De landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving, Groot Soerel - Noord-Empe

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving, Groot Soerel - Noord-Empe"

Transcriptie

1 De landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving, Groot Soerel - Noord-Empe REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND

2

3 De landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving, Groot Soerel Noord- Empe Februari 2006 W. Bosman In opdracht van: Provincie Gelderland STICHTING RAVON POSTBUS BK NIJMEGEN

4 Stichting RAVON Colofon Alles uit deze uitgave mag overgenomen worden, mits met bronvermelding Tekst en samenstelling: W. Bosman Met medewerking van: J. Janse, W. de Vries, B. Prudon, F. Spikmans, S. van Kasteel, T. Schippers en P. Swemmer In opdracht van: Provincie Gelderland Foto kaft: W. Bosman Foto s rapport: W. Bosman Rapportnummer: Te citeren als: Bosman, W., De landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving, Groot Soerel Noord-Empe. Stichting RAVON, Nijmegen.

5 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 1 INLEIDING GEBIEDSBESCHRIJVING Ligging Onderzoeksgebied De voortplantingswateren Groot Soerel Noord-Empe WIJZE VAN ONDERZOEK Onderzoek naar de landhabitat van de knoflookpad Onderzoeksroute Veldbezoek Onderscheiden habitattypen Verwerking van de resultaten Onderzoek naar de ligging van de winterhabitats van de knoflookpad LANDGEBRUIK VAN DE KNOFLOOKPAD EN DE ANDERE AMFIBIEËN IN HET ONDERZOEKSGEBIED Knoflookpad (Pelobates fuscus) Alle amfibieën Gewone pad (Bufo bufo) Bruine kikker (Rana temporaria) Bastaardkikker (Rana klepton esculenta) Kleine watersalamander (Triturus vulgaris) Kamsalamander (Triturus cristatus) Discussie Conclusie LIGGING VAN DE WINTERHABITAT VAN DE KNOFLOOKPAD Resultaten valschermenonderzoek Resultaten migratie van buiten het onderzoeksgebied Discussie Conclusie NIEUW VOORTPLANTINGSWATER Gracht aan Hengelderweg Water op het erf van Vitalis VRUCHTWISSELINGSPROGRAMMA VOOR DE TEELT VAN GEWASSEN TEN BEHOEVE VAN DE KNOFLOOKPAD Teelt van gewassen op biologisch dynamische wijze Vruchtwisselingschema De verbouw van de gewassen HOUTWALLEN VAN EENSTIJLIGE MEIDOORN LANDHABITAT VOOR DE KNOFLOOKPAD IN PROGRAMMA BEHEER VERBINDINGSZONES TUSSEN STERREBOS GROOT SOEREL LANDGOED DE POLL LITERATUUR... 37

6 Stichting RAVON Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Het grondgebruik en de ligging van de onderzoeksroute in het gebied Groot-Soerel in 2004 Het grondgebruik en de ligging van de onderzoeksroute in het gebied Groot-Soerel in 2005 Gekarteerde gebied in de omgeving van het leefgebied van de knoflookpad op grond waarvan het onderzoeksgebied is gekozen.

7 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe VOORWOORD In 2003 is in het gebied Groot Soerel gestart met een onderzoek naar het landgebruik van de knoflookpad in een agrarische omgeving. Opnieuw dankzij de Provincie Gelderland kon het onderzoek in 2004 en 2005 worden voortgezet. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het beschermingsplan knoflookpad dat is opgesteld in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Om de knoflookpad beter te kunnen beschermen is nog altijd meer kennis nodig met name over het terrestrische leven van deze soort. Dit onderzoek levert daar een bijdrage aan. Een woord van dank gaat uit naar Vereniging Natuurmonumenten (Agnes Kleinsmit, Rob Vermeulen, Wim Niemeijer) die in de verschillende jaren materiaal en mankracht inzette en naar Peeze koffie die emmers voor het onderzoek beschikbaar stelde. De bewoners in het onderzoeksgebied gaven, daar waar het nodig was, toestemming voor het betreden van hun eigendom. Vanuit Stichting RAVON werkten Jöran Janse, Bjorn Prudon, Frank Spikmans, Wouter de Vries, Thijs Schippers, Steven van Kasteel en Pim Swemmer aan dit onderzoek mee. Veel dank gaat uit naar Henk Kloen van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) die de informatie leverde voor een knoflookpad-vriendelijk vruchtwisselingschema.

8 Stichting RAVON

9 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 1 INLEIDING De knoflookpad is van oorsprong een rivierdal- en beekdalbewoner die de hardhoutooibossen en halfopen rivierduinen in de uiterwaarden als zomer- en winterhabitat gebruikte en de strangen en kolken in de uiterwaard als voortplantingsplaats. Van daaruit heeft de soort bij ons de Pleistocene zandgronden gekoloniseerd en als cultuurvolger de toen nog kleinschalige landbouwgebieden. Knoflookpadden hebben aan hun achterpoten een goed ontwikkelde graafknobbel die het deze soort mogelijk maakt zich actief in een bodem in te graven om de inactieve periode zowel s zomers als s winters door te brengen. Voorwaarde is dat de bodem een structuur heeft die ingraven mogelijk maakt, bijvoorbeeld zandbodems. De eerste anekdotische waarnemingen in Nederland van de knoflookpad die vanaf 1898 in de Levende Natuur verschenen zijn vooral afkomstig uit de directe omgeving van waar mensen woonden zoals moestuinen, kelders of kleine akkertjes (Kuipers, 1898, Docters van Leeuwen, 1898, Wilcke, 1947). Van onderzoek naar amfibieën was in die tijd natuurlijk nauwelijks nog sprake. Uit deze waarnemingen blijkt dat de knoflookpad profiteerde van menselijke activiteiten in het landschap. Het landschap en de activiteiten zijn echter veranderd. Het landschap is grootschaliger geworden, er worden andere producten geteeld en we hebben bijvoorbeeld steeds minder tijd om een eigen moestuin te bestieren. Dit alles leidde tot een verslechtering van de kwaliteit van de landhabitat voor de knoflookpad. Dit onderzoek heeft tot doel het landgebruik van de knoflookpad in een hedendaagse agrarische omgeving te onderzoeken. Het gebied Groot Soerel Noord Empe op de flanken van de Veluwe is een gebied waar agrarische activiteiten het beeld bepalen. Veeteelt in de vorm van rundvee en maïsteelt karakteriseren het gebied. Kleinschaliger zijn de activiteiten van een biologisch dynamisch zaadveredelingsbedrijf. Zij telen onder andere zonnebloemen en pompoenen. Vereniging Natuurmonumenten heeft in het kader van de ruilverkaveling Brummen - Voorst in het gebied rond een pingoruïne, een van de voortplantingswateren van de knoflookpad die zij in eigendom hebben, een aantal landbouwpercelen in beheer gekregen. Vereniging Natuurmonumenten stelt zich tot doel de percelen zo in te richten dat deze in de toekomst optimaal landhabitat voor de knoflookpad vormen en daarmee bijdragen aan het duurzaam behoud van de knoflookpad in het gebied, maar op termijn ook verdere verspreiding van de populatie mogelijk maakt. Op de nieuw verworven akkers worden aardappels en granen als gerst en rogge geteeld. Wanneer blijkt dat de nieuw ingerichte graan- en aardappelakkers of andere agrarische activiteiten in het onderzoeksgebied als terrestrisch habitat voor de knoflookpad en/of amfibieën functioneren, wordt voorgesteld deze als specifieke maatregel voor amfibieën en de knoflookpad in het bijzonder op te nemen in het Programma Beheer. Daarmee kunnen overal in Nederland waar de knoflookpad in een agrarische omgeving voorkomt specifieke maatregelen worden genomen om de landhabitat van de knoflookpad te verbeteren. 1

10 Stichting RAVON 2

11 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 2 GEBIEDSBESCHRIJVING 2.1 Ligging Groot Soerel ligt aan de westzijde van de IJssel ten zuidwesten van Voorst in Gelderland (figuur 1). Groot Soerel ligt tussen twee andere kernleefgebieden van de knoflookpad in deze regio. Ten zuiden is dat het gebied in de omgeving van het Sterrebos waar in 2005 een nieuwe vindplaats van de knoflookpad is ontdekt en landgoed de Poll dat ten noorden van het onderzoeksgebied ligt. De in Groot Soerel levende populatie van de knoflookpad is daarom een belangrijke schakel tussen het Sterrebos en Landgoed de Poll om in de toekomst uitwisseling tussen deze gebieden mogelijk te maken. Figuur 1. Kerngebied van de knoflookpad in de zuidelijke IJsselvallei. 3

12 Stichting RAVON 2.2 Onderzoeksgebied Het leefgebied Groot Soerel Noord Empe is een gebied dat door agrarische activiteiten wordt gedomineerd. Graslanden en maïsakkers bepalen het beeld in het gebied. Daarnaast zijn er kleinere bosjes en houtwallen aanwezig. In het noordelijk deel van het onderzoeksgebied zit een biologisch zaadverdelingsbedrijf. Deze teelt onder andere pompoenen, bonen en zonnebloemen. In het kader van de landinrichting Brummen Voorst heeft Vereniging Natuurmonumenten een aantal agrarische percelen rondom het belangrijkste voortplantingswater, de pingoruïne Groot Soerel in beheer gekregen. Voor dit onderzoek zijn deze op een wijze ingericht waar van wordt verwacht dat dit de kwaliteit van de landhabitat voor de knoflookpad zal verbeteren. Twee percelen zijn ingericht als aardappelakker waar dit gewas op biologisch dynamische wijze wordt verbouwd. De aardappelpercelen zijn in 2004 in augustus gerooid. Op twee andere percelen is graan verbouwd. Deze akkers worden in maart 20 cm diep geploegd en daarna ingezaaid met rogge of zomergerst. In 2004 was één akker met 91 kg rogge per ha ingezaaid en de andere akker met 120 kg per ha zomergerst. Vanwege de aardappelteelt vindt gewaswisseling plaats. Op percelen waar in 2004 aardappelen zijn geteeld, is in 2005 graan verbouwd (bijlage 1). Aardappels zijn in 2005 alleen op perceel 51 verbouwd (figuur 2). Op de percelen 44, 52 en 54 is in 2005 gerst of rogge verbouwd. De aardappels zijn in 2005 geoogst wanneer er vraag naar was. Een foto-impressie van het onderzoeksgebied is opgenomen in het rapport dat is verschenen naar aanleiding van het onderzoek in 2003 en 2004 (Bosman, 2005). De pingo Groot Soerel van Vereniging Natuurmonumenten, belangrijk voortplantingswater van de knoflookpad in het gebied. 4

13 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 2.3 De voortplantingswateren Groot Soerel Het belangrijkste voortplantingswater van de knoflookpad in het gebied is een pingoruïne die vroeger als veedrinkplaats werd gebruikt (Schippers, 2004). Het water is 1210 m2 groot en in het voorjaar minimaal een meter diep (Hunink & Kruyt, 2003). In de oeverzone domineert liesgras met plaatselijk wilgenstruweel bestaande uit boswilg dat een groot deel van het jaar in het water staat. De bodem van de pingo is bedekt door een dikke sliblaag. In 2004 deden in dit water minimaal 74 knoflookpadden aan de voortplanting mee (Bosman, 2005) Noord-Empe Dit kleinere voortplantingswater is een aangelegde veedrinkpoel waar ooit puin in is gestort. Tegenwoordig is het water uitgerasterd en wordt het niet meer als drinkplaats gebruikt. In het water groeit boswilg, langs de oever staat zwarte els. Het 600 m 2 grote water heeft een gemiddelde diepte van 1.10 m (Hunink & Kruyt, 2003). Er migreerden in knoflookpadden naar dit water om deel te nemen aan de voortplanting (Bosman, 2005). In 2003 zijn de wilgen in de poel teruggezet. Winters beeld van het kleinere voortplantingswater Noord Empe van de knoflookpad in het onderzoeksgebied. 5

14 Stichting RAVON 6

15 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 3 WIJZE VAN ONDERZOEK 3.1 Onderzoek naar de landhabitat van de knoflookpad In 2003 is voorafgaand aan het veldonderzoek in een straal van één kilometer rondom de voortplantingswateren het landgebruik in het gebied in kaart gebracht (Bosman 2005). Op grond daarvan is het studiegebied gekozen wat uiteindelijk het gebied is geworden in een range van 500 meter rondom de voortplantingswateren. Tijdens het onderzoek is het landgebruik in het studiegebied op een tweetal plaatsen gewijzigd. In de winter van 2003 en 2004 is perceel 47 van maïsakker omgevormd tot grasland. Hetzelfde gebeurde met perceel 37. In de winter van is deze maïsakker omgezet tot grasland (figuur 2, bijlage 1). Daarnaast zijn in het voorjaar van 2004 door Vereniging Natuurmonumenten twee percelen ingericht als graanakker en twee als aardappelakker. Omdat bij de teelt van aardappelen gewaswisseling moet worden toegepast is op een perceel waar in 2004 graan werd verbouwd in 2005 aardappel geteeld en op de andere wederom graan Onderzoeksroute De in 2003 en 2004 onderzochte route is in 2005 door het gewijzigde landgebruik enigszins aangepast (figuur 2). De route omvat alle vormen van landgebruik in het studiegebied met uitzondering van de erven waarvan de meeste vanwege privacy-redenen niet zijn onderzocht. De belangrijkste wijziging in de onderzoeksroute in 2005 ten opzichte van 2004 was het opnemen van de maïsakkers 43 en 61 in de route in plaats van perceel 37 en het telen van graan op de percelen 44, 52 en 54 en aardappel op perceel 51. De ligging van de totale route veranderde hierdoor nauwelijks Veldbezoek Ieder veldbezoek startte minimaal een half uur na zonsondergang. Met een zaklamp is langzaam wandelend het onderzoekstraject afgezocht op amfibieën en speciaal de knoflookpad. In 2003 zijn er vijf onderzoeksronden geweest. Vanwege de warme en droge zomer is het onderzoek toen min of meer stilgelegd omdat er nauwelijks amfibieën actief waren. In 2004 zijn er tijdens de zomerperiode 18 bezoeken aan het gebied gebracht. De eerste onderzoeksronde was op 8 juni en de laatste op 30 september. In 2004 is het gebied in de zomerperiode vrijwel wekelijks bezocht. Met de hulp van een stagiaire kon in 2005 naast het reguliere onderzoek een groot aantal extra ronden worden gelopen. In totaal zijn er 33 bezoeken gebracht. Het eerste bezoek was op 27 april het laatste bezoek is op 23 september gebracht. Van iedere knoflookpad die werd gevonden is: - de vangstdatum genoteerd - het geslacht bepaald - met een schuifmaat is de lengte van het dier gemeten (snuit-urostyl) - met een veerunster het gewicht bepaald - een rugfoto gemaakt voor individuele herkenning - zo nauwkeurig mogelijk de vindplaats op kaart (figuur 3) ingetekend 7

16 Stichting RAVON Van alle andere amfibieën die zijn aangetroffen zijn vindplaats en aantallen op kaart ingetekend. Per avond zijn de weersomstandigheden waaronder is gelopen genoteerd. Figuur 3. Ligging van de onderzoeksroute (zwart) in het gebied Groot-Soerel in

17 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe Onderscheiden habitattypen Er zijn in de route acht pure habitattypen onderscheiden. Dit zijn ruigte, hooiland, weiland, zaadteeltakker, graanakker, maïsakker, aardappelakker en houtwal/bos. Dan zijn er wegen en paden die tussen twee pure habitattypen heen lopen. Hiervan zijn binnen de route zes typen onderscheiden: - weg tussen graslanden - weg tussen grasland en bebouwing - weg tussen houtwal/bos en maïsakker - weg tussen houtwal/bos en grasland - weg tussen houtwal/bos en bebouwing - weg tussen bebouwing Bebouwing Gebouwen, tuinen, schuren, erven in het onderzoeksgebied. Omdat het hier veelal woningen betreft en het onderzoek in de nachtelijke uren is uitgevoerd, is dit type maar heel beperkt als puur habitat onderzocht. Houtwal/bos Houtwallen, struwelen en bosjes behoren tot dit habitattype. Omdat een aantal houtwallen s zomers zeer dicht zijn, kunnen ze in die periode minder goed worden onderzocht. De meer open houtwallen/bosjes zijn wel goed onderzocht. Akker De aanwezige aardappelakkers, graanakkers die met rogge en zomergerst zijn begroeid, maïsakkers en de akkers van het zaadteeltbedrijf zijn hierbij ingedeeld. In de verwerking van de resultaten zijn ze als afzonderlijke habitattypen opgenomen. Grasland Hierbij zijn alle graslandtypen in het gebied ingedeeld. Dit zijn weilanden, hooilanden (gemaaid of extensief beweid). Ook deze worden in de verwerking van de resultaten als pure habitattypen opgenomen. Ruigte Onbeheerde of zeer extensief beheerde stukken grond waar zich ruigte heeft ontwikkeld. De aanwezige wateren in het onderzoeksgebied zijn niet in het onderzoek naar de landhabitat betrokken Verwerking van de resultaten De aantallen die per soort per habitat zijn aangetroffen, zijn voor zowel en 2005 gecorrigeerd voor de afgelegde afstand per habitattype ten opzichte van de totale lengte van de onderzoeksronde in de afzonderlijke jaren. Vervolgens zijn de resultaten van de onderzoeksjaren samengevoegd en is per habitattype het percentage berekend dat er is aangetroffen. 9

18 Stichting RAVON 3.2 Onderzoek naar de ligging van de winterhabitats van de knoflookpad In 2004 is een studie uitgevoerd naar de globale ligging van de overwinteringsplaatsen van de knoflookpad in het onderzoeksgebied. De twee voortplantingswateren, Noord Empe en Groot-Soerel zijn daartoe volledig met vangschermen afgezet. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen uit welke richting de knoflookpadden migreerden, zijn langs de valschermen om de 12 meter emmers ingegraven (Bosman, 2005). Uitgangspunt is geweest dat amfibieën in het voorjaar in een min of meer rechte lijn naar de voortplantingswateren migreren (zie ook Eggert, 2002). Op grond van de resultaten in 2004 zijn in 2005 in de richting vanwaar in 2004 meerdere knoflookpadden aan kwamen lopen een aantal schermen geplaatst bij een aantal pure habitattypen (figuur 4). Een deel van deze habitattypen zijn met een scherm afgezet. De emmers bij de valschermen zijn in de periode van 28 maart tot en met 5 juni dagelijks gecontroleerd met uitzondering van die dagen dat het s nachts vroor. Op deze dagen zijn de emmers met een passende deksel afgesloten. In totaal zijn er 49 onderzoeksronden gelopen. Een gedetailleerde beschrijving van de valschermen met de bijbehorende emmers wordt gegeven in het rapport over het onderzoek in 2004 (Bosman, 2005). Scherm 1 langs een zaadteeltakker was 106 meter lang met 10 emmers, scherm 2 langs een maïsakker had een lengte van 101 meter met 12 emmers, scherm 3 langs een houtwal was 90 meter met 9 emmers en scherm 4 langs een grasland was 98 meter met 9 emmers. Scherm 3 was iets korter dan de andere schermen omdat er in een deel van de bodem niet te graven was. Om te achterhalen of er knoflookpadden van buiten het begrensde onderzoeksgebied naar de twee voortplantingswateren migreerden is iedere avond na controle van de valemmers bij de schermen een deel van de weg die het onderzoeksgebied begrensd, afgezocht op amfibieën. Figuur 4 laat zien welk deel van de weg is onderzocht. Van iedere knoflookpad die in een emmer of op de weg is aangetroffen is genoteerd: - de datum van vangst - het tijdstip van de vangst - de emmer waar in het dier zich bevond - van ieder dier is een foto van de rug gemaakt voor individuele herkenning - de lengte (snuit-urostyl) gemeten - van een groot aantal dieren is het gewicht bepaald. Van andere amfibieën die in een emmer zijn gevonden is de soort en het geslacht genoteerd. Daarnaast zijn per avond de weersomstandigheden beschreven en is de temperatuur op maaiveldniveau gemeten. 10

19 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe Figuur 4. Locaties van de vier valschermen en de voorjaarsroute in het onderzoeksgebied Groot Soerel in

20 Stichting RAVON 12

21 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 4 LANDGEBRUIK VAN DE KNOFLOOKPAD EN DE ANDERE AMFIBIEËN IN HET ONDERZOEKSGEBIED 4.1 Knoflookpad (Pelobates fuscus) In de onderzoeksperiode zijn er 12 knoflookpadden in de landhabitat aangetroffen. Het grootste deel van de knoflookpadden, 91 %, is aangetroffen op aardappelakkers (figuur 5). De overige 9 % is gevonden op zaadteeltakkers. knoflookpad (n=12) weg tussen weilanden weg tussen weiland en bebouwing weg tussen houtwal/bos en maïsakker weg tussen houtwal/bos en weiland weg tussen houtwal/bos en bebouwing weg tussen erf en erf ruigte hooiland weiland zaadteeltakker graanakker maïsakker aardappelakker houtwal/bos 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 90,0 100, 0 % Figuur 5. Habitatgebruik (%) van de knoflookpad (n=12) in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe in de periode

22 Stichting RAVON 4.2 Alle amfibieën Er zijn in 11 habitattypen amfibieën aangetroffen (figuur 6). Het hoogste percentage amfibieën is gevonden in ruigte (30 %) en daarna op aardappelakkers (12%). Ook wegen waaraan houtwal/bos grenst en/of bebouwing scoren hoog. Lagere percentages hebben hooiland, zaadteeltakker, graanakker, houtwal/bos en maïsakker. In weilanden en op wegen tussen weilanden en erven zijn geen amfibieën aangetroffen. alle soorten (n=437) weg tussen weilanden weg tussen weiland en bebouwing weg tussen houtwal/bos en maïsakker weg tussen houtwal/bos en weiland weg tussen houtwal/bos en bebouwing weg tussen erf en erf ruigte hooiland weiland zaadteeltakker graanakker maïsakker aardappelakker houtwal/bos 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0 % Figuur 6. Habitatgebruik (%) van alle soorten amfibieën (n=437) in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe in de periode

23 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 4.3 Gewone pad (Bufo bufo) Tijdens de nachtelijke ronden zijn 136 gewone padden gezien. Verreweg de meeste gewone padden zijn op wegen waargenomen en dan vooral op wegdelen die aan een zijde worden begrensd door houtwallen/boselementen of bebouwing (figuur 7). Het betreft hier ongeveer 70 % van alle dieren die zijn waargenomen. Andere habitattypen waar de gewone pad is gezien zijn: aardappelakker, hooiland, zaadteeltakker, graanakker, ruigte en een enkel dier op een maïsakker. gewone pad (n=136) weg tussen weilanden weg tussen weiland en bebouwing weg tussen houtwal/bos en maïsakker weg tussen houtwal/bos en weiland weg tussen houtwal/bos en bebouwing weg tussen erf en erf ruigte hooiland weiland zaadteeltakker graanakker maïsakker aardappelakker houtwal/bos 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0 % Figuur 7. Habitatgebruik (%) van de gewone pad (n=136) in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe in de periode

24 Stichting RAVON 4.4 Bruine kikker (Rana temporaria) In de jaren dat onderzoek is gedaan zijn er 196 bruine kikkers waargenomen. De soort is in 11 verschillende habitattypen aangetroffen (figuur 8). Aardappelakker en ruigte scoren daarvan het hoogst met 28 % en 18 %. Dan volgen met name wegdelen die grenzen aan houtwal/bos en bebouwing. Een klein percentage is gezien op zaadteeltakkers, weiland, graanakker en houtwal/bos. bruine kikker (n=196) weg tussen weilanden weg tussen weiland en bebouwing weg tussen houtwal/bos en maïsakker weg tussen houtwal/bos en weiland weg tussen houtwal/bos en bebouwing weg tussen erf en erf ruigte hooiland weiland zaadteeltakker graanakker maïsakker aardappelakker houtwal/bos 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0 % Figuur 8. Habitatgebruik (%) van de bruine kikker (n=196) in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe in de periode

25 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 4.5 Bastaardkikker (Rana klepton esculenta) Van de bastaardkikker zijn 88 dieren waargenomen in acht verschillende habitattypen (figuur 9). De meeste, 74,5 % zijn in het habitattype ruigte aangetroffen. Veel kleinere aantallen zijn gezien in hooiland (6,7 %), aardappelakker (1,8 %) en een viertal habitattypen grenzend aan een weg. bastaardkikker (n=88) weg tussen weilanden weg tussen weiland en bebouwing weg tussen houtwal/bos en maïsakker weg tussen houtwal/bos en weiland weg tussen houtwal/bos en bebouwing weg tussen erf en erf ruigte hooiland weiland zaadteeltakker graanakker maïsakker aardappelakker houtwal/bos 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0 % Figuur 9. Habitatgebruik (%) van de bastaardkikker (n=88) in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe in de periode

26 Stichting RAVON 4.6 Kleine watersalamander (Triturus vulgaris) Er zijn drie kleine watersalamanders in de landhabitat aangetroffen. Twee daarvan (70,0 %) zaten in een hooiland en één (30,0 %) is op een aardappelakker gezien (figuur 10). kleine watersalamander (n=3) weg tussen weilanden weg tussen weiland en bebouwing weg tussen houtwal/bos en maïsakker weg tussen houtwal/bos en weiland weg tussen houtwal/bos en bebouwing weg tussen erf en erf ruigte hooiland weiland zaadteeltakker graanakker maïsakker aardappelakker houtwal/bos 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0 % Figuur 10. Habitatgebruik (%) van de kleine watersalamander (n=3) in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe. 18

27 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 4.7 Kamsalamander (Triturus cristatus) Twee adulte kamsalamanders zijn er tijdens het onderzoek in de landhabitat waargenomen (figuur 11). Eén ervan zat in een hooiland (82,0 %), de ander op een aardappelakker (18,0 %). kamsalamander (n=2) weg tussen weilanden weg tussen weiland en bebouwing weg tussen houtwal/bos en maïsakker weg tussen houtwal/bos en weiland weg tussen houtwal/bos en bebouwing weg tussen erf en erf ruigte hooiland weiland zaadteeltakker graanakker maïsakker aardappelakker houtwal/bos 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0 % Figuur 11. Habitatgebruik (%) van de kamsalamander (n=2) in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe in de periode

28 Stichting RAVON 4.8 Discussie Er wordt in Nederland relatief weinig onderzoek aan de landhabitat van amfibieën verricht. De methode, na zonsondergang onder gunstige omstandigheden met een zaklamp op zoek gaan naar amfibieën kan zeker in natuurgebieden veel waarnemingen opleveren (Bosman et al., 1988; Bosman & van den Munckhof, 1993; Bosman, 1994). Of de methode ook in een agrarische omgeving toepasbaar zou zijn, was voorafgaand aan het onderzoek niet bekend. Gezien het aantal dieren (437) dat tijdens de terrestrische fase is waargenomen kan worden gesteld dat ook in een agrarische omgeving de methode toepasbaar is. Doch niet alle soorten zijn in het onderzoek even goed vertegenwoordigd. Tijdens de onderzoeksperiode zijn in totaal 112 knoflookpadden waargenomen, de meeste tijdens de voorjaarsmigratie. Twaalf exemplaren zijn tijdens de terrestrische periode gezien. Dit betekent dat een aanzienlijk deel van de dieren tijdens de zomerperiode niet is gevonden. Een oorzaak kan zijn dat de landhabitat van de dieren niet binnen het onderzoeksgebied ligt. Voorafgaand aan het onderzoek is echter in een straal van één kilometer rondom de tot dan toe bekende voortplantingswateren het landgebruik in kaart gebracht (bijlage 3). Hieruit bleek dat het landgebruik in dat gebied in grote lijnen overeenkomt met het landgebruik binnen het studiegebied. Het landgebruik binnen het studiegebied is zelfs gevarieerder en geschikter voor de knoflookpad dan in het omliggende gebied. Het is dan ook vrijwel uit te sluiten dat het overgrote deel van de knoflookpadden zich tijdens de zomer en winter buiten het onderzochte gebied ophoudt. Dit wordt ook ondersteund door het lage aantal dieren dat in 2005 tijdens de voorjaarsmigratie op wegen is aangetroffen die de begrenzing van het onderzoeksgebied vormen. Tijdens 49 bezoeken tijdens de voorjaarsmigratie is slechts één knoflookpad op de weg gezien. Om zoveel mogelijk waarnemingen van de knoflookpad (en de andere soorten) te verzamelen zijn de bezoeken in het begin altijd op de meest ideale avonden, met regen en hogere temperaturen gebracht. Dit leverde weinig waarnemingen van de knoflookpad op. Daarom is na verloop van tijd ook op droge avonden met hogere temperaturen gezocht. Ook dit leverde geen grotere aantallen op. Eenzelfde probleem deed zich voor in een onderzoek naar de knoflookpad langs de Overijsselse Vecht (Ottburg et al., 2005). Ook daar zijn, gezien de geleverde inspanningen weinig knoflookpadden in de landhabitat aangetroffen. Toch is het opmerkelijk dat de aantallen zo laag zijn. In de Overasseltse en Hatertse vennen is jarenlang onderzoek aan de knoflookpad gedaan. Bezoeken aan dit gebied werden eigenlijk nooit vooraf gepland (Bosman & van den Munckhof, 1993; Bosman & van den Munckhof, 2005). Het gebied is jaren achtereen tijdens de hele zomerperiode wekelijks bezocht en vrijwel altijd werden knoflookpadden gevonden. Ondanks het kleine aantal waarnemingen leveren de dieren die wel zijn waargenomen waardevolle informatie over het landgebruik van de knoflookpad in het gebied. Nagenoeg alle aanwezige habitattypen in het onderzoeksgebied waren in de onderzoeksroute vertegenwoordigd. Een klein aantal habitattypen, zoals een kleine boomkwekerij, zijn wel in 2004 onderzocht maar uiteindelijk niet in de onderzoeksroute opgenomen. De verkregen resultaten zijn gecorrigeerd (par ) voor het aantal meters dat in een habitattype is afgelegd. Niet ieder habitattype kon het hele seizoen even goed worden onderzocht. De groei van gewassen bemoeilijkt met name op graan- en maïsakkers in de loop van het seizoen het zoeken naar amfibieën. Daarbij waren de graanakkers in 2005 veel te dicht ingezaaid. Wanneer het niet meer mogelijk was om door het gewas heen te lopen zijn de randen van de percelen afgezocht. Ondanks dat er tijdens dit onderzoek 20

29 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe geen knoflookpadden in de graanakkers zijn gevonden, wordt dit type akkers door de knoflookpad wel als landhabitat gebruikt (Bosman, 1993; Tobias, 2000). Ook de oude houtwallen in het gebied groeiden tijdens de zomer dusdanig dicht dat zoeken daarin nauwelijks mogelijk was. Ook in dit geval zijn vooral de randen afgezocht. Erven met huizen, schuren, tuinen en moestuinen zijn om privacy redenen niet afdoende onderzocht. Bewoners in het gebied vinden echter wel eens knoflookpadden in hun tuinen. Ook moestuinen worden door de knoflookpad als landhabitat gebruikt (Kuypers, 1898; Ottburg et al., 2005). Gewone pad, bruine kikker en bastaardkikker zijn s avonds ook op wegen aangetroffen. Wegen zijn s nachts dan ook belangrijke foerageerlocaties of migratieroutes voor deze soorten. De soorten zijn vooral gezien op plekken waar houtwal/bos en/of bebouwing aan wegen grenst. Dit zijn dan ook vrijwel zeker de habitats waar ze zich overdag ophouden. Tijdens de landfase zijn maar weinig salamanders gevonden. De indruk bestaat dat de populaties van kleine watersalamander en kamsalamander in het gebied ook niet groot in omvang zijn. Wel is een nieuw voortplantingswater van de kamsalamander ontdekt. In 2004 is deze soort voor het eerst in de veedrinkpoel Noord-Empe aangetroffen. 4.9 Conclusie Knoflookpad Zaadteeltakkers en aardappelakkers vormen de landhabitat van de knoflookpad in een agrarische gebied bij Groot Soerel Noord-Empe. Daarnaast vormen ook graanakkers, erven, tuinen en moestuinen geschikt landhabitat voor de knoflookpad. Alle soorten Ruigte, aardappelakker en hooiland zijn belangrijk landhabitat van amfibieën in het agrarische gebied Groot Soerel Noord Empe. Daarnaast worden veel amfibieën op wegen bij houtwal/bos en/of bebouwing aangetroffen. Zaadteeltakker en graanakker zijn niet voor alle soorten belangrijk. Gewone pad Houtwal/bos en bebouwing grenzend aan wegen zijn belangrijk landhabitat voor de gewone pad. Daarnaast vormen aardappelakker, graanakker, zaadteeltakker en hooiland onderdeel van de landhabitat van de gewone pad. Bruine kikker Aardappelakker, ruigte, zaadteeltakker, houtwal/bos, wegen bij houtwal/bos en/of bebouwing en tarweakker zijn de belangrijkste habitattypen van de bruine kikker in een agrarische omgeving. Bastaardkikker De bastaardkikker komt vooral voor in het habitattype ruigte. Ook hooiland, aardappelakker en houtwal/bebouwing bij wegen zijn onderdeel van de landhabitat van deze soort. 21

30 Stichting RAVON Kleine watersalamander en kamsalamander Hooiland en aardappelakker zijn habitattypen die de kleine watersalamander en kamsalamander in een agrarische leefomgeving gebruiken. Het aantal waarnemingen van beide is echter bijzonder laag waardoor de uitkomsten met de nodige voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd. 22

31 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 5 LIGGING VAN DE WINTERHABITAT VAN DE KNOFLOOKPAD Vanaf 28 maart tot en met 5 juni zijn valschermen langs vier habitattypen in het onderzoeksgebied Groot-Soerel vrijwel dagelijks gecontroleerd op de aanwezigheid van amfibieën, en met name de knoflookpad. In totaal zijn er 49 controlebezoeken geweest. 5.1 Resultaten valschermenonderzoek In emmers bij drie valschermen zijn tijdens de voorjaarsmigratie knoflookpadden aangetroffen. In totaal zijn er 11 knoflookpadden in de emmers gevonden (tabel 1). Zes vrouwtjes, twee mannetjes en drie subadulte dieren. Zeven knoflookpadden zaten in emmers bij het scherm langs de zaadteeltakker (1). Twee zijn gevonden in emmers langs een voormalige maïsakker (nu grasland) (2) en twee knoflookpadden in emmers bij het scherm langs een grasland (4) (figuur 4). Tabel 1. Schermvangsten bij een viertal habitattypen tijdens de voorjaarsmigratie van de knoflookpad in 2005 in het onderzoeksgebied Groot-Soerel Noord-Empe. knoflookpad gewone pad bruine kikker zaadteeltakker maïsakker houtwal grasland totaal Ondanks dat er van migratie van gewone pad geen sprake meer was (deze vindt eerder in het seizoen plaats), zijn er vijf gewone padden in de emmers gevonden. Vier dieren zaten in emmers bij het scherm (3) rond de houtwal, één dier in een emmer bij het scherm langs het grasland (4). In het scherm langs de maïsakker (2) is één bruine kikker aangetroffen. Bastaardkikker, kleine watersalamander en kamsalamander zijn niet in de emmers gevonden. 5.2 Resultaten migratie van buiten het onderzoeksgebied Om aan te tonen of er migratie van de knoflookpad van buiten het onderzoeksgebied naar de twee voortplantingswateren plaatsvindt, is op de avonden dat de valemmers zijn gecontroleerd eveneens een onderzoeksroute afgezocht op amfibieën (figuur 4). Figuur 12 toont de resultaten van dit onderzoek. Er is één knoflookpad op de weg tussen twee erven gevonden. Daarnaast zijn er zes gewone padden, twee bruine kikkers en een kleine watersalamander gezien. Voor zover van zwaartepunten kan worden gesproken liggen deze aan de oost- en noordoostzijde van het onderzoeksgebied. 23

32 Stichting RAVON 5.3 Discussie In 2004 zijn tijdens het onderzoek naar de ligging van overwinteringsplaatsen van de knoflookpad beide, op dat moment bekende voortplantingswateren hermetisch afgesloten. Dit houdt in dat bijna alle knoflookpadden (bij aanvang van het onderzoek waren er al dieren in het water) die in 2004 aan de voorplanting deelnamen op weg naar hun voortplantingswater zijn gevangen. Naar de pingoruïne Groot-Soerel migreerden in totaal 74 knoflookpadden. Daarom richtte het onderzoek in 2005 zich op de ligging van overwinteringsplaatsen van dieren die naar de pingo Groot-Soerel migreren. Omdat er een beperkte hoeveelheid schermmateriaal en emmers aanwezig waren, moest een keuze worden gemaakt van habitats waarlangs een scherm zou worden geplaatst. De keuze van de locaties was gebaseerd op de vangsten bij de pingo Groot-Soerel in 2004 (zie Bosman, 2005). Dit leverde in 2005 elf vangsten op, 25 % van het totaal aantal dieren dat in 2004 uit die richting naar dit water migreerde. Figuur 12. Amfibievondsten tijdens de voortplantingsmigratie van de knoflookpad in 2005 op de onderzochte route in het onderzoeksgebied. 24

33 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe Een onderzoek naar de landhabitat van de knoflookpad in de Overasseltse en Hatertse vennen toonde aan dat grasland niet als terrestrisch habitat wordt gebruikt (Bosman et al., 1988). Een gesloten graszode maakt het de knoflookpad onmogelijk om zich in te graven. Graslanden worden dan ook als een niet gebruikt habitattype beschouwd met betrekking tot het bepalen van de ligging van de overwinteringshabitat. De resultaten laten zien dat de meeste knoflookpadden in emmers langs het scherm bij de zaadteeltakker zijn gevonden. Ten noorden van deze akkers ligt grasland (figuur 12 percelen 13, 14) dat grenst aan een weg die onderdeel uitmaakte van de onderzoeksroute. Op deze weg is geen enkele knoflookpad waargenomen. Op grond hiervan kan worden geconcludeerd dat de zaadteeltakker in dit gebied belangrijk winterhabitat van de knoflookpad moet zijn. Deze zaadteeltakkers kennen eenzelfde type grondbewerking als aardappelakkers. Daarom mag worden verondersteld dat ook aardappelakkers geschikt zijn als winterhabitat van de knoflookpad. Tobias (2000) toonde aan dat in Duitsland graanakkers (tarwe) door de knoflookpad als winterhabitat worden gebruikt. De pingoruïne Groot Soerel ligt ten zuiden van deze zaadteeltakkers. De migratierichting van deze dieren duidt er op dat deze knoflookpadden de pingoruïne als voortplantingsplaats gebruiken en niet het water Noord-Empe dat dírect ten westen van deze akkers ligt! De afstand die deze dieren naar de pingo moesten afleggen bedroeg ongeveer 410 meter. Twee knoflookpadden zijn gevonden in emmers bij het scherm dat zich langs een maïsakker bevond dat in de winter van is omgevormd naar grasland. Vermoedelijk hebben deze dieren overwinterd in de maïsakker (37). Op de weg die grenst aan dit perceel is in het voorjaar geen enkele knoflookpad aangetroffen. Het scherm dat bij de houtwal (46) stond leverde geen enkele knoflookpad op. De houtwal waar het om gaat is echter open en niet goed ontwikkeld. Van dichte houtwallen wordt verwacht dat deze geschikt zijn als winterhabitat voor de knoflookpad. Het scherm langs het grasland leverde eveneens twee knoflookpadden op. Mogelijk hebben deze dieren overwinterd op het erf /tuin bij het huis (55) in het onderzoeksgebied. 5.4 Conclusie Zaadteeltakkers, maïsakker en erven/tuinen bij bebouwing zijn winterhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving. Ook graanakkers (tarwe) vormen geschikt winterhabitat voor de knoflookpad (Tobias, 2000). 25

34 Stichting RAVON 26

35 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 6 NIEUW VOORTPLANTINGSWATER 6.1 Gracht aan Hengelderweg In 2005 is een nieuw voortplantingswater in het gebied ontdekt. De plek maakt deel uit van een oude gracht langs de Hengelderweg (figuur 1, aan de rand van de houtwal 29). Er zijn maximaal 5 roepende mannetjes gehoord. Na de ontdekking is de waarneming doorgegeven aan Bureau Natuurbalans-Limes divergens die in opdracht van de Provincie Gelderland in 2005 een monitoring uitvoerde naar het voorkomen van de knoflookpad in de provincie. Tijdens hun bezoek zijn in de voormalige slotgracht ook larven gevangen (mondelinge mededeling P. van Hoof). Deel van de oude gracht in het gebied Groot Soerel waar in 2005 een nieuwe voortplantingsplaats van de knoflookpad is ontdekt. 6.2 Water op het erf van Vitalis Er liggen nog een aantal andere wateren in het onderzoeksgebied (figuur 1). Van deze wateren is het water dat ligt op het terrein van het zaadveredelingsbedrijf Vitalis (op perceel 23) tijdens de koorperiode vijf keer bezocht. Ondanks dat dit water nog niet heel oud is ziet het er geschikt uit. Er zijn echter geen knoflookpadden gehoord. De andere wateren in het gebied zijn niet in het onderzoek betrokken. 27

36 Stichting RAVON Water op het terrein van Vitalis dat geschikt lijkt voor de knoflookpad maar nog niet is gekoloniseerd. 28

37 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 7 VRUCHTWISSELINGSPROGRAMMA VOOR DE TEELT VAN GEWASSEN TEN BEHOEVE VAN DE KNOFLOOKPAD Het onderzoek heeft laten zien dat aardappelakkers en zaadteeltakkers geschikt landhabitat voor de knoflookpad vormen. Uit de literatuur is bekend dat ook graanakkers tijdens de terrestrische fase door de knoflookpad worden gebruikt (Tobias, 2000). Om uitputting van de bodem zoals bijvoorbeeld aardappelmoeheid en plagen (aaltjes) te voorkomen, dient bij de teelt van gewassen vruchtwisseling te worden toegepast. Vruchtwisseling is een term voor het gegeven dat gewassen in de tijd in een bepaalde volgorde op een stuk grond worden geteeld (Wijnands et al., 2003). In de reguliere landbouw is vruchtwisseling vaak 1 op 3 of 1 op 4. Drie of vier gewassen wisselen elkaar gedurende drie of vier jaar, oogst na oogst, af. In de biologisch dynamische landbouw wordt een vruchtwisseling nagestreefd van 1 op 4 tot 1 op Teelt van gewassen op biologisch dynamische wijze Vereniging Natuurmonumenten streeft in het gebied Groot Soerel op de verworven landbouwpercelen een natuurvriendelijke wijze van landbouw na. De gewassen worden dan ook op een biologisch dynamische wijze geteeld. In 2004 zijn op twee percelen aardappels geteeld, op één perceel rogge (91 kg per ha) en op een ander perceel zomergerst (120 kg per ha) (bijlage 1). In 2005 is er op één perceel aardappel geteeld en op drie percelen graan. Het is niet bekend hoeveel kg graan per ha er in 2005 is gezaaid op de graanpercelen. Duidelijk was dat deze percelen in 2005 veel te zwaar waren ingezaaid (zie ook paragraaf 4.8). De akkers waar in de Overasseltse en Hatertse vennen knoflookpadden zitten worden in een dichtheid van 60 tot maximaal 80 kg per ha ingezaaid met een regelafstand van 24 cm. In deze paragraaf wordt voor de akkerpercelen (44, 51, 52, 54) in het onderzoeksgebied een vruchtwisselingschema uitgewerkt dat zich richt op de inrichting van de akkers als geschikt landhabitat voor de knoflookpad Vruchtwisselingschema Binnen de biologische dynamische landbouw wordt voor de teelt van aardappels een vruchtwisselingschema van 1 op 6 gehanteerd (mondelinge mededeling H. Kloen). De percelen 44, 51, 52 en 54 zijn niet heel groot wat het bemoeilijkt om een vruchtwisselingschema van 1 op 6 jaar op te stellen. Perceel 51 kan in tweeën worden gedeeld waardoor er vijf percelen zijn waarmee een vruchtwisselingschema van 1 op 5 kan worden gehaald. Er zijn verschillende combinaties van gewassen mogelijk. 1: aardappel tarwe met klaver onderzaai een groente een ander graan of peulvrucht braak (schriftelijke mededeling H. Kloen) 2: aardappel - tarwe - voeder- of suikerbiet - gerst of rogge - rode biet 3: aardappel bospeen graan (tarwe, gerst, rogge) rode biet prei (Kasteel, 2005) Dit zijn een drietal aantal voorbeelden, maar er zijn uiteraard talloze andere combinaties te bedenken. Groenten zijn relatief arbeidsintensieve gewassen en hebben, net als aardappel, 29

38 Stichting RAVON bemesting nodig om een goede opbrengst te krijgen (schriftelijke mededeling H. Kloen). Granen als tarwe, gerst en rogge zijn minder arbeidsintensief evenals voeder- en suikerbieten De verbouw van de gewassen. De meeste gewassen kunnen volgens de reguliere biologisch dynamische methode worden geteeld. Uitzondering hierop vormt de teelt van granen (tarwe of tarwe met klaver onderzaai, rogge of gerst). In de Overasseltse en Hatertse vennen liggen een aantal graanakkers waar al jaren rogge wordt geteeld. Jaarlijks worden hier behoorlijke aantallen knoflookpadden gezien. De rogge wordt op deze akkers ingezaaid in een regelafstand van 24 cm en een dichtheid van 60 tot maximaal 80 kg per ha (mondelinge mededeling H. Woesthuis). Op akkers waar tarwe met klaveronderzaai wordt geteeld mag de abundantie door het klavergewas niet te hoog is zijn omdat die de bodem voor de knoflookpad onvergraafbaar maakt. 30

39 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 8 HOUTWALLEN VAN EENSTIJLIGE MEIDOORN Het gebied Groot Soerel - Noord-Empe is een verhoudingsgewijs open gebied. Dit heeft tot gevolg dat migrerende amfibieën makkelijker ten prooi kunnen vallen aan predatoren. Door het aanleggen van houtwallen wordt het gebied kleinschaliger en vinden dieren vaker/sneller dekking wat de overlevingskans vergroot. Voorgesteld wordt om in de directe omgeving van de pingoruïne aan de rand van het hooiland (figuur 13, perceel 45) houtwallen van eenstijlige meidoorn aan te planten. Hiervoor dient bij voorkeur materiaal uit de streek te worden gebruikt. Ook bij particulieren dient te worden geïnventariseerd wat de mogelijkheden zijn om langs particuliere perceelsgrenzen met behulp van subsidies houtwallen te realiseren. Het initiatief hiervoor zou door Landschapsbeheer Gelderland moeten worden genomen. Figuur 13. Locaties in het terrein van Vereniging Natuurmonumenten in het leefgebied Groot Soerel Noord-Empe, waar ter verkleining van het schaalniveau in het landschap houtwallen dienen te worden gerealiseerd. 31

40 Stichting RAVON 32

41 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 9 LANDHABITAT VOOR DE KNOFLOOKPAD IN PROGRAMMA BEHEER De knoflookpad is een soort die in het verleden heeft geprofiteerd van menselijke activiteiten in het landschap en daardoor als een succesvolle cultuurvolger kan worden beschouwd. Met name in agrarische omgevingen staat de soort in Nederland de laatste decennia zwaar onder druk. Verlies aan geschikte voortplantingswateren, maar vooral het verlies aan geschikt landhabitat heeft tot uitsterven van populaties geleid (Crombaghs & Creemers, 2001). Er zijn momenteel nog circa 40 vindplaatsen van de knoflookpad bekend. Dit onderzoek laat zien dat akkers en dan met name aardappelakkers en graanakkers een uiterst belangrijk onderdeel kunnen vormen van het terrestrisch habitat van deze in Nederland bedreigde soort. Overal waar de soort in ons land in een agrarische omgeving voorkomt, levert een goede inrichting van akkers dan ook een zeer waardevolle bijdrage aan de verbetering van het leefgebied voor deze soort. De teelt van aardappelen vraagt echter wel om maatwerk. Daarom is in dit rapport, voor een biologisch dynamische wijze van landbouw, een uitgekiend vruchtwisselingschema speciaal gericht op de ontwikkeling van een optimaal habitat voor de knoflookpad opgenomen. Nederland kent in het Programma Beheer subsidieregelingen natuurbeheer (SN) en subsidieregelingen agrarisch natuurbeheer (SAN) (Dienst Landelijk Gebied, 2000). De eerste richt zich op beheer en ontwikkeling van natuurgebieden, de tweede heeft als doel het ontwikkelen en beheren van natuur in landbouwgebieden door agrarische ondernemers. Deze natuur kan bestaan uit weidevogelpopulaties, akkerranden, botanisch beheer, graslandvegetatie, tijdelijk bos of landschapselementen. Met name in het akkerranden-beheer liggen er mogelijkheden voor agrarische ondernemers om een actieve bijdrage te leveren aan de bescherming van de knoflookpad in ons land. Aanpassing van bestaande beheerspakketten of uitbreiding van pakketten is hiervoor noodzakelijk. Om dit te realiseren worden contacten met Dienst Landelijk Gebied gelegd. 33

42 Stichting RAVON 34

43 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe 10 VERBINDINGSZONES TUSSEN STERREBOS GROOT SOEREL LANDGOED DE POLL Het leefgebied Groot-Soerel ligt centraal tussen twee andere kernleefgebieden van de knoflookpad op de rand van de Veluwe. Noordelijk ligt landgoed de Pol, zuidelijk van Groot Soerel ligt het kernleefgebied dat Sterrebos is genoemd (figuur 14). In figuur 14 zijn de eigendommen van Vereniging Natuurmonumenten aangegeven (rood, het beheersgebied Voorstonden is rood omcirkeld). De regio behoort tot de weinige gebieden in Nederland waar een metapopulatiestructuur voor de knoflookpad kan worden ontwikkeld. Dit is een complex van ruimtelijke gescheiden, maar door goede verbindingszones in ecologisch opzicht niet geïsoleerde populaties (Crombaghs & Creemers, 2001). Om dit te bereiken moeten de bestaande populaties worden veiliggesteld, versterkt en daarna verbonden met andere populaties. Om dit te realiseren moeten verbindings- of migratiezones worden ontwikkeld. In het leefgebied Groot Soerel moet de populatie eerst worden versterkt. Hiertoe zijn in dit gebied twee jaar geleden de eerste habitatverbeterende maatregelen genomen. Met betrekking tot de kernpopulatie Sterrebos dienen de populaties bij de Wilheminahoeve en Hoevesteeg te worden veiliggesteld en daarna versterkt (dit zijn de twee zwarte stippen links in de witte cirkel). In de directe omgeving van beide locaties heeft Vereniging Natuurmonumenten eigendommen in beheer waarvan bekeken moet worden hoe deze kunnen worden ingericht zodat een geschikt habitat voor de knoflookpad ontstaat. Er worden in het kader van LIFE-AMBITION meerdere poelen gerestaureerd of aangelegd. De overige populaties bij Sterrebos lijken goed te gedijen. Langs de Hoevesteeg is in 2005 zelfs een nieuw voortplantingswater gevonden. In het kernleefgebied Landgoed de Poll zijn in het verleden al habitatverbeterende maatregelen genomen (van Hoof & Brouwer, 2003). Heel belangrijk is het realiseren van goede verbindingszones tussen de drie kernleefgebieden waardoor zich het netwerk van leefgebieden kan ontwikkelen. In figuur 14 zijn met gele cirkels de gebieden aangegeven waarbinnen verbindingszones moeten worden gerealiseerd. In noordelijke verbindingszone liggen langs de spoorlijn goede kansen op percelen die Vereniging Natuurmonumenten in eigendom heeft. Landschapsbeheer Gelderland kan zich specifiek op de twee gebieden richten om te onderzoeken of particulieren en boeren een voortplantingswater op hun grond willen of bijvoorbeeld een akker of moestuin op knoflookpad-vriendelijke wijze in te richten. 35

44 Stichting RAVON Figuur 14. Ligging van de drie kernleefgebieden (Landgoed de Poll, Groot Soerel, Sterrebos), een deel van de eigendommen van Vereniging Natuurmonumenten en de twee gebieden waarbinnen verbindingszones moeten worden gerealiseerd om in deze regio tot een metapolatiestructuur te komen. 36

45 Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving bij Groot Soerel Noord-Empe LITERATUUR Bosman, W.W., J.P.M. Giesberts, R.M.J.C. Kleukers, P.J.J. van den Munckhof & J.C.M. Musters, Nichesegregatie bij zes anura in de Overasseltse en Hatertse vennen tijdens de zomerperiode. Rapport nr Werkgroep Dieroecologie, Vakgroep Experimentele Dierkunde, K.U. Nijmegen. 65 p. Bosman, W.W. & P.J.J. van den Munckhof, Zes jaar op pad voor de knoflookpad. In: Bosman, W. & H. Strijbosch, Monitoring en meerjarig onderzoek aan amfibieën en reptielen. Verslag van de 10e studiedag van de WARN op 31 oktober rapport nr p. Bosman, W., Amfibieën en overstromingsdynamiek. Katholieke Universiteit Nijmegen en stichting ARK. Werkgroep Dierecologie. 116 p. Bosman, W. & P. van den Munckhof, in prep. Terrestrial habitat use of the common spadefoot (Pelobates fuscus) in an agricultural environment and an old sanddune landscape. Proceedings Societas Europea Herpetologica congress Bonn Bosman, W., Landhabitat van de knoflookpad in een agrarische omgeving, Groot- Soerel Noord Empe. Stichting RAVON, Nijmegen. 34 p. Crombaghs, B.H.J.M. & Creemers, R.C.M., Beschermingsplan Knoflookpad Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, s Gravenhage. 82 p. Dienst Landelijk Gebied, Subsidieregeling agrarisch Natuurbeheer. Dienst Landelijk Gebied Docters van Leeuwen, W.M., De Levende Natuur 3 (8), 160. Eggert, C., Use of fluorescent pigments and implantable transmitters to track a fossorial toad (Pelobates fuscus). Herpetological Journal, Vol Hunink, S. & D.B. Kruyt, Waterkwaliteit van voortplantingswateren van de knoflookpad in Nederland. Stagerapport Stichting RAVON. 58 p. Kasteel, S., van, De knoflookpad in een agrarische omgeving. Onderzoek naar de landhabitat en gewaskeuze, in het gebied Groot Soerel Noord-Empe. Stagerapport S5. Stichting RAVON. 40 p. Kuipers, F.C., Knoflookpad. De Levende Natuur 3 (5). P 98. Ottburg, F.G.W.A., A.H.P. Stumpel & E. Pullen, De knoflookpad (Pelobates fuscus) in het dal van de Overijsselse Vecht. Populatie, habitatkenmerken en beheer met nadruk op de landhabitat. Alterra. Rapportnr p. Schippers, T, Volg de pijlen. De knoflookpad in een agrarische omgeving. Stagerapport 2004-S3. Stichting RAVON. 61 p. 37

Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad.

Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad. Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad. REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg

Nadere informatie

Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk

Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van

Nadere informatie

VAN ERVE NATUURONDERZOEK

VAN ERVE NATUURONDERZOEK ONDERZOEK KAMSALAMANDER IN DELEN VAN NATUURGEBIED DE BRAND Juni 2014 VAN ERVE NATUURONDERZOEK ONDERZOEK KAMSALAMANDER IN DELEN VAN NATUURGEBIED DE BRAND Inleiding Het natuurgebied De Brand is aangewezen

Nadere informatie

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In

Nadere informatie

Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer

Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie in opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Opgesteld door Stichting RAVON R.P.J.H. Struijk

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KNOFLOOKPAD SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KNOFLOOKPAD SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KNOFLOOKPAD SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 KNOFLOOKPAD De knoflookpad is één van de meest bedreigde amfibie soorten in Nederland. Er zijn landelijk nog 40 restpopulaties

Nadere informatie

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 BOOMKIKKER De Achterhoek is voor de boomkikker momenteel het belangrijkste gebied in Nederland. In de jaren 80 van de

Nadere informatie

4 Een veldexperiment naar de verplaatsingen van de bruine kikker in agrarisch landschap

4 Een veldexperiment naar de verplaatsingen van de bruine kikker in agrarisch landschap 4 Een veldexperiment naar de verplaatsingen van de bruine kikker in agrarisch landschap 4.1 Inleiding In een Corridorverbinding zijn de stapstenen en sleutelgebieden verbonden door een dispersiecorridor

Nadere informatie

Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht

Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht Op zaterdag 28 mei 2011 is er vanuit RAVON Utrecht een excursie georganiseerd naar het Kombos te Maarsbergen. Het doel van de excursie was om deelnemers

Nadere informatie

Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST

Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST rapportnr.

Nadere informatie

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Onderzoek naar kamsalamander, grote

Nadere informatie

Een leefgebied voor de rugstreeppad

Een leefgebied voor de rugstreeppad Een leefgebied voor de rugstreeppad Landschapsbeheer Flevoland 1 De rugstreeppad in de Noordoostpolder Op zwoele avonden klinkt in het Noordoostpolder vanuit poelen en sloten de luidruchtige roep van de

Nadere informatie

Natte en droge dooradering

Natte en droge dooradering Natte en droge dooradering 10 vuistregels voor de ontwikkeling van natte en droge dooradering in het agrarisch gebied Natte en droge dooradering levert biodiversiteit 3 Natte en droge dooradering zijn

Nadere informatie

N a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t

N a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t N a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t Opdrachtgever: Gemeente Heusden projectnummer: 099.00.29.00.00.00 Van: dhr. H. Kloen en dhr. B. Omon Onderwerp: Nader onderzoek

Nadere informatie

Eindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland

Eindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond

Nadere informatie

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 2002 Wouter Jansen & Roy Kleukers 25 april 2002 veldwerk Wouter Jansen tekst Wouter Jansen & Roy Kleukers produktie Stichting European Invertebrate Survey

Nadere informatie

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot Amfibieën en poelen Gerlof Hoefsloot Inhoud presentatie Functie van een poel: vroeger en nu Hoe werkt een poel? Wat bepaalt een goede ecologische situatie Soorten amfibieën Beheer van amfibieënpoelen,

Nadere informatie

Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012

Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012 Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild Couwenhoven 7221 3703 HW Zeist wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een

Nadere informatie

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren!

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! www.poelen.nu Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! Frank Spikmans Rheden 31 mei 2018 Inhoud Poelen als leefgebied voor amfibieën Amfibieën (in Rheden) Poelen aanleg & beheren www.poelen.nu

Nadere informatie

Dagvlinderwaarnemingen Balgoijse Wetering (west) 2016

Dagvlinderwaarnemingen Balgoijse Wetering (west) 2016 Dagvlinderwaarnemingen Balgoijse Wetering (west) 2016 Kleine vos Hans Hollander 5 november 2016 Rapport 34 ir. Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 06-37384467 hanshollander@xmsnet.nl Overige publicaties:

Nadere informatie

Waterlanders : op weg met Sam de salamander. Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander.

Waterlanders : op weg met Sam de salamander. Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander. Waterlanders : op weg met Sam de salamander Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander. 1 De kamsalamander... Hallo, Ik ben Sam, de salamander met

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Inventarisatie poelkikker Nieuwklap

Inventarisatie poelkikker Nieuwklap Inventarisatie poelkikker Nieuwklap Inventarisatie poelkikker Nieuwklap i.v.m. aanleg rondweg in het kader van de Flora- en faunawet Edo van Uchelen In opdracht van: Dienst Landelijk Gebied Juni 2013 Wildernistrek,

Nadere informatie

RAVON JAARVERSLAG 2003 & 2004

RAVON JAARVERSLAG 2003 & 2004 RAVON JAARVERSLAG 2003 & 2004 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Projecten Inhaalslag In 2004 heeft RAVON van het ministerie van LNV opdracht gekregen voor het project Inhaalslag Verspreidingsonderzoek.

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN De Holendrechter- en Bullewijkerpolder als ontbrekende schakel

Nadere informatie

Veldinventarisatie reptielen in Park Brederode (Bloemendaal)

Veldinventarisatie reptielen in Park Brederode (Bloemendaal) Veldinventarisatie reptielen in Park Brederode (Bloemendaal) REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Veldinventarisatie reptielen in Park Brederode (Bloemendaal) in 2008 Veldinventarisatie in opdracht

Nadere informatie

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 KAMSALAMANDER De Achterhoek is één van de gebieden met de ruimste verspreiding van de kamsalamander in Nederland.

Nadere informatie

LANGENHOLTE: TOPNATUUR

LANGENHOLTE: TOPNATUUR LANGENHOLTE: TOPNATUUR ROUTE 18 km 20 19 Een prachtige fietstocht langs de uiterwaarden van de Vecht en 'Buitenlanden Langenholten', een nat en ruig natuurgebied waar in het voorjaar wilde kievietsbloemen

Nadere informatie

De Heikikker De Heikikker

De Heikikker De Heikikker De Heikikker Brabant Water beheert 2200 hectare grond waarvan 1500 hectare natuurgebied. Hiermee zijn wij een van de grootgrondbezitters in Noord-Brabant. In deze natuurgebieden liggen ook de waterwingebieden

Nadere informatie

Resultaten onderzoek steenuil en kerkuil Hoge Wei te Oosterhout. Kader

Resultaten onderzoek steenuil en kerkuil Hoge Wei te Oosterhout. Kader Resultaten onderzoek steenuil en kerkuil Hoge Wei te Oosterhout Datum : 5 september 2016 Projectnummer : 16-0080 Opdrachtgever : KlokBouwOntwikkeling bv Postbus 40018 6504 AA Nijmegen Opgesteld door :

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

De knoflookpad in de Meinweg

De knoflookpad in de Meinweg De knoflookpad in de Meinweg Opkweken en uitzetten als laatste redmiddel Ben Crombaghs Paul van Hoof Bureau Natuurbalans - Limes Divergens B.V. Verspreiding in Nederland in drie tijdsintervallen Landelijk

Nadere informatie

RAVON midzomer vissenweekend

RAVON midzomer vissenweekend RAVON midzomer vissenweekend 2010 Overijssel REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Midzomer Vissenweekend 2010 Overijssel RAVON Midzomer Vissenweekend 2010 Overijssel Karin Didderen Juli

Nadere informatie

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven.

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven. Opengestelde beheerpakketten Collectief Rivierenland per leefgebied (gebaseerd op adviestarieven landelijke beheerpakketten ANLB2016 dd. 09-03-2015) let op: tarieven gewijzigd tov. medio februari 2015

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

Uitbreiding bedrijventerrein Breeveld te Woerden

Uitbreiding bedrijventerrein Breeveld te Woerden Veldonderzoek vissen Uitbreiding bedrijventerrein Breeveld te Woerden In opdracht van: Adviescentrum Metaal 29 mei 2015 Colofon 2015 Laneco / Adviescentrum Metaal Tekst en samenstelling: Ing. T. Brouwer

Nadere informatie

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen Ecologisch Adviesbureau Viridis Inventarisatie Bedrijventerreinen Amersfoort Noordoost In opdracht van:

Nadere informatie

Bijlage 2 Landschapsleeskaart en memo

Bijlage 2 Landschapsleeskaart en memo Bijlage 2 Landschapsleeskaart en memo Landschapsleeskaart Verticale samenhang = de uitdrukking van de ondergrond (bodem, water, reliëf) in het landgebruik, de biotopen, de vegetatie etc. Hoe wordt het

Nadere informatie

Knoflookpadden in Gelderland Raymond Creemers & Ben Crombaghs

Knoflookpadden in Gelderland Raymond Creemers & Ben Crombaghs 6 2(3) 1999 41 Een tussenbalans uit 1998 Knoflookpadden in Gelderland Raymond Creemers & Ben Crombaghs In opdracht van de provincie Gelderland is in 1998 onderzoek uitgevoerd in leefgebieden van knoflookpadden.

Nadere informatie

Veldinventarisatie reptielen in Park Brederode (Bloemendaal) 2010

Veldinventarisatie reptielen in Park Brederode (Bloemendaal) 2010 Veldinventarisatie reptielen in Park Brederode (Bloemendaal) 2010 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Veldinventarisatie reptielen in Park Brederode (Bloemendaal) 2010 Veldinventarisatie in

Nadere informatie

Veldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning

Veldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning Veldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning Kees Koffijberg & Jan Schoppers (Sovon Vogelonderzoek Nederland) VWP Kwartelkoning 20 jun. 2017 2/22

Nadere informatie

Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide

Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide 2010 Mark Klerks November 2010 Inleiding: Het jaar 2010 kwam maar langzaam op gang. Vooral het voorjaar was

Nadere informatie

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden N. Hemmers Bureau Buitenweg 13.143

Nadere informatie

De knoflookpad in Noord-Brabant

De knoflookpad in Noord-Brabant De knoflookpad in Noord-Brabant Inventarisatie in 2003 en leefgebiedplannen voor de periode 2004-2009 REPTIELEN, AMFIBIEËN EN VISSENONDERZOEK NEDERLAND De knoflookpad in Noord-Brabant Inventarisatie in

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF Juli 2018

NIEUWSBRIEF Juli 2018 NIEUWSBRIEF Juli 2018 Inhoud Akkerrandmengsel verkoop kantoor Inzaaien akkerranden en evaluatie Verslag ledenexcursie Voorintekening 2019 Foto: Henk Krajenbrink Akkerrandmengsel verkoop kantoor Voor het

Nadere informatie

Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor

Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor Voorwaarden Stikstofbindende gewassen 1.0 a. Eén van de toegestane

Nadere informatie

memo gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen , hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel

memo gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen , hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel memo aan: van: gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen SAB, Eric Verkaik c.c.: datum: 15 september 2017 betreft: 160472, hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel INLEIDING Aan de Houtakker

Nadere informatie

Inventarisatie van het aantal roepende boomkikker mannen tijdens de paartijd voorjaar door. J.J.Heuvelmans. C. Sitsen C.

Inventarisatie van het aantal roepende boomkikker mannen tijdens de paartijd voorjaar door. J.J.Heuvelmans. C. Sitsen C. IVN Maasduinen Inventarisatie van het aantal roepende boomkikker mannen tijdens de paartijd voorjaar 2012. door J.J.Heuvelmans C. Sitsen C. Sitsen Met dank aan de medewerking van de amfibie groep van IVN

Nadere informatie

Amfibieën onderzoek Haarlemmermeer

Amfibieën onderzoek Haarlemmermeer Amfibieën onderzoek Haarlemmermeer Verificatie habitatkaart en veldwaarnemingen 2010 Amfibieën onderzoek Haarlemmermeer Verificatie habitatkaart en veldwaarnemingen 2010 Opdrachtgever: Gemeente Haarlemmermeer

Nadere informatie

RAVON Hemelvaartweekend

RAVON Hemelvaartweekend RAVON Hemelvaartweekend Gelderland, Limburg en Noord-Brabant 2007 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Hemelvaartweekend Gelderland, Limburg en Noord-Brabant 2007 Een rapportage van RAVON

Nadere informatie

Rapport. Natuuronderzoek Schateiland. Nader onderzoek naar enkele beschermde soorten. Lelystad, juni 2017 R. Heemskerk

Rapport. Natuuronderzoek Schateiland. Nader onderzoek naar enkele beschermde soorten. Lelystad, juni 2017 R. Heemskerk Rapport Lelystad, juni 2017 R. Heemskerk Natuuronderzoek Schateiland Nader onderzoek naar enkele beschermde soorten Landschap verbindt Landschapsbeheer Flevoland streeft naar ontwikkeling, beheer en behoud

Nadere informatie

Notitie aanvullend onderzoek BIC te Eindhoven

Notitie aanvullend onderzoek BIC te Eindhoven Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Eindhoven t.a.v. I. Schouten Postbus 90150 5600 RB Eindhoven Datum: 26 oktober 2015 Behandeld

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019

Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019 Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019 Laatst gewijzigd 28 februari 2019 Om aan de vergroeningseis 5% ecologisch aandachtsgebied te voldoen kunt u in 2019 kiezen voor 1 of meer van de volgende

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Projectvoorstel. Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard

Projectvoorstel. Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard Projectvoorstel Maatregelen voor de Patrijs Uitwerking kerngebied Struikwaard J. Sloothaak Januari 2013 Projectvoorstel Project: Maatregelen voor de Patrijs Periode: 1 januari 2013 1 november 2014 Inleiding

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Knoflookpad edna onderzoek naar actuele verspreiding in De Rande - Deventer 2013

Knoflookpad edna onderzoek naar actuele verspreiding in De Rande - Deventer 2013 Knoflookpad edna onderzoek naar actuele verspreiding in De Rande - Deventer 2013 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Knoflookpad edna onderzoek naar actuele verspreiding in De Rande - Deventer

Nadere informatie

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Onderzoek naar kamsalamander, grote

Nadere informatie

De knoflookpad Pelobates fuscus in het dal van de Overijsselse Vecht

De knoflookpad Pelobates fuscus in het dal van de Overijsselse Vecht De knoflookpad Pelobates fuscus in het dal van de Overijsselse Vecht Populatie, habitatkenmerken en beheer met nadruk op de landhabitat F.G.W.A. Ottburg A.H.P. Stumpel E. Pullen Alterra-rapport 1151, ISSN

Nadere informatie

Vleermuizenonderzoek Het Bosje te Elst

Vleermuizenonderzoek Het Bosje te Elst Notitie Contactpersoon Sipke Holtes Datum 26 juni 2008 Vleermuizenonderzoek Het Bosje te Elst In opdracht van Amer Adviseurs bv is door Tauw begin 2007 een Natuurtoets met kenmerk N003-4463429FKO-pla-V01

Nadere informatie

Landschappelijke elementen

Landschappelijke elementen Welkomstkaarten voor Landschappelijke elementen Gaan voor groen! Behoud en herstel van landschappelijke elementen? Geweldig! Landschappelijke elementen zijn van culturele en historische waarde. Maar ze

Nadere informatie

Mitigatie en compensatieplan rugstreeppad

Mitigatie en compensatieplan rugstreeppad Mitigatie en compensatieplan rugstreeppad Mitigatie en compensatieplan rugstreeppad Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. Ursinus In den Eng Investment 11.148 december 2011 Voortplantingswater

Nadere informatie

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs

Nadere informatie

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Notitie Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Door: G.M.T. Peeters Notitienummer: 174 Datum: 16 september 2011 In opdracht van: Aelmans Ruimtelijk Ordening

Nadere informatie

Toetsing Flora- en faunawet Oude Rijngemaal Juli Inventarisatie van beschermde soorten.

Toetsing Flora- en faunawet Oude Rijngemaal Juli Inventarisatie van beschermde soorten. Toetsing Flora- en faunawet Oude Rijngemaal Juli 2014 Inventarisatie van beschermde soorten. Inleiding Het waterschap heeft bij het uitvoeren van projecten te maken met diverse regelgeving. Naast regelgeving

Nadere informatie

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk

Nadere informatie

DE WRATTENBIJTER OVERASSELTSE EN HATERTSE VENNEN S&E! F7`7 2,v1~~41 MONITORING. mifuut ':.: .: lq

DE WRATTENBIJTER OVERASSELTSE EN HATERTSE VENNEN S&E! F7`7 2,v1~~41 MONITORING. mifuut ':.: .: lq DE WRATTENBJTER OVERASSELTSE EN HATERTSE VENNEN MONTORNG /7.: lq ':.: 4d S&E! F7`7 2,v~~4 4 T' f4s T mifuut DE WRATTENBJTER N DE OVERASSELTSE EN HATERTSE VENNEN MONTORNG 2005 drs. R. Krekels n opdracht

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.

Nadere informatie

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen T. Ursinus Scanopy 12.144 concept november 2012 foto omslag Els

Nadere informatie

Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer. Henk Kloen. Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer

Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer. Henk Kloen. Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer Werken aan duurzame landbouw en een aantrekkelijk platteland Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer Henk Kloen Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer Wat

Nadere informatie

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 11 Rietzoom en klein rietperceel Met een rietzoom kunnen verbindingen worden gelegd tussen (beheerde) elementen of percelen. Tevens kan

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk Notitie Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam Natuur-Wetenschappelijk Centrum 078-6213921 nwcadvies@nwcadvies.nl www.nwcadvies.nl Aanvullend

Nadere informatie

Nader onderzoek aanwezigheid poelkikker. Zonnepark Gansenwoirt I Bedrijventerrein InnoFase Duiven. September 2014. mei 2013

Nader onderzoek aanwezigheid poelkikker. Zonnepark Gansenwoirt I Bedrijventerrein InnoFase Duiven. September 2014. mei 2013 Nader onderzoek aanwezigheid poelkikker mei 2013 September 2014 Zonnepark Gansenwoirt I Bedrijventerrein InnoFase Duiven Inhoud 1. Inleiding... 4 2. Ligging en ontwikkelingen... 5 2.1 Ligging... 5 2.2

Nadere informatie

Verslag RAVON Utrecht Excursie Landgoed Den Treek Henschoten 10 april 2010

Verslag RAVON Utrecht Excursie Landgoed Den Treek Henschoten 10 april 2010 Verslag RAVON Utrecht Excursie Landgoed Den Treek Henschoten 10 april 2010 Inleiding Op 10 april is een excursie gehouden op landgoed Den Treek Henschoten vanuit Ravon Utrecht. Doel van deze excursie was

Nadere informatie

De kleine groene kikker in Buitenvaart

De kleine groene kikker in Buitenvaart De kleine groene kikker in Buitenvaart Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Hoogeveen. De kleine groene kikker in Buitenvaart Beoordeling van de effecten van de aanleg van bedrijventerrein

Nadere informatie

Nieuwsbrief 14 van RAVON Afdeling Utrecht mei 2013

Nieuwsbrief 14 van RAVON Afdeling Utrecht mei 2013 Nieuwsbrief 14 van RAVON Afdeling Utrecht mei 2013 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild Couwenhoven 7221 3703 HW Zeist wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een

Nadere informatie

Proefproject Vrij Eroderende Oevers langs de Maas locaties Bergen, Aijen en De Waerd

Proefproject Vrij Eroderende Oevers langs de Maas locaties Bergen, Aijen en De Waerd Proefproject Vrij Eroderende Oevers langs de Maas locaties Bergen, Aijen en De Waerd Deel 2: monitoring 2007, situatie na 1 jaar Bart Peters Augustus 2007 Peters, B., 2007. Proefproject Vrij Eroderende

Nadere informatie

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM

Nadere informatie

Monitoring op natuurboerenerven. Uitleg over de systematiek van het monitoren

Monitoring op natuurboerenerven. Uitleg over de systematiek van het monitoren Monitoring op natuurboerenerven Uitleg over de systematiek van het monitoren Inleiding Boerenzwaluwen op het erf, korenbloemen in de akkers, fladderende citroenvlinders tussen de schuren. Al dat pracht

Nadere informatie

Visonderzoek Wogmeer 72

Visonderzoek Wogmeer 72 2016 Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks en adviesbureau G&G Advies Toetsing in het kader van de Flora en faunawet M. van Straaten 2016 Opdrachtgever Rho G&G advies 2016 Versie Datum Concept 7

Nadere informatie

Oktober Quick scan ecologie terrein naast Sloterweg 1121

Oktober Quick scan ecologie terrein naast Sloterweg 1121 Oktober 2015 Quick scan ecologie terrein naast Sloterweg 1121 Quick scan ecologie terrein naast Sloterweg 1121 Auteur Opdrachtgever Foto omslag Pien Brouwer, certificaathouder zorgvuldig handelen Flora-

Nadere informatie

Amfibieën. Peter Harrewijn 9 maart 2017 IVN Steilrand

Amfibieën. Peter Harrewijn 9 maart 2017 IVN Steilrand Amfibieën Peter Harrewijn 9 maart 2017 IVN Steilrand Inhoud Welkom / voorstellen Reptiel/amfibie? Padden / kikkers / salamanders / exoten Ziekten / plagen Poelen Wetgeving Beheer Vragen Peter Harrewijn

Nadere informatie

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Nieuwsbrief Versie: oktober 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Zoogdieren 3. Herpetofauna 4. Vlinders 5. Overig 6. Colofon Wat dragen de ecoducten bij de Zwaluwenberg bij aan

Nadere informatie

Even (nou even..) bijpraten

Even (nou even..) bijpraten Even (nou even..) bijpraten Reageren? info@collectiefnhz.nl Meer informatie, ook persoonlijke documenten: www.collectiefnhz.nl Beste leden van Collectief Noord-Holland Zuid, De drukke tijd is voor iedereen

Nadere informatie

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN Foto: Onno Steendam Landschap Noord-Holland Toelichting Weidevogelleefgebieden Over wie gaat het? Weidevogels zijn vogels die in uitgestrekte en kruidige graslanden

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 29 nateelt groenbemesters Nederlands Limburg Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: januari 21 Versie: 1 Status: definitief Opgesteld door: Praktijkonderzoek

Nadere informatie

DE WRATTENBIJTER IN DE OVERASSELTSE EN HATERTSE VENNEN

DE WRATTENBIJTER IN DE OVERASSELTSE EN HATERTSE VENNEN DE WRATTENBIJTER IN DE OVERASSELTSE EN HATERTSE VENNEN Monitoring ti..4 fr..4 :» ' r, A-, ' t Oor II 0' Ø% : //tuijt stichting EIS european invertebrate survey nederland In opdracht van: Provincie Gelderland

Nadere informatie

Knoflookpad, kamsalamander en poelkikker bij de brug over de A50 te Ewijk

Knoflookpad, kamsalamander en poelkikker bij de brug over de A50 te Ewijk Knoflookpad, kamsalamander en poelkikker bij de brug over de A50 te Ewijk Compenserende - en mitigerende maatregelen in het leefgebied van deze soorten in het kader van de verbreding van de A50 REPTIELEN

Nadere informatie

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen - notitie - Oktober 2010 W 511 Natuur-Wetenschappelijk Centrum Noorderelsweg 4a 3329 KH Dordrecht 078-6213921

Nadere informatie

Factor Jaar Eenheid Oude poel Nieuwe poel

Factor Jaar Eenheid Oude poel Nieuwe poel Geachte heer Van Bezeij, Hierbij ontvangt u mijn notitie met bevindingen naar aanleiding van de beoordeling van de nieuw aangelegde poel op locatie Anna s Hoeve te Hilversum. Context In februari 2017 is

Nadere informatie

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde In opdracht van: SAB BV Oktober 2013 Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde Colofon:

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

BESCHERMINGSPLAN KNOFLOOKPAD. Beschermingsplan knoflookpad

BESCHERMINGSPLAN KNOFLOOKPAD. Beschermingsplan knoflookpad Beschermingsplan knoflookpad Wageningen, 2001 Rapport Directie natuurbeheer nr 2001/019 Dit rapport is opgesteld door Bureau Natuurbalans-Limes Divergens en de Stichting Ravon in opdracht van het Expertisecentrum

Nadere informatie

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5.1 Inleiding Vanuit de praktijk komen veel vragen over de optimale breedte en structuur

Nadere informatie

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld LIGGING Recreatiebedrijf Landgoed Moerslag 32 is gesitueerd ten zuiden van de kern Moerslag. Zie de markering in de topografische kaart hieronder en de luchtfoto rechts. topografische kaart ligging in

Nadere informatie