Antirefluxoperatie (Fundoplicatio)

Transcriptie

1 Antirefluxoperatie (Fundoplicatio)

2

3 Uw behandelend specialist heeft met u gesproken over een antirefluxoperatie (fundoplicatio) bij uw kind. Hiervoor wordt uw kind opgenomen op een van de verpleegafdelingen van het Radboudumc Amalia kinderziekenhuis. In deze folder zijn de belangrijkste zaken voor u op een rij gezet. Informatie over de algemene gang van zaken rond de operatie en het verblijf van uw kind op de verkoeverkamer vindt u in de brochure Behandeling en onderzoek onder anesthesie bij kinderen. Als u na het lezen van deze folders nog vragen heeft kunt u terecht bij de behandelend arts of verpleegkundige van de afdeling. Wat is een reflux? Bij uw kind is er sprake van een abnormale terugvloed (reflux) van zure maaginhoud, vanuit de maag terug in de slokdarm. Deze abnormale terugvloed van maagsappen ontstaat doordat het sluitingsmechanisme tussen de maag en de slokdarm niet goed functioneert. Als gevolg van de etsende werking van de zure maaginhoud kan de slokdarm geïrriteerd en ontstoken raken waardoor operatief ingrijpen noodzakelijk wordt geacht. Het wordt ook wel de gastro-oesophageale refluxziekte genoemd. Wanneer een antirefluxoperatie? Operatieve behandeling van de gastro-oesofageale reflux wordt overwogen als: De reflux aanleiding geeft tot ernstige ademhalingsproblemen of tot steeds terugkerende luchtweginfecties. Er vernauwing van de slokdarm optreedt door de ontstekingen veroorzaakt door de reflux. Behandelingen met medicijnen, ingedikte voeding en houdingstherapie onvoldoende werken. De reflux blijft bestaan na een leeftijd van 1-1½ jaar en het gebruik van antirefluxmedicatie levenslang noodzakelijk is. Fundoplicatio: wat en hoe? Bij de operatieve behandeling wordt de reflux opgeheven door een plooiing (latijn: plicato) van de maag bij de maagslokdarmovergang. Daarbij wordt een deel van de maag (de Fundus) als een zogenaamde manchet om de slokdarm gelegd. 1

4 Deze manchet laat wel toe dat het voedsel van de slokdarm in de maag komt, maar voorkomt dat maaginhoud terugvloeit in de slokdarm. De operatie vindt plaats onder algehele anesthesie en kan plaatsvinden via een laparotomie; dit is een chirurgische ingreep waarbij de buikwand en het buikvlies geopend wordt of via een laparoscopie; dit is een kijkoperatie middels een soort kijkbuis, een laparoscoop. In sommige gevallen wordt bij kinderen met een handicap, in overleg met de ouders, soms tegelijkertijd een maagfistel aangelegd (zie folder Gastrostomiekatheter). De chirurg zal de keuze voor een van deze operatietechnieken op de polikliniek met u bespreken en toelichten. Nadelen Een antirefluxoperatie heeft een aantal nadelen die een belangrijke rol spelen bij de keuze om wel of niet te opereren. Een belangrijk nadeel is dat het kind na de operatie niet meer kan spugen. Ook niet bij de griep, hersenschudding of als het iets verkeerds gegeten heeft. Een ander nadeel is dat het kind in de eerste maanden na de operatie kan ook niet kan boeren (dit komt meestal wel weer terug), waardoor het kind gaat kokhalzen zonder dat het effect heeft. Omdat na de operatie de maag kleiner is geworden, kan het kind soms geen grote hoeveelheden voeding verdragen en/of last hebben van melkproducten. Het kind moet dan vaker met kleinere porties gevoed worden en soms is een dieet noodzakelijk. Voor de operatie Uw kind wordt een dag voor de operatie opgenomen op de verpleegafdeling. Op die dag wordt bloed afgenomen. Een deel van het afgenomen bloed gebruikt men om de bloedgroep van uw kind te bepalen om een eventueel noodzakelijke bloedtransfusie te kunnen geven tijdens de operatie. Verder wordt uw kind dan nagekeken door de zaalarts, dit is de kinderarts die aan de afdeling verbonden is. Aan de afdeling zijn pedagogisch medewerksters verbonden. Zij zullen u en uw kind begeleiden en voorbereiden op de operatie. Ook komt de anesthesioloog (slaapdokter) nog langs. 2

5 De operatie De operatie duurt afhankelijk van de omstandigheden en de gekozen operatiemethode gemiddeld twee tot drie uur Na de operatie Uw kind gaat na de operatie een aantal uren naar de uitslaapkamer waar uw kind wakker wordt. Uw kind wordt hier constant bewaakt via de monitor. Zodra de situatie het toelaat mag uw kind terug naar de afdeling. Om de ademhaling te vergemakkelijken wordt het hoofdeinde van het bed iets omhoog gezet. Bij grote kinderen worden de benen ondersteund met kussens om de buik te ontlasten. De fysiotherapeut komt langs om uw kind te helpen met ophoesten en ademhalingsoefeningen. Om te voorkomen dat uw kind last krijgt van drukplekken wordt het om de drie uur geholpen bij het aannemen van een andere houding, ook wel wisselligging genoemd. Omdat uw kind na de operatie tijdelijk niet of onvoldoende kan eten en/of drinken heeft het een infuus om de vocht- en zouthuishouding op peil te houden. Door de operatie is de water- en zouthuishouding van het lichaam verstoord. Hierdoor kan uw kind vocht vasthouden en er opgeblazen uitzien. Dit herstelt zich vanzelf na 24 tot 48 uur. Uw kind heeft na de operatie meestal een tot drie dagen een slang in de neus naar de maag. Door deze slang worden de maagsappen en overmatige hoeveelheden lucht afgezogen wat misselijkheid voorkomt. Om pijn te voorkomen krijgt uw kind pijnmedicatie. Ook over pijnbestrijding vindt u meer informatie in de brochure Behandeling en onderzoek onder anesthesie bij kinderen. Het verdere herstel Na ongeveer uur komen de darmen meestal weer op gang. De arts bekijkt dan of het afzuigen van de maagsappen gestopt kan worden. In dat geval wordt elke drie uur retentie bepaald. Dat wil zeggen dat via de slangetje in de neus wordt gekeken of er nog (veel) sappen in de maag aanwezig zijn. In overleg met de arts kan voorzichtig gestart worden met voeding. De snelheid waarmee de voeding wordt opgehoogd is afhankelijk van het herstel van uw kind. 3

6 Uw kind kan douchen en vijf dagen na de operatie ook in bad. De pleisters mogen er 24 uur na de operatie af. De dag na de operatie mag uw kind weer uit bed. Complicaties Geen enkele operatie is zonder risico s. Ook bij deze operatie zijn de gebruikelijke risico s op complicaties aanwezig, zoals een nabloeding of een wondinfectie. Ook bestaat er na de operatie een verhoogde kans op een longontsteking. Kinderen kunnen vanwege de pijn namelijk onvoldoende doorzuchten en ophoesten. Specifieke complicaties die na een antirefluxoperatie kunnen optreden zijn: Uw kind drinkt slecht en/of spuugt na enkele slokken. Dit komt doordat de manchet te strak om de slokdarm zit. Dit ongemak kan na drie tot vier weken worden behandeld met een oprekking van de slokdarm onder anesthesie. Tot die tijd kan het kind alleen vloeibaar of gepureerd voedsel eten. De kans op deze complicatie is ongeveer 3%. Uw kind blijft spugen na de voeding. In dat geval kan de manchet losgeschoten zijn, waardoor opnieuw een reflux ontstaat. De kans op deze complicatie is ongeveer 7%. Uw kind is onrustig na de voeding door een grote hoeveelheid lucht in de maag die het kind niet kan opboeren. De kans op deze complicatie is ongeveer 35-40%. Uw kind wordt na de voeding opeens klam, bleek en apathisch. Dan kan sprake zijn van het zogenaamde dumpingsyndroom: door een verstoorde werking van de maagspier wordt de maag te snel geledigd. De kans hierop is ongeveer 15-25%. In enkele gevallen is het nodig om tijdens de operatie maag en/of darmen te openen. Dit verhoogt dan de kans op een infectie in het operatiegebied of aan de wond. Tijdens de operatie is het risico op een bloeding van de milt verhoogd. In slechts enkele gevallen geeft dit dusdanige problemen dat de milt verwijderd moet worden. Het optreden van complicaties zal de verblijfsduur in het ziekenhuis meestal verlengen. 4

7 Ontslag Uw kind mag weer naar huis als het weer normaal kan eten, de wond goed is hersteld en er verder geen problemen zijn. De opnameduur voor een antirefluxoperatie is ongeveer drie tot zeven dagen. Bij ontslag wordt er een afspraak gemaakt voor op de polikliniek kinderchirurgie. Deze vindt plaats twee tot vier weken na de opname. Het is gebruikelijk om vier tot zes weken na de operatie röntgenonderzoek te verrichten om het resultaat van de operatie te beoordelen. Voor dit onderzoek krijgt uw kind wat contrastvloeistof te drinken waarna enkele röntgenfoto s gemaakt worden. Weer thuis Thuis zijn meestal geen specifieke maatregelen nodig. Uw kind mag in principe alles weer eten en drinken, maar bijvoorbeeld vlees of zuidvruchten kunnen soms wat moeilijker door de slokdarm. U kunt uw kind gewoon zijn gang laten gaan en bekijken hoe het de dagelijkse activiteiten oppakt. Vaak is uw kind de eerste weken na de operatie wel eerder moe en heeft het meer behoefte aan rust en slaap. Zodra de dagelijkse activiteiten weer zonder problemen mogelijk zijn, kunt u uitbreiden met andere activiteiten, zoals sport e.d. Een vaste termijn kan daar moeilijk voor worden gegeven. Uw kind mag een week na ontslag weer naar school. Hierbij dient extra inspanning zoals gymnastiek te worden vermeden en dient rekening gehouden te worden met extra vermoeidheid. Eventueel kan uw kind beginnen met halve dagen. Wanneer contact opnemen? Bij de volgende problemen is het ver-standig contact op te nemen met de afdeling of het secretariaat kinderchirurgie: Koorts boven 38 graden. Toenemende buikpijn of veranderingen aan de wond (zwelling, pijn, roodheid). 5

8 Ruimte voor uw notities

9

10

11

12 Contact Medische en verpleegkundige vragen: Polikliniek Kinderchirurgie: (op maandag tot en met vrijdag van uur). Na uur alleen spoed Informatie opnameplanning: Planningsbureau Heelkunde: (op maandag tot en met vrijdag van uur Na operatie buiten kantoortijden: Dienstdoende kinderchirurg via de portier: of afdeling het Strand: Radboud universitair medisch centrum