KLAAR VOOR DE START ALGEMENE HANDLEIDING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KLAAR VOOR DE START ALGEMENE HANDLEIDING"

Transcriptie

1 Inleiding Inburgeraars die zich willen voorbereiden op het Inburgeringsexamen, verhogen hun taalniveau door te oefenen met de Cruciale Praktijksituaties 1. Om dat goed te kunnen doen is ongeveer taalniveau A1 nodig 2. De situaties waarin de inburgeraar moet handelen en de taal moet gebruiken zijn te complex om op een lager taalniveau uit te voeren. Omdat niet alle inburgeraars dit taalniveau al hebben, is er behoefte aan een programma dat opleidt tot het gewenste niveau. Zo n programma moet kort en doeltreffend zijn. Immers, de moderne inburgeraar krijgt over het algemeen een afgemeten aantal uren om het inburgeringsexamen te halen. Klaar voor de Start biedt een passend basisprogramma waarmee een inburgeraar vanaf taalniveau 0 kan starten. Het programma is thematisch en hanteert de methodiek van de inburgeringsprogramma s Nederlands aan het Werk (voor inburgering en Werk) en Thuis in Nederlands (voor inburgering en OGO). In deze algemene handleiding vindt u de uitgangspunten en de werkwijze van Klaar voor de Start. Per thema is er een uitgebreide lesbeschrijving. Wanneer er verwezen wordt naar de inburgeraar wordt dat met hij gedaan, daarmee wordt ook zij bedoeld. 1. Doel Het doel van Klaar voor de Start is de inburgeraar met een taalniveau onder A1 op te leiden tot het startniveau van Nederlands aan het Werk (NahW) en Thuis in Nederlands (TiN). Dit startniveau ligt rond A1. Om het doel te bereiken wordt er gewerkt aan: Woordenschat De sleutelvaardigheden Plannen & Organiseren en Leren Computervaardigheden Het leren zelfstandig te werken Het leren kennen van de praktijk Het leren handelen in de praktijk 2. Doelgroepen De doelgroep inburgeraars die in aanmerking komt voor Klaar voor de Start is zeer divers. Klaar voor de Start is bedoeld voor inburgeraars Werk en inburgeraars OGO, voor nieuwkomers en oudkomers, allen met een laag taalniveau, vaak ook met een laag opleidingsniveau. Verschillen zijn er in de mate van participatie binnen de Nederlandse maatschappij. 1 Eindtermen inburgeringexamen 2 Volgens de beschrijving van het Common European Framework (CEF) 1

2 Er zijn inburgeraars die weinig buiten hun eigen huis komen. Sommigen van hen zijn niet of nauwelijks naar school geweest, anderen hebben meer opleiding genoten. De reden dat mensen weinig buiten de deur komen, is ook verschillend. Sommigen hebben er geen behoefte aan, anderen krijgen geen toestemming, weer anderen durven niet goed. Ook onder de inburgeraars die wel actief zijn, zijn er verschillen: je kunt actief zijn in een Nederlandstalige of een niet-nederlandstalige omgeving. De mate van activiteit kan dus verschillend zijn, maar ook het opleidingsniveau en de interesse van de inburgeraar. Taalniveau en kennis zijn ook al niet gelijk. Bij oudkomers zal er vrij veel (latente) kennis zijn van Nederlandse zaken en bepaalde Nederlandse woorden en uitdrukkingen, bij nieuwkomers veel minder. Oudkomers zullen weer meer kromsprekers zijn dan nieuwkomers. Klaar voor de Start begint bij de basis. Hiervoor zijn enkele redenen. Het ontbreekt veel inburgeraars aan voldoende zelfvertrouwen om de taal in de praktijk te gebruiken. Door de aanpak van Klaar voor de Start leren zij vanuit de veilige omgeving van medeinburgeraars dat in kleine stappen wel te doen. Het zelfvertrouwen wordt ook versterkt doordat de thema s in Klaar voor de Start aansluiten bij de bestaande kennis. Nieuwe kennis wordt dan gemakkelijker opgeslagen. Een voordeel van de vermenging van al die verschillende doelgroepen is dat de docent juist gebruik kan maken van die verschillen door in de samenstelling van de groepjes bij de verschillende werkvormen en opdrachten te variëren. Inburgeraars die al actiever zijn, kunnen iemand die dat veel minder is helpen, bijvoorbeeld door bij een als eerste naar binnen te stappen. Een inburgeraar met een hoger taalniveau kan in de voorbereiding op een een grotere inbreng hebben wat betreft de taal die gebruikt moeten worden. 3. Klaar voor de Start Klaar voor de Start is een multimediaal programma, geschikt voor de inburgeraar die beginner is op het gebied van de Nederlandse taal (taalniveau 0). Hij moet gealfabetiseerd zijn in het Latijnse schrijft. Het programma heeft acht thema s. Elk thema bestaat uit: een filmpje, e-learning, groepslessen en en. 2

3 De inhoud De acht thema s van Klaar voor de Start zijn: Naar een nieuwe school Huis en omgeving Vervoer Gezondheid Werk Feestdagen en vrije tijd De basisschool De gemeente Waarom deze thema s? Sommige thema s komen uit de dagelijkse omgeving van de inburgeraar (huis & omgeving, vervoer, gezondheid, basisschool). Andere bereiden de inburgeraar voor op de Cruciale praktijksituaties (CP s) binnen het inburgeringsprogramma (werk, gemeente, gezondheid, basisschool). Ook leggen enkele thema s een bodem voor het duurzaam participeren binnen de Nederlandse maatschappij (feestdagen & vrije tijd, werk, basisschool). Deze thema s bieden voldoende aanknopingspunten voor een selectie uit de basiswoordenschat van ongeveer 1000 woorden 3, aangevuld met woorden die noodzakelijk zijn voor het werken aan de CP s. Ook bieden ze aanknopingspunten voor de sleutelvaardigheden Plannen & Organiseren en Leren. Tot slot geven de thema s mogelijkheden voor het stapsgewijs doen van opdrachten in de praktijk. De opzet Klaar voor de Start maakt gebruik van blended learning, een mix van leervormen. De filmpjes, groepslessen, e-learning en en hangen nauw met elkaar samen, ondersteunen en versterken elkaar. De film: hoofdpersonen van de filmpjes zijn een vader, moeder en dochter van bijna 12. Ze komen uit Irak en wonen nu in een flat in Nederland. Ze begeven zich in verschillende voor hen nieuwe situaties en worden daarbij bijgestaan door de overijverige buurman Jan (ook bekend uit Nederlands aan het Werk en Thuis in Nederlands). De film is de start van het thema, bedoeld als opwarmertje en als eerste oefening in globaal en selectief luisteren naar de nieuwe woorden en zinnen. De film vormt ook aanleiding voor een groepsgesprek dat vooral de voorkennis activeert. De e-learning 4 : de inburgeraar doet de e-learning naast de groepslessen. De groepslessen: de nadruk ligt op veel en gevarieerd oefenen met de nieuwe taal. De inburgeraar oefent vooral de mondelinge vaardigheden: van nazegoefeningen en 3 Zie L. Beheydt en T. Wieers, Elementair woordenboek. Uitgeverij Van In, Lier (Be) 4 Zie de paragraaf over e-learning en bijlage 2 voor hulpblad voor de inburgeraar 3

4 oefeningen in duo s tot dialogen en rollenspellen. Tijdens de groepslessen bereiden de inburgeraars ook per groepje het doen van de voor (wanneer, waar, welke zinnen, etc.) en bespreken ze achteraf hoe het is gegaan. De en: de inburgeraar doet steeds met anderen opdrachten in de echte praktijk, passend bij het thema. In deze fase is het nog te lastig om helemaal alleen een opdracht uit te voeren. De opdrachten bestaan ook nog veel uit verzamelen observatieopdrachten 5. In dit stadium is het belangrijkste doel dat de inburgeraar de praktijk ingaat en zich daar vrijer durft bewegen. De eindtoets: wanneer de inburgeraar de e-learning en de en heeft gedaan, doet hij een eindtoets. Dit is een digitale toets. De inburgeraar krijgt at random 20 vragen uit een totaal van 50. Omdat de inburgeraar ook andere vaardigheden dan taal leert (bijvoorbeeld Plannen & Organiseren) worden ook de en in de beoordeling betrokken; u leest hierover in de paragraaf over toetsing. 4. De methodiek Bij de beschrijving van de doelgroepen ging het al over het taal- en kennisniveau van de inburgeraar. Ook de mate van actief zijn en van durf spelen een rol bij het kunnen gebruiken van de taal in de praktijk. In vijf stappen leert de inburgeraar nuttige taal en kennis en hij leert hóe hij moet handelen in de verschillende praktijksituaties. In schema: Oriënteren Voorbereiden Uitvoeren Terugkijken Verwerken Enthousiast maken Bestaande kennis activeren Wat is nodig om de te doen? (taal, kennis en Handelen in de praktijk Ging de goed? houding) Middelen: Film Groepsgesprek Werkvorm (woordspin oid) Middelen: e-learning groepslessen Middelen: Opdracht samen met anderen voorbereiden en uitvoeren Middelen: Gesprek Foto s Knipbladen Wat kan ik vaker gebruiken? Middelen: Woordenschrift Woordenlijst Tips De middelste kolom, die van uitvoeren is de kern, het doel van ieder thema, namelijk het handelen in de praktijk. Dit handelen in de praktijk gaat niet vanzelf. De inburgeraar zal zich daarop moeten voorbereiden. Hoe gaat dat in zijn werk? Door middel van oefeningen en rollenspellen bereidt de inburgeraar zich voor op de praktijk. Het programma draait om die praktijk. Alles wat daaromheen gebeurt, is om een handeling in de praktijk voor te bereiden of erop terug te kijken en daar weer je voordeel 5 F. Witte, A. Zekhnini, Strategieën van anderstaligen in de communicatie op de werkvloer,

5 mee te doen in een volgende praktijksituatie. Een voorbeeld: de inburgeraar moet gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Praktijkopdracht (uitvoeren) kan dan zijn: Ga met de bus naar het (dichtstbijzijnde) station en haal daar een busboekje. Wat moet de inburgeraar allemaal kunnen en kennen om die opdracht te kunnen doen? Hij moet weten hoe laat de bus gaat, weten dat bussen volgens een dienstregeling rijden, een schema bij de bushalte kunnen lezen. Hij moet dus ook kunnen klokkijken, weten dat hij een strippenkaart nodig heeft, een strippenkaart kunnen gebruiken, aan de chauffeur kunnen vragen waar hij moet uitstappen, aan iemand de weg vragen als hij niet weet waar een bushalte is, enzovoorts. In Klaar voor de Start doen de inburgeraars de en vrijwel altijd in groepjes. De inburgeraars zijn nog weinig taalvaardig en nog vrij schuchter in het gebruik van taal en het handelen in situaties die niet direct hun eigen leefomgeving zijn. Daarom is het veiliger om het samen te doen. Een groepje inburgeraars bereidt een ook samen voor. Samen bedenken ze de zinnen die ze moeten gaan zeggen, samen maken ze de afspraak wanneer en waar ze de opdracht gaan doen. Ze helpen elkaar zo bij het leren. Ook moeten ze hun opdracht gaan plannen en organiseren. Door het samen te doen, maken ze de afspraak dwingender en is de kans dat ze de opdracht uitvoeren, groter. Zo wordt de inburgeraar ondersteund bij het leren en het plannen en organiseren. Heel belangrijk is ook het terugkijken op de. Hebben jullie de opdracht gedaan? Hebben jullie je aan je afspraak gehouden? Is de opdracht goed gegaan? etc. Zie hierover ook nog de paragraaf over toetsing. 5. De woordenschat Welke woordenschat krijgt de inburgeraar aangeboden en hoe gebeurt dat? Het doel van Klaar voor de Start is dat de inburgeraar zijn taalniveau zo effectief en efficiënt mogelijk verhoogd wordt, zodat hij het meeste van zijn inburgertijd aan het oefenen met de CP s kan besteden en zich kan voorbereiden op het inburgeringsexamen. Criteria bij de keuze voor de thema s en de woorden: Woorden die van nut zijn voor het inburgeringsexamen Woorden die van nut zijn voor het werken met NahW en TiN (instructietaal, taal uit de e-learning) Woorden die nodig zijn in een handelingssituatie (gebruik maken van openbaar vervoer, met je kind over school kunnen praten, etc) Zie ook paragraaf 3. Taalhandelingen volgens de beschrijving van niveau A1 in het CEF 5

6 Hoe vergroot de inburgeraar zijn kennis en zijn woordenschat? Kennis en woordenschat hangen met elkaar samen. Daar maakt Klaar voor de Start gebruik van. De didactiek: De doelgroep van Klaar voor de Start is over het algemeen laagopgeleid en heeft moeite met leren, vooral met het leren van abstracte zaken. Beter is het de taal te leren in een context, in combinatie met bijbehorende handelingen, gebruiken, houdingsaspecten en gevoel. De inburgeraar heeft baat bij herhaling. Klaar voor de Start biedt de lesstof veel en gevarieerd aan. Herhalen kunt u ook letterlijk zien als het herhalen van dezelfde oefeningen. Voor de spreekoefeningen vindt u daarover al vaak suggesties bij de thema s. Voor lees- en schrijfoefeningen geldt echter ook dat die vaak herhaald worden. Een voorbeeld: het invullen van personalia. Al in thema 1 komt dit aan de orde. De cursist gebruikt hiervoor werkblad 1.1. om vele malen te oefenen met het schrijven van naam, adres, etc. kopieert u dit werkblad zo vaak als nodig. De cursist kan van zoveel mogelijk medecursisten, familie, etc personalias noteren; een goede oefening in luisteren en schrijven! Op deze manier kunnen de inburgeraars vrijwel iedere oefening vele malen doen. Daarmee zijn ze bezig de taal volop te consolideren. Taal wordt steeds in hele taaluitingen aangeboden. Pas bij het consolideren doet de inburgeraar ook rubriceeroefeningen (synoniemen, tegenstellingen, woordkasten, woordparaplu s e.d.) TPR (Total Physical Response): taal en handelen zijn aan elkaar gekoppeld. Voor de beginner is dit een veilige situatie; hij hoeft aan het begin nog niet zelf te produceren. Tegelijkertijd geeft TPR snel resultaat. Voorlezen: voor de taalontwikkeling is het goed om veel te luisteren en veel te lezen. Klanken, woorden, zinnen, patronen worden op deze manier ingeslepen. Teksten voor volwassenen zijn vaak moeilijk. Gemakkelijke teksten zijn vaak kinderachtig. Daarom begint de inburgeraar in thema 7 met voorlezen. Dit hardop lezen van eenvoudige teksten is goed voor de taalontwikkeling van de inburgeraar zelf, maar ook voor die van het kind. Een bijkomend voordeel is: het voorlezen heeft een functie in het meeleven met de (school)ontwikkeling van het kind. Samen leren: de inburgeraar doet veel oefeningen, dialogen, rollenspellen en alle en samen met anderen. Zo helpen ze elkaar, is de situatie veiliger, maar ook dwingender en is de kans groter dat de opdrachten worden uitgevoerd. Gebruik van veel beeldmateriaal zowel in de groepslessen als in de e-learning. Daardoor gaat de taalverwerving soepeler. Veel materiaal (woorden, platen) in de klas ophangen. De inburgeraar kan hier in het begin veel steun aan hebben omdat hij af en toe kan spieken. 6

7 6. De studiebelasting Enkele adviezen over de studiebelasting van Klaar voor de Start. Ideaal is het wanneer de inburgeraar drie groepslessen (van 2.5 à 3 uur) per week heeft, daarnaast zelfstandig 6 ongeveer 2 uur per week besteedt aan de oefeningen uit de e-learning (4 uur per thema) en 1 uur per week aan het zelfstandig uitvoeren van de. De studiebelasting per week is dan 10,5 à 12 uur per week, waarvan 7,5 à 9 begeleid door de docent. Die drie groepslessen zijn belangrijk omdat de inburgeraar veel nieuwe woorden krijgt aangeboden, omdat hij veel moet oefenen met de taal, samen met andere inburgeraars. Hij moet ook leren hoe hij zich voorbereidt op de praktijk. Een thema in schema, bij 6 lessen (een voorbeeld) Groepsles 1 Groepsles 2 Groepsles 3 o Film + kijkvragen e-l o Terugkijken o Terugkijken o Groepsgesprek e-l o Oefeningen & o Oefeningen en rollenspel p.o. o Oefeningen en rollenspel rollenspel o Voorbereiden o Voorbereiden p.o. o Voorbereiden p.o. Groepsles 4 Groepsles 5 Groepsles 6 o Terugkijken e-l o Terugkijken e-l o Terugkijken o Oefeningen & o Oefeningen en rollenspel p.o. rollenspel o Oefeningen o Voorbereiden o Voorbereiden p.o. o Terugkijken thema Toelichting: Een thema start altijd met een groepsles. Voor de oefeningen en rollenspelen maakt de docent een keuze uit de lessuggesties. Niet iedere lessuggestie is toepasselijk of nodig voor de inburgeraar. De inburgeraar bereidt in de groepsles de voor. De docent maakt een keuze voor een passende. Inburgeraars hoeven dus niet altijd alle opdrachten te doen. De e-learning en het uitvoeren van de doet de inburgeraar zelfstandig. Het is belangrijk dat inburgeraar en docent terugkijken op de zodra die is gedaan, dus de les erna. 6 In de eerste twee thema s leert de inburgeraar onder begeleiding van de docent hoe de e-learning werkt. Daarna kan hij zelfstandig aan de slag, eventueel in een Open Leercentrum met (technische) hulp van een onderwijsassistent. 7

8 Aan het eind van het thema kijken docent en inburgeraars terug op het hele thema. Zijn de doelen gehaald? Differentiatie in studiebelasting Voorbeeld 1 Inburgeraars die langzaam leren en een laag taalniveau hebben, zullen ongeveer twee weken over een thema doen. Het totale programma duurt dan maximaal 192 uur (bij groepslessen van 3 uur en inclusief de e-learning en de ). Wanneer de groepslessen 2,5 uur duren is het totaal aantal uur: 184. Voorbeeld 2 Inburgeraars die sneller leren, al een zekere woordenschat hebben of al een behoorlijke kennis van Nederland en de Nederlandse cultuur hebben, kunnen per week één thema doen. Het totale programma duurt dan maximaal 104 uur (bij groepslessen van drie uur, drie uur e-learning en één uur ). Bij groepslessen van 2,5 uur: 92 uur. Voorbeeld 3 De volgende variant zal niet veel voorkomen, maar voor de volledigheid toch dit voorbeeld. Inburgeraars die alleen een opfriscursus nodig hebben, dat wil zeggen die veel latente kennis van de taal en van Nederland hebben en al redelijk actief zijn, kunnen vrij zelfstandig het programma doorwerken. Ze kunnen zelfstandig de filmpjes bekijken en de e-learning doorwerken. Omdat ook deze inburgeraar zijn taal en kennis in praktijk moet kunnen brengen, komt hij na iedere naar school om met de docent de te bespreken en een nieuwe te krijgen. De e-learning kan hij eventueel op school in een Open Leercentrum doen. In het ideale geval is er een groepje van deze inburgeraars, zodat ze samen de en kunnen voorbereiden en nabespreken. Deze twee onderdelen blijven van belang voor het ontwikkelen van de sleutelvaardigheden Plannen & Organiseren en Leren. Het totale programma duurt voor deze inburgeraar rond de 40 uur (16 uur begeleiding door de docent, 16 uur e-learning en 8 uur uitvoeren van de en) Wanneer de inburgeraar de in een groepje voorbereidt, ligt de begeleiding door de docent rond de 10 uur. Differentiatie in inhoud In de praktijk zal het vaak zo zijn dat er geen aparte groepen snellere en langzamere inburgeraars gevormd kunnen worden. Iedereen zit bij elkaar. De praktijk leert ook dat snelle en langzame, goede en minder goede leerders heel goed met elkaar in een groep kunnen zitten, elkaar kunnen helpen, of op een verschillend 8

9 niveau aan een oefening of opdracht kunnen werken. Daarom enkele voorbeelden van mogelijkheden voor differentiatie. Een voorbeeld uit thema 1 Naar een nieuwe school: de oefening Maak een rij gaat over het alfabet. Vaardiger cursisten kunnen bijvoorbeeld helpen door het alfabet op het bord te schrijven zodat anderen dat als steuntje kunnen gebruiken. Ze kunnen de anderen ook helpen door te vragen wat de naam is (oefenen met vragen naar personalia) en zo de minder vaardige cursist op weg helpen. In ieder thema worden dergelijke suggesties bij oefeningen gegeven. De en: vaardiger cursisten kunnen bij het uitvoeren van de en een grotere rol spelen: de te gebruiken zinnen opschrijven, bij het uitvoeren het woord doen, etc. De en: bij de beschrijving van de en in de lessuggesties kan er goed gedifferentieerd worden. Een voorbeeld: 4 van Thema 6: Bel voor informatie: in een groepje gemengde cursisten bereiden ze samen de opdracht voor. De wat meer gevorderde cursist voert het telefoongesprek, de andere luistert en heeft daarbij een observatieopdracht (welke zinnen hoor je e.d.). In de beschrijving van de lessen worden deze suggesties aangereikt. Maar natuurlijk kunt u zelf ook op deze manier binnen de oefeningen, rollenspellen en differentiatie aanbrengen. Conclusie: van belang is dus vooral het samenstellen van de groepjes. Door ze steeds zo te formeren dat iedere cursist op zijn eigen niveau de opdracht kan uitvoeren en daarbij iets leert van of aan een ander, kan die opdracht met optimaal rendement uitgevoerd worden. Behalve dat er binnen de groep verschillende soorten inburgeraars zitten, kunt u ook te maken krijgen met verschillende instroom. Gemeentes die de inburgeraar aanleveren willen meestal dat die na aanmelding zo snel mogelijk start met het traject. Kan dat ook met inburgeraars die zo n laag taalniveau hebben? Het kan zeker wel; een paar voorbeelden: Stel dat er iedere week een nieuwe inburgeraar in het traject wordt geplaatst, besteed dan in ieder geval aandacht aan kennismaken. In de lessuggesties van thema 1 staan verschillende kennismakingsoefeningen. Varieer in de keuze, geef de al wat langer aanwezige inburgeraars een rol bij het kennismaken (zij stellen de vragen, spelen een kennismakingsspel voor, stellen de groep aan de nieuweling voor, etc) Daarna kunt u de nieuwe inburgeraar mee laten doen met het thema waar u op dat moment mee bezig bent. Omdat veel opdrachten in groepjes worden gedaan, kunt u de nieuwe inburgeraar eerst mee laten kijken en luisteren. Daarbij kunt u een 9

10 observatieopdracht geven (wat hoor je? Zin a of zin b? wat zie je?) Na de oefening ook terugvragen: begrijp je de woorden en zinnen? Als het goed gaat, kan hij langzamerhand gewoon meedoen. Laat de nieuwe inburgeraar na het kennismaken, zelfstandig (of in het open leercentrum met begeleiding van een onderwijsassistent of een goede medeinburgeraar) een filmpje bekijken en de filmvragen maken. Als dit goed gaat, kan hij ook de e-learning zelfstandig gaan doen. Daarna kan hij meedoen met de groep. Bij de en de nieuweling eerst een observerende rol geven. Kunnen ook absolute beginners instromen? Wanneer de mogelijkheid er is, verdient het de voorkeur een absolute beginner tegelijk met de start van thema 1 te laten beginnen met het programma. Uit ervaringen is echter ook gebleken dat het wel mogelijk is. De tijd van meekijken zal wat langer duren en u zal aanvankelijk ook weer gebruik maken van TPR. Conclusie: de tussentijdse instroom van nieuwe inburgeraars in Klaar voor de Start is mogelijk, zelfs wenselijk, ook voor beginners. 7. De toetsing De doelen van Klaar voor de Start zijn: het verhogen van het taal- en kennisniveau tot het startniveau van NahW en TiN én het trainen van de sleutelvaardigheden Plannen & Organiseren en Leren. Beide onderdelen moeten beoordeeld worden. Taal en kennis: dit gebeurt door middel van een digitale toets: uit een totaal van 50 vragen, krijgt de inburgeraar er 20, at random geselecteerd. De vragen gaan over het gebruik van de taal in situaties, de kennis van de woorden en over kennis van bepaalde zaken binnen de onderwerpen. Sleutelvaardigheden: Plannen & Organiseren en Leren wordt vooral getraind door middel van de en. Bij stap 1 van de, het voorbereiden, plant de inburgeraar het doen van de opdracht (wanneer, waar, met wie) ; hij maakt een afspraak met degene met wie hij de opdracht gaat doen, schrijft die afspraak in zijn agenda. Ook bij stap 1 denkt de inburgeraar na over de situatie waar hij in terecht zal komen, welke zinnen hij moet gebruiken. Wellicht oefent hij nog extra met die zinnen. Dat inhoudelijke voorbereiden is Leren. Gecombineerd met het terugkijken (is het inderdaad zo gegaan als je je voorgenomen had) is de progressie in deze sleutelvaardigheden goed te volgen zowel voor inburgeraar als docent. Door middel van een checklist houden inburgeraar en docent de vorderingen bij 7. De uitslag van de toets en de beoordeling Als de inburgeraar 80% van de digitale toets goed heeft beantwoord, én, als hij van acht en een paraaf heeft, is het voldoende. 7 Zie bijlage 1 10

11 Als de inburgeraar het hele programma naar beste kunnen heeft doorgewerkt en toch een lage score heeft zijn er verschillende mogelijkheden: Het heeft niet veel zin om nog een keer opnieuw te beginnen met Klaar voor de Start. Als de inburgeraar bijzonder laag scoort in het traject, de opdrachten niet goed kan doen, de woorden en zinnen niet voldoende kan leren, kan de uitslag van de toets en de beoordeling van de en aanleiding zijn om met de gemeente te praten. Wellicht is het voor deze inburgeraar niet haalbaar voor het Inburgeringsexamen te slagen. Als de inburgeraar matig scoort, kan de docent ook een rapportje meegeven voor de docent van het vervolgtraject. Deze inburgeraar zal wellicht het inburgeringsexamen wel kunnen halen, maar meer begeleiding of meer tijd nodig hebben. 8. Praktische zaken Het woordenschrift: het is belangrijk dat de inburgeraar een woordenschrift aanlegt. Daarin kan hij woorden kwijt die hij hoort en niet kent, zodat hij ze kan navragen of opzoeken in een woordenboek. Ook kan hij de woordenlijsten van het thema erin plakken en er eventueel een vertaling bijschrijven. Stimuleer het gebruik van een woordenschrift. Geef het een plaats in de lessen, vooral bij het terugkijken op de en. Van groot belang is ook een map met zoveel tabbladen als er thema s zijn (8) en nog twee extra voor de en en de checklist. Omdat Klaar voor de Start losbladig is, is het noodzakelijk de werkbladen goed op te ruimen. Besteed hier aan het begin ook ruim aandacht aan; de inburgeraar leert ook op deze manier Plannen & Organiseren. Om inburgeraars te helpen een goed na te bespreken is het nuttig en leuk een foto te laten maken van het uitvoeren van de. De foto helpt de inburgeraar de herinnering terug te halen, zodat hij er gemakkelijker over kan praten. De foto kan ook aanleiding zijn voor een gesprek met de groep. Ook die krijgt namelijk letterlijk een beeld van de situatie en kan daar bijvoorbeeld vragen over stellen of eigen ervaringen bij vertellen. Bovendien levert een foto meteen een bewijs: een aanleiding om alvast het verzamelen van bewijzen aan te stippen. In de lessuggesties worden regelmatig aanwijzingen gegeven hoe dit te doen. Het praktijklokaal: sommige scholen hebben de beschikking over een praktijklokaal. Dat is een lokaal waarin verschillende situaties zijn nagebootst, bijvoorbeeld een dokterspraktijk, een bushalte, etc. Zo n ruimte biedt extra mogelijkheden voor de rollenspellen. De situatie is bijna levensecht en het wordt gemakkelijker om de echte situatie te na te bootsen. Het succes in de praktijk zal daarna ook groter zijn. In Klaar voor de Start wordt nog geen gebruik gemaakt van hulpkaarten, 11

12 omdat gesprekjes, patronen, voorbeelden van formulieren al op de hulpkaarten van NahW of TiN staan en omdat de inburgeraar na Klaar voor de Start hoogstwaarschijnlijk naar een van die twee trajecten doorstroomt. Sommige werkbladen functioneren wel als hulpkaart. Verder kunt u natuurlijk gebruik maken van de hulpkaarten van NahW en TiN. 9. Tips Om taalpatronen in te slijpen, kunt u gebruik maken van J. Deen, C. van Veen, Taalriedels. Groningen, Ook in J. de Vries, H. van Loo, Anders nog iets? Amsterdam, 2004 kunt u leuke extra ideeën vinden. Het boekje gebruikt muziek om taalpatronen, intonatiepatronen in te slijpen. 10. De e-learning De e-learning is een essentieel onderdeel van het programma. Het is daarom belangrijk dat de docent ook de e-learning bij de start goed begeleidt. Het programma is zo samengesteld dat het mogelijk is om onderdelen een of meerdere keren te herhalen. Het is belangrijk de cursist daarop te wijzen, omdat het gevaar altijd aanwezig is dat cursisten zich erdoorheen klikken. Aan het begin van de cursus legt u de cursisten de werkwijze van het programma uit. U doet samen met de cursist de oefeningen of u doet ze eerst voor. Het is nodig dat u daar in uw lesplanning rekening mee houdt. U start met het digitaal vaardig maken van de cursisten, daarna zult u de werkwijze bij de verschillende soorten vragen moeten begeleiden. Op het moment dat de cursisten zelfstandig werken, kunt u in de portal controleren met welk resultaat de cursisten hebben gewerkt. Digitale vaardigheid Een deel van de cursisten heeft misschien nog nooit een computer aangeraakt. Een ander deel bezit in meer of mindere mate digitale vaardigheden. Voor het aanleren van de basishandelingen op de computer en het aanleren van de zeer beperkte, maar noodzakelijke computertaal zijn er vier minigames ontwikkeld. Minigames Deze minigames hebben als doel om op plezierige wijze de cursisten de handelingen zoals gebruik van de muis, gebruik van het toetsenbord, klikken en slepen aan te leren. Deze handelingen zijn noodzakelijk voor het werken met de e-learning. Ballonnenspel. Het doel van het spel is klikken met de muis. U ziet een katapult die door middel van klikken met de muis ballonnen kapot schiet. Daarmee kan men punten verdienen. Het spel begint uiterst gemakkelijk en het tempo is traag. Naarmate het spel 12

13 vordert, neemt het tempo en de moeilijkheidsgraad toe. Kat-en-muis-doolhof. Het doel van het spel is sturen met de muis. De speler moet met de computermuis een weg aangeven zodat de virtuele muis ontsnapt aan de kat. Het spel begint met een duidelijke introductie. Kat en muis toetsenbord. Het doel van dit spel is het gebruik van het toetsenbord: de pijltjestoetsen, ctrl, shift, enter, spatie en letters. De kat achtervolgt de muis en er verschijnen toetsen in beeld die de cursist moet indrukken, zodat de muis de kat voor blijft. Het begin is heel simpel: alleen de pijltjestoetsen op een laag temp. Naarmate de cursist meer handigheid krijgt, nemen het tempo en de moeilijkheidsgraad toe. Het eurospel. Het doel van het spel is slepen met de muis. Op het scherm ziet de cursist een aantal spaarvarkens. Er vallen munten naar beneden die naar de spaarvarkens gesleept moeten worden. Daarmee valt geld te verdienen. Het is de bedoeling dat alleen de euromunten naar de spaarvarkens gesleept worden. Het spel begint op een laag tempo. Naarmate de cursist verder komt, nemen de snelheid en de moeilijkheidsgraad toe. Als de cursist met behulp van deze minigames heeft geoefend in het gebruik van de muis en het toetsenbord en hij heeft de namen van de handelingen, zoals klikken en slepen, geleerd, dan is hij klaar om met de e-learning te beginnen. Binnen de groepslessen en binnen het e-learningprogramma zelf, zal nog aandacht besteed worden aan het gebruik van de computer. Het programma heeft acht thema s. Per thema zijn er ongeveer 65 vragen en opdrachten daarnaast is er een alfabetische woordenlijst en een afsluitende toets. Elke thema is verdeeld in vijf onderwerpen: Bekijk aflevering. De cursist kan zo vaak hij wil of zo vaak het nodig is, de aflevering van het thema bekijken. Het verhaal. Elk thema begint met een kort filmpje dat u met behulp van een dvdspeler klassikaal laat zien. Na het zien van het filmpje zal er in de groepsles over gesproken worden. Binnen de e-learning start de cursist een thema met het kijken naar het filmpje en het maken van vragen. Deze vragen zullen gericht zijn op de situatie en de handelingen die in het filmpje te zien zijn, dus zeer contextrijk. De cursisten kunnen de filmpjes later ook nog individueel op de computer bekijken. Oefenen met taal. Het doel van deze oefeningen is dat de cursist de taal leert door in veelvoorkomende situaties de juiste taaluiting te kiezen, al minder contextrijk dan in Het verhaal. Om de relatie tussen de cursist en de inhoud van de opdracht zo natuurlijk mogelijk te maken, wordt de cursist direct aangesproken. Een 13

14 voorbeeld hiervan: U bent ziek. U belt de school. Wat zegt u? Woorden leren. De woorden die in de groepslessen en in Oefenen met taal gebruikt worden, komen een aantal keren terug in verschillende oefeningen. Er is geen context meer. De cursist krijgt verschillende rubriceeroefeningen aangeboden. De nieuwe woorden worden zo in samenhang opgeslagen zodat ze beter verankeren. Oefenen met spreken. Het doel van deze oefeningen is om de cursist een extra oefening in luisteren te geven en te trainen in het spreken binnen situaties die dicht bij de leefwereld staan. De cursist krijgt een aantal standaardzinnen aangeboden waarmee hij zich op basaal niveau kan redden. Het aantal oefeningen is beperkt, maar het is de bedoeling dat de cursist deze zinnen een aantal malen doorneemt, zodat ze ingeslepen worden. De introductie van iedere vraag in de e-learning wordt voorgelezen. Op deze manier oefent de cursust met luisteren en lezen. Tegelijkertijd oefent hij met verschillende instructies. Soorten vragen - Multiple-choicevragen: de cursist leest of luistert naar het materiaal, hoort de opdracht en klikt op het goede antwoord. - Luistervragen: de cursist klikt op de luidspreker en luistert naar de tekst. Daarna klikt of sleept hij het goede antwoord. - Sorteervragen: de cursist sleept een aantal goede antwoorden naar een bepaald vak, soms ondersteund door een audiofragment. - Vragen waarbij illustraties en tekst bij elkaar gezocht moeten worden. De cursist sleept het goede antwoord naar het plaatje, soms ondersteund door een audiofragment. - Plaatjes met audiofragmenten: de cursist sleept het audiofragment naar de juiste illustratie. - Zinnen met een blank: de cursist ziet een zin waarin een woord ontbreekt. Hij luistert naar het audiofragment en kiest het juiste woord. - Woorden tellen: de cursist hoort een zin en telt het aantal woorden. Vervolgens klikt hij op het juiste antwoord. - Opdrachten waarbij de cursist een eenvoudige dialoog moet samenstellen. De cursist kiest de goede zin en sleept deze naar het plaatje. - Spreekoefeningen waarbij de cursist binnen een context zinnen uit een gesprek hoort. Hij luistert naar de zin, zegt hem na en luistert nogmaals naar de zin. Als een cursist zijn keuze heeft gemaakt, klikt hij op de knop verstuur. Dan verschijnt 14

15 een boodschap waarin staat of het antwoord goed of fout is. Als het antwoord fout is, dan krijgt de cursist een hint en kan hij de vraag nogmaals beantwoorden. Als een cursist een woord niet begrijpt, kan hij de woordenlijst openen. De woorden uit de thema s zijn alfabetisch gerangschikt. De cursist klikt op het gezochte woord en ziet dan het woord in een contextrijke zin, daarnaast een synoniem of een beschrijving en bij de werkwoorden een paar voorbeelden waarin het werkwoord in een zin wordt gebruikt. Bij woorden waarbij de uitleg complex is, volstaat een afbeelding en een contextrijke zin. De cursist en de docent kunnen via de portal bijhouden welke vorderingen de cursist maakt. Het is belangrijk om de cursist erop te wijzen dat hij de oefeningen meerdere malen kan doen. 15

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN? Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN

Nadere informatie

Computervaardigheden training. Hoofdstuk 4 e-learning. CH4-v1.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Computervaardigheden training. Hoofdstuk 4 e-learning. CH4-v1.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Computervaardigheden training Hoofdstuk 4 e-learning CH4-v1.0 INBURGEREN daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Hoofdstuk 4 E-learning Inhoudsopgave Nederlands aan

Nadere informatie

docenten handleiding CP04 Contact met de basisschool OGODH4-V1.1

docenten handleiding CP04 Contact met de basisschool OGODH4-V1.1 docenten handleiding CP04 Contact met de basisschool OGODH4-V1.1 Contact met de basisschool CP04 Waar gaat het over? Introductie Deze CP gaat over gesprekken met de juf of meester van de basisschool en

Nadere informatie

Handleiding DISK: Lesgeven met DISK

Handleiding DISK: Lesgeven met DISK Handleiding DISK: Lesgeven met DISK Inhoudsopgave 1. Introductie 2 2. Niveau bepalen 3 3. Themakeuze 3 4. Leerroutes voor de leerling 5 5. Lesorganisatie 7 6. Tijdsplanning 9 7. Differentiëren 11 1 1.

Nadere informatie

docenten handleiding CP09 OnderwijS BSDH9-V1.0

docenten handleiding CP09 OnderwijS BSDH9-V1.0 docenten handleiding CP09 OnderwijS BSDH9-V1.0 Onderwijs CP09 Waar gaat het over? Introductie Praktijksituatie 9 is Onderwijs. De 3 handelingssituaties die worden onderscheiden, zijn: zich oriënteren op

Nadere informatie

Klik & Tik. De start. Docentenhandleiding

Klik & Tik. De start. Docentenhandleiding Klik & Tik. De start Docentenhandleiding Ella Bohnenn Fouke Jansen Stichting Expertisecentrum Oefenen.nl Foundation House Koninginnegracht 15 2514 AB DEN HAAG 070 762 2 762 info@oefenen.nl www.oefenen.nl

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

docenten handleiding CP06 Lezen en spelen OGODH6-V1.1

docenten handleiding CP06 Lezen en spelen OGODH6-V1.1 docenten handleiding CP06 Lezen en spelen OGODH6-V1.1 Lezen en spelen CP06 Waar gaat het over? Introductie In deze praktijksituatie gaat het over educatieve activiteiten voor en door kinderen: voorlezen,

Nadere informatie

Oranje stappers maak je zo

Oranje stappers maak je zo Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje

Nadere informatie

2. Overzicht van modules en prijzen

2. Overzicht van modules en prijzen 2. 1. Blokken en domeinen 2. Doorlooptijden en invulling 3. Prijzen 1. Blokken en domeinen De methode KleurRijker dekt het taalniveau vanaf A0 + (zeer beperkte kennis van de Nederlandse taal, gealfabetiseerd)

Nadere informatie

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken Les 1: Verklaren hoe planten groeien Wat ga je schrijven: een verklarende tekst Hoe komt het eigenlijk dat planten groeien? Je schrijft een verklarende tekst voor leerlingen van een andere klas. Welke

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. LESMATERIAAL

1. INLEIDING 2. LESMATERIAAL DOCENTENHANDLEIDING 1. INLEIDING Nederlands in Beeld (NIB) is bedoeld om zoveel mogelijk via beeldmateriaal de betekenis van woorden en zinnen duidelijk te maken. Cursisten met weinig schoolervaring hebben

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

Sportkleding beschrijven

Sportkleding beschrijven week 41 10 oktober 2016 Handleiding niveau A en B les 1 en 2 Sportkleding beschrijven Taalhandeling: Beschrijven Beschrijven Ervaarles Schrijftaak: Sportkleding beschrijven (gymschoen en daarvan een beschrijven)

Nadere informatie

Het inburgeringsexamen

Het inburgeringsexamen Het inburgeringsexamen Als gevolg van de Nieuwe Wet Inburgering zijn zowel de oud- als de nieuwkomers niet alleen verplicht een inburgeringsprogramma te volgen, ze moeten op het inburgeringsexamen ook

Nadere informatie

Het Rode Boek: empowerment en spreekvaardigheid voor analfabeten NT2-CONFERENTIE BVNT2 20/05/2017

Het Rode Boek: empowerment en spreekvaardigheid voor analfabeten NT2-CONFERENTIE BVNT2 20/05/2017 Het Rode Boek: empowerment en spreekvaardigheid voor analfabeten NT2-CONFERENTIE BVNT2 20/05/2017 Programma 1. Context, doelgroep en functie van het Rode Boek 2. Thematisch spreken en luisteren 3. Empowerment

Nadere informatie

Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9

Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9 Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9 Extra materiaal na de Taalsituaties, Vervolgmodule OGO Algemeen In Extra materiaal na de Taalsituaties wordt de leerstof uit drie voorgaande

Nadere informatie

Docentenhandleiding. CP15 het functioneringsgesprek. dh15-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Docentenhandleiding. CP15 het functioneringsgesprek. dh15-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Docentenhandleiding CP15 het functioneringsgesprek dh15-v2.0 INBURGEREN daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Het functioneringsgesprek CP15 Waar gaat het over?

Nadere informatie

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity Basisonderwijs Versie 22 mei 2018 INHOUD Inleiding... 2 Tijdsverloop... 2 Quiz: Waar gaat de gemeente over?... 3 Filmpje Hoe werkt de gemeenteraad?... 6 Wie is de baas in de gemeente?... 7 Van probleem

Nadere informatie

Verklaren hoe planten groeien

Verklaren hoe planten groeien Verklaren hoe planten groeien De Nieuwsbegrip schrijflessen werken met één handleiding voor A en B. Aanwijzingen voor verschillen tussen A en B en voor werken met zwakke en sterke leerlingen vindt u in

Nadere informatie

De mogelijkheid om te differentiëren: een aansprekend en op maat gesneden leertraject voor iedere leerling!

De mogelijkheid om te differentiëren: een aansprekend en op maat gesneden leertraject voor iedere leerling! De mogelijkheid om te differentiëren: een aansprekend en op maat gesneden leertraject voor iedere leerling! Vandaag: Eerste kennismaking met DISK 1 augustus: Aan de slag met DISK! OPBOUW PRESENTATIE Deel

Nadere informatie

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school werkbladen thema 1 naar een nieuwe school 1.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Tarik en Zoera gaan naar de inburgeringscursus. waar / niet

Nadere informatie

week 37 8 september 2014 Handleiding niveau A en B les 1 en 2

week 37 8 september 2014 Handleiding niveau A en B les 1 en 2 Je slang beschrijven Taalhandeling: Beschrijven Beschrijven ervaarles Schrijftaak: Beschrijven van een slang instructieles Lesdoel: Leerlingen ervaren wat een beschrijving goed maakt. oefenles Nieuwsbegriponderwerp:

Nadere informatie

Van A tot Zorg Nederlandse taal in de zorg

Van A tot Zorg Nederlandse taal in de zorg Van A tot Zorg Nederlandse taal in de zorg Klassikaal leren Zelfstudie Online leren Van A tot Zorg Docentenhandleiding Inhoudsopgave Inleiding 3 Wat is het doel van van A tot Zorg? 4 Voor wie is van A

Nadere informatie

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning.

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning. Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning. Inleiding. De module Vingerspelling en Letterherkenning is onderdeel van de methode AAD. Het is de eerste module, speciaal voor degenen die het Nederlands

Nadere informatie

TRAINING WERKEN MET. Training Werken met. Ella Bohnenn Fouke Jansen. In opdracht van Stichting Expertisecentrum ETV.nl

TRAINING WERKEN MET. Training Werken met. Ella Bohnenn Fouke Jansen. In opdracht van Stichting Expertisecentrum ETV.nl ... WERKEN MET TRAINING Ella Bohnenn Fouke Jansen In opdracht van Stichting Expertisecentrum ETV.nl Stichting Expertisecentrum ETV.nl Lange Voorhout 9 2514 EA Den Haag Postbus 556 2501 CN Den Haag T 070-3765490

Nadere informatie

Handleiding bij de workshop Animatie in Microsoft PowerPoint Hoe maak je een animatie in Microsoft PowerPoint 2010? Handleiding voor kinderen

Handleiding bij de workshop Animatie in Microsoft PowerPoint Hoe maak je een animatie in Microsoft PowerPoint 2010? Handleiding voor kinderen Vorige keer hebben wij gesproken over het maken van een PowerPoint presentatie. Deze keer beginnen wij met de herhaling van de basis handelingen op de computer zoals: iets op je scherm aanwijzen iets op

Nadere informatie

inburgering.graafschapcollege.nl

inburgering.graafschapcollege.nl Inburgeren bij het Graafschap College Bij de Taalschool van het Graafschap College zijn alle inburgeraars welkom. De Taalschool geeft lessen op drie verschillende taalniveaus. De Taalschool kijkt wat voor

Nadere informatie

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. INHOUD Inleiding 8 DEEL 1 13 Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. Les 2 - Wie is het? 19 A1 - Ik kan de persoonsnamen gebruiken.

Nadere informatie

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

In je kracht. Werkboek voor deelnemers In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers

Nadere informatie

Les. Tijdschrift voor Nt2 en taal in het onderwijs

Les. Tijdschrift voor Nt2 en taal in het onderwijs Tijdschrift voor Nt2 en taal in het onderwijs Les Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er

Nadere informatie

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken Les 1: Verklaren hoe planten groeien Wat ga je schrijven: een verklarende tekst Hoe komt het eigenlijk dat planten groeien? Je schrijft een verklarende tekst voor leerlingen van een andere klas. Welke

Nadere informatie

Handleiding bij begeleiding van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). (ontworpen voor het basisexamen inburgering A1)

Handleiding bij begeleiding van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). (ontworpen voor het basisexamen inburgering A1) Handleiding bij begeleiding van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). (ontworpen voor het basisexamen inburgering A1) Instructieboek voor begeleiders en docenten. Ad Appel Uitgave:

Nadere informatie

Handleiding Zeist - oktober 2013

Handleiding Zeist - oktober 2013 Handleiding Zeist - oktober 2013 Inhoud: Verantwoording/Inleiding... 3 1. De leesregel... 3 2. Voorbereidend aanvankelijk braille... 3 3. Aanvankelijk braille... 3 4. Voorbereidend revalidatiebraille...

Nadere informatie

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID Maak een mindmap of schema van een tekst ga je dan doen? Naar aanleiding van een titel, ondertitel, plaatjes en of de bron van de tekst ga je eerst individueel (en

Nadere informatie

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Algemeen Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Maart 2015 o Groep 0/instroom: Afhankelijk van de ontwikkeling van het kind kunnen de muisvaardigheden geoefend worden door het programma Spelen met

Nadere informatie

docenten handleiding CP04 Bankzaken BSDH4-V1.0

docenten handleiding CP04 Bankzaken BSDH4-V1.0 docenten handleiding CP04 Bankzaken BSDH4-V1.0 Bankzaken CP04 Waar gaat het over? Introductie In de praktijksituatie over Bankzaken oefenen cursisten met het openen en blokkeren van een rekening, met geld

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding In de lesbrieven van het thema Aan het werk hebben jullie

Nadere informatie

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Algemeen Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Mei 2014 o Groep 0/instroom: Afhankelijk van de ontwikkeling van het kind kunnen de muisvaardigheden geoefend worden door het programma Spelen met de

Nadere informatie

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne Deze schrijfles is dit jaar de tweede waarin leerlingen oefenen in het genre verklaren. Het is een instructieles,

Nadere informatie

Docentenhandleiding. CP11 Op zoek naar werk. dh11-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Docentenhandleiding. CP11 Op zoek naar werk. dh11-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Docentenhandleiding CP11 Op zoek naar werk dh11-v2.0 INBURGEREN daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Op zoek naar werk CP11 Waar gaat het over? Introductie In

Nadere informatie

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering Nederlands in Uitvoering Leerjaar 1 Sport & spel Een mondelinge instructie begrijpen Algemene modulegegevens Leerjaar: 1 Taaltaak: Een mondelinge instructie begrijpen Thema: Sport & spel Leerstijlvariant:

Nadere informatie

Checklist Rekenen Groep 3. 1. Tellen tot 20. 2. Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren?

Checklist Rekenen Groep 3. 1. Tellen tot 20. 2. Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren? Checklist Rekenen Groep 3 1. Tellen tot 20 Als kleuters, in groep 1 en groep 2, zijn de kinderen bezig met de zogenaamde voorbereidende rekenvaardigheid. Onderdelen hiervan zijn ordenen en seriatie. Dit

Nadere informatie

docenten handleiding CP02 Solliciteren WZDH2-V1.1

docenten handleiding CP02 Solliciteren WZDH2-V1.1 docenten handleiding CP02 Solliciteren WZDH2-V1.1 Solliciteren CP02 WZ Waar gaat het over? Introductie Deze CP gaat over solliciteren. De kandidate maakt kennis met vastomlijnde sollicitatieprocedures

Nadere informatie

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne Deze schrijfles is dit jaar de tweede waarin leerlingen oefenen in het genre verklaren. Het is een instructieles,

Nadere informatie

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.

Nadere informatie

De macho en het muurbloempje

De macho en het muurbloempje Onderwijsbehoefte Zorgverbreding Team De macho en het muurbloempje Tamara Wally Over de auteur Tamara Wally, MSc. is onderwijs- en ontwikkelingspsycholoog. Zij is werkzaam bij de CED- Groep. Zij geeft

Nadere informatie

Workshop Oriëntatie op Nederlands voor taalvrijwilligers

Workshop Oriëntatie op Nederlands voor taalvrijwilligers Workshop Oriëntatie op Nederlands voor taalvrijwilligers 12 januari 2016 Lidy Zijlmans Senior medewerker Nederlands voor anderstaligen https://www.doneereenlesboek.nl/ Programma workshop 1. Inventarisatie

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

docenten handleiding CP07 Vrije tijd OGODH7-V1.1

docenten handleiding CP07 Vrije tijd OGODH7-V1.1 docenten handleiding CP07 Vrije tijd OGODH7-V1.1 Vrije tijd CP07 Waar gaat het over? Introductie Deze CP gaat over vrije tijd. De inburgeraar leert zichzelf of een kind in te schrijven bij een sportclub

Nadere informatie

Luisteren. Examentips verzameld. Examentip Hoofdstuk 2

Luisteren. Examentips verzameld. Examentip Hoofdstuk 2 Examentips verzameld Luisteren Examentip Hoofdstuk 2 Lees de opgave, luister naar het fragment, geef antwoord door het goede antwoord aan te klikken/een hokje zwart te maken en lees daarna meteen de volgende

Nadere informatie

Docentenhandleiding. CP21 rapporteren. dh21-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Docentenhandleiding. CP21 rapporteren. dh21-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Docentenhandleiding CP21 rapporteren dh21-v2.0 INBURGEREN daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Techniek Rapporteren CP21 Waar gaat het over? Introductie Deze praktijksituatie

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) De tekst hieronder gebruikt bij opdracht 3. U doet dan op het bord voor hoe u een gedicht schrijft. Hardopdenktekst We hebben samen naar de Nieuwsbegripfilm gekeken. Zelf

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

BIJLAGE BIJ DE INLEIDING DE TIEN STAPPEN

BIJLAGE BIJ DE INLEIDING DE TIEN STAPPEN BIJLAGE BIJ DE INLEIDING DE TIEN STAPPEN Checklist Stap Naam Wie gaat dit doen? Op of voor welke datum? Opmerkingen 1 Regel de randvoorwaarden 2 Verdeel de groep in subgroepen 3 Bedenk materiaal per subgroep

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

Woordentrainer Frans Cap sur le français 1 Handleiding versie 1.1

Woordentrainer Frans Cap sur le français 1 Handleiding versie 1.1 Woordentrainer Frans Cap sur le français 1 Handleiding versie 1.1 Beste gebruiker, Je staat in de startblokken om je woordenschat (ook wel vocabulaire of lexique) Frans stevig in te oefenen. Met Woordentrainer

Nadere informatie

Absolute beginners: hoe vang je ze op? Hanneke Pot: ronde 2

Absolute beginners: hoe vang je ze op? Hanneke Pot: ronde 2 Absolute beginners: hoe vang je ze op? Hanneke Pot: ronde 2 Programma Vanuit het perspectief van het kind: Eigen ervaring a) gewoon (?) b) TPR Onderzoek: Lectoraat OGO TPR in groep 1??!! a) opzet b) resultaten

Nadere informatie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Kern 3: doos-poes-koek-ijs Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) De tekst hieronder gebruikt u bij opdracht 3. U doet dan op het bord voor hoe u een gedicht schrijft. Hardopdenktekst Zelf vind ik het best erg voor de mensen in Egypte

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Visie en accenten leerplan Frans BaO 1 De eerste stappen zetten - Basiswoordenschat

Nadere informatie

Support desk Nova College Taal in de buurt Nieuwsbrief Supportdesk Taal in de Buurt, nummer 2, februari 2011

Support desk Nova College Taal in de buurt Nieuwsbrief Supportdesk Taal in de Buurt, nummer 2, februari 2011 Support desk Nova College Taal in de buurt Nieuwsbrief Supportdesk Taal in de Buurt, nummer 2, februari 2011 Via uw e mail ontvangt u vanaf december 2010 iedere twee maanden een digitale nieuwsbrief. In

Nadere informatie

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten Maatschappelijk werkers en ouderconsulenten kunnen aan de hand van TOLK praten met je kind!: Ouders bewust maken van het belang van veel praten. Ouders

Nadere informatie

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal DRAAIBOEK TRAINING 1, 2,3,4,5 REALISTEN ROADMOVIE De prezi presentatie voor de trainingsbijeenkomsten vindt u via de onderstaande link. https://prezi.com/0txqqdqmauta/training-realisten-roadmovie-5-bijeenkomsten/

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Workshop regionale studiedag stichting Lezen en schrijven voor taalvrijwilligers uit Gelderland en Overijssel op 6 oktober 2018 Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Starter Waar denkt u

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Boomwhackers 2. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Boomwhackers 2. wat is jouw talent? Workshop Handleiding 2 wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1 t/m 12 Hier beschrijven we alle lessen afzonderlijk en we geven

Nadere informatie

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week september 2013 Handleiding niveau B, les 1 en 2

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week september 2013 Handleiding niveau B, les 1 en 2 Handleiding Les 1 Deze schrijfles is de tweede waarin leerlingen oefenen in het genre beschrijven. Het is een instructieles, waarin u uitlegt en voordoet hoe je een beschrijvende tekst maakt met de schrijfstrategie

Nadere informatie

Informatie voor doorverwijzers Aanbod taalcoaching

Informatie voor doorverwijzers Aanbod taalcoaching Informatie voor doorverwijzers Aanbod taalcoaching Taal doet meer Taal doet meer heeft een niet meer weg te denken rol in de Utrechtse samenleving op het gebied van integratie en participatie. Door taal

Nadere informatie

TAALCOMPLEET. Nederlands voor anderstaligen KNM. 5 e druk 2016 ISBN KNM: Copyright: KleurRijker B.V.,

TAALCOMPLEET. Nederlands voor anderstaligen KNM. 5 e druk 2016 ISBN KNM: Copyright: KleurRijker B.V., TAALCOMPLEET Nederlands voor anderstaligen KNM 5 e druk 2016 ISBN KNM: 978-94-90807-19-1 Copyright: KleurRijker B.V., info@kleurrijker.nl Hoofdredactie: Janneke Blom Redactie: Nynke Oosterhuis Auteurs:

Nadere informatie

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Inleiding De checklist Presentatie geven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een presentatie moeten kunnen geven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Handleiding basiswoordenschat.

Handleiding basiswoordenschat. basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist

Nadere informatie

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Kinderen hebben in kern 1, 2 en 3 al veel woorden geleerd. Het is een leuk spel om de letters van die woorden op de rug van uw kind te schrijven en het kind

Nadere informatie

HANDLEIDING. Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer

HANDLEIDING. Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer versie: januari 2017 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 3 Wat heb je nodig? 3 Account aanmaken en cursus activeren 3 Wat moet ik eerst

Nadere informatie

Handleiding Oefensoftware Station Zuid. Versie 1.1

Handleiding Oefensoftware Station Zuid. Versie 1.1 Handleiding Oefensoftware Station Zuid Versie 1.1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Starten 4 2.1. Inloggen via Basispoort door de kinderen 4 2.2. De leerling-startpagina 5 2.3. De software voor de kinderen

Nadere informatie

In je kracht. Spelhandleiding

In je kracht. Spelhandleiding In je kracht Spelhandleiding Inhoud Introductie 3 1. Kennismakingsspel 4 2. Inspiratiespel 7 3. Kwaliteitenspel 11 Colofon De aanpak EVA (Educatie voor Vrouwen met Ambitie) is een verdieping op het ondersteuningsprogramma

Nadere informatie

Werkvormen beroepenkaarten

Werkvormen beroepenkaarten Werkvormen beroepenkaarten Tessa Boff Tonella Werkvorm 1: De beroepenkaarten om te onderzoeken wat je leuk vindt Doel: Naast dat de beroepenkaarten een beroep op de kaart hebben, staat er ook een foto

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

BEGELEIDERSHANDLEIDING. Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer

BEGELEIDERSHANDLEIDING. Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer versie: januari 2017 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 3 Benodigdheden 3 ONDERWEG 4 De klanken van het Nederlands 4 Overzicht lessen 4

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 - Spellingfouten voorkomen

Hoofdstuk 15 - Spellingfouten voorkomen Hoofdstuk 15 - Spellingfouten voorkomen 15.1. Inleiding 205 15.2. Hoorfouten opsporen met voorleessoftware 207 15.3. Gelijkende woorden controleren met de homofonenfunctie 209 Deel 4 - ICT als brug tussen

Nadere informatie

Werken met Paint 2014

Werken met Paint 2014 Groep: 5 Lesdoelen: - - De leerlingen begrijpen dat je niet zomaar een plaatje van internet kan plukken, dat het plagiaat is De leerlingen kunnen met behulp van Paint zelf een tekening in Paint maken.

Nadere informatie

Checklist Duidelijk Nederlands spreken

Checklist Duidelijk Nederlands spreken Checklist Duidelijk Nederlands spreken Spreek helder Ik maak korte en eenvoudige zinnen. Ik pas mijn tempo aan, maar ik blijf natuurlijk spreken. Ik articuleer goed en ik let op mijn intonatie. Ik ben

Nadere informatie

Instructieboek bij Basisexamen Inburgering - Studieboek. Ad Appel

Instructieboek bij Basisexamen Inburgering - Studieboek. Ad Appel Handleiding voor begeleiders en docenten van studenten die beginnen met het leren van Nederlands (A1). Instructieboek bij Basisexamen Inburgering - Studieboek. Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout Verkoopprijs:

Nadere informatie

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Overzicht Doelen Leerlingen vormen een beeld bij het onderzoek van de professor Leerlingen vergroten hun woordenschat door het leren van nieuwe vaktermen

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 De website bij het boek 9 Hoe werkt u met dit boek?

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 De website bij het boek 9 Hoe werkt u met dit boek? Inhoudsopgave Voorwoord... 7 Nieuwsbrief... 7 Introductie Visual Steps... 8 Wat heeft u nodig?... 8 De website bij het boek... 9 Hoe werkt u met dit boek?... 9 Toets uw kennis... 10 Voor docenten... 10

Nadere informatie

Werkvormen. Individueel

Werkvormen. Individueel Werkvormen NT2 Flex laat zich eenvoudig voegen naar uw bestaande onderwijssituatie. Gemiddeld werken de cursisten 40% van de tijd groepsgewijs en 60% van de tijd zelfstandig individueel of in kleinere

Nadere informatie

Halloween en Sint-Maarten beschrijven

Halloween en Sint-Maarten beschrijven Halloween en Sint-Maarten beschrijven Taalhandeling: Beschrijven Beschrijven ervaarles Schrijftaak: Beschrijven en vergelijken van Halloween en Sintinstructieles oefenles Maarten Lesdoel: Leerlingen oefenen

Nadere informatie

Docentenhandleiding. CP20 klantencontacten. dh20-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Docentenhandleiding. CP20 klantencontacten. dh20-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Docentenhandleiding CP20 klantencontacten dh20-v2.0 INBURGEREN daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved Techniek Klantcontacten CP20 Waar gaat het over? Introductie

Nadere informatie

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 Opdrachtformulier Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.

Nadere informatie

Woordenschat Spinnen

Woordenschat Spinnen Woordenschat Spinnen Bij de methode In vogelvlucht is er voor groep 7 een woordenschatprogramma om de woorden extra aan te bieden. Helaas is er niet altijd voor iedereen een computer beschikbaar en even

Nadere informatie

AANBOD. Theorielessen (vakleer) Studenten krijgen voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk, zoals in een klachtgesprek of offerte.

AANBOD. Theorielessen (vakleer) Studenten krijgen voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk, zoals in een klachtgesprek of offerte. AANBOD Theorielessen (vakleer) Studenten krijgen voorbeelden van passend taalgebruik in de beroepspraktijk, zoals in een klachtgesprek of offerte. ACTIE Theorielessen (vakleer) Verzamel voorbeelden van

Nadere informatie

Project Taalcoaches. 1 januari 2009 31 december 2011. Locatie Moerdijk. Vluchtelingenwerk Brabant-West. Projectvoorstel taalcoaches.

Project Taalcoaches. 1 januari 2009 31 december 2011. Locatie Moerdijk. Vluchtelingenwerk Brabant-West. Projectvoorstel taalcoaches. Locatie Moerdijk VluchtelingenWerk Brabant-West Postbus 173 4250 DD Werkendam Telefoon (0183) 50 90 16 Fax (0183) 50 90 17 afdeling@vluchtelingenwerk.org Project Taalcoaches 1 januari 2009 31 december

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Opzet en uitvoering. Inhoudsopgave. 1 Wat is Kiezen voor je leven? 3. 2 Hoe maak je een Digi-tale? 4. 3 Stap voor Stap...5. 4 Technische kant...

Opzet en uitvoering. Inhoudsopgave. 1 Wat is Kiezen voor je leven? 3. 2 Hoe maak je een Digi-tale? 4. 3 Stap voor Stap...5. 4 Technische kant... Inhoudsopgave 1 Wat is Kiezen voor je leven? 3 2 Hoe maak je een Digi-tale? 4 3 Stap voor Stap...5 4 Technische kant....7 5 Werkblad Mijn Digi-tale...9 6 Werkblad Mijn storyboard 10 Digi-Tales Opzet en

Nadere informatie