Feitenbladen genotmiddelen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Feitenbladen genotmiddelen"

Transcriptie

1 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Feitenbladen genotmiddelen Nummer 1 14

2 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Voorwoord feitenblad genotmiddelen De werkgroep Quo Fadis* bestaat al sinds1994. In bijeenkomsten van de stuurgroep en werkgroep die de gemeente Sneek in dat jaar in het leven had geroepen in verband met de totstandkoming van softdrugsbeleid, bleek het gemis aan inzicht in aard en omvang van het sofdrugsgebruik. Dat gold ook voor alle andere genotmiddelen en andere gemeenten. Dat was voor politie en GGD Zuidwest Friesland de aanleiding om een werkgroepje te formeren, waarbij al snel Verslavingszorg Friesland, GGD De Friese Wouden en GGD Noord Friesland aansloten. De samenwerking tussen genoemde organisaties is in 1996 geformaliseerd door de ondertekening van een intentieverklaring, welke in 2001 werd omgezet in een convenant. Als werknaam werd gekozen voor Quo Fadis: Qua Uitvoering Onderzoeksmatig Fries Alcohol Drugs Informatie Systeem. De naam is een knipoog naar LADIS (Landelijk Alcohol Drugs Informatie Systeem) en ook naar Quo Vadis, Latijns voor Waarheen gaat gij, daarmee aangevend dat de ontwikkelingen op het gebied van genotmiddelen een belangrijk punt van aandacht vormen voor de werkgroep en uiteindelijk voor veel organisaties die zich met dit aandachtsgebied bezighouden. De voorlopige werknaam Quo Fadis is gebleven en inmiddels al niet meer weg te denken. Doelen waren destijds het geven van aanzetten tot onderzoek en registratie en het verzamelen van relevante gegevens over genotmiddelen en het volgen van ontwikkelingen hierin. In een enkel geval heeft de werkgroep zelf onderzoek verricht of laten verrichten. Omdat in de loop van de tijd er door allerlei organisaties werk was gemaakt van onderzoek en registratie is het accent geleidelijk verschoven naar het verzamelen van relevante gegevens uit onderzoek en registratie en de communicatie daarvan naar belanghebbenden. Dat laatste gebeurt in de vorm van Feitenbladen, eerst op schrift en tegenwoordig digitaal. Deze Feitenbladen vinden hun weg o.a. naar beleidsambtenaren, politiefunctionarissen, scholen en (organisaties van) zorgverleners in Fryslân. Inmiddels ontvangen ongeveer 300 organisaties en personen de Feitenbladen van Quo Fadis. Ter gelegenheid van de ondertekening van het 3 e convenant op 19 januari 2012 is dit boekje samengesteld van alle (14) Feitenbladen die zijn uitgebracht en wel in het nieuwe ontwerp, dat vanaf 2012 gebruikt gaat worden. Werkgroep Quo Fadis: Frank Brook, Verslavingszorg Noord Nederland, voorzitter; Kees ten Cate, Politie Fryslân; Marcel Seuninga, Verslavingszorg Noord Nederland; Markwin Jetzes, GGD Fryslân; Bert Soenveld, GGD Fryslân.

3 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Inhoudsopgave feitenblad genotmiddelen Feitenblad 1. Feitenblad 2. Feitenblad 3. Feitenblad 4. Feitenblad 5. Feitenblad 6. Feitenblad 7. Feitenblad 8. Feitenblad 9. Feitenblad 10. Feitenblad 11. Feitenblad 12. Feitenblad 13. Feitenblad 14. Onderzoek en registratie Alcohol Onderzoek en registratie Onderzoek GO Jeugd Onderzoek Stap Amfetamine Cannabis Jongeren en Alcohol Jongvolwassenen en genotmiddelen Alcohol en ouderen GHB Jongeren en genotmiddelen Trends & ontwikkelingen Cannabis

4 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Onderzoek en registratie feitenblad genotmiddelen Nummer 1 maart 2002 Dit feitenblad is samengesteld door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Dr. Kuno van Dijk Stichting (tegenwoordig Verslavingszorg Noord Nederland) en Politie Friesland. Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie is gebaseerd op onderzoek en registratie. Hoeveel alcohol wordt er genuttigd? Tachtig procent van de Friese bevolking van 25 t/m 64 jaar drinkt wel eens alcoholhoudende dranken. Het alcoholgebruik onder 20 t/m 24 jarigen is hoger (90%). Het overmatige alcoholgebruik onder de jarigen is behoorlijk hoger (15%) in vergelijking tot de jarigen (6%). Van de leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs heeft 8 procent (de vier weken voorafgaand aan het onderzoek) alcohol gedronken. Op het voortgezet onderwijs gebruikt 57 procent alcohol. Dit is vergelijkbaar met het landelijke gemiddelde. Bijna 20 procent van deze drinkers van het voortgezet onderwijs dronk bij de laatste gelegenheid meer dan 8 glazen. Alcoholgebruik onder Nederlanders van 15 jaar en ouder (in liters pure alcohol) 2 liter 9 liter 8 liter Landelijke trends Er is tussen 1950 en 1980 sprake van een sterke stijging van het alcoholgebruik onder Nederlanders van 15 jaar en ouder. Daarna is het gebruik onder deze groep redelijk constant gebleven. Het gebruik wordt teruggerekend naar liters pure alcohol en ligt in deze periode op ca. 8 liter per jaar. Tussen 1992 en 1996 was er bij jongeren sprake van een toename in het gebruik van alcohol. Daarna is het gebruik op gelijke hoogte gebleven (1999). De gemiddelde leeftijd waarop wordt begonnen met drinken daalt en het aantal zwaar drinkende jongeren neemt toe.

5 Hoeveel drugs wordt er gebruikt? Ongeveer 1 procent van de leerlingen van het voortgezet onderwijs heeft (de vier weken voorafgaand aan het onderzoek) drugs gebruikt (paddo s, XTC, amfetaminen, cocaïne en/of heroïne). Onder de volwassenen gebruikt vrijwel niemand maandelijks. Acht procent van de leerlingen van het voortgezet onderwijs in Fryslân heeft (in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek) cannabis gebruikt. Dit komt overeen met het landelijke percentage. Er zijn meer jongens dan meisjes die cannabis gebruiken. Onder de volwassen Friese bevolking is het gebruik van cannabis veel lager (1%). Landelijke trends Er is een sterke toename in het cannabisgebruik tussen 1992 en Hierna is het gebruik vrijwel gelijk gebleven. Tussen 1992 en 1996 is er sprake van een stijging van het gebruik van o.a. XTC en amfetamine. Na 1996 is er sprake van een daling. Overlast van druggebruik In 2001 was bijna 4 procent van de inwoners van Fryslân van mening dat drugsoverlast vaak voorkomt in de eigen woonbuurt. Voor Nederland ligt dit percentage op 5 procent. Een vergelijking tussen de drie noordelijke provincies laat zien dat drugsoverlast vaker in Groningen (7%) dan in Fryslân wordt gesignaleerd en in Drenthe (3%) juist minder vaak. Opvallend is dat van een lijst van tien items over vervelende situaties die in de woonbuurt kunnen voorkomen, relatief weinig overlast wordt ervaren van drugs. Hondenpoep, bevuiling door katten, rommel op straat en verkeersonveiligheid scoren (op een lijst van 10 items) het hoogst. Een vergelijking tussen de Friese gemeenten laat zien dat de inwoners van de gemeente Leeuwarden, zowel in 1999 als in 2001, vinden dat drugsoverlast het meest voorkomt in de eigen woonbuurt (10 %). Volgens de Politiemonitor Bevolking zijn er 4 gemeenten in Friesland waar geen drugsoverlast wordt ervaren. Dit zijn Leeuwarderadeel, Schiermonnikoog, Littenseradiel en Gaasterlân-Sleat. Vanaf 1997 is de overlast van drugs in Fryslân gedaald. Dit komt overeen met de landelijke trend. Overlast door alcoholgebruik Acht procent van de bevolking van Fryslân heeft vaak last van dronken mensen op straat. Dit komt vrijwel overeen met het landelijk percentage. Een vergelijking tussen de 3 noordelijke provincies laat zien dat de inwoners van Drenthe (6 %) minder vaak overlast van dronken mensen ervaren dan de inwoners van Fryslân en Groningen (9%). Meer dan een kwart van de bevolking van Terschelling, Schiermonnikoog en Vlieland vindt dat overlast door dronken mensen op straat vaak voorkomt. Leeuwarderadeel heeft, zowel in 1999 als in 2001, in verhouding tot de andere Friese gemeenten het minst vaak last van dronken mensen op straat Hoeveel personen worden er met verslavingsproblemen opgenomen? In 2000 werden er 219 cliënten opgenomen in de kliniek in Leeuwarden. Dit aantal is precies gelijk aan dat van Van deze 219 cliënten maakte 58 procent de behandeling af. De gemiddelde leeftijd van de opgenomen cliënten is 39 jaar. Iets meer dan de helft van de cliënten is verslaafd aan alcohol (60%). Hoeveel personen worden in deeltijd behandeld? In 1999 werden bijna 60 cliënten in Friesland in deeltijd behandeld. Er werden ruim 40 nieuwe cliënten ingeschreven en ruim 40 uitgeschreven. In 2000 werden er 30 cliënten in Leeuwarden in deeltijd behandeld. Er werden 19 nieuwe cliënten ingeschreven en 23 uitgeschreven. De uitgeschreven cliënten maakten gemiddeld drie maanden gebruik van de deeltijdbehandeling. Vrijwel alle cliënten van de deeltijdbehandeling zijn ook al eerder opgenomen geweest in een opnameafdeling van de Dr. Kuno van Dijk Stichting. De gemiddelde leeftijd van de cliënten in deeltijdbehandeling is 45 jaar. Hoeveel personen worden er poliklinisch behandeld? In 2000 werden er in Fryslân 383 cliënten poliklinisch behandeld. Dit zijn er iets meer dan in Deze cliënten hadden gemiddeld zes contacten met een hulpverlener van de polikliniek. De gemiddelde leeftijd van de cliënten was 42 jaar. Veertig procent van de cliënten was vrouw.

6 Hoeveel personen worden er ambulant behandeld? Bijna 1300 cliënten in 2000 ruim 9000 contacten met hulpverleners van de ambulante teams in Fryslân. Deze aantallen zijn iets hoger dan in De gemiddelde leeftijd van de cliënten in de ambulante zorg is 37 jaar. Zo n 20 procent is vrouw, 46 procent is alleenstaand, 65 procent heeft lbo of lager opleidingsniveau 30 procent heeft een baan. Primaire middelenproblematiek betreft bij ruim 40 procent alcohol en bijna 40 procent opiaten, bij 7 procent gaat het om problematisch gokken en bij 5 procent om cocaïnegebruik Ruim 30 procent van de cliënten heeft gebruik gemaakt van de methadon- verstrekking. In totaal werden in 2000 bijna 600 nieuwe cliënten ingeschreven en bijna 450 cliënten werden uitgeschreven. De uitgeschreven cliënten hadden gedurende hun hele hulpverleningsperiode gemiddeld 14 contacten met hulpverleners van de ambulante teams in Fryslân. Ongeveer de helft van de cliënten maakt de ambulante hulpverlening af. Hoeveel mensen roken er? Onder jongeren neemt het percentage rokers toe met de leeftijd. Roken begint soms al op het basisonderwijs; drie procent van de Friese leerlingen van groep 7 en 8 heeft, in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek, gerookt. Op het voortgezet onderwijs is dit ruim een kwart. Onder de 16 en 17 jarigen ligt het percentage rokers reeds op volwassen niveau. Onder de volwassenen rookt 35% (weleens). Fryslân verschilt hierin niet met Nederland. In Fryslân roken de volwassen rokers 13 sigaretten per dag. Het percentage rokers is lager onder de 55 plussers dan onder personen van 55 jaar en jonger. In de leeftijdsgroep jarigen komen de meeste rokers voor (44%). Er roken meer mannen dan vrouwen. name op straat of een hangplek voor het eerst roken. Opvallend is dat onder leerlingen van het voorgezet onderwijs er nauwelijks nog verschil is tussen jongens en meisjes. Roken in Nederland Percentage rokers (15 jaar en ouder) naar geslacht 100% 80% 60% 40% 20% 0% mannen totaal vrouwen '60 '70 '80 '90 '00 Landelijke trends Vanaf 1958 is er een afname in het roken van de bevolking van 15 jaar en ouder: van ca. 60 procent in 1958 tot ca. 33 procent in Vrouwen hebben mannen bijna ingehaald wat betreft het roken. Iets meer dan de helft van de jongeren van 10 t/m 19 jaar heeft ooit wel eens gerookt, 25 procent had wel eens gerookt maar niet in de afgelopen 4 weken. Bijna 19 procent van de jongeren van 10 t/m 19 jaar zegt in 2000 dagelijks te roken. Het percentage rokers van de Nederlandse volwassen bevolking ligt sinds de jaren 80 op 35 procent. Uit onderzoek van GGD Fryslân blijkt dat leerlingen uit het voorgezet onderwijs met

7 Conclusies: Onder jongeren van 20 tot en met 24 jaar komt overmatig alcohol gebruik vaak voor Jongeren gebruiken vaker cannabis dan volwassenen Door de inwoners van Fryslân wordt drugsoverlast weinig als buurtprobleem ervaren De inwoners van Fryslân ervaren dronken mensen op straat vaker als buurtprobleem De gemiddelde leeftijd van de cliënten in de hulpverlening is hoog; dit betekent dat er relatief weinig jongeren in de hulpverlening terechtkomen Vroeger rookten er relatief meer mannen dan vrouwen. Tegenwoordig bestaat er geen verschil meer in rookgedrag tussen jongens en meisjes. Dit betekent dat ziekten die zich op latere leeftijd openbaren en samenhangen met roken, voor vrouwen in de toekomst qua aantal gelijk getrokken zal gaan worden met mannen. Interessante websites: Informatiebronnen: 1. Zorgas; klinisch registratiesysteem van Dr. Kuno van Dijk Stichting 2. Addictis; ambulant registratiesysteem van Dr. Kuno van Dijk Stichting 3. J. van Ede, A. Rietdijk en I. Schippers, Gezondheidsenquête Friesland; een onderzoek naar de gezondheidstoestand van de Friese bevolking van 25 tot 65 jaar, GGD Fryslân, Leeuwarden, I. Leiden, W.M. de Zwart en K. Monshouwer, Roken, drinken en drugsgebruik onder scholieren in de provincie Friesland; Resultaten van het regionale peilstationonderzoek 1999 naar middelengebruik onder scholieren, Trimbos-instituut, Utrecht, Politiemonitor Bevolking 2001; een tweejaarlijks landelijk bevolkingsonderzoek naar criminaliteit, onveiligheid, preventiegedrag van burgers en de kwaliteit van het optreden van de politie. 6. DEFACTO rookvrij (2001) Roken, de harde feiten: Volwassenen Den Haag: DEFACTO -rookvrij

8 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Alcohol feitenblad genotmiddelen Nummer 2 april 2003 Dit feitenblad alcohol is samengesteld door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Dr. Kuno van Dijk Stichting (tegenwoordig Verslavingszorg Noord Nederland) en Politie Fryslân. Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie is gebaseerd op onderzoek en registratie. Alcoholgebruik In het rapport 2BCtnd (To Be Continued) wordt verslag gedaan van een onderzoek onder jongeren tussen jaar in de gemeente Wûnseradiel. Hieruit blijkt dat ongeveer een kwart van hen geen alcohol drinkt. Alcoholgebruik stijgt met de leeftijd. De opleiding is niet van invloed op het alcoholgebruik. Van degenen die zeggen alcohol te drinken, deden 9 van de 10 dat in de 4 weken voorafgaande aan het onderzoek. Eén op de vijf jongeren drinkt per keer 5 9 glazen en één op de tien jongeren drinkt 10 glazen of meer. Antenne 2001 is een monitorsysteem in Amsterdam dat de ontwikkelingen op het gebied van genotmiddelengebruik volgt. Hieruit blijkt dat in de hoofdstad weinig wijzigingen zijn te zien in het alcoholgebruik in de afgelopen jaren. Amsterdam wijkt in dat opzicht niet af van de rest van ons land. Breezers en andere pre-mix dranken zijn in korte tijd enorm populair geworden, iets dat ook in Fryslân te merken is. Uit onderzoek van de GGD Drenthe in 2002 blijkt dat jongeren vooral in het weekend drinken. Op vrijdag en zaterdag drinkt één op de vijf jongeren tussen de 16 en 25 jaar meer dan 21 glazen. Na het 25 e levensjaar neemt het bovenmatig weekenddrinkend af. Vanaf het 35 e levensjaar is ongeveer 5% nog een bovenmatige weekenddrinker. Volwassenen en ouderen zijn meer geregelde drinkers. Wanneer, behalve met het aantal glazen per keer rekening wordt gehouden met het aantal dagen per week dat wordt gedronken, dan neemt het bovenmatig drinken toe vanaf het 25 e levensjaar. Bovenmatig alcoholgebruik volgens dit model loopt op tot zo n 25% onder de veertigers en neemt vervolgens weer af tot ongeveer 10% onder de 55-plussers. Volgens de Drank- en Horecawet mag aan jongeren beneden de 16 jaar geen zwakalcoholische dranken worden verkocht. Onderzoeksbureau Intraval uit Groningen heeft onderzocht in hoeverre jongeren beneden de 18 jaar alcoholhoudende dranken konden kopen. Uit dit onderzoek blijkt dat jongeren beneden de 16 jaar zelf heel gemakkelijk zwakalcoholische dranken konden kopen. En dat zowel in de horeca, de slijterij, als in de supermarkten. Jongeren van 16 en 17 jaar konden vrijwel zonder uitzondering sterke drank kopen in alle drie genoemde gelegenheden.

9 Alcohol en gezondheid Relatie tussen alcohol en ziekten Uit onderzoek blijkt dat er een verband bestaat tussen problematisch alcoholgebruik en de volgende ziekten/aandoeningen: - kanker aan de keel- en mondholte - kanker aan de slokdarm - borstkanker - ziekte van de kransslagader van het hart - leverontstekingen - hoge bloeddruk Mogelijk gunstige werking van alcohol op de gezondheid. De algemene uitspraak op basis van allerlei onderzoeken is dat matig alcoholgebruik niet perse ongezond is. Het lijkt erop dat matig alcoholgebruik de kans op ischaemische hartziekten verlaagt. Hieronder staan gegevens over overlast, bedreiging en gevoelens van (on)veiligheid. Deze gegevens hebben niet expliciet betrekking op bovenmatig alcoholgebruik, maar zijn daar wel voor een deel aan toe te schrijven. Overlast Overlast komt veel voor en is een belangrijk aandachtspunt in het gemeentelijk gezondheids- en veiligheidsbeleid. Uit de Politiemonitor Bevolking en de Gezondheidsenquête van GGD Fryslân blijkt dat de inwoners van Fryslân nogal eens last hebben van jongeren, vandalisme, zoals vernielingen en het bekladden van muren en gebouwen, dronkenschap en drugshandel. Ongeveer één op de tien Friezen geeft aan hier vaak last van te hebben. De overlast is het grootst in Leeuwarden en de andere grote plaatsen in Fryslân. In Leeuwarden is de overlast van graffiti uitzonderlijk hoog. Op de Waddeneilanden en de gemeente Ferwerderadiel is de overlast van jongeren en dronkenschap het grootst en in de gemeenten Dantumadeel, Kollumerland en Leeuwarden heeft men het meeste last van de drugshandel. Mensen die slachtoffer zijn geweest van (een poging tot) inbraak, diefstal of geweld, ondervinden 3 á 4 keer zo vaak hinder van bovengenoemde aspecten van overlast dan de mensen die geen slachtoffer zijn geweest in het afgelopen jaar. Bedreiging Acht procent van de Friese bevolking voelt zich bedreigd door dronken mensen op straat. Op Terschelling en Vlieland heeft meer dan een kwart van de inwoners vaak last van dronken mensen op straat. Daarentegen ervaart vier procent van de bevolking bedreiging door drugsoverlast. De drugsoverlast is het grootst in de gemeenten Leeuwarden en Smallingerland. Verder voelt men zich bedreigd door het lastigvallen van mensen op straat (2%) en gewelddelicten (2%). De geweldsdelicten is het grootst in de gemeenten Lemsterland, Ooststellingwerf, Smallingerland en Sneek. Ongeveer één op de acht mensen is slachtoffer geweest van (een poging tot) inbraak, diefstal of geweld, variërend van 5% in de gemeenten Leeuwarderadeel en Menaldumadeel tot 19% in de gemeente Smallingerland. Anderen gemeenten waarin het percentage slachtoffers van ( een poging tot) inbraak, diefstal of geweld in het afgelopen jaar meer dan 15% bedraagt, zijn Bolsward, Wûnseradiel en Leeuwarden. Volgens eigen zeggen heeft ongeveer tweederde van de slachtoffers aangifte gedaan bij de politie. Landelijk ligt het aangiftepercentage iets hoger. Gevoelens van (on)veiligheid Toch voelen de mensen in Fryslân zich over het algemeen veilig. Dit geldt voor meer dan 95% van de bevolking en geldt voor zowel mannen als vrouwen. In de gemeenten Bolsward, Dantumadeel, Kollumerland, Leeuwarden en Wûnseradiel is het percentage mensen dat zich niet veilig voelt in hun woonomgeving het grootst, maar ook in deze gemeenten ligt dat percentage ruim onder de tien procent. Van de mensen die zelf slachtoffer zijn geweest van (een poging tot) inbraak, diefstal of geweld, voelt een kleine 10% zich niet veilig. De bevolking van de Waddeneilanden en van de gemeente Nijefurd voelt zich het minst vaak onveilig. De bevolking van Fryslân van 65 jaar en ouder geeft vaker aan zich onveilig te voelen dan de bevolking jonger dan 65 jaar. Overlast in het uitgaansleven Zestien procent van de bevolking vindt dat vechtpartijen zonder gebruik van wapens vaak voorkomt. Deze vorm van overlast is het grootst in de gemeenten Sneek (30%) en Smallingerland (28%). Vijf procent van de bevolking vindt dat vechtpartijen waarbij wapens worden gebruikt vaak voorkomt. Gemeenten waar meer dan 10 procent van de bevolking vindt dat dit vaak voorkomt, zijn Ameland, Schiermonnikoog en Weststellingwerf. Twee procent van de bevolking zegt soms opdringerig benaderd te worden met seksuele bijbedoelingen. Twaalf

10 procent van de bevolking ondervindt hinder van andere mensen die een dreigende houding aannemen. Deze vorm van overlast is het grootst in de gemeenten Leeuwarden, Smallingerland en Sneek. Met betrekking tot het uitgaan heeft achttien procent last van dronken mensen en acht procent last van druggebruikers. Deze vormen van overlast komen het meest voor in de gemeenten Harlingen, Leeuwarden, Smallingerland en Sneek. Achttien procent van de bevolking vindt dat vernielingen vaak voorkomen. In Sneek is de overlast door vernielingen tijdens het uitgaan het grootst. Meer dan 33 procent van de inwoners van Sneek vindt dat dit vaak voorkomt. Iets meer dan een kwart van de bevolking is van mening dat diefstal van fietsen vaak voorkomt en tien procent geeft aan vaak diefstal uit auto s te signaleren. Deze vormen van overlast komen het meest voor in de gemeenten Leeuwarden, Harlingen, Smallingerland en Sneek. Alcohol en verkeer In 2001 werden in Fryslân 1725 automobilisten aangehouden met alcohol op achter het stuur. De EMA (Educatieve Maatregel Alcohol) is een driedaagse cursus voor mensen die onder invloed van alcohol een voertuig hebben bestuurd. De cursus is niet verplicht maar als deze niet gevolgd is wordt het rijbewijs ingevorderd. Daarnaast moeten de deelnemers zich voor de rechtbank verantwoorden en krijgen zij een boete en een rijontzegging. De inhoud is gericht op alcoholgebruik en verkeer. In 2001 hebben in Fryslân 195 veroordeelde rijders meegedaan aan een EMA-cursus. Naar schatting komen jaarlijks in Nederland 225 mensen om als gevolg van alcohol in het verkeer. Zo n 3500 mensen raken jaarlijks door het rijden onder invloed gewond. Als we deze cijfers vertalen naar de Friese situatie dan moeten we rekening houden met ongeveer 10 doden en 135 gewonden door alcohol in het verkeer. Vier procent van de verkeersdeelnemers in de weekendnachten verkeert onder invloed van alcohol (SWOV). Alcohol en hulpverlening In Fryslân is zestig procent van de 250 opgenomen verslaafden primair verslaafd aan alcohol, een kwart daarvan is vrouw en de gemiddelde leeftijd is 45 jaar. Van personen die in Fryslân gebruik maken van de deeltijdbehandeling is drie kwart primair verslaafd aan alcohol, 41% daarvan is vrouw en de gemiddelde leeftijd is 44 jaar. Van de poliklinische cliënten in Fryslân is de helft primair verslaafd aan alcohol, 31% daarvan is vrouw en de gemiddelde leeftijd is 44 jaar. Van de ambulante cliënten in Fryslân is 42% primair verslaafd aan alcohol. Er zijn per regio duidelijke verschillen; in de regio Noord en Zuid Oost is 40% van de ambulante cliënten primair verslaafd aan alcohol, in de regio Zuid West 47%. Van de ambulante cliënten met een primaire verslaving alcohol is ruim een kwart vrouw en is de gemiddelde leeftijd 43 jaar. In de provincie Fryslân zijn er naar schatting personen die elke dag gemiddeld 6 of meer glazen alcohol drinken, de zgn. probleemdrinkers. Een klein aantal van deze probleemdrinkers (5%) komt uiteindelijk terecht in de verslavingszorg. Uit een groot landelijk onderzoek van het Trimbos Instituut, het zgn. Nemesisonderzoek, blijkt onder andere dat alcoholisten niet alleen bij de verslavingszorg hulp zoeken, maar ook bij vrijgevestigde hulpverleners en de Geestelijke Gezondheidszorg. De huisarts is een belangrijke verwijzer in het hulpverleningsproces van alcoholisten. Uit onderzoek van de afdeling Sociale Psychiatrie van de Rijksuniversiteit Groningen en de afdeling onderzoek van de Dr. Kuno van Dijk Stichting blijkt dat huisartsen een groot aantal probleemdrinkers niet herkennen. Niet alleen vanwege de hektiek van de huisartsenpraktijk en tijdgebrek van de huisartsen, maar ook vanwege het feit dat de probleemdrinkers vaak met andere klachten bij de huisarts komen dan de alcoholgerelateerde klachten. Hoe eerder de huisarts de klachten herkent des te sneller kan de probleemdrinker door de huisarts worden verwezen naar de professionele verslavingszorg. Extra geld voor hulpverlening De minister van Volksgezondheid heeft in 2001 de verslavingszorg in Nederland structureel 7,8 miljoen beschikbaar gesteld voor een uitbreiding van de laagdrempelige alcoholhulpverlening. In het jaar 2002 is er een aantal hulpverleners aangesteld die zich uitsluitend op deze doelgroep zal gaan richten. In het kader van landelijk project Resultaten Scoren heeft de Nederlandse Verslavingszorg zich ten doel gesteld om zo wetenschappelijk mogelijk te gaan werken.

11 In dit kader is er o.a. een tweetal interventies ontwikkeld, die voor de laagdrempelige alcoholhulpverlening uiterst geschikt zijn. Dit zijn de zgn. leeftijdstraining I en II, die voor beginnende alcoholisten effectief als interventie kunnen worden ingezet. Medewerkers van de Dr. Kuno van Dijk Stichting zijn inmiddels geschoold in deze nieuwe behandelmethodieken. Conclusies Onder jongeren komt bovenmatig alcoholgebruik in het weekend vaak voor Afhankelijk van leeftijd en geslacht kan het bovenmatig alcoholgebruik oplopen tot ca. 25 procent De gemiddelde leeftijd van alcoholisten, die in de hulpverlening komen is relatief hoog, namelijk 44 jaar De gevolgen van bovenmatig alcoholgebruik zijn belastend voor de samenleving Problematisch alcoholgebruik is schadelijk voor de gezondheid Informatiebronnen 1. 2BCtnd, verslag enquête onder jongeren tussen jaar in de gemeente Wunseradiel 2. Addicts; ambulant registratiesysteem van Dr. Kuno van Dijk Stichting. Bieleman, B., M. Jetzes, A. Kruize, F. Oldersma, Alcoholverstrekking aan jongeren, Naleving leeftijdsgrenzen 16 en 18 jaar uit de Drank- en Horecawet. Metingen 1999 en Intraval Groningen-Rotterdam. Maart Bijl, R.V., Ravelli, A. Psychiatrische morbiditeit, zorggebruik en zorgbehoefte. (1998). 4. Tijdschrift voor sociale Gezondheidszorg, jrg. 76, nummer 8, blz Ede, J. van, A. Rietdijk en I. Schippers, Gezondheidsenquête Fryslân; een onderzoek naar de gezondheidstoestand van de Friese bevolking van 25 tot 65 jaar, GGD Fryslân, Leeuwarden, Korf, D.J., T. Nabben, en A. Benschop, Antenne 2001 Trends in alcohol, tabak drugs en gokken bij jonge Amsterdammers. Politiemonitor Bevolking 2001; een tweejaarlijks landelijk bevolkingsonderzoek naar criminaliteit, onveiligheid, preventiegedrag van burgers en de kwaliteit van het optreden van de politie. 6. Zorgas; klinisch registratiesysteem van Dr. Kuno van Dijk Stichting.

12 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Onderzoek en registratie feitenblad genotmiddelen Nummer 3 September 2004 Het feitenblad genotmiddelen wordt uitgegeven door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Dr. Kuno van Dijk Stichting (tegenwoordig Verslavingszorg Noord Nederland) en Politie Fryslân. Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in de provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie is gebaseerd op onderzoek en registratie. De ambulante verslavingszorg in de provincie Fryslân in 2002 en In het jaar 2003 hadden in de provincie Fryslân 1476 cliënten contact met een hulpverlener van de ambulante verslavingszorg, dit zijn 2,3 personen per 1000 inwoners. In het jaar 2002 waren dit 1275 cliënten, dit zijn 2 personen per 1000 inwoners. Wanneer we kijken naar het primaire middelengebruik dan zien we het volgende: Harddrugs In 2003 waren 618 harddrugcliënten in behandeling bij de ambulante verslavingszorg. Dit waren er 59 meer dan in het jaar de toename deed zich vooral voor m.t.b. het cocaïnegebruik, in personen en in personen. De gemiddelde leeftijd van de harddrugsgebruikers was 35 jaar en 22% ervan was vrouw. Alcohol In 2003 waren 690 alcoholcliënten in behandeling bij de ambulante verslavingszorg. Dit waren 112 meer dan in het jaar De gemiddelde leeftijd van de alcoholcliënten was 44 jaar en ongeveer 25% was vrouw. Cannabis In 2003 waren 75 cannabisgebruikers in behandeling bij de ambulante verslavingszorg. Dit waren er 21 meer dan in het jaar De gemiddelde leeftijd van de cannabisgebruikers was 28 jaar en 23% was vrouw. Uit het onderzoek van de Nationale Drug Monitor blijkt dat het aantal cannabisgebruikers onder jongeren in de bevolking sinds 1998 stabiel is. Uit het bovenstaande kunnen we de voorzichtige conclusie trekken dat het aantal problematische cannabisgebruikers is toegenomen, omdat er meer cannabisgebruikers in de hulpverlening zijn gekomen. Gokken In 2003 waren 75 gokkers in behandeling bij de ambulante verslavingszorg. Dit waren er 11 meer dan in het jaar de gemiddelde leeftijd van de gokkers was 32 jaar en 6% was vrouw.

13 Politie Fryslân heeft de provincie ingedeeld in zes districten. Wanneer we de ambulante verslavingszorg in de provincie Fryslân per politiedistrict in 2003 bekijken dan valt op dat het hoogste aantal personen per 1000 van de desbetreffende bevolking is te vinden in Midden Fryslân: Midden Fryslân 4,2 per 1000 inwoners Drachten 2,5 per 1000 inwoners Sneek 2,2 per 1000 inwoners Heerenveen 2,1 per 1000 inwoners Noord West Fryslân 1,6 per 1000 inwoners Noord Oost Fryslân 1,3 per 1000 inwoners Er lijkt een verband te bestaan tussen de aanwezigheid van hulpverlening in de regio of gemeente en het gebruik ervan. Overlast De Politiemonitor Bevolking is een jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek naar criminaliteit, veiligheid en preventiegedrag van burgers en de kwaliteit van het optreden van de politie. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Justitie. In de provincie Fryslân zijn in 2003 ruim tienduizend personen van 15 jaar en ouder telefonisch ondervraagd. De voor dit feitenblad genotmiddelengebruik relevante resultaten worden hieronder weergegeven. Dronken mensen op straat (7%) is in 2003 naar verhouding de meest gesignaleerde vorm van dreiging in de woonbuurt, gevolgd door drugsoverlast (5%) en geweldsdelicten (3%). Mensen die op straat lastig worden gevallen (1,4%) en bedreiging (1%) worden relatief minder vaak in de buurt gesignaleerd. Vergeleken met de situatie in 2001 blijkt de mate waarin mensen op straat worden lastiggevallen significant te zijn afgenomen. Voor de overige vormen van dreiging is geen verschil zichtbaar in vergelijking met de vorige meting. Dreiging wordt in vrijwel alle politiedistricten in de provincie Fryslân in dezelfde mate ervaren. In het district Midden Fryslân wordt de omvang van het buurtprobleem dreiging naar verhouding het grootst geacht. Dit wordt veroorzaakt doordat mensen die in het centrum van Leeuwarden wonen vaak dronken mensen op straat (46%) en drugsoverlast (44%) signaleren. Problematisch internetgebruik en internetverslaving Het aantal mensen van 15 jaar en ouder in Nederland met de beschikking over een internetaansluiting thuis is gestegen van nog geen 5% in 1996 tot meer dan 50% in wanneer andere aansluitingsmogelijkheden op school of op het werk meegeteld worden, heeft zo n 55% van de totale populatie toegang tot het Internet. Momenteel lijkt het aantal mensen met een internetaansluiting zich te stabiliseren. In totaal zijn er een kleine 6 miljoen gebruikers van Internet in Nederland. Doordat het gebruik onder ouderen en mensen uit lagere inkomensgroepen toeneemt, verdeelt het gebruik zich steeds gelijkmatiger over de bevolking. Alleen qua leeftijd zijn de verschillen (nog) erg groot. Het gebruik onder de jarigen is het grootst en ligt ruim boven de 80%. Met name chatten komt aanzienlijk vaker voor bij jongeren. Vanaf 25 jaar neemt het internetgebruik geleidelijk af van ruim 80% tot ongeveer 10% onder de 65- plussers. Internetverslaving is een nog niet duidelijk gedefinieerd begrip. Waarschijnlijk gaat het bij internetverslaving niet om een pathologische verslaving in medischbiologische zin, maar meer om een sociologisch of psychologisch fenomeen van aan internetgebruik gerelateerde problemen onder de algemene bevolking. De problemen hebben meestal betrekking op de controle over het gebruik van het Internet. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt in specifiek problematisch gebruik en algemeen problematisch gebruik. Bij specifiek problematisch gebruik gaat het om mensen die afhankelijk gedrag vertonen ten aanzien van een specifieke functie van het Internet, zoals pornografie en gokken. Specifiek problematisch gebruik veronderstelt dat een al bestaande psychopathologie een noodzakelijke voorwaarde is voor het ontstaan van deze vorm van afhankelijkheid. Dit (pathologische) gedrag zou ook tot uiting kunnen komen zonder het Internet, maar het kan door de laagdrempeligheid van het Internet wel versterkt worden en in omvang toenemen. De toepassing van het Internet fungeert als het ware als een katalysator of trigger van het (pathologische) gedrag. Bij algemeen gebruik daarentegen gaat het om mensen die teveel gebruik maken van het Internet. Zij verspillen veel tijd op het Internet zonder een duidelijk doel. De behoefte aan sociaal contact staat daarbij centraal en die behoefte draagt vervolgens weer bij aan de instandhouding van de

14 afhankelijkheid van het Internet. Bij deze vorm van problematisch gebruik spelen sociale cognities een belangrijke rol en vormt het Internet een unieke uitingsmogelijkheid. Zonder Internet zouden de problemen waarschijnlijk niet bestaan. De eerste studies laten nog weinig betrouwbare, representieve gegevens zien. Uit onderzoek naar het voorkomen van een het Internet gerelateerde problemen onder de Amsterdamse bevolking kan geconcludeerd worden dat 5% á 10% van de Internetgebruikers mogelijk noemenswaardige problemen ervaart. Over de Friese bevolking zijn nog geen gegevens bekend. GGD Fryslân vraagt in het gezondheidsonderzoek GO jeugd! dat dit voorjaar heeft plaatsgevonden, specifiek naar het Internetgebruik onder jongeren van jaar. De resultaten van dit onderzoek zullen in een volgend feitenblad worden gepresenteerd. Het is mede vanwege dit onderzoek dat in dit feitenblad aandacht wordt besteedt aan de theoretische achtergronden van het problematisch internetgebruik. Vergoeden ondersteuning bij stoppen met roken loont In 2003 heeft de Universiteit van Maastricht in de provincie Fryslân onderzoek gedaan naar het vergoeden van ondersteuning bij stoppen met roken. De Universiteit deed dit namens Stivoro (landelijke organisatie op het gebied van rookpreventie) in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het primaire doel was, te bepalen of het vergoeden van ondersteuning voor stoppen met roken leidt tot een significante toename in het gebruik van ondersteuning. Het onderzoek werd beperkt tot de vergoeding van bewezen effectieve methoden van ondersteuning. Hiertoe behoren o.a. de cursus stoppen met roken, individuele begeleiding op maat, het gebruik van nicotinevervangers en medicijnen. Naast de landelijke organisaties Stivoro en Universiteit van Maastricht waren bij dit onderzoek betrokken, De Friesland Zorgverzekeraar en GGD Fryslân. In het onderzoek werden twee groepen rokers met elkaar vergeleken. De ene groep (experimentele groep) kon bij stoppen met roken gratis gebruik maken van een aantal methoden van ondersteuning. De andere groep (controlegroep) kreeg dit aanbod niet, maar werd wel gevraagd naar stoppen met roken. Uit het onderzoek kwam naar voren dat het vergoeden van ondersteuning bij stoppen met roken een gunstig effect heeft op: - het gebruik van ondersteuning bij stoppen met roken een - het aantal stoppogingen. In het onderzoek wordt vastgesteld dat het vergoede van ondersteuning bij stoppen met roken een geschikt en kosteneffectief instrument is. Als de kosten van deze bewezen effectieve methoden zouden worden vergoed dan zouden er in Nederland 150,000 mensen meer stoppen dan nu het geval is. Met andere woorden: het aantal mensen dat van plan is te stoppen neemt toe en het percentage mensen dat erin slaagt te stoppen ook. Vergoeden van stoppen met roken Het College Zorgverzekeringen (CvZ) dringt er bij de Minister van VWS op aan om bepaalde stop-met-rokenmethoden te vergoeden. Het gaat dan volgens het CvZ om een aantal aantoonbaar effectief gebleken stopmethoden. De financiering zou maximaal 3 jaar moeten duren onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden hebben betrekking op kwaliteit en deskundigheid van de beroepsbeoefenaren. Ook gaat het om voldoende praktijkondersteuning voor huisartsen en landelijke prijsafspraken voor hulpmiddelen. De gelden moeten dan komen uit de algemene middelen (AWBZ). De zorgverzekeraars zouden dan de regeling moeten uitvoeren. Het onderzoek van het CvZ is uitgevoerd door o.a. raadpleging van betrokken deskundigen, literatuuronderzoek, veldonderzoek en het rapport van de Universiteit van Maastricht over het vergoeden van ondersteuning van stoppen met roken. Alcoholgebruik onder kinderen betrekkelijk gewoon 1 op de 5 jongeren van 10 en 11 jaar heeft wel eens alcohol gedronken 1 op de 3 jongeren van 12 en 13 jaar heeft wel eens alcohol gedronken 2 op de 3 14-jarigen heeft wel eens alcohol gedronken 9 van de jarigen heeft wel eens alcohol gedronken Mixdrankjes en alcopops zijn bij meisjes favoriet (35%); bij de jongens zijn dat bier (33%) en mixdrankjes en alcopops (23%) (NIPO)

15 Drugs Infolijn keer gebeld in 2002 In 2002 is de Drugs Infolijn ( ) bijna keer gebeld. Een derde van deze bellers heeft vragen in verband met het eigen gebruik. Een op de 6 is leerling/student. De overige bellers nemen contact op in de hoedanigheid van: Partner/vriend/familie/kind van : 15% Beroepskracht : 14% Ouder : 13% De meeste vragen gaan over hasj en weed, gevolgd door cocaïne en XTC. Grootste stijger is cocaïne. Uit de provincie Fryslân werd op één na het minst gebeld: 20 per inwoners van 11 jaar en ouder. Uit de provincie Utrecht werd het meest gebeld (49 per inwoners van 11 jaar en ouder) Conclusies In 2003 zijn er ten opzichte van 2002 meer personen in de ambulante hulpverlening behandeld. Dit gold voor harddrugs, alcohol, cannabis en gokken. De toename bij de harddrugs deed zich vooral voor bij cocaïne. Er is een positief verband tussen de aanwezigheid/bereikbaarheid van de hulpverlening en het aantal personen dat hulp zoekt bij de ambulante verslavingszorg. Dronken mensen op straat is de meest gesignaleerde vorm van dreiging in de woonbuurt. Het vergoeden van ondersteuning bij het stoppen met roken is een geschikt en kosteneffectief instrument. Door de fusie willen de drie oorspronkelijke organisaties het preventieaanbod en de zorg voor cliënten verder verbeteren en uitbreiden. Het aanbod van VNN wordt voortgezet op de bestaande locaties en deze zijn te bereiken op de bekende adressen. Voor online informatie over alcohol, drugs en gokken kan men terecht op de bestaande website: Informatiebronnen 1. Rapport Stoppen-met-roken ondersteuning: zeker weten! College voor Zorgverzekeringen 9 oktober 2003 (publicatienummer 167) 2. NIPO-onderzoek in opdracht van het STAP (Stichting Alcoholpreventie) februari Jaarbericht 2002 Drugs Infolijn (10ct per minuut) 4. Nationale Drugs Monitor jaarbericht 2003, Utrecht 2004 Bureau NDM. 5. Addictis-registratie Rapport Het effect van het vergoeden van ondersteuning voor stoppen met roken Universiteit van Maastricht (Care en Public Health Research Institute). Augustus Politiemonitor Bevolking 2003; een jaarlijks landelijk bevolkingsonderzoek naar criminaliteit, onveiligheid, preventiegedrag van burgers en de kwaliteit van het optreden van de politie. Op 13 mei 2004 vond een fusie plaats tussen de Dr. Kuno van Dijk Stichting, de Ambulante Verslavingszorg Groningen en het CAD Drenthe. De drie organisaties vormen samen een nieuwe stichting: Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Vanaf 1 november 2004 zullen de oude namen verdwijnen en zal ook de Dr. Kuno van Dijk Stichting verder gaan onder de naam Verslavingszorg Noord Nederland. VNN biedt verslavingszorg aan in de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. Het gaat om preventie, ambulante, poliklinische en klinische hulpverlening, reclassering en nazorg.

16 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Onderzoek GO Jeugd feitenblad genotmiddelen Nummer 4 april 2005 Het feitenblad genotmiddelen wordt uitgegeven door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Politie Fryslân en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in de provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie in dit feitenblad is voornamelijk gebaseerd op resultaten van GO Jeugd. GO Jeugd is het onderzoek van GGD Fryslân naar de gezondheidssituatie van de Friese Jeugd. In 2004 hebben 4400 jongeren van 13 tot en met 18 jaar aan dit onderzoek meegewerkt. Alcoholgebruik onder Friese jongeren In 2004 drinken ongeveer 4 van de 5 jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 18 jaar wel eens alcohol. Jongens drinken vaker en meer alcohol dan meisjes. Bovendien drinken jongeren in het vmbo vaker alcohol dan jongeren op de havo of het vwo. Onder de jongere leeftijdsgroep (13 tot 15 jaar) drinken in 2004 meer jongeren alcohol dan in de gemiddelde leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol drinken, is tussen de 12 en 13 jaar. In 1998 lag dit iets hoger, namelijk tussen de 13 en de 14 jaar. Ongeveer 1 op de 6 jongeren drinkt voor het eerst alcohol als hij/zij nog op de basisschool zit. 1 op de 11 jongeren is volgens de landelijk toegepaste definitie een zogenaamde zware drinker (= minimaal 1 dag per week 6 of meer alcoholische consumpties). Zware drinkers zijn met name jongens vanaf 15 jaar op het vmbo. 40% van de jongeren die wel eens alcohol drinken geeft aan de afgelopen maand (voorafgaand aan het onderzoek) tenminste 1 keer dronken of aangeschoten te zijn geweest. Ruim driekwart van de jongeren die wel eens alcohol drinken, zegt dat de ouders weten hoe vaak en hoeveel alcohol zij drinken. Jongeren drinken alcohol met name in de huiselijke sfeer (thuis of bij vrienden). Jongeren besteden gemiddeld 6 euro per week aan alcoholische dranken. Jongens geven meer uit dan meisjes en de geldbesteding neemt toe met de leeftijd: 13- jarigen geven gemiddeld 3 euro uit aan alcohol en 18-jarigen 10 euro. Jongens geven de voorkeur aan bier en meisjes aan pre-mix dranken (zoals Bacardi Breezer), zelfmix dranken en likeuren (GO Jeugd, 2004).

17 Invloed van alcoholreclame op drinkgedrag jongeren Uit onderzoek van de Universiteit Twente blijkt dat alcoholreclame jongeren aanzet tot alcoholgebruik. In een experiment met 200 jongeren werd een deel van de groep geconfronteerd met alcoholreclames en een deel alleen met reclame voor frisdranken. Jongeren uit de eerste groep dachten positiever over alcohol en namen zich ook voor meer alcohol te drinken dan de tweede groep. Jongeren gaan na het zien van alcoholreclame ook positiever denken over alcohol. Verkrijgbaarheid van alcohol Bijna 2 op de 3 jongeren onder de 16 jaar koopt zelf alcohol in de disco, bar, café of supermarkt. Volgens de Drank- en Horecawet is dit niet toegestaan (GO Jeugd, 2004). Nederland ten opzichte van anderen Europese landen Nederlandse scholieren drinken meer dan andere scholieren in Europa. Uit een grootschalig onderzoek in 35 landen blijkt dat de Nederlandse scholier aan kop gaat wat betreft het alcoholgebruik. Het gaat dan om het aantal keren dat men drinkt en het aantal glazen per keer. De risico s van alcoholgebruik worden door de Nederlandse scholier laag ingeschat in vergelijking met andere landen (The ESPAD Report, 2003). Drugsgebruik onder Friese jongeren In Friesland gebruikt 1 op de 10 jongens en 1 op de 20 meisjes met enige regelmaat softdrugs (hasj / marihuana). 2% van de jongeren in Friesland gebruikt harddrugs (cocaïne, amfetamine, xtc). Op het vmbo hebben meer jongeren ooit softdrugs en harddrugs gebruikt dan op de havo of het vwo. Op het vmbo zijn meer huidige harddrugsgebruikers te vinden dan op de havo en vwo. In 2004 gebruiken minder jongeren in Friesland softdrugs en harddrugs dan in % van de gebruikende; jongeren zegt dat ouders niet weten dat zij wel eens softdrugs gebruiken. 71% van de gebruikende jongeren zegt dat ouders niet weten dat zij wel eens harddrugs gebruiken. De meeste jongeren die ooit softdrugs of harddrugs gebruiken, zijn 14 jaar of ouder als zij dit voor het eerst doen. De meeste jongeren gebruiken softdrugs of harddrugs op straat of een hangplek (GO Jeugd, 2004) Verkrijgbaarheid van drugs De richtlijnen van het Openbaar Ministerie geven aan dat jongeren, jonger dan 18 jaar, niet in coffeeshops mogen komen en daar dus ook geen cannabisproducten kunnen kopen. Uit GO Jeugd blijkt dat dit in aanzienlijke mate wordt overtreden. Van de softdrugs gebruikende jongeren onder de 18 jaar geeft 44% aan de softdrugs in de coffeeshop te kopen en 15% het daar te gebruiken. Van de harddruggebruikers geeft 26% aan de harddrugs in de coffeeshop te kopen, 18% op een houseparty en 17% in de disco. Ook hier zijn coffeeshops in overtreding (ook indien het de verkoop door klanten aan klanten betreft; dan nog gaat het veelal om klanten in de coffeeshop die jonger zijn dan 18 jaar). De richtlijnen van het Openbaar Ministerie verbieden de verkoop van harddrugs in coffeeshops. Roken onder Friese jongeren In Friesland rookt bijna een kwart van de jongeren. De helft van de groep rokers, rookt iedere dag. In totaal is dat 12% van de Friese jongens en 9% van de Friese meisjes. Het hoogste percentage rokers bevindt zich onder jongeren van 16 jaar oud. Op het vmbo roken meer jongeren dan op de havo of het vwo. In 2004 roken in Friesland minder jongeren dan in Net als in 1998 ligt de gemiddelde leeftijd waarop jongeren voor het eerst roken, tussen de 12 en 13 jaar. Eén op de 10 jongeren rookt voor het eerst op 11- jarige leeftijd of eerder. Ruim 60% van de jongeren die af en toe roken, zegt dat de ouders niet weten hoeveel zij zoal roken. Bij jongeren die dagelijks roken, is dit 13%. Jongeren die iedere dag roken, geven gemiddeld 8 euro per week uit aan sigaretten of shag. Voor jongeren die af en toe roken is dit 2 euro per week (GO Jeugd, 2004)

18 Figuur 1. Alcoholgebruik, dagelijks roken, softdruggebruik en harddruggebruik onder jongeren in De Friese Wouden (1998) en in de provincie Friesland (2004), per leeftijdgroep (%). Uit onderzoek blijkt dat personen die internetafhankelijk zijn, het internet op een andere manier gebruiken dan personen die niet internetafhankelijk zijn. Internetafhankelijken gebruiken het internet voornamelijk om te chatten en met meerdere personen tegelijkertijd online een computerspel te spelen. Niet internetafhankelijken gebruiken het internet voornamelijk om te en en om informatie op te zoeken. De gemiddelde tijd die internetafhankelijken op het internet doorbrengen verschilt significant met die van niet internetafhankelijken, i.c. internetafhankelijken gemiddeld 40 uur per week en niet internetafhankelijken 4 á 5 uur per week (Young, 1998). Verkrijgbaarheid van tabak Jongeren jonger dan 16 jaar kunnen gemakkelijk tabakswaren kopen. Uit onderzoek van Intraval blijkt ca. 50% van de jongeren onder de 16 hun tabak wel eens in levensmiddelenzaken te kopen. Het overgrote deel van jongeren geeft aan dat zij zonder problemen tabaksproducten kunnen kopen (Intraval, 2003). Volgens de Tabakswet zou dit niet moeten kunnen. Internetafhankelijkheid Bestaat internetafhankelijkheid? Volgens de deskundigen kun je spreken van internetafhankelijkheid als je aan tenminste vijf van de volgende acht criteria voldoet: 1. volledige preoccupatie met het internetgebruik. 2. Er is sprake van tolerantie, d.w.z. dat je steeds meer nodig hebt om hetzelfde effect te bereiken. 3. Herhaaldelijk pogingen om te stoppen met het internetgebruik zijn mislukt. 4. Er is sprake van rusteloosheid, geïrriteerdheid, somberheid en humeurigheid bij de pogingen om te stoppen met het internetgebruik. 5. Men zit gemiddeld langer op het internet dan van te voren bedoeld was. 6. Men brengt door het internetgebruik zijn/haar relatie, werk en opleiding in gevaar. 7. Men liegt tegen familie en anderen over de omvang van het internetgebruik. 8. Men gebruikt het internet om problemen te ontlopen (Beard, 2001). Internetgebruik onder Friese jongeren Er is weinig bekend over internetafhankelijkheid in de Friese samenleving. In het in 2004 gehouden onderzoek GO Jeugd onder Friese scholieren is een aantal vragen gesteld over de tijd die men gemiddeld op het internet verblijft. 83% van de jongeren van 13 tot 18 jaar in Friesland maakt gebruik van internet. Ruim driekwart van de jongeren die internetten, gebruiken internet ook om te chatten. Evenveel jongens als meisjes internetten. Het percentage jongeren dat internet, is vrij stabiel als de verschillende leeftijdsgroepen met elkaar worden vergeleken. Op het vmbo zijn in verhouding minder jongeren die gebruik maken van internet dan op het vwo (vmbo 81% vwo 86%). Friese jongeren internetten gemiddeld 2,5 uur per dag, waarvan zij ongeveer een uur invullen met chatten. De hoeveelheid tijd die jongeren besteden aan internetten is afhankelijk van het doel waarmee men internet. Jongeren die internet gebruiken om te chatten verblijven gemiddeld langer op het internet dan jongeren die niet chatten. Tussen jongens en meisjes is geen verschil in de hoeveelheid tijd die zij besteden aan chatten. Hoewel minder jongeren op het vmbo gebruik maken van internet dan jongeren op het vwo, besteden internetgebruikers op het vmbo gemiddeld meet tijd per dag aan internetten dan jongeren op de havo en het vwo (GO Jeugd, 2004).

19 Conclusies Jongeren komen gemakkelijk aan genotmiddelen, ook als dit gezien hun leeftijd niet is toegestaan In 2004 drinken meer jongeren alcohol dan in 1998 In 2004 gebruiken minder jongeren soft- en harddrugs in vergelijking met In 2004 roken minder jongeren dan in Friese jongeren internetten gemiddeld 2,5 uur per dag; 7% van de jongeren zit daar ruim boven. Informatiebronnen: 1. GO Jeugd 2004; Onderzoek naar de gezondheidssituatie van de Friese Jeugd van jaar; GGD Fryslân. 2. Hoof, J.J. van (2004) What you see is what you drink? Priming als gedragsbeïnvloeding. Onderzoek naar de invloed van visuele alcoholpriming op determinanten van gedrag. Enschede: Universiteit Twente 3. The ESPAD Report 2003 ISBN Informatie ook bij het Trimbosinstituut (Harald Wychgel: of Henk Maurits ) 4. Monitor tabaksverstrekking jongeren Intraval Beard, K.W., Wolf, E.M. Modification in the proposed diagnostic criteria for internet addiction, Cyberpsychology & behavior, volume 4, no. 3, Young, K.S., internet addiction: the emergence of a new clinical disorder, Cyberpsychology & behavior, volume 1, no 3, 1998.

20 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Onderzoek STAP feitenblad genotmiddelen Nummer 5 november 2005 Het Feitenblad genotmiddelen wordt uitgegeven door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Politie Fryslân en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in de provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie in dit feitenblad is voornamelijk gebaseerd op onderzoek van STAP (Stichting Alcoholpreventie) en het Jaarverslag 2004 van de Verslavingszorg Noord Nederland. De tekst wordt op verschillende plaatsen onderbroken door informatie over de werking van specifieke genotmiddelen. Caravanjeugd In 2004 heeft de Stichting Alcoholpreventie onderzoek gedaan naar het alcoholgebruik en de veiligheid binnen een 50-tal caravans, hokken en keten, verdeeld over een aantal gemeenten in Nederland. Dit is gedaan middels interview, observatie en vragenlijst. In het kader van het Feitenblad genotmiddelen beperken we ons tot de gegevens over alcoholgebruik. Alcohol Afhankelijkheid: bij intensief gebruik geestelijke en lichamelijke afhankelijk-heid. Tolerantie: ja. Effect korte termijn: verdovend en ontremmend, aantasting beoordelings- en reactievermogen, sentimen-taliteit, agressie, zelfoverschatting. Effect lange termijn: ernstige schade aan lever, hersenen en maag.

21 De jongeren die caravans en dergelijke bezoeken zijn veelal tussen de 13 en 23 jaar oud. De belangrijkste redenen waarom jongeren caravans bezoeken, zijn: het samenkomen met vrienden (gezelligheid) een eigen plek hebben voor jezelf, zonder ouders/familie bier/alcohol drinken prijs van consumpties t.o.v. de kroeg/café Wat betreft het laatste, ligt de prijs van een fles bier tussen 0,50 en 1,--. Jongeren geven aan gemiddeld een half krat bier (12 flessen) per persoon per avond te drinken. De meeste caravans zijn alleen in het weekend geopend, maar een kwart is alle avonden open. Het onderzoek vermeldt niet hoe vaak jongeren hun caravan per week bezoeken. Tot slot stellen de onderzoekers dat er geen leeftijdsgrenzen worden gehanteerd. Ouders lijken zich nauwelijks zorgen te maken over het alcoholgebruik door hun kinderen, in tegenstelling tot omwonenden, scholen en kerken. In het onderzoek zijn diverse gesprekken gevoerd met betrokken volwassenen bij caravans en dergelijke. Hieruit blijkt geen eenduidige oplossing voor de geschetste problematiek. Veel betrokkenen vinden dat ouders in de oplossing een cruciale rol spelen. Stichting Partoer is voornemens een inventariserend onderzoek te houden naar jeugdonderkomens is Friesland, waaronder caravans, hokken en keten. Friese verslavingszorg bereikt 35% meer cliënten Het aantal mensen dat door Verslavingszorg Noord Nederland in Friesland is geholpen, is in de afgelopen jaren met 35% gestegen. In 2001 had Verslavingszorg Noord Nederland in Friesland 1649 personen in behandeling. In 2004 was dit aantal 2224 (zie figuur 1). Figuur 1. Aantal Friese cliënten van Verslavingszorg Noord Nederland in de periode (Bron: VNN 2005) n Cannabis Afhankelijkheid: lichamelijk niet, geestelijk bij intensief gebruik. Tolerantie: nee. Effect korte termijn: ontspannend, versterkt gevoelens, vermindering concentratie- en reactievermogen, verandering zintuiglijke waarneming. Effect lange termijn: schade aan ademhalingsorganen, kanker (roken), kan grotere kans geven op psychische stoornissen. Vooral verslaafden aan alcohol, cannabis, cocaïne en XTC/amfetamine weten de verslavingszorg in Friesland beter te vinden. De verslavingszorg bereikt veel meer mensen en voert daarmee succesvol het overheidsbeleid uit. De extra aandacht voor alcoholproblematiek en voor jongeren heeft resultaat. Cliënten die primair aan alcohol verslaafd zijn, vormen met 44% de grootste groep. Er was bij deze groep cliënten in 2004 een toename van bijna 50% te zien ten opzichte van 2001.

22 Cocaïne Afhankelijkheid: alleen geestelijk. Tolerantie: nee. Effect korte termijn: Effect lange termijn: stimulerend, onderdrukking van vermoeidheid en honger, toename zelfvertrouwen. gewichtsverlies, slapeloosheid, angst, waanvoorstellingen, geprikkeldheid, achterdocht, agressiviteit, depressie na het stoppen van intensief gebruik, uitputting van het lichaam. Het aantal cannabis- en cocaïneverslaafden dat zich bij Verslavingszorg Noord Nederland in Friesland meldt met een hulpvraag is ruim verdubbeld. Bij beide middelen waren er in 2001 per middel ruim 60 individuele hulpvragen, in 2004 waren er per middel ruim 124 mensen die hulp vroegen voor hun verslaving aan cannabis of cocaïne. XTC Afhankelijkheid: lichamelijk niet, geestelijke afhankelijkheid komt voor. Tolerantie: Effect korte termijn: Effect lange termijn: deels (voor het bewustzijnveranderend effect). oppeppend/ bewustzijnveranderend, versterking van gevoelens van intimiteit met anderen. vermoedelijk veroorzaakt XTC verandering in de hersenen (geheugen kan worden aangetast), invloed op concentratie en stemming (depressiviteit). In Friesland was in 2004 een verdriedubbeling van het aantal XTC/amfetamineverslaafden te zien in vergelijking met Amfetaminen (speed, pep) Afhankelijkheid: lichamelijk gering, geestelijke afhankelijkheid kan snel optreden en Tolerantie: Effect korte termijn: Effect lange termijn: groot zijn. ja. stimulerend, onderdrukking van vermoeidheid en honger, zelfoverschatting neemt toe. rusteloosheid, gewichtsverlies, angst, waanvoorstellingen, geprikkeldheid, achterdocht, agressiviteit, depressie na het stoppen van intensief gebruik, uitputting van het lichaam. Het aantal heroïneverslaafden is de afgelopen vier jaren niet toegenomen maar vormt nog steeds qua omvang de tweede groep van de verslavingszorg, met ongeveer 500 heroïneverslaafden (23%). Het aantal gokverslaafden dat in behandeling ging, bleef in 2004 gelijk aan voorgaande jaren. In figuur 2 staat weergegeven het percentage cliënten van Verslavingszorg Noord Nederland naar primair middelengebruik in 2005.

23 Figuur 2. Percentage Friese cliënten van Verslavingszorg Noord Nederland in 2005 naar primair middelengebruik (Bron: VNN 2005) overig/ onbekend 14% gokken 4% alcohol 44% opiaten 23% Gokken Afhankelijkheid: bij intensief gokken kan geestelijke afhankelijkheid optreden. Tolerantie: niet van toepassing. Effect korte termijn: Effect lange termijn: spanning, de kick. cocaine 5% xtc/ amfetamine 4% cannabis 6% nervositeit, slapeloosheid, verminderd concentratievermogen, verwaarlozing gezondheid, kans op financiële en sociale problemen. Heroïne (en andere opiaten) Afhankelijkheid: Tolerantie: Effect korte termijn: Effect lange termijn: treedt in het algemeen zeer snel op en is dan groot, zowel geestelijk als lichamelijk. ja. verdoving, vermindering van pijn en angstgevoelens, kortdurende euforie, emotionele vervlakking, verstopping; werkingsduur verschilt per soort opiaat. onverschi-lligheid, ondervoeding, verwaarlozing waardoor een grotere kans op infecties, De verhoudingen in leeftijd en geslacht in de cliëntenpopulatie van Verslavingszorg Noord Nederland is in vergelijking met voorgaande jaren nauwelijks veranderd; 30% is vrouw en de gemiddelde leeftijd is veertig jaar. In absolute aantallen is een toename te zien van het aantal cliënten van 57 jaar en ouder. Conclusies Hokken, caravans en keten zijn belangrijke ontmoetingsplaatsen voor jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 23 jaar. Jongeren die hokken, caravans of keten bezoeken, drinken gemiddeld een half krat bier per avond. De prijs van een flesje bier ligt ruim onder de gangbare prijs in de horeca. Ouders blijken zich nauwelijks zorgen te maken over het alcoholgebruik van de jeugd in tegenstelling tot omwonenden, scholen en kerken. In 2004 bereikt Verslavingszorg Noord Nederland 35% meer cliënten ten opzichte van voorgaande jaren. In totaal gaat het om 2224 cliënten. Cliënten die primair verslaafd zijn aan alcohol vormen met 44% de grootste groep, gevolgd door

24 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Amfetamine feitenblad genotmiddelen Nummer 6 mei 2006 Het Feitenblad genotmiddelen wordt uitgegeven door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Politie Fryslân en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in de provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie in dit Feitenblad heeft betrekking op het genotmiddel amfetamine. Hiervoor zijn diverse informatiebronnen geraadpleegd (zie bron-vermelding) en zijn registratiegegevens van Verslavingszorg Noord Nederland opgenomen. Het Feitenblad wordt afgesloten met de resultaten van de evaluatie van het Feitenblad genotmiddelen. Amfetamine Straattaal: Speed, Pep, Bommetje, tikje, Hoofdeffect: Opwekkend Werkzame stof: Alphamethylphenetylamine Uiterlijk: Poeder, pil, capsule Prijs: varieert van 5 tot 15 euro per gram Amfetamine bestaat sinds eind negentiende eeuw. Tot de jaren 60 werd amfetamine als vermageringsmiddel of peppil voorgeschreven door de huisarts. Na de jaren 60 werd amfetamine gebruikt door jongeren, de zogenaamde speedgolf was een feit. De schadelijke gevolgen van onbeheerst gebruik werden zichtbaar. Sinds 1976 is amfetamine illegaal. Wat is het? Amfetamine is een synthetische drug, vervaardigd in illegale laboratoria. Het wordt het meest verkocht in poedervorm. Tabletten of capsules komen incidenteel voor, die worden dan meestal verkocht als XTC. Amfetamine wordt in verschillende concentraties verkocht en vaak versneden met cafeïne of andere niet-werkzame stoffen. Amfetamine wordt vaak verkocht in zogenaamde snow-seals of pony-packs, kleine witte envelopjes met een gram of halve gram amfetaminepoeder. Hoe wordt het ingenomen? Amfetamine wordt in de meeste gevallen gesnoven en zo opgenomen via het neusslijmvlies. In het uitgaanscircuit wordt ook nog wel eens een bommetje gebruikt. Dit is amfetamine gewikkeld in een vloeipapiertje, dat in één keer doorgeslikt wordt. De effecten van snuiven zijn vrij snel voelbaar. Bij slikken duurt dit minuten, afhankelijk van de maaginhoud. In de harddrugs-scene wordt amfetamine ook wel gespoten. Dit werkt het heftigst, maar vaak ook het kortst. Er zijn geruchten dat in Nederland amfetamine tegenwoordig ook wel gerookt wordt.

25 We spreken hier over methamfetamine in kristalvorm ook wel crystal meth of ice genoemd. In Amerika is amfetamine bijna altijd methamfetamine. De werking ervan is 2x zo sterk als die van amfetamine. In Nederland wordt weinig methamfetamine gebruikt. Wie gebruiken het? Amfetamine wordt vooral gebruikt als uitgaansdrug. Het geeft een enorme stoot energie, dus dansen, stappen en drinken kun je langer volhouden. Amfetamine is vooral geliefd onder de bezoekers van hardcore of terror-parties, vroeger ook wel gabbers genoemd, maar wordt ook gebruikt in de horeca of thuis. Uit Amsterdams onderzoek eind jaren 90 blijken de volgende groepen meer dan gemiddeld te gebruiken: club- en partygangers, leerlingen van het speciaal voortgezet onderwijs, spijbelaars, coffeeshopbezoekers en zwerfjongeren. Amfetamine wordt nog wel eens gekscherend boerencoke genoemd. Het lijkt er op dat amfetamine vooral een plattelandsdrug is. Wat zijn de effecten? De kracht van het effect hangt af van de dosis, de wijze van inname, de persoonlijke omstandigheden en verwachtingen van de gebruiker. Gebruikers beschrijven de volgende positieve effecten: Gelukzalig gevoel Energiek Beweeglijk Honger, pijn en moeheid verdwijnen Meer zelfvertrouwen Spraakzaam Denken lijkt sneller en helderder te gaan Wat zijn de risico s? Amfetamine verdoezelt de grenzen van vermoeidheid. De gebruiker kan hierdoor lichaamsreserves aanspreken, hetgeen tot uitputting leidt. In feite pleegt de gebruiker roofbouw op het lichaam. Als het middel is uitgewerkt, voelt de gebruiker zich vaak oververmoeid, katterig en lusteloos. Risico s en effecten van amfetamine openbaren zich op korte termijn, tijdens of direct na het gebruik of op lange termijn, bij langdurig gebruik. Amfetaminen (Speed, pep) Afhankelijkheid: lichamelijk gering, geestelijke afhankelijkheid kan snel optreden en groot Tolerantie: Risico s/effect: Korte termijn: Risico s/effect: Lange termijn: zijn. ja. versnelde ademhaling; verhoging hartslag en bloeddruk / hartkloppingen, tijdelijke toename spierkracht en uithoudingsvermogen, stijging lichaamstemperatuur met risico op oververhitting, vergroting van pupillen, vergroting van spierspanning, misselijkheid, hoofdpijn, slapeloosheid, angst/agressie/ psychose, pijnlijke neus (bij snuiven) rusteloosheid, angst, waanvoorstellingen, geprikkeldheid, achterdocht (paranoia), agressiviteit, depressie, verminderde eetlust, gewichtsverlies, hartritmestoornissen/ chronische vermoeidheid, slecht gebit, afbrokkelende nagels, uitputting van het lichaam. Combinatie met andere middelen Combineren van middelen brengt sowieso meer risico met zich mee. Het effect van de verschillende middelen wordt hierdoor onvoorspelbaar. Amfetamine wordt veel gecombineerd met alcohol. Gebruikers van amfetamine kunnen meer alcohol op en voelen zich minder dronken. Daardoor wordt men vaker roekeloos en agressief. Bovendien is de kater de volgende dag des te groter. Alcohol onttrekt vocht aan het lichaam.

26 Samen met het lichaamstemperatuurverhogend effect van amfetamine kan dit leiden tot oververhitting, een levensbedreigende situatie. Het profiel van amfetaminegebruikers en trends in hun zorggebruik. Met behulp van de registratiesystemen Addictis en Zorgas van Verslavingszorg Noord Nederland wordt een profiel geschetst van amfetaminegebruikers die bij Verslavingszorg Noord Nederland hulpverlening ontvingen in de jaren 2003 en De gemiddelde leeftijd van alle amfetaminegebruikers (als hoofdmiddel of als bijmiddel) is 27 jaar; personen die amfetamine als hoofdmiddel gebruiken (primaire amfetamineverslaving) zijn gemiddeld iets jonger, i.c. 24 jaar. Slechts een vijfde van de amfetaminegebruikers is vrouw en heeft een inkomen. Een kwart van de amfetaminegebruikers wordt klinisch behandeld. Figuur 1. Personen met een primaire amfetamineverslaving, die in 2003 en 2004 hulp zochten bij VNN naar provincie in absolute aantallen. aantal Groningen Drenthe Friesland Het aantal personen in Noord Nederland dat vanwege een primaire amfetamineverslaving hulp zoekt, is in 2004 verdubbeld ten opzichte van 2003, resp. 53 in 2003 en 101 in Wanneer we per provincie kijken, valt op dat de omvang van het aantal primaire amfetamine-verslaafden in de provincie Friesland in 2003 twee keer zo groot was als in de provincies Groningen en Drenthe. Het aantal in Groningen en Drenthe nam in 2004 wel iets toe, terwijl het aantal in de provincie Friesland ruim verdubbelde (figuur 1). Figuur 2. Alle personen met een amfetamineverslaving, die in 2003 en 2004 hulp zochten bij VNN naar provincie in absolute aantallen. aantal Groningen Drenthe Friesland Het totaal aantal amfetaminegebruikers (als hoofdmiddel of als bijmiddel) was in personen; dit waren 57 meer dan in Ook hier zien we hetzelfde beeld als bij de primaire amfetamineverslaafden. Een vrij stabiel beeld in Groningen en Drenthe en een grote toename in de provincie Friesland (figuur 2). Het verschil in het aantal amfetaminegebruikers dat hulp zoekt tussen de noordelijke provincies wordt mogelijk voor een deel verklaard door de manier waarop de verslavingszorg in Noord Nederland zich heeft ontwikkeld. Zo zijn in de provincie Friesland ambulante jongerenteams werkzaam, die een laagdrempelige voorziening vormen voor jongeren met problematisch genotmiddelengebruik. Bovendien is het per provincie verschillend op welke doelgroep de verslavingszorg zich primair richt. Wanneer we naar alle amfetaminegebruikers in Friesland kijken, dan blijkt dat het vooral ging om de volgende gemeenten: Achtkarspelen (van 6 in 2003 naar 14 in 2004), Heerenveen (van 14 in 2003 naar 18 in 2004), Leeuwarden (van 11 in 2003 naar 21 in 2004), Ooststellingwerf (van 5 in 2003 naar 9 in 2004), Smallingerland (van 7 in 2003 naar 18 in 2004) en Wymbritseradiel (van 1 in 2003 naar 5 in 2004). Evaluatie feitenblad genotmiddelen Sinds een aantal jaren wordt het Feitenblad genotmiddelen uitgegeven door de werkgroep Quo Fadis. Feitenblad genotmiddelen no. 5, die in het najaar van 2005 is verspreid, bevatte als bijlage een evaluatieformulier. Hiermee werd u in de gelegenheid gesteld uw mening te geven over de inhoud en relevantie van het Feitenblad genotmiddelen voor uw werk of organisatie.

27 Er zijn 207 evaluatieformulieren retour gezonden. De meeste evaluatieformulieren zijn afkomstig van het basisonderwijs, gevolgd door gemeenten, huisartsen, voortgezet onderwijs en woningbouwverenigingen. Uit figuur 3 blijkt dat de meeste respondenten de inhoud van het Feitenblad genotmiddelen relevant vinden voor de eigen functie en de eigen organisatie. Iets minder dan 10% vindt de inhoud van het Feitenblad genotmiddelen niet relevant voor de eigen functie, dan wel de organisatie. Figuur 3. Relevantie Feitenblad genotmiddelen op basis van evaluatie 2005 relevantie Feitenblad genotmiddelen % relevant: functie en organisatie relevant: functie relevant: organisatie niet relevant Gemiddeld genomen wordt de inhoud van het Feitenblad genotmiddelen gewaardeerd met het rapportcijfer 7½. Van de 207 respondenten, hebben 194 respondenten één of meer adressen aangegeven, om in het vervolg het Feitenblad genotmiddelen digitaal te ontvangen. Conclusies: Amfetamine is een uitgaansdrug. Gebruik van amfetamineheeft op de lange termijn zowel lichamelijk als geestelijk schadelijke effecten. In Friesland komen in vergelijking met de provincies Groningen en Drenthe aanzienlijk meer personen in de verslavingszorg terecht vanwege amfetaminegebruik. Het aantal personen in Noord Nederland dat vanwege een amfetamineverslaving hulp zoekt bij de verslavingszorg, is in 2004 toegenomen ten opzichte van 2003 De inhoudt van het Feitenblad wordt relevant gevonden en gewaardeerd met een gemiddeld rapportcijfer van 7½. Informatiebronnen: 1. Drugs Informatie en Monitoring Systeem; Dims-abc middelen, Trimbos-instituut 2. Van alcohol tot XTC, actuele basisinformatie; De Grift Epen, H. van; Drugsverslaving en alcoholisme; Bohn Stafleu van Loghum; Registratiegegevens Addictis/Zorgas; Verslavingszorg Noord Nederland 7. Evaluatie Feitenblad genotmiddelen 2005; databestand; Quo Fadis De uitkomsten van de evaluatie van het Feitenblad genotmiddelen geven de werkgroep Quo Fadis aanleiding om de huidige werkwijze voort te zetten. Een enkeling betreurt het dat het Feitenblad genotmiddelen in het vervolg digitaal toegezonden wordt. Deze efficiëntieslag maakt echter dat de werkgroep Quo Fadis zich optimaal kan richten op haar doel, namelijk het bijeenbrengen van Friese onderzoeksgegevens op het terrein van genotmiddelen.

28 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Cannabis feitenblad genotmiddelen Nummer 7 november 2006 Het Feitenblad genotmiddelen wordt uitgegeven door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Politie Fryslân en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Quo Fadis heeft als taak gegevens over genotmiddelen in de provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. Dit Feitenblad gaat over het genotmiddel cannabis en is gebaseerd op diverse informatiebronnen. Cannabis Straattaal: Hoofdeffect: Afhankelijkheid: Tolerantie: Werkzame stof: Uiterlijk: Hasj, wiet, stickie, joint, blowtje Waarnemingsveranderend. Geestelijk, bij intensief gebruik. Bij intensief gebruik. Er is meer nodig om het effect te voelen. Om langer en vaker stoned te zijn moet men per keer veel gebruiken. 9-TetraHydro- Cannabinol (THC) Plant, gedroogde bloemtoppen of geperste hars. Prijs: Varieert van 5 tot 10 euro per gram. Wat is het? Cannabis Sativa is een plant, waarvan de psychoactieve stoffen cannabis worden genoemd. Er zijn mannelijke en vrouwelijke planten. Alleen de vrouwelijke planten bevatten de werkzame stof THC. De gedroogde bloemen, stengels of bladeren staan bekend als wiet (marihuana of weed). Een tweede product is hasj (stuff). Dit bestaat uit blokken geperste hars, dat de bladeren en bloemen afscheiden. Hoe wordt het gebruikt? Cannabis wordt meestal gerookt, vermengd met tabak in een joint of stickie of puur in een pijpje of waterpijp. Cannabis kan ook gegeten worden. Spacecake, cannabisbonbons of cannabismuffins zijn producten waarin cannabis verwerkt is. In bepaalde Friese coffeeshops worden zelfs Fryske dûmkes met cannabis verkocht. Soms zet men thee van cannabis. Een methode om te roken zonder de schadelijke teer te inhaleren is het inhaleren van verdampte cannabis met behulp van een zogenaamde vaporizer. Wie gebruiken het? Cannabis is een recreatieve drug die gebruikt wordt in thuissituaties, op straat en, hoewel het geen specifieke uitgaansdrug is, in het uitgaanscircuit. Meer mannen dan vrouwen gebruiken cannabis. Het grootste aantal cannabisgebruikers bevindt zich in de leeftijdsgroep tussen 20 en 24 jaar.

29 Consumptie van cannabis komt meer voor in steden dan op het platteland. Cannabisgebruik komt aanzienlijk meer voor bij bepaalde groepen. Zo is 52% van de daken thuislozen actueel cannabisgebruiker. Mensen met een specifieke stemmings-, angst-, of alcoholstoornis gebruiken vaker cannabis dan mensen zonder deze stoornissen. Wat zijn de effecten? De kracht van het effect hangt af van de dosis, de wijze van inname, de persoonlijke omstandigheden en verwachtingen van de gebruiker. Psychisch eufore stemming high : alles is te gek versterking van zintuiglijke prikkels introvert gedrag vergeetachtig bij praten honger: vreetkick lachen giechelbuien: lachkick onderschatting van de lichamelijke prestaties lacunes in korte termijn geheugen onverschillig, passief, desinteresse Lichamelijk draaierig, licht duizelig, oorsuizing zware benen en armen: stoned rillerig, beverig, koude neuspunt en vingers droge mond en keel, pijn in de borst, dorst rode ogen, trillen van handen of van de tong hartkloppingen; versnelling van de hartslag bij beginnende gebruikers, bij ervaren gebruikers treedt tolerantie op. lichtschuw, echter geen pupilverwijding Wat zijn de risico s? Omdat cannabis in Nederland overwegend wordt gerookt, is het grootste risico schade aan de luchtwegen en longen. Rook van cannabis bevat in doorsnee meer kankerverwekkende stoffen dan rook van tabak. De risico s van cannabis en tabak tellen bij elkaar op als de gebruiker de cannabis, vermengd met tabak, rookt. Iemand die drie à vier joints per dag rookt, loopt een even grote kans om chronische bronchitis te ontwikkelen als iemand die meer dan twintig sigaretten per dag rookt. Diezelfde cannabisgebruiker loopt echter minder risico om astma of longemfyseem te ontwikkelen dan de sigarettenroker. Tot nog toe werd er geen causaal verband aangetoond tussen cannabis roken en longkanker. Het roken van cannabis is sinds relatief korte tijd verspreid in West-Europa. Er kan geen link worden aangetoond tussen cannabis en longkanker. Wel blijken cannabisrokers vatbaarder te zijn voor longinfecties. Door extrapolatie van onderzoek over het roken van tabak naar het roken van cannabis, kan men ver-wachten dat wanneer iemand gedurende een beperkte periode bij gelegenheid cannabis rookt, dit geen verhoogd risico op longkanker met zich meebrengt. Cannabis heeft een negatieve invloed op geheugen, concentratie en leerprestaties. Bij gebruik van cannabis in negatieve stemming is er kans op angst- en paniekaanvallen (flippen). Momenteel is er een discussie gaande over de relatie tussen cannabisgebruik en het ontstaan van psychische stoornissen, met name schizofrenie. Het gebruik van cannabis kan psychotische verschijnselen veroorzaken. Combinatie met andere middelen Combineren van middelen brengt sowieso meer risico met zich mee. Het effect van verschillende middelen wordt hierdoor onvoorspelbaar. Cannabis wordt nogal eens gecombineerd met alcohol. Jongeren praten dan over stronken worden (stoned en dronken). Misselijk-heid is hiervan nogal eens het gevolg. Cannabis wordt soms gebruikt als downer om beter te kunnen slapen na amfetamine-, XTC- of cocaïnegebruik. Cannabis als medicijn Sinds september 2003 kan medicinale cannabis op recept verstrekt worden bij de ziektes multiple sclerose, kanker, hiv en aids, chronische zenuwpijn en bij het syndroom van Gilles de la Tourette. Het gaat hierbij niet om genezing van de genoemde ziektes door cannabis, maar om vermindering van klachten. Cannabis en de wet Cannabis is een softdrug, dat op lijst II staat van de opiumwet. Cannabis mag verkocht worden in coffeeshops die voldoen aan een de AHOJG-criteria.

30 AHOJG-criteria voor coffeeshops Geen Affichering (reclame), geen Harddrugs verkopen, geen Overlast veroorzaken, geen toegang voor Jeugdigen (onder 18 jaar) en geen verkoop van Grote hoeveelheden. De maximale handelsvoorraad is 500 gram, maar gemeenten kunnen een lager maximum vaststellen. Het bezit of kweken van cannabis is strafbaar. In Nederland wordt het kweken van maximaal vier cannabisplanten voor eigen gebruik gedoogd, alsmede het in bezit hebben van maximaal 5 gram cannabis. Cannabisgebruik onder Friese jongeren 16% van de Friese jongens en 11% van de Friese meisjes van 13 tot 18 jaar heeft in 2004 ooit cannabis gebruikt. In Nederland is dit iets hoger, namelijk 20% voor de jongens en 17% voor de meisjes. Het percentage jongeren dat ooit cannabis heeft gebruikt, neemt toe met de leeftijd. Bijna 10% van de jongens en 5% van de meisjes is actueel cannabisgebruiker, met een gemiddelde van 2 keer per maand. Uit vergelijkbaar Fries onderzoek in 1998 blijkt dat het percentage jongeren dat in 2004 cannabis gebruikt (heeft), is afgenomen ten opzichte van In Nederland stabiliseert het aantal cannabisgebruikers onder jongeren zich de laatste jaren. Het profiel van cannabisverslaafden in de hulpverlening en trends in hun zorggebruik Cannabisverslaafden die bij Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) hulp zoeken, hebben een gemiddelde leeftijd van 30 jaar. Personen die cannabis als hoofdmiddel gebruiken (primaire cannabis-verslaving) zijn gemiddeld 26 jaar. Een vijfde deel van de cannabisverslaafden is vrouw en een zelfde deel heeft een baan. Een vijfde deel wordt klinisch behandeld Figuur 1. Personen met een primaire cannabisverslaving die in 2003, 2004 en 2005 hulp zochten bij VNN naar provincie in absolute aantallen Ook in Friesland is in 2005 de omvang van het aantal primaire cannabisverslaafden bijna verdubbeld ten opzichte van Deze toename was procentueel groter dan de toename in Groningen en Drenthe. De toename van het aantal primaire cannabisverslaafden in Friesland, is vooral terug te vinden in de volgende gemeenten: Leeuwarden (21 in 2003; 42 in 2005), Smallingerland (6 in 2003; 21 in 2005), Heerenveen (8 in 2003; 11 in 2005), Opsterland (2 in 2003; 9 in 2005), Skarsterlân (0 in 2003; 5 in 2005), Bolsward (1 in 2003; 4 in 2005). Het totaal aantal cannabisverslaafden (hoofdmiddel of bijmiddel) in Noord Nederland, dat hulp zoekt bij VNN, was in personen. Dit aantal wijkt niet erg af van de jaren daarvoor (zie figuur 2). In tegenstelling tot de toename in omvang van de primaire cannabisverslaafden in Friesland, is de omvang van alle cannabisverslaafden in Friesland over de jaren stabiel. Ook in Groningen en Drenthe is een stabiel totaal aantal cannabisverslaafden over de jaren Figuur 2. Alle personen met een cannabisverslaving, die in 2003, 2004 en 2005 hulp zochten bij VNN naar provincie in absolute aantallen. Friesland Groningen Drenthe totaal Het aantal personen in Noord Nederland dat vanwege een primaire cannabisverslaving hulp zoekt bij VNN is in 2005 met bijna de helft toegenomen ten opzichte van 2003 (figuur 1). In 2005 was het aantal personen waarvan het primaire middel niet is geregistreerd (13%) groter dan in 2003 en 2004 (1%), waardoor de toename in 2005 nog groter zal zijn Friesland Groningen Drenthe totaal

31 Hennep in Fryslân Het aantal opgerolde hennepkwekerijen door de politie in de provincie Fryslân stijgt. In de eerste acht maanden van 2006 zijn er 84 opgerold. In 2005 waren dit nog 50. Er bestaat een sterk vermoeden dat de stijging gerelateerd is aan de volgende ontwikkelingen: toename van risicospreiding hennepkwekerijen; waar voorheen 1 grote hennepplantage werd ingericht, worden steeds vaker meerdere kleine kwekerijen ingericht. Hierdoor worden bij aanhouden van een verdachte, niet 1, maar meerdere kwekerijen opgerold. elke melding van een hennepkwekerij wordt direct in behandeling genomen. Soms wordt bij een clustering van meldingen een project opgezet en uitgevoerd. Meld Misdaad Anoniem; deze mogelijkheid om misdaad telefonisch anoniem te melden kan de melder overhalen om signalen af te geven. convenant Politie/Essent/Omrin; alle betrokken partijen worden geactiveerd bij signalen van een hennepkwekerij. Hierdoor wordt snel, efficiënt en effectief samengewerkt. door de hoge winstmarge op hennep neemt het aantal thuiskwekerijen toe. naar aanleiding van meldingen over het illegaal aftappen van stroom, storingen en brand wordt ook gekeken naar de mogelijke aanwezigheid van een hennepkwekerij. Naast de toename van het aantal opgerolde hennep-kwekerijen, nemen ook de meldingen over de handel in softdrugs, het vervaardigen van softdrugs en het bezit van softdrugs toe ten opzichte van 2005 (figuur 3). Conclusies Cannabis is een softdrug. Het bezit of kweken wordt in beperkte mate gedroogd. Cannabis wordt meestal gerookt, puur of vermengd met tabak. Meer mannen dan vrouwen gebruiken cannabis. De grootste groep gebruikers is tussen de 20 en 24 jaar oud. Het grootste risico van cannabis roken is schade aan de luchtwegen en longen. Cannabis heeft een negatieve invloed op geheugen, concentratie en leerprestatie. Cannabis mag alleen verkocht worden in coffeeshops die voldoen aan de AHOJG criteria. 10% van de Friese jongens en 5% van de Friese meisjes gebruikt regelmatig cannabis. Informatiebronnen: 1. Drugs Informatie en Monitoring Systeem; Dims-abc middelen, Trimbos-instituut 2. Van alcohol tot XTC actuele basisinformatie; De Grift 3. internet: ; Epen, H. van; Drugsverslaving en alcoholisme; Bohn Stafleu van Loghum; Registratiegegevens Addictis/Zorgas/User; Verslavingszorg Noord-Nederland 6. GGD Fryslân; Gezondheid in Friesland januari Politie Fryslân; Registratiegegevens Figuur 3. 8-maandscijfers Politie Fryslân in 2005 en 2006 ten aanzien van meldingen handel, vervaardigen en bezit van softdrugs handel e.d. softdrugs vervaardigen softdrugs bezit softdrugs

32 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Jongeren en alcohol feitenblad genotmiddelen Nummer 8 april 2007 Het Feitenblad genotmiddelen wordt uitgegeven door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Politie Fryslân en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in de provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie in dit Feitenblad heeft betrekking op jongeren en alcohol. Hiervoor zijn diverse informatiebronnen geraadpleegd. Alcohol Alcohol ontstaat door gisting van sommige soorten suikers, zoals die in veel vruchten voorkomen, of van een brouwsel van granen. Hiervan heeft de mens door de eeuwen heen gebruik gemaakt ter bereiding van bier en wijn. Vrijwel alle oude culturen waren met deze gewoonte vertrouwd. Sinds de middeleeuwen kent men ook de distilleertechniek, waardoor dranken van hogere alcoholpercentages kunnen worden verkregen. Voeding remt opname via darmen en maag in bloed maar niet de hoeveelheid alcohol die opgenomen wordt. Wat zijn de effecten? Het gebruik van alcohol kan positief of negatief ervaren worden. Dit hangt af van de ingenomen dosis, persoonlijke omstandigheden en verwachtingen van de gebruiker. Effecten: Verandering in stemming en gedrag Ontspannen gevoel Sociaal smeermiddel Remmen worden weggenomen Verminderd reactie- en beoordelingsvermogen Zelfonderschatting Ongevoelig voor pijn Ongecontroleerd handelen en spreken Dubbelzien of tunnelvisie Black out Kater/dronkenschap Alcohol heeft een verdovende werking. Alcohol gaat vanuit de maag en dunne darm via de poortader naar de lever. In de lever wordt een deel van de alcohol afgebroken. Het andere deel verlaat de lever en wordt via het bloed verspreid door heel het lichaam. Uiteindelijk wordt de alcohol afgebroken door de lever.

33 Wat zijn de risico s? Risico s van alcohol kun je onderverdelen in risico s op korte termijn en risico s op lange termijn. Voor jongeren is alcohol extra schadelijk omdat de hersenen en lever nog niet volgroeid zijn. Korte termijn risico s Black out Bij veel glazen in korte tijd kans op bewusteloosheid (alcoholvergiftiging) Sterk verhoogde kans op ongelukken in het verkeer Sociale problemen, ruzies, ongelukken, valpartijen Potentieproblemen Achterwege blijven van signaalfunctie bij verwonding en onderkoeling Lange termijn risico s Geheugenstoornissen Afnemen kritisch en analytisch denken Verhoogde kans op darmkanker, kanker aan keel en mondholte en leverkanker Syndroom van korsakow Epilepsie Maagontstekingen, maagzweer, maagperforatie Acute en chronische ontsteking van de alvleesklier Leververvetting Verlaagde weerstand Verslaving Naast de risico s zijn er aanwijzingen dat alcohol een positieve invloed kan hebben op bepaalde hart- en vaatziekten. Dit geldt voor mannen van boven de 40 en vrouwen van boven de 50 jaar die zich houden aan de drinknorm (zie pagina 3). De negatieve invloed op andere organen vermindert overigens niet. Alcohol in combinatie met andere middelen Alcohol in combinatie met andere middelen maken het effect onvoorspelbaar. De combinatie met cannabis geeft een groot risico op ernstige misselijkheid. In combinatie met andere verdovende middelen als GHB, opiaten en slaap- en kalmeringsmiddelen, kan alcohol gevaarlijk zijn. De kans op een verlaagd bewustzijn met als gevolg coma of ademhalingsstilstand is zeer aanwezig. Alcohol en tabak Het ontstaan van hoofd- en halstumoren wordt versterkt door het effect van de combinatie roken en alcoholgebruik. Alcoholgebruik en gebruik van tabak samen geeft ook een groter risico op slokdarmkanker en kanker van tong en mondslijmvlies. Vooral het op jeugdige leeftijd beginnen met roken, gaat vaak samen met het ontwikkelen van een verslaving aan alcohol en andere middelen op latere leeftijd. De relatie is te verklaren door een mogelijke genetische aanleg voor verslaving en door de overeenkomstige werking op de hersenen waardoor ze elkaar versterken en onderhouden. Uit onderzoek van GGD Fryslân (2004) blijkt dat van de jongeren die gerekend worden tot de zware drinkers, 39% iedere dag rookt. 8% van de jongeren die niet behoren tot de zware drinkers rookt ieder dag. Overmatig alcoholgebruik verkleint de kans om succesvol te stoppen met roken en vice versa. Voor een alcoholist is het bijv. belangrijk te weten dat de kans op stoppen met drinken wordt vergroot wanneer het lukt om het roken te staken. Jongeren en alcohol: trends Onderzoek van GGD Fryslân (2004) laat zien dat in Friesland 4 van de 5 jongeren tussen de 13 en 18 jaar wel eens alcohol drinken. Jongens die alcohol gebruiken, drinken gemiddeld twee keer per week vijf glazen alcohol. Meisjes die alcohol gebruiken, drinken gemiddeld een keer per week drie glazen alcohol. Het gebruik van breezers en mixdrankjes neemt toe ten opzichte van bier. In vergelijking met 1998, drinken nu meer jongeren in de jongere leeftijdsgroep (13-15 jaar) wel eens alcohol. Deze trend is ook waarneembaar in Nederland (Trimbos Instituut 2003). Ongeveer één op de zes jongeren drinkt voor het eerst alcohol als zij op de basisschool zitten. De gemiddelde leeftijd waarop jongeren alcohol drinken is in 2004 iets lager dan in Ruim driekwart van de jongeren zegt dat ouders weten hoe vaak en hoeveel alcohol zij drinken. De meeste jongeren drinken de alcohol in huiselijk sfeer (thuis of bij vrienden thuis).

34 Bijna 2 op de 3 jongeren onder de zestien jaar koopt zelf alcohol in de disco, bar/café of supermarkt. De monitor Alcoholverstrekking jongeren uit 2005 laat zien dat jongeren die wettelijk gezien geen alcohol mogen kopen, bij een poging tot aankoop ca. 85% kans van slagen hebben (Bureau Intraval) % Drinknorm Jonger < 16 jaar: geen alcohol Mannen: maximaal 3 standaardglazen per dag op maximaal 5 per week. Vrouwen: maximaal 2 standaard glazen op maximaal 5 dagen per week. Overmatig alcoholgebruik 43% van de jongens en 36% van de meisjes zegt de maand voorafgaand het onderzoek ten minste één keer dronken of aangeschoten te zijn geweest. Uit nationaal onderzoek blijkt dat het binge-drinken, het in korte tijd veel drinken, steeds meer voorkomt. Eén op de elf jongeren is een zogenaamde zware drinker 2. Figuur 1 laat zien dat de groep zware drinkers vooral te vinden is onder laagopgeleide jongeren van ca. 15 tot 16 jaar. Figuur 1a/b. Percentage zware drinkers voor jongens en meisjes, per onderwijsniveau en leeftijd. Iedere kolom in figuur 1a/b vertegenwoordigt een groep jongens (a) of meisjes (b) van een bepaalde leeftijd en onderwijsvorm. Bron: GGD Fryslân Gezondheid in Friesland a. jongens 0 vmbo havo vwo 16 jaar 15 jaar 14 jaar 13 jaar en jonger % b. meisjes vmbo havo vwo 16 jaar 15 jaar 14 jaar 13 jaar en jonger Jongeren, alcohol en hulpverlening In totaal kwamen er in 2005 in de provincie Friesland 109 jongeren van jaar en 185 jongeren van jaar vanwege verslavingsproblematiek in contact met een hulpverlener van Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). In 2006 waren dit 143 jongeren van jaar en 205 jongeren van jaar. Het aantal jongeren in Friesland in de leeftijdscategorie jaar dat vanwege alcoholproblematiek hulp zocht bij VNN is in 2006 ten opzichte van 2005 gelijk gebleven; zowel dertien in 2005 als in In de leeftijdscategorie jaar is er een duidelijke toename van jongeren die vanwege alcoholproblematiek hulp zochten bij Verslavingszorg Noord Nederland, namelijk vierentwintig in 2005 en achtendertig in Alcoholvergiftiging Bij navraag bij een algemeen ziekenhuis in Friesland bleek onder andere het volgende: Het aantal jongeren in de leeftijdscategorie jaar dat met een alcoholvergiftiging in een algemeen ziekenhuis wordt opgenomen is vanaf 2004 verdriedubbeld en lijkt zich te stabiliseren, resp. in 2004 vijf, in 2005 veertien en in 2006 twaalf. Voor de leeftijdscategorie jaar lijkt dit zich per jaar te verdubbelen, resp. in 2004 zes, in 2005 elf en in 2006 twintig. Invloed van alcoholreclame op gedrag jongeren Alcoholreclame via tv, internet, tijdens uitgaan en in films leidt bij de beginnende en jonge drinker onmiskenbaar tot positieve verwachtingen van het gebruik van alcohol. Onderzoek laat zien dat de intentie om te gaan drinken wordt versterkt door reclame. Ook blijkt dat vooral humoristische reclame, reclame met animaties en reclame met populaire muziek aantrekkelijk is voor jongeren. Uit andere studies blijkt dat jongeren die meer tv kijken en meer reclames zien ook meer drinken. In 2006 zijn alleen al op televisie bijna (14.663) reclamespots voor alcohol uitgezonden ( in 2004 en ruim in 2005). Gemiddeld per dag ging het in 2006 om 40 spotjes. Bijna de helft (46,6%) van de alcoholreclame wordt via tv uitgezonden voor uur s avonds.

35 Kosten van alcoholmisbruik In Nederland bedragen de accijnzen op bier, wijn en gedistilleerd minder dan de helft van de directe kosten van drankmisbruik in de vorm van gezondheidszorg, politie, justitie, beschadiging van eigendommen en verkeersongelukken. Daarbij is nog geen rekening gehouden met productieverliezen tengevolge van drankmisbruik en immateriële schade (Centraal Plan Bureau). Volgens onderzoek van Bureau Intraval blijkt bij ruim 80% van het uitgaansgeweld alcohol in het spel te zijn. Conclusies Alcohol op jonge leeftijd kan leiden tot hersenbeschadiging In vergelijking met 1998 drinken in Friesland in 2004 meer jongeren alcohol. Het betreft met name jongeren in de jongere leeftijdsgroep. 43% van de jongens en 36% van de meisjes is in de maand voorafgaand het onderzoek tenminste één keer dronken of aangeschoten. Één op de elf jongeren is een zogenaamde zware drinker In Friesland is een toename te zien van het aantal jongeren (19 23 jaar) dat met een alcoholverslaving in de hulpverlening terechtkomt. Het aantal jongeren dat in het ziekenhuis belandt ten gevolge van alcoholvergiftiging is de laatste jaren gestegen. Informatiebronnen: 1. Stichting Alcohol preventie (STAP) 2. Cnossen, S; Discussion Paper: Alcohol Taxation and Regulation in the European Union; Centraal Plan Bureau Van Alcohol tot Xtc, actuele basisinformatie, De Grift 5. Dims-abc middelen, Trimbos Instituut 6. Epen, H. van; Drugsverslaving en alcoholisme; Bohn Stafleu van Loghum; Registratiegegevens Addictis/Zorgas; Verslavingszorg Noord-Nederland 8. GO Jeugd 2004; Onderzoek naar de gezondheidssituatie van de Friese Jeugd van jaar; GGD Fryslân. 9. Monshouwer K et al.; Jeugd en riskant gedrag; Trimbos-instituut; Utrecht; Bielemans et al.; Bureau Intraval

36 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Jongvolwassenen en genotsmiddelen feitenblad genotmiddelen Nummer 9 december 2007 Het Feitenblad genotmiddelen wordt uitgegeven door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Politie Fryslân en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in de provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie in dit Feitenblad heeft betrekking op jongvolwassenen en genotmiddelen. Hiervoor zijn diverse informatiebronnen geraadpleegd, onder andere de Gezondheidsenquête 2005/2006 van GGD Fryslân en registratiegegevens van Verslavingszorg Noord Nederland. Jongvolwassenen Jongeren staan in de belangstelling als het gaat om genotmiddelengebruik, en dan met name overmatig alcoholgebruik. De afgelopen jaren is bewijs geleverd dat alcohol schade toebrengt aan de hersenontwikkeling. De hersenen zijn pas rond het 24 ste levensjaar volledig ontwikkeld. De groep jongvolwassenen is dan ook een aandachtsgroep als het gaat om genotmiddelengebruik. Met de groep jongvolwassenen wordt bedoeld de bevolking in de leeftijd van 19 tot circa 25 jaar. jongvolwassen mannen aan geen enkel criterium van de norm verantwoord alcoholgebruik. In vergelijking met mannen in de leeftijd van jaar is het risico op overmatig alcoholgebruik 2.8 keer zo groot. Bij vrouwen in de leeftijd van jaar voldoet 2% aan geen enkele norm verantwoord alcoholgebruik. Criteria en definities Norm onverantwoord alcoholgebruik Mannen: 1. meer dan 21 glazen per week 2. en/of meer dan vijf glazen per dag 3. en/of meer dan vijf drinkdagen per week. Vrouwen: 1. meer dan 14 glazen per week 2. en/of meer dan drie glazen per dag 3. en/of meer dan vijf drinkdagen per week. Zware drinker Mannen: Vrouwen: minimaal één keer per week tenminste zes glazen alcohol minimaal één keer per week tenminste vier glazen alcohol Alcohol Het valt op dat met name jongvolwassen mannen relatief veel en/of vaak alcohol drinken. In Friesland voldoet 11% van de

37 Het percentage zware drinkers bij de jarige mannen is 65%. Bij toenemende leeftijd daalt dit percentage naar 50% bij de jarige mannen en 42% bij de jarigen. Bij vrouwen van jaar is het percentage zware drinkers 35% (GGD Fryslân Gezondheidsenquête ). Hoewel de Friese cijfers niet goed te vergelijken zijn met landelijke cijfers, kan in het algemeen gezegd worden dat er in Friesland onder de groep jongvolwassenen meer zware drinkers zijn dan in Nederland. Cannabis en harddrugs Bijna één op de vijf (18%) Friezen van 19 tot en met 64 jaar heeft ooit cannabis (hasj en wiet) gebruikt. Twee procent deed dit in het afgelopen jaar (met uitzondering van afgelopen vier weken) en drie procent in de afgelopen vier weken. Het tegenwoordig gebruik van cannabis, oftewel gebruik in de afgelopen vier weken, is het hoogste (9%) bij de leeftijdsgroep jaar. Bij de leeftijdsgroep jaar is dit percentage vier procent. Verhoudingsgewijs is het risico op cannabisgebruik onder jongvolwassenen 2.3 keer zo groot als onder de bevolking van jaar. Bijna één op de twintig (4%) Friezen van 19 tot en met 64 jaar heeft ooit harddrugs (ecstasy, amfetamine, LSD, cocaïne, heroïne) gebruikt. Eén procent gebruikte het afgelopen jaar (met uitzondering van de afgelopen vier weken) en iets meer dan een half procent gebruikte de vier weken voorafgaand aan het onderzoek. Er zijn geen betrouwbare gegevens beschikbaar ten aanzien van harddrugs en de groep jongvolwassenen (GGD Fryslân Gezondheidsenquête ). Uit figuur 1 blijkt dat cannabis het belangrijkste middel is waarvoor jongvolwassenen bij de verslavingszorg hulp zoeken. Bovendien vinden we hier de grootste toename ten opzichte van het voorgaande jaar. In 2005 was het percentage jongvolwassenen met een cannabisverslaving in de verslavingszorg 24%; in 2006 is dit gestegen naar 32%. Het belangrijkste middel waarvoor de leeftijdsgroep ouder dan 25 jaar bij de verslavingszorg hulp zoekt is alcohol, resp. 45 % in het jaar 2005 en 49 % in Naast cannabis zochten jongvolwassenen in 2006 hulp bij de verslavingszorg in verband met verslaving aan alcohol, xtc/amfetamine, cocaïne, opiaten en gokken (figuur 1). Figuur 1. Friese cliënten in de verslavingszorg in 2006 naar primaire verslaving en leeftijdsgroep, percentages (VNN 2007) Cliënten in de verslavingszorg naar primaire verslaving cannabis alcohol xtc/amfetamine cocaïne opiaat gokken onbekend/overig Jongvolwassenen in de hulpverlening In Friesland werden in het jaar personen in de leeftijdsgroep 19 tot en met 24 jaar behandeld vanwege verslavingsproblematiek. Dit was circa 20 procent meer dan in het jaar Het jaar daarop werden in Friesland 1936 personen in de leeftijdsgroep ouder dan 24 jaar behandeld vanwege verslavingsproblematiek. Dit was circa 5 procent meer dan in het jaar Er is dus een veel grotere toename van het aantal jongvolwassenen in de Friese verslavingszorg dan in de oudere leeftijdsgroepen.

38 Het aandeel vrouwen in de leeftijdsgroep van 19 tot en met 24 jaar, dat zich meldt bij de verslavingszorg is lager dan in de oudere leeftijdsgroep, resp. 20% in de leeftijdsgroep 19 tot en met 24 jaar en 26 % in de oudere leeftijdsgroep. Voor alle cliënten die zich melden bij de verslavingszorg geldt dat 10% klinisch wordt behandeld. Alcoholvergiftiging De groep jongvolwassenen valt ook in een ander opzicht op. In vergelijking met voorgaande jaren zijn er landelijk beduidend meer ziekenhuisopnames met alcoholvergiftiging op de Spoedeisende Hulpverlening (SEH). In 2005 waren er landelijk 325 van dergelijke opnames van jongeren van jaar. Tussen 2000 en 2005 is er sprake van een toename van 116 % bij de groep van jaar (hier zitten dus niet de 19- jarigen bij!). De grootste stijging valt te zien bij de groep van jaar (600%). Een algemeen ziekenhuis in Friesland heeft het aantal opnames in verband met alcoholvergiftiging geregistreerd. In 2006 waren dat in de leeftijdsgroep van jaar 20; in vergelijking met 2004 (6 gevallen) is dat 3x zo veel. In Nederland zijn jaarlijks circa 8800 ziekenhuisopnames, waarbij bekend is dat er sprake is van letsel door ongevallen en geweldsdelicten, die samenhangen met alcoholgebruik. Bij de groep jarigen gaat dit jaarlijks om ca personen. Uit hetzelfde rapport blijkt hier sprake te zijn van een forse onderschatting. Afgaande op zelfrapportage wordt het aantal geschat op ziekenhuis-opnames in Nederland in totaal, waarvan ca in de leeftijdsgroep Voor Friesland zou het naar schatting kunnen gaan om ca. 600 behandelingen op een SEH in verband met geweld en ongevallen waarbij alcohol een rol speelde. (Valkenberg et al. 2007) Rijden onder invloed Hoewel jonge mannen van 18 tot en met 24 jaar in 2002 slechts 4% van de totale Nederlandse bevolking vormden, maakten ze 23% uit van de ernstig gewonden en dodelijke slachtoffers door alcoholongevallen. Ondanks het feit dat jonge bestuurders minder alcohol gebruiken dan oudere bestuurders, zijn ze oververtegenwoordigd in de groep slachtoffers en betrokken bestuurders bij alcoholongevallen. Niet alleen hebben jonge bestuurders door hun gebrek aan ervaring ook in nuchtere toestand al een groter risico op een ongeval, maar ook neemt bij jonge, onervaren drinkers het ongevalrisico na alcoholgebruik sterker toe dan bij oudere, meer ervaren drinkers (Hurst et al, 1994, Krüger et al, 1995). Andere groepen met een verhoogd risico om bij een ongeval betrokken te raken, zijn zware drinkers en multidrugsgebruikers. Onder de groep jonge mannelijke bestuurders van 18 tot en met 24 jaar zijn ook de meeste gebruikers van alcohol/drug- en drug/drugcombinaties. Zij waren vijf keer zo vaak positief (3%) voor een van deze gevaarlijke combinaties als alle andere bestuurders (0,6%). Het drugsgebruik onder automobilisten lijkt de laatste twintig jaar te zijn toegenomen. Net als alcohol worden drugs vaker in de weekendnachten gebruikt dan in de rest van de week. Cannabis in het verkeer De meest voorkomende drug in het verkeer is cannabis. Over het effect van cannabisgebruik op het ongevalrisico van automobilisten zijn de meningen verdeeld. Er zijn zowel onderzoeken bekend waarin risicoverhoging is aangetoond (Drummer et al, 2004) als onderzoeken waaruit een dergelijke risicoverhoging niet is gebleken (Robbe & O Hanlon, 1993). Cannabisgebruik zou volgens laatstgenoemden niet tot een verhoogd risico hoeven te leiden, omdat gebruikers zich bewust lijken te zijn van de afgenomen rijvaardigheid en voorzichtiger gaan rijden. Een klein aantal bestuurders gebruikt een combinatie van alcohol en drugs. Hun bloedalcoholgehalte is over het algemeen zeer hoog en hun drugsgebruik blijft zelden tot één middel beperkt. Maatregelen In Nederland geldt voor alcohol in het verkeer als wettelijke limiet een bloedalcoholgehalte van 0,5 promille. Voor jonge bestuurders is deze limiet sinds 2006 verlaagd nar 0,2 promille. Voor drugs en medicijnen zijn geen wettelijke limieten vastgesteld. Maatregelen zoals de alcohollimiet voor verkeersdeelnemers, alcoholcampagnes en de invoering van een alcoholslot kunnen de verkeersveiligheid ten goede komen. Dit geldt ook voor de aselecte politiecontroles, en de invoering van limieten voor drugs en het combinatiegebruik van drugs en alcohol, mits de subjectieve pakkans voor bestuurders

39 voldoende groot is en de politie over genoeg middelen beschikt om deze maatregelen te handhaven. In 2005 registreerde de Politie Fryslân 472 incidenten waarbij jongvolwassenen onder invloed van alcohol deelnamen aan het verkeer. In 2006 betrof dit 554 incidenten. aantal De Educatieve Maatregel Alcohol (EMA) verplicht mensen die onder invloed van alcohol hebben deelgenomen aan het verkeer, tot het volgen van een cursus over alcohol en verkeer. In 2005 namen in Friesland 358 personen deel aan een EMA cursus. 130 deelnemers, oftewel 36% van deze groep was onder de 25 jaar. Een jaar later daalt het percentage EMA deelnemers, zoals blijkt uit figuur 2. Figuur 2. Aantal EMA cursisten in Friesland naar jaar en leeftijd jaar en ouder < 25 jaar Informatiebronnen: 1. Registratiegegevens User; Verslavingszorg Noord-Nederland 2. Gezondheidsenquête ; GGD Fryslân 3. Valkenberg H; Brugmans M; Lely van der N; (Stichting Consument en Veiligheid; Reinier de Graaf Gasthuis) artikel Alcohol en Jongeren: een ongelukkige combinatie gepubliceerd: augustus 2007 in Medisch Contact online en op 4. SWOV-factsheet, Leidschendam, november Drummer, O.H., et al. (2004). The involvement of drugs in drivers of motor vehicles killed in Australian road traffic crashes. In: Accident analysis and prevention, vol. 36, nr. 2, p Hurst, P.M., et al.(1994). The grand rapids dip revisited. In: Accident analysis and prevention, vol.26, nr. 5, p Krüger, H.P., et al. (1995). Grand rapids effects revisited; accidents alcohol and risk. In Alcohol, drugs and traffic safety, Adelaide, August 1995, vol. 1, p Robbe, H.W.J. & O Hanlon, J.F. (1993). Marijuana and actual driving performance. DOT HS National Highway traffic safety administration, Washington, D.C. 9. Politie Fryslân Registratiegegevens; 2007 Conclusies Alcohol heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van hersenen. De ontwikkeling van het menselijk brein is pas voltooid op 24-jarige leeftijd. Jongvolwassen mannen vormen een risicogroep als het gaat om overmatig alcoholgebruik. Cannabis is het belangrijkste middel waarvoor jongvolwassenen in de verslavingszorg terechtkomen. Het aantal opnames in ziekenhuizen ten gevolge van alcohol is de afgelopen jaren verveelvoudigd. Ongeveer 1 op de 3 van alle EMA cursisten is jonger dan 25 jaar. In 2006 is het aantal EMA cursisten jonger dan 25 jaar in zowel absolute als relatieve zin afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar.

40 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Alcohol en ouderen feitenblad genotmiddelen Nummer 10 september 2008 Het Feitenblad genotmiddelen wordt uitgegeven door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Politie Fryslân en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in de provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie in dit Feitenblad heeft betrekking op alcoholgebruik onder ouderen. Hiervoor zijn diverse informatiebronnen geraadpleegd (zie bronvermelding) en zijn registratiegegevens van Verslavingszorg Noord Nederland opgenomen. Ouderen in Friesland Met het toenemen van de leeftijd drinken over het algemeen minder mensen alcohol. Van de jarige inwoners van Friesland drinkt 83% wel eens alcohol; van de jarigen is dit nog 71% en van de Friese bevolking die ouder is, drinkt 53% wel eens alcohol. Zware drinker Mannen: Vrouwen: minimaal één keer per week tenminste zes glazen alcohol minimaal één keer per week tenminste vier glazen alcohol Voor wat betreft het overmatig alcoholgebruik is een positieve tendens te zien naar mate de leeftijd toeneemt (figuur 1). In vergelijking met de volwassen bevolking (19 t/m 64 jaar) is het percentage zware drinkers onder 65-plussers vele malen lager (23% versus 3%). Op oudere leeftijd drinken meer mannen dan vrouwen wel eens alcohol. Bijna de helft van de vrouwen van 65 jaar en ouder drinkt geen alcohol, terwijl dit bij mannen een kwart is. Ook het percentage zware drinkers is onder mannen hoger dan onder vrouwen. Factoren die overmatig alcoholgebruik op oudere leeftijd in de hand kunnen werken zijn o.a. eenzaamheid/isolement, wonen in een verzorgingshuis, fysieke beperkingen of aandoeningen, financiële problemen, stress en grote emotionele veranderingen.

41 Type drinker Bij ouderen met een alcoholprobleem wordt onderscheid gemaakt tussen: Mensen die al hun hele leven problemen hebben met alcohol Mensen die zijn gaan drinken na een heftige (emotionele) gebeurtenis (30%). Vrouwen zijn in deze groep oververtegenwoordigd. Wat zijn de effecten van alcohol op ouderen? Negatieve effecten van alcoholgebruik op oudere leeftijd: Bij kleinere hoeveelheden is men sneller dronken. Bovendien is er een kans op schadelijke gevolgen, omdat ouderen naar verhouding minder lichaamsvocht hebben en meer vet. Ook werken bepaalde organen minder goed (lever, nieren). Een verhoogde kans op lichamelijke en psychische klachten door overmatig alcoholgebruik, zoals hoge bloeddruk, maag- en darmproblemen, angstgevoelens/somberheid, slapeloosheid, vergeetachtigheid en evenwichtsstoornissen. Een groter risico op vallen. Alleen bij matig alcoholgebruik op oudere leeftijd zijn er positieve effecten: Gunstige werking op cognitieve functies, zoals aandacht en informatieverwerking. Verkleining risico op vasculaire dementie. Verkleining van het risico op hart- en vaatziekten. Alcohol in het verkeer Tabel 1 laat het aantal mannen en vrouwen van 55 jaar en ouder zien die in de jaren in Friesland zijn aangehouden in verband met rijden onder invloed. Tabel 1: Rijden onder invloed alcohol bij ouderen naar geslacht (Bron: GIDS/Xpol) t/m Totaal (alle leeftijden) mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen De afgelopen jaren is het aantal ouderen dat wordt aangehouden in verband met rijden onder invloed vrij stabiel. Het percentage mannen dat wordt aangehouden in verband met rijden onder invloed is hoger dan het percentage vrouwen dat wordt aangehouden voor rijden onder invloed. Het percentage rijden onder invloed neemt af naarmate de leeftijd stijgt. Alcohol en medicijnen Alcoholgebruik in combinatie met medicijnen kan riskant zijn. Zelfs na één of twee glazen kunnen schadelijke effecten optreden, zoals: Overbelasting van de lever, het orgaan dat zowel alcohol als medicijnen moet afbreken. Hierdoor kunnen zowel de werkzame stoffen als de afbraakproducten langer in het lichaam blijven. Gevolg kan zijn een overdosering van de medicatie en onaangename effecten zoals misselijkheid, hoofdpijn en hartkloppingen. Het versterken dan wel verzwakken van het effect van bepaalde medicijnen. Vermindering van reactiesnelheid, dufheid en roekeloosheid leidt tot een extra risico bij verkeersdeelname. Slaap- en kalmeringsmiddelen in combinatie met alcohol is hiervan een bekend voorbeeld.

42 Ouderen in de verslavingszorg Alcoholproblemen bij 55-plussers komen vaker voor dan gedacht. Het aantal hulpvragen van deze groep bij ambulante verslavingszorg is in Nederland in 10 jaar met 70% gestegen. Was tien jaar geleden nog 13% van de alcoholcliënten ouder dan 55 jaar, inmiddels is dit gestegen naar 20%. In figuur 2 staat het aantal ouderen in Friesland weergegeven dat in 2006 en 2007 in behandeling was voor een alcoholverslaving bij Verslavingszorg Noord Nederland. Aantal ouderen in de hulpverlening met een alcoholprobleem jaar 65-plus jaar 65-plus Alcohol secundair Alcohol primair Figuur 2. Aantal ouderen in de hulpverlening, naar type verslaving, leeftijd en jaartal (VNN) Het aantal ouderen van jaar in de Friese verslavingszorg is in 2007 gestegen met 15% ten opzichte van Bij de oudere leeftijdsgroep is deze stijging 31%. 182 van de 241 personen (76%) in de leeftijdscategorie van jaar waren in 2007 primair verslaafd aan alcohol. 43 van de 55 personen (80%) van 65 jaar en ouder waren in 2007 primair verslaafd aan alcohol. Ruim een derde van de 55-plussers in de Friese verslavingszorg is vrouw. Vooral bij de 65-plussers neemt het percentage vrouw toe. Ald en n jonkje In verzorgingshuizen drinken ouderen gemiddeld meer alcohol dan zelfstandig wonende ouderen (Buyssen 1996). Bij ouderen is 5% van alle problemen aan alcohol gerelateerd. In verpleeg- en verzorgingshuizen bedraagt dit 10% (Van Etten, 2004). Uit een schriftelijke enquête onder de Friese verzorgings- en verpleeghuizen (2003) blijkt dat er in een aantal verzorgings- en verpleeghuizen in toenemende mate alcoholgebruik onder bewoners wordt geconstateerd. Er is sprake van toenemend storend gedrag door ouderen veroorzaakt door alcohol. Bovendien blijkt er geen duidelijk beleid rond alcoholgebruik in verzorgings- en verpleeghuizen te bestaan. In 2004 is vanuit een samenwerkingsverband van Verslavingszorg Noord Nederland, GGD Fryslân en Zorgschap Fryslân een projectvoorstel gedaan voor een integraal preventieproject gericht op Alcohol en Ouderen in de Friese verzorgings- en verpleeghuizen. Onderdeel van dit project is een training voor verschillende disciplines binnen verpleeg- en verzorgingshuizen Voor alle deelnemers aan de training geldt dat er informatie gegeven wordt over alcoholgebruik op oudere leeftijd, de risico s van de combinatie van alcohol en medicijnen en de nadelige effecten van alcohol. Bovendien is er voor het management veel aandacht voor het opstellen van een alcoholbeleid voor de instelling. De verzorgenden worden getraind in het gebruik van motiverende gespreksvoering. Voor de bewoners, hun familie en de vrijwilligers wordt een middag georganiseerd waar voorlichting wordt gegeven over de risico s van alcohol op oudere leeftijd. Voor meer informatie over dit project neemt u contact op met mevrouw W. de Jong, Verslavingszorg Noord Nederland afdeling Preventie w.dejong@vnn.nl. Conclusies Minder ouderen drinken alcohol in vergelijking met jongere leeftijdsgroepen. Onder de groep ouderen zijn minder zware drinkers in vergelijking met jongere leeftijdsgroepen. Het aantal ouderen dat de afgelopen jaren is aangehouden in verband met rijden onder invloed is stabiel. Het aantal ouderen dat zich meldt bij de hulpverlening in verband met een alcoholprobleem neemt toe. Ouderen woonachtig in verzorgings- en verpleegtehuizen drinken meer alcohol dan ouderen die zelfstandig wonen. Informatiebronnen 1. GGD Fryslân Gezondheidsenquête Volwassenen/Ouderen NIGZ Factsheet Alcohol en ouderen 3. Politie Fryslân Registratiegegevens Xpol/GIDS VNN Registratiegegevens Hulpverlening, VNN Ald en n jonkje

43 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland GHB feitenblad genotmiddelen Nummer 11 mei 2009 Het Feitenblad genotmiddelen wordt uitgegeven door de leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Politie Fryslân en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in de provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie in dit Feitenblad heeft betrekking op het gebruik van GHB. Hiervoor zijn diverse informatiebronnen geraadpleegd (zie bron-vermelding) en zijn registratiegegevens van Verslavingszorg Noord Nederland opgenomen. Wat is GHB? GHB is de straatnaam voor GammaHydroxyButyraat en in de jaren 60 ontwikkeld als een narcosemiddel voor mensen. Omdat er ongewilde bijeffecten optraden is men gestopt het voor dit doeleinde te gebruiken. In de jaren 80 begonnen bodybuilders GHB te gebruiken omdat het de vorming van groeihormoon zou stimuleren. Over deze theorie zijn de meningen verdeeld, het meest waarschijnlijk is dat bodybuilders geen blijvend effect hebben bij gebruik van GHB. Eind jaren 90 kwam GHB op als partydrug. GHB bestaat in vloeibare en poedervorm. Het is geurloos en smaakt zout. GammaHydroxyButyraat Straattaal: GHB, liquid E of vloeibare XTC Hoofdwerking: Verdovend Uiterlijk: Vloeibaar, soms poeder Prijs: 5,- to 10,- per buisje GHB wordt in uitzonderlijke gevallen geproduceerd door de farmaceutische industrie. Daarnaast wordt het langs illegale weg geproduceerd. Hoewel het in het partycircuit nogal eens vloeibare XTC wordt genoemd, heeft het niks met MDMA-achtigen te maken en heeft het ook een hele andere werking. GHB valt onder de opiumwet en staat op lijst 2a omdat, het risico voor de volksgezondheid aanvaardbaar is. Effecten De effecten van GHB zijn allereerst afhankelijk van de dosering. Juist dit is erg lastig bij GHB. Een verschil tussen een dosis met gewenste en een dosis met ongewenste effecten is klein. Daarnaast reageren sommige mensen sterker op GHB dan anderen. In de praktijk blijkt dat regelmatige gebruikers snel tolerantie ontwikkelen en dus meer moeten gebruiken om hetzelfde effect te bereiken.

44 Gewenste effecten die gebruikers noemen zijn: - ontspannen, rustig, warm gevoel voor andere mensen; - opgewekte stemming, praterig; - prettige verdoving, angsten en remmingen verminderen, slaapmiddel; - zin in seks, sterker seksueel gevoel, aanraking wordt sterker gevoeld, sterk orgasme; - vermindert het katerige gevoel na speed en XTC. Risico s We onderscheiden risico s op korte termijn en risico s op lange termijn. Risico s op korte termijn: - overdosering. Hierdoor kan men bewusteloos raken en daardoor stikken in eigen braaksel of tong; - kans op coma, hartstilstand, ademstilstand, bloeddrukproblemen; - in het verkeer heeft GHB vergelijkbare effecten als alcohol; - over seksuele grenzen gaan. Risico s op lange termijn: - bij frequent gebruik kan men verslaafd raken, deze verslaving lijkt op een alcoholverslaving; - de lichamelijke afkick is zeer heftig en geeft kans op een delirium, afkicken kan eigenlijk alleen onder medische begeleiding; - de opgebouwde tolerantie neemt bij het stoppen van gebruik ook zeer snel weer af. Dit geeft bij terugval een groot risico op overdosering. De verdovende werking wordt op deze manier versterkt waardoor een ademhalingsstilstand kan ontstaan. Prevalentiecijfers Op dit moment zijn er landelijk noch provinciaal recente cijfers beschikbaar over gebruik van GHB. Landelijke cijfers worden binnenkort verwacht. De uitkomsten van GO Jeugd, waarin gevraagd is naar het gebruik van GHB, zijn waarschijnlijk in het najaar van 2009 beschikbaar. We zullen hier in één van de volgende Feitenbladen op terugkomen. Een indicatie in verband met het gebruik van GHB vormen de cijfers van het DIMS (Drugs Informatie en Monitoring Systeem van het Trimbos-instituut). Dit systeem heeft als doel inzicht te verkrijgen in de (veranderingen van) de markt van recreatieve drugs. Er wordt onder andere informatie verzameld over het aanbod en de samenstelling van recreatieve drugs in Nederland. Dit gebeurt door middel van een landelijk netwerk, wat hoofdzakelijk bestaat uit instellingen voor verslavingszorg (IVV s). Zij krijgen hun monsters rechtstreeks van de consument. Uit onderstaande tabel blijkt dat het aantal aangeboden GHB monsters is toegenomen. Hieruit zou men kunnen afleiden dat het gebruik ook is gestegen. Echter, ook het totale aantal aangeboden monsters is toegenomen. Bovendien kan de stijging ook simpelweg het gevolg zijn van het feit dat gebruikers vaker iets aanbieden om er zeker van te zijn dat ze de juiste stof (GHB) hebben gekocht. GBL Tegenwoordig wordt er ook BGL verkocht in plaats van het moeilijker verkrijgbare GHB. Het lichaam zet GBL om in GHB. Hoewel het dus om stoffen gaat met hetzelfde effect blijkt er wel een belangrijk verschil tussen GHB en GBL. GBL is vaak minstens dubbel zo sterk als GHB. Pure GBL is een bijtende basische stof en extra schadelijk voor het lichaam (slokdarm, maag). Combinatie met andere middelen Combinatiegebruik brengt altijd risico s met zich mee omdat effecten vaak onvoorspelbaar worden. De combinatie van GHB met alcohol, methadon, heroïne of slaap- en kalmeringmiddelen is echter levensgevaarlijk.

45 Aantal bij DIMS aangeboden GHB/GBL monsters GHB/GBL Totaal aantal monsters Opnames in verband met GHB Een ander cijfer dat wel beschikbaar is in Friesland, is het aantal opnames in een van de algemene ziekenhuizen (De Tjongerschans) in verband met GHB gebruik. Vanaf juli 2007 worden GHB gerelateerde opnames op de Spoedeisende Hulp in dat ziekenhuis geregistreerd. Tot en met het einde van 2007 is sprake van negen gevallen van GHB gebruik, in vier gevallen gecombineerd met alcohol- en in één geval met ander druggebruik. Het ging om vijf mannen en vier vrouwen. De gemiddelde leeftijd was 19,4 jaar, variërend van 15 tot en met 23. Over heel 2008 was sprake van 14 opnames, in zeven gevallen gecombineerd met alcohol en in drie gevallen met het gebruik van andere drugs. Het ging om evenveel mannen als vrouwen. De gemiddeld leeftijd was 19,8 jaar, variërend van 16 tot en met 23. GHB-gebruikers in de Friese verslavingszorg In 2007 waren er vijftien personen die vanwege een primaire GHB-verslaving hulp zochten bij Verslavingszorg Noord Nederland. Elf van de 15 waren afkomstig uit de provincie Friesland. In 2008 waren er veertig personen die vanwege een primaire GHB-verslaving hulp zochten bij VNN. Vijfentwintig van de veertig waren afkomstig uit de provincie Friesland. Er is sprake van een ruime verdubbeling van het aantal Friezen dat vanwege een primaire GHB-verslaving hulp zoekt bij de Friese verslavingszorg. De leeftijd van de Friese GHB-verslaafden was zowel in 2007 als in 2008 gemiddeld 27 jaar. Vijfenveertig procent is van het vrouwelijk geslacht. Naast GHB gebruikt ruim vijftig procent van de GHB-verslaafden ook andere drugs. Alle GHB-verslaafden kregen ambulante hulp en slechts een klein deel (10%) werd opgenomen in een verslavingskliniek. Behandeling van GHB-verslaving stelt specifieke eisen. In verband hiermee is VNN gestart met het ontwikkelen van een richtlijn voor het behandelen en ontgiften van GHBverslaving. Meldingen van onvrijwillig GHB gebruik In de periode 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 zijn meerdere meldingen van onvrijwillig GHB gebruik in Friesland vastgelegd in het bedrijfsprocessensysteem van politie Fryslân. Uit nadere analyse blijkt echter dat dan meestal toch óf sprake is van vrijwillig GHB gebruik óf dat in het geheel geen sprake is van het gebruik van GHB. Men blijkt overmatig alcoholgebruik namelijk nog wel eens te verwarren met GHB gebruik. De meldingen waarbij wel degelijk sprake was van onvrijwillig GHB gebruik staan in onderstaande tabel weergegeven. Bij één van deze meldingen kon ook nog daadwerkelijk door middel van bloedonderzoek worden aangetoond dat er sprake was van een verhoogde GHB-concentratie. In de andere gevallen kon dit niet meer worden aangetoond, of is dit niet nader onderzocht. GHB gebruik is onder andere moeilijk aan te tonen doordat het ook een lichaamseigen stof is. Meldingen onvrijwillig GHB gebruik Friesland in de periode naar geslacht Man Vrouw Totaal

46 Uit de tabel blijkt dat zowel vrouwen als mannen slachtoffer zijn van het onvrijwillig toegediend krijgen van GHB. Het aantal meldingen van dit onvrijwillige gebruik lijkt voor de provincie Friesland niet heel erg hoog te zijn. Conclusies GHB-gebruik en daarmee gerelateerde problemen lijken in Friesland meer voor te komen dan in Groningen en Drenthe; landelijk vergelijkingsmateriaal is niet voorhanden. Het onvrijwillig toegediend krijgen van GHB is moeilijk aan te tonen. Het aantal aangeboden GHB monsters neemt toe; dit kan betekenen dat de onzekerheid omtrent de stof zelf toeneemt en hoeft niet te duiden op een toename in gebruik. Informatiebronnen 1. DIMS-abc middelen, Trimbos-instituut 2. Van alcohol tot XTC, actuele basisinformatie, Iris zorg 3. Politie Fryslân Registratiegegevens Xpol/GIDS 4. VNN Registratiegegevens Hulpverlening Registratiegegevens ziekenhuis De Tjongerschans

47 QUO fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Jongeren en genotmiddelen feitenblad genotmiddelen Nummer 12 januari 2010 Het feitenblad genotmiddelen wordt uitgegeven door leden van Quo Fadis. Quo Fadis is een samenwerkingsverband tussen GGD Fryslân, Politie Fryslân en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Deze werkgroep heeft als taak de gegevens over genotmiddelengebruik in de provincie Fryslân bijeen te brengen en u op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen hierin. De informatie in dit Feitenblad heeft betrekking op het gebruik van genotmiddelen door jongeren jaar. Hiervoor zijn diverse informatiebronnen geraadpleegd (zie bronvermelding). Alcohol en de puberhersenen Schade die het gebruik van alcohol op jonge leeftijd toebrengt aan de hersenen is tegenwoordig uitgebreid gedocumenteerd. Bij andere genotmiddelen is dit niet, of veel minder, het geval. Vandaar dat hier alleen wordt ingegaan op alcohol en de puberhersenen. Alcohol is een giftige stof die normaal gesproken schade veroorzaakt aan de hersenen van de mens. Bij jongeren is alcohol nóg schadelijker omdat de hersenen zich tot ongeveer het 25 e jaar ontwikkelen. In de puberteit ontwikkelen bepaalde gebieden in de hersenen zich eerder dan andere gebieden. Waarschijnlijk zorgt deze onbalans in ontwikkeling voor het zo bekende dwarse pubergedrag. Over het algemeen ontwikkelen de hersenen zich van achteren naar voren waarbij de frontale hersenschors, oftewel de prefrontale cortex, zich als laatste ontwikkelt. Deze prefrontale cortex is verantwoordelijk voor karakter, zelfcontrole, organiseren en plannen en rekening houden met anderen. Dit maakt dat pubers met drank op, sneller over hun grenzen heen gaan. Bij jongens uit zich dit vaak in geweld of vandalisme, meisjes gaan sneller over seksuele grenzen. Alcohol verstoort de ontwikkeling op de prefrontale cortex; daardoor kan er blijvende hersenschade ontstaan. Over het algemeen heeft alcohol een dempende werking op de hersenen, m.a.w. je wordt er suf van. Pubers zijn minder gevoelig voor de dempende werking van alcohol. Dat betekend dat ze minder snel suf worden en de motoriek lijkt minder snel aangetast te worden. Pubers hebben daardoor de neiging om door te drinken. Dit zgn. binge drinken speelt een grote rol bij het ontstaan van hersenschade. Binge drinken is het drinken van 5 of meer drankjes bij één gelegenheid, hetgeen zeer schadelijk is voor de hersenen. Alcohol remt de opname van calcium in de hersenen. Als na een zuippartij gestopt wordt met drinken en hierdoor alle alcohol uit de hersenen verdwijnt, komt er teveel calcium in de hersenen: een grote giftige hoeveelheid die hersencellen doet afbreken. Overmatig alcoholgebruik bij pubers kan daarnaast een verstorende werking hebben op het cognitief functioneren waardoor leerproblemen kunnen ontstaan. Tot slot is uit onderzoek bekend dat bij kinderen die voor hun 15 de beginnen met drinken, de kans groter is dat ze alcoholverslaafd raken op latere leeftijd. Van de jongeren die voor hun

48 13 de jaar drinken is 40% op een bepaald moment in hun leven alcoholverslaafd. Uit recent onderzoek blijkt dat jongeren die voor hun 13 de aangaven het jaar daarvoor 3 glazen alcohol te hebben gedronken, op hun 23 ste 2x zoveel kans maken op een alcoholverslaving als niet-drinkers. Jongeren en genotmiddelen GO Jeugd is een leefstijl- en gezondheidsonderzoek onder Friese jongeren van jaar dan eens in de vier jaar door GGD Fryslân wordt gehouden. Hieronder worden de resultaten van het laatste onderzoek uit 2008 beschreven op het gebied van genotmiddelen. Waar mogelijk worden de resultaten vergeleken met het onderzoek uit Alcohol Het blijkt dat 63% van de Friese jongeren wel eens alcohol heeft gedronken, 51% nog in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek. Vergeleken met 2004 is het percentage alcoholdrinkende jongeren afgenomen. In de vier weken voorafgaand aan het onderzoek heeft 38% van de jarigen minimaal één keer aan binge drinken gedaan. Daarnaast is 41% van de jongeren wel eens aangeschoten geweest, 24% nog in de vier weken voor het onderzoek. Over het algemeen drinken jongeren (bij iemand) thuis of in een discotheek. Het merendeel houdt zich aan de wettelijke regels voor alcoholverkoop. Veertien procent van de jongeren onder de 16 jaar koopt echter wel eens zelf alcohol. Drugs Negentien procent van de Friese jongeren heeft wel eens cannabis gehad, 9% nog vier voorafgaande weken. Het percentage jongeren dat ooit cannabis heeft gehad is toegenomen vergeleken met Toen had 14% wel een cannabis gebruikt. Het gebruik van andere drugs komt minder vaak voor dan cannabisgebruik. Het meest genoemd wordt cocaïne. Dat is door 3% wel eens gebruikt. In totaal heeft 5% wel eens één of meerdere harddrugs gebruikt. Dat is ongeveer gelijk aan daarnaast heeft 2% wel eens ghb gehad en nog eens 2% wel eens paddo s gebruikt. Roken Twintig procent van de Friese jarigen rookt. Het percentage rokende jongeren is niet echt afgenomen in vergelijking met 2004, toen nog 22% rookte. Van alle jongeren rookt 11% dagelijks, dat is meer dan de helft van het totale aantal rokers. Negen procent van de jongeren rookt 21 sigaretten of meer per week. Risicogroepen Groepen jongeren waarvan een groter deel genotmiddelen gebruikt zijn de jongens, de oudere jongeren en de vmbo-basisleerlingen. Verder gebruiken mbo-leerlingen relatief vaker alcohol of drugs. De gemiddelde leeftijd van deze groep ligt echter wel wat hoger. Tot slot geven allochtone jongeren vaker dan autochtonen aan ervaring te hebben met drugs. Jeugddelicten en genotmiddelen In 2008 heeft politie Fryslân onderzoek gedaan naar de relatie tussen jeugddelicten en het gebruik van alcohol en drugs. Het onderzoek richtte zich op jongeren tussen de 12 en 18 jaar (minderjarigen). De uitkomsten waren als volgt: Zoals hierboven te zien is, wordt 21% van de delicten gepleegd onder invloed van genotmiddelen. Bij 72% van de delicten is geen sprake van alcohol en/of drugsgebruik en van 7% is het niet bekend of hiervan sprake was. Bij de registratie van het gebruik van alcohol en/of drugs moeten enkele

Leefstijl. 1. Genotmiddelengebruik

Leefstijl. 1. Genotmiddelengebruik 1. Genotmiddelengebruik 1.1 Alcohol Uit onderzoek in de gemeente Wûnseradiel blijkt dat ongeveer driekwart van de jongeren tussen 12 en 23 jaar, alcohol drinkt (2BCtnd (=To Be Continued), 2002). Het gebruik

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Alcohol

GO Jeugd 2008 Alcohol GO Jeugd 2008 Alcohol Samenvatting alcohol Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 63% van de Friese 12 t/m 18 jarigen wel eens alcohol heeft, 51% nog in de vier voorafgaand aan het

Nadere informatie

Man-vrouw verschillen bij genotmiddelengebruik

Man-vrouw verschillen bij genotmiddelengebruik QUO QUO fadis fadis GGD Fryslân Politie Fryslân Verslavingszorg Noord Nederland Man-vrouw verschillen bij genotmiddelengebruik feitenblad genotmiddelen Nummer 16 maart 2013 Het Feitenblad genotmiddelen

Nadere informatie

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 34300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003 RIS128575a_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie

Nadere informatie

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt. IJsselland GENOTMIDDELEN Jongerenmonitor 1 4% ooit alcohol gedronken.163 jongeren School Klas 13-14 jaar Klas 4 1-16 jaar 4% weleens gerookt % ooit wiet gebruikt Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

Figuur 1. Redenen van jongeren om zich thuis of in de woonomgeving bang of angstig te voelen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004).

Figuur 1. Redenen van jongeren om zich thuis of in de woonomgeving bang of angstig te voelen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004). 2. Veiligheidsgevoelens 2.1 Veiligheid thuis of in de woonomgeving Driekwart van de jongeren van 13 tot en met 18 jaar voelt zich thuis of in de woonomgeving nooit bang of angstig. Van de jongens voelt

Nadere informatie

Factsheet alcohol. Think Before You Drink

Factsheet alcohol. Think Before You Drink Factsheet alcohol Think Before You Drink Jongeren drinken te vroeg, te veel en te vaak. Ook in West-Brabant is dit het geval. Bovendien tolereren veel ouders dat hun kinderen onder de 16 jaar alcohol drinken.

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N GENOTMIDDELEN V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 5 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in 2009 een schriftelijke

Nadere informatie

Leeftijd eerste ervaring met alcohol 12-15 16-19 20-23. < 11 jaar 11-12 13-15 16-18

Leeftijd eerste ervaring met alcohol 12-15 16-19 20-23. < 11 jaar 11-12 13-15 16-18 Feiten over het Alcohol- en Drugsgebruik van jongeren in het district Rivierenland Gelderland-Midden Gebaseerd op het onderzoek: Lekker samen van de kaart (maart 27) Inleiding Het alcoholgebruik neemt

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Psychosociale gezondheid en gedrag

Psychosociale gezondheid en gedrag Psychosociale gezondheid en gedrag 1. Criminaliteit 1.1 Criminaliteit onder Friese jongeren De meest genoemde vorm van criminaliteit waar Friese jongeren van 13 tot en met 18 jaar zich in 2004 schuldig

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

tot 24 jaar Monitor jongeren 12 Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,

Nadere informatie

Tabellenboek. GO Jeugd 2012

Tabellenboek. GO Jeugd 2012 Tabellenboek GO Jeugd 2012 Tabellenboek GO Jeugd 2012 Leeswijzer... 5 Respons per gemeente...6 Ervaren gezondheid...7 Belemmering door ziekte/aandoening...8 Indicatieve score psychosociale problematiek...9

Nadere informatie

Jeugd. Gezondheid, welzijn en leefstijl

Jeugd. Gezondheid, welzijn en leefstijl Jeugd Gezondheid, welzijn en leefstijl Verslag van een onderzoek onder jeugd in de regio Oost Nederland 24 Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Oost Nederland Zeven samenwerkende GGD en in

Nadere informatie

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 RIS128575b_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie en

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling De Jeugdpeiling is een instrument met als doel op systematische wijze ontwikkelingen en trends in riskante gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Hierbij is de aandacht gericht op gedrag met betrekking

Nadere informatie

Peilstationsonderzoek. Genotmiddelengebruik scholieren Voortgezet

Peilstationsonderzoek. Genotmiddelengebruik scholieren Voortgezet Peilstationsonderzoek Genotmiddelengebruik scholieren Voortgezet Onderwijs Den Haag 2011 Januari 2013 Gemeente Den Haag Dienst OCW / GGD Den Haag, Epidemiologie en Jeugdgezondheidszorg Ad van Dijk Mary

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

GO Jeugd 2008 Seksualiteit GO Jeugd 2008 Seksualiteit Samenvatting seksualiteit Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 22% van de Friese 12 t/m 18 jongeren wel eens geslachtsgemeenschap heeft gehad. De helft

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht 2007. Uitgave van Trimbosinstituut

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht 2007. Uitgave van Trimbosinstituut : Alcohol, roken en drugs Inleiding In onze maatschappij zijn het gebruik van alcohol en andere drugs heel gewoon geworden roken en het drinken van alcoholische dranken gebeurt op recepties, feestjes,

Nadere informatie

Casus: Alcoholverkoop aan jongeren Lesbrief en vragen

Casus: Alcoholverkoop aan jongeren Lesbrief en vragen Casus: Alcoholverkoop aan jongeren Lesbrief en vragen Bij deze opgave horen informatiebronnen 1 en 2. In informatiebron 1 zijn enkele overzichten opgenomen over het gebruik van alcohol onder scholieren

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Tabak, cannabis en harddrugs

Tabak, cannabis en harddrugs JONGERENPEILING 0 ZUID-HOLLAND NOORD De jongerenpeiling heeft als doel om periodiek op systematische wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Dit is het eerste

Nadere informatie

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling 1. Kindermishandeling Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte

Nadere informatie

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start

Nadere informatie

Gezondheidsenquête Drenthe 2003. Tabellenboek Borger-Odoorn

Gezondheidsenquête Drenthe 2003. Tabellenboek Borger-Odoorn Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Tabellenboek Borger C.A. Bos, epidemioloog N. van Zanden, epidemioloog GGD Drenthe Overcingellaan 19 9401 LA Assen Tel.: 0592 306300 c.a.bos@ggddrenthe.nl n.van.zanden@ggddrenthe.nl

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol 1 (19) Onderzoek Inwonerspanel Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 5 december kregen de panelleden van 12 tot en met 18 jaar (280 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst

Nadere informatie

ALCOHOLGEBRUIK VAN JONGEREN IN DE REGIO IJSSEL-VECHT. Gezondheidsmonitor jongeren jaar

ALCOHOLGEBRUIK VAN JONGEREN IN DE REGIO IJSSEL-VECHT. Gezondheidsmonitor jongeren jaar ALCOHOLGEBRUIK VAN JONGEREN IN DE REGIO IJSSEL-VECHT Gezondheidsmonitor jongeren 12-24 jaar INHOUD factsheet alcoholgebruik 1 inleiding 2 het gebruik van alcohol 3 hoeveelheid drank 4 welke dranken 5 waar

Nadere informatie

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Op weg naar een generatie Nix? Trends in middelengebruik onder scholieren Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Vandaag: HBSC: de studie Middelengebruik: trends 2001-2013 Ouders en middelengebruik Indicatoren

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Mishandeling

GO Jeugd 2008 Mishandeling GO Jeugd 2008 Mishandeling Samenvatting mishandeling Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 7% van de 12 t/m 18 jarigen in Fryslân geestelijk wordt mishandeld. Ook wordt 4% lichamelijk

Nadere informatie

DDe afgelopen jaren zijn de regels voor

DDe afgelopen jaren zijn de regels voor Bij deze opgave horen informatiebronnen 1 en 2. In informatiebron 1 zijn enkele overzichten opgenomen over het gebruik van alcohol onder scholieren van 12 tot en met 16 jaar. Informatiebron 2 bevat informatie

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO Gelderland-Zuid E-MOVO 2015-2016 De resultaten in deze factsheet zijn afkomstig uit het 4 e E-MOVO jongerenonderzoek. In 2015 werd dit onderzoek uitgevoerd onder ruim 10.000 leerlingen in het voortgezet

Nadere informatie

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004 3. Voeding Een gezonde voeding is een van de uitgangspunten voor het goed functioneren van het lichaam. In dit gezondheidsprofiel wordt op een aantal aspecten van voeding ingegaan. Hoewel dit geen totaalbeeld

Nadere informatie

Concept Peiling. Koop- en drinkgedrag van Friese 16- en 17-jarigen

Concept Peiling. Koop- en drinkgedrag van Friese 16- en 17-jarigen Concept Peiling Koop- en drinkgedrag van Friese 16- en 17-jarigen 2016 Oktober 2016 Uitvoering: Platform Nuchtere Fries Platform Nuchtere Fries is een samenwerking tussen alle Friese gemeenten, GGD Fryslân,

Nadere informatie

Kengetallen gemeenten Friesland

Kengetallen gemeenten Friesland Kengetallen gemeenten Friesland 2012 Afdeling Onderzoek Maart 2013 Bron: User Kengetallen Friese gemeenten 2012. Provincie Fryslân (647.214* inwoners op 1-1-2012) 1) 2012: 2998 cliënten; dit is 4,63 sonen

Nadere informatie

Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het voorkomen van risicosituaties tussen jongens en meisjes.

Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het voorkomen van risicosituaties tussen jongens en meisjes. 1. 0 4 jarigen Sinds 1 januari 2004 gebruiken Thuiszorg Het Friese Land, Thuiszorg De Friese Wouden en Thuiszorg Zuidwest Friesland een nieuw risicoregistratiesysteem. Doel van deze risicoregistratie is

Nadere informatie

Themarapport. Gezonde Leefstijl. Voortgezet onderwijs. april 2008. Inleiding. Roken

Themarapport. Gezonde Leefstijl. Voortgezet onderwijs. april 2008. Inleiding. Roken Themarapport Voortgezet onderwijs NR Gezonde Leefstijl april 008 De Jeugdmonitor Zeeland is een samenwerkingsverband van de Provincie Zeeland, de 13 Zeeuwse gemeenten en verschillende instellingen die

Nadere informatie

Monitor alcohol en middelen

Monitor alcohol en middelen Geneeskundige en Gezondheidsdienst Monitor alcohol en middelen www.utrecht.nl/gggd Thema 1 Alcohol- en middelengebruik in Utrecht Wat, waar en hoeveel? 2011 Colofon Uitgave Unit Epidemiologie en informatie

Nadere informatie

Onderzoek Kooppogingen alcohol door jongeren

Onderzoek Kooppogingen alcohol door jongeren CO LO F O N St. I NTRAVAL Postadres Postbus 1781 971 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: St. Jansstraat 2C Telefoon - 313 4 2 Fax - 312 7 26 Kantoor Rotterdam: Goudsesingel

Nadere informatie

Titel van deze presentatie

Titel van deze presentatie Roken en drinken onder jongeren Titel van deze presentatie De Subtitel trend van in de de cijfers presentatie NIX18 Informatiemiddag 2018 Marlous Tuithof Titel van deze presentatie Subtitel van de presentatie

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

1 Algemene Gezondheid

1 Algemene Gezondheid 1 Algemene Gezondheid Gezondheid in Friesland In de uitwerking van het thema algemene wordt inzicht gegeven in de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar beoordeelt. Ook wordt kwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Genotmiddelengebruik onder middelbare scholieren in Den Haag

Genotmiddelengebruik onder middelbare scholieren in Den Haag 15 Genotmiddelengebruik onder middelbare scholieren in Den Haag M.P.H. Berns, A.J.M. Gelton, M.A.T.W. Zwartendijk-Schats, B.J.C. Middelkoop Het roken, het gebruik van alcohol, cannabis en illegale drugs

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Waterland Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Alcoholgebruik: omvang in de regio

Alcoholgebruik: omvang in de regio Alcoholgebruik: omvang in de regio Schadelijk alcoholgebruik in de regio Het alcoholgebruik(1) onder volwassenen (tot 65 jaar) in Zuid-Limburg is 85%. Van de ouderen (65+) geeft 75% aan alcohol te drinken.

Nadere informatie

KERNCIJFERS ROKEN 2017

KERNCIJFERS ROKEN 2017 OKTOBER 2018 KERNCIJFERS ROKEN 2017 DE LAATSTE CIJFERS OVER ROKEN, STOPPEN MET ROKEN, MEEROKEN EN HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE SIGARETTEN ROKEN IN NEDERLAND 23,1% van de volwassenen (18 jaar en ouder)

Nadere informatie

Gezondheidsenquête Drenthe 2003

Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Tabellenboek C.A. Bos, epidemioloog N. van Zanden, epidemioloog GGD Drenthe Overcingellaan 19 9401 LA Assen Tel.: 0592 306300 c.a.bos@ggddrenthe.nl n.van.zanden@ggddrenthe.nl

Nadere informatie

Gezondheidsenquête Drenthe 2003

Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Tabellenboek C.A. Bos, epidemioloog N. van Zanden, epidemioloog GGD Drenthe Overcingellaan 19 9401 LA Assen Tel.: 0592 306300 c.a.bos@ggddrenthe.nl n.van.zanden@ggddrenthe.nl

Nadere informatie

Genotmiddelen. Genotmiddelen. Bron: http://gezondeleefstijl.slo.nl 1

Genotmiddelen. Genotmiddelen. Bron: http://gezondeleefstijl.slo.nl 1 zijn er altijd al geweest en zullen er ook altijd blijven. Veel jongeren experimenteren in de puberteit met roken, alcohol en drugs en een deel laat zich verleiden tot risicovol gedrag. Jongeren zijn extra

Nadere informatie

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013 FACTSHEET MAART 2014 FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013 KERNPUNTEN Een kwart (25%) van de Nederlandse bevolking vanaf 15 jaar rookt in 2013: 19% rookt dagelijks en 6% niet dagelijks. Het percentage

Nadere informatie

Gezondheidsenquête Drenthe 2003

Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Tabellenboek De Wolden C.A. Bos, epidemioloog N. van Zanden, epidemioloog GGD Drenthe Overcingellaan 19 9401 LA Assen Tel.: 0592 306300 c.a.bos@ggddrenthe.nl n.van.zanden@ggddrenthe.nl

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013 Samenvatting Twente Versie 2, oktober 2013 Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

Gezondheidsenquête Drenthe 2003

Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Gezondheidsenquête 2003 Tabellenboek C.A. Bos, epidemioloog N. van Zanden, epidemioloog GGD Overcingellaan 19 9401 LA Assen Tel.: 0592 306300 c.a.bos@ggddrenthe.nl n.van.zanden@ggddrenthe.nl www.ggddrenthe.nl

Nadere informatie

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010 Genotmiddelen (Alcoholgebruik, roken, druggebruik, gokken en gamen) Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010 Genotmiddelen kunnen leiden tot verslaving ofwel afhankelijkheid.

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Resultaten per district en in de tijd Bureau Onderzoek Op Maat april 2010 Veiligheidsmonitor 2009, gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Evaluatie veilig uitgaan

Evaluatie veilig uitgaan Evaluatie veilig uitgaan Gemeente Amersfoort Dorien de Bruijn, Ben van de Burgwal 5 december 2014 Ruim 90% van het ondervraagde uitgaanspubliek voelt zich altijd of meestal veilig tijdens het uitgaan in

Nadere informatie

Opvoedingsproblemen. leeftijd ouders leeftijd ouders leeftijd ouders middelbaar onderwijs. hoger onderw ijs.

Opvoedingsproblemen. leeftijd ouders leeftijd ouders leeftijd ouders middelbaar onderwijs. hoger onderw ijs. 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 In deze uitwerking van het thema opvoedingsondersteuning wordt inzicht gegeven in de vragen en/of problemen die Friese ouders/verzorgers ervaren bij het opvoeden van kinderen

Nadere informatie

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag. 2. Overgewicht De gevolgen van overgewicht op de kinderleeftijd zijn uiteenlopend van psychosociale problemen, zoals gepest worden, negatief zelfbeeld en depressiviteit, tot lichamelijke problemen zoals

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

Workshop 9 En morgen gezond weer op

Workshop 9 En morgen gezond weer op 23 april 2012 Symposium Ouderen & Alcohol Workshop 9 En morgen gezond weer op Complementair werken in de zorg voor ouderen Yildiz Gecer Tactus Henk Snijders Carintreggeland Voorstellen Wie zijn wij? Wie

Nadere informatie

Gezondheid in Friesland

Gezondheid in Friesland 4. In de uitwerking van het thema leefstijl wordt inzicht gegeven in hoeverre de Friese bevolking aan lichaamsbeweging doet, hoeveel alcoholhoudende dranken men drinkt, rookt en drugs gebruikt en de mate

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R ROKEN EN ALCOHOLGEBRUIK Jeugd 2010 5 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN STAPHORST

TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN STAPHORST TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN STAPHORST 2011 Tabellen alcoholgebruik jongeren Staphorst Nooit alcohol gedronken ja 33,3% 37,6% 74,4% 12,7% 35,3% nee 66,7% 62,4% 25,6% 87,3% 64,7% Drink bier ja 67,8%

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek in de verslavingszorg 1995-2009

Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek in de verslavingszorg 1995-2009 Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek in de verslavingszorg 1995-2009 Houten, april 2011 Stichting IVZ Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor cannabisproblematiek

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Lekker samen van de kaart, deel twee

Lekker samen van de kaart, deel twee Lekker samen van de kaart, deel twee Het gebruik van alcohol en drugs door jongeren in de zes gemeenten van het (politie)district Rivierenland Gelderland Midden Herhalingsmeting 2010 Voorwoord Het alcoholgebruik

Nadere informatie

Werkstuk Maatschappijleer Alcohol

Werkstuk Maatschappijleer Alcohol Werkstuk Maatschappijleer Alcohol Werkstuk door een scholier 1502 woorden 27 april 2004 6,2 255 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inhoud Inleiding Alcohol door de jaren heen Wat is alcoholisme Is alcohol

Nadere informatie

Achtergrondinformatie opdracht 3, module 5, les 9

Achtergrondinformatie opdracht 3, module 5, les 9 Achtergrondinformatie opdracht 3, module 5, les 9 Roken alcohol en drugs Roken, alcohol en drugs zijn schrikbeelden voor veel ouders. Dit geldt voor allochtone ouders én Nederlandse ouders. Sommige kinderen

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Alcoholhulpvraag in Nederland

Alcoholhulpvraag in Nederland Alcoholhulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor alcoholproblematiek in de verslavingszorg 25-214 Houten, december 215 Stichting IVZ Alcoholhulpvraag in Nederland Belangrijkste

Nadere informatie

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008 Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008 Samenvatting De Westfriese gemeenten hebben in samenwerking met onder meer de politie

Nadere informatie

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland (1998-2007)

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland (1998-2007) in Nederland (1998-2007) Juni 2009 In het kort Het aantal 55-plussers met een alcoholhulpvraag is sinds 1998 met 130% gestegen (89% gecorrigeerd voor vergrijzing). Het aandeel alcoholcliënten van 55 jaar

Nadere informatie

Het beleid van scholen rond tabak, alcohol en cannabis

Het beleid van scholen rond tabak, alcohol en cannabis Factsheet Het beleid van scholen rond tabak, alcohol en cannabis Deze factsheet rapporteert (de veranderingen in) het beleid van scholen voor Voortgezet Onderwijs (VMBO, HAVO, VWO) rond het gebruik van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête Drenthe 2003

Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Tabellenboek C.A. Bos, epidemioloog N. van Zanden, epidemioloog GGD Drenthe Overcingellaan 19 9401 LA Tel.: 0592 306300 c.a.bos@ggddrenthe.nl n.van.zanden@ggddrenthe.nl

Nadere informatie

Project Alcohol 2014

Project Alcohol 2014 Project Alcohol 2014 Naam: Jong geleerd is oud gedaan!!!! Laat je niet Naam: F L s E s E N Klas:!!! 1 Inleiding De carnaval komt eraan. Een feest dat gevierd moet worden. Maar is het feestje van plezier

Nadere informatie

Gezondheidsenquête Drenthe 2003

Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Gezondheidsenquête Drenthe 2003 Tabellenboek Meppel C.A. Bos, epidemioloog N. van Zanden, epidemioloog GGD Drenthe Overcingellaan 19 9401 LA Assen Tel.: 0592 306300 c.a.bos@ggddrenthe.nl n.van.zanden@ggddrenthe.nl

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

Gezondheid in Friesland

Gezondheid in Friesland 4 Leefstijl In de uitwerking van het thema leefstijl wordt inzicht gegeven in hoeverre de Friese bevolking aan lichaamsbeweging doet, hoeveel alcoholhoudende dranken men drinkt, rookt en drugs gebruikt

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans Bijna één op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2015 slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogensof vandalismedelicten.

Nadere informatie

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen J. Snippe A. Beelen B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie