Welke van de aangedragen oplossingen is de beste om BTW-carrouselfraude te bestrijden? Een onderzoek naar mogelijke oplossingen voor Carrouselfraude
|
|
- Theodoor Pieters
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Welke van de aangedragen oplossingen is de beste om BTW-carrouselfraude te bestrijden? Een onderzoek naar mogelijke oplossingen voor Carrouselfraude Suzanne van Houdt Semester 1, september 2007 Bachelorscriptie Mw mr. R.L.R. Hennuïn Fiscale Economie Universiteit van Amsterdam.
2 2 Inhoudsopgave Inleiding: Carrouselfraude een groot probleem p. 3 Hoofdstuk 1: Belasting over toegevoegde waarde p De heffingssystematiek van de belasting over de toegevoegde waarde p Zwakke schakels in de BTW-heffingsystematiek p Conclusie p. 7 Hoofdstuk 2: Uitleg carrouselfraude p Nationale en internationale fraude p Kenmerken van carrouselfraude p Een voorbeeld van carrouselfraude p Conclusie p.13 Hoofdstuk 3: Mogelijkheden om carrouselfraude tegen te gaan, voor en nadelen. p Hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling p Verleggingsregeling p Herziening van het BTW-stelsel, zoals de Europese commissie het in 1993 voor ogen had p G-rekening p De digitale overheidsfactuur p Preventieve maatregelen door ondernemer zelf p.24 Hoofdstuk 4: Conclusie p De oplossingen p Bijlage p.33 Bibliografie p.35
3 3 Inleiding: Carrouselfraude een groot probleem Al vanaf de invoer van het huidige BTW-systeem is carrouselfraude in de BTW een groot probleem. Carrouselfraude ontstaat wanneer ondernemers een keten van leveringen van goederen starten, waarin één ondernemer wel BTW ontvangt maar niet afdraagt. Dit gebeurt binnen de landgrenzen maar ook over de landgrenzen heen. De goederen die de bedrijven verkopen worden werkelijk of fictief geleverd aan afnemers en daarbij wordt omzetbelasting in rekening gebracht aan de afnemer. De afnemer betaalt de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: BTW) aan de leverancier en vraagt deze vervolgens weer terug van de belastingdienst. De fraude ontstaat wanneer de leverancier geen BTW afdraagt. Het gevolg daarvan is dat de belastingdienst een verlies ter waarde van het bedrag dat de leverancier niet afdraagt, moet incasseren. Na afloop van de transacties verdwijnt de leverancier en kan de belastingdienst het geld niet meer achterhalen 1. De desbetreffende frauduleuze ondernemers houden zich vaak alleen bezig met manieren om te frauderen. Wanneer het om grote bedragen gaat, en op grote schaal door Europa heen, zijn de gevolgen niet te overzien. Door verschillende organisaties, bedrijven en overheidsinstanties wordt geschat dat de Europese lidstaten door BTW-carrouselfraude jaarlijks minstens tientallen miljarden overheidsinkomsten mis lopen, er zijn schattingen die aangeven dat het zelfs in de honderdtallen kan lopen 2. Momenteel neemt de omzetbelasting in het Nederlandse belastingstelsel een steeds belangrijkere plaats in 3. In 2006 was van de 125 miljard die de overheid dat jaar aan belastingen binnen kreeg 37 miljard BTW. Daarmee levert de heffing van BTW de meeste belastinginkomsten op 4. Dit is dus duidelijk een probleem om aan te pakken. Eurocommissaris Kovács is zich hier ter dege van bewust en gaf aan dat er zo snel mogelijk een oplossing moet komen. Zijn voorkeur gaat uit naar een nieuwe heffingssystematiek. Hij wil dat een nieuwe heffingssystematiek wordt ontwikkeld waarbij alleen de eindleveranciers nog BTW af gaan dragen 5. Deze heffingssystematiek kan aangemerkt worden als een algehele verleggingsregeling. Deze oplossing is één van de vele mogelijke oplossingen waarvan men denkt dat deze een einde kunnen maken aan carrouselfraude. Het lijkt erop dat vele oplossingen mogelijk zijn. Dit onderzoek bespreekt daarom de verschillende oplossingen voor 1 Vetter, Wattel, Van Oers, 2005, p.72 2 BTW-stelsel, Van Hilten, Van Kesteren, 2005, p.5 4 Document Belastingen in Nederland, uitgegeven door het Ministerie van Financiën, p. 7 5 BTW-stelsel, 2004
4 4 carrouselfraude. De vraag die centraal staat is: Welk van de aangedragen oplossing is de beste om carrouselfraude te bestrijden? In hoofdstuk 1 wordt de heffingssystematiek van de BTW toegelicht en worden de zwakke punten van het systeem besproken. Hoofdstuk 2 geeft vervolgens aan hoe carrouselfraude ontstaat, de kenmerken van carrouselfraude en een voorbeeld hoe carrouselfraude wordt bewerkstelligd. Hoofdstuk 3 noemt mogelijke oplossingen en zowel de voor- als nadelen daarvan. Hoofdstuk 4 geeft tenslotte de conclusie weer met daarbij een korte aanbeveling. Tevens wordt een overzicht verschaft van alle aangedragen oplossingen met hun voor- en nadelen. Hoofdstuk 1: Belasting over de toegevoegde waarde 1.1 De heffingssystematiek van de belasting over de toegevoegde waarde Omzetbelasting wordt geheven middels het systeem van BTW. De BTW, zoals in de lidstaten van de Europese Unie (hierna EU) geheven, is een indirecte verbruiksbelasting. Deze verbruiksbelasting wordt geheven om het consumptieve gebruik te belasten, de BTW drukt op de eindgebruiker die geen recht heeft op aftrek van voorbelasting, waaronder de consument 6. De BTW wordt indirect geheven; ondernemers brengen bij de levering van goederen of diensten een vergoeding in rekening. De vergoeding wordt vermeerderd met BTW. De leverancier brengt de vergoeding plus BTW in rekening aan zijn afnemer, vervolgens betaalt de afnemer een vergoeding plus BTW aan de leverancier. De leverancier is daarna verplicht om de ontvangen BTW af te dragen aan de belastingdienst. De afnemer die de BTW aan de leverancier heeft betaald, mag de aan hem in rekening gebrachte BTW in aftrek brengen, mits het een voor de BTW belaste prestatie betreft. Op deze manier drukt bij de afnemer geen BTW. Alleen bij de eindverbruiker, doorgaans de consument, drukt de BTW omdat de consument geen BTW in aftrek mag brengen 7. Een uitzondering op de werking van het BTWsysteem is wanneer een vrijstelling van BTW van toepassing is 8. Bij één schakel in de bedrijfskolom wordt dan geen BTW geheven maar mag ook geen BTW in aftrek worden gebracht. De ondernemer is de belastingplichtige, van hem wordt de BTW geheven, dit volgt uit artikel 1 jo artikel 7 van de Wet op de Omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). In de BTW- 6 Van Hilten, Van Kesteren, 2005, p.8 7 Cursus Belastingrecht, Omzetbelasting, Hoofdstuk Artikel 11 Wet OB
5 5 richtlijn wordt gesproken over belastingplichtige en niet over ondernemers zoals in de nationale wetgeving, maar de definities komen overeen 9. Het begrip belastingplichtige wordt omschreven als: een ieder die, ongeacht op welke plaats, zelfstandig economische activiteiten verricht ongeacht het oogmerk of resultaat van die activiteit 10. In artikel 9 lid 1 van de BTW-richtlijn wordt tevens het begrip economische activiteit toegelicht 11, de kern is het duurzaam verkrijgen van opbrengst. De prestaties moeten verricht worden aan personen buiten de eigen kring 12. De ondernemer heeft op grond van artikel 2 jo artikel 15 Wet OB recht op aftrek van voorbelasting voor de aan hem in rekening gebrachte BTW ter zake van de aan hem verrichte levering van goederen en diensten. BTW wordt geheven ter zake van de levering van goederen en diensten, intracommunautaire verwervingen van goederen 13 en de invoer van goederen 14. Aansluitend hierop wordt de Nederlandse BTW geheven voorzover de belaste prestatie in Nederland plaats vindt 15. Voor ondernemers geldt het bestemmingslandbeginsel, de BTW moet betaald worden in het land waar de goederen of de diensten verbruikt worden 16. Op grond van artikel 8 lid 1 van de Wet OB wordt de BTW geheven over de vergoeding. Lid 2 geeft de definitie van het begrip vergoeding: de vergoeding is het totale bedrag of de totale waarde die ter zake van de leveringen of de diensten in rekening wordt gebracht, de omzetbelasting niet meegerekend. 1.2 Zwakke schakels in de BTW-heffingssystematiek Het probleem dat zich voordoet bij carrouselfraude is het niet afdragen door de ondernemer. Carrouselfraude wordt gekenmerkt door het feit dat de ondernemer c.q. leverancier de door hem gefactureerde en ontvangen BTW niet aan de belastingdienst afdraagt. Artikel 14 lid 1 van de Wet OB bepaald dat de verschuldigde BTW op aangifte moet worden voldaan. Het moment waarop de belasting is verschuldigd ontstaat wanneer een belastbare prestatie wordt verricht 17. Daarnaast bepaalt artikel 13 van de Wet OB dat de uitreiking van de factuur, of het 9 De Hoge Raad heeft dit bepaald in HR 2 juni Artikel 4 lid 1 BTW- Richtlijn 11 (..) Alle werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter, met inbegrip van de winning van delfstoffen, de landbouw, de vrije beroepen en de exploitatie van lichamelijke en onlichamelijke zaken, om daar duurzaam opbrengst uit te verkrijgen ( ). 12 HR 14 september 1988, nr , BNB 1989/ Ook particulieren kunnen in de heffing worden betrokken wanneer zij nieuwe vervoermiddelen verwerven (artikel 1 onderdeel c Wet OB) 14 Artikel 1 onderdeel a t/m d Wet OB 15 Zie noot Van Hilten, Van Kesteren, 2005, p Artikel 13 lid 1 onderdeel b Wet OB
6 6 moment waarop de factuur uitgereikt had moeten worden, aangemerkt kan worden als het tijdstip waarop verschuldigdheid ontstaat. In beginsel moet voor de verschuldigdheid van BTW worden aangesloten bij de facturering. Het uiterlijke moment van verschuldigdheid is het tijdstip waarop de vergoeding geheel of gedeeltelijk wordt ontvangen 18. Artikel 14 van de Wet OB bepaald dat de in een tijdvak verschuldigd geworden belasting op aangifte moet worden voldaan. Voor de voldoening op aangifte wordt verwezen naar artikel 19 Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) en artikel 25 Uitvoeringsregeling AWR. Het tijdvak waarover BTW betaald moet worden is het kalenderkwartaal. Indien de belastingplichtige aangifte doet over een kalendermaand of wanneer de belastinginspecteur dit eist, is het tijdvak waarover omzetbelasting betaald moet worden de kalendermaand. Voor ondernemers die minder dan 1883,- BTW moeten betalen geldt als aangiftetijdvak doorgaans een jaar 19. Op grond van artikel 19 lid 1 Wet OB moet de BTW binnen één maand na afloop van het tijdvak worden voldaan. Tussen het verrichten van de belaste prestatie, waardoor in beginsel de verschuldigdheid van BTW ontstaat, en het daadwerkelijke afdragen zit derhalve bij een kwartaalaangifte maximaal een periode van vier maanden. In deze periode hebben malafide ondernemers de mogelijkheid om fraudeleuze transacties uit te voeren en vervolgens te verdwijnen zonder dat de belastingdienst hier op tijd kennis van kan nemen. Het aangiftetijdvak is daarom een zwakke schakel in de heffing van BTW. Een tweede zwakke schakel ontstaat als gevolg van intracommunautaire transacties. Door intracommunautaire leveringen en verwervingen tussen diverse lidstaten van de EU wordt het voor de belastingdienst moeilijker om de leveringen en de daarbij behorende aangiftes te controleren. De belastingdienst kan niet direct nauwkeurig nagaan welke transacties een Nederlandse ondernemer verricht met derden in andere lidstaten van de EU. Op het moment van de levering weet de belastingdienst nog niet dat de levering plaatsvindt, zowel nationaal als internationaal. De tweede zwakke schakel is een aanvulling op de eerste zwakke schakel. Het aangiftetijdvak wordt formeel niet vergroot maar doordat intracommunautaire transacties plaatsvinden verstrijkt een langere periode. In deze langere periode kunnen ondernemers verdwijnen. Pas wanneer de opgaaf van de intracommunautaire levering gedaan wordt, na maximaal vier maanden, kan de belastingdienst controleren. De opgaaf van de intracommunautaire levering is verplicht voor de ondernemers in de EU-lidstaten. Om de 18 Artikel 13 lid 2 Wet op de Omzetbelasting Elsevier BTW almanak 2007, p.18
7 7 controle voorspoedig te laten verlopen is een verplichting in het EG verdrag gevormd. In het EG-verdrag wordt het uitwisselen van informatie tussen lidstaten verplicht gesteld. Het informeren kan op verzoek van de lidstaten, spontaan en automatisch plaatsvinden 20. Voorbeelden bij de heffing van BTW is het koppelen van de aangifte van ondernemer A in Nederland en ondernemer B in een andere lidstaat van de EU. Maar dit kan pas gebeuren op het moment dat de opgaaf van de intracommunautaire levering wordt gedaan door de ondernemer. Wanneer de aangiftes niet overeenkomen geeft dit voor de belastingdienst aan dat mogelijk sprake is van fraude. Voordat de uitwisseling van informatie heeft plaatsgevonden en de aangiftes vergeleken zijn, zijn enkele weken verstreken. Ingeval van een mismatch moet fraude worden bewezen en in die periode zijn malafide ondernemers verdwenen voordat de belastingdienst zeker van haar zaak is. Een derde zwakke plek was mijns inziens een zekere mate van onderschatting van de omvang van de te derven BTW-opbrengsten. Wanneer BTW wordt geheven moet deze worden afgedragen, indien een ondernemer niet afdraagt dan loopt de overheid inkomsten mis. Aanvankelijk lijkt een gering bedrag aan belasting in de fraude te worden betrokken omdat slechts één schakel in de bedrijfskolom niet afdraagt. Maar wanneer fraudeurs de BTW met betrekking tot leveringen van grote hoeveelheden goederen die een hoge waarde vertegenwoordigen niet afdragen zijn de te derven BTW-inkomsten enorm 21. Ondertussen kan er van uit worden gegaan dat deze onderschatting niet meer bestaat. 1.3 Conclusie BTW wordt indirect geheven van de eindgebruiker en wordt geheven over de vergoeding ter zake van de belaste prestaties. De ondernemer is de belastingplichtige voor de Wet OB. Wanneer belaste prestaties zijn verricht, kan recht op aftrek worden geclaimd. Dit is om cumulatie te voorkomen en is inherent verbonden aan het BTW-systeem. Daarnaast zorgt het recht op aftrek ervoor dat slechts belasting wordt geheven over de toegevoegde waarde. De prestatie moet in Nederland zijn verricht, wil de Nederlandse belastingdienst BTW heffen. Er zijn drie zwakke schakels in het BTW-systeem die bij carrouselfraude naar voren komen. Het aangiftetijdvak, de controle van de belastingdienst die enige tijd in beslag neemt en de onderschatting. De malafide ondernemer draagt de verschuldigde BTW niet af. De periode tussen de levering en het moment waarop de aangifte daadwerkelijk gedaan moet worden is maximaal vier maanden. Dan kan de belastingdienst de aangiftes pas controleren en 20 Artikel 5,6 en 7 Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van Belasting (WIB) 21 BTW-fraude, 2004
8 8 eventueel vergelijken na uitwisseling van informatie met andere EU-lidstaten. In deze periode krijgt de fraudeleuze ondernemer voldoende de tijd om zijn praktijken te verplaatsen of te verdwijnen. Wanneer de leveringen intracommunautaire transacties met andere EU-lidstaten zijn, kan de belastingdienst nog moeilijker controleren. Fraude kan namelijk pas geconstateerd worden wanneer de opgaaf van de intracommunautaire levering niet matcht met de opgaaf van intracommunautaire verwerving. Het matchen van de opgaven kan gebeuren nadat beide ondernemers in verschillende lidstaten aangifte hebben gedaan. Het tijdsverloop tussen het doen van de levering door malafide ondernemers en het doen van aangifte is te groot voor de belastingdienst om de fraudeurs te pakken voordat zij verdwenen zijn. Hoofdstuk 2: Uitleg carrouselfraude 2.1 Nationale en internationale fraude In het vorige hoofdstuk is slechts kort toegelicht waar de fraude kan ontstaan binnen de omzetbelasting. In dit hoofdstuk wordt het begrip carrouselfraude uitgelegd. Carrouselfraude vindt zowel nationaal als internationaal plaats; het gaat bij carrouselfraude om goederen die een hoge waarde vertegenwoordigen en die snel en eenvoudig verhandeld kunnen worden 22. Het ministerie van Financiën geeft het volgende voorbeeld: De FIOD nam in februari mobiele telefoons en computeronderdelen in beslag; de telefoons en computeronderdelen waren meerdere malen van eigenaren veranderd binnen dezelfde keten van ondernemers en werden heen en weer geleverd. Nederland was het doorvoerland en leverde aan het Verenigd Koninkrijk. In het Verenigd Koninkrijk werd vervolgens niet afgedragen 23. Bij carrouselfraude gaat het altijd om een keten van ondernemers die goederen aan elkaar doorleveren en die samen een carrousel vormen. Deze carrousel is niet beperkt tot drie schakels, meer schakels is ook mogelijk. Soms zijn zelfs hele netwerken van bedrijven in de carrousel betrokken, aldus Maessen in het WFR 2007/473. De frauduleuze transacties betreffen vaak transacties tussen ondernemers in de verschillende lidstaten van de EU. De transacties met andere lidstaten van de EU zijn populair omdat de fraudeur zonder BTW te betalen goederen kan aanschaffen. De binnenlandse ondernemer (1) koopt van zijn buitenlandse leverancier goederen. De buitenlandse leverancier brengt geen BTW in rekening 22 Evers, C, juni 2007
9 9 omdat het een intracommunautaire levering betreft, deze is belast tegen 0%. De binnenlandse afnemer (1) moet ter zake van de intracommunautaire verwerving BTW afdragen maar heeft tevens recht op aftrek van BTW, per saldo bedraagt de BTW dan nul. De binnenlandse afnemer (1) levert vervolgens de goederen door aan ondernemer 2 in het binnenland en brengt over de hele vergoeding BTW in rekening. Ondernemer 2 betaalt de vergoeding inclusief BTW aan ondernemer 1, ondernemer 1 draagt tenslotte de ontvangen BTW niet af. Het voordeel voor de fraudeur (ondernemer 1) is de BTW over een hogere vergoeding, normaliter moet slechts BTW worden afgedragen over de toegevoegde waarde 24. Daarnaast zijn de transacties meestal intracommunautair om de opsporing moeilijker te maken. De aangifte dient gecontroleerd te worden en moet tevens overeenkomen c.q. matchen met de aangiftes van ondernemers uit andere EU-lidstaten. Het matchen volgt uit de opgaaf van intracommunautaire leveringen en verwervingen van de ondernemers. De samenwerking tussen fiscale autoriteiten van verschillende landen loopt niet altijd vlekkeloos waardoor tevens de pakkans verkleind wordt 25. Indien intracommunautaire leveringen plaatsvinden dan geldt in beginsel het nultarief. Over de intracommunautaire verwerving van hetzelfde goed is in de lidstaat van verwerving BTW verschuldigd over de hele vergoeding naar het in die lidstaat geldende tarief 26. Ter zake van de intracommunautaire verwerving ontstaat ook recht op aftrek op grond van artikel 15 Wet OB. Ter verduidelijking: ondernemer A is gevestigd in Nederland en verkoopt goederen aan B die ook gevestigd is in Nederland. A brengt een vergoeding plus 19% BTW in rekening aan ondernemer B. Ondernemer B betaalt de vergoeding plus BTW aan ondernemer A, echter draagt ondernemer A de ontvangen BTW niet af aan de belastingdienst. B verkoopt de goederen vervolgens aan ondernemer C die gevestigd is in België. De levering is belast tegen het nultarief, B ontvangt van C een vergoeding inclusief 0% BTW. C moet wel BTW, belast tegen het normale tarief, afdragen in België. Daarna verkoopt C de goederen nogmaals aan ondernemer A, dit gaat weer tegen het nultarief waardoor ondernemer A opnieuw een grotere (fraude)winst kan maken. Telkens worden de goederen doorgeleverd aan andere ondernemers. De fraudeur in deze carrousel is ondernemer A, ondernemer A verkoopt en levert goederen aan B belast tegen 19% BTW. Deze 19% BTW draagt ondernemer A vervolgens niet af. 24 Nieuwenhuizen, W.A.P., Maessen. J.J.J, Hilten, van M.E., Kesteren van, H.W.M, Omzetbelasting, p. 345
10 10 Ondernemer B vraagt de door A in rekening gebrachte BTW wel terug, gevolg is minder instroom van belastinggelden 27, c.q. een verlies aan belastinginkomsten. Carrouselfraude wordt ook nationaal toegepast, alleen dan leveren de ondernemers allemaal tegen 19%. In nationale situaties wordt carrouselfraude op twee manieren bewerkstelligd: ten eerste kan BTW onterecht terug worden gevraagd van de overheid en ten tweede kan de malafide ondernemer de verschuldigde BTW niet afdragen 28. In haar noot bij BNB 2005/94 zegt van Hilten dat door het maken van valse inkoopfacturen BTW-aftrek gecreëerd kan worden. Afdracht kan volgens van Hilten worden voorkomen door op de facturen helemaal geen BTW aan te geven. In de praktijk blijkt dit moeilijk vol te houden voor malafide ondernemers omdat de belastingdienst op nationaal niveau de fraude eerder signaleert. In artikel 25 lid 1 van de Uitvoeringsregeling van Algemene Wet Inzake Rijksbelastingen (hierna: AWR) wordt het tijdvak waarover omzetbelasting betaald moet worden gesteld op een kalenderkwartaal (wanneer per kwartaal meer dan 7000,- BTW afgedragen moet worden stelt de inspecteur het tijdvak op een maand) 29. Omdat de aangifte van omzetbelasting over het kalenderkwartaal wordt gedaan en per onderneming wordt afgedragen heeft de belastingdienst niet direct de fraude in de gaten 30. Wanneer de belastingdienst dan uiteindelijk merkt dat geen BTW is afgedragen, is de onderneming verdwenen. De ondernemer is opgestapt en laat zijn onderneming leeg achter, het geld is verdwenen en de fraudeur is er vandoor gegaan. De onderneming kan ook een BV zijn, wanneer de BV leeg wordt achtergelaten wordt dit een Plof BV genoemd 31. Carrouselfraude komt in meerdere varianten voor. De meest voorkomende vorm is de stroom van facturen en goederen waarbij de goederen werkelijk geleverd worden. Voordat de goederen bij de eindgebruiker terecht komen gaan zij enkele malen rond. Soms worden de goederen feitelijk niet geleverd, maar gaat het om een facturenstroom. Daarnaast wordt carrouselfraude ook wel eens gebruikt om te concurreren aan de hand van prijsverlagingen of om goederen te laten verdwijnen in het zwarte circuit (BTW carrouselfraude, 2004/2005). Deze laatste twee vormen komen verder niet aan de orde. 27 Wolf, R.A, Maessen, BTW almanak, 2007, p Braun, 2002, p Wolf, R.A, 2001
11 De kenmerken van Carrouselfraude Een eerste kenmerk van carrouselfraude is het creëren van zoveel mogelijk omzet. In de kamerstukken uit 2000/2001 spreekt de staatssecretaris van goederen met een relatief hoge waarde 32. De fraudeur creëert door de hoge vergoeding een hoge omzet. Een hoge omzet gaat gepaard met hoge BTW-bedragen. De ontvangen BTW-bedragen moeten normaliter worden afgedragen, de fraudeur draagt echter niet af 33. Wanneer de fraudeur dus een hoge omzet heeft kan hij meer BTW verduisteren. Er kan veel omzet gecreëerd worden door meerdere ondernemingen achter elkaar te zetten. De fraudeur schakelt een keten van bedrijven achter elkaar, aan wie steeds dezelfde goederen worden doorverkocht. Sommige van deze bedrijven zijn wel bonafide, zij worden door de fraudeur onopgemerkt in de carrousel betrokken 34. Wanneer meerdere bedrijven onderdeel zijn van de carrousel is de structuur van de carrousel moeilijk te overzien en wordt het voor de fiscus moeilijker te achterhalen of fraude wordt gepleegd 35. Het tweede kenmerk van carrouselfraude hangt samen met creëren van een hoge omzet. Om zo snel mogelijk een hoge omzet te genereren moet de fraudeur handelen in goederen die eenvoudig zijn te vervoeren en makkelijk te verhandelen 36. Frauduleuze ondernemers handelen daarom in kleine en lichte goederen met een hoge waarde. Voorbeelden hiervan zijn computeronderdelen (CPU s), mobiele telefoons en bijzondere elektronica 37. Het laatste kenmerk van carrouselfraude is de intracommunautaire transactie. In de meeste gevallen van carrouselfraude betreft het een intracommunautaire transactie. Intracommunautaire transacties zijn transacties die plaats vinden tussen twee ondernemers in verschillende lidstaten van de EU. De levering (ICL) vindt plaats tegen het nultarief in de lidstaat van vertrek. In de lidstaat van aankomst is de verwerving (ICV) onderworpen aan het voor die lidstaat geldende tarief 38. Een levering van goederen wordt pas als een intracommunautaire levering aangemerkt wanneer daadwerkelijk de overdracht van het eigendom (de levering) plaats vindt. De overdracht kan bewezen worden aan de hand van een juiste factuur en vermelding en controle van het BTW- identificatienummer van de ondernemer in de andere lidstaat. Daarnaast 32 Memorie van toelichting, 2001/2002, 28015, nr. 3, blz Wolf, R.A, Wolf, R.A, Wolf, R.A, Wolf, R.A, Nieuwenhuizen, W.A.P., Van Hilten, Van Kesteren, 2005, p.48
12 12 moeten de goederen daadwerkelijk zijn vervoerd. Tevens is een listing vereist, dit is een extra administratieve verplichting voor de ondernemer. De listing houdt in dat de ondernemers die intracommunautaire leveringen verrichten vanuit Nederland verplicht zijn om daar een opgave van te verstrekken. De listing is een lijst waarop vermeld moet zijn, het BTW-nummer van de leverancier, de afnemers en hun BTW-nummers, totale bedrag van de levering en correcties op voorgaande nota s 39. Het tarief voor een intracommunautaire levering volgt uit artikel 9 lid 2, sub b, juncto tabel II, post a.6 Wet OB. Het tarief is het 0%-tarief. Het 0%-tarief mag worden toegepast als aan twee voorwaarden wordt voldaan. Ten eerste moeten de goederen werkelijk vervoerd worden en ten tweede moeten de goederen in de lidstaat van aankomst aan belasting zijn onderworpen Een voorbeeld van carrouselfraude (WFR 2005/593) Tot nu toe is veel theorie aan de orde gekomen. Daarom wordt in deze paragraaf een praktijkvoorbeeld van carrouselfraude gegeven. In het praktijkvoorbeeld komen de eerder behandelde kenmerken naar voren. Het voorbeeld betreft een bonafide ondernemer, hij raakt onbedoeld betrokken in carrouselfraude en als gevolg daarvan verliest hij zijn recht op aftrek. Het Engelse bedrijf Bond House kocht van binnenlandse leveranciers computeronderdelen (CPU s). Hieruit blijkt het eerste kenmerk van carrouselfraude, de makkelijk verhandelbare goederen. Deze CPU s werden verkocht aan afnemers in andere lidstaten, een ander kenmerk van carrouselfraude: de intracommunautaire transactie. Door deze transactie was het nultarief van toepassing en kon dus zonder belasting door Bond House verkocht worden aan andere lidstaten binnen de EU. Bond House bracht de BTW telkens in aftrek. Zij kochten meerdere malen CPU s in en verkochten deze elke keer opnieuw. Hier komt het derde kenmerk naar voren, de snelle omzet. Doordat de ondernemers meerdere keren achter elkaar kopen en verkopen wordt een grote omzet gerealiseerd. De verkoop zorgde ervoor dat een keten van opeenvolgende leveringen ontstond. De transacties die Bond House deed, bleken van te voren al vast te staan. Bond House was hier niet van op de hoogte en was in de veronderstelling verschillende goederen te verhandelen. Zij werkten dus zonder dat zij het wisten mee aan een fraudecarrousel. Toen de Engelse belastingdienst de fraude ontdekte weigerde de belastingdienst aan Bond House hun recht op aftrek van BTW te verlenen. De Engelse belastingdienst meende dat de transacties in 39 Ettema, C.M., Wegwijs in de BTW, p Van Hilten, Van Kesteren, 2005, p.355
13 13 een fraudecarrousel geen economische activiteit waren en derhalve buiten de werking van BTW vielen. Nadat de zaak nationaal behandeld was, werden prejudiciële vragen gesteld. Daarop concludeerde de Advocaat Generaal van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap echter dat de Engelse belastingdienst de teruggave niet mocht weigeren omdat het recht op aftrek een individuele transactie was die afzonderlijk beoordeeld moest worden. Daarmee behoudt de transactie zijn economische activiteit ondanks dat de transactie is betrokken in een fraudecarrousel en mag het recht op aftrek niet geweigerd worden. De conclusie van de Advocaat Generaal werd door het Hof van Justitie van de EG gevolgd. 2.4 Conclusie Carrouselfraude heeft verschillende kenmerken. Het eerste kenmerk van carrouselfraude is het creëren van een hoge omzet, dit wordt bewerkstelligd door goederen te verhandelen die een hoge waarde vertegenwoordigen. Het tweede kenmerk is dat het kleine goederen betreft die eenvoudig verhandeld kunnen worden. Een laatste kenmerk is dat de leveringen doorgaans intracommunautaire transacties betreffen. De leveringen vinden plaats tussen meerdere ondernemers uit verschillende lidstaten van de EU. Binnen de carrousel draagt één van deze ondernemers de verschuldigde belasting niet af. Vervolgens verdwijnt de ondernemer en laat hij een lege onderneming achter. De belastingdienst signaleert de fraude pas wanneer de aangiftes van verschillende ondernemers uit de lidstaten van de EU niet overeenkomen. Hoofdstuk 3: Mogelijkheden om carrouselfraude tegen te gaan De BTW-fraude verstoort de Europese interne markt. Maar ook de uiteenlopende manieren van de verschillende lidstaten om carrouselfraude te bestrijden verstoren diezelfde interne markt. Daarom is het volgens de Europese Raad belangrijk om fraudebestrijding te harmoniseren 41. Dit is nog niet zo, maar voor de toekomst zou het een reële optie kunnen zijn. Nu het begrip carrouselfraude is toegelicht en de zwakke schakels in het systeem duidelijk zijn, wordt in dit hoofdstuk gekeken naar de aangedragen oplossingen. De voor- en nadelen van de mogelijke oplossingen worden besproken. 41 BTW-fraude, 2007
14 Hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling Een maatregel die is genomen tegen carrouselfraude is de hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling van artikel 42c Invorderingswet Dit artikel stelt de natuurlijk persoon of rechtspersoon, aan wie de levering is verricht en die wist of behoorde te weten dat de ter zake van die levering verschuldigde omzetbelasting niet of niet volledig is of zal worden voldaan, hoofdelijk aansprakelijk. Het moet een levering betreffen waarover een andere ondernemer omzetbelasting verschuldigd is ter zake van de levering van risicogoederen 42. Hieruit kan worden opgemaakt dat een willekeurige bonafide ondernemer uit de keten aansprakelijk gesteld kan worden voor de BTW-schuld van de malafide ondernemer. Er wordt verondersteld dat de bonafide ondernemer op de hoogte had moeten zijn van het mogelijk niet afdragen van BTW door de ondernemer van wie hij de goederen koopt. Door invoering van dit artikel kan BTW die niet is afgedragen, worden verhaald bij andere ondernemers uit de keten. De aansprakelijkheid geldt enkel voor de omzetbelasting en dan specifiek voor risicogoederen. Deze risicogoederen worden bij ministeriële regeling aangewezen. Het gaat om branches waarin de carrouselfraude zich meer dan gemiddeld voordoet, voorbeelden hiervan zijn computerapparatuur- en programmatuur, of foto/film/video-apparatuur 43. De belastingdienst is degene op wie de bewijslast rust. Daarbij zijn twee bewijsficties van toepassing. Ten eerste dient voordeel behaald te worden. De kopende onderneming behaalt voordeel wanneer de vorige schakel geen BTW heeft afgedragen. Het voordeel ontstaat dus altijd wanneer fraude wordt gepleegd. Indien de bonafide ondernemer aannemelijk maakt dat het voordeel niet voortvloeit uit of geen verband houdt met het niet of niet volledig voldoen van zijn belasting 44, is hij niet hoofdelijk aansprakelijk. Een voorbeeld hiervan is een prijsverlaging (uitverkoop of kwantumkortingen) 45. De tweede bewijsfictie geeft aan dat wordt geacht dat de ondernemer in ieder geval voordeel heeft behaald, als aan hem voor de goederen een vergoeding in rekening is gebracht die op het tijdstip van de levering lager is dan het bedrag dat bij vrije mededinging zou moeten worden betaald of wanneer de vergoeding lager is dan de vergoeding die aan zijn leverancier of aan elk van de leveranciers ter zake van voorafgaande verkrijgingen van die goederen in rekening zou zijn gebracht Artikel 42c lid 1 Invorderingswet Vetter, J.J. e.a. Invordering van belastingen, p Artikel 42c lid 2 eerste volzin Invorderingswet Wolf, R.A, Artikel 42c lid 2 tweede volzin Invorderingswet 1990
15 15 Het verbond van Nederlandse Ondernemingen (VNO) en het Nederlandse Christelijke Werkgeversverbond (NCW), hierna VNO/NCW (na de fusie eind 1996 worden de volledige namen niet meer gebruikt), was bang dat bij de invoering van artikel 42c Invorderingswet bonafide ondernemingen getroffen zouden worden door de aansprakelijkheidsregeling. Zij concluderen dat de belastingdienst maar weinig bewijsplicht heeft om een ondernemer aansprakelijk te kunnen stellen. De belastingdienst hoeft slechts te bewijzen dat de desbetreffende ondernemer een voordeel heeft behaald en daarnaast dat in de keten fraude is gepleegd. Het voordeel wordt behaald wanneer een lagere prijs in rekening wordt gebracht dan bij vrije mededinging. Tevens wordt voordeel behaald als de voorganger in de keten een lagere prijs heeft betaald. Uit het commentaar van VNO/NCW blijkt dat zij het niet eens zijn met het wettelijke vermoeden van voordeel als de ondernemer een lagere prijs moet betalen dan zijn voorganger in de keten. Samenvattend zijn zij van mening dat het voor de belastingdienst heel eenvoudig is om op deze manier voordeel te bewijzen en kan een bonafide ondernemer simpelweg hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden. Volgens VNO/NCW kan dat niet de bedoeling zijn 47. Bij de CDA-fractie rees ook twijfel ten aanzien van invoering van de aansprakelijkheidsregeling. Zij waren van mening dat ondernemers eenvoudig de hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling konden ontlopen. Artikel 42c Invorderingswet sluit aan op de vergoeding, een voordeel wordt behaald wanneer de vergoeding lager is dan marktconform. Zij zijn van mening dat deze bewijsfictie eenvoudig te ontwijken is door facturen uit te schrijven welke een hogere vergoeding vermelden dan de daadwerkelijke betaling. Daarnaast betwijfelde de CDA-fractie ook in hoeverre invordering bij niet-ingezetenen zou slagen. De invordering van de aansprakelijkheidsschuld hangt mogelijk samen met verdragen met lidstaten uit de EU 48. Eerder bleek dat voordat alle informatie is uitgewisseld en samenwerking tot stand is gekomen daar een behoorlijke periode overheen kan gaan. Binnen die periode is de ondernemer waarschijnlijk al verdwenen. In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel wordt ook een nadeel van de hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling genoemd. Dit nadeel doet zich voor bij de lijst van risicogoederen. De goederen worden bij ministeriele regeling aangewezen om snel en alert te kunnen reageren 49. In de praktijk blijkt echter dat de belastingdienst ook fraude signaleert bij goederen welke niet op de lijst staan. Wanneer deze constatering heeft plaatsgevonden kan de 47 Commentaar VNO/NCW op belastingplan 2002 IV 48 Nota naar aanleiding van het verslag Belastingplan 2002 IV. 49 MvT, , 28015, nr. 3
16 16 lijst met risicogoederen aangepast worden en staat de belastingdienst uiteindelijk met lege handen. In de tussentijd gaan de fraudeurs andere niet verdachte goederen leveren en wordt een nieuwe carrousel gestart 50. Als laatste nadeel wordt de houdbaarheid van de aansprakelijkheidsregeling aangestipt. In de zaak Bond House bleek eerder dat de Engelse belastingdienst het recht op aftrek bij een bonafide ondernemer niet mocht weigeren 51. Het aansprakelijk stellen van iemand die feitelijk niet verantwoordelijk is kan in strijd komen met de rechtszekerheid 52. Hierover zijn vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap. Het HvJ EG heeft gezegd dat de hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling wel mag worden toegepast door de nationale wetgevers, mits de algemene rechtsbeginselen in acht worden genomen 53. Het aansprakelijk stellen van bonafide ondernemers is geoorloofd en dus kan dit niet als een nadeel worden gezien. In hoofdstuk 1 bleken de zwakke schakels van carrouselfraude het aangiftetijdvak en de snelheid waarmee de belastingdienst de aangiftes kan controleren. De hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling pakt deze zwakke schakels niet aan. Hoofdelijke aansprakelijkheid pakt slechts het gevolg van carrouselfraude aan. De gederfde BTW-inkomsten worden verhaald op bonafide ondernemers om zo alsnog de BTW te innen. Naar mijn mening is het beter om het probleem van carrouselfraude aan te pakken bij de oorzaak: het aangiftetijdvak en de snelheid waarmee gecontroleerd kan worden. Wanneer dat gebeurt kan carrouselfraude worden ingeperkt en misschien afgewend worden. Indien hoofdelijke aansprakelijkheid toch wordt toegepast blijft het probleem bestaan met de risicogoederen. Zodra de fraudeurs de kans lopen om gepakt te worden gaan zij over op andere goederen welke (nog) niet vermeld zijn op de lijst met risicogoederen. Ondanks dat HvJ EG bevestigd heeft dat de hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling toelaatbaar is blijft het vreemd dat een bonafide ondernemer aansprakelijk gesteld kan worden voor de BTW-schulden van malafide ondernemer. 3.2 De verleggingsregeling De tweede aangedragen oplossing om carrouselfraude te bedwingen is de verleggingsregeling. De verleggingsregeling wordt in Nederland reeds toegepast in het kader de bouwnijverheid en 50 Wolf, R.A Conclusie Advocaat Generaal Maduro 19 februari Wolf, R.A, Uitspraak Hof, Derde kamer, 11 mei 2006, zaak C-384/04
17 17 de confectiesector 54. In deze sectoren is de verleggingsregeling een succes. Mede daarom is op Europees niveau de verleggingsregeling aangedragen als oplossing tegen carrouselfraude. De verleggingregeling werkt als volgt; de verschuldigde BTW over de verrichte dienst of levering wordt verlegd van de leverancier naar de afnemer. Normaliter betaalt de afnemer de BTW aan zijn leverancier en vervolgens moet de leverancier de ontvangen BTW afdragen. In plaats daarvan draagt bij de verleggingsregeling de afnemer direct de verschuldigde BTW af aan de belastingdienst 55. Het voordeel is gelegen in het feit dat de leverancier de BTW niet meer mag factureren. De leverancier ontvangt van zijn afnemer geen BTW. Dientengevolge wordt de leverancier de mogelijkheid ontnomen om ontvangen BTW niet af te dragen 56. Een tweede voordeel is dat de BTW niet meer in elke schakel van de bedrijfskolom wordt afgedragen, immers draagt alleen de laatste schakel BTW af. Slechts één belastingplichtige ondernemer moet BTW afdragen. Het blijft echter wel zo dat ondernemers aangifte omzetbelasting moeten doen en daarop moeten vermelden dat de BTW wordt verlegd 57. De belastingdienst dient derhalve elke aangifte te controleren. Bij invoering van de verleggingsregeling vindt slechts eenmaal heffing van BTW plaats. Deze manier is eenvoudig en praktisch, doch past de regeling niet in het systeem van BTW-heffing. De heffing over de toegevoegde waarde zoals dat doorgaans wordt toegepast verliest zijn betekenis bij de verleggingsregeling 58. De verleggingsregeling kan op twee manieren worden ingevoerd. Het is mogelijk een algehele verleggingsregeling in te voeren, tevens kan een specifieke verleggingsregeling ingevoerd worden. De specifieke verleggingsregeling betekent dat de BTW verlegd wordt voor risicogoederen. Deze risicogoederen betreffen goederen waar veelvuldig mee gefraudeerd wordt. De algehele verleggingsregeling zou veel weerstand kunnen oproepen, de belastingdruk wordt namelijk verplaatst naar de laatste schakel in de keten. Eindleveranciers zullen opeens meer de belastingdruk gaan voelen 59. Indien de verlegging ingevoerd wordt voor risicogoederen, dan ontstaat een nadeel dat ook bij de hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling ontstaat. De fraudeurs zullen hun activiteiten verplaatsen naar niet benoemde risicogoederen en ontlopen alsnog de heffing van BTW Artikel 12 lid 4 Wet OB jo artikel 24b Uitvoeringsbesluit omzetbelasting Evers, C Ettema, C.M., Wegwijs in de BTW, p Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van, Omzetbelasting, p Ettema, C.M., Wegwijs in de BTW, p Nieuwenhuizen, W.A.P., Nieuwenhuizen, W.A.P., 2006
18 18 Het grootste nadeel van een verleggingsregeling doet zich voor bij de belastingdienst. Wanneer omzetbelasting wordt geheven over de toegevoegde waarde ontvangt de belastingdienst bij elke levering van de ondernemer BTW. Indien de verleggingsregeling wordt toegepast wordt de BTW alleen nog in de laatste schakel geheven. Feitelijk ontvangt de belastingdienst hetzelfde bedrag. De periode tot ontvangst is echter langer, de belastingdienst zal dit als minder prettig ervaren. Een extra administratief obstakel om de verleggingsregeling in te kunnen voeren met betrekking tot carrouselfraude is dat een verzoek moet worden ingediend bij de Europese commissie, op grond van artikel 395 uit de BTW-richtlijn. In dit artikel wordt aangegeven dat de Europese Commissie toestemming moet geven om af te wijken van de Richtlijn wanneer men een wet wil invoeren om fraude tegen te gaan 61. Concluderend is de verleggingsregeling een correcte oplossing om carrouselfraude te bestrijden. De verleggingsregeling pakt de oorzaken van carrouselfraude aan. Door de verlegging hoeft de belastingdienst de ondernemers die de verleggingsregeling toepassen niet meer te controleren. Alleen de laatste schakel moet nog BTW afdragen. Voor deze ondernemers blijft het recht op aftrek wel bestaan en dat moet nog wel gecontroleerd worden door de belastingdienst. De te derven BTW-inkomsten worden beperkt want de ondernemers binnen de keten moeten de BTW verleggen en niet af dragen. Daarnaast worden de mogelijkheden tot fraude als gevolg van het aangiftetijdvak beperkt door verlegging. De fraudeur doet aangifte maar de mogelijkheid om BTW afdracht te ontlopen is hem door de verleggingsregeling ontnomen. Het zou dan niet meer uitmaken hoeveel tijd tussen de transactie en de aangifte wordt overbrugd. Tijd speelt echter nog wel een rol, de overheid ontvangt de belasting later, maar moet nog wel in elke schakel de voorbelasting terug geven. Mocht de verleggingsregeling ingevoerd worden dan heeft de algehele verleggingsregeling de voorkeur boven de specifieke verleggingsregeling. Aangezien de specifieke verleggingsregeling ziet op de risicogoederen is het voor de malafide ondernemers mogelijk om te kunnen frauderen met goederen die niet als risicogoed zijn aangemerkt. Het grote nadeel van de (algehele) verleggingsregeling is dat het BTW-systeem verdwijnt, dit is niet de bedoeling en daardoor lijkt ook de invoering van de (algehele) verleggingsregeling niet realistisch. 61 Artikel 27 BTW-Richtlijn
19 Herziening van het BTW-stelsel, zoals de Europese commissie het in 1993 voor ogen had Een derde mogelijkheid om carrouselfraude tegengewicht te bieden is de herziening van het heffingssysteem. Ten tijde van de invoering van het intracommunautaire stelsel is ook geopperd om het BTW-systeem te herzien, het intracommunautaire stelsel was in dat geval slechts een overgangsregeling. Het herzien van het BTW-systeem was politiek gezien op dat moment niet haalbaar 62. Waar Eurocommisaris Kovács eerder van mening was om een algehele verleggingsregeling in te voeren is hij thans een andere mening toegedaan. Zijn idee bestrijkt een plan uit 1993; in plaats van het nultarief bij grensoverschrijdende transacties moet de nationale BTW weer in rekening gebracht worden. De door ondernemers uit andere lidstaten in rekening gebrachte BTW kan de buitenlandse afnemer in zijn eigen lidstaat in aftrek brengen. De lidstaat waar de BTW in aftrek wordt gebracht moet de BTW vervolgens terug vragen bij de lidstaat waar de ondernemer die de BTW in rekening brengt, is gevestigd. Om de herziening van het BTW-systeem te realiseren is een informatiesysteem nodig die ervoor zorgt dat de lidstaat op een correcte manier de door hen teruggegeven BTW terug kan vorderen bij de lidstaat waar de desbetreffende ondernemer woont 63. Zoals eerder genoemd is dit een plan uit 1993, toentertijd is de invoering mislukt. De oorzaak hiervan lag in het feit dat de lidstaten van de EU het informatiesysteem niet vertrouwden 64. Aangezien in de heffing van BTW enorme bedragen rondgaan, lijkt het niet waarschijnlijk dat lidstaten elkaar onderling en het informatiesysteem nu wel vertrouwen en daarmee de BTW-claims direct terug gaan geven. Daarnaast zijn veel nieuwe lidstaten toegetreden tot de Europese Unie, voornamelijk landen uit Oost-Europa, dat zal het vertrouwen onderling en het vertrouwen in een dergelijk informatiesysteem niet vergroten 65. Daarom lijkt Europa op dit moment niet klaar te zijn voor een herziening van het BTWsysteem zoals hiervoor geschetst. Kovács is van mening dat alle aanpassingen (in de wet) op dit moment voor meer regels zorgen die de fraude wel bestrijden maar het op die manier nog moeilijker maken voor de overheden om te controleren. Hij denkt tevens dat daarom wel draagvlak te vinden zal zijn voor de herziening van het BTW-systeem 66. Op dit moment wordt de mogelijkheid 62 Nieuwenhuizen, W.A.P., Hilten, M.E., Kesteren,. H.W.M, 2005, p Hilten, M.E., Kesteren,. H.W.M, 2005, p Nieuwenhuizen, W.A.P., Jongh, de, H, 2004, p.1
20 20 onderzocht van een nieuw systeem en andere oplossingen, een rapport hiervan wordt medio 2007 verwacht 67. Indien een nieuw BTW-systeem moet worden ingevoerd noemt Maessen ook een oplossing om carrouselfraude tegen te gaan, namelijk het heffen van vijftien procent BTW over de intracommunautaire transacties 68. Bij de intracommunautaire verwerving in het land van aankomst moet de ondernemer de vijftien procent verhogen tot het geldende tarief in zijn eigen lidstaat. Achteraf kan de ondernemer in land van aankomst de vijftien procent terugvragen in het land van de intracommunautaire verwerving. Dit zorgt voor een kostprijs verhogende element. Indien dit systeem wordt ingevoerd zal het aantal aangiftes en teruggaven stijgen en daardoor zal het voor de belastingdienst nog moeilijker worden om snel en effectief te controleren. Naar mijn mening is dat geen oplossing om de oorzaken van carrouselfraude te bestrijden maar zorgt het juist voor grotere problemen. Het is mogelijk een systeem te ontwerpen die de twee zwakke schakels van het BTW systeem kunnen aanpakken. Het aangiftetijdvak moet dan worden beperkt. Daarnaast moet het voor de belastingdienst eenvoudiger worden om leveringen en verwervingen tussen ondernemers in de verschillende lidstaten te kunnen controleren. Op het moment ligt echter nog niet zo n systeem klaar. Vanuit dat oogpunt lijkt een nieuw heffingssysteem onhaalbaar, ondertussen zijn er zevenentwintig lidstaten in de Europese Unie die allemaal hun eigen belang behartigen. De lidstaten willen de carrouselfraude wel aanpakken maar zullen moeilijk tot overeenstemming komen. Mocht de overeenkomst toch komen dan gaan daar nog jaren van onderhandelingen aan vooraf en in deze periode blijft de carrouselfraude een groot probleem. De verandering van het systeem met een verhoging van het 0%-tarief naar vijftien procent bij een intracommunautaire levering is naar mijn mening geen juiste oplossing. Het 0%-tarief is namelijk geen oorzaak van de carrouselfraude, echter het 0%-tarief zorgt wel voor een grotere buit wanneer gefraudeerd wordt. Het feit dat de belastingdienst de aangiftes niet snel kan controleren zal niet verbeterd worden wanneer het tarief wordt veranderd. Dit is geen juiste oplossing. Aansluitend hierop zijn de BTW-bedragen wel hoger waardoor de fraude-bedragen ook hoger zijn, dit is niet gewenst. Hetzelfde geldt voor de plannen die Kovács heeft, door nationale BTW in rekening te brengen in plaats van het nultarief wordt de oorzaak van carrouselfraude niet aangepakt. Lidstaten onderling kunnen of willen niet op 67 Jongh, de, H, 2004, p.3 68 Maessen, J.J.J, 2007
21 21 elkaar vertrouwen omdat zij het informatiesysteem niet vertrouwen, de herziening van het BTW-systeem zal in dat geval geen doorgang kunnen vinden. 3.4 G-rekening De vierde aangedragen oplossing om carrouselfraude op te lossen is de G-rekening. De G-rekening betekent geblokkeerde rekening. Deze wordt al toegepast in de loonbelasting en bij sociale verzekeringen in combinatie met bijvoorbeeld de ketenaansprakelijkheid 69. Een G- rekening werkt als volgt: de leverancier brengt de BTW in rekening bij de afnemer. De afnemer stort de te betalen BTW op een geblokkeerde rekening, de vergoeding wordt wel betaald aan de leverancier. De G-rekening is eigendom van de ondernemer, de ondernemer kan echter alleen over de G-rekening beschikken voor de betalingen aan de belastingdienst en het UWV. Omdat de fraudeur door de G-rekening niet meer over de BTW kan beschikken is het voor de fraudeur ook niet mogelijk om de BTW niet af te dragen 70. Elke ondernemer kan slechts over één G-rekening beschikken. De ondernemer dient daarvoor aan verschillende voorwaarden en eisen te voldoen. Indien misbruik wordt gemaakt van de G-rekening kan de belastingdienst de overeenkomst opzeggen 71. Nadeel van de G-rekening is de liquiditeit van de ondernemers. Zonder G-rekening moet per maand of per kwartaal BTW worden afgedragen. Wanneer de G-rekening wordt toegepast moet elke levering verantwoord worden door de BTW op de G-rekening te storten. Het recht op teruggaaf blijft bestaan maar vindt slechts maandelijks plaats 72. Een tweede nadeel is dat de ondernemer zelf niet kan beschikken over de G-rekening. Wanneer bijvoorbeeld een te hoog bedrag op de G-rekening is gestort kan de ondernemer dit bedrag niet zelf terug halen. Een voorbeeld van een te hoog bedrag op de G-rekening volgt uit het recht op aftrek. Het recht op aftrek (voorbelasting) komt in mindering op de gestorte BTW. Het resultaat is dat minder BTW betaald moet worden aan de belastingdienst. Voordat de ondernemer over zijn eigen geld kan beschikken moet hij een deblokkeringsverzoek doen om het overschot terug te krijgen 73. Voordat de ondernemer het overschot daadwerkelijk in handen heeft is enige tijd verstreken en dat kan weer liquiditeitsproblemen bij de ondernemers opleveren. 69 Nieuwenhuizen, W.A.P., Zie noot Vetter, Wattel Van Oers, 2005, p Nieuwenhuizen, W.A.P., Loon-almanak 2006, p.254. De situatie zoals hierboven beschreven volgt uit de G-rekening bij het uitlenen/inlenen van personeel en bij aanneming van werk. Het is mogelijk dat bij de invoering van een G- rekening om carrouselfraude tegen te gaan de situatie anders is.
VRAAG 1 VRAAG 2. Intracommunautaire levering
VRAAG 1 Intracommunautaire levering Op grond van art. 12, lid 2, onderdeel a, 2 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 is voor de toepassing van het nultarief voor intracommunautaire leveringen vereist
Nadere informatieTIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) www.hlb-van-daal.nl
TIPS Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) Handel en BTW In dit memo worden aspecten van BTW behandeld, die van toepassing kunnen zijn bij internationale handel. Het is geen volledig overzicht, maar
Nadere informatieBTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast
BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast Samenvatting Op 18 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna HvJ) arrest gewezen over de aftrek van btw als sprake is
Nadere informatieRICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD
7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het
Nadere informatieAdministratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar
Administratieve verplichtingen Marja van den Oetelaar Thema s Suppletieaangifte Herziening van ten onrechte berekende btw Teruggaaf van btw bij oninbare vorderingen Factureringsregels 2013 Self-billing
Nadere informatieDe kleineondernemersregeling. Belastingdienst
Belastingdienst De kleineondernemersregeling Betaalt u in een jaar minder dan 1.883 btw aan ons? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor de kleineondernemersregeling. Is dat het geval dan betaalt u in dat
Nadere informatieDe aanpak van BTW-carrouselfraude
UNIVERSITEIT VAN TILBURG De aanpak van BTW-carrouselfraude Zelfs bij fraude in een andere lidstaat? Bachelor Thesis 12-2013 Naam: Roy van de Laar Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 498576
Nadere informatieHOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen
HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen De wijze waarop internationale transacties in de heffing van btw worden betrokken, wordt bepaald door de systematiek van de btw-wetgeving.
Nadere informatieInhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24
Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE Brussel, 11 september 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN DE
Nadere informatieABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje
ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje mr. I.M. Duinker; mr. P. de Kock 1 Met ingang van 1 januari 2012 zijn in de Wet op de omzetbelasting 1968 wijzigingen aangebracht in het kader
Nadere informatiemr. T. (Ton) Verveer 4/15/2010
Btw en transport per 1 januari 2010 mr. C.F.C. C (Frank) Resseler mr. T. (Ton) Verveer 1 Btw in perspectief Btw en transport INHOUD Btw en met transport samenhangende diensten Bemiddeling Verhuur vrachtwagens
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 325 Besluit van 28 augustus 2017 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 met betrekking tot verlegging omzetbelastingplicht
Nadere informatieWijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010. Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010. Bestemd voor: alle ondernemers
Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010 Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010 Doel: informeren Bestemd voor: alle ondernemers 1 Inleiding Per 1 januari 2010 zal
Nadere informatieCliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij
Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij Onderwerp: nieuwe factureringsregels per 1 januari 2013 Doel: informeren en adviseren Bestemd voor: alle ondernemers
Nadere informatie12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B
Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN
Nadere informatieInhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17
Inhoud Lijst van afkortingen 15 Studiewijzer 17 Inleiding belastingrecht 19 Deel 1 Inkomstenbelasting 26 1 Algemene uitgangspunten 29 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 29 1.2 Waarover
Nadere informatieHoe een btw- vraagstuk oplossen?
Woord vooraf Hoe een btw- vraagstuk oplossen? Bij het correct oplossen van een btw- vraagstuk in het kader van het zaken doen met het buitenland volgt men best volgend stappenplan dat stap voor stap tot
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen:
Nadere informatieNationale Administrateursdag Carola van Vilsteren
Nationale Administrateursdag 2016 Carola van Vilsteren Programma Welkom Factuur Factuureisen en postbusnummer Creditfactuur en BTW E-facturering en BTW BTW-aangifte Laatste BTW-aangifte Overige actualiteiten
Nadere informatieVanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland
Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland gevestigd zijn met een beperkt af te dragen bedrag
Nadere informatieBtw-nieuwsbrief mei 2019
In deze btw-nieuwsbrief informeren wij u over de ontwikkelingen op het gebied van de omzetbelasting. In deze nieuwsbrief gaan wij nader in op de volgende onderwerpen: (1) btw-teruggaaf op oninbare vorderingen,
Nadere informatieIntracommunautaire ketentransacties in theorie en praktijk
Mr. I.M. Duinker; mr. P. de Kock 1 Intracommunautaire ketentransacties in theorie en praktijk Ketentransacties worden in de praktijk vaak ABC-transacties genoemd. In ons artikel in BTW bulletin 2012/68
Nadere informatie2. Betrokkenheid vaste inrichting bij diensten/facturatie 3. Moment van verschuldigdheid
31 907 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een nieuwe regeling voor de plaats van dienst voor de heffing van omzetbelasting, alsmede een nieuwe regeling voor
Nadere informatieInhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18
Inhoud Woord vooraf Hoe een btw- vraagstuk oplossen? 9 Inleiding 15 1 De intracommunautaire levering van goederen 17 1.1 Begrip 17 1.2 Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18 2 Vrijstelling
Nadere informatieHRo - Omzetbelasting -- Deel 6
Omzetbelasting les 6 programma Belastbare feiten Internationale handel OB-heffing bij internationale handel intracommunautaire transacties Artikel 1 Onder de naam 'omzetbelasting' wordt een belasting geheven
Nadere informatieDe kleineondernemersregeling
Belastingdienst De kleineondernemersregeling OB 201-1Z*13FD Heeft uw onderneming een lage omzet en betaalt u per jaar minder dan 1.883 btw? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor de kleine ondernemersregeling.
Nadere informatieDe BTW-Carrousel. Naomi de Bie Studiejaar: 2006/ Augustus 2007 Bachelor Fiscale Economie Corrector: mr. R.L.R.
De BTW-Carrousel Een onderzoek naar de ultieme bestrijdingsmethode van BTW-carrouselfraude. Naomi de Bie 0110353 Studiejaar: 2006/2007 11 Augustus 2007 Bachelor Fiscale Economie Corrector: mr. R.L.R. Hennuïn
Nadere informatieJJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs
JJJ JJJ de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Aan de Vaste Commissie van Financiën uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. mevrouw mr. E.C. Janssen Postbus 20018 2500 EA Den Haag 22 oktober
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.6.2015 COM(2015) 289 final 2015/0129 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij Italië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt
Nadere informatieInformatie voor ondernemers
Informatie voor ondernemers Factuurvereisten en regels Vrijwel elke ondernemer heeft te maken met btw. Btw is de belasting die u als ondernemer verschuldigd bent over uw omzet. Daar staat tegenover dat
Nadere informatieAlternatieve maatregelen die de Nederlandse overheid kan nemen om BTW-carrouselfraude te bestrijden.
Alternatieve maatregelen die de Nederlandse overheid kan nemen om BTW-carrouselfraude te bestrijden. Bachelorscriptie Semester 2, studiejaar 2009-2010 Juni 2010 Stephanie Wong 5604060 Begeleider: Mr.Drs.
Nadere informatieBTW. Academiejaar 2009-2010 samenvatting - Jeroen De Mets 1
BTW 1. INLEIDING...2 A. DEFINITIE...2 B. OUD EN NIEUW STELSELSTELSEL...2 2. DE BTW-PLICHTIGE VAN RECHTSWEGE...2 3. DE TOEVALLIGE BTW-PLICHTIGE...3 4. DE BELASTBARE FEITEN...3 A. ALGEMEEN...3 B. OVERZICHT...4
Nadere informatieIn deze advieswijzer wordt op hoofdlijnen nader ingegaan op btw-verplichtingen waarmee u te maken kunt krijgen als u zakendoet met het buitenland.
Levert u goederen over de grens of verricht u diensten aan afnemers buiten Nederland, dan zult u zich moeten verdiepen in de mogelijke btw-verplichtingen in andere landen. Moet ik btw in rekening brengen?
Nadere informatieThema s. Intracommunautaire levering ABC leveringen Overbrengingen Reparatie Call off/consignatie IC leveringen aan vrijgestelde afnemers
Thema s Intracommunautaire levering ABC leveringen Overbrengingen Reparatie Call off/consignatie IC leveringen aan vrijgestelde afnemers Intracommunautaire leveringen Nultarief indien (Teleos): - Vervoer
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.12.2009 COM(2009)668 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel te blijven
Nadere informatieCollegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1
Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen Week 1 2016-2017 HC week 1 Fiscale aspecten van Registergoederen 9 februari 2017 Inleiding Waarom is het vak voor notariëlen van belang? Wat heeft
Nadere informatieoin&case_law_summary=false&dts_dom=all&excconsleg=true&typeofactstatus=com_join &type=advanced&subdom_init=all_all&dts_subdom=all_all
Fiche 3: Mededeling over het btw-actieplan 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal comité over een actieplan
Nadere informatieVermindering van btw voor kleine ondernemers
Vermindering van btw voor kleine ondernemers De kleineondernemersregeling Hebt u een onderneming en maakt u weinig omzet? Dan is er voor u de kleineondernemersregeling. Volgens deze regeling kunt u in
Nadere informatieRICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD
27.12.2018 L 329/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD van 20 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde
Nadere informatieUtrecht 21 april 2015
Utrecht 21 april 2015 ONDERWERPEN Algemene inleiding BTW verschuldigd over subsidies? Invloed van subsidies op de aftrek van BTW KARAKTER VAN DE BTW Belast het verbruik door consument / eindverbruiker
Nadere informatie2 Administratieve verplichtingen
2 Administratieve verplichtingen voor de BTW In verband met het belang voor de heffing van de BTW worden aan de administratie strenge eisen gesteld. De Algemene wet inzake Rijksbelastingen (AWR) kent voor
Nadere informatieDE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 UW QUIZIMODO: JAN SANDERS
DE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 UW QUIZIMODO: JAN SANDERS VRAAG 1. Intracommunautaire levering DE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 VRAAG 1. Op grond van art. 12, lid 2, onderdeel a, 2 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting
Nadere informatieAls u een bedrijfs pand gaat kopen of verkopen Gevolgen voor de btw
Gevolgen voor de btw Gaat u een bedrijfspand kopen of verkopen? Dan hebt u te maken met bepaalde btw-regels. De verkoop van een bedrijfspand is meestal vrijgesteld van btw. In sommige situaties is het
Nadere informatieBesluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507
Nadere informatieBTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman
BTW BIJ IN- en UITVOER Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman Douaneschuld Douaneschuld ontstaat: - Invoer (in vrije verkeer brengen) - Onttrekking aan het douanetoezicht - Niet voldoen aan verplichtingen
Nadere informatieDe kleineondernemersregeling
Belastingdienst De kleineondernemersregeling OB 201-1Z*14FD Heeft uw onderneming een lage omzet en betaalt u per jaar minder dan 1.883 btw? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor de kleineondernemersregeling.
Nadere informatieZeijerstroeten 26 9492 TD Ubbena www.heidinga-accountants.nl info@heidiinga-accountants.nl. BTW en Zonnepanelen
Zeijerstroeten 26 9492 TD Ubbena www.heidinga-accountants.nl info@heidiinga-accountants.nl BTW en Zonnepanelen De Omzetbelasting ziet iemand als ondernemer (en dus BTW-plichtig) op het moment dat hij duurzaam
Nadere informatieINSTRUCTIE. Wat houdt het btw voordeel in? Besluit overheid
INSTRUCTIE BTW VOORDEEL VOOR DE PARTICULIER ALS ONDERNEMER De Belastingdienst maakt het voor zonnepanelen bezitters leuker: Particulieren met zonnepanelen kunnen btw terugvragen In deze instructie leest
Nadere informatieBachelor thesis. Het toerekenen van een intracommunautaire transactie binnen een ketentransactie
Bachelor thesis Het toerekenen van een intracommunautaire transactie binnen een ketentransactie Naam: Erik Rood Adres: Minckelersstraat 10-07, 5041 AN, Tilburg Telefoon: 06-154 805 22 Studierichting: Fiscale
Nadere informatie2014 -- Omzetbelasting II -- Deel 3
Omzetbelasting II les 5 programma Intracommunautaire prestaties goederen: de intracommunautaire transacties diensten: de intracommunautaire diensten 1 Invoer Jim is ondernemer in Zuid-Korea. Hij levert
Nadere informatieBeslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen
Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen De uitreiking van de factuur, vooraleer het belastbaar feit zich heeft voorgedaan, is geen oorzaak
Nadere informatieAuteur: mr. A.P. van Nes, FrieslandCampina. 2 december Centrale vraagstelling
FACTSHEET Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de kleine ondernemersregeling in de BTW COM(2018) 20 final; 2018/0006 (CNS) Auteur: mr. A.P. van Nes,
Nadere informatieLet op! Het drempelbedrag geldt per land en dus niet per afnemer!
Als u als ondernemer goederen levert of diensten verricht, krijgt u te maken met btwverplichtingen. Vragen als Ben ik btw verschuldigd? Geldt er een vrijstelling? Welk tarief moet ik toepassen(0%, 6% of
Nadere informatieVermindering van BTW voor kleine ondernemers
Vermindering van BTW voor kleine ondernemers De kleineondernemersregeling Heeft u een onderneming en maakt u weinig omzet? Dan is er voor u de kleineondernemersregeling. Volgens deze regeling kunt u in
Nadere informatieGoederen inkopen via Ebay en de fiscale behandeling van deze transacties
Goederen inkopen via Ebay en de fiscale behandeling van deze transacties Sandy Dekker 0401323 Studiejaar 2009 Afgerond op 19 september 2009 Beoordelend docent: W.A.P. Nieuwenhuizen Studierichting: Fiscale
Nadere informatieVermindering van btw voor kleine ondernemers
Vermindering van btw voor kleine ondernemers De kleineondernemersregeling Hebt u een onderneming en maakt u weinig omzet? Dan is er voor u de kleine-ondernemersregeling. Volgens deze regeling kunt u in
Nadere informatieFactureringsregels 2013
Factureringsregels 2012 en 2013 Facturen spelen binnen de btw-regelgeving een zeer belangrijke rol. De ondernemer kan aan de hand van verkoopfacturen de verschuldigde belasting aantonen en door middel
Nadere informatieAls u een bedrijfspand gaat kopen of verkopen
Als u een bedrijfspand gaat kopen of verkopen Gevolgen voor de BTW Gaat u een bedrijfspand kopen of verkopen? Dan heeft u te maken met bepaalde BTW-regels. De verkoop van een bedrijfspand is meestal vrijgesteld
Nadere informatieBelastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,
Omzetbelasting. Kleine ondernemersregeling Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Nadere informatieArt. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale
Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale gebruik, daartoe noopt, wordt vrijstelling van belasting
Nadere informatieHRo - Omzetbelasting -- Deel 6
Omzetbelasting les 6 programma Belastbare feiten Internationale handel OB-heffing bij internationale handel intracommunautaire transacties Artikel 1 Onder de naam 'omzetbelasting' wordt een belasting geheven
Nadere informatieVeel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren die zonnepanelen
Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren die zonnepanelen aanschaffen 1 De termijn waarbinnen verzocht moet worden om een uitnodiging tot het doen van aangifte omzetbelasting
Nadere informatieAls u vragen heeft over dit onderwerp of over de intrekking van mededeling 26, dan kunt u uiteraard contact opnemen
BTW-nieuwtjes 5/2010 van vilsteren BTW advies bv Heidesteinlaan 2a, 6866 AG Heelsum E-mail: info@btwadvies.com Website: www.btwadvies.com Telefoon: 026-7071710 KvK Arnhem 09136209 De pro rata en het mogen
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27636 15 mei 2019 Wijziging van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 (modernisering kleineondernemersregeling)
Nadere informatieVoorwoord. Tot slot wil ik graag mijn scriptiebegeleidster, mevrouw M.M. Nijholt, bedanken voor haar goede begeleiding en advies.
CARROUSELFRAUDE Welke effectieve en eenduidige maatregelen kunnen worden genomen om Btwcarrouselfraude te bestrijden en zo de ondernemer te goeder trouw beter te beschermen? Naam: Mane Bajadjan Studentnummer:
Nadere informatie21 mei 2019 BTW-nieuwtje : Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020
21 mei 2019 BTW-nieuwtje 12-2019: Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 115 Wet van 15 maart 2012 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met nieuwe factureringsregels (implementatie richtlijn
Nadere informatieSpecial wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013
Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013 Audit І Tax І Advisory Belangrijke wijzigingen in de btw facturerings regels per 1 januari 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wanneer moet
Nadere informatieOverzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU
1 2 Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in 2013. De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU richtlijnen, met nogal dwingende instructies. De stroom
Nadere informatieWijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2013) Na artikel VIIc worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
33 402 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2013) DERDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel III, onderdeel E, vervalt. 2 Na
Nadere informatie16 februari 2018 JvdM/BR/SvdD
Ernst & Young Belastingadviseurs LLP Meander 861 6825 MH Arnhem Postbus 30116 6803 AC Arnhem Tel: +31 88 407 10 00 Fax: +31 88 407 60 05 ey.com Verbind Drenthe T.a.v. de heer R. Hoogendorp Postbus 12 9480
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 700 Besluit van 22 december 1995 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met de totstandkoming van de Tweede
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING. Inhoudsopgave I. ALGEMEEN. 1. Inleiding. 2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel. 9. Transponeringstabel
MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave Blz. I. ALGEMEEN 1. Inleiding 2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel 9. Transponeringstabel II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING III TOELICHTING ARTIKEL 1, LID 1, UITVOERINGSVERORDENING
Nadere informatieNieuwsbrief 2009-10 Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten
Nieuwsbrief 2009-10 Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten 1. Principe Vanaf 1 januari 2010 wijzigen de regels inzake plaatsbepaling bij grensoverschrijdende diensten
Nadere informatieVermindering van BTW voor kleine ondernemers
Vermindering van BTW voor kleine ondernemers De kleineondernemersregeling Heeft u een onderneming en maakt u weinig omzet? Dan is er voor u de kleineondernemersregeling. Volgens deze regeling kunt u in
Nadere informatieMïnisterie van Financiën
Mïnisterie van Financiën > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Juridische Zaken Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Inlichtingen Ons kenmerk
Nadere informatie2 Leveringen van goederen naar
2 Leveringen van goederen naar landen binnen de EU 2.1 Levering van goederen binnen de EU aan een buitenlandse ondernemer 2.1.1 intracommunautaire leveringen Hoofdregel bij grensoverschrijdende leveringen
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *
X EN FISCALE EENHEID FACET-FACET TRADING ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * In de gevoegde zaken C-536/08 en C-539/08, betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens
Nadere informatieDEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN
Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners Fédération Royale Belge des Transporteurs et des Prestataires de Services Logistiques Königlicher belgischer Verband der
Nadere informatieSpeaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik
Speaking Notes e-invoicing: Juridisch luik 1 Op 1 januari 2013 treden er in België nieuwe factureringsregels in werking in verband met de belasting over de toegevoegde waarde. Deze wijzigingen werden aangebracht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 032 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel) Nr. 3 Het advies van de Afdeling
Nadere informatieDEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN
Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners Fédération Royale Belge des Transporteurs et des Prestataires de Services Logistiques Königlicher belgischer Verband der
Nadere informatieBESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *
WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige
Nadere informatieVeel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen.
Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen. 1) Vanaf welk moment word ik door de Belastingdienst als BTW-ondernemer aangemerkt? De Belastingdienst merkt u aan
Nadere informatieD e n H a a g 13 december 2017
Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG B r i e f n u m m e r 17/11.227/K/Ha O n d e r w e r p Algemeen
Nadere informatieLevering van goederen naar andere EU-lidstaten / 13
1 Inleiding / 11 2 Levering van goederen naar andere EU-lidstaten / 13 2.1 Levering aan een btw-plichtige ondernemer / 14 2.1.1 Voorwaarde 1: vervoer naar een andere lidstaat / 15 2.1.2 Afhaaltransacties
Nadere informatiePlaats van dienst en nieuwe teruggaafprocedure buitenlandse Omzetbelasting per 1 januari 2010
Plaats van dienst en nieuwe teruggaafprocedure buitenlandse Omzetbelasting per 1 januari 2010 Onlangs is een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de Omzetbelasting 1968 aangenomen. De wijzigingen zien
Nadere informatieHet wel en wee van de verwervings-btw
Het wel en wee van de verwervings-btw Door: mr. W.J.G.M. Hundscheid 2007/ 2008 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDING... 2 HOOFDSTUK 2 INTRACOMMUNAUTAIRE GOEDEREN TRANSACTIES... 3 HOOFDSTUK 3 SYSTEMATIEK
Nadere informatieHoorcollege 1: Inleiding
Hoorcollege 1: Inleiding Datum: 9 november 2009 Studiestof: hoofdstuk 5 Drs. O.L. Mobach INLEIDING De omzetbelasting is vak dat altijd actueel is. In de Verenigde Staten is er op dit moment bijvoorbeeld
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-
Nadere informatieInhoud. Voorwoord. 1 Loonbelasting 1. 1.1 Inleiding 1. 1.2 Dienstbetrekking 2. 1.3 Inhoudingsplichtige 10. 1.4 Loon 13
Inhoud Voorwoord V 1 Loonbelasting 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Dienstbetrekking 2 1.2.1 Inleiding 2 1.2.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking 3 1.2.3 Publiekrechtelijke dienstbetrekking 5 1.2.4 Fictieve dienstbetrekking
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35891 24 december 2013 Omzetbelasting. Fiscaal vertegenwoordiging 15 december 2013 Nr. BLKB/2013/2291M Belastingdienst/Directie
Nadere informatieUpdate BTW. 11 november 2011 Carola van Vilsteren
Update BTW 11 november 2011 Carola van Vilsteren Programma Welkom en doelstellingen BTW-actualiteiten Auto van de zaak Laatste aangifte 2011 BTW tips Casus Programma Welkom en doelstellingen BTW-actualiteiten
Nadere informatieNOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP de Groep belastingvraagstukken Indirecte belasting (BTW) Betreft: BTW - Plaats van levering van gas en elektriciteit
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 januari 2003 (31.01) (OR. en) PUBLIC 5731/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 10 ENER 23 NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP aan: de Groep
Nadere informatieDe BTW-afwikkeling bij de verstrekking van zegels en waardebonnen wordt geregeld door de artikelen 20 en 21 Uitvoeringsbesluit OB.
Zegelsystemen, waardebonnen, e.d. 2320-3 1. Nationale regelingen De BTW-afwikkeling bij de verstrekking van zegels en waardebonnen wordt geregeld door de artikelen 20 en 21 Uitvoeringsbesluit OB. Artikel
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.10.2017 COM(2017) 561 final 2017/0243 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij het Koninkrijk der Nederlanden wordt gemachtigd een maatregel in te voeren
Nadere informatie