geeft de verhouding volume/betonoppervlak in contact weer en bedraagt 2 A c

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "geeft de verhouding volume/betonoppervlak in contact weer en bedraagt 2 A c"

Transcriptie

1 Dat beton een uiterst populair bouwmateriaal is, mag blijken uit het feit dat er in 27 niet minder dan 12 miljoen kubieke meter beton gestort werd op de bouwplaats. Niettegenstaande dit materiaal talloze kwaliteiten vertoont (mechanische sterkte, brandweerstand, thermische inertie, geluidsisolatie, ), heeft het toch ook een belangrijk nadeel waaraan verschillende onderzoekers reeds sedert de uitvinding ervan paal en perk trachten te stellen : zijn krimp.? B. Parmentier, ir., afdelingshoofd, afdeling Structuren V. Pollet, ir., adjunct-departementshoofd, departement Materialen, Technologie en Omhulsel G. Zarmati, ir., onderzoeker, laboratorium Structuren Aangezien deze nieuwe norm weldra de NBN B 15-2 ( 3 ) zal vervangen, leek het ons niet alleen interessant om even de aandacht te ves tigen op de talloze aanpassingen die doorgevoerd werden in de voorspellingsmo dellen (vooral voor wat betreft de autogene krimp), maar ook op de impact van de uitvoeringsme thoden op de beheersing van de verhinderde krimp. Dit artikel actualiseert de informatie uit een vorig WTCB-Tijdschrift [13]. De verhinderde betonkrimp Voorspelling volgens de Eurocode 2 en beheersing met uitvoeringstechnieken Betonkrimp is een volumieke vervorming die teweeggebracht wordt door de fysicochemische verschijnselen tengevolge van de hydratatie van de cementpasta en de droging. Betonkrimp gaat vaak gepaard met een volumevermindering doordat de relatieve vochtigheidsgraad van gestort beton initieel 1 % bedraagt, terwijl de omgeving doorgaans een lagere relatieve vochtigheid vertoont ( 1 ). Dit fenomeen verdient de nodige aandacht vermits het aan de grondslag kan liggen van diverse pathologieën bij betonconstructies waarvan de vervorming verhinderd wordt ( 2 ). Men heeft het in deze context over verhinderde krimp. De ontwerper heeft de moeilijke taak om deze te beheersen, opdat er geen scheuren of overmatige vervormingen zouden optreden die de duurzaamheid en de prestaties (stabiliteit, dichtheid, ) van het bouwwerk in het gedrang zouden kunnen brengen. Zoals we zullen aantonen in dit artikel, kan ook de aannemer in zekere mate bijdragen tot de beperking van dit probleem, dat door velen beschouwd wordt als de Achilleshiel van dit referentiemateriaal. Dankzij de Eurocode 2 is het tegenwoordig mogelijk de totale krimpwaarde van het beton te voorspellen, met inbegrip van haar specifieke autogene component. Deze aanpassing was nodig omdat er in de rekenmethoden ook rekening gehouden wordt met hogesterktebeton (> C5/6). 1 Betonkrimp De totale krimp van een betonelement kan hoofdzakelijk ontleed worden in twee componenten : de autogene krimp en de drogingskrimp ( 4 ). Beide vervormingstypes kunnen berekend worden vol gens de nieuwe norm NBN EN Eurocode 2. Ontwerp en berekening van betonconstructies. Deel 1-1 : algemene regels en regels voor gebouwen [4] en haar Nationale Bij lage (ANB) [5]. 1.1 Dr o g i n g s k r i m p Beton is een materiaal dat vervaardigd wordt met een bekend hydraulisch bindmiddel : cement. De hoeveelheid water die nodig is om de hydratatiereacties op gang te brengen, bedraagt ongeveer 23 % van de cementmassa, wat overeenkomt met een water-/cementfactor (W/C) van,23 [9]. De waterhoeveelheid die voortvloeit uit deze verhouding zal echter geenszins volstaan voor een uitvoering van beton in normale omstandigheden. In combinatie met (super)plastificeerders hanteert men doorgaans een W/C-verhouding van,45 tot,65. Bij een hogesterkte- of een ultrahogesterktebeton kan men dankzij een aangepaste samenstelling en een toeslagstoffencocktail de W/C-factor doen dalen tot ongeveer,3 (essentieel voor een compacte microstructuur en hoge prestaties) zonder hierdoor uitvoeringsproblemen te veroorzaken. Afb. 1 Krimp in een betonwand die enkel bekist werd aan de basis. Zulke samenstellingen vertegenwoordigen slechts een beperkt marktaandeel. Bij een gewoon beton is het bijkomende water, bovenop de minimale waterhoeveelheid die verbruikt werd tijdens de hydratatiereactie, niet chemisch gebonden. Het zal dus uit de cementmatrix verdampen via de capillaire poriën indien de relatieve omgevingsvochtigheid lager is dan 1 %. Drogingskrimp (ook wel aangeduid als hydraulische of uitdrogingskrimp) treedt op naar aanleiding van de droging van de betonmassa [1]. Bij deze verdamping (die meerdere jaren kan duren) ontstaan er oppervlaktespanningen aan het raakvlak tussen de gehydrateerde cementkorrels die op hun beurt kunnen leiden tot macroscopische vervormingen in het element (met name een verkorting). De drogingskrimp van beton bedraagt ongeveer,1 tot,8 mm/m (1 tot 8 µm/m) en verhoogt naar mate : het mengsel meer cementpasta bevat (stijvere granulaten beperken de vervorming) de W/C-factor hoger is de relatieve vochtigheid lager is de hoeveelheid cement hoger is de gemiddelde straal van de elementdoorsnede ( 5 ) kleiner is het cementtype sneller is. ( 1 ) Behalve bij een plaatsing onder water. ( 2 ) In 27 waren problemen in verband met scheurvorming in beton goed voor 12 % van alle activiteiten van de afdeling technisch advies van het WTCB. ( 3 ) Gebaseerd op de norm NBN ENV , de vorige versie van Eurocode 2. ( 4 ) In dit artikel wordt niet ingegaan op de thermische krimp die voortkomt uit een temperatuurstijging tengevolge van de exotherme hydratatiereacties. ( 5 ) De gemiddelde straal h geeft de verhouding volume/betonoppervlak in contact weer en bedraagt 2 A c /u, waarbij A c de oppervlakte van de betondoorsnede is en u de omtrek van het deel van de doorsnede dat blootstaat aan de uitdroging. Bij vloerplaten op de grond is h = 2.h (tweemaal de dikte van de plaat). WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 1

2 De drogingskrimp zal bovendien sneller optreden naarmate de gemiddelde straal van het element (h ) kleiner is. 1.2 Autogene krimp De autogene betonkrimp (ook wel aangeduid als de auto-uitdrogingskrimp of de chemische krimp) is een vervorming die kan toegeschreven worden aan het feit dat het volume van de hydratatieproducten kleiner is dan het volume van de aanwezige reactieproducten [1]. Aangezien deze vervorming ook optreedt zonder wateruitwisseling met de omgeving, kunnen we concluderen dat het een interne uitdroging van het beton betreft. In tegenstelling tot de drogingskrimp, zal deze krimp toenemen naarmate het beton een lagere W/C-factor vertoont. Dit wijst immers vaak op een hoog cementgehalte en bijgevolg ook op een grote mechanische sterkte (hogesterktebeton of HSC ( 6 )). De autogene betonkrimp varieert van,25 tot,2 mm/m (25 tot 2 µm/m), afhankelijk van het betontype. In de praktijk zal men enkel rekening houden met deze vervorming voor betonsoorten met een sterkteklasse groter dan C35/45 of voor zeer massieve elementen. Dankzij een WTCB-onderzoek op basis van experimentele metingen was het mogelijk de invloed van de W/C-factor en het cementtype (met name het cementmelk- en vliegasgehalte) aan te tonen [11]. 1.3 Plastische krimp Plastische krimp is het gevolg van een snelle droging van het beton in zijn plastische fase. Deze krimp is niets meer of minder dan de drogingskrimp die optreedt in het onverharde beton. De omvang van de plastische krimp wordt beïnvloed door de hoeveelheid water die verdampt aan het oppervlak (deze hangt af van de temperatuur, de relatieve omgevingsvochtigheid en de windsnelheid). Indien de verdampte waterhoeveelheid veel groter is dan deze die vrijkomt bij de bleeding van het beton, kunnen er scheuren ontstaan die te wijten zijn aan het feit dat de trekspanningen in de betonhuid de betonsterkte overtreffen. Deze scheurvorming hangt niet alleen af van de verdampingssnelheid aan het oppervlak, maar ook van de stijfheid en de exacte betonsterkte op dat moment. Plastische-krimpscheuren liggen doorgaans 15 tot 5 cm uit elkaar en kunnen zeer diep zijn (zie afbeelding 2). Hoewel bepaalde scheuren zich opnieuw kunnen sluiten tijdens de uitvoering van het beton (bv. tijdens het vlinderen van bedrijfsvloeren), blijven dit niettemin zwakke plekken die ( 6 ) High Strength Concrete in tegenstelling tot Normal Strength Concrete (NSC). 2 1 aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van andere scheurtypes. De plastische krimp zal tenslotte toenemen naarmate de hoeveelheid cement in het mengsel stijgt en de W/C-factor afneemt. 2 Het model uit de Eurocode 2 De krimpvervormingen kunnen berekend worden met behulp van de Eurocode 2 die in 25 gepubliceerd werd door het Bureau voor Normalisatie. Deze volgt in grote lijnen de blauwdruk van het model uit de norm NBN B Hierin werd evenwel geen onderscheid gemaakt tussen de twee krimpcomponenten (autogene krimp en drogingskrimp), zodat deze in één enkele waarde geïntegreerd werden. In de huidige versie van de Eurocode 2 werd dit probleem opgelost door de berekening van de autogene krimp gedetailleerder weer te geven. Dankzij deze formulering is het mogelijk om dit fenomeen en dan vooral voor hogesterktebeton correcter in rekening te brengen. 2.1 Totale krimp Afb. 2 Aanzienlijke scheurvorming in een bedrijfsvloer door drogingskrimp (1) en plastische krimp (2). 2 Zoals hiervoor reeds aangehaald werd, bestaat 2 de totale krimp (ε cs ) uit twee componenten : de drogingskrimp (ε cd ) en de autogene krimp (ε ca ). De drogingskrimp evolueert slechts langzaam doordat deze afhankelijk is van de migratie van water doorheen het verharde beton. De autogene krimp komt daarentegen reeds tot ontwikkeling tijdens het verhardingsproces en treedt bijgevolg hoofdzakelijk op gedurende de eerste dagen na het storten. Men kan de totale krimp berekenen met de volgende formule : ε =ε +ε cs cd ca waarbij : ε cs : de totale krimpvervorming ε cd : de drogingskrimp ε ca : de autogene krimp. (1) De krimp wordt doorgaans uitgedrukt in µs of in µm/m (1-6 m/m). 2.2 Voorspelling van de drogingskrimp De waarden uit formule 1 hangen af van verschillende factoren, waaronder de tijd. De evolutie van de drogingskrimp kan berekend worden met de volgende formule : ε cd (t) =βds(t,t s ) kh ε (2) cd, εcd, waarbij : β ds (t, t s ) : een functie die de evolutie van de drogingskrimp in de tijd weergeeft (β ds is gelijk aan 1 voor de berekening van de eindkrimpwaarde). Deze functie hangt af van h, terwijl t s de nabehandelingsduur voorstelt en (t-t s ) de drogingsduur (zie afbeelding 3, p. 3) k h : een coëfficiënt die afhangt van de gemiddelde straal h (zie afbeelding 4, p. 3) ε cd, : de nominale waarde voor de drogingskrimp. Afbeelding 5 (p. 4) toont de invloed van het cementtype op de drogingskrimp. Hieruit blijkt dat de sterkteklasse van het cement de krimp met om en bij de 6 % kan doen toenemen, naargelang van de sterkte. De tabel hieronder geeft waarden weer voor de drogingskrimp van een normaal cementtype (klasse N). Het betreft gemiddelde Nominale waarden (in ) voor de onverhinderde uitdrogingskrimp ε cd, van een beton dat samengesteld is uit een cement CEM van klasse N (42,5 N of 32,5 R). f ck /f ck,cube (MPa) Relatieve vochtigheid (%) /25,62,58,49,3,17 25/3,58,55,46,29,16 3/37,55,52,43,27,15 35/45,51,49,41,25,14 4/5,48,46,38,24,13 5/6,43,41,34,21,12 6/75,38,36,3,19,1 8/95,3,28,24,15,8 9/15,27,25,21,13,7 WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 2

3 1,9,8 h = 5 mm Afb. 3 β ds -coëfficiënt, afhankelijk van de gemiddelde straal h. De blootstellingsduur (t-t s ) stemt overeen met de drogingsduur (i.e. de periode na de nabehandeling).,7,6 β ds,5,4,3,2,1 h = 6 mm t-t s [dagen] Gemiddelde straal h : 5 mm 1 mm 2 mm 3 mm 4 mm 5 mm 6 mm 1,2 1,8 1,85,75,7,7 Afb. 4 Waarde voor k h, afhankelijk van de gemiddelde straal h. k h,6,4,2 * h [mm] Ge d e ta i l l e e r d e b e r e k e n i n g va n ε cd, e n β ds fcm 6 De gedetailleerde berekening van ε cd, gebeurt als volgt : ε cd, =,85 ( αds1) exp αds2 1 βrh 1. In deze formule is : 3 RH β RH = 1,55 1 RH f cm = de gemiddelde druksterkte van beton (MPa) αds1 = een coëfficiënt die rekening houdt met het cementtype : deze coëfficiënt bedraagt 3 voor trage cementtypes (klasse S : 32,5 N), 4 voor normale cementtypes (klasse N : 32,5R 42,5 N), 6 voor snelle cementtypes (klasse R : 42,5 R - 52,5 N - 52,5 R) αds2 = een coëfficiënt die rekening houdt met het cementtype : deze coëfficiënt bedraagt,13 voor cementtypes van klasse S,,12 voor cementtypes van klasse N en,11 voor cementtypes van klasse R RV : de relatieve omgevingsvochtigheid (%) RV : de referentiewaarde voor de relatieve omgevingsvochtigheid (1 %) h = de gemiddelde straal van de doorsnede. Deze is gelijk aan 2 A /u, waarbij A de oppervlakte van de betondoorsnede is en u de c c omtrek van het deel van de doorsnede dat blootstaat aan de uitdroging. ( t ts) De evolutie van de drogingskrimp in de tijd kan uitgedrukt worden met de formule : β ds(t,t s) =, waarin : 3 t = de ouderdom van het beton op een gegeven ogenblik (dagen) ( t ts) +,4 h t s = de ouderdom van het beton (dagen) bij de aanvang van de drogingskrimp (of zwelling). Deze stemt overeen met het einde van de nabehandeling. WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 3

4 7 Afb. 5 Waarden voor de nominale drogingskrimp ε cd, /β RH, afhankelijk van de druksterkte RH β RH = 1, ε cd /β RH [µs] 4 3 Klasse N Klasse R 2 1 Klasse S Klasse R Klasse N Klasse S f ck [MPa] 2 18 Afb. 6 Eindwaarde voor de autogene krimp ε ca ( ), afhankelijk van de druksterkte f ck ε ca ( ) [µs] f ck [MPa] waarden die afgeleid werden uit een zeer groot aantal proefresultaten met een variatiecoëfficiënt van ongeveer 3 %. De berekening van ε cd, en β ds komt gedetailleerd aan bod in het kader op pagina Voorspelling van de autogene krimp Men kan de autogene krimp berekenen met behulp van de volgende formule (zie afbeelding 6 hierboven) : ε (t) =β (t) ε ( ) (3) ca as ca waarbij : ε ca ( ) = 2,5. (f ck 1). 1-6 (zie afbeelding 6) β as (t) = 1 exp(-,2. t,5 ), met t uitgedrukt in dagen. De autogene krimp verhoogt naarmate de W/C-factor kleiner is en de druksterkte f ck hoger ( 7 ). Deze invloed is vooral belangrijk bij betonsoorten met een hoog cementgehalte. Hoewel de reële W/C-factor niet altijd gekend is door de ontwerper, is de druksterkte dit doorgaans wel, aangezien deze bepaald wordt door het studiebureau. Het is dus aan de hand ( 7 ) f ck geeft de karakteristieke druksterkte van het beton weer, gemeten op een cilinder met een diameter van 15 mm en een hoogte van 3 mm, na 28 dagen. WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 4

5 1,4 1,2 wcf,7 wcf,6 wcf,5 25 l wcf,4 Afb. 7 Invloed van de cementhoeveelheid op de totale krimpwaarde (wcf = W/C-factor) [15] l Krimp [mm/m],8,6 175 l 2 l wcf,3,4 15 l 125 l,2 1 l Waterhoeveelheid in l/m³ beton Cementhoeveelheid in het beton [kg/m³] -1 Afb. 8 Invloed van de druksterkte van het beton op de totale krimp (CEM 42,5 N nabehandeling = 5d RV = 6 % h = 1 mm) Krimp [µs] -4-5 C9/15 C9/15 C7/85-6 C12/15 C5/6 C45/55-7 C35/45 C25/ C12/15 van deze laatste pragmatische parameter dat men de eindwaarde voor de autogene krimp kan voorspellen volgens de Eurocode 2. We willen erop wijzen dat de autogene krimp onafhankelijk is van de relatieve omgevingsvochtigheid (RV) en de afmetingen van het element (h ). Deze vervorming is bijgevolg homogeen in de massa en levert geen restspanningen op tengevolge van differentiële krimp indien de voorwaarden voor de ondergrond aan alle zijden van het element gelijk zijn. 2.4 Factoren die de krimp beïnvloeden Hierna gaan we dieper in op de invloedsfactoren voor de krimp. Dit gebeurt aan de hand van een aantal praktische voorbeelden. Zoals hiervoor reeds vermeld werd, zijn de W/C-factor en de cementhoeveelheid twee belangrijke factoren die de omvang van de totale betonkrimp bepalen. De invloed van deze factoren wordt weergeven in afbeelding 7. Uit deze grafiek blijkt dat, bij een constante W/Cfactor ( wcf ), de krimp toeneemt naarmate de cementhoeveelheid stijgt. Dit verschijnsel zal des te uitgesprokener zijn naarmate de W/C-factor stijgt. Dit kan men verklaren door het feit dat de krimp teweeggebracht wordt door een grotere hoeveelheid gehydrateerdecementpasta. Bij een gegeven verwerkbaarheid (d.w.z. een quasi constante waterhoeveelheid) wordt de krimp slechts in beperkte mate beïnvloed door de cementhoeveelheid. Zoals hiervoor reeds aangehaald werd, geeft WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 5

6 -1 AS AS Krimp [µs] DS TS Krimp [µs] DS TS -7 C25/3 CEM 42,5 N -7 C9/15 CEM 52,5 R Autogene krimp (AS) Drogingskrimp (DS) Totale krimp (TS) Afb. 9 Evolutie van de verschillende krimpcomponenten, afhankelijk van de tijd (nabehandeling = 5d RV = 6 % h = 1 mm) NSC Krimpaandeel = 91 % HSC Krimpaandeel = 94 % Afb. 1 Aandeel van de autogene krimp ten opzichte van de totale krimp voor twee betontypes, afhankelijk van de tijd (CEM 42,5 N nabehandeling = 5d RV = 6 % h = 1 mm). Krimpaandeel [%] Hogesterktebeton (HSC) 2 1 Traditioneel beton (NSC) Totale krimp / totale eindkrimp Endogene krimp / totale krimp de W/C-factor impliciet de ongebonden waterhoeveelheid in het beton weer en bijgevolg ook het krimpvermogen ervan. In de praktijk zal men de druksterkte van het beton een voor de ontwerper gekende waarde die proportioneel samenhangt met de W/C-factor gebruiken om de totale krimp te voorspellen. De invloed van de druksterkte op de totale krimpwaarde wordt geïllustreerd in afbeelding 8. Hieruit blijkt dat er een duidelijk verschil bestaat tussen een lage- (C12/15) en een hogesterktebeton (C9/15). Dit verschil hangt echter af van de drogingsduur : op jonge leeftijd kan een hogesterktebeton gelet op het feit dat dit onderhevig is aan een grotere autogene krimp immers een hogere totale krimp vertonen dan een beton met een lagere sterkte (zie verder). Na ongeveer 3 tot 4 dagen slaat deze tendens om, waardoor het hogesterktebeton uiteindelijk minder totale krimp zal vertonen. Afbeelding 9 geeft het aandeel van de autogene krimp ten opzichte van de totale krimp weer voor een normaal beton (links) en een hogesterktebeton (rechts). Hoewel de totale eindkrimpwaarde identiek is voor beide betontypes (ongeveer 5 µm/m), zijn er aanzienlijke verschillen voor wat betreft het autogene-krimpaandeel (roze curve) : deze bedraagt op het einde immers bijna 5 % voor HSB en minder dan 1 % voor normaal beton. Dit komt duidelijk tot uiting in afbeelding 1 (curves in volle lijn). We merken ook op dat de totale krimp 9 % van zijn eindwaarde bereikt na 1 jaar voor beide betonsoorten. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de zwakke h -waarde (1 mm) die men bij dit voorbeeld hanteerde. Ook de rol van de sterkteklasse van het cement (lage, normale of snelle verharding) mag geenszins onderschat worden. In afbeelding 11 (p. 7) ziet men dat het verschil tussen de diverse cementtypes met de tijd groter wordt en dat de totale eindkrimpwaarde tot 6 % hoger ligt voor een snel cement dan voor een traag cement. We hebben er reeds op gewezen dat de krimp afneemt naarmate het betonelement massiever is. WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 6

7 -1 Afb. 11 Totale krimp, afhankelijk van het cementtype (C25/3 nabehandeling = 5d RV = 6 % h = 3 mm) Krimp [µs] ,5 S / 32,5 N (klasse S) 32,5 R / 42,5 N (klasse N) 42,5 R / 52,5 N / 52,5 R (klasse R) Afb. 12 Invloed van de gemiddelde straal h op de totale krimp (C25/3 CEM 42,5 N nabehandeling = 5d RV = 6 %). Krimp [µs] h = 1 mm h = 6 mm mm 5 mm 4 mm 3 mm 2 mm 1 mm Afbeelding 12 geeft duidelijk aan dat de totale eindkrimpwaarde daalt naarmate de gemiddelde straal (h ) verhoogt. Uit afbeelding 13 (p. 8) kunnen we afleiden dat het aandeel van de totale krimp voor een betonelement C25/3O met een gemiddelde straal h van 1 mm na een blootstelling van een jaar bij een relatieve omgevingsvochtigheid van 6 % kan oplopen tot 91 % van de eindwaarde. Voor een gemiddelde straal van 4 mm daalt dit percentage tot 58 % (slechts iets meer dan de helft). De snelheid van de krimpevolutie speelt een doorslaggevende rol bij de scheurvorming in dubbellagige elementen, d.w.z. elementen die opgebouwd zijn uit een jong beton dat bovenop een oud beton gestort werd. De relatieve vervormingen tussen beide betonlagen kunnen aanzienlijke proporties aannemen vermits het oude beton reeds een groot deel van zijn eindkrimp achter de rug heeft en dus zo goed als gestabiliseerd is. De relatieve vochtigheid is één van de grensvoorwaarden die het hygrische evenwicht in stand houden en in grote mate bepalend zijn voor de omvang van de drogingskrimp en bijgevolg ook van de totale krimp. Afbeelding 14 (p. 8) illustreert deze parameter voor een normaal beton met een gemiddelde straal van 3 mm. De waarde van 5 % is kenmerkend voor een normaal binnenklimaat, terwijl de waarde van 8 % veeleer een weerspiegeling vormt van een buitenklimaat (seizoensafhankelijk). i Nuttige informatie Teneinde het gebruik van de Eurocode te vergemakkelijken, heeft de NA 'Eurocodes' de interactieve ShInt -module ontwikkeld, die gratis kan gedownload worden via (rubriek 'Normen/Rekenmodules'. WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 7

8 Totale-krimpaandeel [%] h = 1 mm Krimpaandeel = 91 % h = 2 mm Krimpaandeel = 78 % h = 3 mm Krimpaandeel = 67 % h = 4 mm Krimpaandeel = 58 % Afb. 13 Invloed van de gemiddelde straal h op het totale-krimpaandeel, afhankelijk van de tijd (C25/3 nabehandeling = 5d RV = 6 %) % Afb. 14 Invloed van de relatieve omgevingsvochtigheid op de totale krimp (C25/3 nabehandeling = 5d RV = 6 %). -2 Totale krimp [µs] % 1 % 9 % 8 % 6 % 3 % % 3 Krimp en scheurvorming 3.1 Vrije krimp De vrije betonkrimp wordt doorgaans gemeten volgens de Belgische norm NBN B Dit gebeurt op prisma s die bewaard worden onder gecontroleerde voorwaarden voor de temperatuur (2 ± 1 C) en de relatieve vochtigheid (6 ± 1 %). Deze metingen hebben betrekking op de totale betonkrimp na ontkisting. Om het specifieke aandeel van de autogene krimp en de drogingskrimp te achterhalen, gebruikt men twee reeksen proefstukken. De eerste reeks wordt van de buitenlucht afgeschermd door middel van een aluminiumfolie (voor het meten van de autogene krimp), terwijl de tweede gebruikt wordt voor het opmeten van de totale krimp. Vermits de autogene krimp optreedt van zodra het cement in contact komt met water, zal men een bijzondere meetuitrusting moeten hanteren om de omvang ervan gedurende de eerste uren te kunnen evalueren [11]. 3.2 Sc h e u rv e r m o g e n Het scheurvermogen van een betonnen bouwwerk wordt naast de krimp ook beïnvloed door de volgende factoren : de vervormbaarheid (elasticiteitsmodulus) de treksterkte WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 8

9 Afb. 15 Voorbeelden van betonelementen die onderhevig kunnen zijn aan verhinderde krimp. A. Bedrijfsvloer B. Betonwand in een waterzuiveringsstation C. Overlaging van een betonvloer D. Herstelmortel de warmteontwikkeling tijdens de exotherme hydratatiereacties het vermogen om de spanningen te verminderen (door kruip bij trekbelasting). 3.3 Verhinderde krimp De vervormingen tengevolge van de krimp hoeven niet noodzakelijk negatief te zijn. Ze worden dit pas van zodra ze verhinderd worden en er trekspanningen optreden. Indien deze spanningen een bepaalde drempel overschrijden die de treksterkte benadert, kunnen ze aanleiding geven tot scheurvorming in het beton en bijgevolg ook tot duurzaamheidsproblemen (bv. corrosie), dichtheidsproblemen of esthetische hinder (zie afbeelding 15). De scheurvorming is niet alleen afhankelijk van het vrije-krimpvermogen en het scheurvermogen van het beton. Ook de bijkomende belastingen en de beperkingsgraad van de structuur hebben hierbij een rol te spelen. Wat dit laatste punt betreft, geeft de norm NBN EN meer informatie over de berekening van silo s en reservoirs, twee schoolvoorbeelden aan de hand waarvan de verhinderde krimp geïllustreerd kan worden [1]). na de krimp A. Vrije krimp B. Verhinderde krimp vóór de krimp geen verbinding verbinding Afb. 16 Scheurvorming in een wand door inbedding in de funderingsplaat [7]. BUITEn ε σ BINNEN Reële vervorming Opgelegde vervorming (t, droging, ) beweging (door een inklemming of wrijving, twee 'mechanische' randvoorwaarden, zie afbeelding 16). De tweede oorzaak betreft een interne belasting. De hiervoor vermelde drogingskrimp, die verantwoordelijk is voor het grootste deel van de totale krimp in betonelementen met een normale sterkte, hangt af van de waterverdamping via de contactoppervlakken. De krimp in een gegeven volume van een betonelement zal groter zijn naarmate dit volume zich dichter bij het betonoppervlak bevindt (alwaar een snellere droging optreedt). De betonmassa vertoont met andere woorden een krimpgradiënt die aanleiding geeft tot zelfontspanningen, die ontstaan door de stabilisatie van de vervormingen in elk afzonderlijk vlak van het betonelement. Dit kan men verklaren door het feit dat de vervormingen vlak blijven op plaatsen waar geen scheurvorming optreedt (zie afbeelding 17). 3.5 Vervormbaarheid vóór scheurvorming De vervormbaarheid van beton (zijn elasticiteitsmodulus) evolueert volgens zijn maturiteit en dus zijn ouderdom. De eerste uren na het storten, is het beton nog zeer plastisch (zwakke elasticiteitsmodulus) en kan het aanzienlijke BUITEN Afb. 17 Scheurvorming door verhinderde krimp. Horizontale snede van een wand. 3.4 Oorzaken van verhinderde krimp Men kan twee oorzaken onderscheiden voor het ontstaan van verhinderde krimp. Zelftrekspanningen aan het oppervlak Druk De eerste, meest voor de hand liggende, oorzaak is de volledige of gedeeltelijke verhindering van Snede WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 9

10 Theoretische (elastische) trekspanning Afb. 18 Principeschema van de scheurvorming door verhinderde krimp. Treksterkte Spanning Trekspanning met kruip Theoretische scheurvorming Reële scheurvorming Tijd vervormingen opvangen. Naarmate het beton verhardt, stijgt zijn elasticiteitsmodulus en vermindert zijn potentieel om vervormingen op te vangen vóór er scheurvorming optreedt. Dit fenomeen vloeit voort uit de wet van Hooke voor elastische materialen. Zo kan een beton C3/37 met een elasticiteitsmodulus E cm van ongeveer 33 MPa na 28 dagen de volgende vervorming opnemen vóór er scheurvorming optreedt : fctm 2,3 ε fiss = = (4). E 33 cm =,9 mm/m = 9 µm/m. Deze vergelijking gaat enkel op indien het betonelement onderworpen wordt aan kortstondige trekspanningen. Indien deze belastingen gedurende een langere periode (weken of maanden) aangehouden worden, zullen er ontspanningsverschijnselen beginnen op te treden. Deze worden doorgaans in rekening gebracht door de elasticiteitsmodulus van het beton virtueel te verminderen met de kruipcoëfficiënt ϕ (zie Eurocode 2) : * Ecm Ecm = (5). 1 +ϕ De verhinderde betonkrimp kan beschouwd worden als een belasting die progressief stijgt en trekspanningen creëert in de structuur. Aangezien deze evolutie tijd vraagt, zal ook de ontspanning slechts progressief optreden. In de praktijk ligt de waarde van de kruipcoëfficiënt tussen 1,5 en 3,5. Indien we als voorbeeld de waarde 2 aannemen, is E* cm = E cm /3. Met de bovenstaande formule (4) kunnen we vervolgens de nieuwe waarde voor ε fis berekenen : ε = f = 2,9 (6). 11 * ctm fiss * Ecm =,26 mm/m = 26 µm/m. Vermits de elasticiteitsmodulus zwakker is, zullen de reële trekspanningen die door de krimp veroorzaakt worden in het (deels) ingeklemde element, lager zijn dan de theoretische elastische spanningen. Dit impliceert een verschuiving van de ouderdom waarop de scheurvorming optreedt (zie afbeelding 18). Rekening houdend met de drogingskinetica en de spanningsontwikkeling, kan een beton C3/37 in de praktijk vervormingen opnemen die variëren van 9 tot 26 µm/m. Indien we deze waarden vergelijken met de krimpwaarden die berekend werden volgens de Eurocode 2, kunnen we besluiten dat elk volledig verhinderd betonelement zou moeten scheuren in een omgeving met minder dan 9 % relatieve vochtigheid. Een volledige verhindering komt gelukkig slechts zelden voor in de realiteit (maar is niet uitgesloten). De ontwerper dient bijgevolg steeds rekening te houden met de verhinderingsgraad van de verschillende onderdelen van een betonconstructie en moet trachten om de impact van de potentiële scheurvorming zoveel mogelijk te beperken (bv. door middel van wapening). Men kan het scheurvermogen van een beton nagaan met de ringtest die beschreven wordt in verschillende normen [2, 3]. Het WTCB voert op dit moment een studie uit naar het scheurvermogen van vezelversterkt beton in het kader van een prenormatief onderzoek. 3.6 Beheersing van de scheurvorming Om het risico op scheurvorming te beperken, dient men aandacht te besteden aan de volgende drie aspecten : de beperking van de betonkrimp de beperking van het scheurvermogen en de gevolgen ervan het voorzien van vervormingsmogelijkheden voor (bepaalde delen van) de constructie Beperking van de krimp Men kan het scheurvermogen verminderen door de drogingskrimp als volgt in te perken : toepassing van een minimaal cementpastagehalte ( 8 ) dat toch compatibel is met de duurzaamheids- en sterkte-eisen gebruik van eventuele krimpreducerende toeslagstoffen die vermijden dat er meer ( 8 ) Bij een equivalente W/C-factor zal de krimp verhogen naarmate de cement- of waterhoeveelheid toeneemt [1, 7]. Een beperkte cementhoeveelheid verlaagt bovendien ook het risico op thermische krimp dat samenhangt met de ontwikkeling van de hydratatiewarmte. WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 1

11 t Temperatuur Plastische krimp Autogene krimp Drogingskrimp Afb. 19 Principes voor een ideale nabehandeling [1]. ± 1 dag Meerdere dagen Tijd Verstuivings- of rijpingsmembraan Verstuiving of rijping met water Waterdichte folie Elke waterverdamping vermijden Ervoor zorgen dat de capillaire poriën steeds gevuld zijn met water Vertragen of uitstellen van de drogingskrimp. De autogene krimp gaat verder op hetzelfde ritme als de hydratatie. water wordt toegevoegd dan nodig is voor de hydratatiereacties gebruik van een aangepaste en continue korrelverdeling met een beperkte hoeveelheid fijne stoffen. Voor meer informatie hieromtrent verwijzen we naar de Technische Voorlichting nr. 24 [14] en naar de Nederlandse norm NEN 85 [9]. Gerolde granulaten zorgen voor een goed verwerkbaar mengsel met een kleiner waterverbruik dan bij vergruisde granulaten (waardoor de krimp verder beperkt wordt). Gerolde granulaten worden evenwel steeds minder gebruikt omwille van bevoorradingsproblemen, hun lagere treksterkte en hogere uitzettingscoëfficiënt. Indien ze economisch verantwoord zijn, kunnen bepaalde recent ontwikkelde producten in zekere mate bijdragen tot de beperking van de krimp (vooral bij een HSB) ( 9 ). Bij toepassing van deze technieken dient men de invloed ervan op de andere (bv. mechanische) betoneigenschappen na te gaan. Om de autogene krimp te beperken, moet men erop toezien dat de capillaire poriën van ( 9 ) Verzadigde poreuze granulaten, superabsorberende polymeren [12]. het beton steeds gevuld zijn met water. Op deze manier wordt er een soort reservoir gevormd waaruit de chemische reacties water kunnen putten zonder het volume van de verse cementpasta aan te tasten. Om dit reservoir te creëren, kan men een waterverstuiving of rijping uitvoeren [11] Be p e r k i n g va n h e t s c h e u rv e r m o g e n o f va n d e g e v o l g e n e rva n Om het scheurvermogen te beperken, kan men : de vervormbaarheid van het jonge beton stimuleren de snelle ontwikkeling van de treksterkte bevorderen (invloed van de nabehandeling, zie verder) een te grote cementhoeveelheid in de betonsamenstelling vermijden om de thermische krimp te beperken en een sterke drogingskrimp op lange termijn tegen te gaan de overbrugging en spreiding van microscheurtjes bevorderen door gebruik te maken van wapening met een kleine diameter of van vezels die de spanningen beter wegnemen Beperking van de belastingen Door elke externe of interne mechanische belasting uit te sluiten, kan men de vrije ontwikkeling van vervormingen in de constructie bevorderen. In dit opzicht dient men de volgende zaken zoveel mogelijk te vermijden : mechanisch niet-onontbeerlijke verbindingen tussen de verschillende delen van het bouwwerk wrijving tussen de delen van het bouwwerk differentiële vervormingen tussen de delen van het bouwwerk (die bijvoorbeeld op verschillende tijdstippen gegoten zijn) differentiële droging van de delen van het bouwwerk (dit kan aanleiding geven tot differentiële krimp en bijgevolg buigspanningen). 3.7 Invloed van de nabehandeling Uit de verschillende rekenmethoden kan men i No r m e n-an t e n n e Dit artikel werd opgesteld in het kader van de NA 'Eurocodes' en de NA 'Beton-Mortel-Granulaten'. WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 11

12 niet onmiddellijk de invloed van de nabehandeling opmaken. De beschikbare proefresultaten leveren bovendien tegenstrijdige conclusies op voor wat betreft de eindwaarde van de totale krimp. Het gaat hier nochtans om een essentiële factor voor de bescherming van het beton. Door het tijdstip waarop het beton begint te drogen uit te stellen, kan men de sterkteontwikkeling optimaliseren en dit vooral in de betonhuid waar de droging maximaal is. Dankzij deze verhoogde sterkte zal het risico op scheurvorming verminderen van zodra de nabehandeling ten einde is. Een nabehandeling is vooral onontbeerlijk wanneer er strenge omgevingsvoorwaarden heersen (bv. wind, zon, vorst). Betonsamenstelligen die bepaalde cementsoorten bevatten, zijn bovendien uiterst gevoelig voor een nabehandeling. In afwachting van de norm NBN EN 1367 betreffende de uitvoering van betonconstructies, kan men katern 4 uit de WTCB-Dossiers nr. 24/1 Beton nabehandelen raadplegen dat onder meer aanbevelingen bevat omtrent de duur van de nabehandeling [12]. Afbeelding 19 (p. 11) geeft de principes weer voor een ideale nabehandeling. n * Literatuurlijst 1. Aïtcin P.-C., Acker P. en Neville A. Les différents types de retrait du béton. Parijs, LCPC, Bulletin des laboratoires des ponts et chaussées, nr. 215, American Association of State Highway and Transportation Officials AASHTO PP Standard practice for estimating the cracking tendency of concrete. Washington, AASHTO, American Society for Testing and Materials ASTM C Standard test method for determining age at cracking and induced tensile stress characteristics of mortar and concrete under restrained shrinkage. West Conshohocken, ASTM, Bureau voor normalisatie NBN EN Eurocode 2 : ontwerp en berekening van betonconstructies. Deel 1-1 : algemene regels en regels voor gebouwen. Brussel, NBN, Bureau voor normalisatie prnbn EN ANB Eurocode 2 : ontwerp en berekening van betonconstructies. Deel 1-1 : algemene regels en regels voor gebouwen. Brussel, NBN, Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving Scheurvorming door krimp en temperatuurwisseling in wanden. Gouda, CUR, CUR-Rapport nr. 85, ERMCO Statistics 27. Brussel, European Ready Mixed Concrete Industry, Nederlands Normalisatie-instituut NEN 85 Nederlandse aanvulling op NEN EN 26-1 Beton. Deel 1 : specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit. Delft, NEN, 2 e editie, Neville A. Propriétés des bétons. Parijs, Eyrolles, Parmentier B. en Vyncke J. Betonnen wanden en platen voor vloeistofdichte toepassingen. Ontwerp en uitvoering volgens Eurocode 2. Brussel, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, WTCB-Dossiers, nr. 4, Katern 8, Piérard J. en Dieryck V. De krimp van jong speciaal beton. Brussel, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, WTCB-Dossiers, nr. 2, Katern 2, Pollet V. en Jacobs J. Beton nabehandelen. Brussel, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, WTCB-Dossiers, nr. 1, Katern 4, Pollet V. en Vyncke J. Krimp- en kruipwaarden van beton. Berekening volgens de norm NBN B Brussel, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, WTCB-Tijdschrift, nr. 2, Van Breugel K., van der Veen C., Waalraven J. en Braam C. R. Betonconstructies onder temperatuur- en krimpvervormingen. s-hertogenbosch, Stichting BetonPrisma, Betonpraktijkreeks 2, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Cementgebonden bedrijfsvloeren. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting nr. 24, WTCB-Dossiers Nr. 2/29 Katern nr. 3 pagina 12

Vervormingseigenschappen

Vervormingseigenschappen Vervormingseigenschappen Betonconstructies kunnen niet uitsluitend worden ontworpen op druk- en treksterkte. Vervormingen spelen ook een belangrijke rol, vooral doorbuiging. Beheersing van de vervorming

Nadere informatie

SBRCURnet Project Autogene krimp van betonconstructies. Dag van Betontechnologie 30 maart 2017 Ton van Beek

SBRCURnet Project Autogene krimp van betonconstructies. Dag van Betontechnologie 30 maart 2017 Ton van Beek SBRCURnet Project Autogene krimp van betonconstructies Dag van Betontechnologie 30 maart 2017 Ton van Beek 1 Inhoud Autogene krimp Typen krimp Definitie Autogene krimp Wat is autogene krimp Definitie autogene

Nadere informatie

Uitvoering van betonconstructies: NBN EN 13670 en prnbn B 15-400 (ANB)

Uitvoering van betonconstructies: NBN EN 13670 en prnbn B 15-400 (ANB) Uitvoering van betonconstructies: NBN EN 13670 en prnbn B 15-400 (ANB) Betonstorten en nabehandeling ir. Bram Dooms Uitvoering van betonconstructies - 06/11/2013 - Pagina 1 Betonstorten en nabehandeling

Nadere informatie

Ultra Hogesterktebeton. Huidig onderzoek in. 1. Onderzoek? Onderzoek? ... Fase 1. ( ) 2010) Duurzaamheidsproeven. Fase 2 ( )

Ultra Hogesterktebeton. Huidig onderzoek in. 1. Onderzoek? Onderzoek? ... Fase 1. ( ) 2010) Duurzaamheidsproeven. Fase 2 ( ) Ultra Hogesterktebeton In samenwerking met: Huidig onderzoek in België van WTCB en VUB ir. Niki Cauberg, WTCB ir. Julie Piérard, WTCB Technologisch Adviseurs Druksterkterange 120 250 N/mm², zeer hoge duurzaamheid,

Nadere informatie

Regels voor de goede uitvoering van beton. ir. Bram Dooms

Regels voor de goede uitvoering van beton. ir. Bram Dooms Regels voor de goede uitvoering van beton ir. Bram Dooms 1 Context Normen betreffende Betonconstructies NBN EN 1990 (Eurocode) Ontwerp Grondslagen van het constructief ontwerp NBN EN 1992 (Eurocode 2)

Nadere informatie

Beton. HST 8 verharding.

Beton. HST 8 verharding. HST 8. 1. Wat is het verschil tussen bindingstijd en verhardingstijd van beton? Bindingstijd: de tijd die nodig is om de boel te binden (dat alles aan elkaar hecht en dat het nog verwerkbaar is). Verhardingstijd:

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Beton in de kist

Hoofdstuk 4: Beton in de kist Hoofdstuk 4: Beton in de kist Horizontale speciedruk Gewogen rijpheid Temperatuurbeheersing Nabehandeling Ontkisten 1 Horizontale speciedruk op bekisting Hydrostatisch drukverloop Reactie cement met water

Nadere informatie

Cement en water vormen cementlijm

Cement en water vormen cementlijm Nabehandelen De nazorg van vers gestort betonwerk wordt nabehandelen genoemd. Doel van het nabehandelen is om het water in het verhardende beton vast te houden en niet te laten verdampen. De kwaliteit

Nadere informatie

De technologie van waterdicht beton

De technologie van waterdicht beton 1 Waterdichtheid afhankelijk van materiaaleigenschappen, scheuren en voegen De technologie van waterdicht beton Is beton waterdicht? In de praktijk wel, zo bewijzen vele woonarken met betonnen casco in

Nadere informatie

Een nieuw norm over de uitvoering van betonconstructies. ir. Vinciane Dieryck

Een nieuw norm over de uitvoering van betonconstructies. ir. Vinciane Dieryck Een nieuw norm over de uitvoering van betonconstructies ir. Vinciane Dieryck 1 1. Context 2. Beheer van de uitvoering 3. Bekistingen 4. Betonstorten 5. Nabehandeling en bescherming 6. Toleranties 7. Conclusies

Nadere informatie

Aanbevelingen voor DE BOUW VAN WATERZUIVERINGSINSTALLATIES IN BETON

Aanbevelingen voor DE BOUW VAN WATERZUIVERINGSINSTALLATIES IN BETON Aanbevelingen voor DE BOUW VAN WATERZUIVERINGSINSTALLATIES IN BETON Aanbevelingen voor DE BOUW VAN WATERZUIVERINGSINSTALLATIES IN BETON ir. Claude PLOYAERT Raadgevend ingenieur Vertaling : prof.dr.ir.

Nadere informatie

MIX DESIGN MIX PROPORTIONING. BEKISTINGEN ONTWERP EN UITVOERING partim BETONSAMENSTELLING. Peter Minne

MIX DESIGN MIX PROPORTIONING. BEKISTINGEN ONTWERP EN UITVOERING partim BETONSAMENSTELLING. Peter Minne BEKISTINGEN ONTWERP EN UITVOERING partim BETONSAMENSTELLING Peter Minne INHOUD - Eisen gesteld aan het beton - Samenstelling van de betonstructuur - Van eisen naar samenstelling - Het gebruik van software

Nadere informatie

Holle vloerplaten van spanbeton. Holle vloerplaten zijn onmisbaar bij het ontwerpen van een modern huis!

Holle vloerplaten van spanbeton. Holle vloerplaten zijn onmisbaar bij het ontwerpen van een modern huis! Holle vloerplaten van spanbeton Holle vloerplaten zijn onmisbaar bij het ontwerpen van een modern huis! 1. Algemeen Betonnen vloeren, die men holle vloerplaten noemt, zijn tegenwoordig onmisbare elementen

Nadere informatie

SEC bvba Ten Bosse 106 9800 Deinze Tel. 09/380.25.88 Fax. 09/380.25.95 Waterdichtheid van betonnen kelders (02/01/2007)

SEC bvba Ten Bosse 106 9800 Deinze Tel. 09/380.25.88 Fax. 09/380.25.95 Waterdichtheid van betonnen kelders (02/01/2007) Ten Bosse 106 9800 Deinze Tel. 09/380.25.88 Fax. 09/380.25.95 Waterdichtheid van volledig ter plaatse gestorte betonnen kelders Normen Sedert november 2006 is deel 3 van Eurocode 2 van kracht als Belgische

Nadere informatie

4. Fysische en mechanische eigenschappen

4. Fysische en mechanische eigenschappen 4.1 Uiterlijk en structuur De structuur van cellenbeton wordt bepaald door de aanwezigheid van een groot aantal uiterst kleine cellen. Cellenbeton wordt in verschillende volumemassa s vervaardigd, variërend

Nadere informatie

Oppervlakkige vorstschade aan beton: Invloed van het cementtype

Oppervlakkige vorstschade aan beton: Invloed van het cementtype : Invloed van het cementtype ir. Bram Dooms Labo Betontechnologie Concrete Day 2014-16 oktober 2014 - Nr.1 0. Inhoud 1. Toepassingsgebied 2. Schademechanismen 3. Bestaande richtlijnen 4. Resultaten onderzoeksproject

Nadere informatie

Bijscholing betontechnologie 7 november 2014. Jaap van Eldik, Senior Betontechnologisch Adviseur Mebin B.V.

Bijscholing betontechnologie 7 november 2014. Jaap van Eldik, Senior Betontechnologisch Adviseur Mebin B.V. Bijscholing betontechnologie Jaap van Eldik, Senior Betontechnologisch Adviseur Mebin B.V. Onderwerpen Beton Regelgeving Sterkteklassen Milieuklassen Rekenvoorbeeld Sterkteontwikkeling Krimpgedrag Beton

Nadere informatie

Door palen naast elkaar uit te voeren, is het mogelijk om een wand te vormen die dienstdoet als beschoeiing (zie afbeelding 1).

Door palen naast elkaar uit te voeren, is het mogelijk om een wand te vormen die dienstdoet als beschoeiing (zie afbeelding 1). Infofiche 56.4 Palenwanden. Type 2 : Naast elkaar geplaatste palen die elkaar raken (tangenspalenwanden) Verschenen : juli 2012 Deze Infofiche over palenwanden van het type 2 waarbij de palen naast elkaar

Nadere informatie

Betonsterkte in de praktijk

Betonsterkte in de praktijk thema 1 Toelichting op Stufib/Stutech-rapport Betonsterkte vs. Duurzaamheid Betoniek 15/20 In Betoniek 15/20 Living apart together gaat het net als dit Cementartikel over de samenwerking tussen constructeur,

Nadere informatie

BEREKENING SCHEURKANSEN VOOR VERHARDENDE BETONNEN ELEMENTEN

BEREKENING SCHEURKANSEN VOOR VERHARDENDE BETONNEN ELEMENTEN BEREKENING SCHEURKANSEN VOOR VERHARDENDE BETONNEN ELEMENTEN MSc. H.W.M. van der Ham Dr. E.A.B. Koenders Prof. Dr. K. van Breugel DIANA Ontwikkelings Verening Technische lezingen 31 oktober 26 Presenting

Nadere informatie

Berekenen scheurvorming in de praktijk. Casus van SBRCURnet-commissie legt grote verschillen bloot in berekeningsmethoden scheurvorming

Berekenen scheurvorming in de praktijk. Casus van SBRCURnet-commissie legt grote verschillen bloot in berekeningsmethoden scheurvorming Casus van SBRCURnet-commissie legt grote verschillen bloot in berekeningsmethoden scheurvorming Berekenen SBRCURnet-commissie In de SBRCURnet-commissie hebben zitting: - Hans Galjaard, Volker InfraDesign,

Nadere informatie

Pascale De Kesel Caroline Ladang m.m.v. Koen De Rycke

Pascale De Kesel Caroline Ladang m.m.v. Koen De Rycke CL1 De toepassing van projectbeton bij de bouw van de Deurganckdoksluis Pascale De Kesel Caroline Ladang m.m.v. Koen De Rycke 15-10-2015 Vlaamse Overheid - TOD AMS Slide 1 CL1 Caroline Ladang; 29/01/2015

Nadere informatie

Betonsterkte vs. Duurzaamheid

Betonsterkte vs. Duurzaamheid Oorzaak en gevolg vs. Duurzaamheid De aanleiding : Vaste commissie in situ Cur vc12 voorschriftenbetontechnologie Stufib en Stutech Stufib rapport 20 (studiecel 18) te downloaden www.stufib.nl Ab van den

Nadere informatie

ZVB wandenvoor bergingsmodules cat. A afval

ZVB wandenvoor bergingsmodules cat. A afval ZVB wandenvoor bergingsmodules cat. A afval Inhoudsopgave Context Ontwikkeling zelf-verdichtende betonmengsels Adiabatische metingen Basis mechanische eigenschappen Krimp en verhinderde krimp Conclusies

Nadere informatie

Aandachtspunten voor ontwerp, ondersteuningsconstructies en planning

Aandachtspunten voor ontwerp, ondersteuningsconstructies en planning Bekistingen Inleiding Aandachtspunten voor ontwerp, ondersteuningsconstructies en planning ir. Niki Cauberg, WTCB Technologisch Adviseur niki.cauberg@bbri.be Inleiding: basisaspecten Bekistingsontwerp

Nadere informatie

Dimensionale toleranties op betonconstructies

Dimensionale toleranties op betonconstructies Dimensionale toleranties op betonconstructies Jörg Wijnants Afdeling Technisch Advies WTCB NBN EN 13670 en prnbn B15-400: Toleranties 06/11/2013 - Pagina 1 Inleiding Bij de bepaling van de toleranties

Nadere informatie

Deurganckdoksluis Murielle Reyns 6 maart 2015

Deurganckdoksluis Murielle Reyns 6 maart 2015 Deurganckdoksluis Murielle Reyns 6 maart 2015 Vlaamse Overheid - TOD AMS Deurganckdoksluis 1. Zwel Boomse klei 2. Projectbeton ZWEL BOOMSE KLEI Zwel Boomse klei Typerende lagenopbouw Slappe bovenlagen

Nadere informatie

c u R civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving rapport 128 koelen van beton

c u R civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving rapport 128 koelen van beton c u R civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving rapport 128 koelen van beton koelen van beton ONDERZOEK UITGEVOERD DOOR: INSTITUUT TNO VOOR BOUWMATERIALEN EN BOUWCONSTRUCTIES De CUR en

Nadere informatie

Wanneer is beton waterdicht?

Wanneer is beton waterdicht? thema Het ontstaan, voorkomen en herstellen van scheuren in beton Wanneer is beton waterdicht? In de praktijk worden veel betonconstructies gerealiseerd die waterdicht moeten zijn, zoals kelders, tunnels

Nadere informatie

1 Technologie SCHEURVORMING BEPERKEN : NOODZAKELIJKE VOORWAARDE VOOR DUURZAAM BETON

1 Technologie SCHEURVORMING BEPERKEN : NOODZAKELIJKE VOORWAARDE VOOR DUURZAAM BETON SCHEURVORMING BEPERKEN : NOODZAKELIJKE VOORWAARDE VOOR DUURZAAM BETON TECHNOLOGIE NOVEMBER 2010 BBSfB Ef2 (F47) Hydratatie en krimpmechanismen Waterafscheiding ( bleeding ) Plastische krimp Autogene krimp

Nadere informatie

Cementgebonden afstandhouders in een betonconstructie met een ontwerplevensduur van 100 jaar

Cementgebonden afstandhouders in een betonconstructie met een ontwerplevensduur van 100 jaar Cementgebonden afstandhouders in een betonconstructie met een ontwerplevensduur van 100 jaar Bedrijf: Researcher: Stoter Beton B.V. Dhr. R. Beumer Spoorstraat 29 8084 HW 't Harde Ing. H.W. Corporaal, MICT

Nadere informatie

Verantwoord dilateren met nieuwe dilatatietool. Prof. ir-arch. D.R.W. Martens

Verantwoord dilateren met nieuwe dilatatietool. Prof. ir-arch. D.R.W. Martens Verantwoord dilateren met nieuwe dilatatietool Prof. ir-arch. D.R.W. Martens overzicht Waarom dilateren? Gangbare praktijk Waarom nieuwe dilatatietool? Uitgangspunten Opportuniteiten met dilatatietool

Nadere informatie

Webinar - Betonica. 26 april ir. V. Pollet ir V. Dieryck WTCB/CSTC

Webinar - Betonica. 26 april ir. V. Pollet ir V. Dieryck WTCB/CSTC Webinar - Betonica 26 april 2011 De norm NBN EN 13670 Een nieuwe norm betreffende de uitvoering van betonconstructies ir. V. Pollet ir V. Dieryck WTCB/CSTC De norm NBN EN 13670 Belgische nationale bijlage

Nadere informatie

BUtgb Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw Lid van UEAtc en van EOTA

BUtgb Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw Lid van UEAtc en van EOTA BUtgb Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw Lid van UEAtc en van EOTA Technische goedkeuring Sector burgerlijke bouwkunde Goedkeuringsleidraad nr. G0011 BESCHERMING VAN DE WAPENING IN

Nadere informatie

Ultra Hoge Sterkte. Julie Piérard, Niki Cauberg. Een innovatie op betontechnologisch vlak

Ultra Hoge Sterkte. Julie Piérard, Niki Cauberg. Een innovatie op betontechnologisch vlak 4 th Concrete Innovation Forum 14 februari 2011, Heusden-Zolder Ultra Hoge Sterkte Beton (UHSB): Een innovatie op betontechnologisch vlak Julie Piérard, Niki Cauberg Wetenschappelijk en Technisch Centrum

Nadere informatie

Vorst-dooiweerstand van betonverhardingen: theorie en praktische voorbeelden

Vorst-dooiweerstand van betonverhardingen: theorie en praktische voorbeelden Vorst-dooiweerstand van betonverhardingen: theorie en praktische voorbeelden ir. Luc Rens FEBELCEM Raadgevend ingenieur l.rens@febelcem.be dr. ir. Anne Beeldens OCW Onderzoeker a.beeldens@brrc.be CONCRETE

Nadere informatie

Contopp Versneller 10 Compound 6

Contopp Versneller 10 Compound 6 DIN EN 13813 Screed material and floor screeds - Screed materials - Properties and requirements Contopp Versneller 10 To e p a s s i n g s g e b i e d e n Contopp Versneller 10 is een pasteuze hulpstof,

Nadere informatie

KRIMP IN JONG VERHARDEND BETON

KRIMP IN JONG VERHARDEND BETON KRIMP IN JONG VERHARDEND BETON De relatief korte overgang van betonspecie 'war verhard beton is een kritieke fase waarin de duurzame eigenschappen van het materiaal geleidelijk tot ontwikkeling komen.

Nadere informatie

Bijscholing docenten 7 nov. 14

Bijscholing docenten 7 nov. 14 Bijscholing docenten 7 nov. 14 Zelfverdichtend beton (ZVB) Zelfverdichtend beton is zo vloeibaar dat het zonder verdichten een bekisting, met een dicht wapeningsnet volledig kan vullen en ontluchten. De

Nadere informatie

aantasting van beton door vorst en dooizouten

aantasting van beton door vorst en dooizouten aantasting van beton door vorst en dooizouten Kenmerkend voor de Belgische winters zijn de veelvuldige afwisselingen van vriezen en dooien. Deze cyclische temperatuurschommelingen zijn zeer belastend voor

Nadere informatie

Productinformatieblad

Productinformatieblad Krimparme gietmortel Five Star 190 voor het ondergieten van staalconstructies en betonelementen. Deze mortel voldoet aan CUR-Aanbeveling 24 en waar van toepassing aan NEN-EN 206-1. Unieke formule, bouwt

Nadere informatie

De minimale nabehandelingsduur kan bepaald worden aan de hand van volgende criteria

De minimale nabehandelingsduur kan bepaald worden aan de hand van volgende criteria Het nabehandelen van jong beton is een beschermingsmaatregel tegen de vroegtijdige uitdroging ervan. Het bestaat erin het beton af te schermen tegen atmosferische invloeden. Dit is noodzakelijk opdat het

Nadere informatie

Dakelementen (TT) in voorgespannen beton. Willy Naessens 75

Dakelementen (TT) in voorgespannen beton. Willy Naessens 75 Dakelementen (TT) in voorgespannen beton Willy Naessens 75 Algemene beschrijving Waarom TT-dakelementen kiezen De TT-dakelementen in voorgespannen beton worden gevormd door 3 ribben met een tussenafstand

Nadere informatie

Productinformatieblad

Productinformatieblad Krimparme Ondersabelings- en Troffelmortel Five Star 180 voor het onderstoppen van staalconstructies en betonelementen. Deze mortel voldoet aan CUR-Aanbeveling 24 en waar van toepassing aan NEN-EN 206-1.

Nadere informatie

Thermische isolatie van bestaande platte daken

Thermische isolatie van bestaande platte daken Thermische isolatie van bestaande platte daken In onze maatschappij gaat steeds meer aandacht naar energiebesparingen, milieubescherming en comfort, wat een doordachte thermische isolatie van de gebouwschil

Nadere informatie

Technische aandachtspunten bij gebruik van vezelversterkt beton

Technische aandachtspunten bij gebruik van vezelversterkt beton 10 sept Gebruiken van vezelversterkt beton Technische aandachtspunten bij gebruik van vezelversterkt beton ir. Niki Cauberg Technologisch Adviseur niki.cauberg@bbri.be Veel mogelijkheden om vezelversterkt

Nadere informatie

Zelfverdichtend beton: Normalisatie, rekenmodellen en kwaliteitsborging

Zelfverdichtend beton: Normalisatie, rekenmodellen en kwaliteitsborging Zelfverdichtend beton: Normalisatie, rekenmodellen en kwaliteitsborging Traditioneel.... [ versus ].... Zelfverdichtend wn.com wikipedia.com Grote vloeibaarheid Grote vervormbaarheid Minder arbeidsintensief

Nadere informatie

Infofiche 56.3 Palenwanden. Type 1 : in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand)

Infofiche 56.3 Palenwanden. Type 1 : in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand) Infofiche 56.3 Palenwanden. Type 1 : in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand) Verschenen : juli 2012 Deze Infofiche over palenwanden van het type 1 waarbij de palen in elkaar geplaatst worden, is essentieel

Nadere informatie

Belang van goede hechting bij betonherstel. Prof. dr. ir. Stijn Matthys dr. ir. Elke Gruyaert

Belang van goede hechting bij betonherstel. Prof. dr. ir. Stijn Matthys dr. ir. Elke Gruyaert Belang van goede hechting bij betonherstel Prof. dr. ir. Stijn Matthys dr. ir. Elke Gruyaert Vakgroep Bouwkundige Constructies FEREB studiedag 05/02/2015 Belang van goede hechting bij betonherstel Introductie

Nadere informatie

Alkali-silica-reactie (A.S.R.) een exotische ziekte?

Alkali-silica-reactie (A.S.R.) een exotische ziekte? Alkali-silica-reactie (A.S.R.) een exotische ziekte? 1. Wat is A.S.R.? A.S.R. is een expansieve reactie tussen alkaliën in het beton, water en reactief silica (mineraal) dat in het toeslagmateriaal voorkomt.

Nadere informatie

Nummer K/ Vervangt K/ Uitgegeven d.d. Geldig tot Pagina 1 van 5. Kelderwanden van staalvezelbeton

Nummer K/ Vervangt K/ Uitgegeven d.d. Geldig tot Pagina 1 van 5. Kelderwanden van staalvezelbeton KOMO attest Nummer K/ Vervangt K/ Uitgegeven 2016- d.d. Geldig tot 2021- Pagina 1 van 5 Naam VERKLARING VAN CI Dit attest is op basis van BRL 2353 "" d.d. 2011-01-31, inclusief wijzigingsblad d.d. 2016-03-16

Nadere informatie

Scheurvorming in jong beton

Scheurvorming in jong beton Scheurvorming in jong beton Scheurtjes in beton zijn niet direct reden voor ongerustheid. Sterker nog, wapeningsstaal in beton kan zijn werk pas doen als er enige scheurvorming in het beton is opgetreden.

Nadere informatie

beton voor bedrijfsvloeren

beton voor bedrijfsvloeren ABT staat voor voegloze bedrijfsvloeren, zonder beperkingen. In het principe van voegloos ontwerpen (zie ook de flyer voegloze vloeren ) is het beperken van de krimp één van de belangrijkste aspecten.

Nadere informatie

NBN EN 13670 en prnbn B15-400. Uitvoering van Betonconstructies

NBN EN 13670 en prnbn B15-400. Uitvoering van Betonconstructies NBN EN 13670 en prnbn B15-400 Uitvoering van Betonconstructies Bekisting en ontkistingstermijnen Michel Denayer NBN EN 13670 Inhoudstafel NBN EN 13670 1. Toepassingsgebied 2. Normverwijzingen Bijlagen

Nadere informatie

Een nieuwe norm NBN B : Welke impact voor de aannemer?

Een nieuwe norm NBN B : Welke impact voor de aannemer? Een nieuwe norm NBN B 15-001 : Welke impact voor de aannemer? ir. Julie Piérard & ir. Valérie Pollet Evolutie van het normatieve kader 2014 EN 206 (+A1:2016) 2012 NBN B15-001 2017 prnbn B15-001 Welke veranderingen

Nadere informatie

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B Brussel Tel.: +32 (0) Fax : +32 (0)

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B Brussel Tel.: +32 (0) Fax : +32 (0) PROBETON vzw Beheersorganisme voor de controle van de betonproducten PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be TECHNISCHE

Nadere informatie

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be PROBETON vzw Beheersorganisme voor de controle van de betonproducten PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be TECHNISCHE

Nadere informatie

Concrete Day. 8 December 2011

Concrete Day. 8 December 2011 Ontwerp van aanbevelingen met betrekking tot het voorschrijven van zichtbeton. Carine Callandt - Johan Baeten Concrete Day 8 December 2011 Inleiding Het buitenoppervlak van beton werd lang meestal overdekt

Nadere informatie

05-11-12. Gedrag bij brand van staal-beton vloersystemen. Eenvoudige ontwerpmethode. Doel of van de ontwerpmethode. Inhoud van de presentatie

05-11-12. Gedrag bij brand van staal-beton vloersystemen. Eenvoudige ontwerpmethode. Doel of van de ontwerpmethode. Inhoud van de presentatie 05-11-1 Doel of van de Gedrag van staal-beton vloersystemen Achtergrond van de eenvoudige Inhoud van de presentatie Achtergrond van de eenvoudige van gewapend betonplaten bij 0 C Vloerplaatmodel Bezwijkvormen

Nadere informatie

Materiaalkunde tentamen

Materiaalkunde tentamen Materiaalkunde tentamen Dit tentamen is met veel moeite een keertje uitgetypt door mij. Waarschijnlijk heb je er wel iets aan. Mocht je nu ook een keer zo gek zijn om een tentamen een keer uit te typen;

Nadere informatie

Examen Betontechnoloog BV

Examen Betontechnoloog BV Examen Betontechnoloog BV Vragen en antwoorden cursusseizoen 2013/2014 Vraag 1 (14 scorepunten) Een betonsamenstelling met cement CEM III/B 42,5 N moet voldoen aan de volgende eisen: - sterkteklasse C30/37;

Nadere informatie

Afb. 1 Monolithische cementgebonden

Afb. 1 Monolithische cementgebonden Bedrijfshallen en werkplaatsen worden vaak voorzien van een monolithische cementgebonden bedrijfsvloer. Hoewel er zich bij de uitvoering en het gebruik van dit vloertype zelden moeilijkheden voordoen,

Nadere informatie

Hout. Houteigenschappen 2013/12

Hout. Houteigenschappen 2013/12 2013/12 Hout Houteigenschappen Hout is een natuurproduct. Elke houtsoort heeft zijn eigen unieke eigenschappen. Deze eigenschappen kunnen echter per soort enigszins variëren. Om tot optimaal gebruik en

Nadere informatie

Steven Schaerlaekens Technical Support Manager Holcim België n.v. Lid Technische Commissie FedBeton Lid Commissie E104 voor FedBeton

Steven Schaerlaekens Technical Support Manager Holcim België n.v. Lid Technische Commissie FedBeton Lid Commissie E104 voor FedBeton Steven Schaerlaekens Technical Support Manager Holcim België n.v. Lid Technische Commissie FedBeton Lid Commissie E104 voor FedBeton Evolutie van de normen ivm beton voor funderingen Principe uitvoering

Nadere informatie

De trekproef. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. Principe. Bepalen van materiaaleigenschappen

De trekproef. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. Principe. Bepalen van materiaaleigenschappen De trekproef Principe Materiaal inklemmen tussen klemmen welke met een constante snelheid uit elkaar bewegen Hoe belangrijk is het om materiaaleigenschappen te kennen? Uitvoering: volgens genormaliseerde

Nadere informatie

Hygroscopische eigenschappen

Hygroscopische eigenschappen 2013/12 Hout Hygroscopische eigenschappen Hout en vocht Hout is een natuurproduct dat na droging en verwerking gevoelig blijft voor vocht. Dit betekent dat het kan uitzetten en krimpen. Gebeurt dit ongelijkmatig,

Nadere informatie

Rekenregels vvuhsb; een voorzet

Rekenregels vvuhsb; een voorzet 23 Juni 2011 Ir. P.C. van Hennik Ing. P.P.F. van Rijen Rekenregels vvuhsb; een voorzet Inhoudsopgave CAE Nederland B.V. Introductie Praktijk voorbeelden Het materiaal (samenstelling & eigenschappen) Rekenen:

Nadere informatie

VABOR. Bepaling druksterkte betonconstructies september 12. Bepaling van de druksterkte van bestaande betonnen constructies. Doel van het onderzoek

VABOR. Bepaling druksterkte betonconstructies september 12. Bepaling van de druksterkte van bestaande betonnen constructies. Doel van het onderzoek 1 VABOR Bepaling van de druksterkte van bestaande betonnen constructies Doel van het onderzoek Controle van de geleverde betonkwaliteit Hoe kan op basis van de resultaten van drukproeven op boorkernen

Nadere informatie

Zelfverdichtend beton Materiaal ten dienste van de aannemer

Zelfverdichtend beton Materiaal ten dienste van de aannemer 1 Zelfverdichtend beton Materiaal ten dienste van de aannemer Dr. ir. arch Petra Van Itterbeeck & ir. Julie Piérard [ Inhoud ] van de presentatie... 1. Normatief kader 2. Verse betoneigenschappen 3. Voorschrijven

Nadere informatie

Metselen met natte of droge stenen? Experimentele bepaling van watertransport tussen voeg en baksteen

Metselen met natte of droge stenen? Experimentele bepaling van watertransport tussen voeg en baksteen Metselen met natte of droge stenen? Experimentele bepaling van watertransport tussen voeg en baksteen Roel Hendrickx, Koenraad Van Balen, Dionys Van Gemert, Staf Roels Mooi bedacht, nuttig toegepast Brussel,

Nadere informatie

FLEXIDAL RUBBER Bosstraat 20 9880 AALTER

FLEXIDAL RUBBER Bosstraat 20 9880 AALTER Akoestische rubberstrips Acoustrip730 10 mm zacht type technische fiche: klik hier Stywall S10 ADM 10 mm hard type technische fiche: klik hier Stywall AD 6 mm hard type technische fiche: klik hier Stywall

Nadere informatie

Bouwen in Beton BOUBIBdc1. Scheurvorming in beton Docent: M.Roos

Bouwen in Beton BOUBIBdc1. Scheurvorming in beton Docent: M.Roos Bouwen in Beton BOUBIBdc1 Scheurvorming in beton Docent: M.Roos Scheurvorming Toetsing scheurwijdte Stromingschema scheurwijdte Scheurvorming Op buiging belaste gewapende betonelementen scheuren onder

Nadere informatie

TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL)

TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL) TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL) Oefening vakcode 226073 Let op: Kies voor iedere vraag slechts één antwoord. Kies het beste of enig juiste antwoord. Antwoorden aankruisen op het

Nadere informatie

Lastenboektekst ULTRA FAST TRACK

Lastenboektekst ULTRA FAST TRACK Lastenboektekst ULTRA FAST TRACK Het doel van de aanneming is mede, bij de herstelling van wegvakken, de ingebruikname van cementbetonverhardingen te verkorten tot 36 uur na de aanleg door gebruik te maken

Nadere informatie

Modelleren van jong staalvezelversterkt onderwaterbeton met DIANA

Modelleren van jong staalvezelversterkt onderwaterbeton met DIANA www.abt.eu Modelleren van jong staalvezelversterkt onderwaterbeton met DIANA ir. Kris Riemens - ABT Inhoud Introductie Aanpak Beschrijving van het DIANA model - geometrie en mesh - materiaaleigenschappen

Nadere informatie

Krimpvervorming - Verschijningsvormen en oorzaken

Krimpvervorming - Verschijningsvormen en oorzaken Laskennis opgefrist (nr. 4) Krimpvervorming - Verschijningsvormen en oorzaken Figuur 1: Doordieping (bukkeling) van de staalplaat tussen de verticale en horizontale verstijvingsprofielen ten gevolge van

Nadere informatie

Funderingen. Willy Naessens 7

Funderingen. Willy Naessens 7 Funderingen Willy Naessens 7 1. Funderingen op staal of volle grond Inleiding Aanzet van funderingen op draagkrachtige grond op geringe diepte. Hier kan men een onderscheid maken tussen prefab funderingen

Nadere informatie

P Inleiding tot bestekteksten, plaatsingsvoorschriften en uitvoeringsdetails

P Inleiding tot bestekteksten, plaatsingsvoorschriften en uitvoeringsdetails vloerplaten 65 P.3.0.12 Inleiding tot bestekteksten, plaatsingsvoorschriften en uitvoeringsdetails De plaatsingsvoorschriften en uitvoeringsdetails in deze documentatie zijn enkel bedoeld als handleiding

Nadere informatie

thema Eindige-elementenmethode én vereenvoudigde rekenmethode bieden inzicht in scheurvorming in beton Voorspellen en beheersen scheurvorming

thema Eindige-elementenmethode én vereenvoudigde rekenmethode bieden inzicht in scheurvorming in beton Voorspellen en beheersen scheurvorming thema 1 Eindige-elementenmethode én vereenvoudigde rekenmethode bieden inzicht in scheurvorming in beton Voorspellen en beheersen scheurvorming 30 1 016 Voorspellen en beheersen scheurvorming ir. Bianca

Nadere informatie

BETON MET GERECYCLEERDE GRANULATEN EVOLUTIES & VOORBEELDEN

BETON MET GERECYCLEERDE GRANULATEN EVOLUTIES & VOORBEELDEN BETON MET GERECYCLEERDE GRANULATEN EVOLUTIES & VOORBEELDEN Ir. Jeroen Vrijders Labo Duurzame Ontwikkeling 2009-2011 100% vervanging 2014 EN 206 2016 (?) NBN B15-001 1988 Berendrechtsluis 1999 RecyHouse

Nadere informatie

Maatregelen ter preventie van Alkali-Silica Reactie (ASR)

Maatregelen ter preventie van Alkali-Silica Reactie (ASR) Maatregelen ter preventie van Alkali-Silica Reactie (ASR) Steven Schaerlaekens Technical Support Manager Holcim België Lid van de Commissie E104 Voor FedBeton Agenda 1 Wat is ASR? 2 Achtergrond bij de

Nadere informatie

Een nieuwe norm ter bepaling van de sneeuwbelasting : NBN EN

Een nieuwe norm ter bepaling van de sneeuwbelasting : NBN EN In België komen slechts zelden lange sneeuwperioden voor, en al zeker niet ten noorden en ten oosten van de Samber- en Maasvallei. De mogelijke gevolgen van sneeuwval dringen doorgaans pas tot ons door

Nadere informatie

INGENIEURSPROJECT II. Professor G. De Schutter Professor K. Lesage

INGENIEURSPROJECT II. Professor G. De Schutter Professor K. Lesage INGENIEURSPROJECT II Professor G. De Schutter Professor K. Lesage 1 Dit document is opgesteld naar aanleiding van uw aanvraag van levering en advies. In wat volgt vindt u de door ons geadviseerde betonsamenstelling

Nadere informatie

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 200

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 200 PROBETON Vereniging zonder winstoogmerk beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Aarlenstraat 53 B9 1040 BRUSSEL Tel. (02) 237.60.20 Fax (02) 735.63.56 email : mail@probeton.be website :

Nadere informatie

BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit

BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE DRAAD met hoge ductiliteit OCBS Vereniging zonder winstoogmerk Keizerinlaan 66 B 1000 BRUSSEL www.ocab-ocbs.com TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 302 Herz. 7 2015/6 PTV 302/7 2015 BETONSTAAL GERIBDE en GEDEUKTE STAVEN GERIBDE en GEDEUKTE

Nadere informatie

weglaten van de grove granulaten en het gebruik van fijn zand met een maximale korrelgrootte

weglaten van de grove granulaten en het gebruik van fijn zand met een maximale korrelgrootte De betonwereld staat niet stil. Ze wordt de laatste jaren als het ware voortgestuwd door de snelle hulpstoffenevolutie, met sterk variërende samenstellingen en prestaties tot gevolg. De huidige betontechnologie

Nadere informatie

Toleranties op zicht- en sierbeton

Toleranties op zicht- en sierbeton Toleranties op zicht- en sierbeton Dimensionale toleranties en kleurverschillen Jörg Wijnants Afdeling Technisch Advies WTCB 1 Inleiding 2 Inleiding In februari 2010 verscheen de Europese norm NBN EN 13670

Nadere informatie

BETONSTAAL MECHANISCHE VERBINDINGEN VAN BETONSTAAL

BETONSTAAL MECHANISCHE VERBINDINGEN VAN BETONSTAAL OCBS Vereniging zonder winstoogmerk Keizerinlaan 66 B 1000 BRUSSEL www.ocab-ocbs.com TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 309 Herz. 0 2014/9 PTV 309/0 2014 BETONSTAAL MECHANISCHE VERBINDINGEN VAN BETONSTAAL HERZIENING

Nadere informatie

Wapeningscorrosie door de carbonatatie van beton voorkomen

Wapeningscorrosie door de carbonatatie van beton voorkomen De duurzaamheid van beton maakt al verschillende jaren het voorwerp uit van diverse onderzoeksprojecten van het WTCB en het OCCN ( 1 ). Aangezien wapeningscorrosie op wereldschaal de voornaamste schadeoorzaak

Nadere informatie

IJZERVLECHTEN. Cursuscode: 0002/C/07 Uitgave: Juni 03. Deze cursus is eigendom van de VDAB. PS artikelnummer: 29.048 Wettelijk Depot: D2003/5535/263

IJZERVLECHTEN. Cursuscode: 0002/C/07 Uitgave: Juni 03. Deze cursus is eigendom van de VDAB. PS artikelnummer: 29.048 Wettelijk Depot: D2003/5535/263 111 Cursuscode: 0002/C/07 Uitgave: Juni 03 PS artikelnummer: 29.048 Wettelijk Depot: D2003/5535/263 3535351 Deze cursus is eigendom van de VDAB 2 INHOUDSOPGAVE 1. Gewapend beton blz. 4 2. Soorten ijzer

Nadere informatie

Stabiliteit Funderingszolen/-stroken in ongewapend en gewapend beton

Stabiliteit Funderingszolen/-stroken in ongewapend en gewapend beton Engineering Projectmanagement Graphic design CMS - Webdesign Middelstraat 8 1785 Merchtem België Tel. +32(0)52 37 04 35 info@stabiton.net www.stabiton.net Versie: 2010-01-04 Bijzonder bestek Stabiliteit

Nadere informatie

Steven Schaerlaekens Technical Support Manager Holcim België n.v. Claude Ployaert Concrete Technology Engineer Inter-Beton

Steven Schaerlaekens Technical Support Manager Holcim België n.v. Claude Ployaert Concrete Technology Engineer Inter-Beton Steven Schaerlaekens Technical Support Manager Holcim België n.v. Claude Ployaert Concrete Technology Engineer Inter-Beton Leden van de Commissie E104 voor FedBeton Hoe beton specifiëren volgens de nieuwe

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 9205

Wijzigingsblad BRL 9205 Wijzigingsblad BRL 9205 Duikerelementen van gewapend beton 14 maart 2014 Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door College van Deskundigen Constructief Beton d.d. [dd maand jjjj]

Nadere informatie

DUURZAAM BETON DOOR BEHEERSING VAN DE WATERABSORPTIE

DUURZAAM BETON DOOR BEHEERSING VAN DE WATERABSORPTIE DUURZAAM BETON DOOR BEHEERSING VAN DE WATERABSORPTIE technologie NOVEMBER 2009 BB/SfB f2 (L33) WateraBsorptie door onderdompeling eisen volgens de normen absorptie door onderdompeling en Watergehalte van

Nadere informatie

DAKELEMENTEN (TT) IN VOORGESPANNEN BETON

DAKELEMENTEN (TT) IN VOORGESPANNEN BETON 5 DAKELEMENTEN (TT) IN VOORGESPANNEN BETON Dakelementen in voorgespannen beton (TT) 5 Algemene beschrijving De TT-dakelementen in voorgespannen beton worden gevormd door 3 ribben met een tussenafstand

Nadere informatie

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) 237.60.20 Fax (02) 735.63.56

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) 237.60.20 Fax (02) 735.63.56 PROBETON Vereniging zonder winstoogmerk beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Aarlenstraat 53 - B9 1040 Brussel Tel. (02) 237.60.20 Fax (02) 735.63.56 e-mail : mail@probeton.be website

Nadere informatie

Condensatie op dubbele beglazingen

Condensatie op dubbele beglazingen Algemeen Het verschijnsel oppervlaktecondensatie op dubbele komt voor in drie vormen, te weten: op de buitenzijde of positie 1; op de spouwzijdes 2 en 3 van de dubbele beglazing; op de binnenzijde of positie

Nadere informatie

MATERIAAL VOOR THERMISCHE ISOLATIE

MATERIAAL VOOR THERMISCHE ISOLATIE Productgegevens databank in het kader van de EPB-regelgeving MATERIAAL VOOR THERMISCHE ISOLATIE doc_1.1 Add1_S.a_NL_isolatiemateriaal_v2.0_20090804.doc 4 augustus 2009 Addendum 1 : vacuum isolatie paneel

Nadere informatie