MEDEDELING OKAN in de onthaalschool 1 Inleiding 2 Reglementering

Transcriptie

1 Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel MEDEDELING referentienr. : M-VVKSO datum : gewijzigd : contact : Dienst Personeel en schoolbeheer, dps@vsko.be, Dienst Leerlingen en schoolorganisatie, dls.vvkso@vsko.be, OKAN in de onthaalschool 1 Inleiding Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) wil aan een bijzonder kwetsbare groep in onze samenleving kansen bieden voor een betere toekomst. De scholengemeenschap kan zich hiertoe engageren en vanuit een gedragen eigen visie in één of meer van haar scholen onthaalonderwijs organiseren. In een eerste fase krijgen de anderstalige nieuwkomers een taalbad Nederlands in een onthaalschool, vervolgens stromen zij door naar een studierichting in het reguliere onderwijs van de zogenoemde vervolgschool. Vanuit deze trajectgedachte visie onthaalschool - vervolgschool, hebben wij de bestaande vier Mededelingen over onthaalonderwijs gehergroepeerd in drie nieuwe Mededelingen: Visie op onthaalonderwijs, OKAN in de onthaalschool en De ex-okan-leerling in de vervolgschool. De voorliggende Mededeling heeft tot doel toelichting en verduidelijking te geven bij de administratieve reglementering inzake organisatie, omkadering, personeel en de loopbaan van de leerling in de onthaalschool. Voor meer toelichting bij de visie van het Verbond op onthaalonderwijs alsook meer informatie aangaande het vervolgonderwijs voor anderstalige nieuwkomers, verwijzen wij naar de hierna genoemde Mededelingen: M-VVKSO van betreffende Visie op onthaalonderwijs M-VVKSO van betreffende De ex-okan-leerlingen in de vervolgschool 2 Reglementering Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en van de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding art. 84 terdecies. > rubrieken > wetgeving > personeel > administratief statuut > gesubsidieerd onderwijs. Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap van 10 juli 2008, art > rubrieken > wetgeving > secundair onderwijs > leren en werken. Besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002 inzake de organisatie van onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon voltijds secundair onderwijs. > rubrieken > wetgeving > secundair onderwijs > onderwijsvoorrang.

2 2 Ministeriële omzendbrief SO 75 van 30 juni 2006 betreffende onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon voltijds secundair onderwijs. > rubrieken > coördinatie van de omzendbrieven > secundair onderwijs > instellingen en leerlingen > onthaalonderwijs. 3 Voorwaarden Het Besluit van de Vlaamse regering inzake de organisatie van onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon voltijds secundair onderwijs bepaalt een aantal subsidiëringsvoorwaarden: de scholengemeenschap dient, uiterlijk twee weken voorafgaand aan de mogelijke toekenning van specifieke uren-leraar, een gemotiveerde aanvraag in bij het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap voor Onderwijsdiensten, Hendrik Consciencegebouw, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel;Is de aanvang van het onthaaljaar voorzien voor 1 september, dan is de uiterste indieningsdatum 1 juni, voorafgaand aan eerstgenoemde datum; op de eerste lesdag, te rekenen vanaf 1 oktober, waarop onthaaljaar wordt ingericht moeten er ten minste vijfentwintig regelmatige anderstalige nieuwkomers ingeschreven zijn in de deelnemende school of scholen van de scholengemeenschap; één school van de scholengemeenschap wordt als contactpunt aangeduid voor het departement Onderwijs; een gestructureerd en systematisch overleg wordt door de scholengemeenschap georganiseerd, wanneer meerdere scholen van één scholengemeenschap deelnemen; er wordt in samenwerking met het betrokken Centrum voor leerlingenbegeleiding sterke aandacht besteed aan de begeleiding en oriëntering van de anderstalige nieuwkomer aansluitend op zijn of haar intrinsieke capaciteiten; de deelnemende school of scholen verbinden er zich toe voor elke anderstalige nieuwkomer een leertraject uit te werken dat voldoet aan de doelstellingen van het onthaalonderwijs; de deelnemende school of scholen verbinden er zich toe de personeelsleden het recht op deelname aan nascholing over taalvaardigheidsonderwijs Nederlands en intercultureel onderwijs te garanderen; de deelnemende school of scholen nemen initiatieven ter ondersteuning en begeleiding van deze leerlingen in de eigen school, in voorkomend geval in de andere scholen van de scholengemeenschap of in samenspraak met één of meerdere scholen van een andere scholengemeenschap en dit zowel tijdens het onthaaljaar als na de overgang naar het reguliere onderwijs; de deelnemende school of scholen dienen de verdere schoolloopbaan van de gewezen anderstalige nieuwkomers op te volgen en hiertoe contacten tussen onthaalonderwijs en reguliere onderwijs te onderhouden met betrekking tot informatiedoorstroming, studiekeuzebegeleiding en uitwisseling van ervaringen en expertise. In deze Mededeling worden een aantal van deze voorwaarden verder toegelicht. 4 Organisatie 4.1 Onthaalonderwijs start in de scholengemeenschap Onthaalonderwijs omvat de organisatie van enerzijds één onthaaljaar alsook de ondersteuning, begeleiding en opvolging van gewezen anderstalige nieuwkomers, zogenoemde vervolgcoaching. De organisatie van onthaalonderwijs is de taak van één of meer instellingen van een scholengemeenschap. De aanvraag tot subsidiëring van onthaalonderwijs dient daarentegen steeds vanuit de scholengemeenschap te gebeuren van waaruit het overleg organisch is gegroeid.

3 3 De oprichting van een onthaaljaar wordt niet beschouwd als een uitbreiding van het aanbod zoals bij programmatie van andere structuuronderdelen en hoeft dus niet als programmatie aan het departement Onderwijs te worden gecommuniceerd. Evenmin is de oprichting van het onthaaljaar onderhevig aan de interne planningsprocedure voor het vrij katholiek secundair onderwijs (DPCC). De betrokken scholengemeenschap of de contactschool doen er wel goed aan om het initiatief tot oprichting van onthaalonderwijs kenbaar te maken aan het Verbond ter attentie van de heer Patrick Deboutte tel ). Het Verbond doet dan verder het nodige om diocesane pedagogische begeleidingsdiensten (DPB s) hiervan op de hoogte te brengen. Tijdens het schooljaar konden scholen tijdelijk een tweede onthaaljaar organiseren. Op die manier kon men voor een aantal OKAN-leerlingen de overstap naar het reguliere onderwijs beter voorbereiden. Vanaf 1 september 2011 kan men geen tweede onthaaljaar meer inrichten. De mogelijkheden die deze organisatievorm bood, blijven wel bestaan in het kader van flexibele leertrajecten en staan voortaan zelfs open voor zowel onthaalscholen als vervolgscholen. Voor meer informatie verwijzen we naar de Mededeling M-VVKSO De ex-okan-leerling in de vervolgschool, punt Formele rol van de scholengemeenschap, OCSG en MCSG Overleg Het overleg binnen de verschillende organen van de scholengemeenschap (bestuur, OCSG, MCSG) groeit in eerste instantie vanuit een bewustwordingsproces 1 over de noodzaak om onthaalonderwijs aan te bieden in de regio. De scholengemeenschap organiseert in een volgend stadium een meer gestructureerd en systematisch overleg met het oog op pedagogisch-didactische en organisatorische afstemming wanneer verscheidene scholen van één scholengemeenschap deelnemen aan onthaalonderwijs. Zo zal het noodzakelijk zijn om binnen de scholengemeenschap vooraf afspraken te maken over welke instellingen bereid zijn om onthaalonderwijs te organiseren en op welke wijze deze instellingen de instroom van anderstalige nieuwkomers opvangen in de regio. Op niveau van de scholengemeenschap worden er bovendien afspraken gemaakt op welke wijze de specifieke uren-leraar toegekend aan de contactschool, worden verdeeld over alle scholen van de scholengemeenschap die onthaalonderwijs inrichten. Ook over de uren-leraar die OKAN-leerlingen genereren voor het reguliere pakket op 1 februari voorafgaand, kunnen er binnen de scholengemeenschap afspraken worden gemaakt inzake aanwending (zie verder in punt 5 van deze Mededeling) Aanduiden van contactpunt/contactschool De scholengemeenschap duidt één school van de scholengemeenschap aan als contactpunt, ook wel contactschool genoemd, voor het Agentschap voor Onderwijsdiensten van het departement Onderwijs. De contactschool vertegenwoordigt de scholengemeenschap indien in verscheidene scholen van de scholengemeenschap onthaalonderwijs wordt georganiseerd. Een opsomming van de specifieke rol die voor de contactschool is weggelegd: De contactschool staat in voor het versturen van de aanvraag tot toekenning van de specifieke uren-leraar voor onthaalonderwijs; De contactschool treedt op in functie van de scholengemeenschap indien meer dan één school onthaalonderwijs inricht; Tussen de contactschool en de andere organiserende onthaalscholen van dezelfde scholengemeenschap worden afspraken gemaakt over de verdeelsleutel van de specifieke uren-leraar alsook over de reguliere urenleraar die de OKAN-leerlingen op 1 februari van het voorafgaand schooljaar hebben gegenereerd; 1 Zie ook punt 2 van de Mededeling Visie op onthaalonderwijs M-VVKSO

4 4 Aan de contactschool worden de specifieke uren-leraar toegekend die ze vervolgens verdeelt op basis van de gemaakte afspraken; De contactschool verwittigt de betrokken verificateur om het minimum aantal van 25 OKAN-leerlingen te komen vaststellen; De contactschool doet desgevallend een aanvraag 2 tot herberekening van het aantal specifieke uren-leraar (zie verder in punt 5.2 van deze Mededeling); De contactschool ontvangt de dienstbrief van de overheid indien een herberekening van het aantal specifieke uren-leraar werd aangevraagd; De contactschool krijgt 22 uren-leraar om in ondersteuning van gewezen anderstalige nieuwkomers te voorzien tijdens en na de overstap naar het reguliere onderwijs op voorwaarde dat in de betrokken school of scholengemeenschap het schooljaar voordien een onthaaljaar werd ingericht. De contactschool ontvangt zoals elke school ook een regulier pakket uren-leraar op basis van het aantal anderstalige nieuwkomers dat geteld wordt op 1 februari van het voorafgaand schooljaar Aanvraag tot subsidiëring De scholengemeenschap is de instantie die namens een school of scholen een gemotiveerde aanvraag indient bij het Agentschap voor Onderwijsdiensten van het Ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor de scholengemeenschappen die op 1 september van start wensen te gaan met de organisatie van onthaalonderwijs, moet deze aanvraag uiterlijk 1 juni van het voorafgaand schooljaar ingediend worden. Deze uiterste datum garandeert dat de scholengemeenschap vóór de zomervakantie op de hoogte wordt gebracht over de goedkeuring van de aanvraag. Wanneer de instroom van anderstalige nieuwkomers zo groot is dat het in de aanvraag opgegeven aantal scholen moet uitgebreid worden, zal de scholengemeenschap het Agentschap voor Onderwijsdiensten daarover schriftelijk inlichten met opgave van de nieuwe organiserende school of scholen. Indien de organisatie van onthaalonderwijs later dan 1 september van start gaat, dient de aanvraag te gebeuren uiterlijk 2 weken voorafgaand aan de toekenning van specifieke uren-leraar. Instellingen die reeds onthaalonderwijs inrichten, dienen jaarlijks geen nieuwe aanvraag te doen. Het volstaat dat zij het Agentschap voor Onderwijsdiensten inlichten als zij geen onthaalonderwijs meer inrichten Samenwerkingsovereenkomst Een scholengemeenschap kan een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met een school die niet tot een scholengemeenschap behoort maar wel onthaalonderwijs wenst in te richten en aan de geldende subsidiëringvoorwaarden voor onthaalonderwijs voldoet. 4.3 Onthaalonderwijs in het stelsel van leren en werken De organisatie van onthaalonderwijs in het stelsel van leren en werken is een specifiek en tijdelijk onderwijsaanbod dat anderstalige nieuwkomers voorbereidt op betere doorstroming naar arbeidsdeelname. Dit onderwijsaanbod is gericht op taalvaardigheid, inburgering en zelfredzaamheid (zie verder in punt 5.6 van deze Mededeling, alsook in punt 5 van de Mededeling Visie op onthaalonderwijs ). 2 Dit formulier (bijlage 2 van de SO 75) wordt in tweevoud aan de verificateur gestuurd. De verificateur staat, eens de gegevens zijn geverifieerd, in voor de verzending van de gegevens naar het Agentschap voor onderwijsdiensten.

5 5 5 Omkadering en werkingstoelagen OKAN-leerlingen genereren omkadering (uren-leraar alsook punten voor de globale puntenenveloppe) en werkingstoelagen. Voor de bespreking van de omkadering beperken we ons hierna tot de verschillende pakketten urenleraar. OKAN-scholen beschikken niet alleen over een regulier pakket uren-leraar maar ook over specifieke uren-leraar. Omdat onthaalonderwijs zich niet beperkt tot het onthaaljaar maar ook ondersteuning, begeleiding en opvolging van gewezen anderstalige nieuwkomers omvat, kan een contactschool bijkomend rekenen op 22 uren-leraar extra omkadering voor ondersteuning en opvolging na het onthaaljaar. 5.1 Reguliere pakket uren-leraar Het onthaalonderwijs wordt beschouwd als een afzonderlijke administratieve groep en behoort als structuuronderdeel niet tot de eerste, tweede of derde graad (alhoewel de toegekende coëfficiënt identiek is aan die van het eerste leerjaar A en het tweede leerjaar van de eerste graad). Voor de berekening van het reguliere pakket uren-leraar, geldt de gebruikelijke teldatum van 1 februari van het voorafgaand schooljaar. Hierbij een overzicht van de geldende coëfficiënten. op de schijf van 1 tot en met 25 leerlingen : 2,25 uren-leraar op de schijf van 26 tot en met 50 leerlingen : 1,95 uren-leraar op de schijf van 51 tot en met 100 leerlingen : 1,80 uren-leraar vanaf de 101ste leerling : 1,60 uren-leraar Dit pakket uren-leraar gegenereerd door de OKAN-leerlingen maakt deel uit van het algehele pakket uren-leraar dat aan de school wordt toegekend rekening houdend met een aanwendingspercentage van 96,57%. Ook in het onthaalonderwijs moet het vak godsdienst worden aangeboden naast de andere vakken. De leerlingen van het onthaalonderwijs genereren geen aparte omkadering voor het vak godsdienst. De uren godsdienst worden georganiseerd met uren afkomstig van het reguliere pakket van de school. Voor verdere toelichting omtrent de berekening van het reguliere pakket verwijzen wij naar de ministeriële omzendbrief SO-55 betreffende het ambt van directeur en pakket uren-leraar in het voltijds secundair onderwijs van 31 juli Op basis van de gemaakte afspraken binnen de scholengemeenschap, kunnen deze uren-leraar naar andere scholen die onthaalonderwijs inrichten worden overgedragen. 5.2 Specifieke uren-leraar De specifieke uren-leraar worden naast het reguliere pakket voorzien en het is dan ook logisch dat deze extra uren enkel voor dit doel kunnen aangewend worden. Bovendien kunnen deze uren-leraar niet worden overgedragen naar het volgend schooljaar. 3 Ministeriële omzendbrief S0-55 betreffende het ambt van directeur en pakket uren-leraar in het voltijds secundair onderwijs van 31 juli > rubrieken > coördinatie van de omzendbrieven > secundair onderwijs > instellingen en leerlingen > omkadering

6 6 Als voorwaarde voor de organisatie van onthaalonderwijs in een scholengemeenschap geldt een minimumnorm aan OKAN-leerlingen. Zo niet, komt het onthaalonderwijs niet in aanmerking voor subsidiëring. Op 1 oktober van het betrokken schooljaar of op de eerste lesdag daaropvolgend indien 1 oktober geen lesdag is, moeten er in het onthaaljaar samen minstens 25 regelmatige anderstalige nieuwkomers ingeschreven zijn in de deelnemende school of scholen van de scholengemeenschap. Dit minimum wordt gecontroleerd door de betrokken verificateur. Aan de contactschool wordt per anderstalige nieuwkomer 2,5 uren-leraar toegekend aan specifieke omkadering. Scholengemeenschappen die op 1 oktober van een betrokken schooljaar niet het minimum van 25 regelmatige anderstalige nieuwkomers in het onthaalonderwijs of onthaaljaren in de totaliteit van de school of scholen van de scholengemeenschap halen, worden toch gesubsidieerd voor het onthaal van anderstalige nieuwkomers in de maand september. Ook na september blijft een subsidiëring mogelijk indien de onthaalschool hiertoe een gemotiveerd aanvraag tot afwijking van de norm indient bij de minister. Afwijking op de norm wordt mogelijks toegestaan indien: er geen onthaalklas uit een andere scholengemeenschap in de stad/gemeente aanwezig is; er een duidelijke behoefte is aan onthaalonderwijs in de betreffende stad/gemeente; er een verdere groei van het aantal anderstalige nieuwkomers voorzien is binnen de scholengemeenschap; er een duidelijke samenwerking is met onthaalbureaus en opvangcentra voor asielzoekers uit de regio. Bij een gunstig beoordeling van de aanvraag ontvangt de school en de coördinerend directeur van de scholengemeenschap een ministeriële goedkeuring tot afwijking. Een scholengemeenschap kan in de loop van een schooljaar (later dan 1 oktober) alsnog starten met onthaalonderwijs, op voorwaarde dat ze minstens 25 regelmatige anderstalige nieuwkomers heeft ingeschreven in het onthaaljaar. Zodra het minimumaantal anderstalige nieuwkomers wordt bereikt op 1 oktober of later in het schooljaar, kan het onthaalonderwijs georganiseerd blijven, zelfs indien het aantal OKAN-leerlingen onder het minimum van 25 daalt. Voor elke toename of afname van het absoluut aantal anderstalige nieuwkomers met vier anderstalige nieuwkomers wordt het pakket uren-leraar herberekend. De toename of de afname wordt bekeken over de organiserende school of scholen. De aanvraag tot herberekening gebeurt door de contactschool. Het is de contactschool die instaat voor het versturen van de aanvraag tot toekenning van het wekelijks pakket uren-leraar via het modelformulier Bijlage 2 Aanvraag tot toekenning van het wekelijks pakket uren-leraar in onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers opgenomen in de ministeriële omzendbrief SO Dit formulier omvat 3 luiken die moeten worden ingevuld door de directeur van de contactschool, de coördinerend directeur van de betrokken scholengemeenschap en de verificateur. Deze specifieke uren-leraar worden op basis van de afspraken binnen de scholengemeenschap verdeeld over de verschillende scholen van de scholengemeenschap die onthaalonderwijs inrichten. Deze verdeelde urenleraar zijn eigen aan de ontvangende school zodat vacantverklaring en vaste benoeming mogelijk zijn 5. 4 SO 75 Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon voltijds secundair onderwijs d.d U surft naar U klikt achtereenvervolgens op Rubrieken > Coördinatie van de omzendbrieven > Secundair onderwijs > Instellingen en leerlingen > Onthaalonderwijs en tot slot op de bedoelde omzendbrief. 5 Antwoord van de overheid tijdens het middagoverleg voor het secundair onderwijs d.d. 16 september 2010.

7 7 5.3 Extra omkadering van 22 uren-leraar De contactschool van de scholengemeenschap krijgt een extra pakket van 22 uren-leraar. Dit pakket wordt toegekend om te voorzien in de ondersteuning van anderstalige nieuwkomers zowel tijdens als na de overstap naar het reguliere onderwijs. De extra omkadering wordt toegekend op voorwaarde dat in de contactschool of de scholengemeenschap het schooljaar voordien een onthaaljaar werd ingericht. Indien de contactschool of de scholengemeenschap stopt met het inrichten van een onthaaljaar, worden deze 22 uren-leraar nog gedurende 3 schooljaren volgend op het stopzetten van het onthaaljaar toegekend aan de contactschool. Het schoolteam van de contactschool beslist over de concrete besteding van deze 22 uren-leraar. In ieder geval gebeurt de besteding steeds in het kader van: coaching van leraren in het reguliere onderwijs door leraren van het onthaalonderwijs; een goede doorstroming van leerlingeninformatie; onderhoud van contacten met ex-okan-leerlingen. De extra-uren leraar kunnen niet worden overgedragen naar een volgend schooljaar. Hoewel overdragen naar een andere contactschool in theorie wel kan 6, gaat dit volgens ons in tegen de geest van de regelgeving. Wij raden dit dan ook af. 5.4 Afspraken op niveau van de scholengemeenschap De scholengemeenschap kan afspraken maken over de aanwending van de uren-leraar specifiek voor het onthaalonderwijs, maar dit is geen verplichting. Over de uren-leraar gegenereerd door OKAN-leerlingen voor het reguliere pakket, kunnen er afspraken gemaakt worden inzake overdracht naar een andere OKAN-school. Dit reguliere pakket wordt immers aan iedere individuele school toegekend vanuit de overheid. De specifieke uren-leraar worden op niveau van de scholengemeenschap verdeeld over de verschillende scholen die onthaalonderwijs inrichten.de contactschool fungeert immers niet als individuele school maar treedt op in functie van de scholengemeenschap. De extra omkadering van 22 uren-leraar worden aangewend in de contactschool. In het kader van een degelijke visie op onthaalbeleid binnen de scholengemeenschap, kunnen er ook voor deze uren-leraar concrete suggesties worden geformuleerd naar het schoolteam van de contactschool die beslist over de concrete besteding van deze 22 uren-leraar. 5.5 Aanwending op niveau van de school of scholen De specifieke uren-leraar alsook de extra omkadering van 22 uren-leraar worden enkel voor onthaalonderwijs aangewend in de contactschool. Indien er ook onthaalonderwijs wordt georganiseerd in andere scholen van de scholengemeenschap zullen de verdeelde specifieke uren-leraar ook hier enkel worden aangewend in het kader van onthaalonderwijs. De uren-leraar van het reguliere pakket uren-leraar (inclusief godsdienst-uren) mogen aanvullend worden gebruikt voor de organisatie van onthaalonderwijs met dien verstande dat de uren-godsdienst enkel mogen worden aangewend voor het onderricht van godsdienst in het onthaalonderwijs. 6 Antwoord d.d. 6 oktober 2006 van de overheid in correspondentie met het VVKSO.

8 8 5.6 Omkadering onthaalonderwijs in het stelsel van leren en werken Een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs ontvangt naast het reguliere pakket uren 7 voor elke jongere die anderstalige nieuwkomer is 1,20 uren-leraar. Deze verhoging kan enkel aangewend worden om onthaalonderwijs te organiseren. De verhoging geldt uitsluitend voor de periode van inschrijving van de betrokken jongere in het centrum tijdens het eerste schooljaar waarin hij deeltijds beroepssecundair onderwijs volgt en wordt tijdens dat schooljaar verstrekt. Bij elke wijziging van het aantal anderstalige nieuwkomers kan dus desbetreffend aantal uren-leraar worden herberekend. Bij deze herberekening wordt altijd rekening gehouden met het aantal jongeren dat op dat ogenblik in aanmerking komt. Het totaal wordt afgerond. De aanvraag van het betrokken CDO tot herberekening gebeurt door middel van het formulier Aanvraag tot toekenning van het wekelijkse pakket uren-leraar voor anderstalige nieuwkomers in het deeltijds beroepssecundair onderwijs 8 dat in tweevoud aan de verificateur wordt gestuurd. De verificateur staat, eens de gegevens zijn geverifieerd, in voor de verzending van de gegevens naar AgoDi. Op basis van de geverifieerde gegevens zal een dienstbrief naar het CDO gaan. 5.7 Werkingstoelagen Het aantal OKAN-leerlingen dat in een onthaalschool is ingeschreven op 1 februari, genereert werkingstoelagen voor het daaropvolgende schooljaar. Het puntengewicht voor OKAN-leerlingen bedraagt 16 (= puntengewicht van de eerste graad) en wordt zoals gebruikelijk vermenigvuldigd met de geldende geldwaarde per punt. Naast de berekening op basis van de schoolkenmerken gebeurt er ook nog een berekening op basis van de leerlingenkenmerken. 6 Personeel 6.1 Vakken Het leerprogramma (minimum 28 en maximum 32 uur op weekbasis) van het onthaaljaar is zeer sterk gericht op het verwerven van het Nederlands. Uitgezonderd voor 2 uur AV godsdienst en voor maximum 4 uur één of meer andere vakken, worden alle uren-leraar gebruikt voor het aanleren van Nederlands. Het specifiek vak AV Nederlands voor nieuwkomers omvat bijgevolg ten minste 22 lesuren. De leraren kunnen bijgevolg binnen het onthaaljaar worden aangesteld in de volgende vakken: AV Nederlands voor nieuwkomers; AV godsdienst; andere vakken (maximum 4u per week). 7 Voor de categorie van het onderwijzend personeel wordt aan een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs een pakket wekelijkse uren-leraar toegekend, dat wordt vastgesteld naar rata van [3,80] uren-leraar per jongere voor de schijf van 1 jongere tot en met 49 jongeren, en van [2,85] uren-leraar per jongere voor de schijf van 50 jongeren en meer. Voor het schooljaar geldt echter een andere omkaderingsregeling (cf. artikel 89 3 van het Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, ). 8 Adresgegevens en blanco formulier vindt u in de ministeriële omzendbrief SO/2008/08, punt en bijlage 18.

9 AV Nederlands voor nieuwkomers (ten minste 22 lesuren) Voor het vak AV Nederlands voor nieuwkomers zijn organieke bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen in alle graden en onderwijsvormen voorzien. Deze bekwaamheidsbewijzen zijn te raadplegen op de website Bekwaamheidsbewijzen: > gewoon secundair onderwijs > van vak naar diploma. Personeelsleden die tussen 1 september 2002 en 31 augustus 2006 prestaties levereden in specifieke uren-leraar onthaalonderwijs die gebruikt werden voor lesuren Nederlands genieten desgevallend een individuele concordantie 9 en overgangsmaatregelen 10 voor AV Nederlands voor nieuwkomers. OKAN-personeelsleden die geen overgangsmaatregelen genieten, worden volgens de organieke regeling aangesteld met een voldoend of een ander bekwaamheidsbewijs AV Godsdienst (2 lesuren) Naast AV Nederlands voor nieuwkomers voorziet het wekelijks lesrooster ook in 2 lesuren voor AV Godsdienst Vrije besteding (maximum 4 lesuren) Een school die onthaalonderwijs inricht mag voor maximum 4 uur andere vakken inrichten dan AV Nederlands voor nieuwkomers. Het schoolteam beslist wanneer en welke vakken (Lichamelijke opvoeding, Wiskunde, Frans ) binnen deze 4 uur worden georganiseerd in functie van de oriëntering en de individuele mogelijkheden van de OKAN-leerling. 6.2 Aanstelling Aanstelling binnen specifieke uren-leraar en de extra 22 uren-leraar De aanstelling van de personeelsleden binnen de specifieke uren-leraar en de extra 22 uren-leraar (het zogenoemde vervolgtraject) gebeurt ofwel als vastbenoemd ofwel als tijdelijk personeelslid (TABD of TADD) in het ambt van leraar of godsdienstleraar. De inrichtende macht is evenwel verplicht de personeelsleden een opdracht te geven die voor het personeelslid de meest gunstige bezoldiging en prestatiestelsel oplevert. De inrichtende macht moet bijgevolg nagaan op basis van het bekwaamheidsbewijs van het personeelslid binnen welke graad (1 ste, 2 de, 3 de of 4 de graad) en onderwijsvorm van het voltijdse gewoon secundair onderwijs, de beste bezoldiging mogelijk is. De opdracht die zo tot stand komt, moet niet effectief voorkomen in de school. De verplichting om deze uren te koppelen aan de eerste graad, is sinds 1 september 2006 weggevallen. Verder zijn alle bepalingen van het decreet Rechtspositie van toepassing. 9 Artikel 84terdecies van het Decreet Rechtspositie. 10 Artikel 16quater decies van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs ( ).

10 10 Voorbeelden Een GVSO-groep 1 wordt in het onthaaljaar aangesteld voor AV Nederlands voor nieuwkomers. Hij wordt administratief gekoppeld aan de derde graad/bso met salarisschaal 301 en prestatienoemer 20. Deze aanstelling wordt doorgestuurd naar het werkstation met vakcode 877. Een licentiaat Germaanse filologie met BPB (bewijs pedagogische bekwaamheid) wordt in het onthaaljaar van een eerste graadschool aangesteld voor AV Nederlands voor nieuwkomers en gekoppeld aan de derde graad/tso met salarisschaal 501 en prestatienoemer 20. Deze aanstelling krijgt de vakcode 877. Een licentiaat godsdienstwetenschappen met BPB (bewijs van pedagogische bekwaamheid) wordt in het onthaaljaar van een zesjarige bso-school met 2 uur AV Godsdienst belast. Deze godsdienstleraar wordt met een vereist bekwaamheidsbewijs aangesteld voor 2/20 AV Godsdienst/derde graad aso. Hij ontvangt een salaristoelage op basis van salarisschaal 501. Deze aanstelling krijgt de administratieve code Aanstelling binnen het reguliere pakket uren-laar Personeelsleden kunnen voor de organisatie van onthaalonderwijs ook aangesteld worden in uren-leraar die geput worden uit het reguliere pakket uren-leraar. OKAN-leerlingen genereren immers op 1 februari van het voorafgaand schooljaar ook uren-leraar voor het reguliere pakket uren-leraar. Ook in deze uren-leraar is uiteraard een vaste benoeming of tijdelijke aanstelling (TABD of TADD) mogelijk. In tegenstelling tot de specifieke omkadering heeft de inrichtende macht voor de aanstelling in de reguliere urenleraar niet de verplichting om voor het betrokken personeelslid het meest gunstige prestatiestelsel met de beste bezoldiging te kiezen. Enkel een opdracht die past in de schoolstructuur en binnen het schoolaanbod, is mogelijk. Verder zijn alle bepalingen van het decreet Rechtspositie van toepassing. 6.3 Vacantverklaring Hoewel de uren in het kader van het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers, gekleurde omkaderingsmiddelen zijn, komen zij in aanmerking voor vacantverklaring. Het gaat om betrekkingen die op 15 april effectief ingericht en vacant zijn: de betrekkingen in het onthaaljaar (codes 877 en 436); de betrekkingen in het vervolgtraject (code 880). 6.4 Vaste benoeming Net zoals de inrichtende macht de verplichting heeft om de OKAN-betrekkingen vacant te verklaren heeft zij ook de verplichting tot vaste benoeming op 1 januari daaropvolgend indien de vacant verklaarde betrekkingen nog steeds vacant zijn en er bovendien kandidaten zijn die aan de benoemingsvoorwaarden voldoen. Voor meer toelichting bij de te volgen procedure ingeval van vaste benoeming verwijzen wij naar de Mededeling M- VVKSO Nascholing De contactschool en de andere scholen van de scholengemeenschap die onthaalonderwijs organiseren, zorgen ervoor dat taalvaardigheidsonderwijs Nederlands en intercultureel onderwijs is opgenomen in het nascholingsbeleid van de school zodat het recht op deelname aan deze nascholing gegarandeerd is.

11 11 De extra omkadering van 22 uren-leraar die wordt toegekend aan de contactschool, kan ook aangewend worden om de reguliere leraren van de scholengemeenschap te laten coachen door leraren van het onthaalonderwijs om zo het begrip en de expertise binnen het reguliere onderwijs verder te ontwikkelen. 7 Loopbaan van de leerlingen Tijdens het onthaaljaar leren anderstalige nieuwkomers zo snel mogelijk Nederlands met als uiteindelijke doel de integratie in de onderwijsvorm en studierichting die het nauwst aansluit bij hun individuele capaciteiten. In dit punt gaan we dieper in op het verloop en de specifieke kenmerken van dat jaar: de toelating, de invulling van het onthaaljaar en de voorbereiding op de studiekeuze in het reguliere onderwijs. 7.1 Toelatingsvoorwaarden tot het onthaaljaar Een anderstalige nieuwkomer kan als regelmatige leerling tot het onthaaljaar worden toegelaten wanneer hij voldoet aan de volgende voorwaarden: 11 op 31 december na de start van het schooljaar minstens twaalf en nog geen achttien jaar zijn; maximaal één jaar ononderbroken in België verblijven; niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal hebben; onvoldoende de onderwijstaal beheersen om de lessen te kunnen volgen; maximaal negen maanden ingeschreven zijn (juli en augustus niet inbegrepen) in een onderwijsinstelling met het Nederlands als onderwijstaal. Als een anderstalige nieuwkomer zich na 1 september aandient, gaat het om een laattijdige inschrijving. De onthaalschool zal in dat geval de nodige stappen zetten om hem als regelmatige leerling in te schrijven. 12 Aandachtspunten De onthaalschool kan voor individuele leerlingen in uitzonderlijke en bijzondere omstandigheden een aanvraag indienen voor een afwijking van de volgende toelatingsvoorwaarden: op 31 december na de start van het schooljaar minstens twaalf en nog geen achttien jaar zijn; maximaal één jaar ononderbroken in België verblijven; maximaal negen maanden ingeschreven zijn (juli en augustus niet inbegrepen) in een onderwijsinstelling met het Nederlands als onderwijstaal. De mogelijkheid om afwijkingen aan te vragen is met name interessant voor leerlingen die al een periode in het basisonderwijs de lessen hebben gevolgd, al dan niet in het onthaalonderwijs. 13 Dikwijls kampen zij nog steeds met een grote taalachterstand en hebben ze nood aan onthaalonderwijs in het secundair onderwijs, maar voldoen ze niet meer aan bovenstaande voorwaarden. Deze mogelijkheid is ook interessant voor vluchtelingen die door de overheid in eerste instantie aan een gemeente van de Franse gemeenschap waren toegewezen, waardoor zij niet meer aan de tweede voorwaarde voldoen wanneer zij na verloop van tijd aan een asielcentrum 11 Besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002 betreffende de organisatie van onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers in het gewoon voltijds secundair onderwijs, art. 2 > rubrieken > officieuze codificatie van de regelgeving > secundair onderwijs > onderwijsvoorrang 12 Mededeling van 18 december 2008 Afwezigheden in het voltijds gewoon secundair onderwijs (M-VVKSO ), punt 5 13 Ministeriële omzendbrief BaO/2006/03 van 30 juni 2006 Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers > rubrieken > coördinatie van de omzendbrieven > basisonderwijs > instellingen en leerlingen > onthaalonderwijs

12 12 of OCMW in Vlaanderen worden toegewezen. Hier blijkt uit onderzoek van het ministerie van onderwijs dat er voor die leerlingen in de praktijk soms wel moeilijkheden zijn om een afwijking te verkrijgen. 14 De aanvraag tot afwijking voor een individuele leerling van het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers bezorgt de school aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten. 15 Ze moet vergezeld zijn van een ondersteunende motivering van het betrokken CLB. Het traject van een individuele OKAN-leerling kan schooljaaroverstijgend zijn. De leerling moet op 1 september van een nieuw schooljaar wel nog steeds aan de toelatingsvoorwaarden van het onthaaljaar voldoen. Bij OKANleerlingen die in de loop van een schooljaar werden ingeschreven, zal dat bij de start van het volgende schooljaar meestal het geval zijn. Eventueel kan ook hier een afwijking worden aangevraagd (zie vorig bolletje). Voor het onthaalonderwijs in het deeltijds beroepsecundair onderwijs gelden bijkomend de toelatingsvoorwaarden van het dbso. De leerling moet met name aan de voltijds leerplicht voldaan hebben Het onthaaljaar Gedurende het onthaaljaar werkt men in de OKAN-school aan ontwikkelingsdoelen. Deze doelen zijn geen eindtermen maar houden enkel een inspanningsverplichting in. De talige doelen zijn geënt op het ROTAN (Referentiekader voor Ontwikkelingsdoelen Taalvaardigheid voor Anderstalige Nieuwkomers). Het gaat hier om doelen die de taalvaardigheid van de leerling moeten verhogen en het taalverwervingsproces bij de nieuwkomers ondersteunen. De talige redzaamheid van de OKAN er speelt zich af op 3 verwerkingsniveaus en in 4 onderscheiden contexten. Meer informatie over de ontwikkelingsdoelen, het opzet en de manier waarop met de doelen kan gewerkt worden, vindt u in de uitgangspunten die vermeld staan op de site van de Entiteit Curriculum van het Departement Onderwijs en Vorming 17, of kan u contact opnemen met Ann De Vos (ann.devos@vsko.be). Naast de talige doelen zijn er een aantal algemene doelen opgenomen die de integratie van de nieuwkomer moeten faciliteren en de kijk op de maatschappij waar deze jongeren in terecht komen moet verruimen. Er zijn ook taalondersteunende doelen opgenomen maar die dienen enkel aan bod te komen in voor de leerlingen relevante en concrete taalgebruiksituaties waar nodig en op hun niveau. Dat betekent dat taalbeschouwing en taalstrategieën op die manier bekeken worden en niet als leerplanonderdeel. Het is de bedoeling dat de ontwikkelingsdoelen geïntegreerd aan bod komen, niet chronologisch. Er moet ook voor elke leerling een individueel traject uitgewerkt worden, waarin zijn vorderingen op taalverwervingniveau en andere informatie opgenomen zijn. Dit traject volgt de leerling tijdens het onthaaljaar maar ook daarna, na de overgang naar het vervolgonderwijs. Het is een hulpmiddel voor de leerkrachten om de sterktes en zwaktes van elke leerling te bepalen en om zijn verdere traject te helpen uitstippelen. (zie ook Mededeling M-VVKSO Visie op onthaalonderwijs ). 14 Rapport onthaalonderwijs , , p Adresgegevens en blanco formulier vindt u voor het onthaalonderwijs in het voltijds secundair onderwijs in de ministeriële omzendbrief SO 75 van 30 juni 2006, punt 9 en bijlage 1 (idem), binnen het stelsel van leren en werken in de ministeriële omzendbrief SO/2008/08, punt bijlage Mededeling van 30 maart 2009 Het deeltijds beroepssecundair onderwijs en het decreet leren en werken en het decreet leren en werken (M-VVKSO ), punt

13 Ontwikkelingsdoelen Het leerprogramma van het onthaaljaar is zeer sterk gericht op het verwerven van het Nederlands. Het is niet gebaseerd op eindtermen of leerplandoelstellingen. Wat in een onthaalklas aan bod komt, is namelijk gericht op een zo breed mogelijk publiek en biedt de mogelijkheid om een gedifferentieerd aanbod te doen op basis van de beginsituatie en de noden van OKAN-leerling. De ontwikkelingsdoelen beschrijven daarvoor het minimum die worden nagestreefd en waaraan met elke leerling wordt gewerkt Individueel leertraject Voor elke anderstalige nieuwkomer ontwikkelt de onthaalschool een individueel leertraject dat voldoet aan de ontwikkelingsdoelen van het onthaalonderwijs. Het niveau van dat traject zal doorheen het jaar op basis van de mogelijkheden en zijn tussentijdse resultaten worden bijgesteld. Het leertraject omvat de opvolging van de OKAN-leerling, de strategie om de ontwikkelingsdoelen na te streven en de wijze waarop de evaluatie zal verlopen. 7.3 Studiekeuzebegeleiding einde onthaaljaar snuffelactiviteiten Om OKAN-leerlingen goed voor te bereiden op de overstap naar het reguliere onderwijs laten veel onthaalscholen hen gedurende een beperkte periode tijdens het onthaaljaar proeven van het reguliere onderwijs. Zo n initiatief kan plaatsvinden in dezelfde school als de onthaalschool, maar ook in een andere school van de scholengemeenschap of een andere scholengemeenschap. Het kan dus zijn dat de scholen niet tot dezelfde inrichtende macht of zelfs tot hetzelfde net behoren. Dit initiatief ter ondersteuning van deze leerlingen stond vroeger bekend als snuffelstage. Die naam is echter misleidend en werd om die reden verwijderd uit de omzendbrief. Er is namelijk geen sprake van een echte stage. 18 Men kan dus beter spreken van snuffelactiviteiten. Doordat dergelijke activiteiten op zichzelf staan, ontstaat er wel wat onduidelijkheid over de praktische organisatie ervan. De verwijzing in de ministeriële omzendbrief SO 75 neemt immers niet weg dat dit soort activiteit niet gereglementeerd is. Aandachtspunt Als uit de studiekeuzebegeleiding blijkt dat een OKAN-leerling best doorstroomt naar het deeltijds beroepssecundair onderwijs, moet de onthaalschool rekening houden met de uiterste leeftijd waarop die overgang is toegelaten. Om nog te kunnen starten met de component werkplekleren moet de inschrijving in het dbso ten laatste enkele maanden vóór zijn achttiende verjaardag gebeuren Aansprakelijkheid en verzekering Het ministerie van onderwijs voorziet op korte termijn niet in (verdere) reglementering omtrent aansprakelijkheid en verzekering van OKAN-leerlingen als zij aansluiten bij het reguliere onderwijs. 19 Men laat dit volledig over aan het lokaal initiatief. Een onthaalschool legt best de nodige voorzichtigheid aan de dag zodra een OKAN-leerling lessen volgt in een andere school dan de eigen onthaalschool. Zeker wanneer beide scholen niet tot dezelfde inrichtende macht behoren, is het belangrijk om de schoolverzekering hierover in te lichten en duidelijke afspraken te maken. Maar ook wanneer beide scholen deel uitmaken van dezelfde inrichtende macht, informeert de uitzendende school best bij de schoolverzekering. Aangezien de verzekering meestal op het niveau van de inrichtende macht wordt afgesloten, zal de kans groot zijn dat de verzekering dekking verleent. 18 Ministeriële omzendbrief SO/2002/09 van 16 september 2002 Leerlingenstages in het voltijds secundair onderwijs > rubrieken > coördinatie van de omzendbrieven > secundair onderwijs > instellingen en leerlingen > stages 19 Brief van mevr. Nicole Speleers, afdelingshoofd Ministerie van Onderwijs en vorming, van 15 juli 2008 over Snuffelstage (correspondentie met het VVKSO)

14 14 In principe kunnen leraren enkel toezicht uitoefenen over de leerlingen van de onderwijsinstelling waaraan zij verbonden zijn. Vanaf 1 september 2011 kunnen leerlingen desgevallend op de vestigingsplaats van een andere school les krijgen van leraren die verbonden zijn aan die andere school (zie de Mededeling M-VVKSO Lesbijwoning in een andere school ). Aan die samenwerking zijn wel een aantal voorwaarden verbonden Invulling snuffelactiviteiten Scholen beschikken over een grote autonomie bij de invulling van snuffelactiviteiten. Het uitgangspunt zal uiteraard steeds zijn dat de activiteiten de OKAN-leerlingen moeten voorbereiden op hun integratie in het reguliere onderwijs. Dat kan gebeuren door hen tijdens een bepaalde periode ofwel het volledige lesprogramma ofwel slechts één of meerdere vakken te laten volgen in de ontvangende school. De school kan vrij kiezen hoe lang de activiteit duurt. Aangezien ze steeds tijdens het onthaaljaar plaatsvindt, is het echter logisch dat de klemtoon blijft liggen op het onderwijs in de onthaalklas en dat de duur dus beperkt blijft. 8 Doorgeven van persoonsgegevens aan de vervolgschool 8.1 Doorstroomdossier Voor het voortzetten van de zorg bij de overgang naar de vervolgschool en het doorgeven van informatie over leervorderingen is het belangrijk dat de informatie en expertise die tijdens het onthaaljaar werden verzameld en opgebouwd, niet verloren gaan. De ministeriële omzendbrief over onthaalonderwijs stelt in dit verband dat het van primordiaal belang is dat bij de overstap naar het reguliere onderwijs (binnen of buiten de eigen scholengemeenschap) alle relevante leerlingenformatie zo spoedig mogelijk wordt overgemaakt. 20 Doordat bovendien de toelatingsklassenraad in de vervolgschool vanaf 1 september 2011 een grote rol krijgt bij het toelaten van een ex-okan-leerling, is het van groot belang dat zij voldoende informatie van de onthaalschool krijgt om een gefundeerde beslissing te kunnen nemen. 21 Gezien het belang van het doorgeven van de relevante leerlingeninformatie wordt de leerlingeninformatie best verzameld in een registratie-instrument, bv. in een doorstroomdossier. Tijdens het onthaaljaar wordt voor elke OKAN-leerling een leertraject uitgewerkt om de doelstellingen van het onthaalonderwijs te realiseren. Het doorstroomdossier bevat alle relevante gegevens uit het dossier van de leerling waarin de beginsituatie, het individueel leertraject, de leervorderingen en de afgelegde weg, de zorgfiche, het advies van de klassenraad van de onthaalklas en geïndividualiseerde begeleidingstips zijn opgenomen. Ook de ouders en de leerling zelf krijgen de kans om hieraan informatie toe te voegen 22. Hieronder beschrijven we hoe het doorgeven van informatie concreet kan worden ingevuld Welke persoonsgegevens worden doorgegeven? In de regelgeving spreekt men van alle relevante leerlingeninformatie. Het is m.a.w. niet de bedoeling om het volledige dossier van de leerling over te maken. In feite gaat het hier om een concretisering van het proportionaliteitsbeginsel waarvan sprake is in de privacywet. 23 Dat beginsel stelt dat de persoonsgegevens die doorgegeven worden om het doel te bereiken, toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn. Het gaat om need to know, not nice to know. Een goede begeleiding van de leerling na de overgang naar het reguliere onderwijs staat voorop: welk traject heeft de leerling tijdens het onthaaljaar afgelegd? Welke leervorderingen zijn er gemaakt? Welke interne en externe zorg heeft men in de onthaalschool verstrekt? Wat verdient daarvan best opvolging tijdens het vervolgjaar? 20 Ministeriële omzendbrief SO 75 van 30 juni 2006, punt (idem) 21 Mededeling M-VVKSO De ex-okan-leerling in de vervolgschool, punt Zie ook punt 4 van de Mededeling M-VVKSO Visie op onthaalonderwijs. 23 Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (de zgn. privacywet )

15 15 Welke specifieke noden heeft de leerling? Naast de zorgen en werkpunten wordt in het dossier ook aandacht besteed aan de kwaliteiten en mogelijkheden van de leerling. Dat creëert niet alleen een realistisch beeld; het bevordert ook de communicatie met de ouders en de leerling. Over de vormgeving en de rubrieken die in zo een dossier worden opgenomen, wordt best op lokaal niveau beslist. Aangezien onthaalscholen voor heel wat leerlingen tegelijk ook vervolgschool zijn, kan hier binnen de school al werk van gemaakt worden. Leraren die lesgeven in het onthaaljaar kunnen hierover samenzitten met leraren die lesgeven in de vervolgjaren. Vanuit zijn taakomschrijving 24 kan de vervolgcoach dit proces coördineren. Daarnaast ligt het voor de hand om ook de CLB-medewerker een rol te laten spelen. Ten slotte kunnen scholen uit dezelfde of een andere scholengemeenschap waarnaar veel onthaalleerlingen doorstromen bij de vormgeving van een doorstroomdossier betrokken worden Wie geeft de persoonsgegevens door aan de vervolgschool? Wat betreft het doorgeven van informatie bij de overgang van leerlingen van het basis- naar het secundair onderwijs, kunnen de leerlingengegevens opgenomen in een BaSO-fiche nooit rechtstreeks aan de secundaire school worden doorgegeven. In plaats daarvan wordt de BaSO-fiche op het einde van het schooljaar aan de ouders overhandigd waarna het hun verantwoordelijkheid is om die informatie aan de secundaire school door te geven. 25 Het gaat hierbij over meer dan het respecteren van de privacywetgeving. Het doornemen en invullen van een BaSO-fiche is een wederzijds engagement waarbij ouders en school elkaar ontmoeten en vanuit dezelfde bekommernis relevante informatie samenbrengen. Het lijkt logisch om dezelfde redenering toe te passen bij de overgang van leerling van de onthaal- naar de vervolgschool. In de praktijk blijkt dat niet zo eenvoudig te zijn. De eigenheid van de doelgroep (een geringe vertrouwdheid van de ouders met het Vlaamse onderwijssysteem, een gebrekkige kennis van het Nederlands ) doet veel onthaalscholen besluiten dat zeer weinig ouders van OKAN-leerlingen het doorstroomdossier zouden doorgeven aan de vervolgschool. Dat komt de continuering van de zorg voor de leerling uiteraard niet ten goede. Op het einde van het onthaaljaar wordt samen met de ouders overlopen welke informatie het doorstroomdossier bevat. Ze krijgen de kans om hier zelf informatie aan toe te voegen. Een hoge betrokkenheid van de ouders bij het invullen en overlopen van het doorstroomdossier vormt steeds het uitgangspunt. Hun toestemming op basis van het concrete dossier is noodzakelijk om de informatie te kunnen doorgeven. Als dat het geval is, kan de onthaalschool het doorstroomdossier zelf doorgeven aan de vervolgschool. Als de onthaalschool en de vervolgschool dezelfde school zijn, is bovenstaande redenering niet geheel van toepassing. De informatie blijft immers binnen de school. Toch blijft ook hier het proportionaliteitsprincipe gelden, net als het streven naar een hoge betrokkenheid van de ouders. 8.2 Administratief dossier Soms stellen onthaalscholen vast dat het administratief dossier van een ex-okan-leerling na afloop van het onthaaljaar door geen enkele vervolgschool wordt opgevraagd. Welke stappen dienen de onthaalschool en de vervolgcoach op dat moment te nemen? Zulke situaties kunnen soms vermeden worden. Sowieso is de onthaalschool verplicht om in samenwerking met het CLB voldoende aandacht te besteden aan de oriëntering van de OKAN-leerling. 26 In de praktijk houdt dat onder meer in dat de vervolgcoaches en het CLB in de loop van het onthaaljaar samen met de leerling en zijn ouders bekijken welke school het beste past bij de kwaliteiten en de verwachtingen van de leerling. Dat biedt de mogelijkheid om de leerling kort vóór of na het einde van het schooljaar al in te schrijven in de vervolgschool. Eventueel kan de vervolgcoach de leerling en zijn ouders hierin bijstaan. 24 Zie ook punt 4 van de Mededeling M-VVKSO Visie op onthaalonderwijs. 25 Mededeling van 30 januari 2008 Continuering van zorg van basis- naar secundair onderwijs (M-VVKSO ), punt Besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002, art (idem) Ministeriële omzendbrief SO 75 van 23 juli 2001, punt (idem)