Onderwerp: Beantwoording raadsvragen over: Wachttijden sociale huurwoningen - Joost van Doesburg (PvdA) - Besluitvormend

Transcriptie

1 VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 14 juni 2016 Besluit nummer: 2016_BW_00493 Onderwerp: Beantwoording raadsvragen over: Wachttijden sociale huurwoningen - Joost van Doesburg (PvdA) - Besluitvormend Beknopte samenvatting: Naar aanleiding van de jaarrapportage 2015 over de woonruimteverdeling in Holland Rijnland heeft de PvdA vragen gesteld over de toenemende druk op de sociale huurmarkt, de lange en mogelijke toenemende wachttijden en de optie het aantal huurwoningen te vergroten met minimaal 150 extra sociale huurwoningen. Het college onderkent de toenemende druk op de sociale huurwoningen en heeft in de Woonvisie die begin 2016 is vastgesteld maatregelen opgenomen die aan een oplossing bij moeten dragen. Daarnaast is begin dit jaar besloten het aantal sociale huurwoningen te verhogen met 50 woningen. Ook is een aantal opmerkingen gemaakt die de cijfers over een toenemende wachttijd enigszins relativeren. Bevoegd portefeuillehouder: Bas Brekelmans HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AANHEF Bijgevoegde bijlage(n): Schriftelijke vragen - Wachttijden sociale huurwoningen (PvdA) Kamerbrief over wachttijden sociale huurwoningen (informatief) MOTIVERING Beslist het volgende: BESLISSING Besluitpunt 1: Instemmen met de beantwoording van de schriftelijke vragen over de wachttijden sociale huurwoningen. p 1 van 11

2 BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Ruimte Programma's & Projecten BIJLAGEN DIE INTEGRAAL DEEL UITMAKEN VAN HET BESLUIT Schriftelijke vragen - Wachttijden sociale huurwoningen (PvdA) p 2 van 11

3 Schriftelijke vragen - Wachttijden sociale huurwoningen (PvdA) SCHRIFTELIJKE VRAGEN (artikel 37 RvO) (schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijk of mondelinge beantwoording wordt verlangd) V a n ( n a a m r a a d s l i d ) A a n Joost van Doesburg (PvdA) De voorzitter van de raad O n d e r w e r p : Wachttijden sociale huurwoningen I n g e d i e n d d. d V e r z o e k t m o n d e l i n g e / s c h r i f t e l i j k e b e a n t w o o r d i n g Schriftelijk D a t u m d o o r g e z o n d e n a a n c o l l e g e / o v e r i g e r a a d s l e d e n d o o r g r i f f i e : I n h o u d s c h r i f t e l i j k e v r a a g Naar aanleiding van de jaarrapportage toewijzingsresultaten van Woningnet Holland Rijnland vraagt de PvdA zich af of jongeren en minder bedeelden die een huurwoning zoeken Teylingen worden uitgewerkt. Daarom heeft de PvdA onderstaande vragen: 1. Bent u bekend met de jaarrapportage toewijzingsresultaten van Woningnet Holland Rijnland? 2. Wat vindt u van de cijfers uit dit rapport dat de druk op de sociale huurwoningen in de regio en in onze gemeente significant toeneemt? 3. Deelt u de mening dat een gemiddelde wachttijd van 6,5 jaar onacceptabel is en zo nee waarom niet? 4. Bent u het met de PvdA eens dat de huidige woonvisie van de gemeente Teylingen het probleem onvoldoende onderkend en dat de wachttijden onder uw bewind alleen maar verder gaat toenemen? 5. Volgens de visie van de PvdA is er maar één optie het aantal extra sociale huurwoningen significant te vergroten, niet 50, maar minimaal 150 extra sociale huurwoningen. Deelt u deze PvdA visie? 6. Zo nee, deelt u dan onze mening dat het groeiende tekort gaat resulteren dat jongeren en minder bedeelden onze gemeente moeten verlaten? Wat is uw mening als dit fenomeen ook daadwerkelijk gaat gebeuren? D a t u m a n t w o o r d b e s l u i t c o l l e g e : A n t w o o r d c o l l e g e : Vraag 1: Bent u bekend met de jaarrapportage toewijzingsresultaten van Woningnet Holland Rijnland? Antwoord 1: De Jaarrapportage woonruimteverdeling Holland Rijnland, januari tot en met december 2015, is ons bekend. Het betreft de eerste rapportage over een periode van 12 maanden sinds het regionale woonruimteverdeelsysteem op 1 april 2014 is gestart via Dat maakt dat op veel punten geen goede vergelijking gemaakt kan worden tussen de cijfers over 2014 en p 3 van 11

4 Vraag 2: Wat vindt u van de cijfers uit dit rapport dat de druk op de sociale huurwoningen in de regio en in onze gemeente significant toeneemt? Antwoord 2: Eind 2015 stonden in Teylingen woningzoekenden ingeschreven. Daarvan waren 799 personen actief (21%). Zij hebben de afgelopen periode tenminste 1 keer gereageerd op een woning. In Teylingen zijn in woningen (exclusief nieuwbouw) aangeboden. Het gemiddeld aantal reacties hierop was 81. In Teylingen is 31% van de reacties afkomstig uit de eigen gemeente, 69% komt van buiten de eigen gemeente. De reacties op woningen in Teylingen komen met name uit Leiden (14%), buiten de regio (11%), Katwijk (8%), Lisse (8%), Noordwijk (7%) en Noordwijkerhout (6%). Teylingers reageren naast woningen in Teylingen vooral op Leiden, Katwijk en Lisse. Wij onderkennen dat de druk op de sociale woningmarkt is toegenomen maar willen hierbij wel een aantal nuanceringen aanbrengen: - Het economisch herstel is ingezet. De woningmarkt zat sinds het uitbreken van de economische crisis op slot. Het aantal vrijkomende sociale huurwoningen slonk en ook de markt van koopwoningen viel sterk terug. Het tij blijkt gekeerd te zijn. De verbeterde economische situatie betekent een impuls voor veel sectoren en geeft ook op woningmarkt meer dynamiek. Het aantal vrijgekomen en te betrekken huur- en koophuizen stijgt. Bij de corporaties is deze trend ook merkbaar; meer mensen schrijven zich in en zijn op zoek naar een (andere) woning. Ook het aantal reacties op een aangeboden woning neemt toe sinds vorig jaar. Dit is een trend die ook landelijk waarneembaar is. - De acceptatiegraad is laag. De gemiddelde acceptatie graad in Teylingen bedraagt 3,6. Per woningtype, type woningzoekende zijn er verschillen waarbij opvalt dat etagewoningen en flats het gemakkelijkst (in 2,2 keer) verhuren. In de praktijk betekent dit dat gemiddeld genomen een woning 3,6 keer wordt geweigerd voor deze wordt geaccepteerd. Van het totaal aantal weigeringen in Teylingen is er in 48,2% sprake van 'no show', geen enkele reactie op uitnodiging van de corporatie om de woning te komen bekijken. Bij nieuwbouw waarbij meerdere woningen tegelijk aangeboden worden, gaat het soms nog moeizamer. Bijvoorbeeld: de ruime 2 eengezinswoningen van Warmunda in Hooghkamer zijn relatief moeizaam verhuurd. Er zijn hierop 298 reacties gekregen (29,8 per woning) en uiteindelijk is aan kandidaat nummer 68 een woning verhuurd. Vraag 3: Deelt u de mening dat een gemiddelde wachttijd van 6,5 jaar onacceptabel is en zo nee waarom niet? Antwoord 3: Om een woning te verkrijgen wordt in het systeem geselecteerd op inschrijftijd; degene met de hoogste inschrijftijd krijgt de woning aangeboden. In het afgelopen jaar had men in Teylingen 6,6 jaar nodig om in aanmerking te komen voor een woning. De benodigde inschrijftijd voor een huurwoning nam ten opzichte van 2014 met 0,4 jaar toe, overeenkomstig het gemiddelde in de regio. Het betreft echter een gemiddelde; voor jongeren tot 23 jaar bedroeg de inschrijftijd in 2015 in Teylingen 2,9 jaar voor 65 plus was dit 8,1 jaar. Er is een aantal opmerkingen te maken, die de cijfers over toenemende druk/wachtduur enigszins relativeren. De onderstaande opmerkingen zijn niet alleen van toepassing in Teylingen maar in de hele regio en ook in heel Nederland. De minister heeft hierover onlangs ook in de 2 e kamer gerapporteerd met hetzelfde beeld (bijlage). - Het aantal actief zoekenden is niet groot. Van het totaal aantal ingeschreven woningzoekenden in de regio is slechts 22,8 % actief woningzoekend. En met actief wordt bedoeld in een jaar reageert men minimaal 1x op een woning. Veel mensen schrijven zich dus uit voorzorg 'voor later' in. Dit betekent dat het grootste deel van de woningzoekenden inschrijfduur opbouwt zonder p 4 van 11

5 daadwerkelijk actief te zoeken. Men gaat pas actief zoeken als men een woning nodig heeft/wil gaan verhuizen. Vaak heeft men dan al aantal jaar inschrijfduur opgebouwd, echter dus zonder dat men gedurende deze jaren actief aan het zoeken was. Dit blijkt ook uit het volgende: regionaal is slechts 12% van de woningzoekenden met inschrijfduur > 5 jaar een actief woningzoekende. Wij zijn dan ook van mening dat de 6,6 jaar wachttijd relatief is en in het licht van deze cijfers moet worden bezien. Het zou beter zijn om, evenals in de brief van minister Blok van 24 mei 2016, een onderzoek te doen naar daadwerkelijke zoektijd alvorens een woningzoekende een woning vindt. Onze verwachting is dat er dan sprake zal zijn van een ander beeld. - Er is een duidelijk verschil tussen populaire en minder populaire woningtypen. Woningzoekenden zijn kritisch op het woningtype dat men wil huren. Men zoekt dus heel gericht. Populaire woningen zoals een eengezinswoning kennen dan ook een langere inschrijfduur dan een portiekwoning. Zou een woningzoekende zijn of haar profiel verbreden dan neemt ook de slaagkans toe. Zeker als men daarbij ook nog eens buiten de eigen gemeente zoekt. In dit laatste geval neemt de slaagkans van een woningzoekende in Teylingen toe van 10% (woning in eigen gemeente) naar 20% (woning in de regio). Met andere woorden: er is in aanzienlijke mate sprake van een kwaliteitsvraag. Specifieke woonwensen zijn eveneens bepalend voor de wachttijd. Voor een populaire woning is de wachttijd langer dan voor een minder gewilde woning. Kortom, aan inschrijvingstijd bij een verhuurde woning zitten vele aspecten, zoals leeftijd woningzoekende (jong, oud), type woning (klein oud appartement of nieuwe grondgebonden woning), kwaliteit woning (oud of nieuw), huurprijs (laag of hoog) Wat maatschappelijk aanvaardbaar is bepaalt de politiek. Door Holland Rijnland en de in deze regio werkzame corporaties is nog geen nadere analyse van de cijfers in de jaarrapportage gemaakt. Indien u daar prijs op stelt, kunnen wij zodra deze analyse beschikbaar dit onderwerp diepgaander verkennen. Vraag 4. Bent u het met de PvdA eens dat de huidige woonvisie van de gemeente Teylingen het probleem onvoldoende onderkend en dat de wachttijden onder uw bewind alleen maar verder gaan toenemen? Antwoord 4: Wij delen uw standpunt niet; wij hebben met de nieuwe Woonvisie juist een impuls gegeven door de beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen, zowel in de huursector als ook in de koopsector, als een van de belangrijke thema s te benoemen. Daarbij is de huidige situatie geanalyseerd, de visie voor de toekomstige situatie verwoord en zijn de maatregelen aangegeven die wij we daarvoor gaan treffen. De Woonvisie is met brede steun in de gemeenteraad vastgesteld. Overigens kunnen de effecten van de Woonvisie (o.a. op slaagkansen) nu nog niet zichtbaar zijn. De Woonvisie is immers pas begin dit jaar vastgesteld. Vraag 5. Volgens de visie van de PvdA is er maar één optie het aantal extra sociale huurwoningen significant te vergroten, niet 50, maar minimaal 150 extra sociale huurwoningen. Deelt u deze PvdA visie? Antwoord 5: Het toevoegen van nieuwe woningen is een effectief middel om de druk te doen afnemen. In de woonvisie hebben wij hiervoor een onderbouwd bouwprogramma opgenomen. Voor de periode is op de bouw voorzien van circa woningen. Dit aantal is gebaseerd op de woningbehoefteraming WBR2013. Het woningbouwprogramma in die periode bedraagt in Sassenheim circa 600 woningen, in Voorhout woningen en in Warmond 100 woningen. Uit een woningmarktanalyse op basis van het WoON2012 en CBS prognoses blijkt dat bij een gelijkblijvende scheefheid in de periode een toename van de sociale voorraad benodigd is van 440 woningen. In het bouwprogramma zijn daarom circa 400 woningen in de sociale huur opgenomen. Door nieuwe sociale huurwoningen te bouwen en daarnaast te zorgen voor doorstroming naar het middensegment ontstaan er kansen p 5 van 11

6 voor degenen die nu al lang op een betaalbare woning wachten. Daarnaast is door ons een toename van het bouwprogramma met 50 extra sociale huurwoningen voorgesteld in het kader van de grotere toestroom van statushouders die veelal ook zijn aangewezen op een sociale huurwoning. Dit aantal van 50 woningen wordt toegevoegd boven op de circa 400 sociale huurwoningen die al in het bouwprogramma waren opgenomen. Hiermee willen wij voorkomen dat op de toch al krappe sociale huurmarkt sprake komt van verdringing. Ook zijn onze ambities voor meer sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen hoog. Bij nieuwbouw hebben we het aandeel sociale huurwoningen gesteld op 25% in Voorhout en 20% in Sassenheim en Warmond. De percentages voor goedkope koopwoningen bedragen respectievelijk 10 en 15. Met een totaal percentage van 35 sociaal en goedkoop stijgen we ver uit boven de regionale richtlijn van minimaal 15%. Maar er gebeurt meer. Zo verlagen corporaties de huren om meer woningen in het betaalbare segment te kunnen aanbieden, heeft Warmunda onlangs besloten af te zien van de verkoop van 80 woningen en wordt fors geïnvesteerd om het % sociale huurwoningen zo hoog mogelijk te laten zijn (bijv. een verhoging van 50 naar 100% in de Kaagstraat/Norremeerstraat) en bestaat de nieuwbouw op de gemeentewerf in Warmond voor meer dan 50% uit sociale huurwoningen. Tot slot verwachten wij dat ook het economische herstel dat is ingezet de druk op de sociale huursector doet afnemen. Voor het realiseren van de door u voorgestelde 150 extra woningen is in onze optiek op dit moment (nog) geen aanleiding. Overigens moeten wij er ons van bewust zijn dat ook de financiële mogelijkheden van corporaties niet onbegrensd zijn. Vanzelfsprekend monitoren wij de ontwikkelingen nauwlettend en zullen wij u hierover informeren. Vraag 6. Zo nee, deelt u dan onze mening dat het groeiende tekort gaat resulteren dat jongeren en minder bedeelden onze gemeente moeten verlaten? Wat is uw mening als dit fenomeen ook daadwerkelijk gaat gebeuren? Antwoord 6: Wij spannen ons in voor voldoende en goede huisvesting voor al onze inwoners, zo ook voor jongeren en inwoners met de lagere inkomens. Specifiek voor deze groepen willen wij naast het toevoegen van sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen via nieuwbouw, het aantal bestaande goedkope en betaalbare huurwoningen zoveel mogelijk behouden op het huidige niveau. Bij het maken van de prestatieafspraken met de corporaties vormt dit ons uitgangspunt. Daarnaast onderzoeken wij of leegstaande of vrijkomende panden benut kunnen worden voor het creëren van goedkope en/of betaalbare huisvesting voor jongeren en ouderen, middels kleine flexibel in te richten woningen. Mocht onze inzet niet tot het gewenste resultaat leiden dan gaan wij met u op zoek naar andere maatregelen. Datum afhandeling raadsvergadering : Bijlagen: p 6 van 11

7 SCHRIFTELIJKE VRAAG In artikel 37 van het Reglement van Orde is aangegeven welke procedure van toepassing is op schriftelijke vragen en mondelinge vragen. Schriftelijke vragen In het kort zijn er de volgende eisen aan het indienen van schriftelijke vragen ingevolge artikel 37 RvO te verbinden: - schriftelijke vragen worden ingediend bij de voorzitter, via de griffier. De griffier draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en het college worden gebracht. - Beantwoording van schriftelijke vragen door het college vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. - Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijke dan wel mondelinge beantwoording wordt verlangd. - Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. - Indien beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk is stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, met daarbij aangegeven de beantwoordingtermijn. - De antwoorden worden door het verantwoordelijk lid van het college aan de leden van de raad medegedeeld - De vragen en antwoorden worden gelijktijdig met de ingekomen stukken aan de leden van de raad toegezonden. - De vragensteller kan, bij mondelinge beantwoording in dezelfde raad en bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raad, nadere inlichtingen vragen omtrent het gegeven antwoord (na behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen). - In het presidium is afgesproken dat zolang er geen beantwoording op de schriftelijke vraag is ontvangen of gegeven er geen inhoudelijk discussie kan plaatsvinden omtrent de schriftelijke vraag. In de toelichting van het RvO is het volgende aangegeven: Het vragenrecht geeft aan de leden van de raad het recht informatie te vragen over aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het college of de burgemeester behoren. Het karakter van deze vragen is primair van informatieve strekking. In de hier aangegeven procedure wordt de vragensteller in de gelegenheid gesteld nadere inlichtingen over het antwoord te vragen aan degene die het antwoord heeft gegeven. Indien de vragensteller van mening is, dat de beantwoording van de vragen tot een besluit van de raad moet leiden, kan hij het recht van initiatief of het interpellatierecht benutten om het onderwerp of het voorstel op de agenda van de raad te krijgen. p 7 van 11