Capaciteitsraming oogartsen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Capaciteitsraming oogartsen 2013-2018"

Transcriptie

1 Capaciteitsraming oogartsen Auteur: Mw. drs. C.B.J. Moerland, senior beleidsmedewerker NOG i.s.m. Drs. J.H.G.M. Bistervels Dr. M. V. Joosse Drs. H.A.L.F. Hoogstede Namens de beroepsbehartiging commissie van het NOG: Drs. J. Scheenloop, voorzitter Drs. H.A.L.F. Hoogstede, secretaris Leden: Dr. A.P.A. Beers Drs. J.H.G.M. Bistervels Drs. I.M. Gan Dr. M.V. Joosse Dr. H. Tan Mw. drs. L. van der Beek, toehoorder namens LVAO Januari 2013 NOG Postbus BN Nijmegen T F E nog@oogheelkunde.org W

2 Inhoud 1. Inleiding Methode van onderzoek... 4 Enquêtes... 4 Opinie van experts en bronnen... 5 Analyse van de data Leeswijzer Beschikbare oogartsencapaciteit op 1 januari Oogartsen... 7 Man/vrouw verhouding... 7 Leeftijd... 7 Huidige capaciteit en deeltijdfactor... 8 Verdeling werkzaamheden... 8 Fellowship... 9 Werkdruk... 9 Praktijkondersteuning Artsen in opleiding tot oogarts Man/vrouw verhouding Deeltijdfactor Verdeling werkzaamheden Fellowship Benodigde oogartsencapaciteit in omgevingsfactoren die van invloed zijn op de vraagontwikkeling Epidemiologische en demografische factoren Vaktechnische factoren Efficiëntie Sociaal culturele ontwikkelingen Arbeidstijdverkorting Horizontale substitutie naar de 1 e lijn Verticale substitutie binnen de 2 e lijn Onvervulde vraag Vacatureruimte Toegangstijden en wachttijden Conclusie

3 4. Beschikbare capaciteit in Uitstroom Verwachte buitenlandse instroom Instroom uit de opleiding Conclusie Benodigde opleidingscapaciteit Conclusie Bijlage 1: vragenlijst voor oogartsen Bijlage 2: vragenlijst voor vakgroep voorzitters Bijlage 3: vragenlijst voor AIOS

4 1. Inleiding Het NOG laat periodiek de benodigde opleidingscapaciteit voor oogartsen in beeld brengen. Het laatste onderzoek dateert uit Het doel van het onderzoek is het actualiseren van de behoefteraming van het aantal benodigde oogartsen in Nederland in Op basis van de uitkomsten van het onderzoek kan een gefundeerde keuze gemaakt worden over het aantal op te leiden oogartsen voor de periode Daarnaast geeft dit onderzoek het NOG informatie over de toekomstige arbeidsmarktsituatie van oogartsen en AIOS oogheelkunde. De uitkomsten bieden een basis voor het bepalen van een visie omtrent de toekomst van de oogheelkunde binnen Nederland en ondersteunt het NOG om beleidsmaatregelen te ontwikkelen om een gericht opleidings- en arbeidsmarktbeleid te voeren. De medewerking van de oogartsen en de arts-assistenten in opleiding tot oogarts vormde een essentiële voorwaarde voor het welslagen van dit onderzoek. Het NOG dankt de oogartsen en artsassistenten in opleiding tot oogarts die aan de enquête hebben meegewerkt zeer hartelijk voor hun inbreng. 1.1 Methode van onderzoek Enquêtes Voor het onderzoek zijn enquêtes gehouden en is de expert kennis op het gebied van inhoudelijke ontwikkeling van werkgroepen van het NOG gebruikt. De enquête bestaat uit drie vragenlijsten: één voor alle oogartsen, één voor alle artsen in opleiding (AIOS) en één voor alle maatschap/vakgroep voorzitters. Meer dan voorgaande jaren sluit de methode voor het berekenen van de benodigde capaciteit aan bij de opzet van het capaciteitsramingsmodel van het Capaciteitsorgaan. Aan de vragenlijsten die gebruikt zijn voor de capaciteitsraming in zijn daarom enkele vragen aan de maatschap/vakgroep voorzitters toegevoegd. De vragenlijsten zijn online ingevuld. Desgewenst kon een papieren versie van de vragenlijst worden opgevraagd en ingevuld. Hier is geen gebruik van gemaakt. Aan voorzitters van maatschappen of vakgroepen oogheelkunde is gevraagd om de verwachte toe- of afname in de vraag naar zorg door 1 (KPMG) Capaciteitsraming opleidingsplaatsen December

5 oogartsen in te schatten op basis van een aantal relevante omgevingsfactoren. Dit betreft de demografische, epidemiologische en sociaal culturele factoren, daarnaast werden ook uitspraken gevraagd over de toename van efficiëntie (inclusief vaktechnische factoren) en ontwikkeling op het gebied van taakherschikking binnen de tweede lijn en overheveling van tweedelijns zorg naar de eerste lijn in het domein van de oogheelkunde. Een voorbeeld van de vragenlijsten is opgenomen in de bijlage. De web applicatie is in eigen beheer van het NOG ontwikkeld. De leden hebben via de nieuwsbrief en via een verzoek ontvangen om deel te nemen aan het onderzoek. Ook heeft twee maal een rappel plaatsgevonden onder leden die nog niet aan het onderzoek hadden deelgenomen. In totaal hebben 618 oogartsen (waarvan 348 mannen en 270 vrouwen) en 141 arts assistenten in opleiding (waarvan 55 mannen en 86 vrouwen) de enquête ontvangen. De vragenlijsten konden worden ingevuld tot en met 29 oktober Lege vragenlijsten zijn niet in de respons-telling meegenomen. Dit heeft geleid tot een bruikbare respons op de enquête onder oogartsen van 67% ( 411 van de 618 leden) en 66% onder de oogartsen in opleiding (93 van de 141 leden). In figuur 1.1 is ook de respons in eerder onderzoek weergegeven. Respons oogartsen Respons AIOS Onderzoek % 66% Onderzoek % 73% Onderzoek % 58% Onderzoek % 69% Figuur 1.1 Responspercentages capaciteitsonderzoeken Opinie van experts en bronnen De werkgroepen van het NOG (NIOIC, glaucoom en medische retina) hebben voor de ziektebeelden cataract, glaucoom, diabetische retinopathie en leeftijdgebonden macula degeneratie een inschatting gemaakt van de invloed van de omgevingsfactoren op de toe- of afname van de zorgvraag naar oogartsen per ziektebeeld. Daarnaast zijn extra vragen voorgelegd aan de maatschap en vakgroep voorzitters. Omgevingsfactoren die de zorgvraag kunnen beïnvloeden zijn onder andere vaktechnische factoren, efficiëntie ontwikkeling en verwachtingen ten aanzien van horizontale substitutie (naar de eerste lijn) en verticale substitutie (binnen de tweede lijn). Om de verwachte epidemiologische en demografische ontwikkeling te onderbouwen is gebruik gemaakt van het artikel van Keunen e.a. (2011) 2. Daarnaast is voor het onderzoek gebruik gemaakt van de website van het RIVM, de arbeidsmarktmonitor van het Medisch Contact en de NOG ledenadministratie. Analyse van de data Op basis van de onderzoeksdata is door middel van het softwareprogramma Excel een analyse uitgevoerd en een capaciteitsberekening opgesteld. Daarbij is gebruik gemaakt van de cijfers over 2 Keunen, J., C.A Verezen, S.M. Imhof, G.H.M.B van Rens, M.B. Asselbergs en J.J. Limburg Toename in de vraag naar oogzorg in Nederland Nederlands tijdschrift ter bevordering van de geneeskunde. 155:A3461 5

6 vraag en aanbod en werkprocesontwikkelingen verkregen van oogartsen, maatschap/vakgroep voorzitters en AIOS. Ook is de expert opinie van de werkgroepen en maatschap/vakgroep voorzitters gevraagd voor de bepaling van de te verwachten omgevingsontwikkelingen. In de opzet van de berekeningen is gekeken naar de opzet die het Capaciteitsorgaan hanteert, om tot beter vergelijkbare data te komen dan in het vorige capaciteitsonderzoek dat door het NOG is uitgevoerd. Net als in de analyses van het Capaciteitsorgaan zijn stapsgewijs een aantal scenario s doorgerekend. In deze rapportage worden drie scenario s uitgewerkt: Scenario 1: Daarin zijn demografische vraag-, aanbod- en werkprocesontwikkelingen, onvervulde vraag, verwachte ontwikkelingen in epidemiologie/vakontwikkeling, ontwikkelingen op sociaal cultureel vlak en ontwikkelingen met betrekking tot aspecten van kwaliteit en doelmatigheid in het werkproces meegenomen. Dit scenario komt vermoedelijk overeen met de Combinatievariant van het Capaciteitsorgaan. Scenario 2: de ATV- of arbeidstijdverkortingvariant, waarin bovenop de demografische en de andere niet-demografische ontwikkelingen ook nog gekeken is of arbeidstijdverkorting een rol speelt. Scenario 3: in dit derde scenario wordt rekening gehouden met een inzet van de aanverwante disciplines: het IAD- of taakherschikkingscenario. Hierin zijn vakspecifieke ontwikkelingen die op het gebied van oogheelkunde spelen meegenomen. Op dit onderdeel wijkt het onderzoek van het NOG af van het Capaciteitsorgaan. Het Capaciteitsorgaan hanteert een vaste maximale waarde voor de taakherschikking voor alle specialismen. Het Capaciteitsorgaan kiest voor een vaste waarde, om de vergelijkbaarheid van specialismen onderling te behouden. In dit onderzoek is voor de realiteit in het oogheelkundige werkveld gekozen. 1.2 Leeswijzer De voorliggende notitie bevat de uitkomsten van het onderzoek, die zijn besproken en vastgesteld door het NOG bestuur. In hoofdstuk twee wordt de beschikbare capaciteit in 2013 beschreven. Hoofdstuk drie geeft een overzicht van de verwachte veranderingen waaronder epidemiologische en demografische en vaktechnische factoren, daarnaast ook efficiëntie ontwikkeling en horizontale en verticale substitutie. Ook wordt in dit hoofdstuk de onvervulde vraag in 2013 in beeld gebracht. Deze bevindingen samen geven een beeld van de benodigde oogartsencapaciteit in De beschikbare capaciteit in 2018 wordt weergegeven in hoofdstuk vier aan de hand van de uitstroom in de periode , de verwachte buitenlandse instroom en instroom uit de opleiding. In hoofdstuk vijf wordt op basis van de benodigde en beschikbare capaciteit een inschatting gemaakt van de benodigde opleidingscapaciteit aan de hand van de drie genoemde scenario s. 6

7 2. Beschikbare oogartsencapaciteit op 1 januari 2013 In dit hoofdstuk wordt de beschikbare oogartsencapaciteit beschreven. Ook worden de uit de enquête verkregen man/vrouw verhouding en gemiddelde leeftijd weergegeven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen oogartsen en AIOS. Ook wordt steeds de vergelijking gemaakt met de onderzoekresultaten uit de capaciteitsonderzoeken die zijn uitgevoerd in 2009 en Oogartsen Man/vrouw verhouding Van de oogarts respondenten is 56 % man en 44 % vrouw. Ten opzichte van de voorgaande capaciteitsonderzoeken in 2010 en 2005 stijgt het aantal vrouwelijke respondenten en daalt het aantal mannelijke respondenten. De NOG ledenadministratie bevat in totaal 618 oogartsen, waarvan onderzoek % man 56,0% 60,8% 65.7% % vrouw 44,0% 39,2% 34,3% 348 mannen (56,3%) en 270 vrouwen (43,7%). De respons is vrijwel identiek aan de ledenverhouding binnen het NOG. Leeftijd De gemiddelde leeftijd van de actieve NOG leden is 48,9 jaar. De gemiddelde leeftijd is iets gedaald ten opzichte van het voorgaande onderzoek. onderzoek Gemiddelde leeftijd ,9 jaar ,2 jaar ,0 jaar Figuur 2.1 leeftijdsverdeling oogartsen

8 Huidige capaciteit en deeltijdfactor Voor de omrekening van dagdelen naar fte (full time equivalent) is gebruik gemaakt van de DHD (Dutch Hospital Data) definitie 3. De werkende mannelijke respondenten werken gemiddeld 0.90 fte en de werkende vrouwelijke respondenten werken gemiddeld 0,75 fte. onderzoek Gemiddelde fte per oogarts fte ,82 fte ,86 fte Rekening houdend met de man/vrouw verhouding in de NOG ledenadministratie komt dit op een gemiddelde van 0.83 fte. Huidige situatie (2013) Totaal Gemiddeld verhouding aantal fte aantal fte Man (n = 348) 313,2 0,90 56,3 % Vrouw (n = 270) 202,5 0,75 43,7 % Totaal / gemiddelde 515, De huidige capaciteit komt met 0,83 fte per oogarts op 516 fte (op basis van 618 oogartsen). onderzoek Huidige oogartsencapaciteit ,7 fte/618 oogartsen ,0 fte/582 oogartsen Verdeling werkzaamheden 58% van de respondenten is werkzaam in een perifeer ziekenhuis, 22% in een academisch of categoraal ziekenhuis en 10% in een ZBC. Oogartsen die medisch management taken verrichten besteden daar gemiddeld 5,8 uur per week aan. Oogartsen die AIOS begeleiden besteden gemiddeld 5,0 uur per week aan begeleiding en scholing van de AIOS. Figuur 2.2 verdeling werkzaamheden oogarts per type instelling inclusief medisch management 3 Hierbij wordt uitgegaan van een werkweek van 5 dagen. Deze werkweek is onderverdeeld in 10 dagdelen. Iedere werkdag bevat twee dagdelen, ochtend en middag. Het totaal aantal werkzame dagdelen behoeft niet een aaneensluitende periode te zijn. Voorbeeld: een specialist is werkzaam op maandag de gehele dag, woensdagmorgen en vrijdagmiddag. Dit is een aantal dagdelen van maandag = 2, woensdagmorgen = 1 en vrijdagmiddag = 1. Het totaal aantal dagdelen van betreffende specialist is: 2+1+1=4 dagdelen. Omgerekend op fulltime basis wordt de specialist als 0,4 (4:10) personen geteld. Een specialist kan maximaal als 1 FTE worden opgegeven. 8

9 Verhouding vrijgevestigd/dienstverband 64,6% van de oogartsen die aan de enquête hebben meegedaan is vrijgevestigd medisch specialist, 29,4% werkt als medisch specialist in dienstverband. 6,0% werkt zowel als vrijgevestigd medisch specialist als in dienstverband. Fellowship 9 oogartsen hebben aangegeven bezig te zijn met een fellowship, of binnen twee jaar hiermee te starten. Eén oogarts volgt dit fellowship in het buitenland 4. Werkdruk De oogartsen is gevraagd om op een schaal van 1 tot 10 de werkdruk aan te geven. Het cijfer 1 geeft aan dat er geen werkdruk wordt ervaren en het cijfer 10 geeft aan dat er een zeer hoge werkdruk/overbelasting wordt ervaren. De oogartsen hebben de werkdruk vrij hoog gewaardeerd met werkdruk Werkelijk 7,6 7.7 Ervaren in ,4 een 7,6 gemiddeld. 41,1% van de oogartsen vindt de werkdruk onveranderd ten opzichte van ,2% van de oogartsen geeft aan dat de werkdruk zwaarder is dan drie jaar geleden. Bijna éénderde noemt de administratieve belasting en de DBC registratie als oorzaak. Daarnaast worden uitval van collega/krappe formatie, nieuwe werkkring, andere (zwaardere) casemix, toename veeleisendheid van de patiënt en de overgang van AIOS naar oogarts als reden genoemd van de werkdrukverzwaring. 19,7% van de oogartsen heeft aangegeven een lichtere werkdruk te ervaren. Opvallend is dat een kwart de administratieve belasting en de DBC registratie als oorzaak voor de werkdrukverlichting noemt. Daarnaast worden nieuwe werkkring, invullen formatie en afstoten van managementtaken als redenen voor de werkdrukverlichting genoemd. Administratieve belasting en de DBC registratie kunnen dus zowel voor een werkdrukverlichting als een werkdrukverzwaring zorgen. Mogelijk komt dit verschil door het al dan niet aanwezig zijn van personele ondersteuning en de inrichting van het ICT systeem. In de huidige enquête is ook gevraagd hoe de oogartsen de werkdruk 3 jaar geleden, in 2009, hebben ervaren is het gemiddelde antwoord een 7,4. De werkdruk wordt dus gemiddeld zwaarder ervaren dan drie jaar geleden. In het voorgaande capaciteitsonderzoek dat uitgevoerd is in 2009 is ook gevraagd naar de ervaren werkdruk op dat moment. De gemiddelde uitkomst was toen een 7,7. De werkelijke werkdruk is dus nagenoeg gelijk gebleven. 22 maatschap voorzitters hebben aangegeven dat de wens bestaat om de formatie in de komende jaren uit te breiden. Een deel van de vakgroep voorzitters geeft aan dat de wens nog onvoldoende concreet is of dat er geen uitbreiding van het budget is om die wens te vervullen. 4 Door een onduidelijkheid in de uitvraag is niet uit de enquête te halen hoeveel dagdelen per week en over welke periode 9

10 Wanneer we alleen de concrete uitbreidingsplannen meerekenen komt dit uit op 4,9 fte in Daarnaast komt 5,4 fte vacatureruimte vrij wegens terugtreden van oogartsen. In totaal ontstaat er onder de geënquêteerde praktijken 10,3 fte vacatureruimte in Drie maatschap/vakgroep voorzitters geven aan dat de vacature al geruime tijd open staat (in totaal 2,4 fte). Twee andere maatschap/vakgroep voorzitters verwachten middels buitenlandse instroom de vacatureruimte in te vullen (1,3 fte). Wens naar subspecialisatie Daarbij gaat bij een aantal vakgroep voorzitters de voorkeur uit naar een nieuwe collega die behalve de opleiding oogheelkunde ook een fellowship heeft gedaan. (1x vitreo retinaal, 5x cornea en 3x orbita, 3x glaucoom, 1x kinderoogheelkunde, 1x refractie chirurgie) Praktijkondersteuning Optometrie 80,6% van de vakgroep voorzitters geeft aan dat er optometristen werkzaam zijn binnen de instelling (in Praktijkondersteuning Per fte oogarts 2009 was dat 96%). Dit percentage betreft zuivere optometrische taken, exclusief inzet t.b.v. contactlenspraktijk, exclusief inzet van optometristen als technisch oogheelkundig assistent (TOA) en exclusief inzet t.b.v. eerstelijns DRP fotoscreening. De Optometrie Orthoptie TOA totaal formatie zuivere optometrie binnen de tweede lijn bedraagt onder de respondenten 75,0 fte (op 303,9 fte oogartsen vertegenwoordigd in de maatschap/vakgroep voorzitters enquête) Dit komt neer op 0,25 fte optometrist per oogarts. Er wordt een toename verwacht van 17,3 fte binnen 2 jaar. (7,2 binnen 1 jaar, 6,8 binnen 2 jaar en 5,1 binnen 3 jaar). Als reden wordt genoemd de wens van de oogartsen en één maal de wens van het ziekenhuis/verzekeraar. De optie noodzaak vanwege niet kunnen invullen van oogartsenvacature is door géén van de maatschap/vakgroep voorzitters aangegeven als reden. In 2009 was gemiddeld 0,26 fte optometrist per 1 fte oogarts in dienst. Orthoptie In 95,3% van de oogheelkundige praktijken zijn orthoptisten werkzaam. Dit betreft in totaal 81,2 fte orthoptie. Dit komt neer op 0,27 fte orthoptie per 1 fte oogarts. In 2009 was dit 0,24 fte per oogarts. 31,1% van de respondenten heeft de wens om de formatie orthoptie uit te breiden met in totaal 5,9 fte binnen 3 jaar. Voornamelijk i.v.m. te lange toegangstijden tot orthoptie. 9,8% heeft de wens de formatie te verkleinen met in totaal 2,3 fte binnen 3 jaar i.v.m. leegstand van spreekuur van de orthoptist of bezuiniging. Er is één praktijk waar 2 fte orthoptie werkzaam is buiten de oogheelkundige praktijk. Technisch oogheelkundige assistenten 95,3% van de praktijken werkt met TOA s, met een totale formatie van 131,5 fte. Dit komt op 0,43 fte TOA per 1 fte oogarts. In 2009 was dit 0,35 fte TOA per 1 fte oogarts. 10

11 50,8% van de vakgroep voorzitters geeft aan dat de wens bestaat de formatie TOA uit te breiden met in totaal 18,2 fte binnen 2 jaar, zodat meer/alle spreekuren van de oogartsen ondersteuning krijgen, de optometrist dan meer zuivere optometrie kan gaan doen of er meer AIOS bij komen. 4,9% voorziet een afname met 1,2% vanwege bezuinigingen opleiding doktersassistent. Per oogarts is er in een maatschap momenteel 0,25 fte optometrist, 0,27 fte orthoptist en 0,43 fte TOA werkzaam. In totaal is dat 0,95 fte aan ondersteunend personeel. In 2009 was dat in totaal 0,85 fte ondersteunend personeel. Het ondersteunend personeel per fte oogarts is met 11,7% toegenomen, met name door meer TOA ondersteuning. 2.2 Artsen in opleiding tot oogarts Man/vrouw verhouding Onder de geënquêteerde artsen in opleiding tot specialist (AIOS) is 40,9% man en 59,1 % vrouw. Uit de ledenadministratie blijkt een man/vrouw verhouding 39% man en 61% vrouw. onderzoek % man % vrouw ,9% 59,1% % 62.2% ,5% 56,5% Onder de respondenten zijn AIOS vertegenwoordigd uit alle jaren van de opleiding. De verdeling is weergegeven in figuur verdeling respondenten AIOS naar verwachte instroomtermijn als oogarts 11

12 Deeltijdfactor De mannelijke AIOS geven aan 0,90 fte te willen gaan werken als ze de opleiding voltooid hebben en de vrouwelijke AIOS geven 0,78 fte aan. Rekening houdend met de man/vrouw verdeling komt dit neer op 0,83 fte. Dit komt overeen met het deeltijdpercentage dat oogartsen op dit moment werken. onderzoek Gemiddelde fte per oogarts fte ,79 fte ,87 fte Verdeling werkzaamheden Wanneer de AIOS als oogarts starten, hebben zij de wens om hun werkzaamheden als volgt te verdelen: 30% wil werken in een academisch of categoraal ziekenhuis, 54% in een perifeer ziekenhuis, 7% in een ZBC, 4% in een privékliniek, 1% in een overige instelling zoals bijvoorbeeld Visio of Bartimeus. 4% wil medisch management taken op zich nemen. Deze verdeling is weergegeven in figuur 2.4. Figuur 2.4: gewenste werkverdeling van AIOS Wanneer we de gewenste urenverdeling van de AIOS en de huidige urenverdeling van de oogartsen (exclusief de medisch management uren en de tijd besteed aan het begeleiden van AIOS) met elkaar vergelijken (zie figuur 2.5), dan zien we een verschuiving van perifeer ziekenhuis naar academische ziekenhuizen en een iets gewijzigde verdeling over ZBC s en privéklinieken. 12

13 Figuur 2.5 gewenste urenverdeling AIOS en urenverdeling oogartsen excl. medisch management en opleiding AIOS De AIOS is ook gevraagd naar de voorkeur voor vrije vestiging, loondienst of zorgondernemerschap in een ZBC of privékliniek. In figuur 2.6 zijn de voorkeuren weergegeven. Figuur 2.6 voorkeur AIOS voor loondienst of vrije vestiging en type instelling Sommige respondent AIOS geven aan de keuze tussen loondienst en vrije vestiging een lastige keuze te vinden, die soms nog een aantal jaren in de toekomst ligt. Een aantal respondenten geeft aan behoefte te hebben aan ondersteuning en/of aanvullende informatie om deze keuze beter te kunnen maken. Fellowship 66% van de AIOS is van plan om binnen 5 jaar na het afronden van de algemene oogartsen opleiding een aanvullend fellowship te volgen. 59% van de AIOS wil het fellowship in Nederland volgen, 9% in het buitenland en 32% wil een combinatie van binnen- en buitenland. De voorkeuren zijn weergegeven in figuur

14 Figuur 2.7 voorkeuren van de AIOS t.a.v. fellowships 14

15 3. Benodigde oogartsencapaciteit in 2018 Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de verwachte veranderingen waaronder vaktechnische factoren, efficiëntie ontwikkeling, horizontale ( van 2 e naar 1 e lijn) en verticale substitutie (binnen 2 e lijn) en epidemiologische en demografische factoren. Ook wordt in dit hoofdstuk de onvervulde vraag op 1 januari 2013 in beeld gebracht. Deze items samen geven een beeld van de benodigde oogartsencapaciteit in omgevingsfactoren die van invloed zijn op de vraagontwikkeling Er zijn diverse omgevingsfactoren van invloed op de ontwikkeling van de zorgvraag in de toekomst. Niemand heeft een glazen bol, maar door experts binnen het vakgebied, zijnde de vakgroep voorzitters die dagelijks in de oogheelkundige praktijk werkzaam zijn en de werkgroepen, naar hun inschatting te vragen en het artikel van Keunen e.a. (2011) in de berekeningen te betrekken is op basis daarvan een inschatting gemaakt van de verwachte gemiddelde toe- of afname in de vraag naar zorg geleverd door de oogarts in de komende vijf jaar. De toe- of afname in de vraag naar zorg geleverd door de oogarts betreft per omgevingsfactor specifieke deelgebieden van de oogheelkundige zorg. Zo betreft bijvoorbeeld horizontale substitutie (van 2 e naar 1 e lijn) alleen bepaalde diagnosen in de conservatieve oogheelkundige zorg. Het normtijdenoverzicht 2010 dat door de BBC (Beroepsbehartigingcommissie van het NOG) gebruikt is voor het bepalen van de normtijden 2013 is gebruikt om de vertaalslag te maken van de inschatting van de percentages door de maatschap/vakgroep voorzitters en werkgroepen naar de specifieke onderdelen van de zorg dat een betreffende omgevingsfactor betreft. Epidemiologische en demografische factoren In het artikel van Keunen e.a. (2011) is de toename van de zorgvraag naar oogheelkundige zorg in de periode beschreven. Het artikel beschrijft de toename van de oogaandoeningen cataract, leeftijdsgebonden macula degeneratie, diabetische retinopathie en glaucoom, en de toename van het aantal behandelingen daarvan. figuur 3.1 stijging patiënten aantal per oogaandoening, bron: artikel Keunen e.a

16 Figuur 3.2 stijging van het aantal oogheelkundige behandelingen per oogaandoening, bron: artikel Keunen e.a Groeicijfers uit het artikel van Keunen e.a. uit 2011 zijn toegepast op het conservatieve (oogaandoeningen) + operatieve (oogheelkundige behandeling) normtijdenoverzicht retina (inclusief diabetes mellitus), cataract en glaucoom. Deze specifieke stijgingen zorgen voor een totale toename van de vraag naar zorg geleverd door de oogarts van + 19,4 % in 5 jaar. Uit contact met een van de auteurs van het artikel van Keunen e.a. blijkt dat ook vaktechnische factoren, zoals het toepassen van intravitreale injecties bij meerdere netvliesaandoeningen, in de berekende groei zijn meegenomen in het artikel. Doel van voorliggend capaciteitsrapport is zo goed mogelijk aan te sluiten bij het rekenmodel dat door het Capaciteitsorgaan wordt toegepast. Vandaar dat de toename van de zorgvraag veroorzaakt door vaktechnische factoren apart is berekend. Uit de alinea hieronder blijkt deze groei + 2% te zijn. Wanneer dit in mindering wordt gebracht op totale toename van 19,4% komt de toename aan zorg geleverd door de oogarts door epidemiologische en demografische factoren op + 17,4% in 5 jaar. Uit recente ontwikkelingen zien we dat de zorgvraag minder snel stijgt dan verwacht en ook de werkgroepen verwachten een iets gematigdere zorgvraagtoename, vandaar dat voor deze parameter gewerkt wordt met een min-max variant waarbij als minimum 14,9% wordt aangehouden en als maximum 17,4% Vaktechnische factoren Dit onderdeel betreft veranderingen in het vakdomein van de oogheelkunde, zoals nieuwe behandeltechnieken, onderzoek en apparatuur. De facto kan dit tijd van de oogarts en dus capaciteit besparen, maar het kan juist ook nieuwe vraag naar oogheelkundige zorg creëren. De vakgroep voorzitters hebben een inschatting gemaakt van het capaciteitseffect van vaktechnische factoren. 79,1% van de vakgroep voorzitters verwacht een toename van de vraag naar zorg geleverd door de oogarts in de komende 5 jaar met een gemiddelde schatting van 14,1 %. 13,4% verwacht een afname van 11,3%. Met name controle en behandeling van netvliesaandoeningen wordt genoemd. De verwachte toename van de vraag naar zorg geleverd door de oogarts in de komende vijf jaar bedraagt 9,6%. Na toepassing van deze uitkomst op het normtijdenoverzicht resulteert dit in een totale mutatie van 2,0%. 16

17 Efficiëntie De productiecijfers oogheelkunde laten een groei zien tussen van 4,8%, terwijl de fte toename aan oogartsen 1% bedroeg. Analyse van deze gegevens leert dat de volumegroei zich met name voordoet bij de intravitreale injecties. Een verdere reductie van de operatieve behandeltijd ligt voor de hand. Toegerekend aan de specifieke producten levert dit een efficiëntie op van -2,6% in vijf jaar. Sociaal culturele ontwikkelingen De sociale culturele ontwikkeling is moeilijk in een getal te vatten. Dit wordt ook zo verwoord door het Capaciteitsorgaan. In de berekening is, net als in de voorgaande rapportage van het NOG, aangesloten bij de waarde die het Capaciteitsorgaan in haar rapport in 2010 voor sociaal culturele ontwikkelingen heeft opgenomen, dit was 1% per jaar (5% in vijf jaar). Arbeidstijdverkorting Er is geen veranderende arbeidstijdinvulling tussen de huidige en toekomstige situatie. De factor arbeidstijdverkorting wordt op 0% gehouden. Huidige situatie (2013) Toekomstige situatie (2018) Gemiddeld aantal Verhouding Gemiddeld aantal verhouding fte fte Man % % vrouw % % gemiddeld Figuur 3.3 berekening arbeidstijdverkorting Horizontale substitutie naar de 1 e lijn Horizontale substitutie betreft de verschuiving van oogheelkundige zorg van de tweede naar de eerstelijns gezondheidszorg. In het capaciteitsonderzoek van 2009 was de verschuiving van de screening op diabetische retinopathie van de tweede naar de eerste lijn een belangrijke factor. Het netto-effect van deze verschuivingen van tweedelijns naar de eerstelijns oogzorg (bijvoorbeeld van oogarts naar huisarts, eerstelijns optometrist en orthoptist) is door de vakgroep voorzitters geschat in termen van procenten waarmee de toekomstige vraag naar de oogartsen zal afnemen, dan wel voor de overnemende beroepsgroep zal toenemen. 31,3% verwacht een toename van de vraag naar zorg geleverd door de oogarts in de komende 5 jaar van in totaal 10,9%. Door een betere screening in de eerste lijn wordt namelijk meer pathologie in de tweede lijn verwacht. 56,7% van de vakgroep voorzitter verwacht een afname van 9,4%. 17

18 Dit komt in totaal op een afname van de verwachte vraag naar zorg geleverd door de oogarts in de komende vijf jaar met -1,92%. Deze afname zal plaatsvinden op de conservatieve zorg. Deze 1,92% afname in de vraag naar zorg is toegepast op de conservatieve oogaandoeningen waarover in het visiedocument overeenstemming is bereikt. Dit betreft de conservatieve zorg t.b.v. glaucoom, diabetes mellitus en refraktie. Daar bovenop is de afname van screening van diabetes patiënten zonder retinopathie berekend op -50% in de komende vijf jaar. Dit levert in totaal een daling op in de vraag naar zorg geleverd door de oogarts in de komende 5 jaar van -1,3%. Verticale substitutie binnen de 2 e lijn Dit betreft het herschikken van taken tussen oogartsen aan de ene kant, en tweedelijns optometristen, orthoptisten en ondersteunend personeel aan de andere kant. De maatschap/vakgroep voorzitters hebben ingeschat dat in de komende 5 jaar in totaal 11,4 % van de taken van de oogarts kan worden herschikt naar optometristen, orthoptisten en ondersteunend personeel binnen de tweede lijn. Deze stijging van 11,4% is toegepast op alle conservatieve oogaandoeningen. Op basis van informatie van de werkgroep is voor de nacontrole van cataractoperaties aan de operatieve kant ook rekening gehouden met reductie op basis van deze vertikale substitutie. Hierdoor daalt de totale zorg geleverd door de oogarts met -9,7% in de komende vijf jaar. 3.2 Onvervulde vraag Bij deze factor wordt gekeken of het huidige consumptieniveau al dan niet goed aansluit bij de werkelijke behoefte. In tegenstelling tot de andere parameters betreft dit dus een momentopname. Vacatureruimte Medisch Contact houdt per kwartaal de arbeidsmarktmonitor bij. In de figuren 3.4, 3.5 en 3.6 zijn achtereenvolgend weergegeven over de periode het absoluut aantal oogartsen in Nederland, het absoluut aantal vacatures voor oogartsen en het aantal vacatures per 100 oogartsen. Figuur 3.4 aantal oogartsen , bron arbeidsmarktmonitor Medisch Contact 18

19 Figuur 3.5 absoluut aantal vacatures oogartsen , bron Arbeidsmarktmonitor Medisch Contact Figuur 3.6 aantal vacatures per 100 oogartsen in de periode , bron Arbeidsmarktmonitor Medisch Contact Er zijn 8 openstaande vacatures. Gemiddelde fte is 0,83. Dit komt neer op 6,6 fte aan vacatureruimte. Toegangstijden en wachttijden Niet-spoedeisend polibezoek Volgens de Treeknorm 5 zou 80% van de niet-spoedeisende zorg binnen 3 weken terecht moeten kunnen, met een maximale wachttijd van 4 weken. De respondenten hebben de wachttijd tot de eigen polikliniek aangegeven. De gemiddelde toegangstijd tot een niet- spoedeisend polikliniekbezoek is 5,1 weken (in 2009 was dit 5,5 weken). Uit onderstaande grafiek blijkt dat 48% van de respondenten een toegangstijd heeft die langer is dan de Treeknorm. Ten opzichte van het capaciteitsonderzoek in 2009 is de toegangstijd iets afgenomen. 5 Toegangstijd ziekenhuiszorg: 80 % binnen 3 weken, maximaal 4 weken Wachttijd diagnostiek/indicatiestelling: 80 % binnen 3 weken, maximaal 4 weken Wachttijd poliklinische behandeling: 80 % < 3 weken, maximaal 4 weken Wachttijd klinische behandeling: 80 % < 5 weken, maximaal 7 weken Toegangstijd paramedische zorg: 100 % binnen 1 week 19

20 Figuur 2.2 toegangstijd tot de polikliniek voor niet-spoedeisende zorg zoals aangegeven door oogartsen in de enquête In figuur 2.3 is de wachttijd (toegangstijd tot de polikliniek) weergegeven op peildatum augustus 2012 zoals geregistreerd in de Nationale Atlas Volksgezondheid 6. Figuur 2.3 toegangstijd tot ziekenhuiszorg op basis van toegangstijden aangegeven door ziekenhuizen op hun website Wachttijd tot operatie De Treeknorm voor poliklinische behandeling is 80 % < 3 weken, maximaal 4 weken. Wachttijd klinische behandeling: 80 % < 5 weken, maximaal 7 weken. De gemiddelde wachttijd tot een staaroperatie is 4,9 weken (in 2009 was dit 7,3 weken). Dit is grafisch weergegeven in figuur 2.4. De gemiddelde wachttijd voor een cataractoperatie is bij 40% van de respondenten langer dan de Treeknorm. 6 Bron: RIVM nationale atlas volksgezondheid 20

Capaciteitsraming oogartsen 2016-2021

Capaciteitsraming oogartsen 2016-2021 Capaciteitsraming oogartsen 2016-2021 Auteur: Mw. drs. C.B.J. Moerland, senior beleidsmedewerker NOG i.s.m. Dr. M.V. Joosse Drs. P.J.M. ten Berge Drs. H.A.L.F. Hoogstede Namens de beroepsbehartiging commissie

Nadere informatie

Thesaurus: ramingsbegrippenlijst. Versie 4.3a

Thesaurus: ramingsbegrippenlijst. Versie 4.3a Thesaurus: ramingsbegrippenlijst Versie 4.3a NIVEL 13 mei 2013 Colofon Dit is een rapport van het Capaciteitsorgaan Postbus 20051 3502 LB Utrecht info@capaciteitsorgaan.nl www.capaciteitsorgaan.nl T 030-2823840

Nadere informatie

Project meekijk consult oogheelkunde

Project meekijk consult oogheelkunde Project meekijk consult oogheelkunde Naam: Stefanie Mouwen Versie: definitief Datum: Januari 2017 1 Oogzorg Inleiding Huisartsen zien het aantal patiënten met oogaandoeningen al jaren fors stijgen. Parallel

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 R.J. Kenens L. Hingstman Februari 2004 NIVEL Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Telefoon: 030-27 29 700 www.nivel.nl Pagina 2 van 6 INLEIDING In

Nadere informatie

HERSTRUCTURERING VAN HET MEDISCH OP- LEIDINGSTRAJECT: MOGELIJKE CAPACITEITS- EFFECTEN

HERSTRUCTURERING VAN HET MEDISCH OP- LEIDINGSTRAJECT: MOGELIJKE CAPACITEITS- EFFECTEN Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2003. De gegevens mogen met bronvermelding (Herstructurering van het medisch opleidingstraject: mogelijke capaciteitseffecten, L.F.J. van der Velden, L. Hingstman)

Nadere informatie

1. TECHNISCH OOGHEELKUNDIG ASSISTENT

1. TECHNISCH OOGHEELKUNDIG ASSISTENT 1. TECHNISCH OOGHEELKUNDIG ASSISTENT 1.1 Samenvatting en conclusies Het meest recente onderzoek naar de technisch oogheelkundig assistent (TOA) heeft plaatsgevonden in 2007 1. Nieuwe gegevens over de werkomgeving

Nadere informatie

Diagnostische technieken door optometristen gehanteerd behoren tot te verzekeren prestaties. De optometrist verricht diagnostiek in de oogheelkundige

Diagnostische technieken door optometristen gehanteerd behoren tot te verzekeren prestaties. De optometrist verricht diagnostiek in de oogheelkundige Onderwerp: Samenvatting: Soort uitspraak: Diagnostische technieken door optometristen gehanteerd behoren tot te verzekeren prestaties De optometrist verricht diagnostiek in de oogheelkundige zorg. Een

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn)

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn) CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn) Peiling 1 januari 2012 D.T.P. VAN HASSEL R.J. KENENS NOVEMBER 2013 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN BEROEPEN IN DE GEZONDHEIDSZORG CIJFERS

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

AMC. Landelijke capaciteit meting in de Jeugdgezondheidszorg - Factsheet-

AMC. Landelijke capaciteit meting in de Jeugdgezondheidszorg - Factsheet- AMC Landelijke capaciteit meting in de Jeugdgezondheidszorg - Factsheet- 2014 M.Jambroes,AIOS M&G, MPH, Prof.dr.M.L.Essink-Bot, arts M&G AMC, afdeling Sociale Geneeskunde De gezondheid van de Nederlandse

Nadere informatie

Raming benodigde instroom per medische en tandheelkundige vervolgopleiding /2025

Raming benodigde instroom per medische en tandheelkundige vervolgopleiding /2025 Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Raming benodigde per medische en tandheelkundige vervolgopleiding 2009-2019/2025 Februari 2008 NIVEL Dr.

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Jaarverslag 2016 OE Oogheelkunde

Jaarverslag 2016 OE Oogheelkunde Jaarverslag 2016 OE Oogheelkunde V.l.n.r.: J. Koopman, F.E. Rust, S. Valen, A.C. Michiels, K.H. Wong, C.C.M. Mayland Nielsen, J.K. Mohr Jaarverslag OE Oogheelkunde Pagina 1 Voorwoord In 2016 ontstaat er

Nadere informatie

Programma EXPERTMEETING TOA. Verslag Expertmeeting TOA. In gesprek met TOA s, Oogartsen, ERGRA, Sectorcommissie en opleiding

Programma EXPERTMEETING TOA. Verslag Expertmeeting TOA. In gesprek met TOA s, Oogartsen, ERGRA, Sectorcommissie en opleiding Verslag Expertmeeting TOA EXPERTMEETING TOA In gesprek met TOA s, Oogartsen, Management, bestuur NVTOA, ERGRA, Sectorcommissie en opleiding Vergadering Expertmeeting TOA 03-06-2013 Aanwezig TOA s, oogartsen

Nadere informatie

We danken u voor u bijdrage in de vorm van het invullen van de vragenlijst. 1. De organisatie waarvoor u de vragenlijst gaat beantwoorden?

We danken u voor u bijdrage in de vorm van het invullen van de vragenlijst. 1. De organisatie waarvoor u de vragenlijst gaat beantwoorden? Introductie Deze vragenlijst is onderdeel van studie naar de business case van ehealth toepassingen. Op basis van een formeel model van het Nictiz worden een aantal stakeholders onderscheiden rond een

Nadere informatie

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten Postprint 1.0 Version Journal website Pubmed link DOI http://www.vvocm.nl/algemeen/vakblad-beweegreden Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten D.T.P. VAN HASSEL; R.J. KENENS Marktwerking

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek Lerarentekort

Rapportage Onderzoek Lerarentekort Rapportage Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: Contactpersoon: PO-Raad Onika Pinkus Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website:

Nadere informatie

Medisch Moleculair Microbiologen in Nederland

Medisch Moleculair Microbiologen in Nederland Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Medisch Moleculair Microbiologen in Nederland Een eerste capaciteitsraming S.M. Schepman R.S. Batenburg U

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Disclosure belangen Carine Peutz-Kootstra

Disclosure belangen Carine Peutz-Kootstra Disclosure belangen Carine Peutz-Kootstra (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding

Nadere informatie

32 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen

32 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen VOOR- PUBLICATIE Brancherapport algemene ziekenhuizen 2016 Het aantal DBC s is in 2015 gestegen met bijna 10%. Deze stijging hangt voor een belangrijk deel samen met de verkorting van de DBC-doorlooptijd

Nadere informatie

Sterke groei aantal klinisch werkende verloskundigen

Sterke groei aantal klinisch werkende verloskundigen Postprint Version 1.0 Journal website http://www.nivel.nl/pdf/artikel-groei-klinische-verloskundigen.pdf Pubmed link DOI Sterke groei aantal klinisch werkende verloskundigen LAMMERT HINGSTMAN, RAYMOND

Nadere informatie

Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN

Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN Utrecht, december 2002 VFA172/LH/MvG CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN 2001 CIJFERS OVER FYSIOTHERAPEUTEN IN DE EERSTE LIJN 2001 L. Hingstman R. Kenens November 2002 Aantal inwoners per full-time

Nadere informatie

Notitie deelnemers klankbordgroep DOT honorariumcomponent medisch specialisten. Definitieve verdeling FTE. 1. Inleiding

Notitie deelnemers klankbordgroep DOT honorariumcomponent medisch specialisten. Definitieve verdeling FTE. 1. Inleiding Notitie deelnemers klankbordgroep DOT honorariumcomponent medisch specialisten Definitieve verdeling FTE 1. Inleiding In dit memo beschrijft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de definitieve verdeling

Nadere informatie

JAARBERICHT Cataract Glaucoom Macula degeneratie Diabetische retinopathie Complexe visus-/refractieafwijkingen (vooral bij kinderen)

JAARBERICHT Cataract Glaucoom Macula degeneratie Diabetische retinopathie Complexe visus-/refractieafwijkingen (vooral bij kinderen) JAARBERICHT 2018 JAARBERICHT 2018 In 2018 hebben circa 1,2 miljoen patiënten de oogarts of de polikliniek oogheelkunde bezocht. Het merendeel van deze patiënten komt voor (verdenking op) één van de vijf

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Conceptrapportage ten behoeve van klankbordgroep 6 Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Deel 2 Versie 1, 5 augustus 2011 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Doelstelling 5 3. Referentie voor beoordeling 6 4. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Achtergrond DHD enquête 1. Inleiding Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst van 14 maart 2011 is de NZa verzocht om

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor reumatologen in Nederland Genoeg reumatologen om reumapatiënten in beweging te houden?

De arbeidsmarkt voor reumatologen in Nederland Genoeg reumatologen om reumapatiënten in beweging te houden? Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. De arbeidsmarkt voor reumatologen in Nederland Genoeg reumatologen om reumapatiënten in beweging te houden?

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011)

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Inhoudsopgave Verslag 2-4 Grafieken 5-10 Samenvatting resultaten 11-16 Bijlage - Vragenlijst 17+18 Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Cijfers uit de registratie van ergotherapeuten peiling 2002

Cijfers uit de registratie van ergotherapeuten peiling 2002 Cijfers uit de registratie van ergotherapeuten peiling 2002 Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Cijfers uit de registratie van beroepen in de gezondheidszorg CIJFERS UIT DE REGISTRATIE

Nadere informatie

Toekomstverkenning voor de branche Algemene en categorale ziekenhuizen. Vraag en aanbod van verplegend en verzorgend personeel 2015-2019

Toekomstverkenning voor de branche Algemene en categorale ziekenhuizen. Vraag en aanbod van verplegend en verzorgend personeel 2015-2019 Toekomstverkenning voor de branche Algemene en categorale ziekenhuizen Vraag en aanbod van verplegend en verzorgend personeel 2015-2019 September 2015 Willem van der Windt Ineke Bloemendaal 1 Doel van

Nadere informatie

Enquête geregistreerde verzekeringsartsen

Enquête geregistreerde verzekeringsartsen Enquête geregistreerde verzekeringsartsen Enquête geregistreerde verzekeringsartsen - EINDRAPPORT - Auteurs Hedwig Rossing Hetty Visee Amsterdam, 12 juli 2017 Publicatienr. 17040 2017 Regioplan, in opdracht

Nadere informatie

Enquête SJBN 15.10.2013

Enquête SJBN 15.10.2013 Enquête SJBN 15.10.2013 1 Inhoudsopgave Steekproef Resultaten enquête Algehele tevredenheid Arbeidsomstandigheden Urennorm Ondernemersaspecten Kijk op de toekomst Conclusies 2 Steekproef: achtergrond kenmerken

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Mammacare

Werkinstructies voor de CQI Mammacare Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van zorg rondom het onderzoek en/of behandeling van een goedaardige of kwaadaardige borstafwijking

Nadere informatie

Resultaten Quick scan Bezuinigingsmaatregelen ggz 30 maart 2012

Resultaten Quick scan Bezuinigingsmaatregelen ggz 30 maart 2012 Resultaten Quick scan Bezuinigingsmaatregelen ggz 30 maart 2012 Representatieve respons van 69% 96 lidinstellingen benaderd (64 Zvw en 32 non-zvw) 54 quick scans retour (44 Zvw en 10 non-zvw) Representatieve

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens

Nadere informatie

Multi source feedback voor de aios

Multi source feedback voor de aios Multi source feedback voor de aios Multi source feedback voor de aios Voor artsen in opleiding tot specialist (aios) is het belangrijk dat zij kennis van het specialisme verwerven, specialistische vaardigheden

Nadere informatie

Analyse quick scan productie 2016

Analyse quick scan productie 2016 Analyse quick scan productie 2016 Publicatienummer 2016-405 Vormgeving omslag Case Communicatie, Ede Copyrights GGZ Nederland 2016 Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding. Voorwoord In de

Nadere informatie

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE 2005-2016 Juni 2016 Kengetallen mobiliteitsbranche 2005-2016 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit

Nadere informatie

In opdracht van Nederland Maritiem Land (NML) en de aangesloten branches heeft Ecorys de maritieme arbeidsmarktenquête 2015 uitgevoerd. In 2015 is niet voor elke branche afzonderlijk een rapportage opgesteld.

Nadere informatie

Financiering optometrie en orthoptie binnen de instelling d.d

Financiering optometrie en orthoptie binnen de instelling d.d Financiering optometrie en orthoptie binnen de instelling d.d. 26-11-2014 De BBC heeft mede naar aanleiding van vragen van oogartsen over de financiering van de optometrie een overzicht gemaakt van de

Nadere informatie

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009

Nadere informatie

Scholenpanelrapportage vacatures & vervangingen 2007-2008

Scholenpanelrapportage vacatures & vervangingen 2007-2008 Scholenpanelrapportage vacatures & vervangingen 2007-2008 Onderwerp pagina Inleiding 2 Respons 3 Tendens directie- en leerkrachtvacatures 3 Directievacatures 3 Oplossingen voor niet ingevulde directievacatures

Nadere informatie

Zeeland / West- Brabant

Zeeland / West- Brabant Arbeidsmarkt- en stageonderzoek procestechnische opleidingen Zeeland / West- Brabant 2015 Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet... 3 1.1 Respons... 3 2 Stage- en leerwerkplaatsen... 4 2.1 Verdeling over de sectoren...

Nadere informatie

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken Rapportage voor: Groepspraktijk Huizen Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV www.argo-rug.nl INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

Kengetallen mobiliteitsbranche

Kengetallen mobiliteitsbranche Kengetallen mobiliteitsbranche 2004-2015 Juni 2015 Kengetallen mobiliteitsbranche 2004-2015 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Uitkomsten van de peiling van 1 januari 2016 L.F.J. van der Velden R.J. Kenens J. Hansen R. Batenburg NIVEL POSTBUS 1568-3500 BN UTRECHT TELEFOON: 030-27

Nadere informatie

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013 in het kort 2 Mei 2013 Onderzoek en rapportage a-advies In opdracht

Nadere informatie

Jaarrapport Cenzo totaal 2013

Jaarrapport Cenzo totaal 2013 Jaarrapport Cenzo totaal 2013 Copyright Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Cenzo worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt. Voor het gebruik van de informatie

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de organisatie van de oogheelkundige zorg en de toegevoegde waarde van een goede samenwerking. Op weg naar geintegreerde oogzorg

Ontwikkelingen in de organisatie van de oogheelkundige zorg en de toegevoegde waarde van een goede samenwerking. Op weg naar geintegreerde oogzorg Ontwikkelingen in de organisatie van de oogheelkundige zorg en de toegevoegde waarde van een goede samenwerking. Op weg naar geintegreerde oogzorg Samenwerking tussen oogheelkunde, orthoptie en optometrie.

Nadere informatie

resultaten Vacature-enquête

resultaten Vacature-enquête resultaten Vacature-enquête voorjaar 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Vacatures maart 2014 4 3. Vacatures per sector 5 4. Conclusies 11 Bijlage 1 Tabellen 12 Kenmerk: Project: 81110 Juni 2014 1. Inleiding

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Onderzoek EVC. Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014

Onderzoek EVC. Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014 Onderzoek EVC Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014 Colofon Titel: Onderzoek EVC: aantallen 2013 en 2014 Auteur : Robbie van Kippersluis Versie: 1.0 Datum: Juni 2014 Kenniscentrum EVC Postbus 1585 5200 BP s-hertogenbosch

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013)

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013) Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013) Inhoudsopgave Verslag Samenvatting resultaten Bijlage - Vragenlijst Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN VENLO +31 (77) 3203736

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Consultatievraag 1: Deelt u de analyses van de genoemde rapporten en onderzoeken over schaarste bij medisch specialisten?

Consultatievraag 1: Deelt u de analyses van de genoemde rapporten en onderzoeken over schaarste bij medisch specialisten? Bijlage 1 In zijn algemeenheid verrast het de NVvP dat het consultatiedocument is gebaseerd op een studie van de OESO, die vele tekortkomingen kent. Hoewel deze degelijk zijn beschreven in het consultatiedocument,

Nadere informatie

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het kamerlid De Rouwe (CDA) over herkeuring voor een nieuw rijbewijs voor 70-plussers.

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het kamerlid De Rouwe (CDA) over herkeuring voor een nieuw rijbewijs voor 70-plussers. abcdefgh de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Datum 16 mei 2008 Ons kenmerk VENW/DGP2008/4495 Onderwerp kamervragen herkeuring rijbewijs 70plussers

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Indicatorenset Hartfalen

Indicatorenset Hartfalen Indicatorenset Hartfalen 1 Inhoudsopgave Overzicht indicatoren Hartfalen en invulformulier 3 Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren 7 Deel 2: Klantpreferentievragen 8 1: Klantpreferentievragen Hartfalen

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Klinische verloskunde in het dokter J.H.Jansenziekenhuis te Emmeloord: een verkenning.

Klinische verloskunde in het dokter J.H.Jansenziekenhuis te Emmeloord: een verkenning. Klinische verloskunde in het dokter J.H.Jansenziekenhuis te Emmeloord: een verkenning. C.J. Dekker, huisarts te Urk. Februari 2003. Inleiding De haalbaarheid van een klinische afdeling gynaecologie-verloskunde

Nadere informatie

Capaciteitsraming voor bedrijfsartsen 2012-2022/2028

Capaciteitsraming voor bedrijfsartsen 2012-2022/2028 Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Capaciteitsraming voor bedrijfsartsen 2012-2022/2028 S.M. Schepman L. van der Velden L. Hingstman U vindt

Nadere informatie

Onderzoek naar patiënttevredenheid

Onderzoek naar patiënttevredenheid Onderzoek naar patiënttevredenheid Uitslag patiënten enquête 2012 Dermatologisch Centrum Amstel & Vechtstreek Oktober 2012 Introductie In dit rapport vindt u de resultaten van het onderzoek naar de tevredenheid

Nadere informatie

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

Onderwijs en vluchtelingenkinderen Onderwijs en vluchtelingenkinderen Zijn scholen en onderwijsgevenden voldoende toegerust om vluchtelingenkinderen onderwijs te bieden? Een enquête onder onderwijsgevenden van basisscholen, scholen voor

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie). Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie). Verbetert de zorg na de behandeling van dikke darmkanker

Nadere informatie

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL 2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL 1 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) noemt het opvallend dat het aantal abortussen vanaf 20 weken is toegenomen en veronderstelt dat dit verband houdt met de

Nadere informatie

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 De meeste

Nadere informatie

Laserbehandeling van het oog

Laserbehandeling van het oog Laserbehandeling van het oog Oogheelkundig centrum 1 Uw oogarts heeft met u besproken dat u een laserbehandeling zal ondergaan. In deze folder vindt u alle informatie over de behandeling. Wat is laser?

Nadere informatie

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949 Onderwijs & Kwaliteit Eerste rapportage HBO-Monitor 2013 Op 3 april 2014 zijn de resultaten van de jaarlijkse HBO-monitor (enquête onder afgestudeerden) over 2013 binnengekomen. Het onderzoek betreft studenten

Nadere informatie

Auteur: Thomas Peters Opdrachtgever: Gezondheidscentrum Velserbroek

Auteur: Thomas Peters Opdrachtgever: Gezondheidscentrum Velserbroek Auteur: Thomas Peters Opdrachtgever: Gezondheidscentrum Velserbroek Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Geslacht/Leeftijd... 4 Assistentes... 4 Huisartsen... 5 Algemeen... 6 Management samenvatting...

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het personeelsbestand van hogescholen

Ontwikkelingen in het personeelsbestand van hogescholen HBO-Personeel 2017 Ontwikkelingen in het personeelsbestand van hogescholen In 2017 hadden de 37 hogescholen 1 in Nederland samen 48.128 medewerkers in dienst. Uitgedrukt in voltijds werkenden bedr oeg

Nadere informatie

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN

Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN De vragen in deze Landelijke VVE monitor hebben betrekking op de situatie in het schooljaar 2009 2010. Ideaal gesproken gaat u uit van één teldatum, het liefst

Nadere informatie

2 januari 2015. Onderzoek: Effectiviteit van de zorg

2 januari 2015. Onderzoek: Effectiviteit van de zorg 2 januari 2015 Onderzoek: Effectiviteit van de zorg 1 Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

Benchmarkbulletin 2010

Benchmarkbulletin 2010 Benchmarkbulletin 2010 Inleiding De benchmark 2010 is in augustus 2011 afgerond. In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste landelijke resultaten. Alle leden van de VHN hebben meegedaan

Nadere informatie

Gemeente Landsmeer. Wmo-klanttevredenheid over 2013. 5 juni 2014

Gemeente Landsmeer. Wmo-klanttevredenheid over 2013. 5 juni 2014 Gemeente Landsmeer Wmo-klanttevredenheid over 2013 5 juni 2014 DATUM 5 juni 2014 TITEL Wmo-klanttevredenheid over 2013 ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Gemeente Landsmeer Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem

Nadere informatie

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 29689 Herziening Zorgstelsel 31016 Ziekenhuiszorg Nr. 623 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 juni 2015 Hierbij

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse

Nadere informatie

Over- en onderproductie en vooruitblik 2014

Over- en onderproductie en vooruitblik 2014 Rapportage ActiZ Enquête Over- en onderproductie en vooruitblik 2014 Voor ActiZ, organisatie van zorgondernemers Van ICSB Marketing en Strategie Drs. Yousri Mandour Loes Wevers MSc. Datum april 2014 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media hebben in onze samenleving een belangrijke rol verworven. Het gebruik van sociale media is groot en dynamisch. Voor de vierde

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Poliklinische zorg

Werkinstructies voor de CQI Poliklinische zorg Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg van een polikliniek te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Wie is de Nederlandse huisarts?

Wie is de Nederlandse huisarts? 8 LHV jubileumboek onderhuids onderzoek 9 Wie is de Nederlandse huisarts? Eerst het goede nieuws: 4 van de 5 huisartsen hebben geen enkele spijt van hun beroepskeuze. Sterker nog: als ze opnieuw zouden

Nadere informatie

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

Q&A over het Capaciteitsorgaan en Fonds Ziekenhuisopleidingen

Q&A over het Capaciteitsorgaan en Fonds Ziekenhuisopleidingen Q&A over het Capaciteitsorgaan en Fonds Ziekenhuisopleidingen (FZO) Wat is het Capaciteitsorgaan? Het Capaciteitsorgaan is in 1999 opgericht door universitaire medische centra, algemene ziekenhuizen, beroepsbeoefenaren

Nadere informatie

Manpowerenquete Livia Kalma; Eveline van Beek. Carine Peutz-Kootstra; Evan Boers

Manpowerenquete Livia Kalma; Eveline van Beek. Carine Peutz-Kootstra; Evan Boers Manpowerenquete 2012 Livia Kalma; Eveline van Beek Carine Peutz-Kootstra; Evan Boers Manpowerenquete 2012 Enquetering volgens dezelfde systematiek als in 2009, 2007, 2004 Addendum i.v.m. ervaren werkdruk

Nadere informatie

Rapportage. Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs. Utrecht, juni 2015. DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs.

Rapportage. Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs. Utrecht, juni 2015. DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Rapportage Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Tanya Beliaeva Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 030 263 1080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Draagvlakmeting Projectnummer: 10063 In opdracht van: Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) Rogier van der Groep Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Spierziekten

Werkinstructies voor de CQI Spierziekten Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de behandeling van spierziekten in het ziekenhuis en in het revalidatiecentrum te meten vanuit

Nadere informatie