Bijlagenrapport. Meerjarenprogramma. Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur

Transcriptie

1 Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur Bijlagenrapport Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

2 Voorwoord Dit bijlagenrapport behoort bij het hoofdrapport Meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur In dit bijlagenrapport zijn alle producten opgenomen die onder het beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur vallen in de komende periode ( ). Het rapport is echter een moment-opname. Via reguliere besluitvorming kan sprake zijn van veranderingen, bv. wijzigingen in areaal of nieuwe beleidsitems of beleidsinitiatieven die consequenties hebben voor het beheer en onderhoud. Voor de meeste producten in het meerjarenprogramma zijn drie scenario s uitgewerkt. Deze drie scenario s luiden: Scenario 1: Functionele instandhouding In dit scenario worden de producten op een zodanige wijze beheerd en onderhouden, dat de functie in stand blijft en aan de wettelijke minimumeisen voldoet. Incidenten, klachten omtrent kwaliteit en noodreparaties zullen voorkomen. Er is sprake van achterstallig onderhoud. Scenario 2: Sober, doelmatig en verduurzamen In dit scenario worden de producten op een zodanige wijze beheerd en onderhouden, dat zij aan de wettelijke eisen voldoen. Daarnaast is er (gedifferentieerde) aandacht voor uiterlijke kwaliteitsaspecten (bv. kwaliteit schilderwerk). Bij groot onderhoud worden kansen afgewogen en benut om beheer en onderhoud stapsgewijs te verduurzamen door de toepassing van duurzame materialen en energiezuinige toepassingen. Achterstallig onderhoud wordt geleidelijk ingelopen. Scenario 3: Kwaliteit en duurzaamheid In dit scenario voldoen de producten aan de wettelijke eisen, waarbij bij beheer en onderhoud van de producten duurzame toepassingen leidend zijn. Investeren in kwaliteit en duurzaamheid op de korte termijn, zodat op de langere termijn de structurele beheers- en onderhoudskosten stabiliseren c.q afnemen per eenheid product. De voorbeeldfunctie als regionale overheid is zichtbaar en tastbaar. Voor elk product is een voorkeursscenario aangegeven. De jaarbedragen van de verschillende voorkeursscenario s leiden gezamenlijk tot het benodigd jaarbudget. Aan het eind van het rapport is een financieel totaaloverzicht opgenomen. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

3 Inhoudsopgave 1. Vaarwegen Boordvoorzieningen Aanlegvoorzieningen en kanaalmeubilair Kunstwerken Sluizen Schutsluiscomplex Lauwersoog Vaste kunstwerken Beweegbare bruggen Wegen Boordvoorzieningen Hoofdrijbaanverhardingen Fietspadverhardingen Bermen en sloten Beplantingen A Openbare verlichting B Bewegwijzering C Overig wegmeubilair Verkeersmanagement Verkeersregelinstallaties Gladheidsbestrijding Materieel en huisvesting Auto s Tractoren en maaiapparatuur Vaartuigen Overig materieel en gereedschappen Overig materieel en gereedschappen Huisvesting Diensten ten behoeve van derden Financieel overzicht Afkortingenlijst Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

4 1. Vaarwegen 1.1 Boordvoorzieningen 1. Doel Boordvoorzieningen in een zodanige staat houden, dat de grondkerende functie in stand blijft en het achterliggende grondlichaam wordt beschermd tegen golfslag. 2. Omschrijving Met boordvoorziening of beschoeiing wordt in het algemeen de oeverbescherming bedoeld. De boordvoorziening kan bestaan uit een oever met talud en stortsteen of uit een damwand van hout, beton of staal. De werkzaamheden aan boordvoorzieningen bestaan uit regulier en groot onderhoud. Het reguliere onderhoud houdt in dat constructies, die nog niet aan vervanging toe zijn, in een zodanige staat worden gehouden dat zij hun functies kunnen blijven vervullen. Dit komt neer op het repareren van kleine gaten, het vastzetten van gordingen, het repareren van verankeringen en het verwijderen van begroeiing achter en in de boordvoorzieningen. Groot onderhoud betreft het vervangen van boordvoorzieningen aan het einde van de technische levensduur. Voor vervanging is een meerjarig uitvoeringsprogramma opgesteld, gebaseerd op inspectie van de feitelijke toestand. Tot dit product behoort ook het onderhoud van de natuurvriendelijke oevers van het Reitdiep. Jaarlijks wordt hier 1/3 van de rietvegetatie gemaaid. 3. Risico s Bij het onvoldoende uitvoeren van onderhoud kunnen de gevolgen groot zijn. Bij het falen van de grondkerende functie kan achterliggende infrastructuur zoals een weg, dijklichaam of nutsvoorzieningen beschadigd raken. Hierbij is persoonlijk letsel niet uitgesloten. 4. Areaal Boordvoorziening per vaarweg A.G. Wildervanckkanaal Aduarderdiep Hoendiep Oude Eemskanaal Reitdiep Rensel Winschoterdiep Noord Willemskanaal Totaal: Materiaal Hout Beton Rietboord Steenbestorting Staal Wilduitredeplaats In-/uitlaat Totaal Lengte (km) 19,9 10,1 1,3 3,4 51,0 1,0 62,0 17,2 165,9 Lengte (km) 35,8 4,3 14,5 39,2 71,3 0,5 0,3 165,9 5. Nulsituatie De houten boordvoorzieningen langs het A.G. Wildevanckkanaal, Noord-Willemskanaal, Oude Eemskanaal en Aduarderdiep naderen het einde van hun levensduur of hebben deze al bereikt. In totaal gaat het om ca. 23,2 km houten beschoeiing. Gezien de kwaliteit is vervanging binnen nu en 10 jaar noodzakelijk. Ook op het Reitdiep moet in de komende jaren onderhoud plaatsvinden aan de steenbestorting. Voor zowel de houten als de betonnen damwand geldt dat deze bij einde levensduur zal worden vervangen door een stalen damwand. De technische levensduur van deze damwanden wordt geschat op ongeveer 50 jaar. Ruim 54 km boordvoorziening bestaat uit natuurvriendelijke oever gemaakt van stortsteen of rietboord. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

5 6. Scenario s Scenario 1: Functionele instandhouding Continueren van het huidige budget van 1,815 miljoen voor regulier onderhoud en vervangingsinvesteringen. Per jaar worden alleen de hoogst noodzakelijke delen van de boordvoorzieningen vervangen (groot onderhoud). Het reguliere onderhoud houdt constructies, die nog niet worden vervangen, in een zodanige staat dat deze hun functie blijven vervullen. Het resterende achterstallig onderhoud loopt geleidelijk op naar circa 9,6 miljoen ultimo Doordat de technische levensduur op meerdere plaatsen wordt overschreden is er meer kans op het ontstaan van onveilige situaties. Dit geldt met name voor de aangrenzende kades, wegen en nutsvoorzieningen. De kans op persoonlijk letsel is toegenomen. Scenario 2: Sober, doelmatig en verduurzamen Continueren van het huidige budget van 1,815 miljoen. Daarnaast wordt het achterstallig groot onderhoud aan de boordvoorzieningen ingelopen op basis van einde levensduur en aanvullende inspecties. De totale kosten bedragen incidenteel 1,73 miljoen per jaar voor de periode en incidenteel 0,437 miljoen per jaar voor de periode Deze kosten kunnen gefinancierd worden uit de afkoopsom Winschoterdiep. De voorfinanciering van de periode vloeit in de jaren weer terug in de afkoopsom (ten laste van het meerjarenprogramma) en de voorfinanciering voor de periode vloeit in de periode weer terug in de afkoopsom (ten laste van het meerjarenprogramma). Na bovenstaande investeringen (gereed ca. 2021) zijn de belangrijkste vaarwegen zijn tot 2025 vrij van groot onderhoud. In een periode van ca.10 jaar is alle houten damwand vervangen en zijn de reguliere onderhoudskosten afgenomen. De kans op onveilige situaties is aanzienlijk afgenomen. Vanaf 2016 neemt het onderhoud bij gelijkblijvend budget op basis van het vervangingschema geleidelijk af. In 2022 is alle houten boordvoorziening vervangen. Door grotere bestekken in korte tijd in de markt te zetten kan worden bespaard op uitvoeringskosten. Met name in de periode leidt dit tot substantiële verlaging van het benodigde budget. Scenario 3: Kwaliteit en duurzaamheid Continueren van het huidige budget van 1,815 miljoen. Daarnaast wordt in een periode van 4 jaar alle houten boordvoorziening vervangen. Waar mogelijk en wenselijk worden natuurvriendelijke oevers toegepast. Totale incidentele kosten 2,295 mln per jaar in Eind 2016 is er geen houten damwand meer in het areaal. De kosten van het reguliere onderhoud zijn sterk afgenomen. De kans op het ontstaan van onveilige situaties is gering. De belangrijke vaarwegen zijn tot 2025 vrij van groot onderhoud. Problemen met de scheepvaart en aangrenzende eigenaren zijn sterk afgenomen. De provincie heeft als vaarwegbeheerder een positief imago. Door in zo korte tijd zoveel werk in de markt te zetten is er sprake van grote contracten, met kans op aanbestedingsvoordeel. Weliswaar leidt dit scenario tot een grotere besparing, maar daartegenover staat dat er sprake is van kapitaalvernietiging door voortijdige vervanging van boordvoorziening. 7. Financiën Scenario Incidenteel p.j Voorkeursscenario Product Huidig budget Nieuw budget Incidenteel Boordvoorzieningen De voorkeur gaat uit naar scenario 2. Door in de komende periode extra middelen in te zetten wordt het achterstallig groot onderhoud (in deze periode deels) ingelopen. Dit vraagt voor de komende periode een incidentele investering van ,- per jaar. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

6 1.2 Baggerwerk (incidenteel) 1. Doel Het op diepte houden van kanaalbodems, zodanig dat scheepvaart ongehinderd plaats kan vinden en oevervoorzieningen en kunstwerken niet kunnen verzakken. 2. Omschrijving Voor vaarwegen geldt een minimum profiel. Diepte en breedte van dit profiel zijn gebaseerd op het toegelaten maatgevende schip. Theoretisch geldt voor de scheepvaart dat de gegarandeerde nautische diepte van het profiel in stand moet worden gehouden. Bovendien mag voor de stabiliteit van de oevers en kunstwerken het aansluitende profiel zich niet verdiepen. De vaarwegen worden eens per 2 jaar geïnspecteerd (gepeild). De peilingen zijn de basis voor de meerjarenplanning van grootschalig baggerwerk. De dieptepeilingen worden ook gebruikt voor het incidenteel (kleinschalig) baggerwerk. Met name de vaak al bekende locaties waar snelle aanslibbing plaatsvindt zijn zo beter te monitoren en geven een besparing op de ad-hoc -metingen. Dit meerjarenprogramma heeft alleen betrekking op incidenteel (kleinschalig) baggerwerk. Geconstateerde plaatselijke verondiepingen worden zo spoedig mogelijk verwijderd. Verdiepingen die gevaar opleveren voor de stabiliteit van oevers en kunstwerken worden aangevuld. Afhankelijk van de mate van verontreiniging wordt de baggerspecie in verschillende stort- of doorgangsdepots geborgen. Dit kunnen eigen baggerdepots of baggerdepots van derden zijn. 3. Risico s Het risico is bij onvoldoende onderhoud is het vastlopen van schepen, waardoor oponthoud kan ontstaan. Voor scheepvaart en wegverkeer. Bij verdiepingen voor de boordvoorzieningen is er een kans op het bezwijken van deze boordvoorzieningen, waardoor gevaar ontstaat voor het onderlopen van het achterland. 4. Areaal Vaarweg A.G. Wildervanckkanaal Aduarderdiep Hoendiep Noord Willemskanaal Oude Eemskanaal Reitdiep Noord Winschoterdiep / De Rensel Lauwersoog Hoofdvaargeul Zuidlaardermeer Totaal Lengte (km) 10,50 5,40 2,90 8,90 2,50 26,60 36,40 0,40 2,80 96,50 5. Nulsituatie Op een belangrijk deel van de vaarwegen is sprake van aanslibbing binnen het minimumprofiel. Het minimumprofiel is gemeten t.o.v. het Maatgevende Laag Water zoals vastgesteld in de vaarwegennota. In 2012 is een start gemaakt met grootschalig baggerwerk op het Winschoterdiep. Na afronding van deze werkzaamheden zijn de twee grootste provinciale vaarwegen het Winschoterdiep en het A.G. Wildervanckkanaal de komende 10 jaar vrij van grootschalig baggerwerk. Incidenteel baggerwerk vindt met name plaats op een aantal vaarweglocaties waar het slib zich, bij gebrek aan stroming, snel afzet. Deze verondiepingen veroorzaken hinder voor de vaarweggebruiker. 6. Scenario Ten behoeve van het product Baggerwerk zijn er geen scenario s uitgewerkt. In voorkomende gevallen van locale omvang wordt het slib verwijderd. Voorgesteld wordt het huidige budget te continueren. Geaccepteerd wordt dat vaarwegen gedeeltelijk niet voldoen aan het mimimumprofiel. 7. Voorkeursscenario Product Huidig budget Nieuw budget Baggerwerk (incidenteel) Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

7 1.3 Aanlegvoorzieningen en kanaalmeubilair 1. Doel Loswallen, steigers, ligplaatsen en kanaalmeubilair (borden, betonning e.d.) zodanig onderhouden dat scheepvaart op een veilige manier kan plaatsvinden. 2. Omschrijving Het betreft het onderhoud van een loswal en van ligplaatsen voor de beroepsvaart en recreatievaart. De werkzaamheden bestaan voornamelijk uit het repareren en vervangen van mutsen, wrijfgordingen, het onderhouden van verhardingen, het onderhoud en vervangen van steigers en meldpunten voor de recreatievaart, alsmede het onderhoud en de vervanging van borden t.b.v. aanduidingen, verwijzingen en verboden langs de vaarwegen. Ook de afvoer van huisvuil uit de vuilcontainers bij sluizen valt onder dit product. Registratie en toezicht op de loswallen en ligplaatsen worden hoofdzakelijk op afstand vanuit centrale bedieningsposten uitgevoerd. De voorzieningen worden periodiek geïnspecteerd. 3. Risico s Bij onvoldoende onderhoud bestaat het risico dat voorzieningen minder goed gaan functioneren en dat onveilige situaties ontstaan. Op termijn kunnen de kosten hoger worden. 4. Areaal Onderdeel Loswal Steigers Meldpunten Wacht- en ligplaatsen beroepsvaart Wacht- en ligplaatsen recreatievaart Betonning(boeien) Borden Aantal ca Nulsituatie De voorzieningen worden zodanig beheerd dat de veiligheid van de scheepvaart gewaarborgd is. Criteria daarbij zijn geleiding, uitrusting en bereikbaarheid. Loopdekken van steigers etc. worden voorzien van stroeve oppervlakken. Er is sprake van enig achterstallig onderhoud. 6. Scenario s Scenario 1: Functionele instandhouding De voorzieningen en het kanaalmeubilair blijven fungeren en kunnen de belastingen volgens de geldende normen aan. Aan het uiterlijk wordt geen aandacht besteed. Roest, (zwerf)vuil, aanslag door weersinvloeden zijn duidelijk zichtbaar. Het achterstallig onderhoud loopt geleidelijk op. Scenario 2: Sober, doelmatig en verduurzamen De voorzieningen en het kanaalmeubilair fungeren en kunnen de belastingen volgens de geldende normen aan. Er wordt aandacht besteed aan het uiterlijk (schoonspuiten en noodzakelijke reparaties) Het achterstallig onderhoud loopt niet verder op. Scenario 3: Kwaliteit en duurzaamheid In aanvulling op scenario 2 wordt preventief onderhoud gepleegd. Door de goede staat van onderhoud kan volstaan worden met een lager dan normale inspectiefrequentie om het draagvermogen en uiterlijk te blijven garanderen. Het achterstallig onderhoud neemt af. 7. Financiën Scenario Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

8 8. Voorkeursscenario Product Huidig budget Nieuw budget Aanlegvoorzieningen en kanaalmeubilair Scenario 2 heeft de voorkeur. Er wordt aandacht besteed aan het uiterlijk en het achterstallig onderhoud loopt niet verder op. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

9 2. Kunstwerken 2.1 Sluizen 1. Doel De sluizen zodanig onderhouden dat het schutproces vlot en veilig kan plaatsvinden. De scheepvaart kan zo veilig gebruik maken van de sluis en wachttijden zijn minimaal. 2. Omschrijving De werkzaamheden bestaan uit inspectie, preventief onderhoud, verhelpen van storingen en groot onderhoud. Het betreft onderhoud aan het betonwerk, de werktuigbouwkundige en elektrotechnische onderdelen van de sluis, onderhoud en vervanging van sluisdeuren, remmingwerken en onderhoud van het sluisterrein. Er wordt gewerkt met een 7x24h storingsdienst. 3. Risico s Onvoldoende onderhoud heeft op de korte termijn als gevolg dat het aantal storingen zal oplopen. Hierdoor wordt het schutproces onderbroken of afgebroken. Dit betekent meer hinder voor de scheepvaart en uiteindelijk langere wachttijden en of vertragingen. Onvoldoende onderhoud heeft op de lange termijn als gevolg dat de werking van (onderdelen van) de sluis niet meer gegarandeerd kan worden. Dit kan leiden tot buitengebruikstelling van de sluis voor langere tijd. 4. Areaal Onderdeel Aantal Sluizen 5 Dit zijn de volgende sluizen: Wilhelminasluis Jan. B. Bronssluis Sluis Lalleweer / Oosterhornsluis Sluis Lammerburen Reitdiepsluis Twee sluizen (Lalleweer en Lammerburen) worden op afstand bediend. Daarnaast bevat het areaal 2 sluizen (Eextersluis en sluis Zuidbroek) welke geen functie meer hebben als sluis. De Eextersluis heeft geen scheepvaartkundige functie meer. De sluisdeuren worden echter wel onderhouden en zijn (handmatig) te bedienen. Deze functie wordt in stand gehouden om de sluis bij hoog water in te kunnen zetten als waterkering. 5. Nulsituatie De waterkerende functie van de sluizen is voldoende. In de afgelopen periode is de handaandrijving van de Wilhelminasluis vervangen door een elektrisch-hydraulische aandrijving. Daarnaast is het bedieningsysteem van de Jan Bronssluis aangepast. Er zijn voorbereidingen getroffen om bij de Reitdiepsluis aanvaarbescherming aan te brengen. De overige sluizen zijn van dusdanige kwaliteit dat geen groot onderhoud nodig is. Er kan volstaan worden met regulier onderhoud. 6. Scenario s Scenario 1: Functionele instandhouding Alleen het hoogst noodzakelijk onderhoud wordt uitgevoerd aan de (onderdelen van) de sluis. Ook worden (onder)delen alleen vervangen wanneer ze functioneel falen. Waar mogelijk wordt met onderhoud de levensduur verlengd. De (onderdelen van) de sluis voldoen aan de normen. Achterstallig onderhoud zal toenemen alsook de frequentie van storingen, het aantal schades en klachten. De onderhoudskosten zullen stijgen doordat vaker curatief onderhoud noodzakelijk is. Door het uitblijven van preventief onderhoud zal curatief onderhoud steeds vaker en in een steeds grilliger patroon uitgevoerd moeten worden. Daarnaast zal de theoretische levensduur van de (onderdelen van de) sluis aanzienlijk verminderen. Dat heeft tot gevolg dat op de lange termijn de kosten voor vervangen op basis van einde levensduur sterk zullen stijgen. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

10 Scenario 2: Sober, doelmatig en verduurzamen Onderhoud wordt uitgevoerd op basis van reguliere intervallen. Deze intervallen zijn aangepast aan de hand van het aard en het aantal meldingen, resultaten van inspecties uitgevoerd door interne en externe deskundigen. Aan het beeld, de uitstraling van de sluis, wordt weinig tot geen aandacht besteed. Bij vervanging worden duurzame oplossingen gekozen indien dit binnen het budget past. Het onderhoud is een combinatie van preventief en curatief onderhoud. Door tijdig onderhoud te plegen loopt het achterstallig onderhoud niet verder op en zal het schutproces vlot en veilig kunnen plaats vinden. Het aantal storingen en klachten blijft gelijk aan de huidige situatie. De uitstraling van de sluizen blijft zoals het nu is. Door het uitvoeren van preventief onderhoud wordt de theoretische levensduur van de (onderdelen van) de sluis gehaald. Scenario 3: Kwaliteit en duurzaamheid Onderhoud wordt uitgevoerd op basis van reguliere intervallen. Onderdelen worden voor het einde van de technische levensduur vervangen zodat het aantal storingen en klachten wordt geminimaliseerd. Bij vervanging worden nieuwe technieken en systemen toegepast zodat het areaal wordt verduurzaamd en de jaarlijkse kosten op termijn zullen dalen.. Het onderhoud en vervangingen zijn zo afgestemd dat het aantal storingen, schades en klachten zal dalen. De uitstraling van het areaal zal verbeteren. Het uitvoeren van preventief onderhoud, gecombineerd met verduurzaming kan leiden tot een toename van de theoretische levensduur van de (onderdelen van) de sluis. Op de lange termijn heeft dit tot gevolg hebben dat de kosten voor onderhoud afnemen. 7. Financiën Scenario Voorkeursscenario Product Huidig budget Nieuw budget Sluizen Scenario 2 heeft de voorkeur. Er wordt tijdig onderhoud uitgevoerd zodat het achterstallig onderhoud niet verder oploopt. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

11 2.2 Schutsluiscomplex Lauwersoog 1. Doel De Robbengatsluis te Lauwersoog met bijbehorende voorzieningen zodanig onderhouden dat - de functie als primaire waterkering gewaarborgd is;. - het schutproces vlot en veilig kan plaatsvinden. De scheepvaart kan zo veilig gebruik maken van de sluis en wachttijden zijn acceptabel. 2. Omschrijving Het sluiscomplex te Lauwersoog wordt voor gezamenlijke rekening van de provincie Fryslȃn en de provincie Groningen onderhouden. De kosten worden jaarlijks op 50/50 basis achteraf verdeeld. De provincie Groningen voert het werk uit. De werkzaamheden bestaan uit inspectie, regulier onderhoud, het verhelpen van storingen en groot onderhoud. Het betreft onderhoud aan het betonwerk, de werktuigbouwkundige en elektrotechnische onderdelen van de sluis en van de over de sluis liggende brug, onderhoud en vervanging van sluisdeuren, remmingwerken en onderhoud van het sluisterrein. Ook het baggerwerk van een gedeelte van de voorhaven valt onder dit product. Er wordt gewerkt met een 7x24h storingsdienst. 3. Risico s Indien onvoldoende onderhoud wordt uitgevoerd kan de veiligheid in gevaar komen, kan uitval optreden met verkeershinder. Op de lange termijn zullen de onderhoudskosten toenemen. Vanwege de functie als primaire waterkering moeten risico s worden geminimaliseerd. 4. Areaal Onderdeel Beweegbare brug Sluiskolk Sluisdeuren inclusief aandrijving en besturing Drijvende en vaste steigers Voorhaven Bedieningsgebouw Aantal Nulsituatie In de komende jaren moeten de bestaande houten deuren gefaseerd vervangen worden door stalen deuren om op termijn de waterkerende functie te kunnen waarborgen. De sluis heeft geen reserve deuren. In de jaren na 2016 zullen de kosten aanzienlijk lager zijn. De sluis en brug verkeren in een voldoende staat van onderhoud. De sluis maakt onderdeel uit van de primaire waterkering. In 2005 zijn de houten stormvloeddeuren verstevigd om te voldoen aan de eisen die hiervoor gelden. In de afgelopen periode zijn extra wachtsteigers aangebracht aan beide zijden van het sluiscomplex. De sluis heeft te weinig schutcapaciteit op piekdagen. Door extra wachtvoorzieningen is de veiligheid verbeterd. 6. Scenario s Scenario 1: Functionele instandhouding Alleen het hoogst noodzakelijk onderhoud wordt uitgevoerd aan de (onderdelen van) het sluiscomplex. Ook worden (onder)delen alleen vervangen wanneer ze functioneel falen. Waar mogelijk wordt met onderhoud de levensduur verlengd. De (onderdelen van) het sluiscomplex voldoen aan de normen. Er zal wel preventief onderhoud worden uitgevoerd ten behoeve van het in stand houden van de functie primaire waterkering. De (onderdelen van) het sluiscomplex voldoen aan de normen. Achterstallig onderhoud zal toenemen alsook de frequentie van storingen, het aantal schades en klachten. De onderhoudskosten zullen stijgen doordat vaker curatief onderhoud noodzakelijk is. Door het uitblijven van preventief onderhoud zal curatief onderhoud steeds vaker en in een steeds grilliger patroon uitgevoerd moeten worden.. Daarnaast zal de theoretische levensduur van (onderdelen van) het sluiscomplex aanzienlijk verminderen. Dit heeft tot gevolg dat op de lange termijn de kosten voor vervanging op basis van einde levensduur sterk zullen stijgen. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

12 Scenario 2: Sober, doelmatig en verduurzamen Onderhoud wordt uitgevoerd op basis van reguliere intervallen. Deze intervallen zijn aangepast aan de hand van het aard en het aantal meldingen, resultaten van inspecties van interne en externe deskundigen. Aan het beeld, de uitstraling van het sluiscomplex, wordt weinig tot geen aandacht besteed. Bij vervanging worden duurzame oplossingen gekozen indien dit binnen het budget past. Het onderhoud is een combinatie van curatief en preventief onderhoud. Door tijdig onderhoud te plegen loopt het achterstallig onderhoud niet verder op en zal het schutproces vlot en veilig kunnen plaats vinden. De waterkerende functie blijft uiteraard in stand. Het aantal storingen en klachten blijft gelijk aan de huidige situatie. De uitstraling van het sluiscomplex blijft zoals het nu is. Door het uitvoeren van preventief onderhoud wordt de theoretische levensduur van (onderdelen van) het sluiscomplex gehaald. Scenario 3: Kwaliteit en duurzaamheid Onderhoud wordt uitgevoerd op basis van reguliere intervallen. Onderdelen worden voor het einde van de technische levensduur vervangen zodat het aantal storingen en klachten wordt geminimaliseerd. Bij vervanging worden nieuwe technieken en systemen toegepast zodat het sluiscomplex wordt verduurzaamd. Het onderhoud en vervangingen zijn zo afgestemd dat het aantal storingen, schades en klachten zal dalen. De uitstraling van het sluiscomplex zal verbeteren. Het uitvoeren van preventief onderhoud, gecombineerd met verduurzaming kan tot een toename leiden van de theoretische levensduur van de (onderdelen van) de sluis. Op de lange termijn heeft dit tot gevolg dat de jaarlijkse kosten voor onderhoud zullen afnemen. 7. Financiën Scenario Voorkeursscenario Product Huidig budget Nieuw budget Schutsluiscomplex Lauwersoog Scenario 2 heeft de voorkeur. Door tijdig onderhoud loopt het achterstallig onderhoud niet verder op. De sluisdeuren zullen fasegewijs worden vervangen in de komende jaren. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

13 2.3 Vaste kunstwerken 1. Doel Kunstwerken zodanig onderhouden dat (kruisend) verkeer op een vlotte en veilige manier plaats kan vinden. 2. Omschrijving Onder de vaste kunstwerken wordt verstaan de vaste bruggen, viaducten, onderdoorgangen (tunnels) en duikers. Deze bestaan voornamelijk uit gewapend beton. De werkzaamheden bestaan uit inspecties, regulier onderhoud, het verhelpen van storingen en groot onderhoud. Hieronder valt ook het herstellen van schades als gevolg van calamiteiten zoals bv. aanrijdingen. De werkzaamheden worden zoveel mogelijk gecombineerd met ander onderhoud zodat de overlast voor de verkeersdeelnemers zo beperkt mogelijk is. 3. Risico s Voor alle kunstwerken geldt dat bij onvoldoende onderhoud de mate waarin de verkeersstromen afgehandeld kunnen worden afneemt. Ook zal het aantal storingen en schades toenemen waardoor vaker en steeds meer ad-hoc tijdelijke stremmingen c.q. afsluitingen voor zullen komen. Voor de weggebruikers zullen gevaarlijke situaties kunnen optreden. Voor de duikers geldt dat onvoldoende onderhoud op lange termijn er toe kan leiden dat de bovenliggende wegconstructie of berm kan bezwijken met alle nadelige gevolgen vandien voor de verkeersdeelnemers. 4. Areaal Onderdeel Vaste bruggen Viaducten Onderdoorgangen Duikers Aantal Van de onderdoorgangen hebben 21 een pompinstallatie. Genoemde duikers bevinden zich onder de provinciale wegen (N-wegen). 5. Nulsituatie In 2012 is een extern onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de kunstwerken. Door de uitgevoerde investeringen in de afgelopen periode zijn de kunstwerken (gemiddeld) weer op een acceptabel kwaliteitsniveau gebracht. Aandachtspunten blijven met name de betonschades, voegovergangen en kwaliteit van geleiderailconstructies op de kunstwerken. Vervanging van kunstwerken (exclusief duikers) is niet opgenomen in dit meerjarenprogramma. Groot onderhoud aan vaste kunstwerken wordt uitgevoerd op basis van een meerjaren uitvoeringsprogramma. De duikers onder onze wegen zorgen steeds vaker voor problemen. Om het risico van calamiteiten te minimaliseren heeft er een grondige inspectie plaatsgevonden van de grootste 41 duikers. De resultaten van deze inspectie zijn niet verontrustend. Wel geeft een aantal kleinere duikers problemen, de kosten voor het vervangen van deze duikers worden geraamd op ,-- per jaar. In het voorjaar van 2012 heeft een inventarisatie van de geleiderails langs de provinciale wegen plaatsgevonden door een extern bureau. Hieruit is gebleken dat een (aanzienlijk) deel van de geleiderails niet aan de normen voldoet. In de afgelopen jaren is een aantal pompinstallaties vervangen. De onderhoudstaat van de installaties is gemiddeld goed (NEN-score 2). 6. Scenario s Scenario 1: Functionele instandhouding Alleen het hoogst noodzakelijk onderhoud wordt uitgevoerd aan de (onderdelen van) de kunstwerken. Ook worden (onder)delen alleen vervangen wanneer ze functioneel falen. Waar mogelijk wordt met onderhoud de levensduur verlengd. De constructies of onderdelen daarvan voldoen aan de gestelde normen. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

14 Resultaat Achterstallig onderhoud zal toenemen alsook de frequentie van storingen, het aantal schades en klachten. De onderhoudskosten zullen stijgen doordat vaker curatief onderhoud noodzakelijk is. Door het uitblijven van preventief onderhoud zal curatief onderhoud steeds vaker en in een steeds grilliger patroon uitgevoerd moeten worden. Daarnaast zal de theoretische levensduur van (onderdelen van) de kunstwerken aanzienlijk verminderen. Dat heeft tot gevolg dat op de lange termijn de kosten voor vervanging op basis van einde levensduur sterk zullen stijgen. Scenario 2: Sober, doelmatig en verduurzamen Onderhoud wordt uitgevoerd op basis van reguliere intervallen. Deze intervallen zijn aangepast aan de hand van het aard en het aantal meldingen, resultaten van inspecties van interne en externe deskundigen. Aan het beeld, de uitstraling van het de kunstwerken, wordt weinig tot geen aandacht besteed. Bij vervanging worden duurzame oplossingen gekozen indien dit binnen het budget past. Het onderhoud is een combinatie van curatief en preventief onderhoud. Door tijdig onderhoud te plegen zal het achterstallig onderhoud niet verder oplopen en zal de afhandeling van de verkeersstromen vlot en veilig plaats kunnen vinden. Het aantal storingen, schades en klachten blijft gelijk aan de huidige situatie. De uitstraling blijft ook zoals het nu is. Met het uitvoeren van preventief onderhoud wordt de theoretische levensduur van (onderdelen van) de kunstwerken gehaald. Scenario 3: Kwaliteit en duurzaamheid Onderhoud wordt uitgevoerd op basis van reguliere intervallen. Onderdelen worden voor het einde van de technische levensduur vervangen zodat het aantal storingen en klachten wordt geminimaliseerd. Bij vervanging worden nieuwe technieken en systemen toegepast zodat het areaal van vaste kunstwerken wordt verduurzaamd. Het onderhoud en vervangingen zijn zo afgestemd dat het aantal storingen, schades en klachten zal dalen. De uitstraling van de vaste kunstwerken zal verbeteren ten opzichte van de huidige situatie. Het uitvoeren van preventief onderhoud, gecombineerd verduurzaming kan leiden tot een toename van de theoretische levensduur van de (onderdelen van) de kunstwerken. Op de lange termijn heeft dit tot gevolg dat de kosten voor onderhoud zullen afnemen. 7. Financiën Scenario Voorkeursscenario Product Huidig budget Nieuw budget Vaste kunstwerken Scenario 2 heeft de voorkeur. Het achterstallig onderhoud loopt niet verder op. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

15 2.4 Beweegbare bruggen 1. Doel De beweegbare bruggen zodanig onderhouden dat de kruisende verkeerstromen vlot en veilig afgehandeld kunnen worden. 2. Omschrijving De werkzaamheden bestaan uit inspectie, onderhoud, het verhelpen van storingen en groot onderhoud van beweegbare bruggen en de afstandsbediening. De werkzaamheden bestaan uit inspecties, regulier onderhoud, het verhelpen van storingen en groot onderhoud. Hieronder valt ook het herstellen van schades aan als gevolg van calamiteiten / aanrijdingen. De werkzaamheden worden zoveel mogelijk gecombineerd met andere zodat de overlast voor de verkeersdeelnemers zo beperkt mogelijk is. 3. Risico s Voor alle beweegbare bruggen geldt dat bij onvoldoende onderhoud de mate waarmee verkeersstromen afgehandeld kunnen worden afneemt. Ook zal het aantal storingen en schades toenemen waardoor vaker en steeds meer ad-hoc tijdelijke stremmingen c.q. afsluitingen voorkomen. Voor de vaar- en weggebruikers zullen gevaarlijke situaties kunnen optreden. 4. Areaal Type beweegbare brug Aantal Basculebrug 4 Draaibrug 7 Hefbrug 3 Klapbrug 11 Ophaalbrug 22 Totaal beweegbare bruggen 47 ` Zeventien bruggen worden op afstand bediend. Daarnaast worden drie bruggen voor en op kosten van derden onderhouden. 5. Nulsituatie In 2012 is door een extern bedrijf onderzoek gedaan naar de staat van onderhoud van alle bruggen in de provincie. Over het algemeen verkeren de beweegbare bruggen in een redelijke staat van onderhoud. De werktuigbouwkundige en elektrotechnische onderdelen van de bruggen verkeren over het geheel genomen in goede staat, waardoor er weinig risico is op langdurige uitval of calamiteiten. Er komen gemiddeld genomen 5 storingen per brug per jaar voor, waarbij het niet vaak voorkomt dat het verkeer daarbij stagneert. De bruggen voldoen aan de gangbare technische normen. 6. Scenario s Scenario 1: Functionele instandhouding Alleen het hoogst noodzakelijk onderhoud wordt uitgevoerd aan de (onderdelen van) de beweegbare bruggen. Ook worden (onder)delen alleen vervangen wanneer ze functioneel falen. Waar mogelijk wordt met onderhoud de levensduur verlengd. De constructies of onderdelen daarvan voldoen aan de gestelde normen. Achterstallig onderhoud zal toenemen alsook de frequentie van storingen, het aantal schades en klachten. De onderhoudskosten zullen stijgen doordat vaker curatief onderhoud noodzakelijk is. Door het uitblijven van preventief onderhoud zal curatief onderhoud steeds vaker en in een steeds grilliger patroon uitgevoerd moeten worden. Daarnaast zal de theoretische levensduur van (onderdelen van) de beweegbare bruggen aanzienlijk verminderen. Dit heeft tot gevolg dat op de lange termijn de kosten voor vervanging op basis van einde levensduur sterk zullen stijgen. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

16 Scenario 2: Sober, doelmatig en verduurzamen Onderhoud wordt uitgevoerd op basis van reguliere intervallen. Deze intervallen zijn aangepast aan de hand van het aard en het aantal meldingen, resultaten van inspecties van interne en externe deskundigen. Aan het beeld, de uitstraling van de beweegbare bruggen, wordt weinig tot geen aandacht besteed. Bij vervanging worden duurzame oplossingen gekozen indien dit binnen het budget past. Het onderhoud is een combinatie van curatief en preventief onderhoud. Door tijdig onderhoud te plegen loopt het achterstallig onderhoud niet verder op en zal de afhandeling van de verkeersstromen vlot en veilig plaats kunnen vinden. Het aantal storingen, schades en klachten blijft gelijk aan de huidige situatie. De uitstraling blijft ook zoals het nu is. Met het uitvoeren van preventief onderhoud wordt de theoretische levensduur van (onderdelen van) de beweegbare bruggen gehaald. Scenario 3: Kwaliteit en duurzaamheid Onderhoud wordt uitgevoerd op basis van reguliere intervallen. Onderdelen worden voor het einde van de technische levensduur vervangen zodat het aantal storingen en klachten wordt geminimaliseerd. Bij vervanging worden nieuwe technieken en systemen toegepast zodat de beweegbare bruggen worden verduurzaamd. Het onderhoud en vervangingen zijn zo afgestemd dat het aantal storingen, schades en klachten flink zal dalen. De uitstraling van het areaal zal verbeteren ten opzichte van de huidige situatie. Het uitvoeren van preventief onderhoud, gecombineerd verduurzaming kan leiden tot een toename van de theoretische levensduur van de (onderdelen van) de beweegbare bruggen. Op de lange termijn heeft dit tot gevolg dat de kosten voor onderhoud zullen afnemen. 7. Financiën Scenario Voorkeursscenario Product Huidig budget Nieuw budget Beweegbare bruggen Scenario 2 heeft de voorkeur. Er wordt tijdig onderhoud uitgevoerd zodat het achterstallig onderhoud niet verder oploopt. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

17 3. Wegen 3.1 Boordvoorzieningen 1. Doel Boordvoorzieningen in een zodanige staat houden, dat het weglichaam voldoende steun heeft zodat schade wordt voorkomen. 2. Omschrijving De werkzaamheden bestaan uit het in stand houden van de boordvoorzieningen langs wegen door het uitvoeren van reparaties en door het vervangen van de boordvoorzieningen aan het einde van de levensduur. Voor vervanging is een meerjarig uitvoeringsprogramma opgesteld, gebaseerd op inspectie van de feitelijke toestand. 3. Risico Bij onvoldoende onderhoud vervalt de grondkerende functie waardoor afschuivingen van taluds en het uitspoelen van het weglichaam optreden. Hierdoor zullen gevaarlijke situaties voor het wegverkeer ontstaan. 4. Areaal Langs de provinciale wegen zijn over een lengte van ca. 36 km boordvoorzieningen aanwezig. Het merendeel bestaat uit houten damplanken met een gording. Daarnaast zijn er constructies waarbij schanskorven op de (bestaande) houten damplanken zijn geplaatst en is er een aantal km s stalen damwand aanwezig. 5. Nulsituatie Er is sprake van enig achterstallig onderhoud. 6. Scenario s Scenario 1: Functionele instandhouding Geaccepteerd wordt dat er incidenteel afschuivingen van taluds plaatsvinden met als gevolg uitspoelingen van weglichamen. Ook zullen er soms gevaarlijke situaties ontstaan en zullen rijbanen/wegen tijdelijk (gedeeltelijk) moeten worden afgezet. De technische kwaliteit gaat snel achteruit. Het risico op verkeersonveilige situaties zal toenemen. Toekomstige grote herstel- of vervangingskosten zullen het gevolg zijn. De consequenties hiervan is dat de veiligheid en de duurzaamheid aanzienlijk achteruit gaan en dat na deze contractperiode de onderhoudsachterstand aanzienlijk is opgelopen. Scenario 2: Sober doelmatig en verduurzamen Conform het meerjaren onderhoudsplan wordt planmatig onderhoud gepleegd aan de boordvoorzieningen. Op meerdere plaatsen zullen vrijgekomen damplanken uit andere projecten worden hergebruikt. De verkeersonveilige situaties kunnen worden aangepakt. De onderhoudsachterstand zal langzaam worden ingelopen. De in het afgelopen jaren opgelopen onderhoudsachterstand zal geleidelijk worden ingelopen. De kans op verkeersonveilige situaties vermindert en de vervangingskosten worden gespreid over de jaren. De veiligheid en duurzaamheid nemen toe. Scenario 3: Kwaliteit en duurzaamheid Er wordt planmatig ingezet op versneld vervangen van de boordvoorzieningen. Hierbij worden bestaande plankenbeschoeiingen onder de waterlijn afgezaagd en worden op de bestaande houten of stalen damwand schanskorven geplaatst. Ook zullen er, waar mogelijk, natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

18 Achterstallig onderhoud zal versneld worden weggewerkt en van onveilige situaties zal geen sprake meer zijn. De veiligheid is gegarandeerd en de duurzaamheid neemt behoorlijk toe. 7. Financiën Scenario , , , , , , , , , , , , Voorkeursscenario Product Huidig budget Nieuw budget Boordvoorzieningen , ,-- Scenario 2 heeft de voorkeur. De opgelopen onderhoudstoestand zal geleidelijk worden ingelopen. Door clustering van meerdere bestekken kan een behoorlijk aanbestedingsvoordeel behaald worden. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

19 3.2 Hoofdrijbaanverhardingen 1. Doel Duurzaam in stand houden van de verhardingen op een zodanig kwaliteitsniveau dat het verkeer op een veilige wijze van de wegen gebruik kan maken. 2. Omschrijving Verhardingsonderhoud kan worden onderscheiden in groot, normaal en klein onderhoud. Groot onderhoud bestaat uit versterken van de verharding door het aanbrengen van een of meer extra asfaltlagen om de restlevensduur weer op 20 jaar te brengen. Normaal onderhoud is gericht op het herstel van schade in combinatie met een beperkte verlenging van de restlevensduur. Klein onderhoud betreft kleine gebreken die worden geconstateerd bij de dagelijkse inspectie en die direct herstel behoeven. 3. Risico s Bij onvoldoende onderhoud kan een toename van schade ontstaan, zoals gaten en scheuren in het wegdek, onvlakheden en spoorvorming. Hierdoor kunnen gevaarlijke situaties ontstaan die kunnen leiden tot ongevallen. Daarnaast kan onvoldoende onderhoud leiden tot kapitaalvernietiging. Toekomstig herstel gaat gepaard met hogere kosten. 4. Areaal Onderdeel Lengte (km) Oppervlakte (m2) Asfaltverharding hoofdrijbaan Asfaltverharding parallelwegen Elementenverhardingen Totaal Nulsituatie: Gedurende de twee strenge winters en , waarin 2 á 3 maal zo veel zout is gestrooid dan gemiddeld en veel mechanisch is geploegd, is er veel schade aan het wegdek ontstaan. In de periode is daarnaast, vanwege een korting op het managementcontract in die periode, minder werk uitgevoerd (door uitgestelde werkzaamheden) aan de hoofdrijbaanverhardingen. Het aantal wegvakken met een onvoldoende kwaliteit is hierdoor toegenomen van 8% naar 16% (ca. 90 km). Hierdoor wordt niet meer voldaan aan de, landelijk geaccepteerde, jaarlijkse onderhoudsachterstand van 7-9% (45 km). Er komt in grotere mate spoorvorming, plasvorming en schade aan het wegdek voor. Er is ca. 8 km geluidsreducerend asfalt conform het 1 e actieplan geluid aangebracht. 6. Scenario s Scenario 1: Functionele instandhouding Continuering van het huidige budget van ,-. (OPM.: De inkoopkorting van ,- en de weggevallen jaarlijkse incidentele bijdrage van ,- zijn in eerste instantie ten laste gebrachte van dit budget). Er wordt niet ingezet op het verminderen van het achterstallig onderhoud. Om toch te blijven voldoen aan de minimum normen worden noodreparaties en kleinschalig onderhoud uitgevoerd en zal plaatselijk de maximum snelheid moeten worden verlaagd. Er wordt geen geluidreducerend asfalt aangebracht. De onderhoudsachterstand blijft tot 2016 op 16 % en wordt niet ingelopen. Er zullen vaker op adhoc basis schades hersteld moeten worden met de daarbij behorende incidentele stremmingen. Klachten en meldingen zullen veelvuldig voorkomen. De veiligheid, duurzaamheid en het comfort gaan aanzienlijk achteruit zodat in 2016 een aanzienlijke onderhoudsachterstand is ontstaan. Scenario 2: Sober, doelmatig en verduurzamen Het huidige budget wordt verhoogd naar ,-. Het achterstallig onderhoud wordt in de komende 4 jaar ingelopen. Er wordt conform het Actieplan geluid e trance (prognose vaststelling januari 2013) geluidsreducerend asfalt aangebracht op de daarvoor vastgestelde wegvakken. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

20 De afgelopen jaren opgelopen onderhoudsachterstand van 16% wordt teruggebracht naar 8% in 2016 en blijft ook in de periode daarna binnen de landelijk geaccepteerde percentages van 7-9%. De verhardingen kunnen structureel, ook op langere termijn, in deze staat worden gehouden. De veiligheid, duurzaamheid en het comfort nemen toe. We voldoen aan de CROW-richtlijnen. Scenario 3: Kwaliteit en duurzaamheid Het huidige budget wordt verhoogd naar ,-. In aanvulling op het 2 e scenario kan er ook geluidreducerend asfalt aangebracht worden op wegvakken in de bebouwde kom en op andere plaatsen waar het wenselijk is. Hierbij is rekening gehouden met het aanbrengen van ca m2 extra geluidreducerend asfalt per jaar en met het gegeven dat dit ca. 30% duurder is in onderhoud. Er wordt in grotere mate voldaan aan de maatschappelijke verwachtingen waarbij de onderhoudsachterstand wordt teruggebracht naar 4%. Tevens kan er ingespeeld worden op de wens van burgers om meer geluidsreducerend asfalt aan te brengen dan conform het actieplan geluid 2 e tranche nodig is. 7. Financiën Scenario Voorkeursscenario Product Huidig budget Nieuw budget Hoofdrijbaanverharding Scenario 2 heeft de voorkeur. De opgelopen onderhoudsachterstand vanwege de strenge winters en het (tijdelijk) lagere beschikbare budget wordt in de komende 4 jaar weer ingelopen en we voldoen aan de afspraken conform actieplan geluid 2 e trance. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

21 3.3 Fietspadverhardingen 1. Doel Duurzaam in stand houden van de verhardingen op een zodanig kwaliteitsniveau dat het fietsverkeer op een veilige en comfortabele manier van de paden gebruik kan maken, alsmede dat het onderhoudmaterieel zonder problemen van de paden gebruik kan maken. 2. Omschrijving De fietspaden worden een keer in de vier jaar gemeten met de Fietspad Comfort Meter (FCM) en tevens visueel geïnspecteerd. Deze metingen en inspecties (conform de CROW-normen) worden geïmporteerd in het beheerprogramma Viaview. De richtlijnen van CROW hebben geen wettelijke status. De rechter gebruikt de richtlijnen indien nodig wel als toetsingskader. Als er wordt afgeweken van de richtlijnen, moet dat goed worden gemotiveerd. Binnen het IPO zijn landelijke richtlijnen bepaald aan welke eisen verhardingen moeten voldoen. Daarbij is o.a. bepaald dat een onderhoudsachterstand van 7-9% acceptabel wordt geacht. Klein onderhoud bestaat uit kleinschalige herstelwerkzaamheden aan verhardingen, groot onderhoud uit het aanbrengen van overlagingen en het herstraten van elementenverhardingen. Binnen bebouwde kommen vindt regelmatig veeg- en zuigwerk plaats 3. Risico's De grootste risico's bij onvoldoende onderhoud zijn gaten, hobbels, onvlakheden en scheuren in de fietspaden, weinig comfort, klachten van burgers, het ontstaan van gevaarlijke situaties en ongevallen. 4. Nulsituatie De laatste FCM meting heeft in 2010 plaatsgevonden. Daaruit blijkt dat wordt voldaan aan de landelijk geaccepteerde onderhoudsachterstand van 7-9%. (ca. 20 km). 4. Areaal Fietspadverhardingen Lengte (km) Oppervlakte (m2) Asfaltbeton Beton Elementenverharding Totaal Scenario s Scenario 1: Functionele instandhouding Omschrijving Er wordt beperkt onderhoud gepleegd aan de fietspaden met minimale middelen. Resultaat Er wordt niet meer voldaan aan de algemeen landelijk geaccepteerde onderhoudsachterstand van 7-9% (ca. 20 km). Deze achterstand loopt op naar 16 % (ca. 35 km). Er zullen regelmatig klachten (en mogelijk schadeclaims) komen. Er zullen vaker op adhoc basis schades zoals scheuren, hobbels door boomwortels of mollen hersteld moeten worden met de daarbij behorende incidentele stremmingen. De veiligheid, duurzaamheid en het comfort gaan achteruit. Er wordt niet meer voldaan aan de CROW richtlijnen. Scenario 2: Sober, doelmatig en verduurzamen Omschrijving Conform het meerjarenplan uit het beheerprogramma Viaview wordt onderhoud gepleegd aan de fietspaden. Daar waar mogelijk en nodig wordt bij grootschalige onderhoudswerkzaamheden ingezet op het toepassen van betere c.q. duurzamere materialen, bv. een stabielere en onderhoudsvriendelijker betonverharding. Resultaat De onderhoudsachterstand van 7-9% blijft gehandhaafd. De fietspadverhardingen worden structureel, ook op de langere termijn, in een goede staat gehouden. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur

22 De veiligheid, duurzaamheid en het comfort nemen geleidelijk toe doordat bij herstelwerk betere materialen worden toegepast. Er wordt voldaan aan de CROW-richtlijnen. Scenario 3: Kwaliteit en duurzaamheid Omschrijving In afwijking van scenario 2 wordt sneller ingezet op het toepassen van een stabielere en onderhoudsvriendelijker betonverharding. Jaarlijks kan ca m2 extra asfalt worden vervangen door een betonverharding. Resultaat De veiligheid, duurzaamheid en comfort nemen toe door het vaker toepassen van betonverhardingen. De voorbeeldfunctie als regionale overheid is zichtbaar en tastbaar. Incidenten, klachten over kwaliteit en noodreparaties zullen niet vaak meer voorkomen. Er wordt aan de maatschappelijke verwachtingen voldaan. 7. Financiën Scenario Voorkeursscenario Product Huidig budget Nieuw budget Fietspadverhardingen , ,-- Scenario 2 heeft de voorkeur. De fietspaden blijven in goede conditie en worden geleidelijk verduurzaamd door betere materialen toe te passen. Hierdoor zal het onderhoud op de langere termijn afnemen. Bijlage Meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma provinciale infrastructuur