PROEFLESSENSYLLABUS TAAL ACTIEF (SPELLING) GROEP 7

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROEFLESSENSYLLABUS TAAL ACTIEF (SPELLING) GROEP 7"

Transcriptie

1 PROEFLESSENSYLLABUS TAAL ACTIEF (SPELLING) GROEP

2 Inhoudsopgave Taal actief spelling in het kort 2 Wat u vooraf moet weten 4 Algemene inleiding op het thema 5 Week 1, dag 1 9 Week 1, dag 2 12 Week 1, dag 3 16 Week 2, dag 1 19 Week 2, dag 2 signaaldictee 23 Week 2, dag 3 31 Week 3, dag 1 46 Week 3, dag 2 51 Week 3, dag 3 60 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 Inhoud 1

3 Taal actief spelling in het kort U hebt tijdens het keuzeproces misschien al de brochure van de nieuwste Taal actief gelezen en het zichtzendingenpakket bekeken. Toch willen we deze proeflessensyllabus starten met een korte beschrijving van de meest opvallende kenmerken van Taal actief (het onderdeel spelling). Dit overzicht biedt u namelijk kort en helder de informatie die u nodig zult hebben om een goede indruk van de proeflessen en de methode Taal actief te krijgen. Uitgangspunten Taal actief is de meest gebruikte methode voor taal en spelling in het basisonderwijs. Op Taal actief kunt u vertrouwen, want de ervaringen van meer dan 3500 scholen zijn in de nieuwste Taal actief verwerkt. Bovendien blijkt uit onderzoek dat scholen die werken met Taal actief gemiddeld hoger scoren op de Cito eindtoets. Taal actief biedt u een eenvoudig basisprogramma dat u kunt uitbreiden op het moment dat u er aan toe bent. Dat maakt Taal actief tot een methode die gemakkelijk organiseerbaar is. U differentieert met Taal actief moeiteloos, want: de differentiatielessen zijn een vast onderdeel van het basisprogramma; u kunt op hetzelfde moment differentiëren naar goede, gemiddelde en zwakke spellers; als uw organisatie het toelaat, kunt u onderwijs op maat bieden via het computerprogramma spelling; u kunt uitval voorkomen door verlengde instructie vooraf; voor snelle kinderen zijn er klaar?-opdrachten. Kinderen werken echt zelfstandig met de nieuwste Taal actief. De methode start op avi 2. De instructies zijn kort en krachtig. Elke les staat op 1 pagina in het werkboek. Taal actief biedt opdrachten aan op het niveau van elk kind. U krijgt als leerkracht praktische ondersteuning door de overzichtelijke handleiding met op elke pagina een les. Elke les kent een vaste structuur en voor combinatiegroepen heeft Taal actief startopdrachten in de kopieermap. Een les kent weinig voorbereidingstijd door de concrete suggesties voor (verlengde) instructie. De lesorganisatie Een korte beschrijving van een thema De nieuwste Taal actief gaat uit van 10 thema s per jaargroep. Een thema duurt 3 weken. In elke week geeft u 3 lessen spelling. Elk thema kent dezelfde opbouw: 4 basislessen spelling gevolgd door een signaaldictee; 5 differentiatielessen spelling in de vorm van reteaching, bakkaarten of een computerprogramma. Tijdens deze les neemt u het controledictee af. Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 Taal actief in het kort 2

4 In een schema ziet een week van Taal actief er als volgt uit: 25 minuten 25 minuten dag 1 TAAL SPELLING dag 2 TAAL TAAL dag 3 TAAL SPELLING dag 4 TAAL TAAL dag 5 TAAL SPELLING Samen met de lessen taal geeft u dan niet meer dan 50 minuten Taal actief per dag. In totaal geeft u 30 weken les. Dat betekent dat u 10 weken uitlooptijd heeft. Taal actief biedt voor deze weken extra stof voor zelfstandig werken in het werkboek taal en met de gratis internetopdrachten. Een korte beschrijving van een les Elke les in Taal actief kent eenzelfde opbouw: De opbouw van een basisles: 10 minuten Introductie/instructie 10 minuten Verwerking 5 minuten Reflectie De basislessen beginnen met een korte introductie, waarbij het ankerverhaal (het verhaal waar elk thema mee begint) steeds het uitgangspunt vormt. Daarna volgt een korte instructie met suggesties voor verlengde instructie en inoefening van het aangeboden lesdoel. Tijdens de verwerking werken de kinderen volledig zelfstandig. De differentiatielessen bestaan uit: Voor zwakke spellers bieden we extra instructiemomenten met kopieerbladen en zelfstandig oefenmateriaal op bakkaarten en/of in een computerprogramma. Voor gemiddelde spellers bieden we woordpakketoefeningen op bakkaarten en/of in een computerprogramma. Voor goede spellers bieden we extra oefenmateriaal op bakkaarten en kopieerbladen. Als uw organisatie het toelaat, kunt u ook het computerprogramma spelling inzetten. U vindt daarin de dictees (signaal-, controle-, instap-, parkeerweek- en algemeen controledictee), woordpakketoefeningen en categorieoefeningen. Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 Taal actief in het kort 3

5 Wat u vooraf moet weten Deze proeflessenwijzer zorgt ervoor dat u snel en gemakkelijk aan de slag kunt met de proeflessen. Alle benodigde informatie én het leerlingenmateriaal zitten samen in dit pakket. Het proeflessenpakket bevat thema 4 van deze jaargroep. Het thema beslaat 3 lesweken van 9 lessen spelling: - 4 basislessen (afgesloten met een signaaldictee); - 5 differentiatielessen (voor goede, gemiddelde en zwakke spellers. De zwakke spellers neemt u tussentijds nog het controledictee af.). Het pakket is zo opgebouwd dat per dag alles gebundeld is wat u nodig hebt. Dit helpt om het overzicht te houden. Iedere dag begint met een kopie uit de handleiding waarin u precies ziet welke materialen u voor deze les gebruikt. U hoeft dus alleen nog kopieën te maken van het leerlingenmateriaal naar gelang het aantal leerlingen in uw groep. Het leerlingenmateriaal betreft: het werkboek, kopieerbladen spelling, bakkaarten spelling en eventueel het computerprogramma. De opbouw per week is steeds hetzelfde. Het gemak van dit organisatiemodel zult u tijdens het werken snel ervaren. De proeflessen bevatten alleen het spellingdeel van de methode Taal actief. Bij de zichtzending Taal actief taal vindt u ook een proeflessensyllabus voor het taaldeel van de methode. U zult merken dat u voor deze proeflessen spelling behoorlijk veel moet kopiëren voor de kinderen. Normaal gesproken kopieert u alleen materialen uit de kopieermap. Bedenk ook dat het in werkelijkheid tweekleuren materialen zijn. Een voorbeeld van het tweekleuren materiaal vindt u in de zichtzending. Al die zwart-wit kopieën kunnen misschien tot verwarrende situaties leiden voor de kinderen. En dat kan weer de organisatie van de les nadelig beïnvloeden. Let dus goed op de vermelding onder aan de bladen en zorg dat de stapeltjes niet door elkaar raken. Bedenk hierbij dat dit met de werkelijke materialen van de methode niet het geval zal zijn. Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 Taal actief in het kort 4

6 Algemene inleiding op het thema

7 4 Straatmuzikanten Inleiding Spellingwoorden De komende weken staat het thema luisteren centraal. In het ankerverhaal lezen de kinderen over de vrienden Joris, Daniël en John, die met zijn drieën muziek maken op straat. Op de dag van de Rechten van het Kind worden ze geïnterviewd door de regionale radio-omroep en mogen ze optreden in de studio. Onveranderlijke woorden 29a: woorden met stomme e (niet in voor- of achtervoegsel) de: akte, apostel, datgene, degene, ergernis, gave, hoogstens, karakter, tevergeefs, weduwe, zodoende 30a: woorden met het voorvoegsel be bezoek: bediening, behoud, benoeming, bewerking, bewustzijn 30b: woorden met het voorvoegsel ge getal: gebod, gemeenschap, genot, gevangene, gewest, gezag 30c: woorden met het voorvoegsel ver verkeer: verbazing, verbeelding, verbetering, verdeling, vereniging, vergadering, vergelijking, vergunning 33a: woorden met het achtervoegsel ig jarig: aandachtig, gebrekkig, nadelig, matig, rechtvaardig, regelmatig, toekomstig, volledig, vrijwillig, willekeurig Werkwoorden 1: klankvaste werkwoorden d-soort normaal kleuren: halen, horen, kleuren, luisteren, rollen, spelen 2a: klankvaste werkwoorden met z/s-wisseling reizen: blozen, glanzen, niezen, reizen, verhuizen 2b: klankvaste werkwoorden met v/f-wisseling leven: beloven, draven, hoeven, leven, verven 4: klankvaste werkwoorden t-soort normaal werken: knikken, lachen, maken, pakken, schoppen, werken Probleemomschrijving van: handleiding pagina 101 Onveranderlijke woorden Bij het schrijven van de woorden met stomme e wordt een beroep gedaan op: een regelgerichte benadering: je hoort u, maar je schrijft e; een analogieaanpak: je schrijft de klank u als e zoals in het woord de; het inprenten van het woordbeeld als deze aanpakken niet tot resultaat leiden; een gemengde benadering van regel, analogieaanpak en inprenting. Er kunnen fouten ontstaan in de volgende gevallen: e klinkt als u, waardoor u geschreven wordt; De e wordt weggelaten doordat deze onvoldoende gehoord wordt (lopen als lopn); na een stomme e wordt ten onrechte de verdubbelingsregel toegepast (bijvoorbeeld bedelen als bedellen). Bij het schrijven van de woorden met het voorvoegsel be, ge of ver wordt een beroep gedaan op: het bepalen van de spellingmoeilijkheid die in het woord voorkomt; het verdelen van het woord in klankgroepen; het koppelen van de klankgroep bu, gu of vur aan de lettergroep be, ge of ver; het opschrijven van het woord. De klankgroep bu, gu of vur kan ingeprent worden, zodat het kind weet dat deze geschreven wordt als be, ge of ver. Daarnaast is een analogieaanpak mogelijk waarbij het kind be, ge of ver schrijft overeenkomstig het voorvoegsel van het grondwoord bezoek, getal of verkeer. Ook kan een regelaanpak gehanteerd worden, waarbij het kind aangeeft: je hoort bu, gu of vur, maar je schrijft be, ge of ver. Ten slotte is een gemengde benadering mogelijk van regel, analogieaanpak en inprenten van woorden ter aanvulling en ondersteuning van elkaar. Er kunnen fouten ontstaan in de volgende gevallen: je hoort bu, gu of vur, maar je schrijft be, ge of ver. Op basis van klank-letterkoppeling kunnen de woorden niet goed worden geschreven. Er moet een keuze worden gemaakt tussen twee tekens met bijna dezelfde klank: e of u; het kind laat de letter e weg omdat deze klank tussen twee medeklinkers onvoldoende wordt gehoord, bijvoorbeeld: bnoeming, gnot, vreniging; Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 inleiding 6

8 de regel voor de verdubbeling van de medeklinker wordt ten onrechte toegepast, omdat e wordt gehoord als een korte klank waarna twee dezelfde medeklinkers volgen, bijvoorbeeld: beddiening; de letter v van ver wordt gehoord als f en vervolgens ook zo geschreven: ferbazing. Bij het schrijven van de woorden die eindigen met het achtervoegsel ig wordt een beroep gedaan op: het bepalen van de spellingmoeilijkheid in het woord; inzicht in de vorming van het woord; het verdelen van het woord in klankgroepen; het koppelen van de klankgroep eg, ug of ig aan de lettergroep ig; het opschrijven van het woord; het zien van overeenkomsten in de schrijfwijze van vergelijkbare woorden. De klankgroep ug, eg of ig kan ingeprent worden zodat het kind weet dat deze geschreven wordt met ig. Daarnaast is een analogieaanpak mogelijk waarbij het kind ig schrijft overeenkomstig de uitgang van het grondwoord jarig. Ook kan een regelaanpak gehanteerd worden waarbij het kind aangeeft dat je ug of eg hoort, maar ig schrijft. Kinderen die hierbij geen baat hebben, kunnen de woorden inprenten. Er kunnen fouten ontstaan in de volgende gevallen: de klankgroep ig wordt gehoord als ug of eg en het kind schrijft de lettergroep ook zo; het kind weet niet dat de onbeklemtoonde klankgroep ig niet-klankzuiver is en schrijft bijvoorbeeld jarig als jareg of jarug; het kind verwisselt ig met ing, een verwisseling die voorkomt bij nagenoeg gelijk klinkende woorden, bijvoorbeeld keurig en keuring. Het kind houdt te weinig rekening met de betekenis van de woorden in de context; het kind verwisselt ig met ich. De analogie met het woord zich of met de klankgroep icht wordt ten onrechte toegepast; In de verbogen vorm ige past het kind ten onrechte de verdubbelingsregel toe, bijvoorbeeld jarigge, omdat het niet weet dat de verdubbelingsregel niet van toepassing is bij onbeklemtoonde klankgroepen. Woordvorming door afleiding van het achtervoegsel ig moet goed bekend zijn om met inzicht gebruik te kunnen maken van de analogieredenering. Oefening in het afleiden van woorden versterkt het inzicht in de samenstelling en de betekenis van de woorden. Het achtervoegsel ig komt in beeld als een afzonderlijk deel van het woord met een eigen functie en betekenis. Het betekent vaak: lijkt op, als van (jeugd), of met (angst). van: handleiding pagina 102 Werkwoorden Bij het schrijven van persoonsvormen in de verleden tijd van klankvaste werkwoorden d-soort en t-soort normaal en met z/s- of v/s-wisseling wordt een beroep gedaan op: het kennen van de verledentijdsvorm van het werkwoord; het herkennen van het werkwoord in de verledentijdsvorm; inzicht in de vervoeging in de verleden tijd met de uitgang -de(n) of -te(n); het herkennen van regelmaat in de schrijfwijze van het enkelvoud en het meervoud in de verleden tijd; het rekening houden met de regels voor verenkeling van de klinker of verdubbeling van de medeklinker bij verandering van een werkwoord in de vervoegde vorm; het onthouden van de regel dat de ikvorm niet eindigt op z of v, maar op s of f; de auditieve discriminatie tussen de stemloze s of f en de stemhebbende z of v; het visueel geheugen, als geen verschil wordt gehoord tussen de klanken s en z of f en v, en het bovenstaande niet functioneert. Er kunnen fouten ontstaan in de volgende gevallen: het kind maakt een verkeerde vervoegingsvorm, bijvoorbeeld -te(n) in plaats van -de(n); het kind bouwt geen herkenning op van de regelmaat in de schrijfwijze van de vervoegingsvormen in samenhang met het onderwerp of de tijd van de zin; er is regelmaat in de schrijfwijze van de werkwoordsvormen, maar er zijn sterk concurrerende werkwoorden, bijvoorbeeld lacht en legt; het kind moet zich kunnen richten op de probleemletter in het werkwoord. Het moet de klank z of v in het hele werkwoord zien en horen en kunnen aangeven dat deze verandert in s of f in het enkelvoud; het kind hoort geen verschil in de uitspraak van z of v in de basisvorm en s of f in de vervoegde vorm en schrijft bijvoorbeeld glansen en drafen. Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 inleiding 7

9 Lesmenu 4 Straatmuzikanten tijdstip les / opdracht tijd (min) spellers doel materialen goede speller gemiddelde speller zwakke speller nieuw toets herhaling toepassing remediëring handleiding spelling werkboek spelling kopieerbladen spelling bakkaarten spelling computerprogramma spelling* antwoordenboek spelling Basislessen week 1 dag 1 dag 2 dag 3 1 de, jarig 2 kleuren, werken 3 bezoek, getal, verkeer week 2 dag 1 dag 2 4 reizen, leven signaaldictee Differentiatielessen dag 3 5 de, bezoek, getal, verkeer, jarig woordpakketoefeningen themapakket 4 werkwoordpakketoefeningen themapakket 4 (werkwoorden) week 3 dag 1 dag 2 dag 3 6 kleuren, reizen, leven, werken woordpakketoefeningen themapakket 4 werkwoordpakketoefeningen themapakket 4 (werkwoorden) controledictee woordpakketoefeningen themapakket 4 werkwoordpakketoefeningen themapakket 4 (werkwoorden) categorieoefeningen woordpakketoefeningen themapakket 4 categorieoefeningen (werkwoorden) werkwoordpakketoefeningen themapakket 4 (werkwoorden) * U kunt er ook voor kiezen om voor de gemiddelde en zwakke spellers het computerprogramma spelling in te zetten in plaats van de bakkaarten spelling. van: handleiding lesmenu 4 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 inleiding 8

10 week 1, dag 1

11 Basislessen Les 1 Doel de, jarig De kinderen kunnen: woorden met stomme e correct schrijven; woorden met het achtervoegsel ig correct schrijven. van: handleiding pagina 103 Doelgroep alle kinderen Woorden 29a de: akte apostel datgene degene ergernis gave hoogstens karakter tevergeefs weduwe zodoende 33a jarig: aandachtig gebrekkig nadelig matig rechtvaardig regelmatig toekomstig volledig vrijwillig willekeurig Materiaal Werkboek spelling, bladzijde 14, oefening 1, 2 en 3 Antwoordenboek spelling Introductie U schrijft op het bord: Een man met korte grijze haren, een snor en een aktetas stootte met zijn voet tegen het geldbakje Waar hoor je een stomme e net als bij de? U zet een streep onder elke stomme e. Wat is een aktetas? (een platte rechthoekige tas, vaak van zwart leer, om papieren en boeken in mee te nemen) Een akte is een officieel blad van een gemeente of notaris waarop een beschrijving van een gebeurtenis of een feit staat, dat je als een bewijs kunt gebruiken. Wie kan er een voorbeeld van een akte noemen? (visakte, geboorteakte, huwelijksakte) Joris vertelt dat hij de man met de aktetas vaker heeft gezien. Hij kijkt altijd chagrijnig. U schrijft chagrijnig op het bord. Van welk woord is chagrijnig afgeleid? (chagrijn) U zet een streep onder het achtervoegsel ig. U vertelt de kinderen dat ze vandaag woorden leren schrijven met stomme e die klinkt als u en woorden die eindigen met ig. Instructie en oefening U vraagt naar voorbeelden van woorden met stomme e en schrijft er enkele op. Wat betekent stom in stomme e? (toonloos, zonder klank, klinkt niet helder) De stomme e is de klinker e zonder klemtoon en lijkt daardoor op de u van put. In plaats van stomme e zeg je ook wel stemzwakke e. Uit de voorbeelden leidt u af dat (bijna) alle uitgangen van verkleiningen, meervouden, verbuigingen en vervoegingen eindigen op e, en of es. Een woord dat eindigt met de stemzwakke klank e wordt geschreven met de e van de, bijvoorbeeld akte, datgene, weduwe, zodoende. De stemzwakke e is het moeilijkst te horen in het midden van een woord, bijvoorbeeld in ergernis, karakter, tevergeefs. Dan vraagt u naar voorbeelden van woorden die eindigen met ig en schrijft er enkele op. Weten de kinderen wat een achtervoegsel is? (een toevoeging van enkele letters achter een woord om een nieuw woord te maken; de toegevoegde letters vormen zelf geen bestaand woord) Als voorbeeld biedt u de volgende woorden aan: aandacht, gebrek, nadeel, maat, regelmaat, toekomst, willekeur. De kinderen maken er een woord met ig van. Het achtervoegsel ig betekent vaak: het lijkt op (gebrek, nadeel, vrije wil, willekeur), als van (toekomst) of met (aandacht, mate, regelmaat, recht, vol). Aan de hand van de deze voorbeelden licht u de betekenis van de woorden toe. Bij het woord recht gaat het om rechtvaardig en bij vol om volledig. Kinderen die zelfstandig verder kunnen, maken oefeningen 1, 2 en 3 in het werkboek. VERLENGDE INSTRUCTIE Het achtervoegsel ig klinkt als eg of ug, omdat dit deel van het woord geen klemtoon heeft. U laat enkele woorden in klankgroepen verdelen: aandachtig, gebrekkig, nadelig. De kinderen maken hierbij met de hand horizontale bewegingen: met hoge bewegingen geven ze de beklemtoonde klankgroepen aan, met lage bewegingen de onbeklemtoonde klankgroepen. Deze bewegingen geeft u op het bord weer in de vorm van een stemtrap: de onbeklemtoonde klankgroepen zet u op een lage tree en de klankgroep met klemtoon op de hoge tree. Het achtervoegsel ig staat op de lage tree. Bij de laatste lettergreep zeggen de kinderen de regel: Je hoort eg of ug, maar je schrijft ig. Deze werkwijze gebruikt u ook bij de stemzwakke e die klinkt als u, maar u laat nu een van de kinderen de stemtrap van het woord op het bord tekenen. Een ander kind schrijft de lettergrepen op de treden en een derde kind zegt de regel: Je hoort u, maar je schrijft e. Oefenwoorden zijn: apostel, degene, ergernis, karakter, tevergeefs. Verwerking Bij oefening 1 schrijven de kinderen de woorden op met e die klinkt als u. Bij oefening 2 maken ze van de gegeven woorden of korte omschrijving een woord met het achtervoegsel ig en schrijven die op. Bij oefening 3 schrijven de kinderen de woorden op met e of met i. Bij de klaar?-opdracht verdelen ze de woorden van oefening 3 in twee rijen: woorden met het achtervoegsel ig en woorden zonder ig. Reflectie Hoe hebben de kinderen nagedacht over het schrijven van de stomme e in de woorden? Hoe voorkomen ze dat ze bij de woorden met het achtervoegsel ig zich vergissen in een andere letter? Wat is de betekenis van het achtervoegsel ig in een woord? Licht dit toe bij de woorden gebrekkig, nadelig en regelmatig. Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 1 dag 1 10

12 de, jarig Les 1 1 Schrijf het woord op met e die klinkt als u. akt. apost. l karakt. r zodoend. gav. datgen. weduw. d. gen. t. v. rgeefs hoogst. ns erg. rnis reg. lmatig 2 Maak woorden met ig. nadeel regelmaat gebrek vrije wil met mate toekomst willekeur helemaal vol aandacht 3 Schrijf het woord op met e of i. g brekk g nad l g d gen erg rn s reg lmat g voll d g t v rgeefs vrijw ll g will keur g r chtvaard g Klaar? Maak twee rijen: woorden met ig en woorden zonder ig. Schrijf de woorden van oefening 3 in de goede rij. van: werkboek pagina Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 1 dag 1 11

13 week 1, dag 2

14 Les 2 kleuren, werken Doel Doelgroep De kinderen kunnen persoonsvormen van klankvaste werkwoorden d-soort normaal en t-soort normaal in de verleden tijd correct schrijven. alle kinderen Woorden 1 kleuren: halen horen kleuren luisteren rollen spelen 4 werken: knikken lachen maken pakken schoppen werken van: handleiding pagina 104 Materiaal Werkboek spelling, bladzijde 15, oefening 1, 2 en 3 Denkstappenkaart Antwoordenboek spelling Introductie U leest de volgende zinnen voor. Joris, Daniel en John maakten muziek op het Kerkplein. Onder de overkapping naast de cd-winkel haalden ze veel minder geld op. U vraagt bij elke zin naar de persoonsvorm en schrijft die op: maakten, haalden (op). U zet onder de uitgangen een streep en vraagt naar de tijd en het getal van de persoonsvormen. Waaraan kun je dat zien en horen? Van welke werkwoorden zijn deze persoonsvormen afgeleid? U schrijft de werkwoorden op. Wat valt de kinderen op bij het vergelijken van de werkwoorden en de persoonsvormen? De open lettergreep verandert in een gesloten lettergreep; de persoonsvormen staan in de verleden tijd meervoud; het ene werkwoord krijgt in de verleden tijd den, het andere krijgt ten. U vertelt de kinderen dat ze vandaag leren hoe het komt dat sommige werkwoorden in de verleden tijd de of den krijgen en andere werkwoorden te of ten. Instructie en oefening U schrijft de werkwoorden kleuren en werken op het bord en tekent een werkwoordschema. U vraagt naar de persoonsvormen en vult het schema in. Weten de kinderen het verschil in betekenis tussen tegenwoordige en verleden tijd? In de verleden tijd zijn ikvorm en hijvorm gelijk. Daarom worden de persoonsvormen in de verleden tijd enkelvoud in het schema bij elkaar gezet. Werkwoorden krijgen in de verleden tijd de uitgang de(n) of te(n). Meestal hoor je het verschil duidelijk. Soms twijfel je echter of je de of te schrijft. De regel is: als de klank in een klankvast werkwoord vóór en een stemloze medeklinker is, dan volgt in de verleden tijd te of ten. De volgende klanken zijn stemloos: t, k, f, s, ch, p. Er komt geen stemgeluid vanuit je keel mee naar buiten; je stembanden trillen niet. Laat de kinderen dit eventueel ondervinden door bij het uitspreken van deze klanken met hun handen aan hun keel te voelen. Een ezelsbruggetje om deze letters te onthouden, is het woord t kofschip. Is de klank vóór en een van deze medeklinkers, dan begint de uitgang van de verleden tijd met t, bijvoorbeeld werken werkte. Deze werkwoorden noemen we t-soort. Bij alle andere klankvaste werkwoorden begint de uitgang van de verleden tijd met d, bijvoorbeeld kleuren kleurde. Deze werkwoorden noemen we d-soort. U laat de kinderen de denkstappenkaart voor zich nemen en doorloopt hardop de stappen aan de hand van de persoonsvormen in het schema op het bord. U vraagt naar de tijd, het getal en de klank van het werkwoord. Merk op dat als in de tegenwoordige tijd het onderwerp jij of je achter de persoonsvorm staat, de ikvorm ontstaat. In de verleden tijd heeft de plaats van jij of je in de zin geen invloed op de schrijfwijze van de persoonsvorm. In de laatste kolom maken de kinderen de keuze in ikvorm + den of ten. Kinderen die zelfstandig verder kunnen, maken oefening 1, 2 en 3 in het werkboek. VERLENGDE INSTRUCTIE U zegt de werkwoorden horen, pakken, spelen, knikken, lachen, rollen schoppen, luisteren. De kinderen zeggen de verleden tijd ervan in het enkelvoud en het meervoud. Daarna geven ze aan of het een d-soort of t- soort werkwoord is. Ze schrijven de persoonsvormen op in één van de vier onderstaande rubrieken in de verleden tijd: d-soort t-soort enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud De slot-n in het meervoud hoor je vaak niet, maar schrijf je wel. De n geeft aan dat de persoonsvorm in het meervoud staat. Verwerking Bij oefening 1 verdelen de kinderen de werkwoorden in twee groepen: d-soort en t-soort. Bij oefening 2 vullen ze de werkwoordschema s in van spelen en werken. Bij oefening 3 schrijven de kinderen de juiste persoonsvormen in de verleden tijd op. Bij de klaar?-opdracht schrijven ze de persoonsvormen van oefening 3 in de tegenwoordige tijd op. Reflectie Hoe ga je na of een werkwoord behoort tot d-soort of t-soort? Wanneer is het handig om te weten of een werkwoord een d-soort of t-soort werkwoord is? Hoe gebruik je de denkstappenkaart bij het schrijven van de persoonsvormen? Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 1 dag 2 13

15 kleuren, werken Les 2 1 Schrijf elk woord in de goede rij. Kies uit: halen knikken lachen luisteren rollen schoppen spelen werken d-soort t-soort 2 Vul voor elk werkwoord het werkwoordschema in. spelen werken tegenwoordige tijd verleden tijd tegenwoordige tijd verleden tijd ik hij wij 3 Vul elke persoonsvorm in de verleden tijd in. Gebruik je denkstappenkaart. maken Daniël muziek op zijn gitaar. rollen De munten over de plavuizen. halen De jongens minder geld op. knikken Joris met zijn hoofd. pakken Ze hun instrumenten in. lachen De vrouw naar het drietal. Klaar? Schrijf elke persoonsvorm van oefening 3 op in de tegenwoordige tijd. van: werkboek pagina Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 1 dag 2 14

16 persoonsvorm denkstappenkaart onderwerp werkwoord schrijfwijze tijd getal klank woord tegenwoordige tijd enkelvoud ik, jij?, gebiedende wijs jij, je, u, hij, zij, het ikvorm ikvorm + t meervoud wijvorm verleden tijd enkelvoud meervoud d-soort klankvast t-soort klankveranderend d-soort klankvast t-soort klankveranderend ikvorm + de ikvorm + te wat ik hoor d of t (langer) ikvorm + den ikvorm + ten wat ik hoor andere werkwoordsvorm -d (langer) voltooid deelwoord -t (langer) -en -d bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord tegenwoordig deelwoord hele werkwoord van de denkstappenkaart -t -e -en wijvorm + d wijvorm + de wijvorm Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 1 dag 2 15

17 week 1, dag 3

18 Les 3 Doel Doelgroep bezoek, getal, verkeer De kinderen kunnen woorden die beginnen met de onbeklemtoonde klankgroep be, ge en ver correct schrijven. alle kinderen Woorden 30a bezoek: bediening behoud benoeming bewerking bewustzijn 30b getal: gebod gemeenschap genot gevangene gewest gezag 30c verkeer: verbazing verbeelding verbetering verdeling vereniging vergadering vergelijking vergunning Materiaal Werkboek spelling, bladzijde 16, oefening 1, 2 en 3 Antwoordenboek spelling Antwoordenboek spelling Introductie In het ankerverhaal staat dat een winkelier zich ergerde aan het geluid van de straatmuzikanten. Het geluid bezorgde overlast. Waarom vindt de man dat het geluid voor overlast zorgt? U schrijft geluid op en zet een streep onder ge. Daniël zegt dat zij op woensdagmiddag zonder vergunning muziek mogen maken. Waarvoor heb je een vergunning nodig? (vissen, jagen, bouwen, parkeren) U schrijft vergunning op en zet een streep onder ver. De drie jongens waren even beduusd, toen ze werden weggejaagd. Wat betekent beduusd? Beduusd komt van duizelen, een draaierig gevoel in je hoofd. Beduusd is even niet weten wat je moet doen doordat je iets onverwachts overkomt. Kunnen kinderen zich situaties herinneren waarin ze zich beduusd voelden? U schrijft beduusd op en zet een streep onder be. U vertelt de kinderen dat ze vandaag woorden die beginnen met be, ge of ver leren schrijven. Instructie en oefening U vraagt naar voorbeelden van woorden die beginnen met be, ge of ver en laat die op het bord schijven. Kennen de kinderen de bijbehorende grondwoorden? U schrijft de woorden bezoek, getal en verkeer op het bord. Wat is de moeilijkheid in deze woorden? Je hoort u, maar je schrijft e. Hoe komt dat? De eerste klankgroep wordt zonder klemtoon uitgesproken. Daardoor klinkt deze klank bijna als u. Woorden met het voorvoegsel be, ge of ver zijn vaak afgeleid van een ander woord. Wie kan vertellen van welke woorden behoud, gebod, verbeelding zijn afgeleid? Kinderen die zelfstandig verder kunnen, maken oefening 1, 2 en 3 in het werkboek. VERLENGDE INSTRUCTIE De voorvoegsels be, ge en ver klinken als bu, gu en vur omdat dit deel van het woord geen klemtoon heeft. Dit is goed te horen als je het woord in klankgroepen verdeelt. U zegt een woord, de kinderen verdelen het woord in klankgroepen. Daarbij maken ze met hun hand lage horizontale en hoge bewegingen: met lage bewegingen geven ze de onbeklemtoonde klankgroepen aan, met hoge bewegingen de beklemtoonde klankgroepen. In de onbeklemtoonde klankgroep zit een stomme e die klinkt als u. De handbewegingen tekent u in een stemtrap op het bord: de onbeklemtoonde klankgroep op de lage tree en de beklemtoonde klankgroep op de hoge tree. U biedt hierbij de volgende woorden aan: bediening, gewest, verbazing. Op dezelfde manier bespreekt u de woorden benoeming, gemeenschap en verbetering, maar laat nu een van de kinderen de stemtrap op het bord tekenen, terwijl een ander kind de lettergrepen op de treden schrijft. U wijst in de eerste klankgroep op de relatie tussen de onbeklemtoonde klankgroep, de stemloze klank hierin en de letter e waarmee deze klank geschreven wordt. Verwerking Bij oefening 1 verdelen de kinderen de woorden in lettergrepen. Bij oefening 2 schrijven ze de woorden op met het voorvoegsel be, ge of ver. Bij oefening 3 maken de kinderen van elk woord een woord dat begint met be, ge of ver en schrijven het op. Bij de klaar?-opdracht maken ze van de woorden uit oefening 1 die eindigen op ing werkwoorden. Reflectie Waar zoeken de kinderen de spellingmoeilijkheid in het woord? Op welke klank vooraan in het woord letten ze vooral? Hoe denken ze na over de klinker die bijna klinkt als u? Welke regel kennen ze bij het schrijven van de e die klinkt als u? Waarom is het handig om de woorden in klankgroepen te verdelen? van: handleiding pagina 105 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 1 dag 3 17

19 bezoek, getal, verkeer Les 3 1 Verdeel elk woord in lettergrepen. bediening benoeming genot verbazing gemeenschap gezag verbeelding verdeling vergunning gebod gewest bewerking bewustzijn behoud verbetering vereniging vergadering vergelijking 2 Schrijf het woord op met be, ge of ver. gadering houd bazing eniging vangene wustzijn zag meenschap 3 Maak woorden met be, ge of ver en schrijf ze op. Kies uit de woorden van oefening 1. gunnen beter gelijk dienen delen bieden noemen west werken beeld Klaar? Kijk naar de woorden op ing van oefening 1. Maak er werkwoorden van. Doe het zo: çbß d iøeωn i}n g çbß d iøeωnøeωn van: werkboek pagina Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 1 dag 3 18

20 week 2, dag 1

21 Les 4 Doel Doelgroep reizen, leven De kinderen kunnen persoonsvormen van klankvaste werkwoorden met z/s- of v/fwisseling in de verleden tijd correct schrijven. alle kinderen Werkwoorden 2a reizen: blozen glanzen niezen reizen verhuizen 2b leven: beloven draven hoeven leven verven Materiaal Werkboek spelling, bladzijde 17, oefening 1, 2 en 3 Denkstappenkaart Antwoordenboek spelling van: handleiding pagina 106 Introductie In het ankerverhaal staat dat Joris zich verbaasde over de vraag van een mevrouw die luidde: Weten jullie wat voor dag het morgen is? Waarom verbaasde Joris zich over deze vraag? U schrijft verbazen en verbaasde naast elkaar op en zet een streep onder z en s. De journaliste van de omroep vertelt de kinderen dat het de volgende dag de dag van de Rechten van het Kind is. Bijna alle landen van de wereld beloofden zich aan de Rechten van het Kind te houden. Kunnen de kinderen enkele kinderrechten noemen? (recht op een veilig en gezond leven, recht op onderwijs, recht op bescherming bij oorlog, recht op een eigen mening) Houdt ieder land zich aan deze beloften? U schrijft beloven en beloofden naast elkaar op met een streep onder v en f. U vertelt de kinderen dat ze vandaag werkwoorden leren waarbij z soms verandert in s en v in f. Instructie en oefening U tekent twee werkwoordschema s op het bord. De kinderen nemen de schema s over in hun schrift. U schrijft de werkwoorden reizen en leven boven de schema s en vraagt twee kinderen om de persoonsvormen in te vullen op het bord. Om de betekenis van tegenwoordige en verleden tijd tot uitdrukking te laten komen, laat u de kinderen zinnen maken met reizen en leven in beide tijden. Zoals in het schema valt te zien, kent het enkelvoud van de tegenwoordige tijd twee vormen: ikvorm en hijvorm. Hijvorm is hetzelfde als ikvorm + t. In de verleden tijd bestaat er in het enkelvoud slechts een vorm: ikvorm + de. Vervolgens brengt u de z/s- en v/f-wisseling in herinnering bij de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd (thema 2). Ook in de verleden tijd zijn deze letterwisselingen van toepassing. Aan het eind van de ikvorm schrijf je geen z of v, maar s of f. Tot slot besteedt u aandacht aan de uitgang van het werkwoord in de verleden tijd. Je kunt bepalen of je in de verleden tijd de(n) of te(n) schrijft door te luisteren naar de laatste klank in het hele werkwoord vóór en, in dit geval z en v. Deze klanken zijn stemhebbend, dus zijn het werkwoorden van de d-soort en begint de uitgang van de verleden tijd met d. Kinderen die zelfstandig verder kunnen, maken oefening 1, 2 en 3 in het werkboek. VERLENGDE INSTRUCTIE U tekent een werkwoordschema op het bord. Vervolgens vraagt u de kinderen naar de persoonsvormen van glanzen en verven. U gebruikt de persoonsvorm in een zin in de tegenwoordige tijd, de kinderen zeggen de zin in de verleden tijd. U let erop of de kinderen de juiste uitgang gebruiken (de(n)), waarbij u eventueel ingaat op de daarbij behorende spellingregel. Dan vraagt u de kinderen de juiste persoonsvormen in te vullen in het werkwoordschema, waarbij ze de meerlettergrepige woorden verdelen in lettergrepen. De kinderen kunnen hierdoor horen en zien dat de stemhebbende medeklinkers z en v niet meer aan het begin van een nieuwe lettergreep staan, maar dat het stemloze medeklinkers s en f zijn geworden die aan het eind van een lettergreep staan. Het resultaat bespreekt u samen met de kinderen, waarbij u vooral ingaat op de s/z- en f/v-wisseling. Hoe komt het dat in de persoonsvorm soms s of f wordt geschreven en soms z of v? Kennen de kinderen de regel voor deze wisseling? Aan het eind van een lettergreep schrijf je geen z maar s, en geen v maar f. Verwerking Bij oefening 1 vullen de kinderen de werkwoordschema s in van blozen en beloven. Bij oefening 2 schrijven ze de persoonsvormen op in de tegenwoordige tijd ikvorm en in de verleden tijd enkelvoud en meervoud. Bij oefening 3 schrijven ze de persoonsvorm op in de verleden tijd enkelvoud of meervoud. Bij de klaar?-opdracht schrijven ze de hijvorm in de tegenwoordige tijd op van de werkwoorden in oefening 2. Reflectie Wat hebben de kinderen geleerd van de persoonsvormen in de verleden tijd? Hoe denken ze na over de uitgang van de persoonsvorm in de verleden tijd? Welke regel kennen ze voor het schrijven van de letters s, z, v en f? Denken ze dat ze de persoonsvormen met s of f op het eind en z of v in het midden goed kunnen schrijven? Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 1 20

22 reizen, leven Les 4 1 Vul voor elk werkwoord het werkwoordschema in. blozen beloven tegenwoordige tijd verleden tijd tegenwoordige tijd verleden tijd ik hij wij 2 Vul voor elk werkwoord de rijen in. tegenwoordige tijd verleden tijd verleden tijd ikvorm ik/hijvorm wijvorm blazen draven verhuizen niezen hoeven verven Ik beloof je niks. 3 Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd op. Gebruik je denkstappenkaart. Het kind bloost van verlegenheid. Wij reizen met de trein. Zij leven nog lang en gelukkig. Het paard draaft in de wei. De jongens verhuizen naar een plein. Klaar? Kijk naar de werkwoorden van oefening 2. Schrijf de hijvorm in de tegenwoordige tijd op. van: werkboek pagina Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 1 21

23 persoonsvorm denkstappenkaart onderwerp werkwoord schrijfwijze tijd getal klank woord tegenwoordige tijd enkelvoud ik, jij?, gebiedende wijs jij, je, u, hij, zij, het ikvorm ikvorm + t meervoud wijvorm verleden tijd enkelvoud meervoud d-soort klankvast t-soort klankveranderend d-soort klankvast t-soort klankveranderend ikvorm + de ikvorm + te wat ik hoor d of t (langer) ikvorm + den ikvorm + ten wat ik hoor andere werkwoordsvorm -d (langer) voltooid deelwoord -t (langer) -en -d bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord tegenwoordig deelwoord hele werkwoord van de denkstappenkaart -t -e -en wijvorm + d wijvorm + de wijvorm Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 1 22

24 week 2, dag 2 Signaaldictee

25 Signaaldictees Doelgroep alle kinderen Materiaal Kopieerbladen spelling, bladzijde 70, 74, 96, 106 en 116 of computerprogramma spelling Als u het signaaldictee afneemt met behulp van het computerprogramma spelling, gebruikt u de inlegkaart bij het computerprogramma. Woordendictee U leest het vetgedrukte woord, vervolgens de zin en dan herhaalt u het woord. De kinderen schrijven het woord op. Achter de zin staat tussen haakjes de spellingcategorie. van: handleiding pagina Een apostel was een leerling van Jezus. (29a) 2 De bediening in deze winkel is erg vriendelijk. (30a) 3 Het onderwijs wordt betaald door de gemeenschap. (30b) 4 Met verbazing heb ik je verhaal gelezen. (30c) 5 De meisjes luisteren aandachtig naar de muziek. (33a) 6 Roken is nadelig voor je gezondheid. (33a) 7 Een verandering hoeft geen verbetering te zijn. (30c) 8 Een gevangene is iemand die in de gevangenis zit. (30b) 9 Jeugdnatuurwacht komt op voor het behoud van de natuur. (30a) 10 Joris is degene die je moet hebben. (29a) 11 Die man met de snor roept veel ergernis op. (29a) 12 Door de klap verloor het kind even het bewustzijn. (30a) 13 De juf heeft gezag, want iedereen luistert naar haar. (30b) 14 In het rekenboek staat een vergelijking tussen twee figuren. (30c) 15 De verdeling van de winst gebeurde rechtvaardig. (33a) 16 Je moet regelmatig je tanden poetsen. (33a) 17 Ben jij lid van een vereniging? (30c) 18 Daniël probeerde tevergeefs het geldbakje te redden. (29a) 19 De man van de weduwe is onlangs overleden. (29a) 20 Mijn zus meldt zich vrijwillig aan bij het leger. (33a) Werkwoordendictee Het signaaldictee staat op bladzijde 74 van de kopieerbladen. U maakt hiervan voor elk kind een kopie. De kinderen vullen in elke zin de juiste persoonsvorm in. 1 luisterden (1) 5 speelden (1) 9 rolt (1) 2 verhuisde (2a) 6 glansden (2a) 10 reizen (2a) 3 beloof (2b) 7 draafde (2b) 11 hoefden (2b) 4 schopt (4) 8 knikten (4) 12 lachten (4) Reflectie De kinderen controleren de dicteewoorden door een kruisje te zetten in een van de kolommen op het dicteeblad. Woorden die ze willen verbeteren, schrijven ze op in de kolom Ik verander. Met een plusteken geven ze aan welk woord ze goed vinden. Beoordeling en vervolg De resultaten noteert u op de registratiebladen voor de leerkracht. U noteert voor elk kind het aantal fouten bij de verschillende spellingcategorieën. De kinderen kleuren op bladzijde 96 van de kopieerbladen voor elk goed geschreven woord en werkwoord een vakje. Onveranderlijke woorden aantal woorden goed beheersing na het signaaldictee 18, 19, % Bakkaarten goede spellers, differentiatielessen taal of een ander vak 16, % Integratie: bakkaarten gemiddelde spellers of computerprogramma spelling (woordpakketten) <16 <80% Reteaching: gerichte spellinginstructie: les 5 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 2 24

26 Werkwoorden aantal woorden goed beheersing na het signaaldictee 11, % Bakkaarten goede spellers of differentiatielessen taal % Integratie: kopieerbladen (werkwoordpakketten) <10 <80% Reteaching: gerichte spellinginstructie: les 6 van: handleiding pagina 108 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 2 25

27 Signaaldictee Naam Woordendictee Ik denk Ik denk Ik schrijf: dat het Ik twijfel. dat het Ik verander: goed is. fout is van: kopieerblad pagina 70 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 2 26

28 Signaaldictee thema 4 Naam Werkwoordendictee Vul in elke zin de juiste vorm van het werkwoord in. t.t. = tegenwoordige tijd, v.t. = verleden tijd Ik denk Ik denk dat het Ik twijfel. dat het Ik verander: goed is. fout is. van: kopieerblad pagina 74 luisteren (v.t.) 1 Zij naar de muziek. verhuizen (v.t.) 2 Joris naar het plein. beloven (t.t.) 3 jij je best te doen? schoppen (t.t.) 4 De speler tegen de bal. spelen (v.t.) 5 John en Daniël gitaar. glanzen (v.t.) 6 De glazen in de zon. draven (v.t.) 7 Het veulen in de wei. knikken (v.t.) 8 Mijn knieën een beetje. rollen (t.t.) 9 De knikker in het gat. reizen (t.t.) 10 Jullie met de bus. hoeven (v.t.) 11 We geen hulp. lachen (v.t.) 12 De kinderen om de grap. Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 2 27

29 Registratieblad woordendictee kind 4 Hoeveel woorden had je goed? Kleur zoveel hokjes signaaldictee controledictee Welke woorden had je fout in het controledictee? Kruis ze aan. de akte datgene gave hoogstens karakter zodoende bezoek benoeming bewerking getal gebod genot gewest verkeer verbeelding verdeling vergadering vergunning van: kopieerblad pagina 96 jarig gebrekkig matig toekomstig volledig willekeurig Registratieblad werkwoordendictee kind Hoeveel werkwoorden had je goed? Kleur zoveel hokjes signaaldictee controledictee Welke werkwoorden had je fout in het controledictee? Kruis ze aan. kleuren haalden hoorden luisterde reizen niesde blozen verhuizen leven leefden verfde beloofden werken pak maakten schopten Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 2 28

30 Registratieblad woordendictee leerkracht 4 beoordeling aantal woorden categorie signaaldictee datum: g v onvoldoende a 30a 30b 30c 33a controledictee datum: woordendictee g voldoende onvoldoende a 30a 30b 30a 33a zinnendictee g v o namen van: kopieerblad pagina 106 omschrijving foutgrens woorden met stomme e woorden met voorvoegsel be woorden met voorvoegsel ge woorden met voorvoegsel ver differentiatie TBE comp kb kb kb kb kb TBE comp comp comp comp comp site les 5 les 5 les 5 les 5 les 5 site 29a 30a 30b 30c 33a woorden met achtervoegsel ig andere fouten woorden met stomme e woorden met voorvoegsel be woorden met voorvoegsel ge woorden met voorvoegsel ver woorden met achtervoegsel ig andere fouten >4 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 2 29

31 Registratieblad ww-dictee leerkracht (t.t. en v.t.) 4 beoordeling aantal woorden categorie signaaldictee datum: g v onvoldoende a 2b 4 controledictee datum: werkwoordendictee g voldoende onvoldoende a 2b 4 zinnendictee g v o van: kopieerblad pagina 116 namen omschrijving foutgrens klankvast d-soort normaal klankvast met z/s-wisseling klankvast met v/f-wisseling differentiatie TBE kb kb kb kb kb TBE kb kb kb kb site wwp les 6 les 6 les 6 les 6 site of of of of compcomp compcomp klankvast t-soort normaal andere fouten klankvast d-soort normaal klankvast met z/s-wisseling klankvast met v/f-wisseling klankvast t-soort normaal andere fouten 0 1 >1 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 2 30

32 week 2, dag 3

33 Differentiatielessen Na het signaaldictee Op basis van de resultaten van de signaaldictees deelt u de kinderen in als: = goede speller = gemiddelde speller = zwakke speller De goede spellers beheersen het gewenste spellingniveau. U laat ze extra oefenen met de bakkaarten voor de goede spellers of ze gaan aan de slag met de differentiatielessen taal (taalboek extra) of een ander vak. Integratie De kinderen die gemiddeld scoorden op het signaaldictee voor de onveranderlijke woorden verwijst u naar de bakkaarten voor de gemiddelde spellers of naar de woordpakketten van het computerprogramma spelling. De kinderen die gemiddeld scoorden op het werkwoordendictee verwijst u naar de werkwoordpakketten op de kopieerbladen. Reteaching De kinderen die zwak scoorden op het dictee voor de onveranderlijke woorden doorlopen onder uw begeleiding de gerichte spellinginstructie van les 5. De kinderen die zwak scoorden op het werkwoordendictee, doorlopen de gerichte spellinginstructie van les 6. van: handleiding pagina 109 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 3 32

34 Themapakket 4.1 gebod aandachtig vrijwillig zodoende willekeurig akte behoud gemeenschap volledig gewest datgene ergernis matig nadelig degene gave bewustzijn rechtvaardig gezag toekomstig 1 Maak vier rijen: woorden met be, ge, ver en ig. Schrijf de woorden in de goede rij. verdriet geheim behandeling zuinig verstandig verduistering aanhalig gezondheid beschrijving 2 Zoek in je woordenboek op wat deze woorden betekenen. Schrijf het woord op met de betekenis erachter. Bedenk met elk woord een zin en schrijf die eronder. 1 rechtvaardig 2 bewustzijn 3 gemeenschap 4 willekeurig Doe het zo: vrijwillig. Uit vrije wil, niet door anderen bepaald. De gevangene liep geheel vrijwillig met de bewaker mee. Dit is een onopgemaakte conceptversie van bakkaart 4.1 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 3 33

35 Themapakket 4.2 vergelijking bediening benoeming bewerking verbazing apostel hoogstens genot karakter regelmatig verbeelding verdeling verbetering vergunning gevangene gebrekkig tevergeefs weduwe vereniging vergadering 1 Zoek alle woorden uit het pakket op die eindigen op ing. Schrijf ze onder elkaar op en verdeel ze in lettergrepen. Maak met de laatste lettergreep steeds een nieuw woord. Doe het zo: verdeling ver- de- ling tweeling 2 De Regioradio zendt een interview uit met een weduwe. Zij was getrouwd met de beroemde operazanger Bram Apostel. De interviewer is opeens zijn briefje met vragen kwijt. Bedenk snel nieuwe vragen met de volgende woorden: karakter regelmatig genot vergunning vereniging Kijk in je woordenboek als je de betekenis niet kent. Doe het zo: weduwe Hoe lang bent u nu al weduwe? Dit is een onopgemaakte conceptversie van bakkaart 4.2 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 3 34

36 Themapakket 4.3 verven spelen duren razen erven rapen glanzen vrezen durven wensen leggen grazen streven snoepen brullen bonzen zweven snappen mopperen peinzen 1 Maak een gedicht. In elke regel moet een werkwoord in de verleden tijd staan. Doe het zo: Ik maakte een vers. De vogel snoepte van de kers. Bedenk er nog zes regels bij. Zet een streep onder de werkwoorden. 2 In deze woorden zit een stukje werkwoord verstopt. Schrijf ze onder elkaar op. Schrijf het werkwoord erachter. grondverf grasspriet spelletje durfal zweefmolen mopperpot kerstwens koolraap vreselijk erfgenaam Dit is een onopgemaakte conceptversie van bakkaart 4.3 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 3 35

37 Themapakket 4.4 halen blozen beloven knikken horen sturen draven lachen proeven niezen reizen hoeven maken luisteren verhuizen leven pakken rollen werken schoppen 1 Lees deze tekst met gaatjes. Dat je gratis mee in de gevangenis! De gevangene... aandachtig naar een interview op de radio. Tot zijn verbazing... hij de stem van zijn moeder. Zij... voor een reisvereniging. Zodoende... zij een verre reis naar Afrika. Als ik..., voel ik dat ik...!, zegt zijn moeder. Wat... ze weer door!, denkt de gevangene. Ik... u regelmatig een kaartje. zegt ze. Dat... ik met de hand op mijn hart! De interviewer..., maar dat zie je niet op de radio. Welk werkwoord uit het themapakket past er op de open plek? Schrijf de goede vorm van het werkwoord op. De tegenwoordige tijd of de verleden tijd. Doe het zo: Dat... je gratis mee in de gevangenis! pakken pak pakte 2 Bedenk zinnen in de verleden tijd. Gebruik de volgende werkwoorden: kroezen, beven, fluisteren, schroeven, sterven, zakken, storen, gonzen, staken, boenen. Schrijf de zinnen op. Dit is een onopgemaakte conceptversie van bakkaart 4.4 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 3 36

38 Integratie Doel Onveranderlijke woorden De kinderen kunnen: woorden met stomme e correct schrijven; woorden met het achtervoegsel ig correct schrijven; woorden die beginnen met onbeklemtoonde klankgroep be, ge of ver correct schrijven. Werkwoorden De kinderen kunnen persoonsvormen van klankvaste werkwoorden d-soort en t-soort normaal en met z/s- of v/f-wisseling in de verleden tijd correct schrijven. Doelgroep Woorden gemiddelde spellers Onveranderlijke woorden Woordpakket 4a 29a de: akte apostel datgene degene ergernis gave hoogstens karakter tevergeefs weduwe zodoende 33a jarig: aandachtig gebrekkig nadelig matig rechtvaardig regelmatig toekomstig volledig vrijwillig willekeurig Woordpakket 4b 30a bezoek: bediening behoud benoeming bewerking bewustzijn 30b getal: gebod gemeenschap genot gevangene gewest gezag 30c verkeer: verbazing verbeelding verbetering verdeling vereniging vergadering vergelijking vergunning Werkwoorden Werkwoordpakket 4a: categorie 1 en 4 Werkwoordpakket 4b: categorie 2a en 2b Materiaal Onveranderlijke woorden Bakkaarten gemiddelde spellers of computerprogramma spelling Werkwoorden Kopieerbladen spelling, bladzijde 21 en 22 Op het moment dat de kinderen de woordpakketten gaan oefenen met behulp van het computerprogramma spelling, gebruikt u de inlegkaart bij het computerprogramma. van: handleiding pagina 110 Proeflessensyllabus Taal actief Spelling Groep 7 proefles week 2 dag 3 37

Thema 4. Straatmuzikanten

Thema 4. Straatmuzikanten Thema 4 Straatmuzikanten Les 4.1 tinnen ideeën pakketten resultaat passage Les 1 de, jarig Een man met korte, grijze haren, een snor en een aktetas stootte met zijn voet tegen het geldbakje. Waar hoor

Nadere informatie

PROEFLESSENSYLLABUS TAAL ACTIEF (SPELLING) GROEP 5

PROEFLESSENSYLLABUS TAAL ACTIEF (SPELLING) GROEP 5 PROEFLESSENSYLLABUS TAAL ACTIEF (SPELLING) GROEP 5 501720 Inhoudsopgave Taal actief spelling in het kort 2 Wat u vooraf moet weten 4 Algemene inleiding op het thema 5 Week 1, dag 1 9 Week 1, dag 2 12 Week

Nadere informatie

Thema 2. Rennen voor geld

Thema 2. Rennen voor geld Thema 2 Rennen voor geld Les 2.1 Berlijnse calorieën zekerheden zebra s onmiddellijk Les 1 reis, ijs Sjoerd vertelt zijn opa dat hij rondjes gaat lopen op een sportterrein. Wat een ander woord voor terrein?

Nadere informatie

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Van elk kaartje wordt in deze toelichting kort beschreven wat erop staat. Een spellingregel wordt extra

Nadere informatie

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Inleiding Waarom klopt het niet als je werdt schrijft? Is het kookte of kookde? Als je onvoldoende Nederlands spreekt als tweede

Nadere informatie

Themapakket 1.3. Doe het zo:

Themapakket 1.3. Doe het zo: Themapakket 1.3 benoemen brengen belonen kleuren fietsen verliezen verdenken bezoeken botsen duiken kopen kruipen verkopen begrijpen beginnen dansen werken boksen bakken dreigen 1 Elk woord hieronder is

Nadere informatie

Thema 10. We ruilen van plek

Thema 10. We ruilen van plek Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in

Nadere informatie

BLOK 2: les 1 en 2. groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) REGEL: 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep:

BLOK 2: les 1 en 2. groep 4) en leren de woorden correct te schrijven (cat. 14) REGEL: 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep: BLOK 1: les 1 en 2 Het voorvoegsel be-, ge-, ver-, me-, te- in een woord hetkennen en het woord correct teschrijven (cat. 11c) 11c: Wooden met een stomme e vooraan: In woorden die beginnen met be-, ge-,

Nadere informatie

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed. Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt

Nadere informatie

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden Spelling Werkwoorden Spelling Werkwoorden is een programma voor het leren schrijven van de werkwoordsvormen. Deze module behandelt de spelling van infinitief, tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid

Nadere informatie

Overzicht categorieën Taal actief groep 7

Overzicht categorieën Taal actief groep 7 Overzicht categorieën Taal actief groep Introductie Onderstaand treft u in de eerste kolom het nummer van de categorie aan zoals die voorkomt in Taal actief, in de tweede kolom de omschrijving, in de derde

Nadere informatie

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v. Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de

Nadere informatie

Werkwoordspelling op maat

Werkwoordspelling op maat Werkwoordspelling op maat Muiswerk Werkwoordspelling op maat besteedt aandacht aan het hele algoritme van de spelling van regelmatige werkwoorden en ook aan de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden.

Nadere informatie

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 INHOUD Inleiding 7 Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 Les 1 Stap voor stap op weg naar minder spellingfouten 11 1.1 Juist spellen is... 11 1.2 Stappenplan goed spellen 13 1.3 Hardnekkige spellingproblemen

Nadere informatie

Extra oefeningen voor werkwoordspelling

Extra oefeningen voor werkwoordspelling Extra oefeningen voor werkwoordspelling Inleiding Bij Taal actief 2 is voor groep 6 een apart werkboekje samengesteld voor de voorbereiding op de spelling van de werkwoorden. Veel gebruikers van Taal actief

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2. Werkwoordspelling op maat Werkwoordspelling op maat besteedt aandacht aan het hele algoritme van de spelling van regelmatige werkwoorden en ook aan de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden. Doelgroepen

Nadere informatie

Taal actief (oud, versie 2) - Woordspel

Taal actief (oud, versie 2) - Woordspel SPELLING Taal actief (oud, versie 2) - Woordspel Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl

Nadere informatie

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen

Nadere informatie

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS (ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgd schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen (d, t of dt). Tijdens deze uitleg kun je oefenen

Nadere informatie

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica. Basis Werkwoordspelling Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica. Basis Werkwoordspelling is een programma voor het leren

Nadere informatie

Ezel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1

Ezel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1 Ezel- en kikkerwoorden Groep 7 Week 1 Als ik aan het eind van een klankgroep een lange klank hoor, dan gebruik ik daar maar één letter voor. Als ik aan het eind van een klankgroep een korte klank hoor,

Nadere informatie

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 7

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 7 PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 7 501727 Inhoudsopgave pagina Taaljournaal Spelling in het kort 2 Wat u vooraf moet weten 4 Dag 1, week 9 5 Dag 2, week 9 13 Dag 3, week 9 17 Dag 1, week

Nadere informatie

1 Werkwoorden. Voor deze aanbieding geld: op = op!!!

1 Werkwoorden. Voor deze aanbieding geld: op = op!!! 1 Werkwoorden Vrijwel iedereen is zich ervan bewust dat de spelling van de werkwoordsvormen in het Nederlands een valkuil is. Wie heeft zich nooit afgevraagd: d of t of dt? Gelukkig zijn er een paar regels

Nadere informatie

Tien eenheden per jaar, voor dertig weken spellingonderwijs (exclusief

Tien eenheden per jaar, voor dertig weken spellingonderwijs (exclusief SPELLING Zin in taal (oude versie) Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl en www.schoolaanzet.nl/opbrengstgerichtwerken.

Nadere informatie

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 8

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 8 PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 8 501728 Inhoudsopgave pagina Taaljournaal Spelling in het kort 2 Wat u vooraf moet weten 4 Dag 1, week 9 5 Dag 2, week 9 13 Dag 3, week 9 17 Dag 1, week

Nadere informatie

SPELLINGBOEK 2 DEEL B

SPELLINGBOEK 2 DEEL B SPELLINGBOEK 2 DEEL B LES 6 Echte, rechte en slechte tanden DIT KAN IK AL! Ik schrijf woorden met het dubbele staartje -gt. Deze les gaat over... We stegen met een zucht, tot boven in de lucht. We zaten

Nadere informatie

Hoe spel ik een werkwoord?

Hoe spel ik een werkwoord? Ik wandel, wandel jij Hij wandelt, jij wandelt Wij wandelen Wandel noemen we de ik-vorm. Daar komt soms wat bij: bjvoorbeeld een t (hij, zij, het, men, jij wandelt) of en (wij, zij, jullie wandelen) Ik

Nadere informatie

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Uitleg bij de spellingskaartjes. Uitleg bij de spellingskaartjes. 1. De BLAUWE kaartjes zijn bedoeld om alleen te oefen met de spellingskaartjes 2. Met de Paarse kaartjes mag je met zijn tweeën oefenen met de spellingskaartjes 3. De Groene

Nadere informatie

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Spelling

Visuele Leerlijn Spelling Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,

Nadere informatie

SPELLINGBOEK 5 DEEL A

SPELLINGBOEK 5 DEEL A SPELLINGBOEK 5 DEEL A LES 6 Ons feestgedrag onder de loep DIT KAN IK AL! Ik kan werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd en de. Ik kan de regel van verdubbelen en verenkelen toepassen. Ik kan hoofdletters

Nadere informatie

Kun je dit nog? Spelling. Kaartjes met schrijfaanwijzingen. Kaartje bij woordpakket 1. Voorbeeld

Kun je dit nog? Spelling. Kaartjes met schrijfaanwijzingen. Kaartje bij woordpakket 1. Voorbeeld eek Kaartje bij woordpakket erkwoorden: jij/je achter de persoonsvorm tegenwoordige tijd jij-vorm voor de persoonsvorm (ik-vorm + t) jij-vorm achter de persoonsvorm (ik-vorm) kruipen jij kruipt kruip jij?

Nadere informatie

kt! 2 Leren lezen en spellen, een aanpak periode in groep 3 en de hogere

kt! 2 Leren lezen en spellen, een aanpak periode in groep 3 en de hogere Leren lezen en spellen, een aanpak kt! 2 In het vorige artikel- Instructie werkt! (r), opgenomen in Praxis~ bulletin, nummer 7 - zijn een " aantal algemene tips beschreven én speciale tips voor de klankzuiuere

Nadere informatie

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig

Nadere informatie

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8. KWALITEITSKAART Spellen en stellen PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart Opbrengstgericht Werken zijn te vinden op www.schoolaanzet.nl. Deze website bevat

Nadere informatie

Werkwoordpakket thema 1 (Taal Actief 3 groep 7) roepen beginnen begrijpen breken buigen drinken duiken klimmen kruipen roepen ruiken

Werkwoordpakket thema 1 (Taal Actief 3 groep 7) roepen beginnen begrijpen breken buigen drinken duiken klimmen kruipen roepen ruiken Werkwoordpakket thema 1 (Taal Actief 3 groep 7) bellen belonen benoemen dreigen dromen gillen gooien groeien huilen bakken bedanken boksen botsen danken dansen drukken eisen fietsen beginnen begrijpen

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken en spelling

Opbrengstgericht werken en spelling WORKSHOP Opbrengstgericht werken en spelling Programma en doelen Is spelling moeilijk? Het waarom en wat Effectief spellingonderwijs Spellingbewustzijn Tips Afsluiting. Schema spellingsproces Gesproken

Nadere informatie

Ik hoor u. Ik schrijf e.

Ik hoor u. Ik schrijf e. Categorie 29a Woorden met stomme e Thema 4 groep 7 Ik hoor u. Ik schrijf e. de Categorie 29a Woorden met stomme e Thema 4 groep 7 tevergeefs karakter zodoende ergernis Categorie 30a Woorden die beginnen

Nadere informatie

LESSTOF. Werkwoordspelling op maat

LESSTOF. Werkwoordspelling op maat LESSTOF Werkwoordspelling op maat 2 Lesstof Werkwoordspelling op maat INHOUD INLEIDING... 4 STRUCTUUR... 5 INHOUD... 9 DIDACTIEK... 20 TOT SLOT... 21 Lesstof Werkwoordspelling op maat 3 INLEIDING Muiswerkprogramma

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Basisgrammatica Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Basisgrammatica Het computerprogramma Basisgrammatica

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het

Nadere informatie

Benodigde voorkennis spelling groep 5

Benodigde voorkennis spelling groep 5 Taal actief 4 spelling groep 5-8 spelling groep 5 In dit document is een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen spelling groep 5. Deze kennis maakt onderdeel uit van de leerlijn groep 4. Hebben

Nadere informatie

Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem

Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem GI Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem Taal actief 3 spelling groep 4-8 Met het digitaal registratiesysteem spelling Taal actief 3 kunt u de methodegebonden toetsgegevens van de kinderen vastleggen.

Nadere informatie

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij.

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij. Groep 7 Spelling Thema 1 Het landje van ons woorden met ng (tong) woorden met cht (lucht) woorden met i die klinkt als ie (liter) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank

Nadere informatie

En, wat hebben we deze les geleerd?

En, wat hebben we deze les geleerd? Feedback Evaluatie Team 5 En, wat hebben we deze les geleerd? FEED BACK in de klas En, wat hebben we deze les geleerd? Leerkracht Marnix wijst naar het doel op het bord. De leerlingen antwoorden in koor:

Nadere informatie

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 6

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 6 PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 6 501726 Inhoudsopgave pagina Taaljournaal Spelling in het kort 2 Wat u vooraf moet weten 4 Dag 1, week 9 5 Dag 2, week 9 13 Dag 3, week 9 17 Dag 1, week

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2. Spelling op maat 3 De Muiswerkprogramma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 3 is het derde deel van

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten groep 6 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les Algemene

Nadere informatie

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht: Dyslexiebehandeling Informatiepakket leerkracht: - Werkwijze bij Onderwijszorg Nederland (ONL) - Klankenschema - Stappenplan - Kopie overzichts-steunkaart - Uitleg losse steunkaarten - Uitleg steunkaart

Nadere informatie

TAALLEESONDERWIJS - 19 tips voor betere spellingresultaten

TAALLEESONDERWIJS - 19 tips voor betere spellingresultaten TAALLEESONDERWIJS - 19 tips voor betere spellingresultaten Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De

Nadere informatie

Taaljournaal, tweede versie

Taaljournaal, tweede versie SPELLING Taaljournaal, tweede versie Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl en

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten groep 5 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les

Nadere informatie

Optimaal zicht op spelling

Optimaal zicht op spelling Cito Spelling LVS Team Werken met de LVS-toetsen en hulpboeken Optimaal zicht op spelling Kim heeft midden groep 5 bij de LVS-toets Spelling een vaardigheidsscore gehaald van 122. Haar leerkracht weet

Nadere informatie

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica. Basisspelling Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica. Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van

Nadere informatie

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling Basisspelling Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van de Nederlandse spelling; regels die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs nog wordt geoefend.

Nadere informatie

Basis Werkwoordspelling

Basis Werkwoordspelling Basis Werkwoordspelling Basis Werkwoordspelling is een programma voor het leren schrijven van de werkwoordsvormen. Doelgroepen Basis Werkwoordspelling Het programma Basis Werkwoordspelling is bedoeld voor

Nadere informatie

LESSTOF. Spelling Werkwoorden

LESSTOF. Spelling Werkwoorden LESSTOF Spelling Werkwoorden 2 Lesstof Spelling Werkwoorden INHOUD INLEIDING... 4 DOELGROEP... 5 STRUCTUUR... 5 INHOUD... 9 Lesstof Spelling Werkwoorden 3 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn computerprogramma

Nadere informatie

Leerlijn Spelling in Veilig Leren Lezen en Taalactief-3 voor de groepen 3 t/m 8 (G.vd.B. Linnaeusschool, feb. 2012)

Leerlijn Spelling in Veilig Leren Lezen en Taalactief-3 voor de groepen 3 t/m 8 (G.vd.B. Linnaeusschool, feb. 2012) Leerlijn Spelling in Veilig Leren Lezen en Taalactief-3 voor de groepen 3 t/m 8 (G.vd.B. Linnaeusschool, feb. 2012) 1. Het aanbod Als een kind de standaarduitspraak van een woord niet kent, moet het eerst

Nadere informatie

Kwartetten met klinkers

Kwartetten met klinkers Kwartetten met klinkers Onderwerp Woorden met een korte of lange klank die bestaan uit een of twee klankgroepen. Doel De kinderen leren het verschil tussen een korte en een lange klank. Ze leren dat ze

Nadere informatie

Effectief spellingonderwijs

Effectief spellingonderwijs Effectief spellingonderwijs Foutloos kunnen spellen is een belangrijke vaardigheid om je goed en correct te kunnen uitdrukken op papier en in de digitale wereld. Maar hoe maakt u van alle leerlingen goede

Nadere informatie

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Doelgroep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedoeld voor leerlingen

Nadere informatie

als iets niet letterlijk is bedoeld.

als iets niet letterlijk is bedoeld. Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven

Nadere informatie

Taal actief (derde versie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Taal actief (derde versie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten Taal actief (derde versie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Taal actief (derde versie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Instapweek 3. Dag 1: kennismaking 4. Dag 2: organisatie 6. Dag 3: wat wordt er van de kinderen verwacht 7. Dag 4: lekker vlot lezen 10

Inhoudsopgave. Instapweek 3. Dag 1: kennismaking 4. Dag 2: organisatie 6. Dag 3: wat wordt er van de kinderen verwacht 7. Dag 4: lekker vlot lezen 10 INSTAPWEEK Inhoudsopgave Instapweek 3 Dag 1: kennismaking 4 Dag 2: organisatie 6 Dag 3: wat wordt er van de kinderen verwacht 7 Dag 4: lekker vlot lezen 10 Dag 5: leeskaarten en computerprogramma 11 2

Nadere informatie

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN? Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 2

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 2 Dag 2 van de eerste taalperiode Deze dag en al de volgende dagen verlopen op identiek dezelfde wijze als de 1e dag van de taalperiode, met één verschil: na de introductie van het dagthema volgt onmiddellijk

Nadere informatie

instapkaarten spelling

instapkaarten spelling 7 instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling Spelling thema 1 les 1/13a cat. 10 a/b 1 thema 1 les 3/13b t.t. 2 thema 1 les 5/14a cat. 33 a/b 3 thema 1 les 7/14b t.t. 4 thema 1 les 9/15a cat.

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1. Spelling op maat 2 De programma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 2 is het tweede deel van deze leerlijn.

Nadere informatie

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij. Groep 6 Spelling Thema 1 Op heterdaad betrapt ng (tong) ch (pech) ei (reis) ij (ijs) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank /g/, dan schrijf je meestal ch, behalve bij ik

Nadere informatie

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8.

Voor welke groepen? Voor het onderdeel spelling is er materiaal voor de groepen 4 t/m 8. KWALITEITSKAART Spellen en stellen SPELLING PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl

Nadere informatie

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen. Vrijdag 26 februari 2016 Artikelen: Alle artikelen - 7Days week Inhoud: Leerlingen leren artikelen analyseren. Leerlingen herhalen het correct spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden

Nadere informatie

Woorden 2F legt de nadruk op het aanleren van kennis over woordvorming en het leren omgaan met moeilijke woorden in zinnen en teksten.

Woorden 2F legt de nadruk op het aanleren van kennis over woordvorming en het leren omgaan met moeilijke woorden in zinnen en teksten. Woorden 2F Woorden 2F legt de nadruk op het aanleren van kennis over woordvorming en het leren omgaan met moeilijke woorden in zinnen en teksten. Doelgroepen Woorden 2F Woorden 2F is vooral bedoeld voor

Nadere informatie

Informatieavond / boekenmarkt 7 september 2009

Informatieavond / boekenmarkt 7 september 2009 Informatieavond / boekenmarkt 7 september 2009 Wat leert mijn kind allemaal in groep 5/6? Wanneer wordt er getoetst? Belangrijkste einddoelen per vak per groep Wat voor huiswerk wordt er meegegeven? Wat

Nadere informatie

Overzicht Dit project wordt ontwikkeld door Harry Hendriks Muziek & Onderwijs i.s.m. basisschool De Mussenberg in Horn en stichting SIEN.

Overzicht Dit project wordt ontwikkeld door Harry Hendriks Muziek & Onderwijs i.s.m. basisschool De Mussenberg in Horn en stichting SIEN. MUZITAAL Taalregels aanleren m.b.v. muziek groep 6/7 T Overzicht Dit project wordt ontwikkeld door Harry Hendriks Muziek & Onderwijs i.s.m. basisschool De Mussenberg in Horn en stichting SIEN. Vraag/Idee

Nadere informatie

LESSTOF. Basis Werkwoordspelling

LESSTOF. Basis Werkwoordspelling LESSTOF Basis Werkwoordspelling 2 Lesstof Basis Werkwoordspelling INHOUD INLEIDING... 4 DOELGROEP... 4 STRUCTUUR... 5 OMVANG... 5 INHOUD... 8 Lesstof Basis Werkwoordspelling 3 INLEIDING Muiswerkprogramma

Nadere informatie

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 6

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 6 Dag 6 van de eerste taalperiode 1. Muzikale opmaat (25 minuten). Zang en blokfluit. 2. Mondelinge herhaling en ritmiek (25 minuten in de 1e klas, later 15 minuten). Spreken, klappen, stappen enz. van reeksen,

Nadere informatie

hÿ schrÿft rugzak banaan zÿ vindt

hÿ schrÿft rugzak banaan zÿ vindt aardappelen hÿ schrÿft rugzak banaan wÿ raadden zÿ vindt INFORMATIEBROCHURE Werkwoordspelling, s morgens ik nies lnhoud Werkwoordspelling in Taal actief Zo zit dat! 2 Organisatie 4 Differentiatie 6 Inhoud

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken.

Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken. groep 8 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Verlengde instructie: Per kind een blad met

Nadere informatie

Als muziek in je oren

Als muziek in je oren Als muziek in je oren Het klinkt me als muziek in de oren. Als je dat zegt, ben je heel blij iets te horen. Goed nieuws bijvoorbeeld. Muziek kan ook fijn zijn om te horen. Op de radio komen veel verschillende

Nadere informatie

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (TAAL) GROEP 7

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (TAAL) GROEP 7 PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (TAAL) GROEP 7 501469 Inhoudsopgave pagina Taaljournaal Taal in het kort 3 Wat u vooraf moet weten 5 Dag 1, week 11 6 Dag 2, week 11 17 Dag 3, week 11 29 Dag 4, week 11

Nadere informatie

LESSTOF. Basis Werkwoordspelling

LESSTOF. Basis Werkwoordspelling LESSTOF Basis Werkwoordspelling INHOUD INLEIDING... 3 DOELGROEP... 3 STRUCTUUR... 3 OMVANG... 4 INHOUD... 6 Lesstof Basis Werkwoordspelling 2 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn computerprogramma s voor

Nadere informatie

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA Verhalen van de Hodja: Hassan en de tijgers Introductie van het verhaal - DILIT-luisteren: o De cursisten gaan per 2 zitten (bij voorkeur 2 cursisten met dezelfde moedertaal

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1. Spelling op maat 1 De Muiswerkprogramma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 1 is het eerste deel van

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1. Spelling op maat 1 De programma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 1 is het eerste deel van deze leerlijn.

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626 Is spellingonderwijs nog relevant als we met behulp

Nadere informatie

de nieuwste Taal actief Inhoud Implementatiebulletin Met een instapweek van dag tot dag

de nieuwste Taal actief Inhoud Implementatiebulletin Met een instapweek van dag tot dag de nieuwste Taal actief Implementatiebulletin Inhoud Met een instapweek van dag tot dag Inhoud Inleiding 3 Implementatie: hoe werken wij met Taal actief? 4 Het invoeren van Taal actief Taal 6 Het invoeren

Nadere informatie

oefenbundel voor het vierde leerjaar

oefenbundel voor het vierde leerjaar oefenbundel voor het vierde leerjaar leerinhoud aard bron taal: de persoonsvorm verrijking Tijd voor Taal accent - Taal 4 taalbeschouwing taal: figuurlijk taalgebruik accentactiviteit Tijd voor Taal accent

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands Klas: IG2 MH/HV Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 4 Aantal lessen per week: 2 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 & 2 Blz. 33 t/m 35 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1. Spelling op maat 1 De Muiswerkprogramma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 1 is het eerste deel van

Nadere informatie

Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A1 Thema: Weekblad Donald Duck 60 jaar Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A1 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van

Nadere informatie

Werkwoorden: hele werkwoord, ik-vorm, jij-vorm en hij/zij-vorm. werkwoorden

Werkwoorden: hele werkwoord, ik-vorm, jij-vorm en hij/zij-vorm. werkwoorden eek Kaartje bij woordpakket erkwoorden: hele werkwoord, ik-vorm, jij-vorm en hij/zij-vorm werkwoorden persoonsvorm enkelvoud (pv ev) hele werkwoord stam ik-vorm jij-vorm hij/zij-vorm klappen klapp ik klap

Nadere informatie

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard. Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard. Doel: Eén van jullie groep gaat opschrijven wat jullie al weten over De Tweede Wereldoorlog (bekend). Daarna schrijven jullie op wat jullie graag willen weten over

Nadere informatie

Steekkaart: nummer 1Ne

Steekkaart: nummer 1Ne Steekkaart: nummer 1Ne Onderwerp Het herkennen en discrimineren van aangeleerde woorden met behulp van woordkaartjes en het digitaal fototoestel Leeftijd/Doelgroep 1 e leerjaar Leergebied Nederlands Organisatie

Nadere informatie

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica Basisgrammatica In Muiswerk Basisgrammatica wordt aandacht besteed aan de drie belangrijkste woordsoorten die de traditionele grammatica onderscheidt. Verder komen de eerste beginselen van zinsontleding

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1. Spelling op maat 2 De Muiswerkprogramma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 2 is het tweede deel van

Nadere informatie

Spelling: de verdubbelaar

Spelling: de verdubbelaar Spelling: de verdubbelaar De verdubbelaar: een spellingsregel waar veel kinderen moeite mee blijven houden. Natuurlijk kun je er achteraf extra oefeningen tegenaan gooien, maar waarom niet eens kijken

Nadere informatie