ALS WE GOD VINDEN en ELKAAR is er FEEST IN DE HEMEL

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "ALS WE GOD VINDEN en ELKAAR is er FEEST IN DE HEMEL"

Karel Smits
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Kerkdienst PG Rheden (Dorpskerk), zondag 11 september 2016 De hr Evert W.Brink MA ALS WE GOD VINDEN en ELKAAR is er FEEST IN DE HEMEL Lezing OT (Torah): Deuteronomium 6, 4-9 en Leviticus 19, 1-4, Lezing NT en tekst: Lucas 15, 1-10 Verkondiging: Je zal maar anders zijn, afwijken, er niet bij horen. Die rare buurman met zijn kleding, die zwerver die stinkt naar pis en poep, die bedelaar bij de supermarkt of het station. Die pedofiel met een verleden, plotseling in jouw buurt ophangen!, riepen de mensen in een opgefokte heksenjacht. Die vluchteling in nood in Europa. En je kent ook wel zuster x uit de gemeente hier, die nou ja, afwijkt, eigenwijs is. En broeder y waar je een drieletterwoord voor weet tjonge, wat is dat soms een piep. Je zal maar in het oude Israel een tollenaar zijn: iemand uit je eigen volk, je buurman, je neef, die van jou belasting int met veel rente, hij maakt winst, hij is corrupt, iemand die het volk uitbuit. Je zal maar een zondaar zijn, in de ogen van de Farizeeën en wetgeleerden en het volk, volgens de normen van de samenleving die samenhangt en doordrenkt is van de wet van Mozes. Een zondaar die zich niet strikt houdt aan de Torah, die in openbare zonden leeft, die moreel onzuiver is, die de wet en hoe het hoort niet kent. Tollenaars en andere zondaars werden diep veracht, ze horen er niet bij. Daarin hebben de Farizeeën en de wetgeleerden, voor het oog, een punt. Als je in het oude Israel mensen ontving in je huis, in je familiekring, was dat een eer. Als je met een gast in je huis ging samen eten, dan was dat een wel heel persoonlijk gebeuren. Hier in ons verhaal betonen de geërgerde Farizeeën en wetgeleerden zich, zo lijkt het, mild namelijk met oog voor het volk en leven volgens de Torah. Waarbij ondertussen de Farizeeën en wetgeleerden zelf als norm en voorbeeld dienen: ze zien zichzelf graag als rechtvaardigen voor de wet. 1

2 Geen sprake van dat je met zondaars samen eet of hen ontvangt in je huis. Nooit! En dat botst. Jezus stoort zich daar niet aan en laat iets fundamenteel anders zien, met gezag. Jezus is op weg naar Jeruzalem in ons verhaal. We zijn, nemen we aan, in het jaar 33. Jezus is dan een man van ongeveer 37 jaar op weg naar veroordeling, kruisiging, sterven en opstanding. Hij is onderweg, als een doortrekkende vreemdeling. In hoofdstuk 14 vooraf aan onze tekst, zie je een massa mensen meegaan met Jezus, achter Hem aan. En dan zegt Hij: Wie mij volgt! Aan alle mensen zegt Hij: laat alles achter je en volg mij op mijn weg. En Jezus roept op: luister goed! En dan komt het, in onze tekst Lucas schrijft dan letterlijk: maar zij naderden tot hem alle tollenaars en zondaars om naar hem te luisteren. Dat deden de Farizeeën en wetgeleerden niet. Integendeel, zij mopperen en proberen Jezus neerbuigend in een kwaad daglicht te stellen: die daar, die eet met zondaars, bah! Waarmee zij zichzelf fraai neerzetten. Een volgende botsing in ons verhaal. Er is in dit diepe verhaal, vol botsingen, een mooi detail, een best wel teer en ontroerend detail: Schapen zijn hechte kuddedieren met soms nauwe relaties, soms zo nauw tussen een lammetje en een mens bijvoorbeeld dat zo n dier wel heel afhankelijk wordt. Schapen houden elkaar in de gaten met hun ogen. Een eenzaam schaap zal gemakkelijk in de stress raken. Het advies is dan om bij zo n schaap een spiegel neer te zetten. Als een schaap zich afzondert duidt dit vaak op een zwak dier of op ziekte. - Een afgedwaald schaap is zwak, de richting kwijt en het herleeft pas ín de kudde. Dus die neem je op je schouders. Iets minder schaapachtig en meer menselijk: als iemand uit jouw omgeving de weg kwijt is, eenzaam, niet goed meekomt of God verhoede! buitengesloten of genegeerd wordt door anderen, 2

3 dan neem je die mens op je schouders, onder je hoede. Gemakkelijk herken je ook, hoop ik, de beelden van Jezus als Vriend en van de goede Herder, zoals onze Heer Jezus zichzelf getekend heeft. Vrienden, noem ik jullie, zei Jezus. En de goede Herder die zorgt voor zijn mensen, die beschermt, aanspoort, leiding geeft, die zijn mensen om zich heen verzamelt. Zijn aandacht voor anders zijn en zondaars bewijst hoe Jezus álle mensen zoekt en wil redden. Want daar is Jezus tijdens zijn leven en werk op aarde mee bezig: het vormen van een gemeente van gelovigen. Om gemeenschap te zijn, straks als Jezus weg is in de hemel. Een gemeenschap waar iedereen bij hoort: Joden, heidenen, vreemdelingen en zondaars. Uit alle sociale lagen en religieuze groepen van het volk. Dat doet Hij met gezag. Daar zit de diepste botsing tussen de Farizeeën en Jezus. De Farizeeën waren een respectabele partij en geestelijke leiders, met oog voor het volk en waardering bij het volk. Ook bij Jezus wat betreft hun leer. Met hun trouw aan de Torah, hun geloof in Gods zorg en geloof in opstanding van doden stonden de Farizeeën dicht bij Jezus. Het conflict ontstond toen Jezus liet blijken: Hij is de van God Gezondene, de beloofde Gezalfde van God. In de ogen van de Farizeeën is dat godslastering. Maar Jezus is niet tegen de Farizeeën, wel tegen hun verzet tegen Hem als de Messias en hun uitgesproken laster: hij is een vriend van zondaars. En zo leest Jezus deze Farizeeën samen met de wetgeleerden de les, met ironie: nee, zeker, negenennegentig zelfbenoemde rechtvaardigen hebben geen inkeer nodig! Maar als je nu iets heel dierbaar terugkrijgt? Als iets heel kostbaar om te verzorgen op je weg komt? Daarom is het feest bij God over één zondaar, 3

4 zo n rare, vieze, nare, vreemde, goddeloze, die tot ander, beter inzicht is gekomen! Zondaren, die tot het inzicht komen al begrijpen ze het nog nauwelijks en net als de leerlingen en Petrus belijden: U bent de door God gezonden Messias. Lieve mensen als jij God vindt, voor het eerst echt of misschien wel opnieuw, en als wij elkaar vinden, van mens tot mens, van hart tot hart dan is het feest in de hemel, een fontein van blijdschap bij God en de engelen zijn blij en feesten mee! Tot grote ergernis van zijn tegenstanders laat Jezus zien: de Godsnaam ik ben en zal zijn, ik zal er zijn. Jezus voert het grote gebod uit, dat de Joden zo goed kennen: God liefhebben met je hele wezen en je naaste als jezelf liefhebben. Wij zijn ruim negentienhonderdtachtig jaren verder: in gemeente van Christus zijn, in geloven met vallen en opstaan, in pijnlijke en verdrietige én moedige kerkgeschiedenis, in hoop, in volhouden en in getuigen. Van de eerste christenen is bekend: zij stonden in de gunst bij het hele volk. Dat bereik je, denk ik, door vertrouwen, kennen, delen in vreugde, de ander gunnen, de ander dragen en op weg gaan. Met kerkvader Augustinus, levensgenieter en gelovig kind van God, belijden we: En gij zijt er dan ook en bevrijdt ons van onze deerniswekkende dwaalwegen en zet ons op uw weg en troost ons en zegt: Lopen nu! Ik zal u dragen en u brengen naar uw doel, en ook daar zal ik u dragen! Amen. 4

5 Lucas 15, 1-10 Alle tollenaars en zondaars kwamen hem opzoeken om naar hem te luisteren. Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: Die man ontvangt zondaars en eet met hen. Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was. Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben. En als een vrouw tien drachmen heeft en er één verliest, steekt ze toch de lamp aan, veegt het hele huis schoon en zoekt ze alles af tot ze het muntstuk gevonden heeft? En als ze het gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was. Zo, zeg ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt. 5

Vergelijkbare documenten

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen Doopdienst Wende Verduijn: 8 oktober 2017 Welkom en mededelingen Zingen Psalm 121: 1 en 2 Ik sla mijn ogen op en zie de hoge bergen aan, waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp is van mijn Here, die dit