REGELS VAN GOED VAKMANSCHAP VOOR DE VERVANGING VAN ASKARELTRANSFORMATOREN VOOR DISTRIBUTIENETTEN

Transcriptie

1 REGELS VAN GED VAKMANSCHAP VR DE VERVANGING VAN ASKARELTRANSFRMATREN VR DISTRIBUTIENETTEN C1/

2 1. Voorwerp Deze regels van goed vakmanschap omschrijven de maatregelen die moeten genomen worden bij de vervanging van Askareltransformatoren voor distributienetten waarvoor bijzondere schikkingen vereist zijn met het oog op het behoud van de brandveiligheid van de distributiecabines zoals voorzien in artikel e van het AREI, aangevuld met de normatieve bepalingen van de NBN C en NBN S , 202 en 203. Het objectief is dat de vervanging van deze transformatoren verzekerd wordt door een inrichting die dezelfde veiligheidswaarborgen biedt als het vervangen toestel. Deze oplossing is van toepassing voor hermetisch gesloten transformatoren tot 630 kva. 2. Keuze van de vervangingsoplossingen De askareltransformatoren zoals vermeld in 1, zullen vervangen worden : ofwel door transformatoren met minerale olie voorzien van een efficiënte elektrische beveiliging tegen thermische invloeden van interne defecten; ofwel door transformatoren met een diëlektrische vloeistof met een brandpunt > 300 C; ofwel door droge transformatoren Transformatoren met minerale olie voorzien van een efficiënte elektrische beveiliging tegen thermische invloeden van interne defecten De elektrische beveiliging van elke transformator bestaat uit de bescherming tegen overstroom bij middel van stroombegrenzende hoogspanningssmeltveiligheden volgens de norm EN en een overdrukbeveiliging. Beide beschermingsmaatregelen zijn gekoppeld aan een automatische driepolige onderbreking van de voeding van de transformator. De begrenzing van de overdrukbeveiliging is begrepen tussen 1.3 ± 0,05 bar. De karakteristieken van de te gebruiken veiligheden zijn opgegeven in bijlage Transformatoren met een diëlektrische vloeistof met een brandpunt > 300 C Deze vloeistof moet beantwoorden aan de brandklasse K2 of K3, zoals voorzien in de norm NBN- EN Droge transformatoren De droge transformatoren dienen te beantwoorden aan de brandklasse F1 zoals vermeld in de norm NBN C (HD 464 S1). 2/5

3 Bijlage : Verwezenlijking van de elektrische beveiliging 1. Principe De beveiliging wordt verzekerd door stroombegrenzende smeltveiligheden (NBN-EN ), die een snelle uitschakeling van hoge foutstromen verzekeren en hun effecten beperken; een "schakelaar-smeltveiligheidscombinatie" (NBN-EN 60420), die een driefasige buitenspanningstelling verzekert door middel van de slagpinnen van de smeltveiligheden; een interne overdrukdetectorrelais in de transformator, die eveneens de opening van de lastschakelaar in werking stelt; deze relais verzekert de veiligheid ingeval van een gevaarlijke verhoging van de interne druk van de transformator. Deze oplossing is van toepassing voor hermetisch gesloten transformatoren tot 630 kva. 2. Selectiecriteria van de smeltveiligheden (aan de primaire zijde van de transformatoren) a) De aanspreekstroom van de smeltveiligheid moet zodanig zijn dat de opwarming begrensd blijft, zelfs bij overbelasting van de transformator en rekening houdend met de installatievoorwaarden. b) De minimale karakteristiek tijd/voor-boogstroom van de smeltveiligheid moet voldoende zijn om de gevraagde stroom van de transformator te verdragen. c) De voor-boogstroom van de tijd/stroom karakteristiek moet zo zwak zijn als mogelijk, in het gedeelte 10s, met het oog op het verzekeren van de bescherming van de transformator. d) De effectieve transitiestroom van de schakelaar-smeltveiligheidscombinatie (ttz de minimumstroom van voor-boog van de smeltveiligheid voor een tijd gelijk aan 0,9 maal de openingstijd van de lastschakelaar door actie van het percussietoestel cfr. NBN-EN 60420) moet kleiner zijn dat de toegekende transitiestroom van de schakelaar-smeltveiligheidscombinatie (toegekende waarde vermeld door de schakelaarfabrikant). e) De effectieve transitiestroom van de schakelaar-smeltveiligheidscombinatie (zie hierboven) moet kleiner zijn dan de driefasige kortsluitstroom aan de secundaire zijde (NBN-EN 60420). 3/5

4 3. verdrukbeveiligingssysteem 3.1. Principeschema Het principeschema is weergegeven in figuur 1 : een relais dat op de transformator geplaatst is, geeft een contact tot uitschakeling wanneer de interne druk in de transformator een bepaalde limiet overschrijdt; de schakelaar-smeltveiligheidscombinatie is uitgerust met een uitschakelspoel (in het algemeen werkt deze spoel op hetzelfde mechanisme als de slagpin van de smeltveiligheden). Een hulpbron levert de voedingsspanning en verzekert een vertraagde uitschakeling. Uitschakelspoel 420/235 V Hulpbron R S T N Beveiligingscel vertrek transfo verdrukrelais Transformator Fig. 1 : Principeschema van overdrukbeveiliging 3.2. verdrukdetector De detector is voorzien van een elektrische contactsluiter wanneer de absolute interne druk haar drempelwaarde bereikt (de typische absolute waarde bedraagt 1.3 ± 0,05 bar), die hoger is dan de maximumwaarde in extreme werkingsvoorwaarden en lager dan de weerstandsdruk van het vat van de transformator. Het ontwerp van de detector of de montagewijze wordt als dusdanig voorzien om een controle van de uitschakelingsfunctie toe te laten Hulpbron voor de spanning De hulpbron voor de spanning wordt rechtstreeks aangesloten aan de laagspanningsklemmen van de te beschermen transformator. De hulpbron bestaat uit een kast, die volgende elementen bevat : smeltveiligheden voor de bescherming van de voeding een lastschakelaar voor de in- en buitendienststelling van de voeding een verkliksignaal van de voedingsspanning een éénfasige transformator en een gelijkrichtersbrug een elektrolytische condensator een vertragingsrelais (cfr. 3.4) aansluitingsklemmen voor het testen van de condensator en van het contact van het relais eventueel een geïntegreerd controlecircuit door ontlading van de condensator 4/5

5 3.4. Vertraging van de uitschakeling Het vertragingsrelais wordt gebruikt om de uitschakeling door overdruk te coördineren met de karakteristieken van de schakelaar-smeltveiligheidscombinatie, volgens de voorschriften van de NBN-EN voor de overnamestroom : de totale openingstijd van de combinatie door de werking van de veiligheid moet hoger zijn dan of gelijk aan de voor-boogstroom voor een stroom die overeenstemt met de toegekende overnamestroom (Is) van de lastschakelaar op de karakteristiek van de maximale looptijd (op basis van een tolerantie op de stroom van + 6,5 %) van de smeltveiligheid. De vertraging zal in het algemeen vervat zijn tussen tussen 0.05 en 0.2s, waardoor de smeltveiligheden de tijd hebben om ingeval van hoge stroom uit te schakelen vóór de lastschakelaar en inopportune uitschakelingen, veroorzaakt door eventuele sluitingen van het contact van het drukdetectierelais door inwerking van mechanische schokken, worden vermeden Uitschakelspoel De uitschakelspoel stuurt de opening van de schakelaar-smeltveiligheidscombinatie aan, dit gebeurt meestal door inwerking op het uitschakelstangenstelsel door de slagpinnen van de smeltveiligheden. De bewegingsenergie van de lastschakelaar wordt in een veer opgeslagen. De opwekkingsenergie van de spoel wordt geleverd door de condensator van de hulpbron Controles De uitschakelingsfunctie wordt bij de indienststelling gecontroleerd. Het verkliksignaal van de voedingsspanning van de hulpbron wordt bij gelegenheid nagekeken. 4. Vervangingstransformator De vervangingstransformator is van het hermetische type; de interne overdruk in extreme dienstvoorwaarden is lager dan de drempelwaarde van de werking van de overdrukrelais en de typetesten tonen het volgende aan : de statische weerstand bij een druk, hoger dan de drempelwaarde van het overdrukrelais de weerstand tov mechanische moeheid (cyclustesten bij interne druk) 5/5