DEEL 3 PLANTENZIEKTEN. MICHEL PEETERS HOOFDSTUK 3. l. VIRUSSEN.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DEEL 3 PLANTENZIEKTEN. MICHEL PEETERS HOOFDSTUK 3. l. VIRUSSEN."

Transcriptie

1 DEEL 3 PLANTENZIEKTEN. MICHEL PEETERS HOOFDSTUK 3. l. VIRUSSEN AARD VAN HET VIRUS. Het is gebleken dat virussen in samenstelling het meest overeenkomen met kerneiwitten en evenals deze het voor het leven zo belangrijke DNA ( desoxyribonucleïnezuur ) bevatten. Een staafvormig virusdeeltje bestaat uit een kern van DNA en een mantel van eiwitmoleculen. Elk virus heeft weer een ander DNA en andere eiwitten. Het oneindig gevarieerde DNA is ook de stof, waaruit de erffactoren ( genen ) in de chromosomen van plant en dier bestaan. Als er nu een virus-dna ( of RNA ) in de cel doordringt levert deze cel de nodige bouwstenen ( aminozuren ) voor de vorming van viruseiwit. Dit gaat ten koste van de eiwitvorming van de gastheerplant, hetgeen allerlei ziektesymptomen kan veroorzaken. De vorm en de afmetingen van de deeltjes heeft men rechtstreeks kunnen vaststellen met behulp van een elektronenmicroscoop, waarmee vergrotingen tot maal mogelijk zijn De virussen blijken de vorm van bolletjes, staafjes of draadjes te hebben. De doorsnede van de bolletjes bedraagt bv. 40 nm, die van de staafjes en draadjes 20-5 nm ( nm = nonometer en 1 nm = 1/ mm ). De lengte van een draadvormig virus is gewoonlijk moeilijk vast te stellen, maar schijnt in vele gevallen verscheidene nm s te bedragen DE OVERGANG VAN HET VIRUS VAN PLANT OP PLANT. Op verschillende manieren kan het virus overgaan van de ene plant op de andere. We noemen de volgende mogelijkheden: Verschillende dieren zijn overbrengers van virusziekten. Een dier dat een virus overbrengt noemt men een vector. De belangrijkste vectoren vindt men onder de insecten met stekenzuigende monddelen, dus vooral blad - en schildluizen, motluizen, wantsen en tripsen. Vooral de groene perzikluis is een belangrijke vector, die tenminste 80 verschillende virussen kan overbrengen. Ook mijten schijnen virusziekten te kunnen overbrengen, bv. brandnetelblad bij zwarte bes door roodknopmijten. Grondvirussen, waarvan men aanvankelijk dacht dat ze aan de bodemdeeltjes waren gebonden, blijken te worden overgebracht door aaltjes. Ook bodemschimmels blijken hierbij van betekenis te zijn. Zo worden het augustaziek van de tulp en het stippelstreep van de boon overgebracht door de zwermsporen van de schimmel Olpidium brassicae, die in de wortels van allerlei onkruidzaden en cultuurgewassen voorkomen. De insecten brengen het virus niet steeds op dezelfde wijze over. Het ligt het meest voor de hand, dat het virus aan de buitenzijde van de monddelen wordt meegenomen en zodoende eenvoudig wordt overgeënt. Deze manier van besmetting door insecten komt dan ook veel voor. De virussen, waarbij dit gebeurt, noemt men nonpersistente virussen, de vectoren hiervan blijven slechts kort infectieus. Soms echter moet het virus het insectenlichaam werkelijk passeren. Zo kan het gebeuren, dat een bladluis, die sap heeft opgenomen van een viruszieke plant, pas na enige uren, soms pas na enige weken, het virus op een andere plant kan overbrengen. Dit virus wordt een persistent virus genoemd. Het virus komt in zo n geval via de speekselklieren van het insect naar buiten. De tijd die verloopt tussen het opzuigen van het sap en het infectieus worden van het insect, noemt men de latenten periode. In deze periode kan het virus in het insect waarschijnlijk toenemen of bepaalde veranderingen ondergaan. Soms blijven de insecten, na eenmaal virushoudend sap te hebben opgenomen, hun hele verdere leven 34

2 infectieus Door vegetatieve vermeerdering van zieke planten gaan de meeste virussen gemakkelijk op de nakomelingschap over, daar het virus gewoonlijk in alle vegetatieve delen van de plant aanwezig is Overbrenging door zaad of stuifmeel. 35

3 3.1.3 ZIEKTEVERSCHIJNSELEN. - Mozaïekziekten: de bladeren hebben licht- en donkergroene of gele vlekken bv. bij tabak, tomaat, bonen en aardappelen. - Licht worden van de nerven bv. bij zwarte bes en pruim, doordat het bladgroen boven en vlak langs de nerven verdwijnt. Meestal van tijdelijke aard als inleiding van een mozaïekziekte. - Chlorosen of vergelingziekte*: de bladeren worden vrij gelijkmatig geel bv. bij perzik ( perzikbont ). - Necrotische ziekten*: allerlei afstervingsverschijnselen. - Rozetziekten*: de planten of sommige scheuten blijven klein en gedrongen en zijn vaak misvormd. - Algemene dwerggroei*: de planten blijven klein, maar vertonen geen misvormingen bv. de dwergziekte of heksenbezemziekte van framboos. - Woekeringen: er ontstaan gallen of uitgroeiingen van zeer uiteenlopend type op bepaalde delen van de plant. - Vruchtafwijkingen bv. stenigheid bij peren. - Onvolledige verhouting van de takken bv. rubberhoutziekte ( elastisch, buigzaam hout ) van de appel. * Sommige van deze verschijnselen worden vermoedelijk niet door een virus maar door een mycoplasma veroorzaakt. Bestrijding. - Meristeemcultuur geeft virusgetoetste planten. - Vectoren bestrijden: vooral bladluizen. - Regelmatig gezond plantgoed kopen bv. aardbeien HOOFDSTUK 3.2. BACTERIEN INDELING. - Bacteriën - Echte bacteriën - Draadbacteriën - Straalschimmels - Blauwwieren EIGENSCHAPPEN. Hun afmetingen zijn gering, sommige kunnen met een gewone microscoop niet eens waargenomen worden, daar hun doorsnede minder is dan 0,2 µm ( 1 µm = 0,001 mm ) Enkele bereiken een lengte van meer dan 10 µm, maar de meesten meten omstreeks 1 µm. Hun vorm varieert nogal, vele zijn bol - of staafjesvormig, sommigen meer draadvormig en dan soms vertakt. Ze zijn eencellig. Vele soorten kunnen zich in vocht voortbewegen door middel van zweep- of trilharen. Ze hebben bijna nooit bladgroen, de overgrote meerderheid leeft als saprofyt of als parasiet. Vele soorten kunnen ongunstige omstandigheden ( droogte, hitte, koude, voedselgebrek ) weerstaan, doordat ze in sporenvorm overgaan. Doorbij schrompelt het inwendige van de cel samen en omgeeft zich binnen de oorspronkelijke wand met een harde laag. In deze toestand kunnen ze zeer lang in leven blijven en bv. kookhitte weerstaan. Pas een verhitting gedurende enige tijd bij hogere temperaturen ( bv. 30 min op ) doodt ook de sporen. Gelukkig vormen de meeste ziekteverwekkende (pathogene) bacteriën geen sporen en deze worden reeds gedood bij een temperatuur van ongeveer 70 C. Na het grondstomen zullen er dus niet veel bacteriën meer in leven zijn. De hier vermelde sporenvorming betekent geen vermeerdering, want één bacterie vormt slechts één spore en deze ontwikkelt zich later weer tot één bacterie. 36

4 3.2.3 VOORTPLANTING. Deze geschiedt door deling van de cel: ze splijten in tweeën loodrecht op de lengteas, indien ze langwerpig zijn. De vermeerdering kan zeer snel gaan, doordat dat soms onder gunstige voorwaarden ieder kwartier een celdeling kan plaats hebben. Als voorbeeld kiezen we een bolvormige bacterie van 1 µm, die zich om de 15 min. deelt. Na 15 min. zijn er dus 2, na 1 uur 16, na 2 uur 256, enz.. Na 7 ½ uur zijn er al een miljard ( = 1 mm³ ) en na 15 uur 1 kubieke meter. Naast elkaar uitgespreid in een plat vlak zou hoeveelheid een oppervlakte van 1 km² beslaan! In werkelijkheid komt aan deze snelle vermenigvuldiging al spoedig een einde door de vorming van vergiftige stofwisselingsproducten of door gebrek aan ruimte of voedsel. 37

5 Noot: sommige bodembacteriën splitsen slechts 2 maal per jaar NUT EN SCHADE. Vele bacteriën zijn nuttig, doordat zij allerlei scheikundige omzettingen teweeg brengen, die voor de mens van belang zijn. We denken hier bv. aan melkzuurbacteriën, yoghurtbacteriën, azijnzuurbacteriën, zwavelbacteriën, nitrificerende bacteriën en knolletjesbacteriën in de wortels van vlinderbloemigen. De straalschimmel Streptomycetes vormt een antibioticum, dat streptomycine heet en dat bij mens en dier kan worden toegepast bij de bestrijding van ziekteverwekkende bacteriën. Als ziekteverwekkers bij mens en dier staan de bacteriën zeer slecht bekend. Zo worden ziekten als longontsteking, cholera, pest, tyfus, dysenterie, tuberculose, tetanus, miltvuur en vele anderen door bacteriën veroorzaakt, evenals de verettering van wonden. Als veroorzakers van plantenziekten zijn de bacteriën van veel mindere betekenis. Toch zijn er verscheidene soorten, die planten kunnen aantasten VERSPREIDING EN INFECTIE VAN SCHADELIJKE BACTERIEN. Bacteriën worden verspreid door regendruppels en door de wind met bv. bacterieslijm klompjes uitgestulpt vanuit én aanwezig op zieke plantendelen. Vogels, insecten, mijten, slakken en nematoden en ook de mens zelf zijn mede verantwoordelijk voor het overdragen hiervan. Bacteriën dringen in de waardplant langs blad- en stengelhuidmondjes, langs schorskurkporiën, bloemenorganen en honingklieren, hout- en wortelletsels, steek- en vraatwonden, wind- en vorstschadewonden. Sommige omstandigheden zijn hierbij noodzakelijk. Infectie kan ook plaats vinden vanuit zieke grond. Een slempige bouwlaag tijdens een over natte periode zijn erg risicogevend. Ook heeft besmetting plaats van uit zieke knollen, rhizomen en bollen, bloesems, scheuten en haagscheersel ZIEKTEVERLOOP. Aanvankelijk nestelen de bacteriën zich in de met lucht gevulde cellentussenruimten. Onderzoek van de jongste jaren heeft aangetoond dat door middel van enzymwerking de wand van de omliggende cellen dermate afgebouwd wordt, zodat er een hoeveelheid celvocht intercellulair uitvloeit en nu als eerste voedingsbodem dient voor de aangroei van de primaire bacteriekolonie. Slechts nadien nl. na een periode van incubatie of na een langere periode van latente rust, worden het parenchymweefsel en de vaatbundels ( hout- en zeefvaten ) positief aangetast door afbraakstoffen afgescheiden door bacteriën VOORBEELDEN VAN ZIEKTEVERLOOP EN VAN ZIEKTETEKENS. - Natte verrotting. Door afbraak van celwandpectine en van het celprotoplasma gaat het plantenweefsel ontbinden en ontstaat een natte verrotting o.a. bij wortel - en knolgewassen. - Verwelking. Sommige bacteriën woekeren in de vaatbundels waar ze het sapgeleidend weefsel vernietigen. Mede door plantenreacties ( afscherming van de ziektehaard ) wordt de sapstroom onderbroken, verkleuren de vaatbundels en treedt verwelking op. bv. bij tomaat, scheutverwelking bij fruitgewas. - Tumorweefsel. Onder invloed van gifstoffen afgescheiden door de bacterie ontstaat een ongecontroleerde celdeling, een zogenaamde kanker tumor. bv. bij kruidachtige en bij houtgewassen. - Bastwoekerziekte en bacteriehoutkanker. Na infectie langs bv. een schorswonde of knopbeschadiging ontstaat intercellulaire en primaire bacteriehaard. Door afbraak van het omringende bastweefsel ontstaan zgn. bacterieholten. Ook heeft plaatselijk in de bast celvergroting (hypertrofie ) en celtoename ( huperplasie ) plaats. Bij wijze van afweerreactie vormt een houtgewas rondom de ziektehaard kurkweefsel, 38

6 wondhars of wondgom. Door een opeenvolging van bacterieaantastingen en bastweefselreacties wordt de schors plaatselijk bobbelig en zo ontstaan open en/of gesloten bastwoekergezwellen. - Latente en agressieve toestand. Bij gebrek aan voldoende kennis van de ecologie van bacteriën is een infectie niet te voorzien. Bacteriën kunnen nl. voor onbepaalde tijd als inactieve epifyt op blad of stengel of op latente wijze in het vaatweefsel of in de bodem ( ten aanzien van het wortelgestel ) aanwezig zijn en dit zonder merkbare ziektetekens. Dergelijke sluimertoestand is ook bekend bij microben die mensen en dieren aantasten. Maar wanneer het afweermechanisme faalt of onder bepaalde klimaatomstandigheden of andere tot nog toe onbekende redenen kan plots de bacterie de virulentie ontwikkelen waarbij het gewas op agressieve wijze wordt aangetast. Hierbij spelen speciale klimaat -, voeding - en bodemomstandigheden, alsmede de watervoorziening van het plantenweefsel een bijzondere rol. Onze kennis ter zake is nog erg beperkt. Naargelang van de natuurlijke weerstand van het gewas en het vermogen om afweerstoffen op te bouwen zal de bacterie er al dan niet toe geraken de plant met een sterk aangroeiende kolonie verder te besmetten. Het is wel duidelijk dat onder dergelijke omstandigheden het opsporen van ziektehaarden mede met de identificatie van ziektesymptomen erg moeilijk wordt. Geven we als voorbeelden: - Het plots uitbreken van bacterievuur in een peerplantage, in meidoornhagen of op Cotoneaster en vuurdoornhagen. - Het omvoorzien massaal verdorren van bloesems en jonge twijgen in een peerperceel tengevolge van infectie door Pseudomonas syringae. - Het in sterke mate optreden van bacterieknol - en wortelrot te velde en in de bewaarkuilen van aardappel, peen, witloof na een lange regenperiode. Ofschoon deze bacteriën aanwezig zijn op het blad of in het plantenweefsel of in het laatste voorbeeld in de bouwlaag, zullen ze onder gewijzigde omstandigheden en om onvoldoende gekende redenen in sluimertoestand blijven vertoeven BESTRIJDING BACTERIEVUUR Waardplanten. Peer: geen enkele Europese kwaliteitspeer bezit een goede bacterievuurresistentie. Appel: minder gevoelig dan peer. Er is een hogere infectiedruk nodig voor aantasting. Cotoneaster - dwergmispel: vooral de grootbladige sierheesters zijn gevoelig. Cotoneaster salicifolius en cv. / Cotoneaster x watereri en cv. / Cotoneaster bullatus / Cotoneaster dammeri. Crataegus - meidoorn. Pyracantha - vuurdoorn. Sorbus - lijsterbes Bestrijding

7 . BACTERIEVUUR ( Erwinia amylovora ) WORTELKNOBBEL ( Agrobacterium tumefaciens ). Wortelknobbel kan bij vele gewassen voorkomen, maar vormt toch vooral een probleem bij rozen, vruchtbomen, chrysanten, Ficus en Pelargonium ( ook bovengronds ). 40

8 Symptomen Als ziekteverwekkende bacteriecellen van Agrobacterium tumefaciens zich aan plantencellen hechten, kunnen ze een bepaalde eigenschap aan die plantencellen overdragen. Die eigenschap zorgt ervoor dat de betreffende plantencel zich sneller deelt dan de omringende, nietaangetaste cellen. Tevens draagt de delende cel die eigenschap ook weer over op al zijn nakomelingen. Op die manier ontstaan de woekeringen van plantencellen die we knobbels noemen. Hoewel infectie via lenticellen plaats kan vinden, zijn hiervoor over het algemeen toch wonden noodzakelijk en deze ontstaan vooral bij het rooien van onderstammen en het oprooien van de bomen in de kwekerij. Schade De invloed van wortelknobbel op de groei van planten hangt vooral af van de leeftijd waarop de plant wordt geïnfecteerd, de plaats van de knobbels aan de plant en de temperatuur. Zaailingen die in een jong stadium worden aangetast, kunnen door knobbels aan de wortelhals sterk belemmerd worden om voldoende wortels te vormen en blijven dan in groei achter. Knobbels aan zijwortels hebben door hun positie uiteraard een veel kleinere invloed op de groei. Aantasting Wortels ontwikkelen door hun uitscheidingsproducten een bepaalde flora van microorganismen om zich heen.zo worden om de wortels van jonge bomen veel bacteriën van het geslacht Agrobacterium aangetroffen, waaronder die van de ziekteverwekker A. tumefaciens. Bij verwonding van ondergrondse delen is de kans dan ook groot dat onder omstandigheden die gunstig zijn voor de bacterie (veel vocht en relatief hoge temperaturen ), infectie optreedt en vorming van knobbels tot gevolg. XANTHOMONAS CAMPESTRIS PATHOVARS Herkenning Bij een aantal gewassen komt van deze bacterie steeds een andere pathogene variëteit ( pathovar ) voor. De symptomen zijn om deze reden per gewas verschillend. * Begonia: lichte, waterige bladvlekjes die bij doorvallend licht de indruk wekken van olie of vetvlekjes. Zij nemen snel in aantal toe, waarna het blad bruin en dor wordt. Stengels en bladstelen verkleuren naar donkergroen en worden slap. Soms ontbreken de bladvlekjes en treedt direct een stengelaantasting op. Het blad krijgt dan een loodachtige kleur. *Pelargonium: vooral op de oudere bladeren donkergroene bladvlekjes, die later overgaan in ronde vlekken met een roodachtig of grauwbruin centrum. De vlekken zijn omgeven door een geelgroene randzone. Later treedt verdorring op. Een ander beeld laat vergeling en verwelking zien en zware V - tekens onder de aanhechtingsplaats van het blad. Bij aansnijden van de stengel blijkt het vaatweefsel geelbruin verkleurd te zijn. * Hedera: op stengels ontstaan verscheidene cm lange, bruine tot zwarte vlekken die soms de hele stengel omringen. Het hierboven gelegen stengelgedeelte sterft af. Op de bladeren vertonen zich veelal felgeel omrande vlekjes die zich snel uitbreiden tot + 2cm grote vlekken. Ook hier verdroogt dit zieke weefsel en valt het blad af. Levenswijze en verspreiding De aantasting ontstaat door ziek materiaal. Eenmaal aanwezig, vindt verspreiding plaats via opspattende waterdruppels, menselijk handelen, insecten. Via beschadigde plekken in het 41

9 plantenweefsel of via de huidmondjes, dringt de bacterie naar binnen en begint haar verwoestend werk. Nota: Xantomonas hederae - vetvlekkenziekte. Doorschijnende vlekken op bladeren, later bruine vlekken. Vooral bij bodembedekkers (vocht). Gevoelige gewassen: Begonia, Hedera, hyacint, Lobelia, Pelargonium. 42

10 HOOFDSTUK 3.3 SCHIMMELS GEBRUIKTE TERMEN. - Spore: voortplantingscel bij lage planten die geslachtelijk of ongeslachtelijk kan zijn. - Hype: schimmeldraad. - Mycelium: kluwen van hypen. - Parasiet: leeft van andere levende wezens bv. planten. - Saprofyt: leeft op dood organisch materiaal. - Protoplasma: geleiachtige celinhoud. - Diploïd: cel met 2n chromosomen ( normaal) - Haploïd: cel met n chromosomen ( geslachtscellen ) INLEIDING. Schimmels, of zoals de wetenschappelijke naam luidt Fungi, behoren tot de sporenplanten waarvan de bouw zeer primitief is. Ze zijn te onderscheiden van wieren en algen door de afwezigheid van bladgroen of chlorofyl. Ze leven van levend of dood organisch materiaal. Schimmels, die leven van levende planten noemt men parasieten. Schimmels, levend van dood materiaal noemt men saprofyten. Enkele soorten, waaronder Botrytis, vormen hierop een uitzondering omdat zij zowel op dood als levend materiaal voorkomen. Het lichaam van de schimmels bestaat uit draden ( hypen ). Het geheel van draden heet een zwamvlok of mycelium. Schimmels kunnen zich ongeslachtelijk of geslachtelijk vermeerderen Het laatste gebeurt via kleine cellen die we sporen noemen. Deze sporen worden in zeer grote hoeveelheden geproduceerd en verspreid via de wind, regenwater, insecten, grotere dieren en de mens. Ook vindt verspreiding plaats vanuit de grond en via besmet zaad of plantgoed. Als de sporen op een gunstige plaats terechtkomen vindt, net als bij de zaadplanten, kieming plaats en groeit de schimmel uit. Vele schimmels kennen het vermogen zonder waardplanten ongunstige perioden te overbruggen. De harde sclerotiën, rattenkeutels, van Sclerotinia zijn een bekende vorm van dergelijke overlevingsorganen. Als we de schimmels van de positieve kant benaderen, denken we aan bijvoorbeeld champignons, de bereiding van gisten ( brood en bier ), de vertering van organische stof en de productie van levensreddende medicijnen, zoals penicilline. Talrijke schimmels kunnen echter ook plantenziekten veroorzaken. In de tuinbouw kan men te maken krijgen met echte en valse meeldauw, die een overtrek vormen op de blad boven - of onderzijde. Verder komen bladvlekkenziekten voor die een gewas waardeloos maken en roestschimmels die voor hun ontwikkeling soms twee of meer soorten planten nodig hebben ( waardplantwisseling ). Botrytis, de grauwe schimmel, tast vrijwel alle gewassen in alle stadia van de groei aan. Verwelkingziekten kunnen door tal van schimmels worden veroorzaakt en kenmerken zich door het feit dat de plant verwelkt, terwijl toch voldoende water aanwezig is OVERZICHT Slijmzwammen. Bestaan uit een plasmodium, dit is een protoplasma met veel kernen en geen echte celwand. Ze bewegen zich voort door uitbreiding van het protoplasma ( kruipers ). De meeste slijmzwammen zijn saprofyten, slechts enkele zijn parasieten op cultuurplanten. Bv. Knolvoet bij kruisbloemigen en poederschurft bij aardappelen. 43

11 Knolvoet bij kruisbloemigen. A. Schadebeeld Bij warm weer verwelken de bladeren. Ze zijn dof, grijsachtig ( loodachtige kleur ). De planten groeien niet door of sterven af. De wortels zijn onregelmatig vervormd, opgezwollen en kunnen praktisch geen vocht meer opnemen. B. Oorzaken Als deze zwam, die zich in de grond bevindt, in de wortels dringt langs wortelharen ontstaan er grote celwoekeringen waardoor de wortels sterk verdikken. Deze zwam kan duursporen vormen die 15 à 20 jaar in de grond aanwezig kunnen blijven. Ideale omstandigheden zijn: - een lage ph - temperatuur C - zuurstofgebrek ( natte grond ) C. Gevoelige planten Alle koolgewassen - bijzonder bloemkool Iberis Cheiranthus Matthiola Arabis kruisbloemige onkruiden. D. Bestrijding... 44

12 Eizwammen = wierzwammen. Ze vormen een mycelium met eencellige hypen met meerdere kernen. A. De voortplanting kan: - ongeslachtelijk met - geslachtelijk zwermsporen met gesel of conidiën a: antheridium b: oögonium c: eicel z: spermatozoïden b: buisjes z: zijgoten ( spore met dikke wand ) es: ontkiemende eispore k: kernen B. Levenswijze: De schimmeldraden (m ) groeien langs huidmondjes van de plant of langs wonden naar binnen. Hier groeien ze tussen de cellen en hechten zich via zuignapjes ( a ) aan de cellen vast. Zuigdraden ( h ) dringen in d cellen om voedsel te halen. Eenmaal volwassen komen sporendragers door de huidmondjes, onderaan het blad, naar buiten en worden de sporen verspreid. 45

13 C. Eizwammen in de tuinbouw: - Opkomstziekte ( Pythium ) - Aardappelplaag ( Phytophthora infestans ) - Voet - en wortelziekte bij siergewassen ( Phytophthora nicotianae ) - Valse meeldouw ( Peranaspora spec. ) Opkomstziekten - kiemplantenziekten ( zwartbenigheid of wortelbrand ) Phytium Schadebeeld: Bij jonge planten vindt men op het kweekbed bv. van kolen en sla, en bij sommige gewassen als spinazie, sla, wortelen, komkommers op het veld, bruinzwarte verkleuringen en insnoeringen aan de wortelhals. De plantjes vallen om, verwelken en sterven af. Gedeeltelijk gaan de kiemplanten reeds in de grond ten onder. Soms wortelen ze terug op het gezonde stengeldeel dat op de grond ligt. Oorzaak: Zwammen die met het zaaigoed over gebracht worden of vanuit de grond de kiemplanten besmetten. In culturen onder glas worden de ziektekiemen ook met het gietwater verspreid. Zij overleven dikwijls in grondresten, die aan het teeltmateriaal ( emmers, zaaikisten, wanden van kweekbedden e. a. ) kleven. Het optreden en de uitbreiding van deze ziekten wordt vooral in culturen onder glas door hoge luchtvochtigheid en warmte begunstigd. In open lucht is het gevaar dan groot, als koude, vochtigheid of sterk droge grond de kieming van de zaden en hun opkomst remmen. Te dichte stand bevordert ook de aantasting. De aardappelplaag = tomatenplaag. Biologie van de parasiet De aardappelplaag is een schimmelziekte die zowel bladeren, stengels, knollen als vruchten aantast. Ieder jaar verschijnen de eerste infecties op aardappelplanten, voorkomend van knollen die vorig jaar aangetast waren of op scheuten ontstaan op hopen aardappelafval. Deze eerste haarden ontstaan op de jonge stengels en bladeren onder de vorm van verkleurde vlekken, die later bruinachtig tot zwartachtig worden. Vervolgens worden ook de bladeren aangetast en een fijne grijsachtige dons ontstaat aan de onderkant van de vlekken. Op dit dons worden sporen gevormd, die door de wind verspreid worden en de ziekte overdragen op de bladeren van gezonde planten. Op deze nieuw aangetaste planten verschijnen weldra ook vlekken waaruit nieuwe sporen ontsnappen, die een snelle uitbreiding van de ziekte teweeg brengen. Die sporen, die met het regenwater in de grond terechtkomen, kunnen de knollen aantasten en bruinachtige vlekken veroorzaken. Van dan af is het zeer moeilijk om deze knollen gedurende de bewaring van verrotting te vrijwaren. De infectie van de planten gebeurt bij zeer vochtig weer en de vorming van sporen wordt bevorderd door het warme weer. Bestrijdingswijze De fungicidenbehandelingen zijn preventief ( behoedend ) doch niet curatief ( genezend ). Het is dus nodig gedurende de ontwikkelingsperiode van de aardappelplaag het loof degelijk te beschermen door er een fijn laagje actief bestrijdingsmiddel op aan te brengen. In de praktijk mag men, met een tussentijd van 10 dagen, behandelen. Deze moet teruggebracht worden naar 8 dagen tijdens zeer vochtige perioden en mag verlengd worden tot 12 dagen bij zeer droge omstandigheden. Zware regens spoelen de spuitresten weg en vereisen dat er onmiddellijk opnieuw wordt behandeld. Bij langdurige 46

14 droogteperioden moet voor een herhaling van een behandeling alleen rekening gehouden worden met de groei van de bladeren. Op het einde van de groeiperiode, zodra de knolvorming voltooid is, zal men chemisch ontbladeren ( doodspuiten ). Deze behandeling mag niet later gebeuren dan 10 à 12 dagen na de laatste bespuiting tegen de plaag. Indien men bij bepaalde gevoelige variëteiten zoals Bintje en Eersteling, waarvan de knollen zeer gevoelig zijn, toch de aardappelplaag op de bladeren vaststelt, is het aangewezen onmiddellijk dood te spuiten, zelfs indien de knollen nog niet volledig gevormd zijn. Valse meeldauwsoorten. Algemene kenmerken: De schimmels woekeren binnen in de plant, terwijl de sporendragers meestal langs de onderzijde van het blad naar buiten komen. Bij verdere ontwikkeling worden in het weefsel duursporen gevormd die met het wegrotten van het plantenweefsel vrijkomen. De ontwikkeling gebeurt steeds bij hoge vochtigheid. Enkele voorbeelden: -Valse meeldauw van de druivelaar. Meestal voorkomend op de buitengroeiende druivelaar. Er ontstaat eerst een geelgroene vlek op het blad waarna aan de onderzijde een wit schimmelpluis merkbaar wordt. De bladeren verdrogen en vallen af. Daardoor kunnen zich ook de vruchten niet voldoende ontwikkelen. - Valse meeldauw van de sla = het wit. De besmetting gebeurt hier langs de huidmondjes van het blad. Er ontstaan bleke vlekken op de bladeren zoals bij de druivelaar en aan de onderzijde een wit schimmelpluis waarin condiën. Later worden de vlekjes bruin en rotten. Bij oudere planten meestal op de buitenste bladeren. De infectie breidt zich snel uit in een warm en vochtig klimaat. De sporen overwinteren in de grond. De ziekte kan ook voorkomen op andijvie en witloof. Vooral in natte zomers. - Valse meeldauw van koolplanten. Komt vooral voor bij jonge planten en kiemende zaden en soms ook op oogstbaar gewas. Op de bladeren ontstaan geelwitte vlekken die zich snel uitbreiden. Aan de onderzijde vinden we sporendragers, een paarsgrauwe schimmelpluis. De stengel van de plantjes kromt zich als gevolg van de zwellingen op de aangetaste plaatsen. Heel dikwijls rotten de plantjes weg. Het mycelium overwintert in de koolstronken en de gevallen bladeren. - Valse meeldauw bij sjalot en ajuin. De toppen van de bladeren ontkleuren en knikken om. Op de zaadstengels lichtgroene opgezwollen vlekken waarop ze ook omknikken. Op de zieke vlek ontwikkelt zich ook dikwijls een zwarte zwam ( Cladosporium, Pleospora ). Sporen overwinteren in de grond - Wolf bij spinazie Bovenaan bleekgroene vlekken, onderaan paarsgrijs schimmelpluis. Deze ziekte komt meer en meer voor, vooral bij regenrijke periodes. - Valse meeldauw op rozen. Aan de bovenzijde onregelmatige gele of paarse vlekjes. Bladval. Onderaan grijs schimmelpluis. Bestrijding van eizwammen

15 Blaasjeszwammen = zakjeszwammen = Ascomycetes Bij deze groep is het mycelium sterker ontwikkeld dan bij de wierzwammen. De draden zijn meercellig en hebben dus tussenschotten. Er zijn één of twee kernen per cel. De celwand bestaat altijd uit chitine. De vermeerdering kan geslachtelijk of ongeslachtelijk zijn. De ongeslachtelijke voortplanting geschiedt door conidiën. Soms worden deze gevormd in min of meer bolvormige orgaantjes, de pykniden. In de pykniden vinden we een groot aantal dicht opeen geplaatste conidiëndragers. Ongeslachtelijke vermeerdering Geslachtelijke vermeerdering De geslachtelijke voortplanting is een ingewikkeld proces, waarvan het ontstaan van osci ( enkelv. oscus ) het gevolg is. Een ascus is een buisje of blaasje, waarin gewoonlijk 8 ascosporen gevormd worden. De asci worden meestal in groepen aangelegd en zijn verenigd in vruchtlichamen, welke uit stevig zwamweefsel bestaat.tussen de asci vindt men vaak steriele draden ( parafysen ), die geen sporen voortbrengen. Asci en parafysen vormen gewoonlijk een aaneengesloten laag, die men vruchtvlies of hyménium noemt. Men onderscheid verschillende typen van vruchtlichamen A. Open vruchtlichaam 48

16 B. Gesloten vruchtlichamen. Meeldauwzwammen = witziekte = echte meeldauw Van deze parasieten groeit het mycélium uitwendig op de aangetaste plant (vgl. met de valse meeldauwzwammen ) en bedekt deze met een spinnenwebachtig weefsel. De hyfen zijn bevestigd met zuignapjes en zenden zuigdraden in de opperhuidcellen van de gastheerplant. De peritheciën zijn donker en bolvormig. Ze zijn niet groter dan een speldenknop en bevatten meestal maar één ascus. Vaak dragen zij allerlei grillig gevormde aanhangselen. De peritheciën kunnen overwinteren. De ascosporen ontkiemen in het voorjaar tot een rijk vertakt mycelium, dat overvloedig conidiën vormt. De conidiën worden vooral door de wind verspreid. de buitengewoon snelle vermeerdering van de meeldauwzwammen, die door een warme en vochtige atmosfeer in de hand wordt gewerkt, komt geheel op rekening van de conidiën. Vocht is echter niet noodzakelijk omdat de conidiën zelf vocht opslaan voor hun ontkieming. 49

17 Enkele voorbeelden: - Meeldauw bij de roos. Wit schimmelpluis op beide zijden van de bladeren doch meestal aan de bovenzijde en op de kroonbladeren. De scheuttoppen sterven af. De aangetaste bladeren krullen. Later wordt de schimmel bruingrijs. Warm en droog klimaat bevorderen de uitbreiding van de ziekte. Vooral sterke temperatuurschommelingen is nadelig evenals sterke belichting. Hij overwintert in de peritheciën doch ook als mycelium in de knoppen. - Amerikaanse meeldauw bij stekelbessen. Het is de meest schadelijke ziekte bij stekelbessen.op bladeren en jonge scheuten en zelfs op de bessen komt een wit tot bruingrijs schimmellaagje et viltuitzicht voor. De groei wordt geremd en de bladeren en jonge scheuten sterven af. De bessen rijpen onvoldoende. De schimmel overwintert in de knoppen. - Meeldauw van de aardbei. Door overwinterde ascosporen ontstaat primaire infectie. De jonge bladeren worden meestal aan de onderzijde door grijswit schimmelpluis overgroeid, krullen zich naar boven en verdrogen (roodachtig) terwijl soms ook de vruchten na aantasting rotten. 50

18 Ondertussen worden massa s conidiën gevormd die de besmetting naar andere planten overbrengen. In de herfst worden terug peritheciën gevormd waarin de zwam overwintert. ( op dode en zieke bladeren ) - Meeldauw bij de appel. Vruchtlichamen en schimmeldraden overwinteren in de botten en vooral in het eindbot. Bladeren en jonge scheuten worden overdekt met een wit viltig laagje schimmelpluis. De bladeren krullen en vallen. Ook bloemen worden aangetast en blijven klein. Er worden zomersporen gevormd die de ziekte doen uitbreiden naar andere plaatsen. Meer gevoelig zijn: Jonathan, Boskoop. Warm en droog klimaat afgewisseld met sterk dauwende nachten bevorderen de uitbreiding van de ziekte. - Meeldauw bij erwten. Komt ook voor op ander vlinderbloemigen. De sporen kiemen zelfs bij eerder lage luchtvochtigheid en vormen spoedig een witgrauw schimmelpluis. De bladeren worden geel en verdrogen. De zwarte stipjes zijn de peritheciën die zorgen voor de overwintering De ziekte komt het meest voor in de tweede helft van de zomer en is dus vooral voor de late variëteiten schadelijk. - Meeldauw bij meloen, komkommer, paprika en tomaat. Bladeren, ranken en stengel vertonen witmelig bedekte vlekken die weldra afsterven, voornamelijk op het einde van de groeiperiode. Hierin worden zomersporen gevormd. De schimmel bevindt zich onderaan als bovenaan op het blad. Hij komt soms ook voor op asters en schorseneer in de nazomer. Droog en warm weer bevorderen de ontwikkeling. - Meeldauw bij de druif. Bladeren en jonge vruchten worden bedekt met een fijn poedervormig schimmellaagje. De vlekken bevinden zich meestal aan de bovenzijde van het blad. Het ziek blad verdroogt en valt terwijl aangetaste vruchten barsten en rotten. Bestrijding. Scleratinia Op vochtige plaatsen ontstaat op de stengel, vruchten en bladeren en helder wit, watachtig schimmelpluis. De plantendelen worden bruin en sterven. Het schimmelpluis vormt sclerotiën (rattenkeutels). Dit is de overlevingsvorm. De roetdauwzwammen. Uitsluitend saprofyten, die hoofdzakelijk leven van het suikerhoudend vocht (honingdauw) dat door bladluizen e.d. wordt afgescheiden. Ze bedekken de plant met een groezelig zwart laagje, dat remmend werkt op de assimilatie. De verspreiding vindt plaats door conidiën. Krulziekte van de perzik. Hyphen met tweekernige cellen overwinteren in de schors onder de schubben van jonge botten. In de lente dringen ze in de jonge bladeren binnen en doen deze opzwellen en misvormen. De asci komen uit het bladoppervlak als een witte waas. Niet verwarren met 51

19 bladluisaantasting. De ziekte komt alleen voor bij de buitengroeiende perzik. Vooral in de maand mei. Zieke delen vallen af. De bevruchting van de bloemen mislukt meestal. Vanaf half juni is er aan bomen geen aantasting meer te zien. Monilia - rot. De conidienvorm wordt Monila fructigona genoemd. Veroorzaakt het rotten van meestal rijpe vruchten van appels, peren, perziken. Op de boom en in de bewaarplaats. Op de rottende vruchten ontstaan concentrische ringen van sporenhoopjes met grijsbruine kleur. ( bruinrot of natrot). Soms kunnen de vruchten volledig zwart worden en uitdrogen ( leerrot ). Bloemen en jonge twijgen kunnen eveneens aangetast worden. De schade kan hier zeer groot zijn. Hiervoor is gewoonlijk een andere moniliasoort verantwoordelijk nl. de Monilia laxa, die vooral bij kersen zeer gevreesd is in een natte zomer en ook op pruimen voorkomt. De bloemen verdrogen plots en worden overdekt met een grijs schimmelpluis en sterven af. Twijgjes vertonen een kankerachtige aantasting waarbij het bovendeel verdroogt. Aangezien de schimmelsporen niet door een intacte huid kunnen doordringen zullen de verschijnselen meestal ontstaan na verwondingen van bv. hagel, wespen, barsten enz. ofwel na het binnendringen langs de stempel van een bloem naar de bloemsteel en naar de tak. Kanker op fruitbomen. Gewoonlijk een secundaire wondparasiet in houtachtige gewassen die nochtans ook soprofytisch leeft. De schimmel dringt binnen langs wonden, ( hagelschade ) bladlittekens, snoeiwonden, schurftbarsten. De besmettingsperiode ligt vooral in de herfst bij de bladval en in het voorjaar. De zwam dringt onder het cambium en doodt het zodat de wonde niet meer bedekt wordt. De schors zwelt en scheurt. Rondom de meerjarige wonde vindt men in de herfst donker matrode puntjes, het zijn de vruchtlichamen waarin de asci met ascosporen gevormd worden. In de zomer ontstaan soms witte tot roze sporenhoopjes met zomersporen. Elk jaar dringt het mycelium dieper in het weefsel. Op dunne twijgjes is de kanker spoedig rond de tak zodat het bovendeel afsterft. Ook vruchten worden aangetast. Neusrot met witte sporenhoopjes. Sommige variëteiten zijn zeer snel besmetbaar o.a. Transparente blanche, Cox s orange, Boskoop, Winterbanana. Het zijn meestal zoete variëteiten vooral ook type IX is gevoelig. Oude takken kunnen soms lang weerstand bieden en in leven blijven.deze kanker komt ook veel voor op populier en andere houtsoorten, doch zelden op steenfruit. Sommige soorten tasten ook peren aan, doch hierbij zelden onder de vorm van open kanker. De schors vertoont hier een plaatselijke verdikking ( callus ) waarin vele kleinere barstjes op de verdrogende schors zichtbaar zijn. Bestrijding.... Botrytis = smeul = grauwe schimmel. Op alle plantendelen en op alle planten. Wit grauw schimmelpluis. 52

20 Vooral op verzwakte planten ( nat - koud ) en op weelderig gewas. Komt via wonden in de plant( zwakteparasiet ) bv. - bonen: dichte stand sterke groei, nat koud weer. - tomaat: vrucht, witte ringetjes stengel, verrottende vlekken - dichte stand, hoge relatieve vochtigheid. tijdig blad plukken bij droog weer. - sla: ( smeul ) op jonge planten ook op de bladeren - chrysanten: vlekjes op de bloem die rotten. - pelargonium: vlekken met ringen op het blad grijze pluis ook op stengels en bloemen. - fruit bewaring: sterk harig schimmelpluis. Bestrijding Bladvlekkenziekten. Op de bladeren ontstaan paarsbruine tot zwarte vlekken, met soms uitstralende randen. De bladeren worden geelbruin en vallen soms af. De ziekte overwintert op de afgevallen bladeren. bv. - Bladvlekkenziekte bij chrysanten, palmen en hydrangea in de bloementeelt. - Deze ziekte komt ook voor op aardbeien, bonen, tomaten enz. - Ook sterroetdauw bij rozen is een bladvlekkenziekte. Bestrijding Steeltjeszwammen = Basidiomyceten. Mycelium sterk ontwikkeld. Hyphen meercellig met twee kernen per cel en voorzien van gespen. De celwanden bestaan uit chitine. 53

Herkennen van ziekten en plagen in tomaat. Productschap Tuinbouw

Herkennen van ziekten en plagen in tomaat. Productschap Tuinbouw Herkennen van ziekten en plagen in tomaat Wageningen UR Glastuinbouw Wageningen UR Glastuinbouw Productschap Tuinbouw Virussen Pepinomozaïekvirus (PepMV) Tomatenbronsvlekkenvirus (TSWV) Tomatengeelkrulbladvirus

Nadere informatie

Ziekten, plagen en afwijkingen 6

Ziekten, plagen en afwijkingen 6 Inhoud Voorwoord 5 Ziekten, plagen en afwijkingen 6 1 Schimmels 11 1.1 Wat zijn schimmels? 11 1.2 Bouw, verspreiding en levenswijze 12 1.3 Ziektebeelden en schade 14 1.4 Enkele plantenparasitaire schimmels

Nadere informatie

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer. IWT-project nr. 140982

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer. IWT-project nr. 140982 Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer IWT-project nr. 140982 1 Overzicht project 2 Werkpakket 1 1/ Optimalisatie protocol voor airsampling Op zoek naar selectief

Nadere informatie

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen.

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen. Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. november 2010 nummer 8 Gallen Vorig jaar is er een nieuwe druk verschenen van het Gallenboek. Dit is een boek, waarin alle Nederlandse gallen staan,

Nadere informatie

INFO 205 JULI 2009 2011. Signum, dé standaard in de teelt van kool. Signum in koolgewassen. Signum

INFO 205 JULI 2009 2011. Signum, dé standaard in de teelt van kool. Signum in koolgewassen. Signum 205 JULI 2009 2011 INFO Signum, dé standaard in de teelt van kool In Nederland kennen we verschillende koolteelten. Iedere teelt met zijn specifieke problemen. In de ene teelt is het makkelijker met gewasbeschermingsmiddelen

Nadere informatie

Het begint met ons. www.kws.com

Het begint met ons. www.kws.com www.kws.com KWS Benelux BV Einsteinstraat 33 3281 NJ Numansdorp tel.: 0186-657506 fax: 0186-657507 E-mail J. Buis@kws.de www.kws.com Het begint met ons. Inleiding Inhoudsopgave Bladgezondheid is een belangrijk

Nadere informatie

INFO 204 JUNI 2009 2011. Signum, dé standaard in de teelt van wortelen. Signum in wortelen. Signum

INFO 204 JUNI 2009 2011. Signum, dé standaard in de teelt van wortelen. Signum in wortelen. Signum 204 JUNI 2009 2011 INFO Signum, dé standaard in de teelt van wortelen Voor een geslaagde wortelenteelt is een goede bescherming van het loof van groot belang, maar zeker voor bewaarpeen moet de bescherming

Nadere informatie

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei. Hoe stel ik de juiste diagnose?

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei. Hoe stel ik de juiste diagnose? Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei Hoe stel ik de juiste diagnose? Elma Raaijmakers, Bram Hanse, Peter Wilting, Ellen van Oorschot en Marco Bom Bergen op Zoom, 15 oktober 2015 Workshop Korte

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting door een scholier 1780 woorden 5 maart 2007 7,6 47 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Vier rijken vergelijken Samenvatting 1.1 1) Wat leeft

Nadere informatie

Ziekten en plagen ERWINIA. Veroorzaakt door: Bacterie.

Ziekten en plagen ERWINIA. Veroorzaakt door: Bacterie. Ziekten en plagen ERWINIA Veroorzaakt door: Bacterie. Erwinia Carotovora: bovengrondse delen of knollen verslijmen en vertonen rotte plekken (stinkend zachtrot). De knollen rotten geheel weg en verspreiden

Nadere informatie

Presentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO

Presentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO oetermeer Presentatie Afsterven steenfruitbomen Klantendag Stonefruitconsult Echteld Donderdag 7 maart Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO Boomuitval Grotere verliezen aan bomen binnen steenfruit

Nadere informatie

Relatie bodemstructuurbodemschimmels

Relatie bodemstructuurbodemschimmels Relatie bodemstructuurbodemschimmels? PCS Destelbergen 30 november 2011 Fons Vanachter Schimmels : wat? Wat zijn schimmels of zwammen? Microscopische organismen : micro-organismen Vruchtlichamen soms zichtbaar

Nadere informatie

Bacterieziekten. Bacterieziekten. Bacterieziekten. Bacterieziekten. Pseudomonas. Bacterieziekten. Klein en steenfruit

Bacterieziekten. Bacterieziekten. Bacterieziekten. Bacterieziekten. Pseudomonas. Bacterieziekten. Klein en steenfruit Klein en steenfruit Diverse soorten in groot- en kleinfruit: Rob Derikx Boekel, 17 februari 2016 Xanthomonas (o.a. aardbeien, kersen, pruimen) Erwinia (o.a. peren, ook wel bacterievuur genoemd) (o.a. kersen,

Nadere informatie

PRAKTIJKMEDEDELlROo. If

PRAKTIJKMEDEDELlROo. If STICHTING LABORATORIUM VOOR BLOEMBOLLENONDERZOEK LISSE PRAKTIJKMEDEDELlROo. If Laboratorium voor Bloembollenonderzoek te Lisse Een bladvlekkenziekte bij narcissen (Stagonospora curtisii) en mogelijkheden

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Planten

Antwoorden Biologie Planten Antwoorden Biologie Planten Antwoorden door een scholier 1287 woorden 21 december 2006 6,9 97 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1. Als een deel van een individu uitgroeit

Nadere informatie

Thuis bestuderen Aardappelen signalen blz. 52 t/m 85

Thuis bestuderen Aardappelen signalen blz. 52 t/m 85 Aardappelteelt Programma voor vandaag: De belangrijke aardappelziekten PowerPoint presentaties Thuis bestuderen Aardappelen signalen blz. 52 t/m 85 Planning Toets deel 2 Woe, 9. november (ziekten, plagen,

Nadere informatie

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar 5.1 4 organen van de plant: Wortels o Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen) o Stevigheid o Opslag van reservestoffen Stengel o o Transport van water

Nadere informatie

Schimmels. Schimmelziektes in sportvelden en gazons

Schimmels. Schimmelziektes in sportvelden en gazons Schimmelziektes in sportvelden en gazons Brown patch Brown Patch Symptomen: Donkere ringen van afstervend gras Droogte plekken Wit verkleuring van het aangetaste gras Brown Patch Infectie: Juni tot september

Nadere informatie

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme Samenvatting Thema 2: Planten Basisstof 1 Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme - Gebeurt door mitose (gewone celdeling) - Alle nakomelingen hebben

Nadere informatie

Programma voor vandaag: Bespreking toets Graanteelt deel 1 Ziekten in wintergranen Plagen en legering Werkopdracht Ziekten, plagen en legering

Programma voor vandaag: Bespreking toets Graanteelt deel 1 Ziekten in wintergranen Plagen en legering Werkopdracht Ziekten, plagen en legering Plantenteelt Graan Programma voor vandaag: Bespreking toets Graanteelt deel 1 Ziekten in wintergranen Plagen en legering Werkopdracht Ziekten, plagen en legering Huiswerk Werkopdracht Ziekten, plagen en

Nadere informatie

De rol van Phytophthora bij scheut- en stengelrot in pioenroos

De rol van Phytophthora bij scheut- en stengelrot in pioenroos De rol van Phytophthora bij scheut- en stengelrot in pioenroos Casper Slootweg en Peter Vink (PPO) Henk van den Berg (Henk van den Berg Teelt- en bedrijfsadvies) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Sector

Nadere informatie

Praktijkgids. Herkenning bladaantastingen in suikerbieten

Praktijkgids. Herkenning bladaantastingen in suikerbieten Praktijkgids Herkenning bladaantastingen in suikerbieten Herken de bladschimmels op tijd Diagnose Om de bietenteelt rendabel te houden, moeten de teeltkosten zo laag mogelijk blijven. Voor de bestrijding

Nadere informatie

INFO 505 JUNI 2009. Bellis, voor een verzekerde bewaring. Bellis. Bellis. Bellis

INFO 505 JUNI 2009. Bellis, voor een verzekerde bewaring. Bellis. Bellis. Bellis 505 JUNI 2009 INFO JUNI 2012 Bellis, voor een verzekerde bewaring De klimaatomstandigheden in Nederland veranderen de laatste jaren. Dit heeft tot gevolg dat we steeds meer te maken krijgen met extreme

Nadere informatie

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei Hoe stel ik de juiste diagnose? Elma Raaijmakers, Peter Wilting, Ellen van Oorschot, Bram Hanse en Marco Bom Rolde, 2 september 2014 Workshop Korte uitleg:

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten Samenvatting door een scholier 1973 woorden 17 april 2017 7,1 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Hoofdstuk 5 Planten Uit welke delen

Nadere informatie

Micro-organismen. organismen

Micro-organismen. organismen Micro-organismen organismen Agenda Wat zijn micro-organismen? Verschil tussen bacteriën en virussen Wat zijn micro-organismen? Een micro-organisme is niet zichtbaar met het blote oog: Bacteriën (gram positief/negatief)

Nadere informatie

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu. Samenvatting door H. 921 woorden 24 januari 2014 5,9 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 2 Planten 01 Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit

Nadere informatie

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou 2.1 Ongeslachtelijke voortplanting = voortplanting waarbij geen bevruchting plaats vindt; hierbij groeit een stukje van de volwassen plant uit tot een nieuwe

Nadere informatie

Ziekten en plagen. Emelten (Tipulidae)

Ziekten en plagen. Emelten (Tipulidae) Ziekten en plagen Planten kunnen door levende ziekteverwekkers worden aangetast. Je gewas dient dan als voedsel voor de veroorzakers. Het zijn de plantparasitaire veroorzakers. Meestal breidt de aantasting

Nadere informatie

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 ZIEKTEN EN PLAGEN / VIRUSZIEKTEN. www.dlvplant.nl

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 ZIEKTEN EN PLAGEN / VIRUSZIEKTEN. www.dlvplant.nl KENNISBUNDEL Biologische aardappelen Mei 2013 TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN ZIEKTEN EN PLAGEN / INSECTEN ZIEKTEN EN PLAGEN / PHYTOPHTHORA INFESTANS ZIEKTEN EN PLAGEN / RHIZOCTONIA SOLANI DE SMAAK

Nadere informatie

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF Juni 2016 Barbara Manderyck & Françoise Vancutsem - KBIVB IPM= 3 basisprincipes 2 PREVENTIE of schade vermijden MONITORING = WAARNEMINGEN INTERVENTIE= BESTRIJDING

Nadere informatie

5.2.4 Rhizoctonia. 5.2.4.3 De ziekte. In deze paragraaf wordt verwezen naar foto s. Deze kunt u vinden op de website als bijlage bij 5.2.4.

5.2.4 Rhizoctonia. 5.2.4.3 De ziekte. In deze paragraaf wordt verwezen naar foto s. Deze kunt u vinden op de website als bijlage bij 5.2.4. 5.2.4 Rhizoctonia AUTEUR EN CONTACTPERSOON: HANS SCHNEIDER De bodemschimmel Rhizoctonia solani veroorzaakt wortelbrand en wortelrot in suikerbieten. Bij zware aantasting gaan hele percelen verloren. Rotte

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Planten en cellen

Samenvatting Biologie Planten en cellen Samenvatting Biologie Planten en cellen Samenvatting door een scholier 1333 woorden 5 juni 2004 5,6 147 keer beoordeeld Vak Biologie Planten Planten zijn overal om ons heen. Bomen en struiken. De een opvallend

Nadere informatie

INFORMATIEBLAD GEWASBESCHERMING BIJ BONEN

INFORMATIEBLAD GEWASBESCHERMING BIJ BONEN INFORMATIEBLAD GEWASBESCHERMING BIJ BONEN Onze informatiebladen geven uitvoerige technische-informatie en tips over specifieke onderwerpen, welke direct in relatie staan met zaden en zaaien. ONKRUIDBESTRIJDING

Nadere informatie

1. Geheimen. 2. Zwammen

1. Geheimen. 2. Zwammen 1. Geheimen 'Geen plant en geen dier' Een paddestoel is zeker geen dier, maar een plant is het ook niet. Ze hebben geen groene bladeren om zonlicht op te vangen. Bovendien groeien paddestoelen in het donker.

Nadere informatie

In dit document zijn de belangrijkste ziekten en plagen opgenomen, die een risico kunnen vormen voor de productie van bollen van goede kwaliteit

In dit document zijn de belangrijkste ziekten en plagen opgenomen, die een risico kunnen vormen voor de productie van bollen van goede kwaliteit Risico s in de productie In dit document zijn de belangrijkste ziekten en plagen opgenomen, die een risico kunnen vormen voor de productie van bollen van goede kwaliteit Schimmels Bewaarrot (Penicillium)

Nadere informatie

Informatie die door Monsanto of haar medewerkers wordt gegeven hetzij mondeling, hetzij schriftelijk gebeurt in goed vertrouwen, maar dient niet

Informatie die door Monsanto of haar medewerkers wordt gegeven hetzij mondeling, hetzij schriftelijk gebeurt in goed vertrouwen, maar dient niet onion_diseases_card_2013_04_nl_press.indd 1 2013.04.11. 14:27:37 Informatie die door Monsanto of haar medewerkers wordt gegeven hetzij mondeling, hetzij schriftelijk gebeurt in goed vertrouwen, maar dient

Nadere informatie

DACOM WAARNEMINGSTABELLEN ZIEKTEMANAGEMENT - ALLE BESCHIKBARE GEWASSEN

DACOM WAARNEMINGSTABELLEN ZIEKTEMANAGEMENT - ALLE BESCHIKBARE GEWASSEN DACOM STABELLEN ZIEKTEMANAGEMENT - ALLE BESCHIKBARE GEWASSEN 1 INHOUDSOPGAVE INTRODUCTIE 3 AARDAPPEL -6 AARDBEI -8 BIET DRUIF..1-11 KOOL 1-13 LELIE 1 PEEN..1-16 PREI.1 SELDERIJ 18 TOMAAT..1 TULP. UI 1-

Nadere informatie

108 keer beoordeeld 10 maart Biologie samenvatting Thema 4

108 keer beoordeeld 10 maart Biologie samenvatting Thema 4 7,3 Samenvatting door Laura 729 woorden 108 keer beoordeeld 10 maart 2013 Vak Biologie Methode Biologie voor jou Biologie samenvatting Thema 4 1 Bij het ordenen verdeel je een verzameling in groepen met

Nadere informatie

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6. Paddenstoelen inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 8 6. Schimmelweetjes 11 7. Filmpjes 13 Pluskaarten 14 Colofon en voorwaarden

Nadere informatie

Loof-en naaldbomen. Naam :

Loof-en naaldbomen. Naam : Loof-en naaldbomen Naam : Veel bomen maken een bos In een boomgaard staan soms honderden bomen, en toch is een boomgaard geen bos. Ook in een park kun je veel bomen zien, maar een park is beslist geen

Nadere informatie

Valse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm

Valse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm Valse meeldauw in zonnebloemen Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm Probleem in zonnebloemen Valse meeldauw (Plasmopara halstedii) > oomyceet In Nederland,

Nadere informatie

Schimmels in maïs Kiemschimmels Wortelverbruining Builenbrand Stengelrot Kolfsteelrot Bladvlekkenziekte Rhizoctonia Roest

Schimmels in maïs Kiemschimmels Wortelverbruining Builenbrand Stengelrot Kolfsteelrot Bladvlekkenziekte Rhizoctonia Roest Schimmels in maïs Er zijn verschillende schimmels die schade kunnen veroorzaken in maïs. Tot nu toe bestrijdt men alleen de kiemschimmels met chemische middelen. Bij de schimmelziekten stengelrot, kolfsteelrot

Nadere informatie

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Suchmann Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Wanneer: Dinsdagmiddag 6-13-20 & 27 april De kinderen worden in groepjes verdeeld van 3 of 4 kinderen. Ieder groepje krijgt een onderwerp toebedeeld

Nadere informatie

Boekverslag door O. 810 woorden 28 juni keer beoordeeld. Verslag Praktische Opdracht Ordening

Boekverslag door O. 810 woorden 28 juni keer beoordeeld. Verslag Praktische Opdracht Ordening Boekverslag door O. 810 woorden 28 juni 2016 0 keer beoordeeld Vak Biologie Verslag Praktische Opdracht Ordening Naam: Bregje Coremans Klas: M3b docent: Mr. Vissenberg datum: https://www.scholieren.com/verslag/96899

Nadere informatie

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden BK402: PLANTEN Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Kader maakt de vragen 1 t/m 45. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Beantwoord de volgende vragen. 1 Een

Nadere informatie

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel Dwarse doorsnede van een boomstam Spinthout (licht) en kernhout (donker) Spinthout is het niet-verkernde hout van een boom: het bevindt zich tussen het kernhout

Nadere informatie

VERSIE 2018 PRIMAIRE SECTOR. Bacterievuur. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

VERSIE 2018 PRIMAIRE SECTOR. Bacterievuur. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen VERSIE 2018 PRIMAIRE SECTOR Bacterievuur Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Verantwoordelijke uitgever: Herman Diricks Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Nadere informatie

LES 10 MICRO-ORGANISMEN C: SCHIMMELS EN GISTEN / Borrelballetjes maken

LES 10 MICRO-ORGANISMEN C: SCHIMMELS EN GISTEN / Borrelballetjes maken VERWERKING van AGRARISCHE PRODUCTEN LES 10 MICRO-ORGANISMEN C: SCHIMMELS EN GISTEN / Borrelballetjes maken INLEIDING De vorige les ging over verschillende vormen en soorten bacteriën. In deze les staan

Nadere informatie

Werkgroep KNNV IJssel en Lek. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea)

Werkgroep KNNV IJssel en Lek. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea) 1 Werkgroep KNNV IJssel en Lek Op de ALV 2017 aan de zaalwand getoonde foto s. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea) Oorspronkelijk afkomstig uit Zuid Amerika. Redelijk winterhard. Een klimplant die

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. 800045-2-617b Ziek van de natuur Lees eerst informatie 1 tot en met 4 en beantwoord dan vraag 36 tot en met 52.

Nadere informatie

Micro-organismen. Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen. Wat wordt er van je verwacht? Wat zijn micro-organismen?

Micro-organismen. Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen. Wat wordt er van je verwacht? Wat zijn micro-organismen? Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen Deze kaart gaat over micro-organismen. Microorganismen zitten in voedsel. Als je voedsel bereidt is het belangrijk om te weten wat micro-organismen

Nadere informatie

Plantenteelt maïs. Docent: Muhtezan Brkić

Plantenteelt maïs. Docent: Muhtezan Brkić Plantenteelt maïs Docent: Muhtezan Brkić Programma Ziekten plagen en beschadigingen in snijmaïs Werkopdrachten PowerPoint presentatie snijmaïs Ma. 10 april 2 de toets Plantenteelt Granen Do. 20 april -

Nadere informatie

klimaatstad herfst Paddenstoelen klimaatstad

klimaatstad herfst Paddenstoelen klimaatstad herfst Paddenstoelen Schrijf hier je naam... Stad Gent Milieudienst Natuur- en Milieucentrum De Bourgoyen 2014 Driepikkelstraat 32 9030 Mariakerke ( 09 226 15 01 7 bourgoyen.educatie@gent.be geen gezwam...

Nadere informatie

Informatie die door Monsanto of haar medewerkers wordt gegeven hetzij mondeling, hetzij schriftelijk gebeurt in goed vertrouwen, maar dient niet

Informatie die door Monsanto of haar medewerkers wordt gegeven hetzij mondeling, hetzij schriftelijk gebeurt in goed vertrouwen, maar dient niet Informatie die door Monsanto of haar medewerkers wordt gegeven hetzij mondeling, hetzij schriftelijk gebeurt in goed vertrouwen, maar dient niet beschouwd te worden als een garantie van Monsanto met betrekking

Nadere informatie

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen Project Planten ABC Week 1ABC: Algemeen Info: Planten Planten eten, ademen en groeien. Sommige planten houden van natte grond. Anderen van droge grond. Sommige planten houden van veel zon en warmte. Anderen

Nadere informatie

Workshop Voorjaarsproblemen

Workshop Voorjaarsproblemen Workshop Voorjaarsproblemen Hoe stel ik de juiste diagnose? Bram Hanse, Peter Wilting, Ellen van Oorschot en Marco Bom Valthermond, 24 juni 2015 Workshop Korte uitleg: hoe stel ik de juiste diagnose? Aan

Nadere informatie

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/87623 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen: IMMUNITEIT 1 Immuniteit Het lichaam van mens en dier wordt constant belaagd door organismen die het lichaam ziek kunnen maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën.

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie. 800045-2-739b

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie. 800045-2-739b Bijlage VMBO-KB 2008 tijdvak 2 biologie CSE KB Deze bijlage bevat informatie. 800045-2-739b Ziek van de natuur Lees eerst informatie 1 tot en met 4 en beantwoord dan vraag 38 tot en met 49. Bij het beantwoorden

Nadere informatie

Planten stekken Benodigdheden Algemene regels Kweekkasje Koude bak

Planten stekken Benodigdheden Algemene regels Kweekkasje Koude bak Planten stekken Planten kunnen op veel manieren vermeerderd worden. Er zijn verschillende bomen, heesters, vaste- en eenjarige planten die door zaad vermeerderd kunnen worden. Planten die door zaad vermeerderd

Nadere informatie

Begin van het moestuinseizoen

Begin van het moestuinseizoen Begin van het moestuinseizoen 1. Buiten Zaaien in volle grond Algemene regel : de hoeveelheid aarde waarmee je het zaadje bedekt, mag maximaal drie maal de breedte van het zaad zijn. Zaai periode : is

Nadere informatie

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen Planten over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen Deze bijeenkomst Planten versus dieren Indeling van het plantenrijk Voortplanting Ecosystemen Indeling van het leven op aarde Er zijn 4 rijken: Bacteriën

Nadere informatie

For information only content must not be duplicated. Grasziekten. Lebrun Benjamin

For information only content must not be duplicated. Grasziekten. Lebrun Benjamin Grasziekten Lebrun Benjamin Grasziekten : introductie 1) Oorzaak grasziekten : Virussen Bacteriën Fungus 2) Ziekten veroorzaken een aantal problemen : Vermindering van de groei van de plant Vermindering

Nadere informatie

1. In welke 4 rijken worden organismen ingedeeld? 3. wat is de functie van de celkern in een cel?

1. In welke 4 rijken worden organismen ingedeeld? 3. wat is de functie van de celkern in een cel? Antwoorden door een scholier 1487 woorden 13 januari 2013 6 184 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 4 Ordenen 1 t/m 5 Opdracht 2 1. In welke 4 rijken worden organismen

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Organen, Cellen en Ordening

Organen, Cellen en Ordening Examen VMBO-GL en TL Organen, Cellen en Ordening biologie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 10 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 18 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Het rijk van de schimmels

Het rijk van de schimmels 4 BASISSTOF 1 vwo gymnasium Het rijk van de schimmels thema 4 Ordening opdracht 10 Beantwoord de volgende vragen. 1 Heeft de gist die roos veroorzaakt (zie afbeelding 19) een celkern en een celwand? Gistcellen

Nadere informatie

TRACER. Een nieuwe aanpak bij de bestrijding van trips in prei

TRACER. Een nieuwe aanpak bij de bestrijding van trips in prei Een nieuwe aanpak bij de bestrijding van trips in prei TRIPSSCHADE DETAIL VOLWASSEN TRIPS een biologisch geproduceerd insecticide met een unieke werkingswijze doodt de schadelijke insecten snel en zeker

Nadere informatie

Verwelkingsverschijnselen bij oudere grove^ïdennen (Pinus silvestris) in den nawinter

Verwelkingsverschijnselen bij oudere grove^ïdennen (Pinus silvestris) in den nawinter Verwelkingsverschijnselen bij oudere grove^ïdennen (Pinus silvestris) in den nawinter 1927 28. Na de vorstperiode van 4 17 Maart 1928 begonnen de naalden van vele oudere grove-dennen er grijsgroen uit

Nadere informatie

DEEL 7. VERVOLG HOOFDSTUK III - Over Besmettelijke Ziekten. Bacteriën

DEEL 7. VERVOLG HOOFDSTUK III - Over Besmettelijke Ziekten. Bacteriën DEEL 7 VERVOLG HOOFDSTUK III - Over Besmettelijke Ziekten Bacteriën Een bacterie is eigenlijk het kleinste levende wezentje op aarde. Ze zijn verschrikkelijk klein: een duizendste van een millimeter groot.

Nadere informatie

LCBC CABC O. HERMANN. Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB/IRBAB) Tienen, België

LCBC CABC O. HERMANN. Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB/IRBAB) Tienen, België LCBC CABC Bladziekten van de biet herkennen in het veld O. HERMANN Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB/IRBAB) Tienen, België Publicatie uitgevoerd in het kader van het Landbouwcentrum

Nadere informatie

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN 3 8 6 10 ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN Een boom is...... een vaste plant met een houten stam en een kruin, alleen noemen de onderdelen anders dan bij een plant. Delen van de boom Laat de kinderen

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Natuurlijke ordening

Praktische opdracht Biologie Natuurlijke ordening Praktische opdracht Biologie Natuurlijke ordeni Praktische-opdracht door een scholier 1103 woorden 28 juni 2016 0 keer beoordeeld Vak Biologie Opdracht agar-agar voorwerp Verwachte Vorm Kleur Geschatte

Nadere informatie

Opdracht 1 Deze opdracht doe je in de klas en kun je niet hier nakijken.

Opdracht 1 Deze opdracht doe je in de klas en kun je niet hier nakijken. Thema 4 Opdracht 1 Deze opdracht doe je in de klas en kun je niet hier nakijken. Opdracht 2 1. bacteriën schimmels planten dieren 2. Kenmerken van cellen, namelijk of de organismen cellen hebben met celkernen,

Nadere informatie

DACOM - Waarnemingstabellen

DACOM - Waarnemingstabellen DACOM - Waarnemingstabellen Inhoudsopgave Introductie... 1 Waarnemingstabellen aardappel... 6 Waarnemingstabellen biet... 10 Waarnemingstabellen druif... 12 Waarnemingstabellen peen... 15 Waarnemingstabellen

Nadere informatie

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire

Nadere informatie

Platform Openbaar Groen: Ziekten en plagen in openbaar groen

Platform Openbaar Groen: Ziekten en plagen in openbaar groen Platform Openbaar Groen: Ziekten en plagen in openbaar groen Van Remoortere Liesbet Waarschuwingssysteem Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) Genk 28 juni 2011 Waarschuwingssysteem Waarnemings- en Waarschuwingssysteem

Nadere informatie

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES Phytophthora ramorum en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES SEPTEMBER 2004 Het Bosschap, Zeist Vormgeving: HBG Design bv, Nieuwegein Foto s: Plantenziektenkundige

Nadere informatie

4 verschillende kweekmethoden

4 verschillende kweekmethoden 4 verschillende kweekmethoden Kweken met turfpotjes Turfpotjes zijn gemaakt van een samengeperst mengsel van houtvezels, turf en kalkzandsteen (natuurlijke voedingsstoffen). Deze zijn biologisch afbreekbaar

Nadere informatie

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06 Biotoop: het bos BOSPLANTEN INHOUD 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam 04 2. Beuk 05 3. Eik 06 Wereldoriëntatie: natuur: bosplanten VCS-M: L-6 JP: 2003-11-25-1

Nadere informatie

Leerlingenhandleiding

Leerlingenhandleiding Leerlingenhandleiding Afsluitende module Patatje oorlog Ontwikkeld door het Centre for BioSystems Genomics in samenwerking met Wageningen University Tekst Doriet Willemen en Jan-Kees Goud Illustraties

Nadere informatie

Buxus ziekte. Bruin blad en zwarte takken in de buxus? Dan heeft de plant een schimmelziekte. Deze buxus ziekte verspreidt zich razendsnel.

Buxus ziekte. Bruin blad en zwarte takken in de buxus? Dan heeft de plant een schimmelziekte. Deze buxus ziekte verspreidt zich razendsnel. Buxus ziekte Bruin blad en zwarte takken in de buxus? Dan heeft de plant een schimmelziekte. Deze buxus ziekte verspreidt zich razendsnel. Lees verder Aandachtspunten Je hoeft een aangetaste buxus niet

Nadere informatie

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF Juni 2016 Barbara Manderyck & Françoise Vancutsem - KBIVB IPM= 3 basisprincipes 2 PREVENTIE of schade vermijden MONITORING = WAARNEMINGEN INTERVENTIE= BESTRIJDING

Nadere informatie

Actuele ziekten en plagen: op weg naar een gerichte aanpak

Actuele ziekten en plagen: op weg naar een gerichte aanpak Actuele ziekten en plagen: op weg naar een gerichte aanpak Pieter van Dalfsen 11 november 2010 Gewasbeschermingsdag Boskoop Onderwerpen Bacterieziekte in Prunus Cylindrocladium in Buxus Verwelkingziekte

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie a-KB-2-b

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie a-KB-2-b Bijlage VMBO-KB 2009 tijdvak 2 biologie CSE KB Deze bijlage bevat informatie. 945-0191-a-KB-2-b Informatie - Aardappels Lees eerst informatie 1 tot en met 8 en beantwoord dan vraag 39 tot en met 48. Bij

Nadere informatie

Meeldauwen. Onbekend? Leiden Raf Leysen

Meeldauwen. Onbekend? Leiden Raf Leysen Meeldauwen Onbekend? 1 1.Voorkomen 2 1.Voorkomen Niet opgemerkt en onbekend: 3 1.Voorkomen Niet opgemerkt en onbekend: Mycologen speuren de grond af naar symbionten, saprofyten en parasieten. 4 1.Voorkomen

Nadere informatie

Essentaksterfte. augustus 2013 BTL Bomendienst Arnold Meulenbelt

Essentaksterfte. augustus 2013 BTL Bomendienst Arnold Meulenbelt Essentaksterfte augustus 2013 BTL Bomendienst Arnold Meulenbelt Wat is essentaksterfte? Een schimmel uit de stam Ascomyceten NL; zakjeszwammen Een schimmel uit de familie; Helotiaceae De ongeslachtelijke

Nadere informatie

Voorbeelden Combinatie - Wisselteelt

Voorbeelden Combinatie - Wisselteelt Vruchtwisseling Wie zelf groenten en kruiden wil verbouwen moet weten dat het succes hiervan voor het overgrote deel wordt bepaald door de bodem. De meeste groenten eisen een bodem die op de juiste manier

Nadere informatie

Jonge planten lijken op paardebloem.

Jonge planten lijken op paardebloem. witlof De witlofteelt is minder ingewikkeld dan je geneigd bent te denken. In het kort komt het er op neer dat je eerst een dikke wortel gaat telen, net zoals je zou doen met winterpeen of pastinaak. Dan

Nadere informatie

Schimmels. http://www.soortenbank.nl/soorten.php?menuentry=quiz&soortengroep=paddenstoelen

Schimmels. http://www.soortenbank.nl/soorten.php?menuentry=quiz&soortengroep=paddenstoelen Schimmels Waar zouden we zijn zonder de schimmel. Geen brood, bier, brie, champignons of penicilline. Ook ruimen ze planten- en dierenresten op (detritivoren). Jammer dat ze al aan planten en dieren beginnen

Nadere informatie

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN Een boom is... Een boom is een plant, alleen noemen de onderdelen anders. Een boom is namelijk een vaste plant met een houten stam en een kruin. Delen van de boom Laat

Nadere informatie

Programma Programma /02/2010

Programma Programma /02/2010 Programma 2009-2010 4 oktober: asperge 24 januari: sla en ajuin 14 februari: kruiden, kiemplanten en groenbemesters 7 maart: meloen, pompoen en courgettes 30 mei: selder en wortelen Witloof Kolen Aardappelen

Nadere informatie

VRUCHTWISSELING OP KINDERTUINEN BIJ SCHOOL EN BIJ HUIS

VRUCHTWISSELING OP KINDERTUINEN BIJ SCHOOL EN BIJ HUIS VRUCHTWISSELING OP KINDERTUINEN BIJ SCHOOL EN BIJ HUIS 1.V R U C H T W I S S E L I N G Dit verhaal gaat over vruchtwisseling. Vruchtwisseling betekent dat je planten niet steeds op dezelfde plek zaait

Nadere informatie

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 ZIEKTEN EN PLAGEN / INSECTEN. www.dlvplant.nl TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 ZIEKTEN EN PLAGEN / INSECTEN. www.dlvplant.nl TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN KENNISBUNDEL Biologische aardappelen Mei 2013 TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN ZIEKTEN EN PLAGEN / VIRUSZIEKTEN ZIEKTEN EN PLAGEN / PHYTOPHTHORA INFESTANS ZIEKTEN EN PLAGEN / RHIZOCTONIA SOLANI DE SMAAK

Nadere informatie

Biodiversiteit en netwerken

Biodiversiteit en netwerken Basiscursus Ecologische Moestuin Biodiversiteit en netwerken Ecologisch tuinieren is 1. Niet destructief, maar constructief tuinieren; 2. Netwerken bevorderen 1. Destructief boeren/tuinieren Pesticiden

Nadere informatie

Samenvatting door F woorden 3 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

Samenvatting door F woorden 3 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door F. 1187 woorden 3 juni 2012 7 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: Ordening in vier rijken Rijken(indelingscriteria): - Bacteriën - Schimmels - Planten

Nadere informatie

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels Ordening Planten Dieren Bacteriën Schimmels Indeling plantenrijk Indeling dierenrijk Planten Kenmerken plantencellen: celwanden celkernen bladgroenkorrels Wieren Sporenplanten Zaadplanten Wieren / Algen

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. 945-0191-a-GT-2-b Informatie - Aardappels Lees eerst informatie 1 tot en met 8 en beantwoord dan vraag 37 tot en

Nadere informatie

FERTILIZERS. www.bio-g-power.com

FERTILIZERS. www.bio-g-power.com FERTILIZERS www.bio-g-power.com DUTCH MIX 20-20-20 AANBRENGEN OP HET BLAD TOEPASSINGEN MET EEN DRUPPELIRRIGATIE Alle knolgewassen (Meloen, Watermeloen, Uien, Aardappel, Rapen, Wortel, Suikerbiet, Knofloof

Nadere informatie