benefits, and market forces guarantee that we will always be well informed on those. But where there are problems, there is always a temptation to hide them. Problems from new technologies can arise in lots of ways. It may help people carry out terrorism more easily or effectively, allow hackers and spammers and identity thieves even more ways to create a nuisance. Or it may be more subtle, creating social problems. For example, a fantastic computer game is obviously good fun, but if it is so good that kids disappear for long stretches from everyday contact, then it can become a social problem. If kids get used to killing people in hyper-realistic virtual environments, surely it will create real world problems for society too. The list goes on and on. In the absence of anyone else that can spot the potential risks, and help society make informed decisions on the balance of benefits and risks, engineers must accept this responsibility. It is simply not acceptable to introduce new technologies on a world that will gratefully accept them without being told the price. To do so is to mislead and abuse society. A related problem is that of the age of magic. Arthur C Clarke observed that a sufficiently advanced technology is indistinguishable from magic. That is often the case even today. Few people know how all the kit around them works, even engineers can usually only explain a small fraction of it. In some ways, the future engineer will work with such advanced technology, that they start to fill the ancient role of high priest or priestess. Someone comes to them with a problem, they wave their magic wand, say some wonderful words, and it is cured. How tempting it will be to take advantage. And how easy. We must be careful not to abuse our clients. Engineers cannot be expected to become saints, but we will have to accept more social responsibility, and self regulate to ensure that society gets a fair deal from our contract with them. Any less would simply be unprofessional, and I can t think of anything an engineer would less want to be charged of. 58

59 Verzamelde beelden HRM De Ingenieur van de Toekomst: brainstormsessie op 2 juli 2008 bij KIVI NIRIA Deelnemers: Harry de Vos (ASML), Jan Willem Houtman (Ebbinge), Elly Pauw (TU Delft), Marese Donkers-Dijken (Shell), Eric van Leeuwen (Altran), Pieter Schell (Tebodin), Harry Starren (De Baak), Jan Reneman (KIVI NIRIA) en Bouke Bosgraaf (KIVI NIRIA). Verzamelde beelden De ingenieur van de toekomst is een vrouw of man die midden in de wereld staat, een specialisme heeft en dat kan verbinden met andere interesse gebieden zonder zich op die gebieden een oordeel aan te matigen. De ingenieur van de toekomst verandert van kleur maar blijft vreemd genoeg in essentie dezelfde. De ingenieur van de toekomst bestaat niet als één beroep, maar is een verzamelbegrip. Waar anderen denken en spreken, brengt de ingenieur iets tot stand dat hooguit verborgen zijn of haar naam draagt of van de groep waar hij of zij deel van uit maakt. De Nederlandse ingenieur is een exportproduct dat tot stand komt dankzij onze open grenzen. Veel engineers komen naar ons land om hun opleiding te vervolmaken. De ingenieur van de toekomst weet zijn technische kennis, innovativiteit en creativiteit te koppelen aan de doelen die er uiteindelijk mee te bereiken zijn, weet die doelen te realiseren door een goede organisatie en gevoel voor het maatschappelijke krachtenveld en wil het resultaat laten zien. Hij of zij is een technologisch specialist, gericht op implementatie en betrokken bij wereldproblemen zoals de energiebehoefte. De ingenieur van de toekomst is in staat om technologische ontwikkelingen te linken naar vooruitgang in de samenleving. De rol van de ingenieur is als gevolg hiervan duidelijk zichtbaar in de samenleving. De ingenieur van de toekomst wordt door jongeren als hip gezien. Hij of zij is met belangrijke maatschappelijke uitdagingen (zoals klimaat) bezig en laat dit aan iedereen zien. De ingenieur van de toekomst is degene die in staat is om zijn bijdrage aan de oplossing van maatschappelijke problemen in complexe omgevingen over het voetlicht te brengen. Er zijn twee soorten ingenieurs van de toekomst. De ene is een verdiepende specialist en de andere is een leider (voorbeeld voor anderen, inspirator, multiculturele actor). Het een gaat niet samen met het ander. De ingenieur van de toekomst moet ook als specialist over de algemene vaardigheden beschikken die essentieel zijn om zich binnen complexe omgevingen te kunnen handhaven en zich binnen de maatschappij te kunnen profileren. De ingenieur van de toekomst wordt vormgegeven door de maatschappij. Ingenieurs worden gezien als de professionals die met objectieve oplossingen komen voor maatschappelijke kwesties en die een stevig fundament kunnen leggen waar de maatschappij verder mee kan. Hij of zij is betrokken maar niet politiek gemotiveerd en wordt als betrouwbaar steunpunt van de samenleving gezien. Het beroep ingenieur wordt exclusiever. Niet iedere technisch afgestudeerde is zomaar een ingenieur. De ingenieur van de toekomst is een kameleon. Hij of zij kan, met de vakkennis als basis, uitstekend opereren binnen complexe en internationale netwerken. Hij of zij kan beter dan anderen met de toenemende tijdsdruk en interculturele aspecten omgaan. 59

60 De ingenieur van de toekomst is een Chinees. De ingenieur van de toekomst is een vrouw. Haar sociale vaardigheden zorgen voor een betere zichtbaarheid met een hogere status als gevolg. De ingenieur van de toekomst is anders dan nu zichtbaar voor iedereen. De ingenieur van de toekomst heeft gelijk en krijgt gelijk. De ingenieur van de toekomst vertraagt om te versnellen. Overige opmerkingen Niet de ingenieur moet zichtbaar gemaakt worden, maar de effecten van zijn of haar werk. De ingenieur van de toekomst heeft een uitdagend beroepsbeeld en daardoor raken jongeren gemotiveerd om techniek te kiezen. We willen eigenlijk dat de maatschappij de ingenieur van de toekomst definieert. De huidige ingenieur moet dit proces voeden. Kan hij of zij dit? Huidige beeld voldoet niet. De ingenieur van de toekomst wordt niet alleen gevormd door de opleiding. Bedrijven hebben hier ook een belangrijke verantwoordelijkheid. De huidige ingenieurs hebben niet voldoende diepgang. De huidige ingenieurs hebben onvoldoende vaardigheden. Ingenieurs zijn uitstekende projectmanagers. Ze worden uitgedaagd om het project succesvol teneinde te brengen. Het werken met complexe projecten vraagt om goede sociale vaardigheden. Uistekende projectmanagers zijn zelden goede lijnmanagers. Daar is een meer reflectieve houding voor nodig dan de proactieve houding bij projecten. De tijd van het freubelen is voorbij. De tijdsdruk wordt overal groter. Ingenieurs kunnen hier goed mee omgaan. Ze maken bij oplevering gewoon de beperkingen/onzekerheden zichtbaar. Ingenieurs zijn zelfsturend. Ze hebben minder managers nodig dan andere beroepsgroepen. 60

61 Verzamelde beelden opleidingen Brainstormsessie met opleidingsverantwoordelijken in het kader van de KIVI NIRIA verkenning van De Ingenieur van de Toekomst op 14 oktober Deelnemers: Paul Rullmann (TU Delft), Rob Mudde (TU Delft), Josee van Eijndhoven (Erasmus Universiteit), Ricardo Abdoel (Fontys), Iefke Bloothoofd (HHS), Ineke van der Wal (Windesheim), Antoine van Dongen (HvA), Egbert Bol (InHolland), Harry Starren (De Baak), Karel Luyben (TU Delft/KIVI NIRIA) en Bouke Bosgraaf (KIVI NIRIA). Verzamelde beelden De chirurg van nu is de ingenieur van straks. De ingenieur wordt een sleutelfiguur in de maatschappij. De bevolkingsgroei behelst tal van uitdagingen. De helden van morgen zijn gisteren al begonnen (dit is nog niet zichtbaar). De ingenieur moet weer op ieders netvlies verschijnen. Hij of zij moet echter voor eigen PR zorgen (uitdragen) en zich internationaal positioneren. Momenteel is de ingenieur min of meer statusloos. De ingenieurs van de toekomst zitten momenteel al in de collegebanken. Huidige generatie wil reeds antwoorden op uitdagingen met de mens als uitgangspunt vinden en heeft honger naar technische kennis. Hij of zij moet goed kunnen luisteren en verbanden kunnen leggen. Techniek wordt reeds op een andere manier gebruikt. De discussie over breed versus diep is afhankelijk van actoren en regio. Er is daardoor geen eenduidig beeld te creëren. De tijd voor grote doorbraken is voorbij, ingenieurs moeten nu meer gericht zijn op het slim verbeteren van systemen. We moeten naar de Nerd+ toe. De ingenieur moet een zware technische bagage hebben, maar daarnaast ook interactief, innovatief, internationaal en ondernemend zijn. Van bèta naar alfa. Andersom kan niet. De ingenieur bestaat straks niet meer. De differentiatie wordt te groot. Het is niet wenselijk om dit via snijvlakopleidingen te ondervangen. Het creëren van een superingenieur die naast een goede vakkennis ook alle andere competenties heeft, is onmogelijk. Iedereen moet zijn of haar eigen specialisme hebben en binnen de context van innovatie samenwerken met andere specialisten (in gezamenlijkheid een klus). Japan is hier al heel ver in. Er zijn twee dimensies voor de ingenieur: de β-α-γ dimensie en de maatschappelijke dimensie. Deze gaan niet altijd samen. De ingenieur moet leren dat oorzaak en gevolg niet meer lineair zijn. Alles is complexer geworden en mondiaal verbonden met elkaar. De ingenieurs moeten niet meer de techniek als uitgangspunt nemen, maar de samenleving. De samenleving verandert, dus de ingenieurs ook. De ingenieur van nu is een historische toevalligheid. Er is ook geen ingenieur van de toekomst. Ingenieurs hebben wel toekomst, de maatschappelijke issues zijn echter leidend. De ingenieur is breed inzetbaar en kent verschillende smaken (monddisciplinair versus multidisciplinair). De verlangde status krijgt de ingenieur niet meer terug. Dat is geschiedenis. Er gaat niet meer betaald worden. Basiskenmerken van de ingenieur zijn: kwantificeren, analyseren en construeren. De Chinese ingenieur is onze ingenieur van vroeger. We moeten het maatschappelijk kader van onze opleidingen niet overdrijven. Theoretische kennis motiveert jongeren ook. 61

62 Gewenste acties/uitdagingen De ingenieur van de toekomst moet tijdens de opleiding geraakt worden door de begrippen Fun, Love en Meaning (Will, Skill, Thrill). Sommige van de huidige specialistische opleidingen zijn te eenzaam. Studenten moeten uitgedaagd worden door competities (denken/ maken/ ontdekken/ creativiteit). Hierdoor wordt het heldengevoel bevorderd (uitstraling, elan, overtuiging). Dit moet door de opleidingen gefaciliteerd worden. De ingenieur van de toekomst is niet eenduidig. We kunnen beter spreken van ingenieurs van de toekomst. Zijn of haar basiskwaliteiten zijn: kwantificeren, abstraheren, identificeren, ontwerpen en construeren. Elke opleiding is anders en elk niveau ook (bachelor, master, PhD). De gemeenschappelijkheid van de ingenieurs moet tot uiting komen door het oprichten van een ingenieursregister waarin gekeken wordt naar de eerder genoemde basiskwaliteiten. Studenten moeten leren om in multidisciplinaire omgevingen te werken. Aandacht voor communicatie, begrip en maatschappelijke context is gewenst. Er moet meer aandacht komen voor de sociaal/ maatschappelijke veranderingen in de wereld en de context voor de ingenieurs hierbinnen. De interactie tussen mens en techniek moet als uitgangspunt genomen worden. De contexten zijn verschillend, de skills die nodig zijn niet. Opleidingen moeten meer openstaan voor de ideeën van de nieuwe generatie jongeren. Zij hebben eigen context. De balans moet echter niet doorslaan naar toekomstige ingenieurs die van alles een beetje weten. Bied differentiatiemogelijkheden aan binnen de opleiding! Er wordt (te) veel gevraagd/ verwacht van de ingenieurs van de toekomst. Differentiatie (verschillende rollen) zorgt echter voor een reëler beeld. Het lastige is dat de maatschappelijke veranderingen leidend moeten zijn. Het positieve is dat er ervaringen zijn dat jongeren wat dit betreft up to date zijn en een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de totstandkoming van hun eigen profiel. De opleidingen moeten zorgen voor de basiskwalificaties en het creëren van elan. pragmatisch aanpak praktijk nieuwsgierig vraag nuttig opleiding fundamenteel 62

63 Ingenieurs in de Netwerkmaatschapppij: nieuwe combinaties voor Engineers 2.0 Ir. Jaap van Till, Lector, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) Inleiding De beeldvorming in onze samenleving van wat ingenieurs zijn en doen is gebrekkig en ijlt na vanuit dingen in het verleden, wat weinig inspirerend is voor jonge mensen om die richting in onderwijs en loopbaan op te gaan. Er zijn tal van voorstellen om bij zenders èn ontvangers van deze beelden veranderingen aan te brengen. DE standaard ingenieur (man/vrouw; ir / ing) zou meer zus of meer zo moeten worden opgeleid en anders moeten gaan acteren. Aan die aanbevelingen is niks mis, maar het is verstandiger om niet alleen symptomen van genoemde mismatch deels aan te pakken, maar ook de drivers van ingenieurswerk en de moderne samenleving eens goed opnieuw te bekijken en dan te streven naar het plaatsen van moderne ingenieurs in de kern van de functies die deze samenleving levensvatbaar moeten doen zijn en houden. Dan komt het aanzien en de waardering, etc. daarna ook wel. Analyse van successen uit het verleden Vanuit vele noodsignalen over de huidige crises en transities in onze wereldwijd sterk verknoopte maatschappij komt steeds sterker naar voren dat de focus voor overleven daarin zal moeten liggen op werkzaamheden die echte toegevoegde waarde creëren. Dat is een reactie op de luchtbellen van de financials en de bla-bla van publiciteits- en sensatiemedia. Wat voegden die nu echt toe? Waarop is welvaart nu eigenlijk gebaseerd en hoe stimuleer je die over langere tijd en in het algemeen belang? Die vragen werden grotendeels al beantwoord in het boek van Mokyr [1] waarin hij grondig onderzocht hoe sustained wealth creation in het verleden in vele landen verschillend tot bloei (continued and sustained improvements) leidden en wat daar de drivers voor waren. Hij toonde helder aan dat welvaart aangedreven werd door combi s van twee typen mensen die goed wisten samen te werken: De weters & de doenders Bijvoorbeeld de uitvinder van de stoommachine & de mensen die deze echt konden bouwen. Kamerlingh Onnes & zijn gereedschapmakers. In de beeldvorming lijken die knappe vaklui een bijzaak maar dat zijn ze niet. Nederland heeft een wereldnaam en zelfs een Nobelprijswinnaar op het gebied van gereedschapsmaken. Het gaat om deze zeer sterke combinaties: mr Rolls & mr Royce, Hewlett & Packard, Gerard & Anton Philips. Koninklijke instituten werden opgericht met de expliciete bedoeling deze twee soorten kennis en skills bij elkaar te brengen. Propositional knowledge (gr: epistemè) [ properties of natural phenomena] & Prescriptive knowledge (gr: technè) [techniques and recipes]. Fiducie, geloof dat iets zal gaan werken (ondernemer-commerçant) & We kunnen het werkend krijgen (vernufteling-ingenieur). WAT kennis, ontstaan door te onderzoeken hoe dingen zich gedragen als je ze uit elkaar haalt & HOE kennis, ontstaan door te weten hoe het werkt als je dingen construeert en in elkaar zet. 63

64 Dit is dus een ander onderscheid dan de kloven tussen wetenschap(onderzoek) /technologie (productie in bedrijf) of theorie/empirisch of universiteit/ beroepsonderwijs. Fascinerend allemaal, maar niet echt erg relevant. De twee soorten kennis zijn dus evenwaardig en werken pas als ze samen verbonden zijn (&) en intensief praktisch bruikbare kennis voor visie en actie [5] uitwisselen, aan elkaar knopen en daarna elkaar cyclisch versterken in een virtueuze cirkel. Het is dus niet handig om alle uitblinkers in de tweede soort (vakkundige ingenieurs) te proberen om te bouwen naar de andere soort (bestuurders), hoewel er succesvolle voorbeelden van ingenieurs zijn die beide skills in zich verenigen. Die ombouw zou bovendien de bestaande onbalans in aantallen van deze twee benodigde typen nog groter maken. Niet voor niks wordt er steeds meer geroepen waar zijn de (NL) beta s/ technici?. Antwoord: die zijn net zolang onder water gehouden tot ze niet meer bewogen!. Tenminste zo voelt het aan als er weer eens gezegd wordt dat alles toch al goed werkt en er alleen wat technisch onderhoud gedaan moet worden. Onze bedrijven en overheden zijn vergeven van vele control-bestuurskundigen / MBA s die niet goed met onzekerheden [2] om kunnen gaan en van procesmatige projectologen zonder inhoudelijke deskundigheid. Niet verkeerd, maar bijvoorbeeld bij headhunters begint het te dagen dat men een tekort heeft aan mensen die echt weten waar ze over praten en ergens echt goed in zijn. Die slimpies verbergen nu die vakkundigheid liever als ze zien hoe gebrek aan respect en onderwaardering hun deel is als ze het wel tonen. Een goed begin voor herstel van de genoemde onbalans zou zijn begaafdheid, inventiviteit, black swan [2] innovatievisie en ingenieurswerk alhier weer aanzien te geven. Het ging dus in de geschiedenis van welvaart, zoals beschreven in [1], om het vormen van succesvol verbonden duo s met twee soorten elkaar versterkende kennis. Dus niet een verandering aan de standaard ingenieur voor de toekomst zelf, maar aan beter verbonden bijzondere ingenieurs die kunnen excelleren door zijn/haar unieke talent te koppelen aan dat van anderen en samenwerkend. Transitie naar een nieuwe maatschappijvorm Gaat het recept om zulke duo s te vormen ook nu en in de toekomst werken? Mogelijk wel, maar in een wat aangepaste modernere vorm die beter past in de nieuwe vormen van werken in de zeer snel veranderende en onvoorspelbare netwerkmaatschappij. Dat is een tweede misverstand tussen ingenieurs en samenleving dat rechtgezet of eigenlijk: beter ge-update moet worden. We leven niet meer in een industriële maatschappij die volledig gedomineerd wordt door fysieke productie en consumptie aangedreven door de maakindustrie, waarin succesvolle fabrieksingenieurs een kerntaak en glorie hadden. We zijn nu al twee maatschappijtypen verder, maar nog steeds wordt de ingenieur gezien door de bevolking als Engineer wat in het Engels zoveel betekent als Machinebestuurder (machinist in het geval het een trein betreft). Dat is al lang niet meer zo maar we blijven in de ogen van velen de techneuten /fietsenmakers. De Industriële Maatschappij is intussen overgegaan in de Diensten Maatschappij waarbij diensten in plaats van producten de overhand hebben. De maakindustrie is in geen geval verdwenen maar heeft zich in combinatie met de dienstverlening in internationale waardeketens geheel anders georganiseerd in combinatie met doelgroepen, merknamen, R&D, financiering, Intellectual Property behandeling, publiciteit, logistiek, etc. en dit alles verbonden via wereldwijde netwerken. Hierin spelen ingenieurs geheel nieuwe rollen samen met economen, marketeers en financiers. Deze veel complexere en dynamischer omgeving beweegt zich nu in de richting van de Kennis- oftewel P2P Netwerk Maatschappij. Kernrol in deze komende maatschappijvorm spelen de mensen van de zogenaamde Creative Class. De grote groep hoogopgeleide mensen (in NL al circa 30%) die niet alleen druk bezig zijn met routinewerk zoals in de diensten, maar ook en met name Nieuwe Dingen creëren (of beter gezegd vanaf nu Nieuwe Dongen te noemen, het zijn namelijk vaak ideeën en concepten en dus geen dingen en ze moeten op tijd af: voor de dong op de gong). Niet alleen kunstmakers, musici en acteurs zijn creatief! Ja, in de creative class zitten ook de wereldberoemde Nederlandse gamebouwers, couturiers en DJ party makers. Giga industrieën zijn dat intussen. Maar ook wereldberoemde architecten, ontwerpers, ingenieurs zijn onderdeel van de creative class!! 64

65 Mijn stelling is dat de nieuw ingenieurs midden in de creatieve kern van deze komende p2p netwerkmaatschappij zitten en gaan zitten. Wat kunnen we daar aan doen om dat te bevorderen: ander gedrag en functioneren. Onze toekomst hangt van de toegevoegde waarde van deze mensen af, die zij inbrengen in projecten die vaak wereldwijd zijn. Crux is dat, in verband met de haast die er is om dingen af te krijgen, er geen tijd is om met vallen en opstaan teams te formeren. Men selecteert daartoe op de benodigde gebieden de beste gespecialiseerde mensen uit de wereld, die een track record hebben om hun afgesproken inbreng volgens betrouwbare afspraak te kunnen leveren in het team. Crux voor de betrokkenen is dan dus dat ze bekend ergens speciaal ongeslagen goed in zijn (diep) zodat hun inbreng hout snijdt [3] & ook goed met mensen van andere disciplines kunnen samenwerken (breed): begrijpen wat die zeggen. Dat heeft voor ingenieurs in de netwerkmaatschappij van de toekomst en nu dus als consequentie: dat ze niet alleen in duo s moeten kunnen excelleren zoals vroeger, maar in TEAMS met enkele deelnemers die ieder op hun gebied toplui zijn. Meer dan twee zijn daarvoor nodig omdat heel veel problemen en issues complex zijn en daardoor multidisciplinair aangepakt moeten worden. En deelnemers moeten een unieke benodigde deskundigheid en aantoonbaar nuttig gereedschapkistje meebrengen, anders neemt de groep snel afscheid van je. Voor de opleiding van deze nieuwe soort ingenieurs die nuttig zijn in teams hoeven technische universiteiten en hogescholen niet, zoals men soms denkt, een kwartslag gedraaid te worden. Noch moeten we proberen ingenieurs als oppervlakkige algemene kenniswetenschappers (breed maar ondiep) op te leiden. Daar zit niemand op te wachten. Wel moet vanaf dag één op elke opleiding OOK gewerkt worden in multidisciplinaire mash-up teams aan het samen oplossen van problemen, samen met docenten en externe deskundigen. De ingenieurs in spe moeten dus zelf meer specialiseren: ergens echt aantoonbaar goed in zijn & beter leren samenwerken. Dit teamwork gaat voor een groot deel via netwerksamenwerking en via computernetwerken waarbij men elkaar op de hoogte houdt van delen en geheel. De gemeenschappelijke modellen in het netwerk waarmee wordt gewerkt zijn centraal. Vandaar de naam Netwerkmaatschappij. Zonder verbindingen via Internet kan dit niet werken. Ook dat weten en doen onze jonge mensen al lang, zie [3]. - Ingenieurs kunnen hun branding in zulke teams nog verhogen door zich te onderscheiden in: vindingrijkheid : laat ingenieur maar zo veel mogelijk synoniem worden met in-geniaal in denken en oplossen en het kunnen maken en uitleggen van denk-sprongen & innovaties. - architectenrol: het kunnen overzien en bundelen van complexiteit tot iets wat hanteerbaar wordt, uitvoerbaar en gedragen kan worden door velen. Diversiteit in bijdragen via het netwerk is key. Geen standaard gemiddelde ingenieur dus die uitwisselbaar is met elke andere, maar consequent aangekweekte verscheidenheid is kracht. Deelnemers in teams worden behalve op hun excellente skills geselecteerd op een zo groot mogelijk excentrisch verschil in invalshoek/ perspectief op het project. Dat gesynthetiseerd via het netwerk geeft beelddiepte aan alle deelnemers. Een voorbeeld kan worden genomen aan ontwikkelingshulp via distant friends (formeel: weak links tussen clusters van verschillende culturen en populaties) zoals Nabuur [4] dat doet. Misschien zou het nuttig zijn voor onze ingenieurs een soort Nabuur op te zetten maar dan voor ontwikkelingshulp in Nederland? Een model voor wat met de hierboven beschreven constructie wordt bereikt, levert mijn telescoop metafoor, in de zin van telescoop zoals bijvoorbeeld bij de LOFAR synthese telescoop van ASTRON in de praktijk wordt opgebouwd kleine antennes, zo ver mogelijk van elkaar af opgesteld in Europa voor het verschillend perspectief, die gekoppeld samen een beeld van een deel van het heelal kunnen vormen door koppeling en berekeningen via een computernetwerk. Samen sterk verbonden in een geniaal creatief ingenieursnetwerk. 65

66 Kijk ook naar het videointerview dat Lector Jaap van Till heeft gegeven op de HAN op: (zoek op: Jaap van Till). [1] Joel Mokyr, The Gifts of Athena: historical origins of the knowledge economy; Princeton University Press, 2002 [2] Nassim Nicholas Taleb, The Black Swan: The Impact of the Highly Improbable; Penguin / Allen Lane, 2007 [3] Van Till, Netwerk ver-bindingen voor samen-werking in co-laboratoria; hoofdstuk in het WTR Trendrapport 2008, Uitgave Stichting SURF; (ook te downloaden van URL: [4] geleid door Siegfried Woldhek in Amersfoort. [5] Nelson Mandela: Vision without action is only dreaming. Action without vision is merely wasting time. But vision with action can really change the world. (met dank aan ir. Albert Smit, Milestone Marketing). 66

67 Verzamelde beelden studenten 1. Welke beelden spreken jullie aan? Techniek is de kunst om nuttige dingen te maken. Zet een ingenieur naast een beleidsmaker. Ingenieurs moeten leren interactief te ontwerpen. Ingenieursstudie is de nieuwe MBA. Vrouwen goede ingenieurs van de toekomst. Ingenieur is teamspeler. Meer carrièremogelijkheden voor technische ingenieurs. Techniek studeren? Alles is toch al uitgevonden. Ik zie Nederland graag een ingenieurssamenleving worden. De ingenieur van de toekomst is breder maatschappelijk ontwikkeld en heeft goede presentatietechnieken. Vakkennis blijft hoog. Studenten met opleidingen als Technische Bestuurskunde, Werktuigbouwkunde, Industrieel Ontwerpen en Bouwkunde worden al breder ontwikkeld. Bredere kennis/vaardigheden, werken in multidisciplinaire teams. De invoering van de minor draagt hieraan bij. De ingenieur van de toekomst komt uit het oosten. Natuurlijk komt de ingenieur van de toekomst uit Twente. Ingenieurs zijn altijd enthousiast over hun werk. De titel klopt enorm en ik ben ook blij dat iemand vanuit de politiek hierover de waardering uitspreekt. Goed stuk. Ingenieurs moeten leren interactief te ontwerpen. Sprak me niet erg aan, hoewel de taakomschrijving wel ergens klopt. Ingenieursstudie is de nieuwe MBA. 2. Heb je zelf ook een eenduidig beeld van de ingenieur van de toekomst? De bewoording van Van Beek is erg goed: Jonge ondernemende professionals. Kwaliteiten op het vakgebied en goed in het bedenken en verbeteren van producten en processen. Nee, ik denk ook niet dat deze er is. Er zijn veels te veel mogelijkheden waar je als ingenieur mee te maken kan krijgen, zodat ik niet kan zeggen dat er één standaard richting is waarin een ingenieur belandt en dus heb ik ook geen eenduidig beeld. Nee, ik ben hier zelf niet echt mee bezig, maar vind het wel belangrijk om te weten wat een ingenieur moet kunnen in de toekomst en hoe de toekomst van de ingenieur eruit ziet. Minder van belang vind ik het beeld wat de maatschappij heeft van een ingenieur. Naar mijn idee is het niet zo belangrijk wat men vindt/denkt over het begrip ingenieur maar juist wat de functie van de ingenieur in de toekomst inhoudt. Het gaat om de inhoud, om het feit of je goed bent in je vak en de techniek kunt gebruiken om de maatschappij beter te maken. Ook de relatie tussen techniek en mensen is belangrijk. 3. Zijn jullie hier als student veel mee bezig? Nee, ik ben niet bezig met wat het beeld van de ingenieur zou moeten zijn. Ik studeer Industrial Design Engineering en heb het dan ook vaker over ontwerpers dan over ingenieurs. Techniek, ergonomie en vormgeving zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden om het product (de techniek) toepasbaar te maken voor de maatschappij/consument. In mijn vakgebied ben ik voornamelijk met de consumentenkant (consumentenproducten) bezig. Ik focus me op hoe ik een zo goed mogelijke ontwerper kan worden en daarbij is het wel van belang om te weten wat je als ontwerper (ingenieur) moet kennen en kunnen. Ja: word ik manager of technicus. Veel kans op doorgroeien naar managementfuncties, dit gaat geleidelijk. Niet bewust, maar ik weet wel dat een meerwaarde van mij kan liggen in het feit dat ik zaken naast mijn studie doe (maar die doe ik omdat ik ze leuk vind. Ook als ze niet van belang waren voor mijn cv dan deed ik ze nog). 67

68 4. Hoe belangrijk is het beeld wat de maatschappij heeft van ingenieurs? Naar mijn idee is het niet zo belangrijk wat voor beeld de maatschappij heeft van de ingenieur, maar juist wat de effecten zijn van zijn of haar werk. En hoe de maatschappij daar op reageert. Belangrijk, ik krijg altijd het idee dat we ondergewaardeerd worden omdat alles tegenwoordig vanzelfsprekend is; niemand denkt meer na hoe de trein werkt, wat voor een veiligheidssysteem daar aan ten grondslag ligt, waarom je mobieltje het overal doet en hij zijn mast weet te vinden en een gesprek over weet te geven naar een volgende mast terwijl men in een trein zit (misschien komen mijn voorbeelden even uit de locatie waarin ik mij bevind). Ik hoef niet de waardering van mensen te hebben voor deze zaken, maar momenteel is je studierichting eerder een dooddoener dan een opener voor een gesprek. 5. Wat merken jullie hier zelf van in je omgeving? Het meest typische geval dat ik altijd nog weet aan te halen was toen ik in een lokale discotheek werd gevraagd wat ik deed. Natuurkunde. Oh, en weg was de persoon. Het is niet een generaal beeld, maar mensen lijken bang te worden als het over techniek gaat en het idee dat dit toch al boven hun pet gaat, hoe makkelijk iemand het ook uit zou willen leggen. Geen idee, nog nooit zo op gelet. Ik denk dat men niet zo n uitgesproken beeld heeft over de ingenieur. Het is voor de meerderheid van de bevolking ook niet zo belangrijk om een dergelijk beeld te hebben, als ze maar goed kunnen omgaan met de effecten van het werk van de ingenieur. De maatschappij heeft hoge verwachtingen van de ingenieur. 68

69 Joop van der Linden studeert Chemische Technologie (MSc) aan de Universiteit Twente en is lid van het bestuur van Young KIVI NIRIA Students. Wat definieert voor mij de ingenieur van de toekomst? Deze vraag zal ik hieronder proberen te verwoorden. De ingenieur van de toekomst is een persoon die zich diep en breed heeft georiënteerd, sociaal vaardig is en een goede team player. Daarnaast wordt er verwacht dat hij op hoger niveau consequenties goed kan doorzien. De huidige maatschappij wordt door het kapitalisme gestuurd op groei en productie. Dit wil al in de grondbeginselen zeggen dat een individu, geboren op deze wereld, zal streven naar een hoge productiviteit en veel geld, mocht hij het willen gaan maken in deze wereld. Door het economische klimaat, en het belonen van mijn inziens nietszeggende banen (banen waar alleen beslissingen moeten worden genomen) streven meer mensen managementfuncties na. Het betekent dan ook dat de slimme ingenieur zijn ambities om producten te ontwikkelen, te verbeteren en te ontwerpen in hogere mate aan de kant zal zetten om zijn primaire doel te bereiken (bestaansrecht, macht en/of status en daar uit afgeleid een hoog inkomen). Het lijkt mij een goede zaak om meer mensen met een hoog technische opleiding te zien. Mijns inziens zullen beslissingen die genomen moeten worden door ingenieurs,op welk niveau dan ook, anders doordacht worden dan door mensen met een economische achtergrond. Een ingenieur wordt opgeleid om de complexiteit van situaties te zien en de gevolgen van een beslissing te kunnen inschatten. Beslissingen die worden gemaakt met een financiële motivatie (korte termijnoplossingen) zijn naar mijn idee meestal slechte en niet duurzame oplossingen. Dr. ir. Marjolein Dohmen-Janssen zei het volgende: Ik heb van nabij meegemaakt hoe los van de werkelijkheid sommige mensen op sleutelposities kunnen zijn en Maatschappelijke status wordt grotendeels bepaald door het salaris. Een goed betaalde manager luistert eerder naar iemand met een vergelijkbare maatschappelijke status. Deze quotes geven voor mij exact weer wat er nu heerst in deze samenleving, managers denken op korte termijn en voor snelle economische winst. Ingenieurs denken over compleet andere zaken maar worden ondergeschikt beschouwd omdat de sociale rol van een ingenieur zo is ontwikkeld. Op het moment dat het salaris van ingenieurs verhoogd wordt, en daarmee ook hun status, zal hun aanzien en opmerkingen anders bekeken worden. Dit is ook van invloed op de instroom van studenten. Omdat relatief simpele studies zoals bijvoorbeeld economie, maar ook managementstudies een heel goed perspectief bieden met betrekking tot salaris, kiezen veel studenten voor dat soort opleidingen. Een oplossing op hoger niveau leidt tot een verschil bij studiekeuze. Naast economische aspecten vindt er een verschuiving plaats bij de eigenschappen van een ingenieur. Naast dat hij zijn vakgebied goed moet kennen wordt er ook verwacht dat hij duidelijk kan presenteren wat de problemen zijn die hij tegenkomt, en wat de oplossingen zijn die hij heeft bedacht. Verder wordt er steeds meer verwacht dat een ingenieur beschikt over goede communicatieve vaardigheden. Dit betekent eigenlijk dat de technische studies ook nog een onderdeel Alpha-vakken zouden moeten bevatten om aan deze toenemende vraag te voldoen. Hiermee wordt de studie nog zwaarder en zal het meer aspecten omvatten. Dr. Alexander Rinnooy Kan had nog een mooie visie: management en juridische taken zijn meer gebonden aan de Nederlandse cultuur en minder vervangbaar door buitenlandse medewerkers. Bij Ingenieurs is dit niet zo. Er zit een kern van waarheid in deze visie. Voor de Nederlandse ingenieur betekent dit dat als de opleiding die hij of zij volgt veel toegevoegde waarde heeft in het bedrijfsleven de Nederlandse ingenieur meer gewenst is dan de buitenlandse. En dat het ook kan zijn dat het werkgebied van een ingenieur niet specifiek in Nederland ligt, maar dat als de keuze voor ingenieur gemaakt wordt, hij kiest voor een internationale plek. Aangezien de overheid niet gecharmeerd is van mensen die na hun studie in Nederland direct in het buitenland gaan werken, is dit misschien een probleem. 69

70 Aspirations for the Engineer of 2020 Enkele sheets uit de presentatie The Engineer of 2020 Project A high-risk, high-pay-off approach for the future of U.S. engineering education Dr. Wayne Clough President, Georgia Institute of Technology, The American Society for Engineering Education June 13, 2005 Engineering s image Public that understands and appreciates the impact of engineering on socio-cultural systems. Public that recognizes engineering s ability to address the world s complex and changing challenges. Engineers will be well grounded in the humanities, social sciences, and economics as well as science and mathematics. Engineering without boundaries Embrace potentialities offered by creativity, innovation, and cross-disciplinary fertilization. Broaden influence on public policy and the administration of government, nonprofits, and industry. Recruit, nurture and welcome underrepresented groups to engineering. Engineering a sustainable society Lead the way toward wise, informed, economical, and sustainable development. Assist in the creating of an ethical balance in standard of living for developing and developed countries alike. Educating the engineer of 2020 Reconstitute engineering curricula and related educational programs to prepare today s engineering students for the careers of the future. Create a well-rounded education that prepares students for positions of leadership and a creative and productive life. Attributes of the engineer of 2020 Strong analytical skills. Practical ingenuity, creativity; innovator. Good communication skills. Business, management skills. High ethical standards, professionalism. Dynamic/agile/resilient/flexible. Lifelong learner. Able to put problems in their socio-technical and operational context. Adaptive leader. 70

71 71

72 KIVI NIRIA. Van techniek tot toekomst. 72

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG STUDENTEN DOEN UITSPRAKEN OVER DE ACADEMISCHE WERELD, HET VAKGEBIED EN HET BEROEPENVELD.. onderzoek niet zo saai als ik dacht werken in

Nadere informatie

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A INLEIDING Ik heb vandaag een cadeautje meegenomen. Niet voor jullie, maar voor mijzelf. Het cadeautje staat voor de verrassingen

Nadere informatie

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman Permanente educatie in Smallingerland Allemaal in ontwikkeling Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman Van cursussen professioneel Engels, kennis opdoen bij een andere afdeling tot vierjarige

Nadere informatie

Rapportage Drijfveren. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:

Rapportage Drijfveren. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email: Rapportage Drijfveren Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Drijfveren (QDI) 2 Wat motiveert jou? Wat geeft jou energie? Waardoor laat jij

Nadere informatie

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Werken in een andere sector of branche: iets voor u? Werken in een andere sector of branche: iets voor u? Uw hele loopbaan blijven werken in dezelfde sector of branche? Voor veel werknemers is het bijna vanzelfsprekend om te blijven werken in de sector of

Nadere informatie

De bouw Conceptueel bouwen. Klinkt ingewikkeld,

De bouw Conceptueel bouwen. Klinkt ingewikkeld, De bouw Conceptueel bouwen. Klinkt ingewikkeld, heeft wel de toekomst. Over vijf jaar zal één op de vijf bouwwerken in Nederland volgens een concept gebouwd worden. Wat is dat en wat betekent het voor

Nadere informatie

Investeren in de dialoog. -drs. Jan Roddeman-

Investeren in de dialoog. -drs. Jan Roddeman- Investeren in de dialoog -drs. Jan Roddeman- Investeren in de dialoog: inhoud economische/maatschappelijke ontwikkelingen en de eisen die dit aan organisaties en medewerkers stelt; relatie tussen personality

Nadere informatie

De informatie uit deze stappenwijzer is in heel veel situaties te gebruiken. Bijvoorbeeld:

De informatie uit deze stappenwijzer is in heel veel situaties te gebruiken. Bijvoorbeeld: Inleiding Deze Loopbaan-stappenwijzer is bestemd voor OBP-medewerkers en geeft praktische tips over loopbaanpaden, carrièremogelijkheden en mobiliteit. Ben je toe aan nieuwe uitdaging? Heb je behoefte

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door Boost uw carrière Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door Introductie Update uw kennis De wereld om ons heen verandert in een steeds hoger tempo. Hoe goed

Nadere informatie

GOED BESTUUR VANUIT DRIE PERSPECTIEVEN

GOED BESTUUR VANUIT DRIE PERSPECTIEVEN NVZD najaarscongres 25 november 2015, Nyenrode Business Universiteit, Breukelen GOED BESTUUR VANUIT DRIE PERSPECTIEVEN Naar permanente leiderschapsontwikkeling Ambitie De NVZD wil met dit congres onderstrepen

Nadere informatie

Daag jij je team wel voldoende uit? Workshop Thijs Boogert

Daag jij je team wel voldoende uit? Workshop Thijs Boogert Daag jij je team wel voldoende uit? Workshop Thijs Boogert Agenda Wat gaan we doen vandaag? Even voorstellen Het leerdoel Noodzaak van luisteren De vraagtechniek Taalpatronen en uitdagingen Ervaren Discussie

Nadere informatie

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans LEADERSHIP IN PROJECT-BASED ORGANIZATIONS Dealing with complex and paradoxical demands Leiderschap

Nadere informatie

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013 Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013 Dames en heren, Wetenschap is ontstaan uit verwondering en nieuwsgierigheid. Al

Nadere informatie

MASTERCLASS STRATEGIE

MASTERCLASS STRATEGIE MASTERCLASS STRATEGIE BEGRIJP BETER DE STRATEGISCHE CONTEXT VAN JOUW ORGANISATIE EN VERGROOT JOUW STRATEGISCHE VAARDIGHEDEN NYENRODE. A REWARD FOR LIFE 1 EEN KENNISUPDATE OVER DE BELANGRIJKSTE STRATEGISCHE

Nadere informatie

Gedragscode. Gewoon goed doen

Gedragscode. Gewoon goed doen Gedragscode Gewoon goed doen 2 Inhoudsopgave pagina 1. Missie, ambitie en kernwaarden 4 2. Gewoon goed doen 5 3. Waarom een gedragscode? 6 4. Omgaan met de patiënt/klant: respectvol en gastvrij 7 5. Professioneel

Nadere informatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Programma - Wat kan er in de opleiding - Hoe kies je? - Loopbaan oriëntatie en Studieloopbaankeuzes, binnen

Nadere informatie

E-BOEK: DE STUDIEKEUZE KOMT ERAAN!

E-BOEK: DE STUDIEKEUZE KOMT ERAAN! E-BOEK: DE STUDIEKEUZE KOMT ERAAN! E-BOEK: DE STUDIEKEUZE KOMT ERAAN! Carine Vos Richting-Wijzer Advies Zwolle augustus 2011 Carine Vos Pagina 2 Voorwoord In mijn bedrijf Richting-Wijzer Advies kom ik

Nadere informatie

klaar voor een nieuwe toekomst

klaar voor een nieuwe toekomst Herontwerp HRM Beleid klaar voor een nieuwe toekomst We maken ons op voor een nieuwe toekomst. Daar zijn we klaar voor. Dat komt omdat we gewend zijn om vanuit het kleine groot te denken en op een gelijkwaardige

Nadere informatie

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Werken in driehoeken is een wijze van samenwerking die in elke organisatie, projectteam en netwerk mogelijk is. Het maakt dat we kunnen werken vanuit een heldere

Nadere informatie

Openingsgebeden INHOUD

Openingsgebeden INHOUD Openingsgebeden De schuldbelijdenis herzien Openingsgebeden algemeen Openingsgebeden voor kinderen Openingsgebeden voor jongeren INHOUD De schuldbelijdenis herzien De schuldbelijdenis heeft in de openingsritus

Nadere informatie

Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas

Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas 24 november 2015 26-06-14 1 Na vanavond begrijpt en weet U: Wat profielen zijn. Welke profielen er op het Cosmicus College zijn. Hoe een profiel gekozen

Nadere informatie

Hele fijne feestdagen en een gezond en vrolijk 2017! Raymond Gruijs. BM Groep ARBO West Baanzinnig

Hele fijne feestdagen en een gezond en vrolijk 2017! Raymond Gruijs. BM Groep ARBO West Baanzinnig De tijd vliegt voorbij en voor je weet zijn we al weer een jaar verder. Ik zeg wel eens: mensen overschatten wat je in een jaar kunt doen, maar onderschatten wat je in 3 jaar kan realiseren. Laten we naar

Nadere informatie

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012 Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Symposium LifeLines, Groningen (UMCG), 1 oktober 2012 Dames en heren, [Inleiding] Ik vind het wel leuk, maar ook een beetje spannend. Maar moet

Nadere informatie

Onderhandelen met lef en liefde

Onderhandelen met lef en liefde Lodewijk van Ommeren, directeur van Bureau Zuidema, interviewt Judith Schoenmaeckers Onderhandelen met lef en liefde Dirty tricks? Judith Schoenmaeckers, commercieel directeur bij Randstad, heeft er niets

Nadere informatie

Milieuwetenschappen in Leiden

Milieuwetenschappen in Leiden Milieuwetenschappen in Leiden Combineer je opleiding met milieu en duurzaamheid leiden.edu.nl Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken. Waarom milieu en duurzaamheid? Thema s als gezondheid, armoedebeschrijving,

Nadere informatie

Persoonlijk Ontwikkelingsplan

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Persoonlijk Ontwikkelingsplan De leerdoelen Leerdoel 1 Producer Tijdens het project van de verdieping wil ik graag meer kennis opdoen over de productie van een film. Tijdens mijn stage heb ik al verschillende

Nadere informatie

Leer ze omgaan met onzekerheid. Nils de Witte - StudentsInc

Leer ze omgaan met onzekerheid. Nils de Witte - StudentsInc Leer ze omgaan met onzekerheid Nils de Witte - StudentsInc Programma en introductie Leer ze omgaan met onzekerheid verkennende discussie en ideeën nils de witte wat bedoel ik met onzekerheid waarom is

Nadere informatie

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel! Gaby Remmers: senior onderzoeker Blauw Research Drijfveer: organisaties helpen inzicht te krijgen in de kansen op een nog klantgerichtere dienstverlening Andre Heeling: onderzoeker Blauw Research Drijfveer:

Nadere informatie

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)

Nadere informatie

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei 2006 1

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei 2006 1 Talenten Aanzien en Erkenning 3 Besluitvaardigheid 8 Confrontatie en Agitatie 4 Doelgerichtheid 4 Talenten Hulpvaardigheid 5 Ontzag 3 Orde en Netheid 4 Pragmatisme 6 Stressbestendigheid 7 Verantwoording

Nadere informatie

Jan de Laat OVERSTAG

Jan de Laat OVERSTAG Jan de Laat VERSTAG Colofon Eindredactie Joost Pool Redactie Boris Goddijn Vormgeving Pien Vermazeren Fotografie Boris Goddijn Beeldbewerking Pien Vermazeren Copyright en disclaimer Het overnemen van teksten

Nadere informatie

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Hallo, Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Dat is namelijk helemaal niet zo makkelijk. Veel studenten weten nog niet precies wat ze willen en hoe ze dat

Nadere informatie

Voorbeeldig onderwijs

Voorbeeldig onderwijs m a r i a va n de r hoe v e n Voorbeeldig onderwijs In de politieke arena wordt gedebatteerd over de vraag of het goed gaat met het Nederlandse onderwijs. Getuige het recente Oesorapport zijn we op onderdelen

Nadere informatie

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties Preek Gemeente van Christus, Het staat er een beetje verdwaald in dit hoofdstuk De opmerking dat ook Jezus doopte en leerlingen maakte. Het is een soort zwerfkei, je leest er ook snel overheen. Want daarna

Nadere informatie

DE PRAKTIJK: DO S & DON TS

DE PRAKTIJK: DO S & DON TS INLEIDING Het huidige beeld dat jongeren hebben van ict is gebaseerd op een stereotype ict er en staat ver af van de werkelijkheid. Een gevolg is dat steeds minder jongeren kiezen voor een opleiding of

Nadere informatie

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter BACHELOR NA BACHELOR ADVANCED BUSINESS MANAGEMENT Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan Naam student: Maes Pieter 2011-2012 POP EERSTE GEKOZEN ALGEMENE COMPETENTIE: OPBOUWEN VAN EEN

Nadere informatie

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd. Voorwoord In dit boek staan interviews van nieuwkomers over hun leven in Nederland. Ik geef al twintig jaar les aan nieuwkomers. Al deze mensen hebben prachtige verhalen te vertellen. Dus wie moest ik

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld APQ-vragenlijst 28 maart 2018 Bea Voorbeeld Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

POP. Persoonlijk ontwikkelingsplan. Robin van Heijningen

POP. Persoonlijk ontwikkelingsplan. Robin van Heijningen 1 POP Persoonlijk ontwikkelingsplan Robin van Heijningen 2 POP Persoonlijk ontwikkelingsplan Robin van Heijningen Hillegom 17 oktober 2013 Schoonderbeek Installatietechniek 3 Persoonlijk ontwikkelingsplan

Nadere informatie

Inspiratie voor Nieuwe Business Modellen

Inspiratie voor Nieuwe Business Modellen Inspiratie voor Nieuwe Business Modellen Bijeenkomst bij Eneco in kader van onderzoek naar Nieuwe Business Modellen De noodzaak om te veranderen is onmiskenbaar. Burgers, bedrijven en overheid zoeken naar

Nadere informatie

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector www.angelcoaching.nl

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector www.angelcoaching.nl 13 Acquisitietips AngelCoaching Coaching en training voor de creatieve sector Tip 1 Wat voor product/dienst ga je aanbieden? Maak een keuze, niemand kan alles! Tip 1 Veel ondernemers zijn gezegend met

Nadere informatie

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl.

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Chatten Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Colofon Een uitgave van Eenvoudig Communiceren

Nadere informatie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb hoofdstuk 8 Kernovertuigingen Kernovertuigingen zijn vaste gedachten en ideeën die we over onszelf hebben. Ze helpen ons te voorspellen wat er gaat gebeuren en te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.

Nadere informatie

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

10 Innovatielessen uit de praktijk 1 10 Innovatielessen uit de praktijk 1 Geslaagde gastoudermeeting levert veel ideeën op voor innovatie! Wat versta ik onder innoveren? Innoveren is hot. Er zijn vele definities van in omloop. Goed om even

Nadere informatie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie Zaken voor mannen Verhalen van mannen met epilepsie Introductie Niet alle mannen vinden het prettig om over hun gezondheid te praten. Ieder mens is anders. Elke man met epilepsie ervaart zijn epilepsie

Nadere informatie

Openingswoord van CdK Ank Bijleveld-Schouten bij de bijeenkomst over burgerinitiatieven in Overijssel op 2 oktober 2013.

Openingswoord van CdK Ank Bijleveld-Schouten bij de bijeenkomst over burgerinitiatieven in Overijssel op 2 oktober 2013. Openingswoord van CdK Ank Bijleveld-Schouten bij de bijeenkomst over burgerinitiatieven in Overijssel op 2 oktober 2013. Dames en heren, Wat fijn dat u vandaag bij ons bent. Ik heet u hartelijk welkom

Nadere informatie

Samen Werkt. Posities en kansen op de innovatiemarkt voor mobiliteit en water

Samen Werkt. Posities en kansen op de innovatiemarkt voor mobiliteit en water Samen Werkt Posities en kansen op de innovatiemarkt voor mobiliteit en water Samen Werkt Posities en kansen op de innovatiemarkt voor mobiliteit en water Wegen, water, spoor en luchtruim worden drukker.

Nadere informatie

Veranderen als avontuurlijke tocht. PBLQ Jaap Boonstra 25 november 2013

Veranderen als avontuurlijke tocht. PBLQ Jaap Boonstra 25 november 2013 Veranderen als avontuurlijke tocht PBLQ Jaap Boonstra 25 november 2013 Opbouw Veranderen als avontuurlijke tocht Wat is er gaande in de wereld om ons heen Zijnswaarde en publieke waarde PBLQ Professionele

Nadere informatie

Cao Metalektro: die deal doen we samen

Cao Metalektro: die deal doen we samen Cao Metalektro: die deal doen we samen De drive om iets slimmer, sneller of beter te doen met de inzet van techniek, heeft de maakindustrie in ons land groot gemaakt. En daar zijn we trots op. Met technologische

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

Tineke Boudewijns VERSTAG

Tineke Boudewijns VERSTAG Tineke Boudewijns VERSTAG Colofon Eindredactie Joost Pool Redactie Boris Goddijn Vormgeving Pien Vermazeren Fotografie Boris Goddijn Beeldbewerking Pien Vermazeren Copyright en disclaimer Het overnemen

Nadere informatie

Stageverslag Danique Beeks

Stageverslag Danique Beeks Stageverslag Danique Beeks Waarom deze stage en hoe zag de stage eruit? Ik heb via Mirthe informatie gekregen over deze stage. Haar achterneef is een van de eigenaren van dat bedrijf. Ze heeft mij deze

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Reshaping the way you think and act to deal with the complex issues of today s world

Reshaping the way you think and act to deal with the complex issues of today s world Reshaping the way you think and act to deal with the complex issues of today s world HOE GAAT HET NU? We zetten allemaal verschillende methoden in om vraagstukken op te lossen, oplossingen te ontwerpen

Nadere informatie

Menukaart Loopbaanevents. Investeer in jouw talent

Menukaart Loopbaanevents. Investeer in jouw talent Menukaart Loopbaanevents Investeer in jouw talent Inhoud 1. LOOPBAANEVENTS OP LOCATIE... 3 Inleiding... 3 Praktisch... 3 2. TALENT ONTWIKKELEN ( TALENTMANAGEMENT)... 4 (her)ken je Talent/ Kernkwaliteiten...

Nadere informatie

1. Eigenaarschap zelfstandigheid verantwoordelijkheid ondernemendheid zelfsturing en zelfregulatie

1. Eigenaarschap zelfstandigheid verantwoordelijkheid ondernemendheid zelfsturing en zelfregulatie Persoonlijke ontwikkeling en socialisatie analyseren / plannen / creëren / representeren van jezelf (LOCO) 1. Eigenaarschap zelfstandigheid verantwoordelijkheid ondernemendheid zelfsturing en zelfregulatie

Nadere informatie

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor De opleiding interior design & Styling - hbo bachelor Mensen zien hun omgeving steeds meer als een verlengstuk van hun persoonlijkheid.

Nadere informatie

Transformatie leer je niet in een cursus

Transformatie leer je niet in een cursus NIEUW VAKMANSCHAP Transformatie leer je niet in een cursus Door: Rieke Veurink Fotografie: Kees Winkelman Aansluiten bij de vraag uit de samenleving, regie voeren, werken in steeds veranderende omstandigheden:

Nadere informatie

Groei in Leiderschap & Management - Jaaropleiding

Groei in Leiderschap & Management - Jaaropleiding Groei in Leiderschap & Management - Jaaropleiding Zakenwijzer Het is tijd voor nieuw en ander leiderschap en management We kunnen ons niet meer verloven te blijven doen wat we deden. Als alles verandert,

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN

ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN EXCLUSIEF PROGRAMMA OVERZICHT 2016 LEF IN ACTIE Ontdek waarom het zo moeilijk is je hart te volgen en heb het lef dit toch te doen! De achtergrond van het programma Jij weet dat

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bewust willen en kunnen 4. Performance Support 5. Informele organisatie 5. Waarom is het zo moeilijk? 6

Inhoudsopgave. Bewust willen en kunnen 4. Performance Support 5. Informele organisatie 5. Waarom is het zo moeilijk? 6 Inleiding De afgelopen vijftien jaar hebben we veel ervaring opgedaan met het doorvoeren van operationele efficiencyverbeteringen in combinatie met ITtrajecten. Vaak waren organisaties hiertoe gedwongen

Nadere informatie

Hartstocht voor je financiën

Hartstocht voor je financiën INHOUDSOPGAVE 1. Hartstocht voor je financiën................................ 5 2. Geld!...................................................... 7 3. De wet van de geleidelijke groei............................

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

NTERVIEW. In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze. Doen waar je goed in bent

NTERVIEW. In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze. Doen waar je goed in bent NTERVIEW In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze Doen waar je goed in bent Ieder mens moet regelmatig keuzes maken. Dat begint al met de keuze voor een bepaalde school, een studie of een opleiding.

Nadere informatie

Ola Lanko en haar foto-genic installaties 14 oktober interview

Ola Lanko en haar foto-genic installaties 14 oktober interview Ola Lanko en haar foto-genic installaties 14 oktober interview Ola Lanko is altijd bezig met de werking van het medium fotografie. De kritische blik van de beschouwer is wat ze met haar werk wil overbrengen.

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Bij. research. Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne.

Bij. research. Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne. Bij research Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne. Opdracht 1 Stagelogboek De eerste dag heb ik bij Ron Steijvers stage gelopen en die is project leider ontwikkelaar, vooral

Nadere informatie

De toekomst van consultancy

De toekomst van consultancy De toekomst van consultancy Course Assignment Management Consulting 5 oktober 2013 Teska Koch 2518936 Teska.koch@hotmail.com Word count: 1.510 Een kijkje in de glazen bol: Wat is de toekomst van consultancy?

Nadere informatie

Kortom, informatie en advies die vindbaar, begrijpelijk en herkenbaar is. Ik zal u aangeven waarom ik dit zo belangrijk vind.

Kortom, informatie en advies die vindbaar, begrijpelijk en herkenbaar is. Ik zal u aangeven waarom ik dit zo belangrijk vind. Tekst: opening Helpdesk Welkom dames en heren, Het doet mij goed om te zien dat er zo veel mensen op deze feestelijke opening van de Helpdesk zijn afgekomen. Dat betekent dat er veel interesse voor is.

Nadere informatie

Cultuur is een eerste levensbehoefte

Cultuur is een eerste levensbehoefte 10 Cultuur is een eerste levensbehoefte Interview Tekst Kelly Bakker Foto s Tessa Wiegerinck Journalist, cultuurkenner en ondernemer in één Je stapt in die achtbaan en kan dan eigenlijk niet meer anders

Nadere informatie

Mijn dochter; boulimia en borderline

Mijn dochter; boulimia en borderline Mijn dochter; boulimia en borderline Mijn dochter; boulimia en borderline E.M. van der Linden Schrijver: E.M. van der Linden Coverontwerp: via Brave New Books ISBN: 9789402130331 E.M. van der Linden Dit

Nadere informatie

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt orthodontist Daniël van der Meulen samen met veertien assistentes intensief

Nadere informatie

Hoe Zeker Ben Ik Van Mijn Relatie

Hoe Zeker Ben Ik Van Mijn Relatie Hoe Zeker Ben Ik Van Mijn Relatie Weet jij in welke opzichten jij en je partner een prima relatie hebben en in welke opzichten je nog wat kunt verbeteren? Na het doen van de test en het lezen van de resultaten,

Nadere informatie

De route van secretaresse naar VAKvrouw van de toekomst

De route van secretaresse naar VAKvrouw van de toekomst De route van secretaresse naar VAKvrouw van de toekomst Sylvia Verhoef, adviseur en manager Opleidingen Anita Buijs, manager bedrijfsvoering backoffice 2 Ben jij de secretaresse van de toekomst? Perfecte

Nadere informatie

MASTERCLASS STRATEGIE IN DIGITALE TRANSFORMATIE

MASTERCLASS STRATEGIE IN DIGITALE TRANSFORMATIE MASTERCLASS STRATEGIE IN DIGITALE TRANSFORMATIE NYENRODE. A REWARD FOR LIFE 1 EEN KENNISUPDATE OVER DE BELANGRIJKSTE STRATEGISCHE CONCEPTEN EN REFERENTIEKADERS 2 VOORWOORD In deze economische realiteit

Nadere informatie

VIER EENVOUDIGE TAKTIEKEN OM LASTIGE COLLEGA S VOOR JE TE WINNEN

VIER EENVOUDIGE TAKTIEKEN OM LASTIGE COLLEGA S VOOR JE TE WINNEN E-BLOG VIER EENVOUDIGE TAKTIEKEN OM LASTIGE COLLEGA S VOOR JE TE WINNEN in samenwerken Je komt in je werk lastige mensen tegen in alle soorten en maten. Met deze vier verbluffend eenvoudige tactieken vallen

Nadere informatie

Uw eigen denken kan de oorzaak zijn van het probleem

Uw eigen denken kan de oorzaak zijn van het probleem Uw eigen denken kan de oorzaak zijn van het probleem Wat dienstverlenende organisaties kunnen leren van de manier waarop Toyota zijn auto s maakt. Wees bereid anders te denken Wij nodigen u uit om eens

Nadere informatie

Verandering bedreigend? Niet als je het concreet maakt

Verandering bedreigend? Niet als je het concreet maakt DE WINTERSCHOOL IN HAARLEM: VAN PAARSE KROKODIL TOT COLLEGE TOUR Verandering bedreigend? Niet als je het concreet maakt Door: Hattum Hoekstra / Fotografie: Kees Winkelman Meer dan 630 ambtenaren deden

Nadere informatie

Pianoo. Investeren in de dialoog

Pianoo. Investeren in de dialoog Investeren in de dialoog Veel gehoorde opmerkingen/ ervaringen van inkoopfunctionarissen! ik wordt niet gehoord! ze informeren mij niet, te laat of onvolledig! ze begrijpen het niet! ze houden zich niet

Nadere informatie

Introductie: Kurt Arrigo

Introductie: Kurt Arrigo Introductie: Kurt Arrigo Je bent een bekende specialist in onderwaterfotografie. Wanneer en hoe ben je gestart met een missie om de onvoorspelbare aard van de oceaan vast te leggen? Ik ging eigenlijk nooit

Nadere informatie

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels 360 feedback 3.1 Student: M. camp Studentnummer: 11099003 Klas: WDH31 Datum: 2-02-2014 Personen welke de formulieren hebben ingevuld: - M. Camp - Menno Lageweg - Ir. S.W.L. van Herk - D.J. Jager M. Camp

Nadere informatie

Positieve verpleegkunde: op weg naar een bloeiende samenleving!

Positieve verpleegkunde: op weg naar een bloeiende samenleving! Van Kleef Lezing 10-12-2015 Spreker: Jan Walburg, Hoogleraar Positieve Psychologie, Universiteit van Twente Positieve verpleegkunde: op weg naar een bloeiende samenleving! Aan positieve psychologie kleeft

Nadere informatie

M&O - een nieuw vak. Management & Organisatie. Management. Organisatie. Een nieuw vak in de bovenbouw van havo/vwo

M&O - een nieuw vak. Management & Organisatie. Management. Organisatie. Een nieuw vak in de bovenbouw van havo/vwo Management & Organisatie Een nieuw vak in de bovenbouw van havo/vwo M&O - een nieuw vak Management en Organisatie (M&O) komt als vak niet voor in de basisvorming. In de Tweede Fase kan je M&O kiezen in

Nadere informatie

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.

Karin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach. Karin de Galan Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach. Ze heeft zich gespecialiseerd in het trainen van trainers en richtte in 2007 de galan school voor training op. Eerder werkte ze als

Nadere informatie

Ellen van Wijk - Ruim baan voor creatief talent B 3. Survey commitment van medewerkers

Ellen van Wijk - Ruim baan voor creatief talent B 3. Survey commitment van medewerkers Survey commitment van medewerkers B 3 Survey commitment van medewerkers 229 230 Ruim baan voor creatief talent, bijlage 3 Voor je ligt een vragenlijst waarin gevraagd wordt naar verschillende aspecten

Nadere informatie

Voorbereiding assessment

Voorbereiding assessment Voorbereiding assessment 1. Zelfportret gemaakt door malou... 1 2. Samenvatting... 3 3. Zelfportret door een docent... 5 4. Zelfportret door Slc er... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5. Aanvullende

Nadere informatie

EXPERTS MET KARAKTER

EXPERTS MET KARAKTER EXPERTS MET KARAKTER KANSEN BENUTTEN? EERST ZIEN, DAN SCHAKELEN Tempo-Team is specialist in flexibele arbeid. Door onze koppeling van commercieel denken en een sterke betrokkenheid, zijn we al 35 jaar

Nadere informatie

Leren om van elkaar te leren

Leren om van elkaar te leren Leren om van elkaar te leren Samenwerking en kennisdeling. De combinatie daarvan is voor directeur Zorgontwikkeling Hanneke Kooiman de sleutel tot het verbeteren van de zorgkwaliteit. ZORGONTWIKKELING

Nadere informatie

Door kennis over cyber security met de politie te delen, bereik je

Door kennis over cyber security met de politie te delen, bereik je 1 van 5 15-1-2018 17:29 Door kennis over cyber security met de politie te delen, bereik je meer Sinds een jaar staat Erik Akerboom aan het hoofd van de politie. Na een uitstap bij defensie en als Nationaal

Nadere informatie

Het hoger onderwijs verandert

Het hoger onderwijs verandert achelor & master Sinds september 2004 is de hele structuur van het hoger onderwijs veranderd. Die nieuwe structuur werd tegelijkertijd ingevoerd in andere Europese landen. Zo sluiten opleidingen in Vlaanderen

Nadere informatie

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Economie en Bedrijfseconomie Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde ( FEWEB) Opbouw van studie door prof. dr. Henri de Groot (programmadirecteur)

Nadere informatie

10 tips voor het werven van de ideale stagiair

10 tips voor het werven van de ideale stagiair 1. Zorg dat ze je kennen Als jongeren je bedrijf niet kennen, dan solliciteren ze niet. Logisch. Om de beste leerlingen te krijgen, is contact met de onderwijsinstelling heel belangrijk. En dit contact

Nadere informatie

3 vragen die managers hun medewerkers nooit stellen

3 vragen die managers hun medewerkers nooit stellen 3 vragen die managers hun medewerkers nooit stellen en die het managen veel simpeler en succesvoller maken! Door Esther Mallant 2012 Esther Mallant www.hrmallant.nl Introductie De 3 vragen die managers

Nadere informatie

FiT. Mastering Financiality. In tien maanden tijd je circle of influence vergroten

FiT. Mastering Financiality. In tien maanden tijd je circle of influence vergroten FiT Mastering Financiality. In tien maanden tijd je circle of influence vergroten Vergroot je circle of influence Niemand kan de financiële gevolgen van strategische beslissingen beter inzichtelijk maken

Nadere informatie