Statuten Stichting Exploitatie De Til Groep

Transcriptie

1 1 Concept 23 september 2015 Statuten Stichting Exploitatie De Til Groep STATUTEN Naam, zetel en organen. Artikel De naam van de stichting is: Stichting Exploitatie De Til Groep. 2. De stichting is gevestigd in de gemeente Giessenlanden. 3. De stichting heeft de volgende organen: - het bestuur; en - de raad van toezicht. Doel. Artikel 2. De stichting heeft ten doel: a. het exploiteren van horecapanden, multifunctionele centra en sportaccommodaties; b. het leveren van (horeca)diensten aan derden, waaronder begrepen maar niet beperkt tot advies-, administratieve- en schoonmaakwerkzaamheden; c. het tegen een meer dan symbolische vergoeding geven van gelegenheid tot sportbeoefening; d. het tegen een meer dan symbolische vergoeding verzorgen van feesten, partijen, bijeenkomsten, recepties, evenementen, plechtigheden, recepties, en vergaderarrangementen; e. verhuur van apparatuur/inventaris aan derden; en f. het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest uitgebreide zin genomen. Vermogen. Artikel Het vermogen van de stichting wordt gevormd door: a. inkomsten uit de exploitatie van horeca door verkoop van horecaartikelen; b. inkomsten uit het exploiteren van multifunctionele- en vergaderruimten; c. inkomsten uit het geven van gelegenheid tot sportbeoefening; d. vergoedingen voor door de stichting verrichte prestaties; en e. alle andere verkrijgingen en baten. 2. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard. 3. Voor het vermogen dat de stichting heeft verkregen van de gemeente Giessenlanden in het kader van de door de gemeente Giessenlanden aan de stichting opgelegde niet-commerciële verplichtingen, houdt de stichting een statutaire reserve genaamd niet-commerciële verplichtingen aan.

2 2 4. De statutaire reserve niet-commerciële verplichtingen mag uitsluitend worden aangewend ter dekking van het verschil tussen (i) het door de gemeente Giessenlanden voor de niet-commerciële verplichtingen opgelegde huurprijsmaximum, en (ii) de reguliere kostprijs. 5. De in lid 3 en lid 4 van dit artikel opgenomen bepalingen alsmede de onderhavige bepaling kunnen niet door middel van een statutenwijziging worden gewijzigd, behalve in het geval de statutaire reserve nietcommerciële verplichtingen met inachtneming van het bepaalde in lid 4 van dit artikel nihil bedraagt. Bestuur; samenstelling, benoeming en ontslag. Artikel Het bestuur van de stichting bestaat uit één (1) of meer natuurlijke personen. Het aantal leden van het bestuur wordt vastgesteld door de raad van toezicht. 2. Een bestuurder moet voldoen aan de volgende vereisten: a. een bestuurder is geen lid van de raad van toezicht en geen lid van de gebruikersraad; b. een bestuurder is geen gemeenteraadslid van de gemeente Giessenlanden; c. een bestuurder is geen lid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Giessenlanden. 3. De bestuurders worden benoemd door de raad van toezicht. 4. Indien het bestuur uit meerdere leden bestaat, wijst het bestuur uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, dan wel in de plaats van de beide laatsten een secretaris-penningmeester aan, tenzij de raad van toezicht de verschillende functies aan de betreffende bestuurders heeft toegedeeld. Indien er een enig bestuurder is, komen de in deze statuten aan de voorzitter en/of de secretaris toegekende bevoegdheden toe aan de enig bestuurder. 5. De raad van toezicht wijst een of meer personen aan die het bestuur tijdelijk waarnemen bij belet of ontstentenis van alle bestuurders. 6. Een bestuurder kan door de raad van toezicht worden geschorst. Na een schorsing wordt binnen vier weken een nieuwe vergadering van de raad van toezicht gehouden. In die vergadering wordt besloten of de schorsing wordt opgeheven, de schorsing wordt verlengd of de betreffende bestuurder wordt ontslagen. Een schorsing kan in totaal nooit langer dan drie maanden duren. De schorsing vervalt als er geen besluit tot verlenging wordt genomen binnen de hiervoor vermelde termijn van vier weken of als na verloop van drie maanden geen besluit tot ontslag is genomen. 7. Een bestuurder defungeert: a. door zijn/haar overlijden;

3 b. doordat hij/zij failliet wordt verklaard, door het ten aanzien van hem/haar van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, of doordat hij/zij surseance van betaling aanvraagt; c. door zijn/haar onder curatele stelling of onder bewindstelling van zijn/haar gehele vermogen; d. door zijn/haar aftreden; e. door zijn/haar ontslag door de rechtbank; f. door zijn/haar ontslag verleend door de raad van toezicht; g. doordat hij/zij niet langer voldoet aan de in lid 2 van dit artikel opgenomen vereisten. 8. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. 9. Een bestuurder van een stichting die door de rechtbank is ontslagen, kan gedurende vijf jaren daarna geen bestuurder van de stichting worden. Bestuur; taak en bevoegdheden. Artikel Het bestuur is belast met het besturen van de stichting en verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. 2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. 3. Een bestuurder stelt zich toetsbaar op ten aanzien van zijn eigen functioneren. Hij verschaft de raad van toezicht op eerste verzoek inzicht in de door hem uitgeoefende nevenfuncties. 4. De bevoegdheid tot vaststelling van een bezoldiging en verdere arbeidsvoorwaarden voor bestuurders komt toe aan de raad van toezicht. Kosten die bestuurders in de uitoefening van hun functie maken, worden door de stichting vergoed. Bestuur; werkwijze. Artikel Het bestuur vergadert zo dikwijls als een bestuurder dit wenselijk acht. 2. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt schriftelijk op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Tevens kunnen worden behandeld de onderwerpen die ten minste vijf dagen vóór het tijdstip van de vergadering door een bestuurder aan zijn medebestuurders schriftelijk werden opgegeven. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in de gemeente Giessenlanden, dan wel ter andere plaatse binnen Nederland, mits de gekozen locatie zodanig is dat iedere bestuurder redelijkerwijs in staat is 3

4 4 om bij die vergadering aanwezig te kunnen zijn, te bepalen door degene die de vergadering bijeenriep, dan wel deed bijeenroepen. Indien werd gehandeld in strijd met het hiervóór in dit lid bepaalde, kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle bestuurders ter vergadering aanwezig zijn of de ter vergadering afwezige bestuurders vóór het tijdstip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd. 3. Bestuurders kunnen ter vergadering alsmede buiten vergadering als bedoeld in lid 9 van dit artikel door een andere bestuurder schriftelijk worden vertegenwoordigd. 4. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding. 5. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergadering worden gehouden, met dien verstande dat, indien een of meer bestuurders zulks verlangen, stemmingen schriftelijk geschieden. 6. Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. 7. Voorzover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden alle besluiten van het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Een blanco stem is geen uitgebrachte stem. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. 8. De navolgende besluiten kunnen slechts worden genomen nadat daarvoor voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht is verkregen: a. aangaan of beëindigen van huurovereenkomsten betreffende registergoederen; b. aangaan van geldleningen en/of het verkrijgen van voorschotten in rekening-courant ten laste van de stichting; c. ter leen verstrekken van gelden; d. toekennen aan een personeelslid van een vast jaarsalaris hoger dan het bedrag hiertoe vast te stellen door het bestuur, en het ontslaan van een personeelslid dat een vast jaarsalaris, als hierboven omschreven, geniet; e. aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich tot borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt; f. verrichten van (een reeks van) overige rechtshandelingen die een door het bestuur vast te stellen waarde of bedrag te boven gaan.

5 9. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrekte dan wel vereiste grotere meerderheid van het aantal bestuurders zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld. 10. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend. Bestuur; vertegenwoordiging. Artikel Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. 2. Indien het bestuur bestaat uit meerdere bestuurders, komt de vertegenwoordigingsbevoegdheid mede toe aan twee bestuurders, gezamenlijk handelend. 3. Het bestuur kan schriftelijk volmacht verlenen aan één of meer andere personen om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Raad van toezicht; instelling. Artikel 8. De stichting heeft een raad van toezicht. Raad van toezicht; samenstelling, benoeming en ontslag. Artikel Het aantal leden van de raad van toezicht wordt vastgesteld door de raad van toezicht en bestaat uit een oneven aantal van ten minste drie (3) en maximaal vijf (5) natuurlijke personen. De leden van de raad van toezicht worden benoemd, geschorst en ontslagen door de raad van toezicht. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen drie (3) maanden voorzien. 2. Een lid van de raad van toezicht moet voldoen aan de volgende vereisten: a. een lid van de raad van toezicht is een natuurlijk persoon; b. een lid van de raad van toezicht is geen bestuurder, geen lid van de gebruikersraad en niet voor de stichting werkzaam; c. een lid van de raad van toezicht is de afgelopen drie (3) jaar niet voor de stichting werkzaam geweest; 5

6 6 d. een lid van de raad van toezicht is in de laatste vijf (5) jaar niet door de rechtbank ontslagen als bestuurder van een stichting; e. een lid van de raad van toezicht is geen gemeenteraadslid van de gemeente Giessenlanden; f. een lid van de raad van toezicht is geen lid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Giessenlanden. 3. De leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar en met inachtneming van een door de raad van toezicht vast te stellen rooster van aftreden. Na ommekomst van die periode kan een lid van de raad van toezicht eenmaal voor een periode van maximaal vier jaar worden herbenoemd, wederom met inachtneming van een door de raad van toezicht vast te stellen rooster van aftreden. 4. De leden van de raad van toezicht ontvangen een honorering - bestaande uit een vergoeding voor gemaakte onkosten en een niet-bovenmatig vacatiegeld - die door de raad van toezicht wordt vastgesteld. 5. Een lid van de raad van toezicht defungeert: a. door zijn/haar overlijden; b. doordat hij/zij failliet wordt verklaard, door het ten aanzien van hem/haar van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, of doordat hij/zij surseance van betaling aanvraagt; c. door zijn/haar onder curatele stelling of onder bewindstelling van zijn/haar gehele vermogen; d. door zijn/haar vrijwillig aftreden; e. door zijn/haar ontslag door de rechtbank; f. door zijn/haar ontslag verleend door de raad van toezicht; g. doordat hij/zij niet langer voldoet aan de in lid 2 van dit artikel opgenomen vereisten. Raad van toezicht; taken en bevoegdheden. Artikel 10 1 De raad van toezicht houdt toezicht op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de stichting. De raad van toezicht houdt toezicht op ten minste: - de realisatie van de statutaire doelstellingen van de stichting; - de strategie en de risico s verbonden aan de activiteiten van de stichting; - de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen; - de financiële verslaglegging; - de naleving van wet- en regelgeving. 2. De raad van toezicht staat het bestuur met advies terzijde. De raad van toezicht oefent verder die taken en bevoegdheden uit die hem in deze statuten zijn opgedragen en toegekend.

7 3. Bij de uitoefening van hun taak richten de leden van de raad van toezicht zich naar het belang van de stichting. De leden van de raad van toezicht oefenen hun functie onafhankelijk uit, zonder last of ruggespraak en zonder een deelbelang te laten prevaleren. De raad van toezicht doet verslag van haar werkzaamheden en uitgeoefende toezicht. Dit verslag wordt aan de jaarstukken toegevoegd, als bedoeld in artikel 14 van deze statuten. 4. De raad van toezicht heeft recht op alle voor de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens. De raad van toezicht heeft recht op inzage van alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting. De raad van toezicht kan zich op kosten van de stichting in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door een of meer deskundigen Raad van toezicht; werkwijze. Artikel De raad van toezicht benoemt uit zijn midden een voorzitter en een vicevoorzitter. 2. De raad van toezicht kan in een reglement zijn werkwijze en de verdeling van zijn werkzaamheden regelen. 3. De raad van toezicht vergadert ten minste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter zulks nodig acht of ten minste twee andere leden van de raad van toezicht zulks met opgaaf van redenen aan de voorzitter verzoeken. 4. De bestuurders wonen de vergaderingen van de raad van toezicht bij, tenzij de raad van toezicht onder opgaaf van redenen anders besluit. 5. De leden van de raad van toezicht worden voor de vergaderingen door of namens de voorzitter met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering daaronder niet begrepen, schriftelijk opgeroepen. Voorts wordt hen ten minste vijf dagen vóór de datum van vergadering een agenda toegezonden, waarin de ter vergadering te behandelen onderwerpen zijn vermeld en zoveel mogelijk toegelicht. In - naar het oordeel van de voorzitter - spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in dit lid worden afgeweken. De bestuurders worden op overeenkomstige wijze uitgenodigd de vergadering van de raad van toezicht bij te wonen. 6. De vergaderingen van de raad van toezicht worden geleid door de voorzitter van de raad van toezicht. Ontbreekt de voorzitter, dan treedt de vice-voorzitter als voorzitter van de vergadering op. Ontbreekt ook de vicevoorzitter, dan treedt één der andere leden van de raad van toezicht, door de aanwezige leden van de raad van toezicht aan te wijzen, als voorzitter van de vergadering op. 7. Het bestuur stelt personeel en/of faciliteiten voor notulering van het verhandelde in elke vergadering beschikbaar. De notulen worden 7

8 8 vastgesteld door de raad van toezicht en ten blijke van die vaststelling door de voorzitter van de vergadering ondertekend. Raad van toezicht; besluitvorming. Artikel Ieder lid van de raad van toezicht heeft één stem. 2. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, worden besluiten door de raad van toezicht genomen met gewone meerderheid van stemmen in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het aantal leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 3. Bij staking van stemmen wordt binnen twee weken een nieuwe vergadering belegd. Indien de stemmen dan opnieuw staken, beslist het lot in geval van benoeming van personen en is het voorstel verworpen in geval van een stemming over zaken. 4. Ieder lid van de raad van toezicht kan zich in een vergadering te allen tijde doen vertegenwoordigen, doch alleen door een medelid van de raad van toezicht die niet reeds als gevolmachtigde van een ander lid van de raad van toezicht optreedt en alleen krachtens schriftelijke volmacht. 5. Indien in een vergadering van de raad van toezicht alle in functie zijnde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 6. De raad van toezicht kan met kennisgeving aan het bestuur ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle leden van de raad van toezicht in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk hun mening te uiten en schriftelijk bevestigd hebben geen bezwaar te hebben tegen deze wijze van besluitvorming en de betreffende besluiten schriftelijk worden vastgelegd. De betreffende besluiten dienen tevens in de notulen van de eerstvolgende vergadering te worden opgenomen. 7. Stemming over schorsing of ontslag van personen geschiedt schriftelijk. In alle andere gevallen geschiedt stemming mondeling, tenzij één der leden van de raad van toezicht schriftelijke stemming verlangt. Gebruikersraad. Artikel De stichting heeft een adviescommissie, hierna te noemen: de gebruikersraad. 2. De gebruikersraad zal het bestuur en de raad van toezicht gevraagd en ongevraagd van advies voorzien. Het hoofddoel van de gebruikersraad is het geven van advies ten aanzien van strategische kwesties. 3. Een lid van de gebruikersraad moet voldoen aan de volgende vereisten: a. een lid van de gebruikersraad is een natuurlijk persoon; en

9 b. een lid van de gebruikersraad is geen bestuurder, geen lid van de raad van toezicht en niet voor de stichting werkzaam. 4. De eerste leden van de gebruikersraad zullen worden benoemd door de raad van toezicht. 5. De raad van toezicht zal in overleg met de gebruikersraad een reglement vaststellen waarin het aantal leden van de gebruikersraad, de formaliteiten rondom de benoeming, het aftreden als lid van de gebruikersraad, de taken, bevoegdheden, de werkwijze en de overige aspecten terzake het functioneren van de gebruikersraad nader worden vastgelegd. Het bepaalde in artikel 15 is hierop van overeenkomstige toepassing. Boekjaar; verslaggeving. Artikel Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting op te maken en op papier te stellen. De hiervoor vermelde termijn kan door de raad van toezicht worden verlengd met ten hoogste vijf maanden op grond van bijzondere omstandigheden. 3. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend. 4. Het bestuur brengt jaarlijks eveneens binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarverslag uit over de gang van zaken in de stichting en over het gevoerde beleid. 5. De raad van toezicht kan besluiten om, voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening, deze te doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen accountant. Deze brengt omtrent zijn onderzoek gelijktijdig verslag uit aan de raad van toezicht en het bestuur. 6. Binnen de in lid 2 van dit artikel genoemde termijn legt het bestuur de door hem opgestelde jaarrekening en jaarverslag ten kantore van de stichting ter inzage van de raad van toezicht. 7. De jaarrekening wordt ondertekend door alle leden van het bestuur en alle leden van de raad van toezicht; ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt onder opgaaf van reden daarvan melding gemaakt. 8. De jaarrekening wordt uiterlijk één maand na afloop van de in lid 2 van dit artikel genoemde termijn vastgesteld door de raad van toezicht. 9. Het bestuur is verplicht aan de raad van toezicht en aan de accountant alle door hem gewenste inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas en 9

10 10 de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de stichting te geven. 10. De raad van toezicht kan de leden van het bestuur decharge verlenen voor het door hen in het desbetreffende boekjaar gevoerde bestuur. Voorts kan de raad van toezicht de leden van de raad van toezicht decharge verlenen voor het door hen in het desbetreffende boekjaar gevoerde toezicht. De vaststelling van de jaarrekening van de stichting strekt niet tot decharge, daarvoor is een separaat besluit vereist. 11. Onverwijld na vaststelling van de stukken als bedoeld in lid 6 van dit artikel en/of vaststelling van de begroting en/of een meerjarenplan van de stichting, zal het bestuur deze stukken doen toekomen aan de gemeente Giessenlanden. Reglement. Artikel De raad van toezicht is bevoegd om in overleg met het bestuur een of meerdere reglementen vast te stellen waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat. 2. Een reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn. 3. De raad van toezicht is te allen tijde bevoegd om, na overleg met het bestuur, een reglement te wijzigen of op te heffen. 4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van een reglement is het bepaalde in artikel 16 leden 1 en 2 van overeenkomstige toepassing. Statutenwijziging, fusie en splitsing. Artikel Het bestuur is na voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht bevoegd de statuten te wijzigen. 2. Het besluit van het bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van drie/vierde van de uitgebrachte stemmen in een voltallige vergadering van het bestuur. Is de vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is niet voltallig, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van drie/vierde van de uitgebrachte stemmen, doch ongeacht het aantal aanwezigen. 3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken. 4. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is bevoegd deze akte te doen verlijden.

11 11 5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister. 6. Voor een besluit tot fusie of splitsing van de stichting of onderdelen daarvan gelden dezelfde regels als voorgeschreven voor een statutenwijziging, onverminderd de eisen van de wet. Ontbinding en vereffening. Artikel Het bestuur is na voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht bevoegd de stichting te ontbinden. 2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in het voorgaande artikel leden 2 en 3 - met uitzondering van de tweede zin van lid 3 - van overeenkomstige toepassing. 3. Het bestuur is met de vereffening belast. 4. De vereffenaars doen opgaaf van de ontbinding aan het handelsregister waar de stichting is ingeschreven. 5. De gemeente Giessenlanden is gerechtigd tot het batig liquidatiesaldo. Deze bepaling kan slechts worden gewijzigd met instemming van de gerechtigde tot het batig liquidatiesaldo. 6. Indien de stichting op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij alsdan op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgaaf aan het handelsregister waar de stichting is ingeschreven. 7. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden in liquidatie. 8. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. 9. De stichting houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgaaf aan het handelsregister waar de stichting is ingeschreven. 10. De boeken en bescheiden van de ontbonden stichting blijven gedurende zeven jaar nadat de stichting heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister waarin de ontbonden stichting was ingeschreven. De eerste bestuurder en de eerste leden van de raad van toezicht zullen worden benoemd in de akte van oprichting van de stichting.