JRG 14 STROMINGEN. Vakblad van de Nederlandse Hydrologische Vereniging

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JRG 14 STROMINGEN. Vakblad van de Nederlandse Hydrologische Vereniging"

Transcriptie

1 JRG 14 #1 STROMINGEN Vakblad van de Nederlandse Hydrologische Vereniging

2 STROMINGEN is het vakblad voor hydrologen. Er wordt ruimte geboden aan wetenschappelijke artikelen, reacties, discussiebijdragen, congresverslagen, boekbesprekingen, vuistregels en poëzie. STROMINGEN is een uitgave van de Nederlandse Hydrologische Vereniging (NHV). Lidmaatschap en abonnementen Het lidmaatschap van de Nederlandse Hydrologische Vereniging is persoonlijk en kost 22,50 per jaar. Hierbij is een abonnement op STROMINGEN inbegrepen. U kunt zich voor lidmaatschap aanmelden bij de tijdelijk secretaris van de NHV: G. van Ee bert.van.ee@12move.nl Een los abonnement op STROMINGEN kost 22,50 per jaargang (4 nummers). Abonnement en lidmaatschap gelden per kalenderjaar en worden automatisch verlengd tenzij vóór 1 november is opgezegd. Adreswijzigingen U wordt verzocht adreswijzigingen door te geven aan de secretaris van de NHV, op bovenstaand adres. Redactie M. Vissers J.R. von Asmuth (website) H. Hakvoort J. Heijkers (redactie-coördinator) V. Post F. Smits R. Versteeg (eindredactie) Redactieadres STROMINGEN Joost Heijkers Postbus GJ Houten stromingen.redactie@gmail.com Auteursinstructies Richtlijnen voor auteurs zijn te vinden op de website van de NHV, Zie ook de binnenzijde van de achterflap. Auteursrechten Geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen met bronvermelding is alleen toegestaan na toestemming van de redactie Nederlandse Hydrologische Vereniging ISSN Losse nummers Losse nummers kunnen worden besteld door overmaking van 7,50 op Postbankrekening nummer ten name van Nederlandse Hydrologische Vereniging te Leidschendam, onder vermelding van het gewenste exemplaar.

3 Redactioneel Stel je voor: een NHV met een nieuw elan. Met een Stromingen zoals deze nooit eerder was verschenen. Een Stromingen waarin de strijd tussen eindige verschillen en eindige elementen hevig, maar vruchtbaar blijft woeden, en waarin die tussen automatisch en handmatig wellicht op termijn beslecht gaat worden. Waarin meerdere lokale minima worden aangetoond in één model. Een Stromingen waarin de klimaatverandering een ondergeschikte rol speelt aan de hydrologie. Een Stromingen waarin staat hoe overstromingen en onderstromingen in één model kunnen worden berekend. Waarin onomstotelijk de relatie tussen het peil en verdroging wordt aangetoond. En uiteraard die tussen klimaatverandering en de afvoer. Kortom: een Stromingen waarin tot uiting komt wat Nederlandse hydrologie zo bijzonder maakt. Dat is Stromingen al, toch? Hoe gaan we als Stromingenredactie dan helpen vormgeven aan het nieuwe elan van de NHV? Onder andere door meer ruimte te bieden aan de vele actuele thema s waar hydrologen maar niet genoeg van kunnen krijgen. En door als vakvereniging in te spelen op en een mening te hebben over alle hydrologische ontwikkelingen in het vaderland. En misschien zelfs daarbuiten! Maar waar kunnen we dan wel en waar kunnen we dan niet over meepraten? En waar moèten we over meepraten? Want wie bepaalt of een model goed is? Is een model goed als het aan de afgesproken eisen voldoet? En met wie spreek je dat dan af? Of is het voor ons eigenlijk al goed als er überhaupt sprake is van een model? En wanneer spreken we nog van een probleem dezer dagen? Als politici er mee kunnen scoren? Als mondige burgers er last van hebben? Zijn we het meewerkend voorwerp geworden en lopen we met onze inhoud achter de realiteit aan? Is het voor ons vooral van belang dat er een top-topsysteem in het model zit of willen we echt weten welke anisotropie de deklaag heeft? En welk grondwater moeten we wel en niet beschermen? Wat gaan we doen met het zoute grondwater? En gaan we nu afkoppelen of toch maar niet? We mogen het allemaal zelf weten. En weten op bijna alle vragen wel een antwoord. Willen we als blad en vereniging een vooraanstaande positie verwerven, dan moeten we nog meer dan nu vanuit de inhoud inspelen op de thema s van deze tijd. Of doen we dit in Stromingen al genoeg? Afijn, vragen en antwoorden genoeg, maar waar zouden wij dan praktisch graag meer van zien in Stromingen? We zijn onder meer nieuwsgierig naar iets waar we allemaal mee te maken hebben maar waar niemand het over heeft. En waar we allemaal van kunnen leren, en ook nog een mening over kunnen hebben. We bedoelen verhalen over dingen die niet lukken. Stromingen 14 (2008) nummer 1 1

4 Modellen die niet werken ondanks alle gegevens die beschikbaar zijn. Of juist modellen die vreemd genoeg wél werken, zoals uitspoelingsmodellen die worden gekalibreerd op basis van drie metingen... gedaan in een potje! En stijghoogtereeksen die onnavolgbaar vreemd zijn en waarvan niet is na te gaan hoe dat komt! En dan aan het eind uitleggen waarom het niet is gelukt, en hoe belangrijk het is om het wel te weten. Een greep uit de dagelijkse al dan niet magische realiteit op de werkvloer of in het veld. Dat zijn nou leuke dingen om te lezen. Maar ja, wie durft? MV VP DL 2 Stromingen 14 (2008) nummer 1

5 Rondom MODFLOW (2) Waterbalansen achteraf André Blonk, Tauw Deventer Inleiding In de praktijk van het modelleren met MODFLOW komt het regelmatig voor dat een modelleur na een modelberekening constateert dat niet alle modelfluxen zijn bewaard. De modelleur moet dan alle interne MODFLOW-vlaggen controleren en zonodig aanzetten waarna de modelrun opnieuw moet worden uitgevoerd. De hedendaagse MODFLOW-modellen zijn echter vaak dusdanig groot dat een herhaling van de modelrun een aanzienlijke tijd kan vergen. Het is gebruikelijk om de uitvoer van een modelberekening, stijghoogten en fluxen, op te slaan in binaire files. Deze kunnen daarna met aparte post-processoren worden gelezen en verwerkt. De modelleur kan de hoeveelheid uitvoer sturen door aan te geven voor welke tijdstippen en voor welke modellagen de resultaten moeten worden bewaard. Als bij grote modellen alle benodigde uitvoer wordt aangemaakt ontstaat er veelal een enorme hoeveelheid data. Deze hoeveelheid kan dusdanige afmetingen aannemen dat de modelrun onder Windows stopt met een foutmelding. Een modelrun zou eigenlijk alleen de benodigde stijghoogten moeten genereren. Immers, als alle stijghoogten zijn berekend is het systeem in combinatie met de invoer data volledig gedefinieerd. De modelfluxen zijn dan ook impliciet bekend. Voor het gewenste deel van het modelnetwerk en voor een gekozen periode kunnen de fluxen door middel van een nabewerking worden bepaald. Probleemschets De hoeveelheid data die door MODFLOW wordt gegenereerd kan vooraf precies worden berekend. Met een voorbeeld kan dit worden geïllustreerd. Gegeven is een niet stationair grondwatermodel met een netwerk van 500 x 500 cellen dat is opgebouwd uit 10 modellagen. Het model rekent een periode door van 8 jaar waarbij om de 14 dagen uitvoer wordt aangemaakt. In totaal omvat de modelperiode dan 8x24=192 stressperioden. Als alle stijghoogten worden bewaard wordt door dit MODFLOW-model ( x 500) x 10 x 192 x 4 bytes = bytes gegenereerd. Verder kunnen binnen MODFLOW 11 verschillende fluxen worden onderscheiden te weten: wells, rivers, drains, ghb s, recharge, evt, storage, constant head en 3 celfluxen (flow lower face, flow front face en flow right face). Per fluxtype wordt eveneens door MODFLOW eenzelfde hoeveelheid data gegenereerd (9 + ncol x nrow x nlay) x nstress x 4 bytes. Wanneer in dit voorbeeld alle uitvoer wordt gegenereerd, wordt er in totaal 12 x 1,92 Gbyte = 23 Gbyte aan binaire data geproduceerd. Dit is een enorme hoeveelheid data die niet strikt noodzakelijk is. Als de modelberekening onder Windows wordt uitgevoerd, wordt de modelleur veelal beperkt door een maximale bestandsgrootte van 2.14 Gbyte. Stromingen 14 (2008) nummer 1 3

6 Op basis van deze beperking zou dit model nog probleemloos kunnen draaien als alle fluxen in aparte files worden opgeslagen. In dit voorbeeld wordt echter de maximale bestandsgrootte toch eerder bereikt omdat enkele celfluxen (storage, flow lower face, flow front face, flow right face en constant head) gezamenlijk in een file worden opgeslagen. MODFLOW stopt bij dit voorbeeld in stressperiode 43 met een foutmelding. De moderne fortran-compilers (onder andere Lahey 7.1) hebben tegenwoordig de mogelijkheid om grotere binaire bestanden (2^64 bytes = 18,446,744,073,709,551,614) aan te maken, waarmee de beperking van Windows eigenlijk is verdwenen. Het gegeven blijft echter dat bij een modelrun onnodig veel binaire data wordt geproduceerd en dat dit veelal veel economischer en flexibeler kan. Methode Het idee is om de modelfluxen niet door MODFLOW te laten genereren maar deze achteraf met een apart programma te berekenen. Hierdoor is de modelleur flexibel in de keuze van het gebied en de periode waarvoor hij de fluxen wil berekenen. Menig hydroloog heeft wel eens de lek tussen 2 modellagen berekend door het verschil van de stijghoogten te vermenigvuldigen met de MODFLOW-leakance (= reciproke van de weerstand) in formulevorm q=(h1-h2) x 1/c (zie figuur 1). Voor sommige modelonderdelen (wells en recharge) is het bepalen van de fluxen simpel omdat deze waarden al opgegeven worden in de invoerdata. Hier is alleen een omzetting naar het binaire MODFLOW-formaat nodig. Het bepalen van de fluxen voor de EVT, Rivers, Drains, GHB S, en de fluxen tussen de cellen onderling (flow front face, flow lower face, flow right face, constant head en storage) is wat lastiger. Bij de berekening van de fluxen tussen de cellen onderling moet ook rekening worden gehouden met eventueel aanwezige weerstandswanden (Horizontal Flow Barriers) en anisotropie. Nu is het grote voordeel van MODFLOW dat de source-code voor iedereen beschikbaar is. Voor een hydroloog met enige Fortran-kennis is het een peuleschil om de rekenregels waarmee de fluxen worden berekend uit de source-code van MODFLOW te halen en deze te implementeren in een eigen programma. Gevoed met stijghoogten en invoerdata kunnen met zo n programma voor elk gewenst deelgebied en voor elke gewenste periode de fluxen worden berekend. Bij een niet stationair model moet voor de berekening van de storage-termen de juiste starting head worden aangeboden. Hiervoor wordt de berekende stijghoogte voorafgaand aan de gekozen periode gebruikt. In dit programma wordt vooralsnog uitgegaan van confined layers. Dat wil zeggen dat voor de modellagen alleen de transmissiviteit wordt gedefinieerd. Het programma is geschreven in Fortran en gaat uit van het MODFLOW(88)-formaat (USGS). Het programma is getest aan de hand van het niet stationaire model van het pompstation Brucht (Overijssel) en het stationaire HDSR-model van de provincie Utrecht. Bij beide testen werden 100% sluitende waterbalansen gevonden overeenkomend met de MODFLOW-resultaten. Tussen de fluxen zijn geen significante verschillen vastgesteld. 4 Stromingen 14 (2008) nummer 1

7 Figuur 1: Voorbeeld berekening lek op basis van stijghoogteverschil en leakance q=(h1-h2)*1/c De uitvoer van de beschreven post-processor bestaat uit binaire files zoals ze ook door MODFLOW worden aangemaakt. Dit binaire formaat staat uitvoerig beschreven in de rapportage van de U.S. Geological Survey in de modules UBUDSV (fluxen) en ULASAV(heads). Binnen de wereld van de MODFLOW-modellen circuleren echter verschillende binaire formaten. Deze post-processor leest en produceert binaire files van het zogenaamde transparent -type. Met andere woorden, de grootte van de files is het aantal weggeschreven getallen (enkele precisie) x 4 bytes. In figuur 2 is de methodiek van de berekening van fluxen via MODFLOW en die van de alternatieve post-processor schematisch naast elkaar weergegeven. Belangstellenden kunnen het programma, inclusief voorbeeld en sourcecode, opvragen via (andre.blonk@tauw.nl) of downloaden van internet ( onder rubriek software). Stromingen 14 (2008) nummer 1 5

8 Figuur 2: Berekening van de fluxen met MODFLOW en met de alternatieve post-processing methode Een bijkomend voordeel MODFLOW heeft de eigenschap dat drains en rivers kunnen worden gestapeld in een cel (primair, secundair en tertiair ontwateringssysteem). MODFLOW heeft echter het nadeel dat er per cel slechts één gesommeerde flux wordt berekend. Met de beschreven methode kunnen de fluxen echter voor elk sub-systeem apart worden berekend. Immers de fluxen worden berekend op basis van de stijghoogten en de invoerdata en deze laatste kan per onderdeel worden gedifferentieerd. In principe zouden dus alle river -achtige elementen (drains, ghb s maar ook surface overland flow) met de riverpackage gemodelleerd kunnen worden. Drains kunnen bijvoorbeeld met een rivercel worden gemodelleerd door de bodem gelijk aan het peil te kiezen. Ghb s kunnen met een rivercel worden gemodelleerd door de bodem op oneindig (bijvoorbeeld -9999) te kiezen. De modelleur heeft hierdoor meer vrijheid bij het kiezen van de packages. Voorbeelden Aan de hand van twee voorbeelden wordt de toepasbaarheid van de geschetste methode geïllustreerd. Het eerste voorbeeld betreft de berekening van de waterbalans voor een deelgebied gelegen binnen het modelgebied van het pompstation Brucht (provincie Overijssel). In het tweede voorbeeld wordt een stroombanenpatroon en het intrekgebied berekend van een winning uit het HDSR-model (provincie Utrecht). 6 Stromingen 14 (2008) nummer 1

9 Figuur 3: Gebiedsgrenzen voor de waterbalans (groen is gebied met anisotropie) Voorbeeld 1 Het model Brucht is gebouwd in de negentiger jaren van de vorige eeuw. Volgens de hedendaagse maatstaven is het een klein model. Het model is door de snelle rekentijd uitermate geschikt om de post-processor te testen. Het model heeft een onregelmatig netwerk bestaande uit 114 rijen en 101 kolommen en is opgebouwd uit vier modellagen. De modelperiode omvat de periode januari 1983 tot en met december 1991 en is opgedeeld in 108 stressperioden van elk één maand. Aan de hand van een waterbalans kan de juistheid van de afgeleide fluxen worden vastgesteld. Om alle mogelijke opties van de post-processor te controleren is dit model enigszins verminkt met een verzonnen anisotropie en een verzonnen weerstandswand. Voor de anisotropie is de methode van TNO toegepast welke ook in het Veluwe model wordt gebruikt. Bij deze methode kan voor elke cel de anisotropie met een willekeurige oriëntatie en verhouding worden gedefinieerd. Deze methode wijkt af van de standaard MODFLOW-anisotropiedefinitie. Stromingen 14 (2008) nummer 1 7

10 Waterbalans regio 3 [m3/dag] Periode 1 t/m 50 Laag 1: balansfout % Laag 1: balansfout 0 m3/d van regios 71 naar regios 95 storage 6919 Laag 2: balansfout % Laag 2: balansfout 0 m3/d van regios naar regios 5033 storage 28 Laag 3: balansfout % Laag 3: balansfout 0 m3/d van regios naar regios storage 36 Laag 4: balansfout % Laag 4: balansfout 0 m3/d van regios 4946 naar regios 4105 storage 12 Figuur 4: Schematische weergave waterbalans deelgebied 3 Voor de anisotropie is een imaginaire zone bedacht oostelijk van de winning in modellaag 3. Voor de weerstandswand is een ondoorlatende wand gekozen rond de winning eveneens in modellaag 3. Ter controle van de berekende fluxen is voor een willekeurig deelgebied de waterbalans bepaald (figuur 3). Voor dit deelgebied is een grillige vorm bedacht die de weerstandswand en de anisotropie-zone doorkruist. Het gekozen gebied is gecodeerd door aan alle modelcellen binnen dit gebied een waarde van bijvoorbeeld 3 toe te kennen. De overige modelcellen hebben een andere waarde (bijvoorbeeld 1) gekregen. Door nu voor alle cellen met de waarde 3 alle fluxen te boekhouden (instroming = uitstroming + berging) kan een instationaire waterbalans van dit gebied worden opgesteld. 8 Stromingen 14 (2008) nummer 1

11 Het bepalen en vervolgens grafisch presenteren van de waterbalans is uitgevoerd met een aparte post-processor welke hier niet verder wordt toegelicht. De afgeleide waterbalans is door middel van een lagenschema in figuur 4 weergegeven. In dit gepresenteerde schema worden de watervoerende modellagen geschematiseerd als vier gele blokken. De grondwaterstroming die het gebied in stroomt is geschematiseerd met een blauwe pijl en de grondwaterstroming die het gebied uit stroomt is geschematiseerd met een rode pijl. In de waterbalans zijn de fluxen gemiddeld over de gekozen periode. De verticale grijze pijlen tussen de lagen geven de grondwaterstroming (infiltratie of kwel) door de scheidende lagen weer. De grondwateronttrekkingen zijn geschematiseerd als paarse blokjes binnen de watervoerende lagen. Verder is aan de bovenzijde van het lagenmodel de neerslag en de verdamping met een rode en blauwe pijl weergegeven. De trapeziumvormen representeren achtereenvolgens de rivers en de drains in het gebied. Instationaire waterbalans regio 3 modellagen 1 t/m 4 Periode 1 t/m Error in % Debiet in m3/dag (x1000) uit systeem in systeem regio che sto ghb riv riv evt rch drn wel 16/03/ /08/ /02/ /07/ /01/ /06/ /12/ /05/ /11/ /04/1960 Datum Figuur 5: Waterbalans in de tijd Voor het gekozen gebied is ook een zogeheten instationaire waterbalans bepaald. In figuur 5 is deze instationaire waterbalans in een grafiek gepresenteerd. In deze grafiek zijn met gekleurde balken de fluxen gepresenteerd. De totale instroom (onder andere recharge = rch) is gepresenteerd als een negatieve balk onder de x-as. De totale uitstroom (onder andere winning = well) is gepresenteerd als een positieve balk boven de x-as. Uit de balans blijkt onder meer dat een deel van de rivers infiltreert en een deel draineert. Beide balken zijn bij benadering wat betreft lengte aan elkaar gelijk (instroom uitstroom). In het bovenste deel van de grafiek is de procentuele fout in de waterbalans per stressperiode weergegeven. Stromingen 14 (2008) nummer 1 9

12 Voorbeeld 2 In het tweede voorbeeld is gebruik gemaakt van het stationaire HDSR-model. Dit model is in vergelijking met het model Brucht recenter (2006). Het model is opgebouwd uit een regelmatig netwerk van cellen van 250x250 m en bestaat uit 160 rijen, 272 kollommen en 7 modellagen. In dit model is een winning geselecteerd waar een gebied omheen is gekozen. Voor dit deelgebied zijn alle modelfluxen bepaald waarna vervolgens met een apart stroombanenprogramma de stroombanen en de verblijftijden van deze winning zijn berekend. In figuur 5 is dit stroombanenpatroon in combinatie met het intrekgebied gepresenteerd. Figuur 6: Stroombanen, intrekgebied en verblijftijden van een winning uit het HDSR-model Conclusies De gepresenteerde post-processing methodiek is geschikt om bij een MODFLOW-model achteraf de modelfluxen te bepalen. De modelleur heeft de keuze voor welk deelgebied en voor welke periode de fluxen moeten worden bepaald. Het voordeel hierbij is een economisch schijfgebruik en schijfhygiëne. De modelfluxen kunnen in combinatie met andere software worden gebruikt voor het genereren van waterbalansen en stroombanenpatronen. 11 Stromingen 14 (2008) nummer 1

13 In tegenstelling tot MODFLOW kan met de hier gepresenteerde post-processing methode een differentiatie van fluxen binnen een MODFLOW cel achteraf worden vastgesteld. De tegenwoordige beschikbare mega-modellen zoals MIPWA en NHMI (Nationaal Hydrologisch Modelinstrumentarium) zijn dusdanig groot dat voor het genereren van de uitvoer al trucjes bedacht moeten worden om binnen de 2^31 grens van WINDOWS te blijven. Met name voor grote modellen kan de techniek uitstekend worden gebruikt. Literatuur McDonald, M.G. en A.W. Harbaugh (1988) A modular three-dimensional finite-difference groundwater flow model; USGS report Tauw (1994) Geohydrologisch onderzoek verplaatsing winplaats Brucht; Tauw Rapport, Deventer. Stromingen 14 (2008) nummer 1 11

14 11 Stromingen 14 (2008) nummer 1

15 Klimaatverandering en de afvoer van Rijn en Maas Marcel de Wit 1, Hendrik Buiteveld 2, Willem van Deursen 3, Fransizka Keller 4, Janette Bessembinder 5 De waterbeheerders in Nederland bereiden zich sinds het einde van de jaren negentig serieus voor op de gevolgen van klimaatverandering. Tot op heden gebeurde dit op basis van klimaatscenario s die in het kader van Waterbeheer 21ste eeuw (WB21) zijn gepresenteerd. De nieuwe KNMI06-scenario s geven de laatste inzichten in de gevolgen van klimaatverandering voor Nederland. In deze verkenning bekijken we of de in WB21 gehanteerde uitgangspunten voor Rijn en Maas nog actueel zijn. Hiertoe vergelijken we simulaties van het afvoerregime van Rijn en Maas met de oude en de nieuwe klimaatscenario s. Klimaatscenario s voor het waterbeheer In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) zijn afspraken gemaakt tussen rijk, provincies, waterschappen en gemeenten om het watersysteem in 2015 op orde te hebben en te houden bij de verwachte klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking. Daarbij is er een groot bewustzijn dat door klimaatverandering in de toekomst vaker situaties met wateroverlast en watertekorten te verwachten zijn. Ook wordt beseft dat het klimaatbestendig maken van Nederland zich verder uitstrekt dan alleen de watersector. Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot het nationale programma Adaptatie, Ruimte en Klimaatverandering (ARK), dat in 2006 is gestart (VROM, 2006). Tot nu vormden de WB21 klimaatscenario s het uitgangspunt voor het toekomstige waterbeheer. Hierin wordt een laag, midden en hoog scenario onderscheiden. De bijbehorende karakteristieken voor verandering van onder meer temperatuur, neerslag, verdamping, en zeespiegelstijging zijn weergegeven in tabel 1. Bij uitwerking in het waterbeheer is vaak om praktische redenen het middenscenario gehanteerd. Gebaseerd op de nieuwste inzichten van het wereldwijde klimaatonderzoek heeft het KNMI in 2006 nieuwe scenario s gepresenteerd (KNMI06 scenario s). Deze scenario s laten zien dat een temperatuurstijging van 1 graad (scenario G=gematigd) niet meer het midden maar juist een onderkant van de bandbreedte van temperatuurstijging vertegenwoordigt. De W staat voor warm. 1 Rijkswaterstaat Waterdienst, Deltares 2 Rijkswaterstaat Waterdienst 3 Carthago Consultancy, Rotterdam 4 KNMI 5 KNMI Stromingen 14 (2008) nummer 1 11

16 Bij de +scenario s (G+, W+) wordt uitgegaan van een verandering in de luchtstroming. In deze +scenario s worden de zomers fors droger vergeleken met de huidige situatie en ook met de WB21 scenario s. De bijbehorende karakteristieken voor verandering van onder meer neerslag, verdamping, en zeespiegelstijging voor alle vier de KNMI06 scenario s zijn weergegeven in tabel 2. Meer details over de KNMI06 scenario s zijn terug te lezen op de website van het KNMI en in KNMI (2006). Verandering van het afvoerregime van Rijn en Maas De in tabel 1 en 2 vermelde veranderingen zijn door het KNMI omgezet in gemiddelde veranderingen per decade. De decadegemiddelde verandering in temperatuur, neerslag en verdamping zijn rechtstreeks toegepast op gemeten temperatuur-, neerslag- en verdampingreeksen. Deze veranderde reeksen zijn vervolgens doorgerekend met een hydrologisch model voor het Rijn- en Maasstroomgebied. Figuren 1 en 2 geven het huidige en veranderde afvoerregime van de Rijn en de Maas op basis van gemeten en veranderde temperatuur-, neerslag- en verdampingreeksen. Het laag, midden en hoog scenario refereert aan WB21 voor 2050 en de G, G+, W, W+ refereren aan de KNMI06 scenario s voor Zowel uit de WB21 scenario s als de KNMI06 scenario s volgt dat de winterafvoer van Rijn en Maas toeneemt. Voor de Rijn komt de verwachte toename van de winterafvoer voor scenario G en W ongeveer overeen met het WB21 midden en hoog scenario. Het W+ scenario geeft een nog iets grotere toename van de winterafvoer. Voor de Maas komt de verwachte toename van de winterafvoer voor de KNMI06 scenario s ongeveer overeen met het WB21 laag en midden scenario. De toename van de winterafvoer volgens de KNMI06 scenario s is voor de Maas lager dan de toename in het WB21 hoog scenario. In de zomer geven G+ en W+ een sterke afname van de afvoer. Die afname is aanzienlijk groter dan in de WB21-scenario s. Deze resultaten zijn allereerst te verklaren door (verschillen in) de toename van de winterneerslag en de afname van de zomerneerslag. Daarnaast reflecteert figuur 1 dat hogere temperaturen er toe leiden dat in de Alpen minder buffering van neerslag in de vorm van sneeuw plaatsvindt. Dat heeft tot gevolg dat de Rijnafvoer in winter en vroege voorjaar toeneemt en in zomer en vroege najaar afneemt. Ook de ondergrond fungeert als buffer tussen neerslag en afvoer en dat verklaart waarom ook voor de Maas de veranderingen in het afvoerregime (figuur 2) niet helemaal in de pas lopen met de verandering in het maandelijkse neerslagpatroon (tabel 1 en 2). Zo geeft het W+ scenario een hogere winterneerslag dan het WB21 hoog scenario. In de zomer geeft het W+ scenario echter veel minder neerslag dan het WB21 scenario. In het W+ scenario is een groter deel van de winterneerslag nodig om de in de zomer uitgedroogde ondergrond aan te vullen. Dat verklaart waarom de toename van de winterafvoer in het W+ scenario lager uitpakt dan in het WB21 hoog scenario. Wat berekenen anderen? Er zijn de afgelopen jaren een aantal studies gewijd aan het simuleren van de gevolgen van klimaatveranderingen voor het afvoerregime van rivieren in Noordwest Europa. Bij deze studies gebruikt men de oorspronkelijke uitkomsten van klimaatmodellen en niet de hieruit afgeleide overzichtsscenario s van WB21 (tabel 1) en KNMI06 (tabel 2). 11 Stromingen 14 (2008) nummer 1

17 Tabel 1: Samenvatting van de verandering van variabelen in de WB21 scenario s (bron: Scenario 2050 laag midden hoog Stijging gemiddelde jaartemperatuur ( C) Gemiddelde jaarlijkse neerslag (%) Neerslag in zomerhalfjaar (%) Neerslag in winterhalfjaar (%) daagse neerslagsom (%) Dagelijkse neerslagsom met een huidige herhalingstijd van eens in de 100 jaar (jaar) Jaarlijkse evaporatie (%) Relatieve zeespiegelstijging (cm) Intensiteit van stormen (%) -5 tot +5-5 tot +5-5 tot +5 Scenario 2100 laag midden hoog Stijging gemiddelde jaartemperatuur ( C) Gemiddelde jaarlijkse neerslag (%) Neerslag in zomerhalfjaar (%) Neerslag in winterhalfjaar (%) daagse neerslagsom (%) Dagelijkse neerslagsom met een huidige herhalingstijd van eens in de 100 jaar (jaar) Jaarlijkse evaporatie (%) Relatieve zeespiegelstijging (cm) Intensiteit van stormen (%) -5 tot +5-5 tot +5-5 tot +5 Gellens & Roulin (1998) simuleren voor zes verschillende klimaatscenario s de gevolgen voor het afvoerregime van acht verschillende stroomgebieden in België. Deze simulaties wijzen over het algemeen op een toename van de overstromingsfrequentie in de winter, vooral in de stroomgebieden waar een groot deel van het water oppervlakkig afstroomt (de Ardennen). In een gemeenschappelijke Belgische studie simuleren Smitz e.a. (2002) voor drie klimaatscenario s de gevolgen voor het afvoerregime van de Ourthe en Jeker. Zij concluderen dat klimaatverandering een significante invloed kan hebben op het afvoerregime van Belgische rivieren. De verschillen tussen de klimaatscenario s zijn echter groot en variëren van een toename tot een afname van de gemiddelde winterafvoer. Booij (2005) modelleert het neerslag/afvoer proces in het Maasstroomgebied met en zonder klimaatverandering en voorziet een toename van de kans op extreem hoge afvoeren in de Maas. De verandering van het afvoerregime van de Rijn is de afgelopen jaren onder andere beschreven in Kwadijk (1993), Grabs e.a. (1997), Middelkoop e.a. (2001), Shabalova e.a. (2003), Kleinn e.a. (2005) en Lenderink e.a. (2007). Het algemene beeld uit al deze studies is een toename van de Rijnafvoer in de winter en een afname van de Rijnafvoer in de zomer. De mate waarin hangt sterk af van de klimaatscenario s (of modellen) die worden gebruikt. Vergelijkbare resultaten als hierboven beschreven voor Rijn- en Maasstroomgebied worden gerapporteerd voor Duitsland (Müller-Wohlfeil e.a., 2000; Menzel e.a., 2002), Saone en Seine (Tanguy, 2005) en Groot-Brittannië (Sefton & Boorman, 1996; Pilling & Jones, 1999). Stromingen 14 (2008) nummer 1 11

18 Tabel 2: Samenvatting van de verandering van variabelen in de KNMI06 scenario s (bron: Scenario 2050 G G+ W W+ Wereldwijde temperatuurstijging +1 C +1 C +2 C +2 C Verandering in luchtstromingspatronen in West Europa nee ja nee ja Winter gemiddelde temperatuur +0,9 C +1,1 C +1,8 C +2,3 C koudste winterdag per jaar +1,0 C +1,5 C +2,1 C +2,9 C gemiddelde neerslaghoeveelheid +4% +7% +7% +14% aantal natte dagen ( 0,1 mm) 0% +1% 0% +2% 10-daagse neerslagsom die eens in de +4% +6% +8% +12% 10 jaar wordt overschreden hoogste daggemiddelde windsnelheid 0% +2% -1% +4% per jaar Zomer gemiddelde temperatuur +0,9 C +1,4 C +1,7 C +2,8 C warmste zomerdag per jaar +1,0 C +1,9 C +2,1 C +3,8 C gemiddelde neerslaghoeveelheid +3% -10% +6% -19% aantal natte dagen -2% -10% -3% -19% dagsom van de neerslag die eens in de +13% +5% +27% +10% 10 jaar wordt overschreden potentiële verdamping +3% +8% +7% +15% Zeespiegel absolute stijging cm cm cm cm Scenario 2100 G G+ W W+ Wereldwijde temperatuurstijging in C +2 C +4 C +4 C Verandering in luchtstromingspatronen in West Europa nee ja nee ja Winter gemiddelde temperatuur +1,8 C +2,3 C +3,6 C +4,6 C koudste winterdag per jaar +2,1 C +2,9 C +4,2 C +5,8 C gemiddelde neerslaghoeveelheid +7% +14% +14% +28% aantal natte dagen ( 0,1 mm) 0% +2% 0% +4% 10-daagse neerslagsom die eens in de +8% +12% +16% +24% 10 jaar wordt overschreden hoogste daggemiddelde windsnelheid -1% +4% -2% +8% per jaar Zomer gemiddelde temperatuur +1,7 C +2,8 C +3,4 C +5,6 C warmste zomerdag per jaar +2,1 C +3,8 C +4,2 C +7,6 C gemiddelde neerslaghoeveelheid +6% -19% +12% -38% aantal natte dagen -3% -19% -6% -38% dagsom van de neerslag die eens in de +27% +10% +54% +20% 10 jaar wordt overschreden potentiële verdamping +7% +15% +14% +30% Zeespiegel absolute stijging cm cm cm cm In een aantal van de hierboven vermelde studies is de zogenaamde delta methode toegepast. De verandering tussen huidig en toekomstig klimaat wordt rechtstreeks toegepast op gemeten reeksen van neerslag, temperatuur en verdamping. Nadeel van deze methode is dat veranderingen in de variabiliteit van bijvoorbeeld de neerslag niet worden meegenomen. Voordeel is dat het een robuuste methode is die niet hoeft te corrigeren voor afwijkingen tussen het gemeten huidige klimaat en het gemodelleerde 11 Stromingen 14 (2008) nummer 1

19 huidige klimaat. Alternatief is de zogenaamde directe methode. Hierbij bereken je zowel voor het huidige als het toekomstige klimaat de afvoeren op basis van de oorspronkelijke resultaten van een klimaatmodel. Lenderink e.a. (2007) laat zien dat het nogal uitmaakt welk van de twee methoden je kiest, vooral wanneer je in extreme afvoeren geïnteresseerd bent. Zo berekenen zij dat een Rijnafvoer met een terugkeertijd van eens in de 100 jaar volgens de directe methode met 10% zal toenemen en volgens de delta methode met 40%. Een recente (Leander & Buishand, 2007) en lopende (Leander e.a., in voorbereiding) studie illustreren echter een belangrijke beperking bij het gebruik van de directe methode. De klimaatmodellen hebben moeite om de variabiliteit van de winterneerslag in het huidige klimaat goed te reproduceren. Dit geeft te denken over het vermogen van deze modellen om de veranderingen in de variabiliteit van de winterneerslag in een toekomstig klimaat goed te kunnen simuleren. Tijdens droge perioden in de zomer is de bijdrage van sneeuwsmelt in de Alpen aan de afvoer bij Lobith groot. In zomers met een lage afvoer, zoals in 2003, bestaat de afvoer van de Rijn bij Lobith voor meer dan de helft uit (smelt-)water dat uit de Alpen afkomstig is (de Wit, 2004). Het leidt dan ook weinig twijfel dat de toename van de temperatuur in de Alpen tot een toename van de kans op zomerlaagwater in de Rijn leidt. De invloed van een mogelijke klimaatverandering op het voorkomen van extreem lage afvoeren in de Maas is minder eenduidig. Enerzijds zal een afname van de zomerneerslag en een toename van de verdamping tot een afname van de zomerafvoer leiden. Anderzijds leidt een toename van de winterneerslag tot een aanvulling van het grondwater en daarmee tot een verhoging van de basisafvoer (de Wit e.a., 2007). Vraag is wat het verwachte gezamenlijke effect van deze beide veranderingen zal zijn. Uit bovenstaande studies blijkt ook dat er nog veel onzekerheden zijn, zowel in de klimaatscenario s die worden gebruikt, in de manier waarop de klimaatscenario s worden gebruikt, als in de hydrologische modellen. De onzekerheden gelden vooral voor extreme condities. Vanuit de wetenschap is er geen eenduidig antwoord te geven op de vraag: wat is de maatgevende afvoer van de Rijn en Maas aan het einde van de 21 ste eeuw? Uit de literatuur blijkt wel een eenduidige richting: toename van de kans op hoge winterafvoeren en, vooral voor de Rijn, een toename van de kans op lage afvoeren in de zomer. Hetzelfde beeld dus als dat is weergegeven in figuur 1 en 2. Verandering maatgevende afvoer De Hydraulische Randvoorwaarden zijn de waterstanden en golven die de primaire waterkeringen in Nederland nog veilig moeten kunnen keren. Voor de rivieren begint de bepaling van de maatgevende waterstand met een bepaling van de maatgevende afvoer. Dat is een afvoer met een bepaalde kans van optreden (eens in de zoveel jaar). Op basis van de huidige inzichten verwachten we een toename van de maatgevende afvoer van Rijn en Maas. De bepaling van een toekomstige maatgevende afvoer is echter met grote onzekerheden gemoeid. Als waterbeheerder kun je twee dingen doen. Je kunt redeneren dat het allemaal erg onzeker is. We wachten rustig af wat er komen gaat. Je kunt ook redeneren dat de maatregelen om in te spelen op een verandering van de maatgevende afvoer veel tijd en ruimte kosten en dat je bij de inrichting van het rivierengebied beter nu al rekening kunt houden met klimaatverandering. In Nederland doen wij iets wat er tussenin zit. Stromingen 14 (2008) nummer 1 11

20 Figuur 1: Verandering in het afvoerregime van Rijn (Lobith). Eind 20 ste eeuw versus Gebaseerd op een simulatie met Rhineflow van Deursen, 2006). Dezelfde exercitie is ook uitgevoerd met een ander hydrologisch model: HBV. Dit levert vergelijkbare uitkomsten op (zie te Linde, 2007) Rijn WB m 3 /s Laag Midden Hoog jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Rijn KNM m 3 /s G G+ W W+ jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Er zijn de afgelopen jaren verkennende studies uitgevoerd waarbij is gekeken naar de maatregelen die nodig zijn als de verwachte toename van de maatgevende afvoer ook echt plaats vindt. De bevindingen van deze studies zijn gebruikt om de maatregelen die sowieso ( zonder klimaatverandering) genomen moeten worden te toetsen op hun robuustheid voor een mogelijke toekomst met klimaatverandering. Maatregelen die ook in een toekomst met klimaatverandering effectief zijn verdienen de voorkeur boven maatregelen die dat niet zijn. Hieronder staat uiteengezet hoe de, in deze verkennende 11 Stromingen 14 (2008) nummer 1

Rondom MODFLOW (2) Waterbalansen achteraf. André Blonk, Tauw Deventer. Inleiding. Probleemschets

Rondom MODFLOW (2) Waterbalansen achteraf. André Blonk, Tauw Deventer. Inleiding. Probleemschets Rondom MODFLOW (2) Waterbalansen achteraf André Blonk, Tauw Deventer Inleiding In de praktijk van het modelleren met MODFLOW komt het regelmatig voor dat een modelleur na een modelberekening constateert

Nadere informatie

Klimaatverandering en de afvoer van Rijn en Maas

Klimaatverandering en de afvoer van Rijn en Maas Klimaatverandering en de afvoer van Rijn en Maas Marcel de Wit 1, Hendrik Buiteveld 2, Willem van Deursen 3, Fransizka Keller 4, Janette Bessembinder 5 De waterbeheerders in Nederland bereiden zich sinds

Nadere informatie

Klimaatverandering en de afvoer van Rijn en Maas. RIZA memo: WRR/2007-006

Klimaatverandering en de afvoer van Rijn en Maas. RIZA memo: WRR/2007-006 Klimaatverandering en de afvoer van Rijn en Maas RIZA memo: WRR/2007-006 Klimaatverandering en de afvoer van Rijn en Maas Auteurs: Marcel de Wit 1, Hendrik Buiteveld 1, Willem van Deursen 2 1 Rijkswaterstaat

Nadere informatie

-Klimaatverandering, klimaatscenario s en gevolgen voor beleid en beheer-

-Klimaatverandering, klimaatscenario s en gevolgen voor beleid en beheer- Klimaatverandering; wat komt er op ons af? -Klimaatverandering, klimaatscenario s en gevolgen voor beleid en beheer- Het klimaat in Nederland gaat veranderen. Op dit moment is dat nog niet te merken. De

Nadere informatie

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Page 1 of 6 Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Hoe voorspeld? Klimaatscenario's voor Nederland (samengevat) DOWNLOAD HIER DE WORD VERSIE In dit informatieblad wordt in het kort klimaatverandering

Nadere informatie

9:45 Overzicht van de KNMI 06 klimaatscenario s. neerslag en potentiele verdamping. Aad van Ulden en Geert Lenderink

9:45 Overzicht van de KNMI 06 klimaatscenario s. neerslag en potentiele verdamping. Aad van Ulden en Geert Lenderink 9:30 Inleiding ochtendvoorzitter Gerbrand Komen 9:45 Overzicht van de KNMI 06 klimaatscenario s Bart van den Hurk 10:15 Constructie van scenario s voor temperatuur, neerslag en potentiele verdamping Aad

Nadere informatie

Nieuwe statistieken: extreme neerslag neemt toe en komt vaker voor

Nieuwe statistieken: extreme neerslag neemt toe en komt vaker voor Nieuwe statistieken: extreme neerslag neemt toe en komt vaker voor Hans Hakvoort (HKV), Jules Beersma (KNMI), Theo Brandsma (KNMI), Rudolf Versteeg (HKV), Kees Peerdeman (Waterschap Brabantse Delta/STOWA)

Nadere informatie

Klimaat in de 21 e eeuw

Klimaat in de 21 e eeuw Klimaat in de 21 e eeuw Hoe verandert ons klimaat? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Waargenomen klimaatverandering Wat verwachten we wereldwijd en voor Nederland Mogelijke

Nadere informatie

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving 3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving Droogtebericht Droogtebericht voor waterbeheerders, Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater Nadat begin mei

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford april 2007 Waterbalansen Quarles van Ufford Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford April

Nadere informatie

Extreme neerslaggebeurtenissen nemen toe en komen vaker voor

Extreme neerslaggebeurtenissen nemen toe en komen vaker voor Nieuwe neerslagstatistieken voor het waterbeheer: Extreme neerslaggebeurtenissen nemen toe en komen vaker voor 2015 10A In 2014 heeft het KNMI met het oog op klimaatverandering nieuwe klimaatscenario s

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Wat kunnen we in de toekomst verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Wat verwachten we wereldwijd/in

Nadere informatie

Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland)

Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland) 1 Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland) Op 26 augustus 2008 heeft Omar Boukhris een doctoraatsstudie verdedigd aan de K.U.Leuven

Nadere informatie

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving 3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving Droogtebericht Droogtebericht voor waterbeheerders, Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater In Nederland wordt

Nadere informatie

Gebruik van Delft-FEWS voor een wereldwijde analyse van de hydrologische consequenties van klimaatverandering

Gebruik van Delft-FEWS voor een wereldwijde analyse van de hydrologische consequenties van klimaatverandering Gebruik van Delft-FEWS voor een wereldwijde analyse van de hydrologische consequenties van klimaatverandering Frederiek Sperna Weiland Rens van Beek Jaap Kwadijk Albrecht Weerts Marc Bierkens Introductie

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

3 november 2014. Inleiding

3 november 2014. Inleiding 3 november 2014 Inleiding In 2006 publiceerde het KNMI vier mogelijke scenario s voor toekomstige veranderingen in het klimaat. Het Verbond van Verzekeraars heeft vervolgens doorgerekend wat de verwachte

Nadere informatie

ENQUETE. Inventarisatie van wensen m.b.t. gegevens over klimaatverandering. Retourneer deze enquête a.u.b. aan:

ENQUETE. Inventarisatie van wensen m.b.t. gegevens over klimaatverandering. Retourneer deze enquête a.u.b. aan: ENQUETE Inventarisatie van wensen m.b.t. gegevens over klimaatverandering Binnen het BSIK-programma "Klimaat voor Ruimte" (website: http://www.klimaatvoorruimte.nl/) wordt veel aandacht besteed aan de

Nadere informatie

Klimaatscenario s voor Vlaanderen, en impact op de waterhuishouding

Klimaatscenario s voor Vlaanderen, en impact op de waterhuishouding Vlaamse Klimaatconferentie: Adaptatie, 26.5.2011, Antwerpen Klimaatscenario s voor Vlaanderen, en impact op de waterhuishouding Johan Brouwers Dienst Milieurapportering - MIRA, Vlaamse Milieumaatschappij

Nadere informatie

KNMI 06 klimaatscenario s

KNMI 06 klimaatscenario s KNMI 06 klimaatscenario s Stof tot nadenken? Opzet presentatie Klimaatverandering en het (versterkte) broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering De nieuwe KNMI-klimaatscenario s Mogelijke effecten 1

Nadere informatie

Klimaat Services. Opzet presentatie

Klimaat Services. Opzet presentatie Klimaat Services J. Bessembinder Opzet presentatie Basis voor klimaat-services Voorbeelden confectie Voorbeelden maatwerk Basis confectie en maatwerk : tijdreeksen voor de toekomst Activiteiten binnen

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Klimaatverandering & schadelast. April 2015

Klimaatverandering & schadelast. April 2015 Klimaatverandering & schadelast April 2015 Samenvatting Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek, onderdeel van het Verbond, heeft berekend in hoeverre de klimaatscenario s van het KNMI (2014) voor klimaatverandering

Nadere informatie

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw Provincie Limburg Maastricht, 14 september 216 Joris Schaap, Profiel 214 heden Zelfstandig hydroloog en bodemkundige 28-214 Adviseur water in het landelijk

Nadere informatie

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 26 april 2011 Nummer 2011-03 Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Nadere informatie

NIEUWE NEERSLAG- STATISTIEKEN VOOR KORTE TIJDSDUREN

NIEUWE NEERSLAG- STATISTIEKEN VOOR KORTE TIJDSDUREN NIEUWE NEERSLAG- STATISTIEKEN VOOR KORTE TIJDSDUREN Extreme buien zijn extremer geworden 2018 12A In opdracht van STOWA hebben het KNMI en HKV Lijn in water nieuwe neerslagstatistieken afgeleid voor korte

Nadere informatie

Effect van klimaatwijziging op de afvoerdebieten in hoog- en laag watersituaties en op de globale waterbeschikbaarheid. Thomas Vansteenkiste

Effect van klimaatwijziging op de afvoerdebieten in hoog- en laag watersituaties en op de globale waterbeschikbaarheid. Thomas Vansteenkiste Effect van klimaatwijziging op de afvoerdebieten in hoog- en laag watersituaties en op de globale waterbeschikbaarheid Thomas Vansteenkiste Methodologie NEERSLAG/ EVAPORATIE HYDROLOGISCH MODEL STROOM-

Nadere informatie

Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14

Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14 Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14 Van: Jules Beersma (KNMI) (mmv Geert Lenderink en Adri Buishand) Aan: Paul Fortuin (RWS-WVL) 20161214 (definitief) Inleiding RWS-WVL

Nadere informatie

Nieuwe KNMIklimaatscenario s. Janette Bessembinder e.v.a.

Nieuwe KNMIklimaatscenario s. Janette Bessembinder e.v.a. Nieuwe KNMI klimaatscenario s Nieuwe KNMIklimaatscenario s 2006 2006 Janette Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Klimaatverandering Waargenomen veranderingen Wat zijn klimaatscenario s? Huidige en nieuwe

Nadere informatie

tijdreeksen voor de toekomst

tijdreeksen voor de toekomst Klimaatverandering, klimaatscenario s en tijdreeksen voor de toekomst J. Bessembinder J. Beersma, KNMI Opzet presentatie Definitie klimaat en klimaatscenario s Mondiale en regionale klimaatscenario s Relatie

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Welke extremen kunnen we in de toekomst verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario

Nadere informatie

Klimaatverandering, waterhuishouding en adaptatienoden in Vlaanderen

Klimaatverandering, waterhuishouding en adaptatienoden in Vlaanderen Klimaatverandering, waterhuishouding en adaptatienoden in Vlaanderen enkele aanvullende beschouwingen prof. dr. ir. Patrick Willems K.U.Leuven Afdeling Hydraulica Toekomstig klimaat? huidig klimaat: gematigd

Nadere informatie

Verwachtingen voor afvoeren, neerslag en temperaturen in de zomer van maart 2011 Nummer LCW Droogtebericht

Verwachtingen voor afvoeren, neerslag en temperaturen in de zomer van maart 2011 Nummer LCW Droogtebericht 24 maart 2011 Nummer 2011-01 LCW Droogtebericht Verwachtingen voor afvoeren, neerslag en temperaturen in de zomer van 2011 De kans op lage afvoeren is voor de Rijn in het komende voorjaar en zomer groter

Nadere informatie

Samenvatting 203 Klimaatverandering leidt volgens de voorspellingen tot een toename van de mondiale temperatuur en tot veranderingen in de mondiale waterkringloop. Deze veranderingen in de waterkringloop

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden 2001: maatgevende afvoeren Rijn en Maas

Hydraulische randvoorwaarden 2001: maatgevende afvoeren Rijn en Maas Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq RIZA Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling Hydraulische randvoorwaarden 2001: maatgevende afvoeren Rijn en Maas Onderzoek

Nadere informatie

Klimaatverandering in internationaal perspectief

Klimaatverandering in internationaal perspectief Klimaatverandering in internationaal perspectief Gaan onze buurlanden uit van dezelfde verandering? Janette Bessembinder Stelling 1 Als de warme golfstroom tot stilstand komt, wordt het in Nederland minstens

Nadere informatie

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving 3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving Droogtebericht Droogtebericht voor waterbeheerders, Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater In Nederland is

Nadere informatie

RISICOSIGNALERING Droogte

RISICOSIGNALERING Droogte RISICOSIGNALERING Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut IEIDING heeft invloed op de groei van planten en gewassen, op de grondwaterstanden en daarmee indirect op bijvoorbeeld energiebedrijven

Nadere informatie

Bepaling van de primaire impacten van globale klimaatsveranderingen

Bepaling van de primaire impacten van globale klimaatsveranderingen Bepaling van de primaire impacten van globale klimaatsveranderingen Dries Van den Eynde, Stéphanie Ponsar, José Ozer & Fritz Francken Beheerseenheid Mathematisch Model Noordzee Gulledelle 100, B-1200 Brussel

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Invloed van klimaatverandering op hoog- en laagwater in Vlaanderen

Invloed van klimaatverandering op hoog- en laagwater in Vlaanderen 1 Invloed van klimaatverandering op hoog- en laagwater in Vlaanderen KU Leuven onderzocht voor het Waterbouwkundig Laboratorium van de Vlaamse Overheid en de Vlaamse Milieumaatschappij de invloed van de

Nadere informatie

Waar komt het water vandaan

Waar komt het water vandaan Waar komt het water vandaan Veiligheidssituatie van Nederland Staat van de Delta Waar komt het rivierwater vandaan Inleiding Het water in Nederland komt voor het grootste deel uit de rivieren de Rijn en

Nadere informatie

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk Achtergronden Klimaatverandering en klimaatscenario s Prof Dr Bart van den Hurk Watis 06 hetmondiale klimaatprobleem? Klimaatverandering is van alle tijden Natuurlijke invloeden: Interne schommelingen

Nadere informatie

Toepassing klimaatscenario's in het waterbeheer en -beleid

Toepassing klimaatscenario's in het waterbeheer en -beleid Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIZA Toepassing klimaatscenario's in het waterbeheer en -beleid Rapport november 2007 Q4437 Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIZA Toepassing klimaatscenario's in het waterbeheer

Nadere informatie

Zeespiegelmonitor 2018

Zeespiegelmonitor 2018 Zeespiegelmonitor 2018 Wat is de aanleiding van dit rapport? Jaarlijks rapporteren Deltares en HKV met de Zeespiegelmonitor over de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust. De zeespiegel en het getij

Nadere informatie

Neerslag-afvoermodellering. met SOBEK-RR

Neerslag-afvoermodellering. met SOBEK-RR Neerslag-afvoermodellering met SOBEK-RR Boekrecensie: 'Van regen tot Maas' 'Grensoverschrijdend waterbeheer in droge en natte tijden' Auteur: Marcel de Wit Uitgeverij Veen Magazines, Diemen, 2008 ISBN

Nadere informatie

Dijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017

Dijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017 Dijkversterking Wolferen Sprok Veiligheidsopgave 29 augustus 2017 Welkom! 19:00 19:10: Welkom WSRL 19:10 20:10: Interactief gastcollege veiligheidsopgave door Matthijs Kok (TU Delft) 20:10 20:25: Toelichting

Nadere informatie

Impact van klimaatverandering op hydrologische extremen langs Vlaamse waterlopen

Impact van klimaatverandering op hydrologische extremen langs Vlaamse waterlopen Impact van klimaatverandering op hydrologische extremen langs Vlaamse waterlopen P.Willems, O.Boukhris, J.Berlamont K.U.Leuven Afdeling Hydraulica i.s.m. KMI (P.Baguis, E.Roulin, G. Demarée) & IMDC (J.Blanckaert)

Nadere informatie

Memo. Management samenvatting

Memo. Management samenvatting Memo Aan Gerard van Meurs Datum Van Nienke Kramer Aantal pagina's 17 Doorkiesnummer (088) 33 58 134 E-mail nienke.kramer @deltares.nl Onderwerp Aanpassing Hydra-VIJ statistiekbestanden voor KNMI klimaatscenario

Nadere informatie

Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater

Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater De wateraanvoer van de Rijn is laag voor de tijd van het jaar, hij bedraagt momenteel 1165 m3/s. Naar verwachting

Nadere informatie

Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel

Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel Mark Bakker i Een onvolkomen put kan gemodelleerd worden met een meerlagenmodel door het watervoerend pakket op te delen in drie lagen gescheiden

Nadere informatie

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 5. Verdamping Voor de verdamping in het stroomgebied de Goorloop is de gemiddelde referentiegewasverdamping van het KNMI weerstation in Eindhoven gebruikt. Dit station is het dichtstbij gelegen KNMI station

Nadere informatie

Klimaatscenario s, bandbreedtes en gebruik daarvan. Janette Bessembinder e.v.a.

Klimaatscenario s, bandbreedtes en gebruik daarvan. Janette Bessembinder e.v.a. Klimaatscenario s, bandbreedtes en gebruik daarvan Janette Bessembinder e.v.a. Opzet Waarom klimaatscenario s Bandbreedte extreme neerslag Transformatie Gebruik klimaatscenario s Klimaatscenario s Klimaatscenario

Nadere informatie

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW)

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 9 mei 2011 Nummer 2011-05 Waterbeheerders spelen in op actuele situatie Ook in de afgelopen week is

Nadere informatie

Bepaling primaire impacten van klimaatsveranderingen

Bepaling primaire impacten van klimaatsveranderingen Bepaling primaire impacten van klimaatsveranderingen Dries Van den Eynde, José Ozer, Stephanie Ponsar Beheerseenheid Mathematisch Model Noordzee Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen Gulledelle

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Mondiaal en in Nederland J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Wat verwachten we wereldwijd/in Europa

Nadere informatie

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar

Nadere informatie

1 Kwel en geohydrologie

1 Kwel en geohydrologie 1 Kwel en geohydrologie 1.1 Inleiding Grondwater in de omgeving van de grote rivieren in Nederland wordt door verschillen in het peil sterk beïnvloed. Over het algemeen zal het rivierpeil onder het grondwatervlak

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Wat kunnen we in Nederland verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering) en het broeikaseffect? Waargenomen klimaatverandering KNMI 06 klimaatscenario

Nadere informatie

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek Scheldemondraad: Actieplan Grensoverschrijdende klimaatbeleid, 11 september 2009 Interregproject

Nadere informatie

HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING

HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING BASAL TOESLAGSTOFFEN BV 12 december 2013 077461453:0.1 - Definitief C01012.100037.0120 Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Rivierwaterstanden... 5 2.1 Rivierwaterstanden

Nadere informatie

Invloed van de klimaatverandering op hydrologische extremen in Vlaanderen

Invloed van de klimaatverandering op hydrologische extremen in Vlaanderen Invloed van de klimaatverandering op hydrologische extremen in Vlaanderen Patrick Willems K.U.Leuven - Afdeling Hydraulica i.s.m. Koninklijk Meteorologisch Instituut van België Lopend onderzoek CCI-HYDR

Nadere informatie

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0)

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0) Memo Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum Van Joost den Bieman Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 8292 Aantal pagina's 10 E-mail joost.denbieman@deltares.nl Onderwerp OI2014

Nadere informatie

NOG MEER NATTIGHEID? Door John van Boxel en Erik Cammeraat

NOG MEER NATTIGHEID? Door John van Boxel en Erik Cammeraat NOG MEER NATTIGHEID? Door John van Boxel en Erik Cammeraat Het jaar 1998 was in Nederland het natste van deze eeuw. De afgelopen jaren zijn we echter vaker geconfronteerd met grote neerslaghoeveelheden.

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

KNMI 06 klimaatscenario s

KNMI 06 klimaatscenario s KNMI 06 klimaatscenario s Hoe verandert ons klimaat? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario s Mogelijke

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Rapport. Waterhuishoudingsplan Drielanden te Harderwijk. Opdrachtgever. Gemeente Harderwijk Postbus AC HARDERWIJK

Rapport. Waterhuishoudingsplan Drielanden te Harderwijk. Opdrachtgever. Gemeente Harderwijk Postbus AC HARDERWIJK Rapport Waterhuishoudingsplan Drielanden te Harderwijk projectnr. 14792-11271 revisie 01 09 december 2005 Opdrachtgever Gemeente Harderwijk Postbus 149 3840 AC HARDERWIJK datum vrijgave beschrijving revisie

Nadere informatie

Naar het optimale voorkeursalternatief

Naar het optimale voorkeursalternatief Kustversterking Katwijk Naar het optimale voorkeursalternatief Veiligheidsprobleem Katwijk afslagzone (verdwijnt in zee) Tramstraat overstromingszone Veiligheidsprobleem Voorgeschiedenis: Probleem De waterkering

Nadere informatie

Zoet is goed maar een beetje zout smaakt beter door Pier Vellinga *) Spaarwater eindsymposium Schouwburg de Harmonie, Leeuwarden, 12 maart 2019

Zoet is goed maar een beetje zout smaakt beter door Pier Vellinga *) Spaarwater eindsymposium Schouwburg de Harmonie, Leeuwarden, 12 maart 2019 Zoet is goed maar een beetje zout smaakt beter door Pier Vellinga *) Spaarwater eindsymposium Schouwburg de Harmonie, Leeuwarden, 12 maart 2019 Presentatie in drie delen: 1. Het klimaat verandert; wat

Nadere informatie

KNMI'14 scenario's. Siebe Bosch WHITEPAPER CONVERSIE VAN DE NEERSLAGREEKS DE BILT ONDER DE '14-KLIMAATSCENARIO'S

KNMI'14 scenario's. Siebe Bosch WHITEPAPER CONVERSIE VAN DE NEERSLAGREEKS DE BILT ONDER DE '14-KLIMAATSCENARIO'S HYDROCONSULT / WHITEPAPER KLIMAATSCENARIO'S KNMI'14 WHITEPAPER KNMI'14 scenario's CONVERSIE VAN DE NEERSLAGREEKS DE BILT ONDER DE '14-KLIMAATSCENARIO'S Siebe Bosch 1 HYDROCONSULT / WHITEPAPER KLIMAATSCENARIO'S

Nadere informatie

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Bodem & Klimaat Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Jaartemperaturen en warmterecords in De Bilt sinds het begin van de metingen in 1706 Klimaatverandering KNMI scenarios Zomerse dagen Co de Naam

Nadere informatie

De effecten van verdroging als gevolg van de klimaatwijziging en urbanisatie op oppervlaktewater

De effecten van verdroging als gevolg van de klimaatwijziging en urbanisatie op oppervlaktewater De effecten van verdroging als gevolg van de klimaatwijziging en urbanisatie op oppervlaktewater Prof. dr. ir. Patrick Willems KU Leuven Dept. Burgerlijke Bouwkunde Afdeling Hydraulica Vroegere klimaatscenario

Nadere informatie

Figuur 1. Drukdalingen in bar van de verbonden cavernes binnen 45 minuten na de eerste drukdaling op TR-1/4/5

Figuur 1. Drukdalingen in bar van de verbonden cavernes binnen 45 minuten na de eerste drukdaling op TR-1/4/5 Van : Aan : Copy : (WEP) Datum : 7 juni 2018 Onderwerp : Voorziene bodemdaling bij afbouwen van pekelproductie uit de Nedmag pekelcluster ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving 3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving Droogtebericht Droogtebericht voor waterbeheerders, De afgelopen week is redelijk wat neerslag gevallen en is het neerslagtekort licht gedaald. De neerslag

Nadere informatie

De effecten van verdroging als gevolg van de klimaatwijziging en urbanisatie op oppervlaktewater

De effecten van verdroging als gevolg van de klimaatwijziging en urbanisatie op oppervlaktewater De effecten van verdroging als gevolg van de klimaatwijziging en urbanisatie op oppervlaktewater Prof. dr. ir. Patrick Willems KU Leuven Dept. Burgerlijke Bouwkunde Afdeling Hydraulica Vroegere klimaatscenario

Nadere informatie

Klimaatveranderingstand. wetenschap. Prof Wilco Hazeleger

Klimaatveranderingstand. wetenschap. Prof Wilco Hazeleger Klimaatveranderingstand van de wetenschap Prof Wilco Hazeleger Achtergrond Wetenschap kan nooit absolute zekerheden bieden Het klimaatsysteem is complex Beperkingen in kennis en waarnemingen Beleid wil

Nadere informatie

Impact van klimaatverandering op hydrologie en de gevolgen voor overstromingen en watertekorten

Impact van klimaatverandering op hydrologie en de gevolgen voor overstromingen en watertekorten Impact van klimaatverandering op hydrologie en de gevolgen voor overstromingen en watertekorten Katrijn Holvoet, Thomas Vansteenkiste, Wouter Vanneuville, Patrick Willems 09-03-2010 Gent Inhoud Situering

Nadere informatie

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17   digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid 2016/17 www.opleidingen.stowa.nl digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid Link naar: Digitaal Cursus Naslagwerk

Nadere informatie

De KNMI 14 klimaatscenario s Ontwikkelingen De scenario s Voorbeelden

De KNMI 14 klimaatscenario s Ontwikkelingen De scenario s Voorbeelden De KNMI 14 klimaatscenario s Ontwikkelingen De scenario s Voorbeelden Bart van den Hurk KNMI 2006 2009 2011 2014 KNMI 06 8 jaar verder IPCC 2007 en 2013 IPCC, 2007 IPCC, 2013 IPCC 2007 en 2013 IPCC, 2007

Nadere informatie

Veranderend weer en klimaatverandering

Veranderend weer en klimaatverandering Veranderend weer en klimaatverandering Mensen reageren op het weer. Trek je een T-shirt aan of wordt het een trui? Ga je met de tram omdat het regent, of neem je de fiets omdat het toch droog blijft? Is

Nadere informatie

Tussen Theis en Hantush

Tussen Theis en Hantush Tussen Theis en Hantush C. van den Akker 1 In de publicatie Tussen Dupuit en De Glee in Stromingen wordt een geohydrologische situatie beschouwd met stationaire grondwaterstroming in een gedeeltelijk afgesloten

Nadere informatie

Opgave 7 Het regiem van de Rijn en zijrivieren in Duitsland

Opgave 7 Het regiem van de Rijn en zijrivieren in Duitsland Leefomgeving Opgave 7 Het regiem van de Rijn en zijrivieren in Duitsland Bestudeer de bronnen 1 en 2 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen. 3p 26 In welk jaargetijde komen het vaakst piekafvoeren

Nadere informatie

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011 Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden Juni 2011 Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de negentiende eeuw,

Nadere informatie

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving 3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving Droogtebericht Droogtebericht voor waterbeheerders, Na een droge juli maand en de neerslag die de afgelopen periode is gevallen in de vorm van buien, is de

Nadere informatie

Klimaat in de 21 e eeuw vier scenario s voor Nederland

Klimaat in de 21 e eeuw vier scenario s voor Nederland Postadres: Postbus 21, 373 AE De Bilt Bezoekadres: ilhelminalaan 1 Telefoon 3-22 6 911, Telefax 3-22 1 47 www.knmi.nl Meer informatie? Voor meer informatie over de nieuwe klimaatscenario s voor Nederland,

Nadere informatie

Nadere informatie. Weersverwachting

Nadere informatie. Weersverwachting Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 16 mei 2011 Nummer 2011-06 Droogtesituatie verandert weinig, ondanks regen De wateraanvoer van de Rijn

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Klimaatscenario s. Bart van den Hurk (KNMI/IMAU) HOVO klimaatscenario s

Klimaatscenario s. Bart van den Hurk (KNMI/IMAU) HOVO klimaatscenario s Klimaatscenario s Bart van den Hurk (KNMI/IMAU) Kijken in de toekomst? Een greep uit de onzekerheden Het klimaatsysteem is te complex om te bevatten waarnemingen van alle relevante processen en feedbacks

Nadere informatie

Toepassing klimatologische data binnen de water sector National consultation on Climate Services September 8 th 2015

Toepassing klimatologische data binnen de water sector National consultation on Climate Services September 8 th 2015 Toepassing klimatologische data binnen de water sector National consultation on Climate Services September 8 th 2015 M.A.Amatali, M.Sc. (Hydrology) Hoofd Waterloopkundige Dienst Belang van deze presentatie

Nadere informatie

klimaatscenarios klimaatscenarios De KNMI 06

klimaatscenarios klimaatscenarios De KNMI 06 De KNMI 06 klimaatscenarios klimaatscenarios wat zijn ze? hoe worden ze gemaakt? waarin verschillen ze van de vorige? Bart van den Hurk, Geert Lenderink, Aad van Ulden, Janette Bessembinder, Franziska

Nadere informatie

De KNMI 14 klimaatscenario s Neerslag en neerslagextremen

De KNMI 14 klimaatscenario s Neerslag en neerslagextremen De KNMI 14 klimaatscenario s Neerslag en neerslagextremen Geert Lenderink KNMI 26 mei 2014: presentatie KNMI14 scenario s De Basis: het 5de IPCC rapport van WG1 (2013) 1. Kennis m.b.t. globale klimaatverandering

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave 74OF86 RWD rapporten.indd 1 23-10-2007 14:23:15 74OF86 RWD rapporten.indd 2 23-10-2007 14:23:21 Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Het watersysteem...

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer 2013-10

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer 2013-10 Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 23 september 2013 Nummer 2013-10 Laatste Droogtebericht 2013. De neerslag in de afgelopen periode heeft

Nadere informatie

De klimaatbestendige (oude) stad

De klimaatbestendige (oude) stad De klimaatbestendige (oude) stad Peter den Nijs Wareco ingenieurs F3O KANS OP PAALROT Groot deel Nederland Grote verschillen bodemopbouw Grote verschillen in klimaateffect Grote spreiding in risico s 1

Nadere informatie

Toestand van het watersysteem november 2018

Toestand van het watersysteem november 2018 Toestand van het watersysteem november 218 Vlaanderen is milieu Documentbeschrijving Titel Toestand van het watersysteem - november 218 Samenstellers VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Hoogwaterbeheer,

Nadere informatie

Droogte-indices beter begrijpen

Droogte-indices beter begrijpen Droogte-indices beter begrijpen Sinds in 2003 de kade bij Wilnis bezweek, is bij de waterschappen de aandacht voor de droogtegevoeligheid van kaden verscherpt. Langdurige droogte kan namelijk effect hebben

Nadere informatie