2 1 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord gewoon zwak en sterk werkwoord

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 1 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord gewoon zwak en sterk werkwoord"

Transcriptie

1 Stencil het werkwoord blz 2 1 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord gewoon zwak en sterk werkwoord 2 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord werkwoord met stam op d of t 3 3 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord werkwoord met stam eindigend op eln of ern (handeln, filtern) 4 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord werkwoord met stam op sis-klank 4 5 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord sterk werkwoord met i.d. stam een a 6 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord sterk werkwoord met i.d. stam een e 5 7 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord tegenwoordige tijd halten / laden / gelten en geben / nehmen / treten 6 8 tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord het wederkerend werkwoord 8 9 De onvoltooid verleden tijd van de sterke en de zwakke werkwoorden 9 10 De onregelmatige werkwoorden haben / sein / werden De modale hulpwerkwoorden De sterk-zwakke werkwoorden de voltooide tijden De aanvoegende wijs Konjunktiv

2 2 HET WERKWOORD De tegenwoordige tijd, gebiedende wijs en voltooid deelwoord Werkwoorden zijn naar hun vorm te verdelen in sterke en zwakke werkwoorden. Bij zwakken werkwoorden eindigt het voltooid deelwoord op t ( in het Ndl. d of t ). Bij sterke werkwoorden eindigt het voltooid deelwoord altijd op en. Om een werkwoord te kunnen vervoegen moet je altijd uitgaan van de stam. Deze stam vind je door van de onbepaalde wijs (e)n weg te laten. De vervoeging in de tegenwoordige tijd en gebiedende wijs is als volgt: 1 gewoon werkwoord o.t.t. spielen ich spiel e du st er t wir en ihr t sie en Sie en Gebiedende wijs ev (e)! Mv t! Beleefd en Sie! Voltooid deelw. ge spiel t 2 werkwoord met stam op d of t Wanneer de stam van een werkwoord eindigt op d of t en bovendien bij de werkwoorden atmen, rechnen, regnen, zeichnen, öffnen, leugnen e.a. treedt de regel van de extra e in werking: elke uitgang moet dan met een e beginnen. Dus o.t.t. arbeiten - rechnen - bieten arbeit e rechn e biet e e st e st e st e t e t e t en en en e t e t e t en en en en en en Gebiedende wijs *arbeit e! *rechn e! *biet e! arbeit e t! rechn e t! biet e t! arbeit en Sie! rechn en Sie! biet en Sie! Voltooid deelw. ge arbeit e t ge rechn e t geboten * In de gebiedende wijs enkelvoud hebben deze werkwoorden altijd de uitgang e

3 3 3 werkwoord met stam eindigend op eln of ern (handeln, filtern) Als de stam van een werkwoord eindigt op eln - dan vervalt bij de ich-vorm de e vóór de l in de uitgang. - Bij de wir-vorm, de sie-vorm en de Sie-vorm krijg je het hele werkwoord, dus alleen uitgang n. Als de stam van een werkwoord eindigt op op ern - dan vervalt wordt de ich-vorm op de gewone manier gevormd. - Bij de wir-vorm, de sie-vorm en de Sie-vorm krijg je het hele werkwoord, dus alleen uitgang n. Let op: In de gebiedende wijs enkelvoud krijgen de werkwoorden met de stam eindigend op op eln of ern in de uitgang altijd een e. o.t.t. handeln - ändern handl e änder e handel st st handel t t handel n n handel t t handel n n handel n n Gebiedende wijs handl e! änder e! handel t! änder t! handel n Sie! änder n Sie! Voltooid deelw. ge arbeit e t ge rechn e t 4 werkwoord met stam op sis-klank Als de stam van een werkwoord eindigt op s, -z, - ss, -ßof x, dan vervalt in de du-vorm de s van de uitgang: De onvoltooid tegenwoordige tijd van het zwakke werkwoord - Das Präsens reisen heizen hassen ich reis e heiz e hass e du reis t heiz t hass t er reis t heiz t hass t en t enz. enz en en

4 4 5 Sterk werkwoord met stamklinker -a Wanneer het werkwoord sterk is en de stamklinker is een a-, dan krijgen de du-vorm en de ervorm in de ott Umlaut. Dit geldt bovendien voor de werkwoorden laufen en stoßen. Dus o.t.t. fallen laufen stoßen ich fall e lauf e stoß e du fäll st läuf st stöß t er fäll t läuf t stöß t wir fall en lauf en stoß en ihr fall t lauf t stoß t sie fall en lauf en stoß en Sie fall en lauf en stoß en Geb. Wijs fall (e) lauf (e) stoß (e) fall t lauf t stoß t fall en Sie lauf en Sie stoß en Sie volt. deelw. gefallen gelaufen gestoßen 6 Sterk werkwoord met stamklinker e Als een werkwoord sterk is en de stamklinker is een e-, dan heeft zo n werksoord inde du-vorm en de er-vorm van de ott en in de gebiedende wijs enkelvoud de zgn. e/i-wechsel, d.w.z. een korte ezoals bijv. in sprechen verandert in een i-, en een lange e-, zoals bijv. in sehen, verandert in ie-. Voorbeelden: Ott sehen sprechen ich seh e sprech e du sieh st sprich st er sieh t sprich t wir seh en sprech en ihr seh t sprech t sie seh en sprech en Sie seh en sprech en Geb. Wijs sieh - sprich - seh t sprech t seh en Sie sprech en Sie volt. deelw. gesehen gesprochen

5 7 tegenwoordige tijd halten / laden / gelten en geben / nehmen / treten Als de regel van de extra e samenvalt met de Umlaut-regel of de e/i-wechsel dan vervalt deze extra-e-regel. Het gaat om vijf werkwoorden en hun samenstellingen: halten, raten, laden, gelten en schelten. Deze werwoorden gaan als volgt: halten(houden,stoppen) laden (laden) gelten Let op bij 3 e pers. ev bij deze ich halt e lad e gelt e werkwoorden: als deze eindigt du hält st läd st gilt st op t-, dan krijg je in de 3e er hält läd t gilt pers. ev géén uitgang! wir halt en lad en gelt en. ihr halt e t lad e t gelt e t Onthoud sie halt en lad en gelt en 1 verschijnt de UMLAUT, dan Sie halt en lad en gelt en verdwijnt de extra-e die je bij du en er/sie/es zou verwachten halt e lad e gilt - halt et lad et gelt et 2 verschijnt de e/i-wechsel, halt en Sie lad en Sie gelt en Sie verdwijnt de extra-e die je bij du en er/sie/es zou verwachten ge halt en ge lad en Afwijkend van bovenstaande regels zijn ook de vormen van de werkwoorden geben, nehmen, treten en hun samenstellingen, die de lange e- wisselen in een korte e-, dus: geben nehmen treten ich geb e nehm e tret e du gib st nimm st tritt st er gib t nimm t tritt wir geb en nehm en tret en ihr geb t nehm t tret et sie geb en nehm en tret en Sie geb en nehm en tret en gib - nimm - tritt - geb t nehm t tret et geb en Sie nehm en Sie tret en Sie ge geb en ge nomm en ge tret en 5 Opmerking 1 De volgende sterke ww met in de stam een e hebben geen e/i-wechsel: gehen (gaan) - du gehst - er geht - wir gehen stehen (staan) - du stehst - er steht - wir stehen scheren (scheren v.dier)- du scherst - er schert - wir scheren heben (optillen) - du hebst - er hebt - wir heben bewegen (bewegen) - du bewegst - er bewegt - wir bewegen genesen ( genezen) - du genest - er genest - wir genesen Opmerking 2 De uitgang e- van de gebiedende wijs enkelvoud moet staan bij werkwoorden, die onder de regel van de extra e- vallen en de werkwoorden waarvan de stam eindigt op eln of ern

6 6 moet wegblijven bij werkwoorden met e/i-wechsel en bij de werkwoorden kommen en lassen is in alle andere gevallen facultatief 8 Het wederkerend werkwoord Het wederkerend werkwoord staat altijd samen met een wederkerend voornaamwoord. Het wederkerend voornaamwoord staat meestal in de 4 e naamval. (voorbeeld: sich freuen). Het wederkerend voornaamwoord staat in de 3e naamval als er al een 4e naamval staat. (voorbeeld sich die Hände waschen) sich freuen sich die Hände waschen ich freu e mich ich wasch e mir die Hände du freu st dich du wäsch st dir die Hände er freu t sich er wäsch t sich die Hände ir freu en uns wir wasch en uns die Hände ihr freu t euch ihr wasch t euch die Hände sie freu en sich sie wasch en sich die Hände Sie freu en sich Sie wasch en sich die Hände freu(e) dich! freut euch! freuen Sie sich hat sich ge freu t Wasch(e) dir die Hände! Wascht euch die Hände! Waschen Sie sich die Hände! hat sich die Hände ge wasch en Afwijkend van het Nederlands zijn wederkerdend in de 4 e naamval sich beeilen - zich haasten sich setzen - gaan zitten sich erkälten - verkouden worden sich stellen - gaan staan sich erkundigen nach informeren naar sich umsehen - omkijken, omzien sich legen - gaan liggen Er is een groot aantal werkwoorden, die in het Duits wederkerend zijn en in het Nederlands niet! Bij voorbeeld: sich begnügen - tevreden zijn met Ich begnüge mich mit dieser Antwort sich bewerben um - solliciteren naar Bewirbst du dich um diese Stelle? sich entschließen - besluiten Er kann sich nicht entschließen! sich ereignen - gebeuren Es hat sich gestern ereignet. sich erholen - ontspannen, genezen Sie erholt sich immer am Wochenende. sich nähern - naderen Wir nähern uns der Stadt. sich sehnen nach - verlangen naar Sehnt ihr euch auch nach den Ferien? sich unterhalten über - praten over Sie unterhalten sich über dieses Thema. sich verabreden mit - afspreken met, een afspraak maken met sich versammeln - bijeenkomen Een wederkerend werkwoord met een vast lijdend voorwerp heeft als wederkerend voorwerp een derde naamval sich etwas ansehen - iets bekijken Ich sehe mir diese Sendung nicht an sich etwas merken - iets onthouden Merke dir das! sich etwas leisten - zich iets permitteren Das ist zu teuer, das kann ich mir nicht leisten.

7 7 Lijsten van wederkerende werkwoorden (deze hoef je niet te leren!) echte reflexive Verben im Akkusativ - sich auf den Weg machen - sich freuen auf / über + Akk - sich auf regen über + Akk - sich fürchten vor + Dat - sich aus kennen - sich interessieren für +Akk - sich aus ruhen - sich irren - sich bedanken für + Akk - sich konzentrieren auf + Akk - sich beeilen + Finalsatz - sich kümmern um + Akk - sich beschweren über + AKK - sich schämen für + Akk - sich bewerben um + Akk - sich sehnen nach + Dat - sich bücken - sich um sehen in + Dat - sich entschließen + Infinitivsatz - sich verbeugen vor + Dat - sich entschuldigen für + Akk - sich verirren - sich erholen - sich weigern + Infinitiv - sich erkälten - sich wundern über + Akk - sich erkundigen nach + Akk echte reflexive Verben im Dativ - sich etwas denken - sich Mühe geben + Infinitivsatz - sich... lassen - sich Sorgen machen - sich etwas merken - sich vor stellen + Infinitivsatz Unechte reflexive Verben. Sie können sowohl reflexiv als auch mit Akkusativ-Ergänzung benutzt werden, das Reflexivpronomen steht dann im Dativ) - sich ab trocknen - sich an strengen - sich an ziehen - sich ändern - sich ärgern über + Akk - sich auf regen - sich bewegen - sich duschen - sich entschuldigen - sich erinnern an + Akk - sich fragen; ob... - sich fürchten - sich gewöhnen an + AKK - sich kämmen - sich nennen - sich rasieren - sich schminken - sich setzen - sich treffen - sich um drehen - sich um ziehen - sich verletzen - sich verteidigen - sich vor bereiten - sich waschen - sich wiegen Echte und unechte reflexive Verben: das Reflexivpronomen bzw. die andere Person kann nur im Dativ stehen: "Etwas" steht hier stellvertretend für eine Akkusativ-Ergänzung sich etwas ab gewöhnen sich etwas an gewöhnen sich etwas an sehen* sich etwas an ziehen sich etwas borgen* sich die Haare kämmen sich etwas kaufen sich etwas leihen* sich etwas leisten (können)* sich die Zähne putzen sich etwas vorstellen* sich die Hände waschen *=echt reflexiv

8 9 De onvoltooid verleden tijd van de sterke en de zwakke werkwoorden 8 In de verleden tijd moet bij de vervoeging onderscheid gemaakt worden tussen zwakke en sterke werkwoorden: Het zwakke werkwoord krijgt in de verleden tijd altijd stam + te + uitgang, waarbij ook de regel van de extra e- weer van toepassing is. De vervoeging gaat als volgt: ich kauf te - wart e te - du kauf te st wart e te st er kauf te - wart e te - wir kauf te n wart e te n ihr kauf te t wart e te t sie kauf te n wart e te n Sie kauf te n wart e te n Het sterke werkwoord heeft in de verleden tijd een klinkerverandering (zie lijst van sterke en onregelmatige werkwoorden). De uitgang voor de verleden tijd wordt rechtstreeks achter de ovtstam geplaatst: laufen - lief - gelaufen ich lief - du lief st er lief - wir lief en ihr lief t sie lief en Sie lief en Als de ovt-stam van een sterk werkwoord eindigt op s, -z, -ss of ß, vervalt in de du-vorm de svan de uitgang. Als de ovt-stam van een sterk werkwoord eindigt op d of t, dan mag bij du en moet bij ihr een extra e- worden ingevoegd. ich goss - ritt - du goss e st ritt (e) st er goss - ritt - wir goss en ritt en ihr goss t ritt e t sie goss en ritt en Sie goss en ritt en

9 10 Onregelmatige werkwoorden: HABEN, SEIN en WERDEN HABEN SEIN WERDEN o.t.t o.v.t. o.t.t o.v.t. o.t.t o.v.t.(werd) zou ich habe hatte bin war werde wurde würde du hast hatte st bist war st wirst wurde st würde st er,sie,es hat hatte ist war wird wurde würde wir haben hatte n sind war en werden wurde n würde n ihr habt hatte t seid war t werdet wurde t würde t sie haben hatte n sind war en werden wurde n würde n Sie haben hatte n sind war en werden wurde n würde n volt. Deelw gehabt gewesen geworden (worden)* geb. wijs habe sei werde habt seid werdet haben Sie seien Sie werden Sie werden in de betekenis van zullen heeft natuurlijk geen volt. Deelwoord 9 * Volt. deelw. geworden met een koppelwerkwoord - worden als hulpww. v.d. lijd.vorm Het Nederlandse "geworden" wordt in het Duits altijd vertaald met "geworden" Het voltooid deelwoord "worden" wordt gebruikt in de voltooide tijd van een werkwoordelijk gezegde. ( er staat dan een voltooid deelwoord van een ander werkwoord bij! En er is sprake van een lijdende zin. - Je kunt dan altijd de vraag stellen: door wie? In het Ned. vervalt het volt. deelw. "geworden" dan meestal Er ist gestern ins Krankenhaus gebracht worden. Das Haus ist im Krieg zerstört worden. Het voltooid deelwoord "geworden" gebruik je bij een naamwoordelijk gezegde. Hans ist plötzlich krank geworden. Hoe vertaal je het werkwoord "WERDEN" Zullen hulpwerkwoord voor de vorming van de toekomende tijd Er wird kommen. Hij zal komen Ich werde ihm schreiben. Ik zal hem schrijven Worden koppelwerkwoord Peter wird später Artzt. Er ist Arzt geworden. Peter wordt later arts. Hij is arts geworden Worden hulpwerkwoord van de lijdende vorm (altijd met ander volt.deelw) Hier wird eine Brücke gebaut. Hier wordt een brug gebouwd Hier ist eine Brücke gebaut worden Hier is een brug gebouwd (geworden) Das Kind wurde im Stich gelassen. Het kind werd in de steek gelaten. Nadere uitleg bij het voltooid deelwoord van WERDEN Om een voltooide tijd te kunnen vormen hebben we een hulpwerkwoord nodig en een voltooid deelwoord van een werkwoord nodig: Voorbeeld : bouwen ott ik bouw een huis vtt ik heb een huis gebouwd ovt ik bouwde een huis vvt ik had een huis gebouwd o. toek tijd ik zal een huis bouwen v. toek.tijd ik zal het huis gebouwd hebben.

10 10 Het werkwoord werden heeft twee vormen voor voltooid deelwoord. worden geworden Wanneer gebruiken we welk voltooid deelwoord? Hiervoor is het belangrijk dat we het verschil tussen bedrijvende (actieve) en lijdende (passieve) vorm kennen. De bedrijvende zin bestaat uit onderwerp, pv, (lijdend, meewerkend, voorzetsel) voorwerp. Bij de lijdende zin hebben we van het lijdend voorwerp van een bedrijvende zin een onderwerp gemaakt. In het Nederlands gebruien we dan het hulpwerkwoord worden Ik bouw een huis het huis wordt gebouwd. lijdend voorwerp onderwerp hulpww. lijd. vorm Bij een lijdende zin kun je altijd erbij denken: door iemand In dit geval het huis is door mij gebouwd Wie moeite heeft met het onderscheiden van lijdende en bedrijvende zin moet zich bij een zin dus de vraag stellen: Kan ik vragen, door wie is het gedaan? Is het antwoord op die vraag nee, bedrijvende zin ja lijdende zin Wat gebeurt er als we een bedrijvende zin lijdend maken? voorbeeld Bedrijvend lijdend ott ik bouw een huis Het huis wordt gebouwd vtt ik heb het huis gebouwd Het huis is (door mij) gebouwd (geworden). Staat een werkwoord in de lijdende zin in een voltooide tijd, zou je in het Nederlands het voltooid deelwoord geworden erachter mogen zetten. Het gaat immers om de voltooide tijd van dát werkwoord! In het Nederlands valt het voltooid deelwoord geworden in de lijdende zin vreemd genoeg nagenoeg altijd weg. In het Duits blijft het voltooid deelwoord van worden in een lijdende zin die in een voltooide tijd staat altijd gehandhaafd: Het huis is gebouwd (geworden) Das Haus ist gebaut worden. Dus wanneer krijg je het voltooid deelwoord worden, wanneer geworden? werden = koppelwerkwoord voltooid deelwoord = geworden voorbeeld: Du wirst alt Du bist alt geworden werden = hulpwerkwoord voor de lijdende vorm voltooid deelwoord = worden voorbeeld: Die Patientin wird untersucht Die patientin ist untersucht worden. (door wie? bv door de arts) in het Nederlands De patiente wordt onderzocht Zij is onderzocht (geworden) werden = hulpwerkwoord voor de toekomende tijd heeft geen voltooid deelwoord

11 11 Onregelmatige werkwoorden: Modale hulpwerkwoorden en wissen 11 MODALE HULPWERKWOORDEN DÜRFEN KÖNNEN MÖGEN MÜSSEN SOLLEN WOLLEN WISSEN graag mogen kunnen willen moeten moeten willen weten lusten noodzaak bevel onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) ich darf - kann - mag - muss - soll - will - weiß - du darf st kann st mag st muss t soll st will st weiß t er,sie,es darf - kann - mag - muss - soll - will - weiß - wir dürf en könn en mög en müss en soll en woll en wiss en ihr dürf t könn t mög t müss t soll t woll t wiss t sie dürf en könn en mög en müss en soll en woll en wiss en Sie dürf en könn en mög en müss en soll en woll en wiss en gedurft gekonnt gemocht gemusst gesollt gewollt gewusst Onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) ich durfte konnte mochte musste sollte wollte wusste du durfte st konnte st mochte st musste st sollte st wollte st wusste st er,sie,es durfte konnte mochte musste sollte wollte wusste wir durfte konnte n mochte n musste n sollte n wollte n wusste n ihr durfte t konnte t mochte t musste t sollte t wollte t wusste t sie durfte n konnte n mochte n musste n sollte n wollte n wusste n Sie durfte n konnte n mochte n musste n sollte n wollte n wusste n Let op: in plaats van het voltooid deelwoord van deze werkwoorden wordt vaak het hele werkwoord gebruikt. (Anders dan in het Nederlands staat het woord met klemtoon in het Duits vóór het woord zonder klemtoon!) Hoe hebben ze dat kunnen zeggen! => wie haben sie das sagen können! We hebben dat moeten leren. => wir haben das lernen müssen. dürfen können - mogen in de betekenis van: toestemming hebben, verlof hebben Der Verbrecher darf die Stadt nicht verlassen. Let op Ned. durven = sich trauen, etwas wagen, den Mut haben mogelijk zijn Kannst du heute Abend kommen? - kennen, als het betekent: geleerd hebben, beheersen Kannst du Deutsch? mögen - leuk vinden Peter mag Fußball. - lusten, lekker vinden Ich mag keinen Rosenkohl! - mogen - in de betekenis van aardig vinden Es war deutlich, dass er mich nicht mochte. - Misschien zijn Er mochte etwa zwanzig Jahre gewesen sein, als sein Vater starb. Es mag sein, dass ich mich irre. Let op de betekenis van ich möchte, du möchtest, er möchte wir möchten, ihre möchtet, sie möchten, Sie möchten= Ik zou graag willen /ik wil graag.

12 Müssen - moeten - in de betekenis van: het een absolute noodzaak en kan niet anders, het is vanzelfsprekend, logisch, voorgeschreven Jeder Mensch muss sterben Er war da, er muss etwas gehört haben! - Moeten bij een dringend advies: Das musst du nicht alles glauben = dat moet je niet allemaal geloven. Du musst jetzt gehen = je móet nu gaan. 12 sollen - moeten - dit moeten heeft altijd iets te maken met de wil van een ander. Sollen gebruik je daarom bij een opdracht, een bevel of een advies dat een ander geeft. Er hat gesagt, du sollst sofort kommen. Du sollst jetzt den Mund halten! - Met sollen kun je ook naar de mening, het advies van de ander vragen: Soll ich ihn anrufen? Soll ich das Fenster schlieβen? - Sollen kun je ook gebruiken bij twijfel: Ich weiß nicht, was ich tun soll. Ich weiß nicht, ob ich hinfahren soll. - Sollen gebruik je ook als je in het Nederlands men zegt, dat gebruikt: Das Buch soll sehr spannend sein. = men zegt dat het boek erg spannend is. - Sollen gebruik je ook als in de betekenis van dienen te, het hoort zo Man soll immer höflich sein. - Sollen gebruik je ook als je in het Nederlands zegt in het geval dat, mocht het Sollte es regnen, dann fahren wir natürlich nicht weg. - Tenslotte gebruik je sollen als je het hebt over een afspraak of over een noodlot in de verleden tijd, Sie sollten sich vor dem Bahnhof treffen. Wir sollten uns nie mehr wieder sehen. wollen - willen: Wenn du willst, kannst du auch kommen. - wollen na ich of na wir kann zullen betekenen zonder een echte toekomst uit te drukken. Wir wollen jetzt mit dem Unterricht anfangen. Wollen wir hier etwas trinken? - wollen kan moeten betekenen in de betekenis hij zegt het zelf, hij beweert, dat Er will es nicht getan haben = hij zegt, dat hij het niet gedaan heeft. wissen weten Unsere Deutschlehrerin weiß, wie man das auf Deutsch sagt. 12 Onregelmatige werkwoorden: de sterk-zwakke werkwoorden Deze werkwoorden hebben weliswaar een klinkerverandering, zij worden desondanks zwak vervoegd: brennen - brannte gebrannt kennen - kannte gekannt nennen - nannte genannt rennen - rannte gerannt bringen - brachte gebracht denken - dachte gedacht senden - sandte - gesandt (= versturen per post) senden = versturen (= onregelmatig) senden -sendete - gesendet = seinen, uitzenden (radio- tv-uitzendingen) ( regelmatig zwak) wenden - wandte - gewandt (= zich wenden tot) Wenden= zich wenden tot (onregelmatig) wenden -wendete - gewendet = regelmatig zwak : draaien dan is dit werkwoord

13 o.t.t. ovt tegenwoordige tijd verleden tijd nenne nennen ich nenn e nannte - du nenn st nannte st er nenn t nannte - wir nenn en nannte n ihr nenn t nannte t sie nenn en nannte n Sie nenn en nannte n 13 Geb. Wijs volt. deelword nenn e nenn t nenn en Sie ge nann t 13 Het hulpwerkwoord in de voltooide tijden Een voltooide tijd vorm je altijd met het hulpwerkwoord hebben of zijn. Ott ik koop vtt ik heb gekocht Ott hij gaat vtt hij is gegaan In de meeste gevallen gebruik je in het Duits hetzelfde hulpwerkwoord als in het Nederlands. Een uitzondering vormen onderstaande werkwoorden: deze werkwoorden vormen hun voltooide tijd in het Nederlands met zijn, in het Duits met haben. fortfahren zunehmen anfangen beginnen gefallen heiraten vergessen verlieren gefallen heiraten abnehmen nachlassen aufhören enden en Anst haben bang zijn ik ben bang = ich habe Angst Geburtstag haben jarig zijn ik ben jarig = ich habe Geburtstag voorbeelden hij is begonnen de wind is toegenomen dat is me goed bevallen ben je me vergeten? er hat angefangen der Wind hat zugenommen das hat mir gut gefallen Hast du mich vergessen?

14 14 De aanvoegende wijs Der Konjunktiv 14 In het Duits onderscheidt men de "Konjunktiv I" en de "Konjunktiv II" Hoewel in het Duits ook de "Konjunktiv I" regelmatig gebruikt wordt, beperken wij ons tot de "Konjunktiv II". Vorming van de "Konjunktiv II" De meeste vormen van de Konjunktiv worden omschreven met het werkwoord "werden" in de en je plakt er de volgende uitgangen achter: Heel werk ott stam woord konjunktiv werden wurde würde ich würde - du würde st er,sie,es würde - wir würde n ihr würde t sie würde n Sie würde n Van onderstaande werkwoorden moet je altijd de Konjunktiv gebruiken werkwoord verl. tijd Konjunktiv werden wurde würde haben hatte hätte sein war wäre dürfen durfte dürfte können konnte könnte mögen mochte möchte müssen musste müsste sollen sollte sollte wollen wollte wollte wissen wusste wüsste werden sein haben ich Würde - Wäre - hätte - du würde st wäre st hätte st er,sie,es Würde - Wäre - Hätte - wir Würde n wäre n hätte n ihr würde t wäre t hätte t sie würde n wäre n hätte n Sie würde n wäre n hätte n Nederl.: zou zou zijn zou hebben

15 dürfen können mögen müssen sollen wollen wissen ich dürfte könnte möchte müsste sollte wollte wüsste du dürfte st könnte st möchte st müsste st sollte st wollte st wüsste st er,sie,es dürfte könnte möchte müsste sollte wollte wüsste wir dürfte könnte n möchte n müsste n sollte n wollte n wüsste n ihr dürfte t könnte t möchte t müsste t sollte t wollte t wüsste t sie dürfte n könnte n möchte n müsste n sollte n wollte n wüsste n Sie dürfte n könnte n möchte n müsste n sollte n wollte n wüsste n Nederl.: Zou mogen zou kunnen zou graag zou moeten zou moeten zou willen zou weten willen Gebruik van de Konjunktiv 15 A Je gebruikt de Konjunktiv vooral bij een onwerkelijkheid (Irrealis) of onvervulbare wens Hätte ich nur besser aufgepasst. Wäre ich bloß nicht so dumm gewesen Könnte ich dir nur helfen! Wenn ich Zeit hätte, würde ich auch kommen. Wenn ich so reich wie du wäre, würde ich auch einen Ferrari kaufen. Deze zinnen drukken een "niet-werkelijkheid" uit. Meestal bestaat zo 'n zin uit een hoofdzin met een bijzin die met "wenn" begint. In het Nederlands staat hier als werkwoordsvorm een vorm van de verl.tijd (die geen verl.tijd uitdrukt) of een omschrijving met "zou". B Je gebruikt de Konjunktiv vaak bij de "Indirekte Rede" In de indirekte Rede worden de woorden van de spreker weergegeven door een ander dan de spreker. Hij vertelde, dat het gisteren geregend had. Er sagte, dass es gestern geregnet hätte. Mijn vader vroeg, of wij het antwoord wisten. Mein Vater fragte, ob wir die Antwort wüssten. Als de inleidende zin in de tegenwoordige tijd staat, gebruikt men géén Konjunktivvormen, tenzij het voegwoord "dass" wordt weggelaten (dan dus wél Konjunktiv!!) Hans behauptet, dass sein Vater steinreich ist. Hans behauptet, sein Vater wäre steinreich. C C1 C2 C3 Andere gebruiksmogelijkheden Höflicher Konjunktiv - je wilt iets op een diplomatieke, beleefde manier zeggen Da dürften Sie sich irren, Herr Maier. Om een mogelijkheid, waarschijnlijkheid uit te drukken Das wäre vielleicht möglich Das könnte gefährlich sein Om twijfel uit te drukken Und das wäre denn die richtige Lösung?

wohnen reisen arbeiten reden Öffnen finden

wohnen reisen arbeiten reden Öffnen finden 1.1. TEGENWOORDIGE TIJD (OTT) van normale zwakke en sterke werkwoorden: wohnen reisen arbeiten reden Öffnen finden ich wohn e du wohn st reis t arbeit e st red e st öffn e st find e st er,sie,es wohn t

Nadere informatie

Aantekening Duits Duitse grammatica

Aantekening Duits Duitse grammatica Aantekening Duits Duitse grammatica Aantekening door een scholier 583 woorden 26 december 2017 4,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Haben-hebben Präterium Ich Habe Hatte Hätte Du hast Hattest

Nadere informatie

Samenvatting Duits Hoofdstuk 2

Samenvatting Duits Hoofdstuk 2 Samenvatting Duits Hoofdstuk 2 Samenvatting door A. 1197 woorden 5 januari 2014 6,7 6 keer beoordeeld Vak Methode Duits Neue Kontakte Duits Hoofdstuk 2 Bron C De modale werkwoorden (die Modalverben) en

Nadere informatie

TEGENWOORDIGE TIJD (OTT) van sterke werkwoorden:

TEGENWOORDIGE TIJD (OTT) van sterke werkwoorden: TEGENWOORDIGE TIJD (OTT) van sterke werkwoorden: essen sehen lesen geben nehmen treten ich ess e seh e les e geb e nehm e tret e du iss t sieh st lies t gib st nimm st tritt st er,sie,es iss t sieh t lies

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1371 woorden 4 november keer beoordeeld. * Duits * Uitspraak

5,9. Samenvatting door een scholier 1371 woorden 4 november keer beoordeeld. * Duits * Uitspraak Samenvatting door een scholier 1371 woorden 4 november 2006 5,9 313 keer beoordeeld Vak Duits * Duits * Uitspraak Umlaut Komt voor bij de letters in AUTO a -> a / aa ä -> e / ee o -> o / oo ö -> eu u ->

Nadere informatie

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting door S. 836 woorden 20 februari 2013 5,8 61 keer beoordeeld Vak Duits Naamvallen. Nederlands: 2e naamval 4e naamval (bijvoegelijke bepaling, is 3e naamval

Nadere informatie

Henk Mangnus. Kortom. Duitse grammatica. Walvaboek

Henk Mangnus. Kortom. Duitse grammatica. Walvaboek Henk Mangnus Kortom Duitse grammatica Walvaboek INHOUD 1 De naamvallen 3 2 Het lidwoord en de andere bepalende woorden 4 3 Het werkwoord 6 4 Het voornaamwoord 14 5 Het voorzetsel 16 6 Het telwoord 21 7

Nadere informatie

Aantekening Duits grammatica

Aantekening Duits grammatica Aantekening Duits grammatica Aantekening door Fleur 1643 woorden 1 jaar geleden 0 keer beoordeeld Vak Methode Duits Neue Kontakte ich wissen tt = weiß du wissen tt = weißt er/sie/es wissen tt = weiß wir

Nadere informatie

Samenvatting Duits Hoofdstuk 3 en 4 grammatica

Samenvatting Duits Hoofdstuk 3 en 4 grammatica Samenvatting Duits Hoofdstuk 3 en 4 grammat Samenvatting door een scholier 1676 woorden 7 maart 2018 6,1 3 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Duits toetsweek 2 Hoofdstuk 3 Voegwoorden Wanneer Wanneer

Nadere informatie

Samenvatting Duits Het sterke ww

Samenvatting Duits Het sterke ww Samenvatting Duits Het sterke ww Samenvatting door een scholier 756 woorden 11 februari 2004 6,1 257 keer beoordeeld Vak Duits Het sterke werkwoord Kenmerken van het sterke werkwoord Klinkerverandering

Nadere informatie

Aantekening Duits Sterke werkwoorden, zwakke werkwoorden en haben, sein en werden

Aantekening Duits Sterke werkwoorden, zwakke werkwoorden en haben, sein en werden Aantekening Duits Sterke werkwoorden, zwakke werkwoorden en haben, sein en werden Aantekening door D. 964 woorden 20 december 2017 7,6 10 keer beoordeeld Vak Duits Het sterke werkwoord Een sterk werkwoord

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1996 woorden 19 juni keer beoordeeld. Persoonlijk voornaamwoord. 1e nv ich du er sie es wir ihr sie Sie

Samenvatting door een scholier 1996 woorden 19 juni keer beoordeeld. Persoonlijk voornaamwoord. 1e nv ich du er sie es wir ihr sie Sie Samenvatting door een scholier 1996 woorden 19 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Duits Persoonlijk voornaamwoord 1e nv ich du er sie es wir ihr sie Sie 3 e nv mir dir ihm ihr ihm uns euch ihnen Ihnen 4 e

Nadere informatie

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4 Naamvallen Tabel Begrijpen Klas 3/4 Wil je weten hoe de Naamvallen Tabel in elkaar zit, dan is dit de juiste workshop voor jou. A) Naamvaltabel (overzicht) B) Tools om met de Naamvaltabel aan de slag te

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni 2018 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Duits Neue Kontakte Prüfungsteil Schreiben Schrijfvaardigheid formele brief - conventies Dit kan zijn een sollicitatiebrief,

Nadere informatie

die Meldung bestätigen nicht jetzt

die Meldung bestätigen nicht jetzt am Computer sitzen im Internet surfen Informationen suchen mit einem Freund chatten eine E-Mail schreiben Nachrichten lesen Freunde finden ein Foto hochladen eine Datei herunterladen einen Film gucken

Nadere informatie

Test KAPITEL. Ich habe Angst, den Zug wieder zu

Test KAPITEL. Ich habe Angst, den Zug wieder zu Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Kannst du mir das erklären? Ich warte nur noch auf die Bestätigung vom Arbeitsamt. In der Forschung beschäftigt man sich schon lange mit dieser Frage.

Nadere informatie

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden ein Missverständnis an der Rezeption haben / hatten / hätten bin / war / wäre können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden sich entschuldigen Es tut mir leid! Das wollte

Nadere informatie

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg.

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg. Ich heiße Anna. Ich bin neunzehn Jahre alt und komme aus Deutschland. Ich wohne in Duisburg und gehe dort zur Berufsschule. Das ist mein Freund Max. sich kennenlernen Hallo! Hi! Servus! Grüß Gott! Guten

Nadere informatie

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6 Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem Nederlands: Duits: 10 1 9 8 2 7 3 6 4 5 5 4 en lager 6 In t Duits kennen we 3 lidwoorden: Aantekening hs1 de lidwoorden -der -die de/het -----> bepaald lidwoord

Nadere informatie

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3 Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3 Neue Kontakte 5 e, VMBO KGT 1-2 Werkwoorden TB 49 3 e naamval TB 54 Rangtelwoorden (overzicht) Kloktijden (overzicht) Werkwoorden TB 49 wissen = weten

Nadere informatie

Antwoorden Duits Hoofdstuk 1

Antwoorden Duits Hoofdstuk 1 Antwoorden Duits Hoofdstuk 1 Antwoorden door T. 668 woorden 25 september 2008 4,9 81 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Duits Antwoorden, Havo 4, Na Klar, Hoofdstuk 1. 2. Uitspraken die goed zijn:

Nadere informatie

Samenvatting Duits Grammatica

Samenvatting Duits Grammatica Samenvatting Duits Grammatica Samenvatting door een scholier 1253 woorden 18 maart 2008 4,7 34 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Duits na klar redemittel en grammatica (werkwoorden, 1e en 4e naamval,

Nadere informatie

Voltooid tegenwoordige tijd (D = Perfekt)

Voltooid tegenwoordige tijd (D = Perfekt) Voltooid tegenwoordige tijd (D = Perfekt) De voltooid tegenwoordige tijd wordt in het Duits meestal in de spreektaal gebruikt. Ik heb huiswerk gemaakt. Ik maak -> ik maakte Ich habe Hausaufgaben gemacht.

Nadere informatie

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands.

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands. Naam: Klas: Datum: HÖREN Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands. (8 punten) 1. Welk compliment geeft Igor (de jongen) aan Linda (het meisje)? 2. In

Nadere informatie

Top 100 Duitse woorden

Top 100 Duitse woorden Top 100 Duitse woorden hinter achter hinten achteraan letzten Monat afgelopen maand schon al nur (of: nur noch) alleen maar nur noch alleen nog wenn als bitte alstublieft (als je iets geeft) immer altijd

Nadere informatie

Duitse werkwoorden. Sibel Aksakal-Budak. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Duitse werkwoorden. Sibel Aksakal-Budak. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Sibel Aksakal-Budak 07 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/65609 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

2 Kann ich dir helfen? 2 Ik voel me ziek. 3 Bist du hier im Urlaub? 3 Ja, je bent hier op vakantie.

2 Kann ich dir helfen? 2 Ik voel me ziek. 3 Bist du hier im Urlaub? 3 Ja, je bent hier op vakantie. Arzt Arzt Dialog 1 - Grippe Dialog 1 - Grippe 1 Guten Tag. 1 Je groet terug. 2 Kann ich dir helfen? 2 Ik voel me ziek. 3 Bist du hier im Urlaub? 3 Ja, je bent hier op vakantie. 4 Dann brauche ich zuerst

Nadere informatie

Snel uw zakelijk Duits verbeteren, zonder saaie grammaticaregels uit uw hoofd te leren

Snel uw zakelijk Duits verbeteren, zonder saaie grammaticaregels uit uw hoofd te leren WEET U WEL WAT U ZEGT? Zakelijk Duits - waar het vaak mis gaat E-book Snel uw zakelijk Duits verbeteren, zonder saaie grammaticaregels uit uw hoofd te leren 2 Verloopt de communicatie met uw Duitse zakenpartners

Nadere informatie

bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche

bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche An der Rezeption Ich habe eine Frage. Ich habe meine Handtücher vergessen / weil ich dachte / es sind welche auf dem Zimmer. Aber für zwei Euro können Sie sich Das war dann wohl ein hier welche leihen

Nadere informatie

Test KAPITEL. Für diese harte Arbeit ist er wohl nicht

Test KAPITEL. Für diese harte Arbeit ist er wohl nicht Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Er kam zu dem Schluss, dass er mehr für die Schule tun musste. Ich konnte doch nicht ahnen, dass ich dich damit verletzen würde. Das Ergebnis hat

Nadere informatie

Kapitel 8 Nervenkitzel

Kapitel 8 Nervenkitzel 1: Am See Kapitel 8 Nervenkitzel 4. 1. gedacht 4. kans 2. blokken 5. verknalt 3. kamerarrest 6. redt 6. 1. Groβeltern Köningswinter 2. Bruder Brandenburg 3. Ste. Maxime Campingplatz 4. Sylt Insel 5. zu

Nadere informatie

Duits - Havo 3 - Hoofdstuk 5 samenvatting

Duits - Havo 3 - Hoofdstuk 5 samenvatting Duits - Havo 3 - Hoofdstuk 5 samenvatting Rode tekst = tip Grammatica Imperfekt (verleden tijd) wollen (willen) sollen (moeten) müssen (moeten) wissen (weten) ich wollte sollte musste wusste du wolltest

Nadere informatie

Zoals jullie afgelopen jaar geleerd hebben eisen voorzetsels een naamval.

Zoals jullie afgelopen jaar geleerd hebben eisen voorzetsels een naamval. Naamvallen & Voorzetsels Zoals afgelopen jaar geleerd hebben eisen voorzetsels een naamval. Onder aan staat rijtje met de belangrijkste voorzetsels en werkwoorden. Meteen heb je ook een overzicht hoe dan

Nadere informatie

Bob Duijvestijn / Henk Mangnus. Schreibstunde. Schrijfvaardigheid Duits voor bovenbouw havo en vwo. Walvaboek

Bob Duijvestijn / Henk Mangnus. Schreibstunde. Schrijfvaardigheid Duits voor bovenbouw havo en vwo. Walvaboek Bob Duijvestijn / Henk Mangnus Schreibstunde Schrijfvaardigheid Duits voor bovenbouw havo en vwo Walvaboek Voorwoord Schreibstunde is een uitgave voor schrijfvaardigheid Duits bovenbouw havo/vwo. De eerste

Nadere informatie

Kapitel 3 Online. 6 der ICE-Zug 7 die Fahrkarte 8 das Gleis 9 der Bahnsteig 10 der Eisenbahnwagen

Kapitel 3 Online. 6 der ICE-Zug 7 die Fahrkarte 8 das Gleis 9 der Bahnsteig 10 der Eisenbahnwagen 1: Nach Hannover 8. 1. Gästezimmer 2. Couch 3. Imbissstand 4. vermiete 5. Fuβboden Kapitel 3 Online 2: Brit-RePro 13. 1 der Lokführer 2 die Fahrgäste 3 der Fahrplan 4 das Abteil 5 der Schaffner 18. 1 abfährt

Nadere informatie

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug.

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug. Polizei Polizei Dialog 1- Handy Dialog 1 - Handy Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug. 2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Vertel, dat je zaktelefoon is gestolen. 3 Können Sie mir erzählen,

Nadere informatie

k ga naar school ch gehe zur Schule

k ga naar school ch gehe zur Schule Nederlandstalig onderwijs k ga naar school ch gehe zur Schule Nederlands Deutsch k ga naar school ch gehe zur Schule Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie

Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Test KAPITEL

Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Test KAPITEL Sie können hier leider nur bar bezahlen. Von diesem Gewürz bekomme ich immer Kopfschmerzen. Diese Hosen sind im Moment sehr gefragt. Am Wochenende habe ich kaum Zeit für meine Hausaufgaben. Ich finde es

Nadere informatie

Op het potje Aufs Töpfchen

Op het potje Aufs Töpfchen Op het potje Aufs Töpfchen Wat is zindelijkheid? Je kind is zindelijk als het: - niet meer in zijn broek plast. - overdag droog is. - zelf op het potje of het toilet gaat zitten wanneer het moet plassen.

Nadere informatie

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie - Aanhef Duits Nederlands Sehr geehrter Herr Präsident, Geachte heer President Zeer formeel, geadresseerde heeft een speciale titel die in plaats van de naam wordt gebruikt Sehr geehrter Herr, Formeel,

Nadere informatie

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie - Aanhef Nederlands Duits Geachte heer President Sehr geehrter Herr Präsident, Zeer formeel, geadresseerde heeft een speciale titel die in plaats van de naam wordt gebruikt Geachte heer Formeel, mannelijke

Nadere informatie

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen Uiteenzetting door M. 560 woorden 22 mei 2013 5,4 108 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! 1) Naamvallen Een naamval is de functie van een zinsdeel. VB: lijdend

Nadere informatie

vor hinter neben links um die Ecke am Ende hier dort nicht weit zwischen geradeaus rechts Dann bis später. Nach dem Weg fragen. Ja / das stimmt.

vor hinter neben links um die Ecke am Ende hier dort nicht weit zwischen geradeaus rechts Dann bis später. Nach dem Weg fragen. Ja / das stimmt. sich in der Stadt verabreden Gut dann gehen wir gleich in die Stadt shoppen? Und ich gehe in den Plattenladen. Das ist ein guter Plan. Und dann treffen wir uns wieder / um fünf oder so? Ja / fünf Uhr ist

Nadere informatie

Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Vormittags also.

Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Vormittags also. eine Zugfahrkarte kaufen Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Wann möchten Sie fahren? Am Donnerstag / den 17. Oktober am Vormittag / bitte. Vormittags also. Mal sehen. Es fährt ein Zug um

Nadere informatie

Verleden tijd werkwoorden

Verleden tijd werkwoorden Verleden tijd werkwoorden De verleden tijd gebruik je in het Duits bij schijftaal zoals bij brieven en emails. Verleden tijd van zwakke werkwoorden: normale stam stam op d of t ich wohnte arbeitete du

Nadere informatie

der Schreibfehler Ich freue mich auf eine gute Zusammenarbeit. Haben Sie alle meine von letzter Woche vorliegen?

der Schreibfehler Ich freue mich auf eine gute Zusammenarbeit. Haben Sie alle meine  von letzter Woche vorliegen? relevant irrelevant das Protokoll der Abteilungsleiter der Schreibfehler das Budget senken / das Budget kürzen die Reihe sobald so dass / sodass sich kümmern um die Wochenarbeitszeit das Vorruhestandsalter

Nadere informatie

lassen fahren finden

lassen fahren finden ein Wochenende planen Lasst uns wirklich mal ein Wochenende nach Berlin fahren. Wie wäre es / wenn wir in einem Hotel übernachten? Ein Hotel finde ich zu teuer. Lasst uns lieber am Stadtrand zelten gehen.

Nadere informatie

Taaltips voor succesvol zakendoen in het Duits

Taaltips voor succesvol zakendoen in het Duits Taaltips voor succesvol zakendoen in het Duits Dit document is samengesteld als aanvulling op de test Succesvol zakendoen in het Duits. Wilt u ontdekken hoe goed u geëquipeerd bent voor zakendoen met Duitstalige

Nadere informatie

BRIEVEN VAN EEN DUITSE MOEDER AAN HAAR ZOON

BRIEVEN VAN EEN DUITSE MOEDER AAN HAAR ZOON BRIEVEN ALS BRONMATERIAAL: BRIEVEN VAN EEN DUITSE MOEDER AAN HAAR ZOON Ook de Duitse vijand schreef brieven en stond in contact met het thuisfront. Zoals reeds eerder vermeld werden er vaak vormen van

Nadere informatie

Grammatica & oefeningen

Grammatica & oefeningen Grammatica & oefeningen Inhoudsopgave: grammatica en oefeningen zwakke werkwoorden 172 sterke werkwoorden 180 onregelmatige werkwoorden 188 gebiedende wijs en aanvoegende wijs 194 naamvallen van bepalend

Nadere informatie

Willkommen und Abschied: 1J 2D 3E 4I 5C 6M 7R 8O 9Q 10B 11H 12K 13L 14A 15N 16P 17F 18G

Willkommen und Abschied: 1J 2D 3E 4I 5C 6M 7R 8O 9Q 10B 11H 12K 13L 14A 15N 16P 17F 18G Opdracht door een scholier 1074 woorden 10 oktober 2011 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Duits Neue Kontakte Neue Kontakte Digizine 5 2 Antwoorden bij de leesteksten Goethe! Trailer: 1F 2D 3G 4A 5H 6C 7B

Nadere informatie

Pascal Egbers gestorben am 12. Mai 2017

Pascal Egbers gestorben am 12. Mai 2017 In stillem Gedenken an Pascal Egbers gestorben am 12. Mai 2017 Annegret Korte schrieb am 21. September 2017 um 21.47 Uhr Liebe Familie Egbers, und Freundin mit Tochter. Es tut schon weh, am Grabe von Pascal

Nadere informatie

http://www.schoolsamenvatting.nl/ - De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/ - De site voor samenvattingen GRAMMATICA OEFENINGEN DUITS Vertaal mbv woordenboek!!!! 1. Ik hoor het vrij vaak = Ich höre es oft 2. Op de eerste plaats = 3. Ik weet niet, of hij kan komen = 4. Hij wil zelfmoord plegen = 5. Kunt u mij

Nadere informatie

Samenvatting Duits H4 Einen guten Rutsch

Samenvatting Duits H4 Einen guten Rutsch Samenvatting Duits H4 Einen guten Rutsch Samenvatting door een scholier 1005 woorden 30 mei 2017 1 1 keer beoordeeld Vak Duits Einen guten Rutsch! Vocabulaire https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-duits-h4-einen-guten-rutsch

Nadere informatie

Enkele onderwerpen uit de Duitse grammatica

Enkele onderwerpen uit de Duitse grammatica Enkele onderwerpen uit de Duitse grammatica Inhoudsopgave: De naamvallen... 2 De eerste naamval...3 De tweede naamval... 4 De derde naamval...5 De vierde naamval... 7 De der-groep en de ein-groep...8 Voorzetsels

Nadere informatie

Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment:

Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment: Logboek bij de lessenserie over Cengiz und Locke van Zoran Drvenkar Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment: ANWEISUNGEN Dit is een serie van drie lessen. Jullie gaan in zes groepen van vier of vijf leerlingen

Nadere informatie

SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID

SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID PTA SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID Algemene informatie Taal Duits Duur 10 minuten Weging 20 % (4 x) Herkansbaar Ja Hulpmiddelen Geen Datum Vrijdag 2 februari (indeling volgt nog) Opbouw Het mondeling bestaat

Nadere informatie

Dort finden Sie weitere Informationen. Am Ende des Korridors sind die Toiletten. Die Duschen befinden sich gegenüber.

Dort finden Sie weitere Informationen. Am Ende des Korridors sind die Toiletten. Die Duschen befinden sich gegenüber. Willkommen in unserem Hostel. Aktivitäten in der Umgebung An der Rezeption können Sie einund auschecken. das WiFi-Passwort Dort finden Sie weitere Informationen. Hier können Sie Ihren Schlüssel abgeben

Nadere informatie

2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Je vraagt of zij/hij je kan doorverbinden met de heer Schröder?

2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Je vraagt of zij/hij je kan doorverbinden met de heer Schröder? Telefon Dialog 1 - Verbinden 1 Guten Tag. Deutsche Bank. Sie sprechen mit Frau/Herrn Rau. Telefon Dialog 1 - Verbinden Kunde 1 Groet terug en stelt je voor. 2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Je vraagt of

Nadere informatie

Geschäftskorrespondenz

Geschäftskorrespondenz - Einleitung Niederländisch Deutsch Geachte heer President Sehr geehrter Herr Präsident, Sehr formell, Empfänger hat einen besonderen Titel, der anstelle seines Namens benutzt wird Geachte heer Formell,

Nadere informatie

Geschäftskorrespondenz

Geschäftskorrespondenz - Einleitung Deutsch Niederländisch Sehr geehrter Herr Präsident, Geachte heer President Sehr formell, Empfänger hat einen besonderen Titel, der anstelle seines Namens benutzt wird Sehr geehrter Herr,

Nadere informatie

Duits voor zelfstudie

Duits voor zelfstudie Prisma Taaltraining Duits voor zelfstudie dr. Katja B. Zaich INHOUD Voorwoord INHOUD Les 1 Tekst 1 9 Begroetingen 9 Du of Sie? 10 Vragen hoe het met de ander gaat 11 Zich voorstellen 11 Tekst 2 13 Vragen

Nadere informatie

Dort finden Sie weitere Informationen. Ich erkläre Ihnen / wo sich die Räume befinden. Am Ende des Korridors sind die Toiletten.

Dort finden Sie weitere Informationen. Ich erkläre Ihnen / wo sich die Räume befinden. Am Ende des Korridors sind die Toiletten. Willkommen in unserem Hostel. Aktivitäten in der Umgebung An der Rezeption können Sie einund auschecken. das WiFi-Passwort Dort finden Sie weitere Informationen. Hier können Sie Ihren Schlüssel abgeben

Nadere informatie

Neue Kontakte Kapitel 3 3de klas Redemittel

Neue Kontakte Kapitel 3 3de klas Redemittel 1 Neue Kontakte Kapitel 3 3de klas Redemittel Wie war dein Urlaub? Einfach toll! Wo wart ihr? Wir waren zuerst in Frankreich und dann in Spanien. Mit wem warst du in Urlaub? Mit meinen Eltern und mit einer

Nadere informatie

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen. Print het Word-document uit. Afrekenen met de klant Opdracht 1 Luister naar luisterfragment 6 Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

Nadere informatie

Ruzie maken Streiten

Ruzie maken Streiten Ruzie maken Streiten Als kinderen ruzie maken Wenn kinder sich streiten Kinderen maken ruzie. Dat gebeurt in elk gezin. Ruzie om een stuk speelgoed, een spelletje dat uit de hand loopt, een jaloerse reactie

Nadere informatie

gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter Toppie leuk man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk

gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter Toppie leuk man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk Hoe vonden jullie de dag vandaag? Positief feedback: gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter dan les. Toppie man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk leerzaam,

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Können Sie mir bitte helfen? Om hulp vragen Sprechen Sie Englisch? Vragen of iemand Engels spreekt Sprechen Sie _[Sprache]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ich

Nadere informatie

Tijdsvormen. 1. Präsens: tegenwoordige tijd ich stam+e du stam+st er stam+t

Tijdsvormen. 1. Präsens: tegenwoordige tijd ich stam+e du stam+st er stam+t Tijdsvormen 1. Präsens: tegenwoordige tijd ich stam+e du stam+st er stam+t wir stam+en ihr stam+t sie stam+en uitzondering van de onregelmatige werkwoorden 2. Präteritum: verleden tijd ich stam+te du stam+test

Nadere informatie

müssen of sollen? Wil of wens van een ander: sollen Meine Eltern sagen: du sollst deine Hausaufgaben machen.

müssen of sollen? Wil of wens van een ander: sollen Meine Eltern sagen: du sollst deine Hausaufgaben machen. Grammatica 1. Modalverben in de tegenwoordige tijd (Präsens) De werkwoorden: wissen = weten dürfen = mogen, toestemming hebben können = kunnen mögen = lekker vinden (eten),aardig/leuk vinden (personen,

Nadere informatie

drücken benötigen wissen

drücken benötigen wissen die Telefontasten Herzlich willkommen im Berufsberatungszentrum. Bitte wählen Sie Ihren gewünschten Ansprechpartner per Telefontaste. Bei Fragen zu Ausbildung und Studium drücken Sie bitte die 1. Benötigen

Nadere informatie

Neue Kontakte 1-2 thv. Spreekkaarten

Neue Kontakte 1-2 thv. Spreekkaarten Neue Kontakte 1-2 thv Spreekkaarten Kapitel 1 Kennen wir uns? Spreekkaart A Je bent op vakantie in Oostenrijk. Je komt een meisje tegen. Je voert een gesprek om wat meer van haar te weten te komen 1 [>]

Nadere informatie

INSTALLATIONS- UND BEDIENUNGSANLEITUNG GREE KLIMAANLAGEN KONSOLEGERÄT:

INSTALLATIONS- UND BEDIENUNGSANLEITUNG GREE KLIMAANLAGEN KONSOLEGERÄT: INSTALLATIONS- UND BEDIENUNGSANLEITUNG GREE KLIMAANLAGEN KONSOLEGERÄT: GEH 09 AA - K3DNA1B (R 410 A) GEH 12 AA - K3DNA1B (R 410 A) GEH 18 AA - K3DNA1B (R 410 A) Lesen Sie diese Anleitung bitte ausführlich

Nadere informatie

Je werkt in een ijszaak op de boulevard van Scheveningen en een Duitse toerist spreekt je aan

Je werkt in een ijszaak op de boulevard van Scheveningen en een Duitse toerist spreekt je aan Opdrachten Taaldorp Duits Om sommige onderstaande opdrachten te kunnen doen moet je beschikken over geld. Dit kun je bij de pinautomaat verkrijgen. Volg de instructies op de pinautomaat. Situatie 1: Leerling

Nadere informatie

Horeca Vak Opleidingen Eindopdracht. Time Management

Horeca Vak Opleidingen Eindopdracht. Time Management Horeca Vak Opleidingen Eindopdracht Time Management Meine Tagesordnung Name.. Klasse opleiding - crebo 94153 94161 Zelfstandig werkend gastheer/ -vrouw ZGH1 Hotel- Congres- en Evenementen Management LBE1

Nadere informatie

Samenvatting Duits H3 Hurra, eine Eins!

Samenvatting Duits H3 Hurra, eine Eins! Samenvatting Duits H3 Hurra, eine Eins! Samenvatting door een scholier 1233 woorden 30 mei 2017 9,8 2 keer beoordeeld Vak Duits H3 Hurra, eine Eins! Vocabulaire https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-duits-h3-hurra-eine-eins

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ik spreek geen

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Können Sie mir bitte helfen? Om hulp vragen Sprechen Sie Englisch? Vragen of iemand Engels spreekt Sprechen Sie _[Sprache]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ich

Nadere informatie

Voorwoord 7 Gebruikte afkortingen 8 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 9. A. Algemeen 17 B. De enkelvoudige zin 19 C. De samengestelde zin 28

Voorwoord 7 Gebruikte afkortingen 8 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 9. A. Algemeen 17 B. De enkelvoudige zin 19 C. De samengestelde zin 28 Inhoud Voorwoord 7 Gebruikte afkortingen 8 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 9 Deel 1/Zinsbouw A. Algemeen 17 B. De enkelvoudige zin 19 C. De samengestelde zin 28 Deel 2/Vormleer Het werkwoord

Nadere informatie

Samenvatting Duits H7 Eigener Herd ist Goldes wert!

Samenvatting Duits H7 Eigener Herd ist Goldes wert! Samenvatting Duits H7 Eigener Herd ist Goldes wert! Samenvatting door een scholier 821 woorden 30 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Duits H7 Eigener Herd ist Goldes wert! Pagina 1 van 6 Werkwoorden thuis

Nadere informatie

Schrijfvaardigheid V

Schrijfvaardigheid V Schrijfvaardigheid V5 2017-2018 Eindterm schrijfvaardigheid Duits VWO: - adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers; - informatie vragen en verstrekken; De eisen: De kandidaat

Nadere informatie

Basisgrammatica. Prisma Taalbeheersing. Arjan Krijgsman Johan Zonnenberg. Begrijpelijk voor iedereen. Duits

Basisgrammatica. Prisma Taalbeheersing. Arjan Krijgsman Johan Zonnenberg. Begrijpelijk voor iedereen. Duits Prisma Taalbeheersing Basisgrammatica Duits Begrijpelijk voor iedereen Arjan Krijgsman Johan Zonnenberg Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten - Antwerpen 6 Inhoud Grammatica - Waar doe je het voor?

Nadere informatie

Kapitel 6 Urlaub zum Verlieben. Antwoorden. 1-2 vmbo-kgt Kapitel 6 Antwoorden

Kapitel 6 Urlaub zum Verlieben. Antwoorden. 1-2 vmbo-kgt Kapitel 6 Antwoorden Kapitel 6 Urlaub zum Verlieben Antwoorden 1 Sehen a 1 Deutschland, die Schweiz, Österreich, Frankreich, Italien 2 bijvoorbeeld: Ja, in Tirol. b 3 glad 4 de rots 5 het touw 6 de hut 7 gelukt 8 uitglijden

Nadere informatie

bab.la Uitdrukkingen: Zakelijke correspondentie Bestelling Nederlands-Duits

bab.la Uitdrukkingen: Zakelijke correspondentie Bestelling Nederlands-Duits bab.la Uitdrukkingen: Zakelijke correspondentie Bestelling Nederlands-Duits Bestelling : Bestelling plaatsen Wij overwegen de aanschaf van... Wir ziehen den Kauf von... in Betracht... Formeel, voorzichtig

Nadere informatie

1-2 VMBO-KGT/H EN 3 HAVO OVERBRUGGINGSMODULE

1-2 VMBO-KGT/H EN 3 HAVO OVERBRUGGINGSMODULE ELISABETH LEHRNER-TE LINDERT 1-2 VMBO-KGT/H EN 3 HAVO OVERBRUGGINGSMODULE Malmberg, s-hertogenbosch Derde druk www.naklar.nl Overbruggingsmodule Welkom bij de overbruggingsmodule grammatica. Als je van

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door Y woorden 20 januari keer beoordeeld. Pagina 1 van 7

6,6. Samenvatting door Y woorden 20 januari keer beoordeeld.   Pagina 1 van 7 Samenvatting door Y. 1613 woorden 20 januari 2014 6,6 4 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! https://www.scholieren.com/verslag/80544 Pagina 1 van 7 Das Abteil De coupé Abfahren Vertrekken Der Anschluss

Nadere informatie

Voornaamwoorden. Klaus trägt seinen Koffer. Klaus draagt zijn koffer. Er trägt ihn.

Voornaamwoorden. Klaus trägt seinen Koffer. Klaus draagt zijn koffer. Er trägt ihn. 4 Voornaamwoorden Er zijn de volgende soorten voornaamwoorden: Persoonlijke voornaamwoorden Wederkerende voornaamwoorden Bezittelijke voornaamwoorden Aanwijzende voornaamwoorden Betrekkelijke voornaamwoorden

Nadere informatie

Grammatica Jaar 1-2 & 3

Grammatica Jaar 1-2 & 3 Grammatica Jaar 1-2 & 3 Beste Leerling, Met deze grammatica heb je een overzicht over de grammatica die wij in klas 1-2 besproken hebben en in het klas 3 zullen bespreken. Deze opdrachten staan natuurlijk

Nadere informatie

U hebt hier het activiteitenprogramma voor de periode van 20 juli t/m 2. augustus. Het zijn de activiteiten zoals deze georganiseerd worden door

U hebt hier het activiteitenprogramma voor de periode van 20 juli t/m 2. augustus. Het zijn de activiteiten zoals deze georganiseerd worden door Beste lezer, U hebt hier het activiteitenprogramma voor de periode van 20 juli t/m 2 augustus. Het zijn de activiteiten zoals deze georganiseerd worden door de vereniging voor Evangelisatie & Recreatie.

Nadere informatie

Ich mache eine Ausbildung zum Dachdecker. Ich gehe gleichzeitig in die Berufsschule. Als Dachdecker fertigt man Dächer an.

Ich mache eine Ausbildung zum Dachdecker. Ich gehe gleichzeitig in die Berufsschule. Als Dachdecker fertigt man Dächer an. Meine Ausbildung zum Dachdecker Ich mache eine Ausbildung zum Dachdecker. Die Ausbildung dauert drei Jahre. Ich arbeite in einem Betrieb. Ich gehe gleichzeitig in die Berufsschule. Ich bin im ersten Lehrjahr.

Nadere informatie

Samenvatting door Rosa 795 woorden 15 december keer beoordeeld. Pagina 1 van 6

Samenvatting door Rosa 795 woorden 15 december keer beoordeeld.   Pagina 1 van 6 Samenvatting door Rosa 795 woorden 15 december 2014 0 keer beoordeeld Vak Duits https://www.scholieren.com/verslag/83927 Pagina 1 van 6 werkwoorden einkaufen gehen essen kochen frühstücken aufs Brot schmieren

Nadere informatie

Tschick. Materialien zum Film: Tschick und Antworten Autor: Marcel den Hollander Redaktion: Carine Ettema

Tschick. Materialien zum Film: Tschick und Antworten   Autor: Marcel den Hollander Redaktion: Carine Ettema Tschick Materialien zum Film: Tschick und Antworten www.thiememeulenhoff.nl/tschick Autor: Marcel den Hollander Redaktion: Carine Ettema Ideales Programm zusammenstellen Stellen Sie Ihr ideales Programm

Nadere informatie

Solliciteren Sollicitatiebrief

Solliciteren Sollicitatiebrief - Aanhef Sehr geehrter Herr, Formeel, mannelijke geadresseerde, naam onbekend Sehr geehrte Frau, Formeel, vrouwelijke geadresseerde, naam onbekend Sehr geehrter Herr, Sehr geehrte Frau, Formeel, naam en

Nadere informatie

Solliciteren Sollicitatiebrief

Solliciteren Sollicitatiebrief - Aanhef Sehr geehrter Herr, Formeel, mannelijke geadresseerde, naam onbekend Sehr geehrte Frau, Formeel, vrouwelijke geadresseerde, naam onbekend Sehr geehrter Herr, Sehr geehrte Frau, Formeel, naam en

Nadere informatie

Was machst du am liebsten am Wochenende? Spielst du ein Instrument? Ich lese gern. Ich kann schnell neue Informationen verarbeiten.

Was machst du am liebsten am Wochenende? Spielst du ein Instrument? Ich lese gern. Ich kann schnell neue Informationen verarbeiten. nett ehrlich hilfsbereit tierlieb treu chaotisch lieb schüchtern spontan Was sind deine Hobbys? Was machst du am liebsten am Wochenende? Was machst du in deiner Freizeit? Treibst du Sport? Spielst du ein

Nadere informatie

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Grammatica: werkwoorden werkwoordsen uitleg Werkwoordsen 1. Persoonsvorm In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal

Nadere informatie

Gegenbesuch des HBBK in Nijmegen. 15. Januar 2014. groepswerk en stadsbezoek. Gruppenarbeit und Stadtbesichtigung. Nijmegen is een heel mooie stad.

Gegenbesuch des HBBK in Nijmegen. 15. Januar 2014. groepswerk en stadsbezoek. Gruppenarbeit und Stadtbesichtigung. Nijmegen is een heel mooie stad. Gegenbesuch des HBBK in Nijmegen 15. Januar 2014 Die Schüler sollten aufschreiben, was ihnen gefallen hat. De leerlingen moesten opschrijven wat hun goed bevallen is. Das schrieb die deutsche Klasse Gruppenarbeit

Nadere informatie

Hueber Verlag 2012, Wat leuk! A1, Kopiervorlage, ISBN

Hueber Verlag 2012, Wat leuk! A1, Kopiervorlage, ISBN ab les 8: VIER OP EEN RIJ (Vier gewinnt) Vorbereitung Kopieren Sie die Aufgabenkarten auf festes Papier und schneiden Sie sie aus. Kopieren Sie auch das Spielbrett mit den 25 Feldern auf festes Papier.

Nadere informatie