Tijdschrift voor Urologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tijdschrift voor Urologie"

Transcriptie

1 COLOFON Het Tijdschrift voor Urologie wordt uitgegeven onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging voor Urologie en is een uitgave van Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media. Verschijnt achtmaal per jaar. Bohn Stafleu van Loghum 2014 ISSN Redactie dr. H.G. van der Poel (hoofdredacteur) TvU: prof. dr. P.F.A. Mulders (sectieredacteur), drs. M.T.W.T. Lock, drs. R.P. Meijer, dr. B.F.M. Blok De Urograaf: dr. A.N. Vis (sectieredacteur), drs. M.C. Hovius, drs. M.S. Rahnama i, dr. P.F.W.M. Rosier, drs. R.E. Stuurman-Wieringa, drs. M.J. Yska International Advisory Board prof. dr. H. Van Poppel, Leuven, België; prof. dr. C.F. Heyns, Tygerberg, Zuid-Afrika Redactieadviesraad prof. dr. C.H. Bangma, drs. A.E. Boeken Kruger, prof. dr. J.L.H.R. Bosch, dr. M.F. van Driel, drs. J.F. Felderhof, drs. F.M.J.A. Froeling, drs. E.A. Heldeweg, dr. A.J.M. Hendrikx, dr. I.J. de Jong, prof. dr. T.P.V.M. de Jong, prof. dr. Ph.E.V.A. van Kerrebroeck, prof. dr. A.A.B. Lycklama à Nijeholt, prof. dr. E.J.H. Meuleman, prof. dr. T.M. de Reijke, prof. dr. J.A. Schalken, drs. T. Tuytten Uitgever/Redactieadres Uitgever: R. Kroeks Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum, Postbus 246, 3990 GA Houten. Redactiesecretariaat mw. P.C.A. Rijntjes, tel of Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts geoorloofd met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. Het verlenen van toestemming tot publicatie in deze uitgave houdt in dat de Standaardpublicatievoorwaarden van Springer Media, gedeponeerd bij de KvK te Utrecht onder dossiernummer van toepassing zijn, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. De Standaardpublicatievoorwaarden zijn in te zien op (onder auteurs), of kunnen bij de uitgever worden opgevraagd. INHOUD Tijdschrift voor Urologie Profielschets van de ideale bekkenspecialist 3 J.F.P.A. Heesakkers Samenvatting van de nieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie 7 P.W. Veenboer, J.L.H.R. Bosch, M.R. van Balken, V. Dietz, J.F.P.A. Heesakkers, P. van Houten, E.L. Koldewijn, R. Lammers, L.M.O. de Kort en C.H. van der Vaart Bekkenfysiotherapie 16 P.J. Voorham-van der Zalm en A.A.B. Lycklama à Nijeholt Het bekkenbodemcentrum. Samenwerken of communiceren over je eigen werk 24 G.A. van Koeveringe Sacrale neuromodulatie voor functionele blaasstoornissen in Nederland: de stand van zaken anno B.F.M. Blok Een man met bekkenpijn, wat te doen? 31 E.J. Messelink Invloed van mictiehouding op urodynamische parameters bij mannen: een literatuuronderzoek 36 Y. de Jong, J.H.F.M. Pinckaers, R.M. ten Brinck en A.A.B. Lycklama à Nijeholt Jaaroverzicht H. van der Poel Advertentieverkoop Paul Bakker, tel , p.bakker@bsl.nl; Gertjan Verhoog, tel , g.verhoog@bsl. nl; Peter de Jong, tel , p.dejong@bsl.nl Abonnementenadministratie Klantenservice Bohn Stafleu van Loghum, Postbus 246, 3990 GA Houten, tel , fax Voor informatie en bestellingen raadpleeg Nieuwe abonnementen Het abonnement kan elk gewenst moment ingaan en wordt automatisch verlengd, tenzij twee maanden voor de vervaldatum schriftelijk is opgezegd. Adreswijziging Bij wijziging van de tenaamstelling en/of het adres verzoeken wij u de adresdrager met de gewijzigde gegevens op te sturen naar de afdeling Klantenservice (adres zie boven). Abonnementsprijzen Abonnementsprijs (print + online toegang): 81,50. Abonnementsprijs (enkel online toegang): 48,90 Het tijdschrift wordt gratis toegezonden aan de leden van de Nederlandse Vereniging voor Urologie. Levering en diensten geschieden volgens de voorwaarden van Springer Media, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer op 17 juni De voorwaarden zijn in te zien op of worden de koper op diens verzoek toegezonden. Lidmaatschap Nederlandse Vereniging voor Urologie Nederlandse Vereniging voor Urologie

2 EDITORIAL Multidisciplinaire bekkenbodemproblematiek vanuit urologisch optiek Een themanummer over functionele urologie in een urologisch tijdschrift, dat lijkt een voor de hand liggende zaak. Toch is het perspectief waarin zo n onderwerp gezien moet worden fors veranderd: de tijd dat zo n onderwerp voor en door urologen behandeld kan worden, is niet meer. Een generatie terug konden we nog stellen dat blaasklachten des urologen zijn. Terecht is de scope voor deze klachten verbreed en praten we nu meer over bekkenbodemstoornissen. Defensief gedacht betekent dit dat wij, als de traditionele specialisten op dit gebied, nu andere specialisten (gynaecologen, proctologen, seksuologen, bekkenfysiotherapeuten, etc.) naast ons moeten dulden. Positief gedacht, en zo moet het zijn, hebben we nu meer en betere tools in handen om als uroloog bij te dragen aan een betere patiëntenzorg voor deze problematiek. De voortdurende vraag hoe de uroloog en de urologie binnen dit fors veranderde paradigma een plaats moeten vinden, wordt weerspiegeld in de diverse bijdragen in dit themanummer. Zo waren de NVU-richtlijnen voor incontinentie hard aan revisie toe: de richtlijn voor urge-incontinentie dateerde uit 2002, die voor stressincontinentie uit Dat in deze tijd dergelijke richtlijnen multidisciplinair moeten zijn, is evident. In 2011 verscheen de richtlijn Urine-incontinentie bij vrouwen. Deze richtlijn, geïnitieerd door de NVOG, is vooral gericht op de eerste lijn. Het is daarom goed dat er nu, op initiatief van de NVU en in samenwerking met de NVOG, een richtlijn is verschenen gericht op de tweede- en derdelijnszorg. Veenboer schreef namens de medeauteurs een samenvatting van deze richtlijn voor dit themanummer. De opkomst van de multidisciplinaire benadering van bekkenbodemklachten is het best herkenbaar in de komst van talloze multidisciplinaire bekkenbodemcentra in Nederland. Gommert van Koeveringe, zelf lid van het Bekkenbodemcentrum in het Universitair Medisch Centrum Maastricht, beschrijft kritisch de rol van deze centra. In de traditionele opzet van deze centra werken de diverse specialismen naast en met elkaar. Hoe goed ook bedoeld, levert deze werkwijze nogal wat knelpunten op: het naast elkaar (samen)werken van meerdere specialisten, gericht op één patiënt, is een uitdaging op het gebied van logistiek en efficiency. Een no show van één patiënt betekent productieverlies voor meerdere specialisten. Het is daarom niet verwonderlijk dat de gedachte aan één bekkenspecialist is opgekomen: alle benodigde deskundigheid in één specialist vertegenwoordigd. De vraag is uit welke bloedgroep zo n specialist het beste kan komen. Gynaecologen zijn hier voortvarend mee aan de slag gegaan: zij formuleerden het functieprofiel van de urogynaecoloog. John Heesakkers, voorzitter van de WFuRU (Werkgroep Functionele en Reconstructieve Urologie) beschrijft op persoonlijke titel zijn kijk op deze ontwikkeling: wat is de impact van deze ontwikkeling op de Nederlandse urologie, maar ook: hoe ziet de ideale bekkenspecialist eruit? Wetenschappelijk onderzoek is de basis voor verdere ontwikkeling van kennis en kunde op ieder vakgebied. Ook al heeft bekkenfysiotherapie in de praktijk een duidelijke entree gevonden bij de behandeling van diverse functiestoornissen, het hoe en waarom van deze behandelingen liepen hierbij achter. Daarom is het verheugend om in de bijdrage van Petra Voorham te lezen welke wetenschappelijke ontwikkelingen plaatsvinden binnen de bekkenfysiotherapie. De meest sophisticated behandelingstechniek voor blaasfunctiestoornissen is zonder meer de sacrale neuromodulatie. Urologen stellen dat zij hiermee, binnen het multidisciplinaire behandelaarsveld, het breedste scala aan behandelingsopties kunnen aanbieden. Bertil Blok rapporteert over de stand van zaken wat betreft deze sacrale neuromodulatie anno Dat patiënten met blaasfunctiestoornissen terecht breed, met oog voor meerdere domeinen (mictie, defecatie, prolapsklachten, seksualiteit, pijn) bekeken moeten worden, zal iedere behandelaar die zich hiermee bezighoudt, regelmatig ervaren. Een van de lastigste aspecten in dit scala aan stoornissen is pijn. Bert Messelink heeft als uroloog hier duidelijk zijn aandachtsgebied van gemaakt. Tot slot: de plassende man. Het is al sinds Adam van alledag, maar wat is nou de beste houding om te plassen? Ten Brinck et al. gingen, als nieuwsgierige medisch studenten, hiernaar op zoek. Prof. dr. A.A.B. Lycklama à Nijeholt, gastredacteur uroloog Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden 2

3 PROFIELSCHETS VAN DE IDEALE BEKKENSPECIALIST Profielschets van de ideale bekken specialist J.F.P.A. Heesakkers* Samenvatting In Nederland zijn verschillende zorgverleners actief bij de behandeling van functionele bekkenpathologie. De organisatie van de zorg is van oudsher orgaanstelselgericht. Behandeling van een aandoening kan negatieve effecten hebben op een ander orgaan of -stelsel. Dit kan ook het geval zijn bij de behandeling van organen in het kleine bekken. Momenteel is de situatie zo dat de meeste behandelingen van aandoeningen met negatieve effecten op andere orgaanstelsels verricht worden door zorgverleners die deze negatieve effecten niet zelf behandelen. Dit is een reden om de zorg binnen een bekkenbodemcentrum te organiseren, zodat de zorg integraler kan worden verleend. De vraag is of dat de meest efficiënte manier van zorgverlening is. Een ideaal opgeleide bekkenspecialist zou veruit de meeste zorg ten aanzien van functionele bekkenpathologie zelf kunnen bieden. Omdat chirurgische ingrepen de meeste complicaties veroorzaken, maar ook noodzakelijk blijven, moet de ideale bekkenspecialist chirurgisch worden opgeleid met veel aandacht voor alle orgaanstelsels die aanwezig zijn in het bekken. Trefwoorden: bekkenpathologie, opleiding, functionele urologie Summary Profile of the ideal pelvic floor specialist Various caregivers are involved in the treatment of functional pelvic floor disorders in the Netherlands. Traditionally the organisation of the pelvic care is organ based. Treatment of pelvic floor disorders of one organ tract might negatively influence another organ system s behaviour. Nowadays, those treatments that might have most negative impact on other organs systems are given by specialists that do not take care of the negative side effects themselves. For this reason and for a more integrative approach pelvic care centers were founded. The issue is whether this organisational model is the best and the most efficient. An ideally trained pelvic floor specialist should be able to take care of most functional pelvic floor disorders and the occurring complications. Because surgical interventions will be necessary in the future but also cause most severe complications, the surgical skills of the pelvic floor specialist are very important. This implies that a thorough surgical training, surgical experience and * dr. J.F.P.A. Heesakkers, uroloog, afdeling Urologie, Universiteit Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen Correspondentie john.heesakkers@radboudumc.nl knowledge of al pelvic floor organs are of paramount importance. Keywords: pelvic floor specialist, training, functional urology Introductie Functionele bekkenpathologie werd in Nederland in 2013 door verschillende specialisten en gespecialiseerde hulpverleners verzorgd. Tot voor kort gebeurde dit vaak gefragmenteerd; de specialist behandelde de specifieke klachten en aandoeningen slechts voor zover die op zijn terrein lagen. Indien er daarnaast nog andere klachten bestonden of ontstonden, werd verwezen naar een aanpalend specialisme dat in die andere klacht gespecialiseerd was. Een geïntegreerde visie en aanpak waren er niet. Dit veranderde toen de (uro)gynaecologen een actievere rol gingen vervullen bij de behandeling van bekkenpathologie. Er kwam meer behoefte aan diagnostische ondersteuning en ook aan overleg. Er werden bekkenbodemcentra opgericht, waarin langs verschillende zorglijnen en in wisselende samenstelling overlegd werd over de patiëntenzorg. Deze structuur zou als voordeel moeten hebben dat vanuit verschillende invalshoeken naar de patiënt gekeken werd, zodat de zorg beter geïntegreerd zou worden aangeboden. Wat de ideale samenstelling van een bekkenbodemteam is en hoe de activiteiten van verschillende hulpverleners binnen zo n team ingekleed moeten worden, is echter nog onduidelijk. Met name is nog onduidelijk of het inzetten van een bekkenbodemteam, met veel coördinatie, veel medewerkers, veel overlegmomenten, het bij herhaling inzetten van dezelfde diagnostiek en veel gezamenlijke behandelingen leidt tot een duidelijk betere zorg en of deze betere zorg opweegt tegen de onvermijdelijke inefficiëntie. Ondertussen wordt in diverse richtlijnen wel geadviseerd om bij verwijzing van een patiënt bij voorkeur te verwijzen naar een ziekenhuis waar een bekkenbodemteam actief is, zoals in de NHG-Standaard Incontinentie voor urine uit Om deze reden wordt een overlegsituatie tussen gynaecoloog en uroloog, hoe beperkt ook, al snel omgedoopt tot bekkenbodemcentrum. Met het oog op ter zake kundig en doelmatig werken zou een nieuw specialisme een alternatief kunnen zijn voor een bekkenbodemcentrum, een specialisme dat opleidt tot bekkenspecialist. De bekkenspecialist zou in staat moeten zijn om alle voorkomende bekkenpathologie te diagnosticeren en te behandelen. In dit artikel wordt de huidige situatie van diagnose en behandeling van functionele bekkenpathologie beschreven, de manco s van deze werkwijze en hoe deze 3

4 PROFIELSCHETS VAN DE IDEALE BEKKENSPECIALIST 4 werkwijze verbeterd zou kunnen worden. De focus zal liggen op de aandoeningen bij vrouwen. Het krachtenveld: aandoeningen, behandelingen en behandelaars In tabel 1 zijn de belangrijkste functionele aandoeningen van het bekken opgenomen, met de meest voorkomende reguliere behandelingen ervan. Deze aandoeningen kunnen geïsoleerd of in combinatie optreden. De zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling van deze aandoeningen zijn meestal gegroepeerd naar orgaanstelsel. Dit heeft geleid tot een indeling van het bekken in: het voorste compartiment, bestaande uit urinewegen en vaginavoorwand, het middelste compartiment waar de baarmoeder heerst en het achterste compartiment bestaande uit vagina-achterwand en anorectum. In het bekken zijn dan ook de volgende specialisten actief. Gastro-enteroloog. Deze specialist behandelt op medicamenteuze wijze bewegingsstoornissen van het darmstelsel, zoals irritable bowel syndrome (IBS), obstipatie en diarree. Kenmerkend is dat gastro-enterologen beperkt beschikbaar zijn en over het algemeen weinig betrokken bij bekkenpathologie. Colorectaal chirurg. Deze specialist behandelt rectumprolaps en fecale incontinentie zowel instrumenteel als chirurgisch. De colorectaal chirurg levert vaak een waardevolle bijdrage, maar is in Nederland zeer sporadisch in te zetten voor bekkenaandoeningen. Vaak is deze specialist slechts op afroep beschikbaar. Gynaecoloog. Deze specialist behandelt in het achterste compartiment voornamelijk fecale incontinentie die is ontstaan door geboorteschade met chirurgisch herstel van de anale sfincter. Verder valt de behandeling van de rectocele binnen het aandachtsgebied. In het middelste compartiment behandelt de gynaecoloog voornamelijk en ook exclusief prolaps. In het voorste compartiment wordt soms de overactieve urineblaas (OAB) medicamenteus door de gynaecoloog behandeld. Verder behandelt de gynaecoloog voornamelijk primaire stressincontinentie. Kenmerkend is dat gynaecologen alleen vrouwen behandelen, in tegenstelling tot alle andere bekkenspecialisten en dat zij geen chirurgische vooropleiding hebben gehad. Uroloog. Deze behandelt OAB in al zijn facetten, bladder pain syndroom/interstitiële cystitis (BPS/ IC), primaire zowel als secundaire stressincontinentie en onvermogen tot mictie in alle hoedanigheden. Kenmerkend is dat urologen chirurgisch zijn opgeleid, veel reconstructief werk verrichten en vaak een oncologische of chirurgisch-technische focus hebben. Fysiotherapeut. Bekkenfysiotherapie wordt vaak ingezet zonder dat de specifieke klacht waar de patiënt mee komt wordt behandeld. De bekkenfysiotherapeut stelt de mate van bekkenbodemdisfunctie vast. Met bekkenbodemfysiotherapie worden coördinatie en kracht van de bekkenbodemmusculatuur en daarmee de stabiliteit van het bekken verbeterd. De achterliggende gedachte is dat bekkenbodemfysiotherapie klachten in het algemeen kan verminderen en voorkomen en dat de behandeling geen nadelige neveneffecten heeft. Op grond hiervan kan fysiotherapie geïndiceerd worden voor bijna alle bekkenaandoeningen. Bij bekkenbodemfysiotherapie zijn motivatie en participatie van de patient essentieel. Enige getalsmatige onderbouwing van bovenstaande activiteiten is op haar plaats. Gynaecologen zijn in Nederland de exclusieve behandelaars van prolaps. Afgezien van een Kellyhechting die door een uroloog zeer sporadisch geplaatst wordt bij een voorwandprolaps, is er naar mijn weten in 2013 slechts één uroloog in Nederland die serieus aan prolapschirurgie doet. Een indicatie voor de actieve behandeling van de overactieve blaas (OAB) is het aantal recepten voor anticholinergica dat door verschillende specialismen uitgeschreven wordt. In 2012 schreven urologen en gynaecologen 6552 recepten uit voor anticholinergica. 1 De eenvoudigste behandeling van de OAB wordt dus voor het overgrote deel door urologen verricht. De overige behandelingen, zoals die met percutaneous tibial nerve stimuation (PTNS), botulinetoxine en sacral nerve stimulation (SNS) zullen dan waarschijnlijk voor een nog groter percentage door urologen worden gedaan. Tussen 2002 en 2010 werden in het Universitair Medisch Centrum St Radboud de primaire operaties voor stressincontinentie uitgevoerd door gynaecologen, urologen en door gynaecologen en urologen gezamenlijk in respectievelijk 56%, 32% en 12% van de gevallen. Bij de secundaire operaties voor stressincontinentie was dit respectievelijk 10%, 66% en 24%. 2 Als in een tertiair verwijzingscentrum de verhoudingen zo liggen, zal dat in de tweede lijn zéker zo zijn. Behandeling van een functionele bekkenaandoening kan gevolgen hebben voor andere orgaanstelsels. Sommige behandelingen kunnen zelfs een (negatief) effect hebben op een ander orgaanstelsel. Deze aandoeningen met de betreffende behandeling staan in tabel 2. De in tabel 1 genoemde aandoeningen en behandelingen die in tabel 2 ontbreken, hebben doorgaans weinig effect op andere orgaanstelsels. Op die aandoeningen wordt in dit artikel niet nader ingegaan.

5 Emselex is de selectieve M 3 -receptorantagonist 1,2 Er zijn LUTS patiënten die op seniore leeftijd zijn en/of een verhoogd cardiovasculair risico hebben en/of ook andere geneesmiddelen gebruiken Productinformatie elders in deze uitgave EMS

6 Vakliteratuur koop je bij de specialist Kom kijken en kopen bij BSL Shop Onderscheidend in kwaliteit en service: 91% van de klanten recommandeert BSL Shop bij collega s, 98% blijft bij BSL Shop bestellen; Meer dan titels voor professionals en studenten in de zorg; Boeken, tijdschriften, e-books, vragenlijsten, testen, handboeken, agenda s en meer; 24/7 online bestellen, levering uit voorraad in binnen- en buitenland; U koopt rechtstreeks bij de uitgever: altijd de meest actuele uitgaven BESTEL NU Ga meteen naar BSL Shop: de kwalitatieve bron van kennis Professionals en studenten in de zorg gaan voor relevante en betrouwbare vakinformatie naar BSL Shop. Het adres voor literatuur en lectuur voor de dagelijkse praktijk en opleidingen. Want bij BSL Shop koopt u rechtstreeks bij de uitgever. Dus beschikt u altijd over de meest actuele uitgaven en een klantenservice met kennis van zaken. Ervaar het zelf, kom kijken en kopen op Baanbrekend. Betrouwbaar. Bohn Stafleu van Loghum.

7 Tabel 1. Functionele bekkenaandoeningen en de gangbare behandelingen. aandoening OAB wet/dry IC/BPS onvermogen tot mictie/blaashypocontractiliteit stress - incontinentie prolaps dyspareunie obstipatie fecale incontinentie gangbare behandeling medicamenteus: anticholinergica, B3-agonisten instrumenteel: PTNS, blaasspoelingen, fysiotherapie chirurgisch: SNS, botulinetoxine, reconstructie/deviatie medicamenteus: elmiron, pijnstilling etc. instrumenteel: PTNS, blaasspoelingen chirurgisch: coagulatie, botulinetoxine, reconstructie/deviatie instrumenteel: CIC, PTNS chirurgisch: SNS, reconstructie/deviatie instrumenteel: fysiotherapie chirurgisch: TVT, TOT, SIS, bulk, burch, sling instrumenteel: pessaria, fysiotherapie chirurgisch: voor/achterwandplastiek, sacropexie, mesh, sacrospinale fixatie etc. medicamenteus: crèmes, gel instrumenteel: pelottes, injecties chirurgisch: botulinetoxine, excisie medicamenteus: laxantia instrumenteel: klysma chirurgisch: MACE, colostoma medicamenteus: imodium instrumenteel: klysma, PTNS chirurgisch: SNS, sfincterrepair, bulk, kunstsluitspier, stoma etc. BPS = bladder pain syndrome; CIC = clean intermittent catheterization; IC = interstitiële cystitis; MACE = Malone antegrade continence enema; OAB = overactieve urineblaas; PTNS = percutaneous tibial nerve stimuation; SIS = single incision slings; SNS = sacral nerve stimulation; TOT = transobturator tape; TVT = tensionfree vaginal sling. Tabel 2. Behandelingen van functionele bekkenaandoeningen en hun effecten op andere orgaanstelsels. aandoening* OAB wet/dry effect op ander orgaanstelsel Anticholinergica hebben effect op het maagdarmstelsel (obstipatie). stressincontinentie Chirurgische behandeling kan effect hebben op seksuele functies (dyspareunie) en op de blaas (OAB, onvermogen tot mictie, urineweginfecties). prolaps Chirurgische behandeling kan effect hebben op de blaas (OAB, stressincontinentie, residu na mictie, urineweginfecties), seksuele functies (dyspareunie) en het maagdarmstelsel (obstipatie). fecale incontinentie Chirurgische behandeling kan effect hebben op seksuele functies (dyspareunie). * Overige aandoeningen en behandelingen hebben meestal weinig effect op andere orgaanstelsels. OAB = overactieve urineblaas. In 2013 waren de meeste behandelingen met een effect op andere orgaanstelsels gericht op het middelste compartiment van het bekken. Tevens is het zo dat degenen die deze behandeling uitvoeren, zoals prolaps en stressincontinentie, meestal de effecten op andere or- gaanstelsels niet zelf corrigeren. Deze situatie zou moeten veranderen, want het moet mogelijk zijn om een bekkenspecialist op te leiden die aan het ideale profiel voldoet, die geïntegreerd kan denken en handelen en die in staat is zijn eigen complicaties te behandelen. Profiel van de ideale bekkenspecialist Het profiel van de ideale bekkenspecialist die alle functionele problemen actief behandelt, zou er als volgt uit kunnen zien: behandelt elke functionele aandoening van bekkenorganen zowel conservatief, instrumenteel alsook chirurgisch; weet welk effect de behandeling van een aandoening kan hebben op een ander orgaan of orgaanstelsel; kan de complicaties zelf eventueel met hulp van anderen behandelen; is chirurgisch opgeleid. Er zijn verschillende redenen die pleiten voor een chirurgisch opgeleide specialist. Op de eerste plaats kunnen conservatieve maatregelen en fysiotherapie niet alle functionele bekkenproblemen oplossen. Er is altijd behoefte aan invasieve therapieën. Chirurgische therapie is potentieel gevaarlijk en zelfs dodelijk, in tegenstelling tot bijvoorbeeld fysiotherapie. Patiëntveiligheid wordt in 2013 gezien als een van de belangrijkste aspecten van de gezondheidszorg, dus optimalisatie van alle aspecten, inclusief de chirurgische kunde, is belangrijk. Tenslotte is het geen optie om dan maar 100% veilig géén behandeling in te zetten, want daarmee zouden we veel patiënten in de kou laten staan. Twee voorbeelden illustreren het belang van een goede chirurgische training. Bij analyse van de opgetreden complicaties van stressincontinentie concludeerden Petri et al. dat bij 85% van de 328 verwezen patiënten de verkeerde techniek was toegepast. 3 Schraffordt Koops et al. concludeerden dat de ervaring van de chirurg de meest significante voorspellende factor voor succes is bij een operatie vanwege stressincontinentie. 4 Ook voor een prolapsoperatie is ervaring een onafhankelijke risicofactor voor het niet optreden van complicaties. 5 Een tweede voorbeeld komt uit alle terechte ophef over het gebruik van vaginale meshes ter behandeling van prolaps. Nadat de FDA in de Verenigde Staten van Amerika ernstige waarschuwingen had afgegeven ( AlertsandNotices/ucm htm) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg in Nederland ook maatregelen eiste, is de Werkgroep Bekkenbodem van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) in november 2012 met een publicatie gekomen waarin onder andere eisen gesteld worden aan degene die de mesh plaatst. Deze arts moet tijdens de 5

8 PROFIELSCHETS VAN DE IDEALE BEKKENSPECIALIST 6 opleiding minimaal 20 meshprocedures hebben verricht, waarna per jaar minstens 20 procedures worden verricht als eerste of tweede operateur. 6 Uit beide voorbeelden blijkt dat een goede chirurgische opleiding belangrijk is om tot een goed resultaat te komen van een chirurgische behandeling. Dit is niet verrassend, omdat momenteel met dit doel voor ogen, voor tal van operaties kwantiteitseisen gesteld worden. Het is wel belangrijk zich te realiseren dat deze aantallen vaak niet gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek dat duidelijk aantoont hoe groot het aantal operaties moet zijn om door de leercurve te geraken en dus goed beslagen ten ijs te komen voor een operatie. Meestal wordt in Nederland gekeken naar het aantal behandelingen van dezelfde soort dat in een kliniek plaatsvindt. Indien de gewenste aantallen per jaar op veel plaatsen niet gehaald worden, wordt het aantal naar beneden bijgesteld. Verder ontstaan met het noemen van aantallen ongewenste niet-gecompenseerde neveneffecten. Zo treedt vaak een centralisatie van zorg op in de grote centra die niet toegerust zijn op de extra aantallen patiënten. Ook bestaat het gevaar dat bepaalde ingrepen niet meer verricht zouden mogen worden, omdat een kliniek de aantallen in een bepaald jaar niet haalt. Zo heeft de eis voor het mogen verrichten van meshchirurgie mogelijk verregaande consequenties. Nadat het tv-programma RADAR de meshchirurgie aan de orde stelde, en een dramatisch beeld van de consequenties schilderde, nam het aantal meshoperaties drastisch af. Dit betekent dat minimaal twee van de vier door de NVOG ingestelde urogynaecologische opleidingscentra het minimum van 20 ingrepen per jaar in 2013 zeer waarschijnlijk niet zullen hebben gehaald. Hier rijst de vraag of deze centra dan nog opleidingskliniek kunnen zijn en als dat niet het geval is, wat daar de consequenties dan van zullen zijn. Opleiding van de ideale bekkenspecialist Aan het geschetste profiel van de bekkenspecialist kunnen eisen worden verbonden betreffende de opleiding tot bekkenspecialist en de competenties die deze specialist zou moeten bezitten. In de opleiding zou veel aandacht moeten worden besteed aan chirurgische vaardigheden en weefselgevoel, en aan anatomie, fysiologie en pathologie van de orgaanstelsels in het bekken. Daarnaast moet de bekkenspecialist: weet hebben van mogelijkheden en beperkingen van conservatieve behandelingen; kennis hebben van seksuele disfunctie en pijn, en de behandeling hiervan; kennis hebben van de impact van behandelingen op andere orgaanstelsels; in staat zijn om behandelingen ongedaan te maken of om reële alternatieve oplossingen te bieden; weten wat primum non nocere impliceert. Qua tijdsindeling zou de opleiding er als volgt uit kunnen zien: twee jaar algemene chirurgische opleiding met nadruk op technische vaardigheden en abdominale chirurgie; twee jaar aandoeningen van de lage urinewegen en de diagnostiek en behandeling hiervan (OAB, stress urine-incontinentie, reconstructie van lage urinewegen); één jaar aspecten van prolaps, inclusief diagnostiek en behandeling; één jaar anorectale aandoeningen; bij alle deelgebieden aandacht voor seksuele consequenties, bekkenpijn en omgaan met complicaties. Conclusie In Nederland zijn verschillende zorgverleners actief betrokken bij de behandeling van functionele bekkenpathologie. De organisatie van de zorg is van oudsher orgaanstelselgericht. Behandeling van een aandoening kan negatieve effecten hebben op een ander orgaan of -stelsel. Momenteel is de situatie zo dat de meeste behandelingen van aandoeningen met negatieve effecten op andere orgaanstelsels verricht worden door zorgverleners die deze negatieve effecten niet zelf behandelen. Teneinde de zorg integraler te kunnen verlenen, wordt deze zorg vaak binnen een bekkenbodemcentrum georganiseerd. De vraag is of dat de efficiëntste manier van zorgverlening is. De ideale bekkenspecialist zou veruit de meeste zorg van functionele bekkenpathologie zelf moeten kunnen bieden. Omdat chirurgische ingrepen de meeste complicaties veroorzaken, maar ook noodzakelijk blijven, moet de ideale bekkenspecialist chirurgisch worden opgeleid met veel aandacht voor alle in het bekken aanwezige orgaanstelsels. Literatuur 1. IMS XFIN, maart Doelen M van der, Withagen M, Heesakkers J, et al. IUGA; Petri E, Niemeyer R, Martan A, et al. Int Urogynecol J. 2006;17: Schraffordt Koops SE, Bisseling TM, Heintz AP, et al. Am J Obstet Gynec. 2006;194: Withagen MI, Vierhout ME, Hendriks JC, et al. Risk factors for exposure, pain, and dyspareunia after tension-free vaginal mesh procedure. Obstet Gynecol Sep;118(3): Gebruik van kunststof materiaal bij vaginale prolaps chirurgie. Werkgroep Bekkenbodem NVOG Utrecht: NVOG; 2012.

9 SAMENVATTING VAN DE NIEUWE NEDERLANDSE RICHTLIJN URINE-INCONTINENTIE Samenvatting van de nieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie P.W. Veenboer, J.L.H.R. Bosch, M.R. van Balken, V. Dietz, J.F.P.A. Heesakkers, P. van Houten, E.L. Koldewijn, R. Lammers, L.M.O. de Kort en C.H. van der Vaart* Samenvatting Dit artikel vat de aanbevelingen uit de Richtlijn Urine-incontinentie samen. Deze richtlijn is een voor de Nederlandse situatie aangepaste versie van de evidence-based EAU Guideline on Urinary Incontinence uit Zowel diagnostiek, conservatieve (niet-medicamenteuze en medicamenteuze) behandeling als chirurgie komt uitvoerig aan bod. Al deze aanbevelingen hebben als doel de zorg voor patiënten met urine-incontinentie in de tweede en derde lijn richting te geven. Voor uitvoerige beschrijvingen van de literatuur en gebruikte methoden wordt verwezen naar de eigenlijke richtlijn. Deze is te vinden op de website van de NVU (www. nvu.nl). Trefwoorden: urine-incontinentie, stressincontinentie, urge urine-incontinentie, richtlijn Summary Summary of the new Dutch guidelines on urinaryincontinence This paper summarizes the recommendations made in the new Dutch Richtlijn Urine-incontinentie (Guidelines on Urinary Incontinence). These guidelines are based upon the 2013 EAU Guidelines on Urinary Incontinence. Diagnosis, conservative treatment, medical treatment and surgical treatment are thoroughly discussed. All these recommendations serve to guide the care for patients in second and third line centers. Thorough discussions on the literature are not included in this summary article; those interested in the literature upon which the recommendations are based should read the Guidelines (which can be found at Keywords: urinary incontinence, stress incontinence, urge urinary incontinentie, guidelines * drs. P.W. Veenboer, prof. dr. J.L.H.R. Bosch, dr. M.R. van Balken, dr. V. Dietz, dr. J.F.P.A. Heesakkers, dr. P. van Houten, dr. E.L. Koldewijn, R. Lammers MSc, dr. L.M.O. de Kort en prof. dr. C.H. van der Vaart, allen lid van de Werkgroep Richtlijn Urine-incontinentie. Correspondentie p.w.veenboer-2@umcutrecht.nl Introductie In de periode najaar 2011 tot voorjaar 2013 heeft de Werkgroep Richtlijn Urine-Incontinentie zich beziggehouden met het ontwikkelen van de nieuwe Richtlijn Urine-Incontinentie voor tweede- en derdelijnszorg. De richtlijn is geaccordeerd door de NVU en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) tijdens de voorjaarsvergaderingen van deze verenigingen. De richtlijn heeft als doel de zorg voor volwassenen (> 18 jaar) zonder neurologische problemen richting te geven. Recentelijk zijn nog twee richtlijnen ontwikkeld: een richtlijn voor de behandeling van kinderen en een richtlijn voor de behandeling van de neurogene blaas. 1,2 De vorige NVU-richtlijnen aangaande urine-incontinentie (UI) bij volwassenen zonder neurogeen blaaslijden dateren uit 2002 ( Urge en Urge-incontinentie ) en 2003 ( Stress-incontinentie bij de vrouw ). 3,4 Deze richtlijnen zijn gedateerd en monodisciplinair en komen bij het verschijnen van deze nieuwe richtlijn te vervallen. In 2011 is op initiatief van de NVOG een multidisciplinaire richtlijn Urine-incontinentie bij vrouwen verschenen. 5 Deze richtlijn is vooral gericht op de eerste lijn en is een leidraad voor de ketenzorg, maar is niet zozeer op tweede- en derdelijnszorg gericht. Er bestaat nog geen aparte richtlijn over UI bij mannen, hoewel UI bij mannen wel frequent voorkomt. In de zomer van 2013 is de werkgroep begonnen met het verder updaten van de richtlijn. De literatuur is aangevuld met nieuwe referenties en er zijn enkele nieuwe aanbevelingen uitgewerkt, onder meer over mirabegron en de behandeling van co-existente genitale prolaps. De update van de richtlijn zal aan de NVU Voorjaarsvergadering in 2014 worden voorgelegd, maar de nieuwe aanbevelingen zijn reeds in dit artikel opgenomen. Daarom wijkt dit artikel op sommige punten iets af van de in juni 2013 gepubliceerde richtlijn. Dit artikel tracht een bondig overzicht te geven van de aanbevelingen die door de richtlijn heen worden gedaan. Methoden Deze samenvatting bestaat uit aanbevelingen voor de benadering van de patiënt met UI die voortvloeien uit bewijs dat in de richtlijn uitvoeriger beschreven staat. De tekst van de richtlijn is gebaseerd op de EAU Guidelines on Urinary Incontinence uit 2013 en aangepast aan de Nederlandse situatie, met waar nodig extra informatie, overwegingen en updates. 6 Zo zijn bijvoorbeeld teksten over duloxetine en trospium (beide niet 7

10 SAMENVATTING VAN DE NIEUWE NEDERLANDSE RICHTLIJN URINE-INCONTINENTIE 8 Conservatieve behandeling (niet-medicamenteus) In de algemene medische praktijk is het gebruikelijk om eerst eenvoudige, relatief onschuldige interventies te proberen, voordat meer risicovolle behandelingen worden toegepast. Allereerst dient een onderliggende ziekte zo mogelijk behandeld te worden. Talloze aandoeningen kunnen incontinentie uitlokken of verergeren, of ze nu een rol spelen in de pathofysiologie van de lekkage of niet. Dergelijke aandoeningen zijn bijvoorbeeld hartfalen, chronische nierinsufficiëntie, diabetes, chronische obstructieve longziekten (COPD), neurologische aandoeningen, cerebrovasculair accident (CVA), dementie, multiple sclerose, algehele cognitieve disfunctie en slaapstoornissen (zoals slaapapneu). Verscheidene studies laten een sterke associatie zien tussen obstipatie, urine-incontinentie en overactieve blaas. Obstipatie kan worden verbeterd met gedragstherapeutische en medicamenteuze interventies. Eventuele obstipatie dient dan ook altijd behandeld te worden bij patiënten met UI. Als er een urineweginfectie gevonden wordt, dient deze behandeld te worin Nederland gebruikt voor de behandeling van UI) weggelaten, en zijn er paragrafen toegevoegd over bijvoorbeeld pessaria, flavoxaat en chirurgie bij obesitas. Een ander belangrijk verschil is meer van economische aard. De Europese richtlijn geldt voor heel Europa, dus ook voor (armere) Oost-Europese landen. In principe zijn moderne behandelingen, zoals synthetische slings, in alle Nederlandse ziekenhuizen beschikbaar, maar in minder welvarende landen geldt vaak de extra overweging indien beschikbaar/voorhanden. In ons land gaat dit vaak niet op; daarom zijn dit soort economische nuances in de nieuwe richtlijn verwijderd. Er is bewust voor gekozen de literatuurverwijzingen in dit artikel niet toe te voegen. Uitwerkingen van de literatuur zijn te vinden in het richtlijndocument zelf; de literatuurlijst zou anders onoverzichtelijk lang worden. Resultaten De richtlijn en zo ook dit samenvattingsartikel is onderverdeeld in vijf hoofdstukken: Diagnostiek, Conservatieve (niet-medicamenteuze) behandeling, Medicamenteuze behandeling, Chirurgische Behandeling en Behandeling van Gemengde UI. Ten geleide zijn ook de algoritmes uit de richtlijn ( Diagnostiek en conservatieve behandeling bij man en vrouw en Chirurgische behandeling bij man en vrouw ) toegevoegd (zie figuur 1 t/m 4). Diagnostiek Hoewel er geen bewijs voor bestaat, is er consensus dat een anamnese en lichamelijk onderzoek bij iedere patiënt met UI moet worden verricht. Bij de anamnese moet er ten minste gevraagd worden naar het type incontinentie (stress of urge), frequentie en ernst, geassocieerde urologische symptomen, obstetrische en gynaecologische voorgeschiedenis, comorbiditeit en medicatiegebruik. Het lichamelijk onderzoek moet bestaan uit nauwgezet onderzoek van het abdomen (palpatie), het perineum en rectaal/vaginaal toucher, het laatste ook ter beoordeling van de bekkenbodemfunctie. Er dient verdere evaluatie/diagnostiek plaats te vinden indien er sprake is van hematurie, met pijn gepaard gaande incontinentie, recidiverende urineweginfecties, indien er radiotherapie of chirurgie op het kleine bekken heeft plaatsgevonden, indien er verdenking op een fistel bestaat (bij constante lekkage), indien er blaasontledigingsproblemen bestaan of wanneer er verdenking op neurologisch lijden bestaat. Vragenlijsten zijn nog niet gedegen genoeg onderzocht om op dit moment het routinematig gebruik ervan te kunnen aanraden. Gevalideerde vragenlijsten zijn wel bruikbaar in studieverband, zeker als de uitkomst van een behandeling moet worden bestudeerd. Het gebruik van mictiedagboeken is ook aan te bevelen: zowel in klinische als in onderzoekssetting dienen deze bij voorkeur minstens drie dagen bijgehouden te worden. Urineonderzoek moet worden verricht om een urineweginfectie uit te sluiten. Het residu na mictie moet standaard bepaald worden, bij voorkeur echografisch. Indien een patiënt een behandeling heeft ondergaan waardoor het residu zou kunnen verergeren, dient dit ook gevolgd te worden. Urodynamisch onderzoek (UDO) kan waardevol zijn bij patiënten die vermoedelijk chirurgisch behandeld gaan worden, met name als een chirurgische therapie moet worden geselecteerd. Het is echter niet bewezen dat het verrichten van een UDO de resultaten van een chirurgische behandeling kan verbeteren, wat ook aan de patiënt uitgelegd moet worden. Men dient zich ervan te vergewissen dat de UDO: 1) de symptomen van de patiënt reproduceert, 2) resultaten geeft die in klinische context geïnterpreteerd moeten worden, 3) wordt gecontroleerd op eventuele meettechnische fouten en 4) altijd onderhevig is aan fysiologische variatie binnen een individu. Routinematig verrichte urethradrukprofielen moeten achterwege gelaten worden. Een Pad-test kan gebruikt worden om UI te kwantificeren en het ziektebeloop te volgen. Een goed ontworpen pad (luier/inlegger) zal alle urine bevatten die in een bepaald tijdsbestek is verloren en kan daardoor worden gebruikt om urineverlies te kwantificeren. Hoewel de International Continence Society heeft geprobeerd om Pad-tests te standaardiseren, blijven er verschillen bestaan in de manier waarop patiënten worden geïnstrueerd (met name met betrekking tot de lichamelijke inspanning die ze tijdens de Pad-test moeten verrichten). Voor routinematige beeldvorming is (nog) geen plaats in de standaarddiagnostiek van UI.

11 den. Bij ouderen hoeft asymptomatische bacteriurie niet behandeld te worden als het doel is de continentie te verbeteren. Er is maar weinig bewijs dat laat zien dat het aanpassen van medicatie (die niet is voorgeschreven voor de incontinentie) een gunstig effect op urine-incontinentie zou kunnen hebben. Theoretisch bestaat overigens ook het risico dat het stoppen van medicatie meer kwaad dan goed doet. Wel wordt aanbevolen al het medicijngebruik in kaart te brengen bij patiënten met UI. Ieder nieuw voorgeschreven medicijnen moet kritisch worden bekeken in het licht van de UI: kan dit middel de UI veroorzaken of verergeren? Het gebruik van opvangmateriaal is uiteraard niet curatief, maar kan zeker aangeboden worden in het kader van symptoomverlichting; zorg dat de patiënt hierover voorlichting krijgt van een ter zake kundige. Een verblijfskatheter wordt het liefst zo lang mogelijk vermeden en dient alleen ingezet te worden indien er geen andere behandelopties zijn. Beter kan er, bij afdoende cognitie en handfunctie, zelfkatheterisatie worden aangeleerd indien sprake is van UI met een significant residu. Als alternatief kan bij mannen nog worden gekozen voor een condoomkatheter, mits is vastgesteld dat er géén significant residu na mictie is. Zowel intravaginale hulpmiddelen (tampons) als penisklemmen moeten niet de primaire behandeling van UI zijn. Bij vrouwen die geen operatie of bekkenfysiotherapie (BFT) kunnen of wensen te ondergaan, kan eventueel wel voor een pessarium gekozen worden. Een pessarium kan een co-existente prolaps ook reduceren. Naast bovengenoemde, eenvoudige maatregelen is het aan te bevelen ook aandacht te besteden aan de leefstijl van de patiënt. Voorbeelden van leefstijlfactoren die in verband worden gebracht met UI zijn obesitas, roken, (een gebrek aan) lichamelijke inspanning en dieet. Daarom zou incontinentie mogelijk kunnen worden verbeterd met leefstijlaanpassingen, zoals gewichtsverlies, vochtbeperking, reductie van alcohol- en cafeïneinname, het beperken van zware lichamelijke inspanning en stoppen met roken. Hoewel niet van al deze zaken is bewezen dat ze de UI verminderen, dient om algemene gezondheidsredenen wel geadviseerd te worden om te stoppen met roken. In sommige gevallen kunnen vormen van blaastraining uitkomst bieden. Vormen van blaastraining zijn scheduled voiding/timed voiding (de patiënt bezoekt op vaste tijdstippen het toilet) en prompted voiding (de patiënt wordt door een hulpverlener geholpen bij het regulier bezoeken van het toilet op gezette tijden). Vooral prompted voiding kan bij verstandelijk beperkte en oudere patiënten nuttig zijn, bij de laatste groep bijvoorbeeld als er een mobiliteitsprobleem bestaat. BFT kan met name bij stressincontinentie via verstevi- ging van de bekkenbodemmusculatuur leiden tot verbetering van incontinentieklachten. Het wordt aangeraden BFT aan te bieden als eerstelijnstherapie bij vrouwen met stressincontinentie (SUI) en gemengde urine-incontinentie (MUI). Hoewel BFT voornamelijk voor SUI wordt gebruikt, kan het ook voor MUI en urge urine-incontinentie (UUI) worden voorgeschreven, zij het dat voor deze behandeling minder bewijs is. Wel is het zo dat BFT beter wordt verdragen dan anticholinergica bij de behandeling van UUI. Overigens is de rol van primaire BFT ten opzichte van chirurgie iets wat op dit moment nog onderwerp van studie is. De aangeboden programma s moeten zo intensief mogelijk zijn, gesuperviseerd en ten minste gedurende drie maanden worden volgehouden. Biofeedback kan overwogen worden als extra toevoeging aan deze fysiotherapie. Bij primigravidae kan BFT worden aangeboden om UI post partum te voorkómen, maar niet routinematig, omdat dit tot forse overbehandeling zou leiden. In de kraamperiode is BFT eveneens een goede optie. Patiënte dient echter wel uitgelegd krijgen dat UI in de zwangerschap een gunstige prognose heeft en BFT daarom niet standaard hoeft te worden aangeboden. Bij mannen met postprostatectomieincontinentie kan BFT worden aangeboden ter bespoediging van het postoperatief herstel van de continentie. Ook aan oudere vrouwen kan BFT aangeboden worden als behandeling. Magnetische en elektrische therapie (met elektrodes) als behandeling voor UI worden afgeraden. Posterieure/percutane tibiale zenuwstimulatie kan worden aangeboden als optie bij vrouwen met UUI die geen anticholinergica verdragen. Conservatieve behandeling (medicamenteus) De initiële medicamenteuze behandeling van UUI dient met anticholinergica (ook wel antimuscarinica genoemd) in preparaten met directe of vertraagde afgifte plaats te vinden. Als de directe-afgiftepreparaten niet werkzaam zijn, kunnen vertraagde-afgiftepreparaten geprobeerd worden. Anticholinergica staan bekend om hun bijwerkingen (droge mond, obstipatie, cognitieve disfunctie, etc.), hetgeen ertoe leidt dat deze medicijnen slecht verdragen worden en de therapietrouw matig kan zijn. Van oxybutynine is een pleister als alternatief voorhanden. Deze geeft een iets minder droge mond dan de orale preparaten. Met name bij ouderen dient voorzichtigheid te worden betracht bij het voorschrijven van anticholinergica. Oxybutynine met directe afgifte dient bij deze groep in het geheel vermeden te worden; met alle andere middelen dient voorzichtig te worden omgegaan. Bij patiënten die mogelijk at risk zijn voor cognitieve disfunctie dient allereerst een objectief assessment te worden verricht. Idealiter dient ook het mentale functioneren gevolgd te worden. 9

12 SAMENVATTING VAN DE NIEUWE NEDERLANDSE RICHTLIJN URINE-INCONTINENTIE Figuur 1. Algoritme diagnostiek en conservatieve behandeling bij de vrouw. vrouw met urine-incontinentie initiële diagnostiek anamnese lichamelijk onderzoek vragenlijst (optioneel) mictiedagboek urineonderzoek postmictie residu (bij bemoeilijkte mictie) Pad test als men de hoeveelheid urineverlies wil objectiveren GA GA GB GA GA GB GC redenen voor verdere verwijzing/analyse (alarmsymptomen) hematurie pijn recidiverende UWI s graad 3 of symptomatische prolaps eerdere radiotherapie op het bekken eerdere chirurgie voor UI palpabele massa in het kleine bekken verdenking op een fistel bespreek behandelopties gemengde incontinentie stressincontinentie urgeincontinentie advies m.b.t. stoelgang, medicatie, comorbiditeit en vochtintake adviseer om af te vallen (indien overgewicht) overweeg op de klok plassen (cognitieve toestand patiënt moet toereikend zijn) bied indien nodig opvangmateriaal aan overweeg te adviseren de cafeïne-intake te minderen overweeg topische oestrogenen bij postmenopauzale vrouwen bied desmopressine aan voor kortdurende symptoomverlichting GC GA GC GB GB GA GB intensieve gesuperviseerde BFT +/- biofeedback GA +/- blaastraining GB blaastraining/bft GB antimuscarinica GA overweeg PTNS GB Indien conservatieve therapie faalt, zie algoritme Chirurgische behandeling bij de vrouw. BFT = bekkenfysiotherapie, GA = niveau A-aanbeveling, GB = niveau B-aanbeveling, GC = niveau C-aanbeveling, PTNS = percutaneous tibial nerve stimulation, UI = urine-incontinentie, UWI = urineweginfectie. Dit algoritme is gebaseerd op de eerder gepubliceerde Engelse versie van de richtlijn, en aangepast aan de Nederlandse situatie. Naar: Lucas et al. 7 10

13 Figuur 2. Algoritme diagnostiek en conservatieve behandeling bij de man. man met urine-incontinentie initiële diagnostiek anamnese lichamelijk onderzoek vragenlijst (optioneel) mictiedagboek urineonderzoek postmictie residu (bij bemoeilijkte mictie) Pad test als men de hoeveelheid urineverlies wil objectiveren GA GA GB GA GA GB GC redenen voor verdere verwijzing/analyse (alarmsymptomen) hematurie pijn recidiverende UWI s eerdere radiotherapie op het bekken verdacht rectaal toucher palpabele massa in het kleine bekken symptomen en bevindingen passende bij een bemoeilijkte mictie bespreek behandelopties gemengde incontinentie stressincontinentie urgeincontinentie advies m.b.t. stoelgang, medicatie, comorbiditeit en vochtintake adviseer om af te vallen (indien overgewicht) overweeg op de klok plassen (cognitieve toestand patiënt moet toereikend zijn) bied indien nodig opvangmateriaal aan overweeg te adviseren de cafeïne-intake te minderen bied desmopressine aan voor kortdurende symptoomverlichting GC GA GC GB GB GB geef de patiënt informatie (mee) over BFT GB blaastraining/bft GB antimuscarinica GA Indien conservatieve therapie faalt, zie algoritme Chirurgische behandeling bij de man. BFT = bekkenfysiotherapie, GA = niveau A-aanbeveling, GB = niveau B-aanbeveling, GC = niveau C-aanbeveling, UI = urine-incontinentie, UWI = urineweginfectie. Dit algoritme is gebaseerd op de eerder gepubliceerde Engelse versie, en aangepast aan de Nederlandse situatie. Naar: Lucas et al. 7 11

14 SAMENVATTING VAN DE NIEUWE NEDERLANDSE RICHTLIJN URINE-INCONTINENTIE Lokaal aangebrachte oestrogenen kunnen nut hebben bij SUI. Deze preparaten kunnen worden aangeboden als eerste behandeloptie bij postmenopauzale vrouwen met SUI; helaas is niet precies bekend wat de ideale dosering en behandelduur is. Systemische oestrogenen kunnen juist verergering van UI geven; vrouwen die dit gebruiken, moeten daar dan ook voor worden gewaarschuwd. Desmopressine is in Nederland niet geregistreerd voor UI, maar kan als kortdurende behandeling voor nachtelijke incontinentie worden gebruikt. De middelen amitriptyline, flavoxaat en imipramine moeten niet worden voorgeschreven met als doel UI te verminderen. Waarschijnlijk zal in de loop van 2014 mirabegron, een bèta-3-receptoragonist, op de markt komen. Hoewel er nog maar beperkt bewijs over dit middel beschikbaar is, kan het tegen de tijd dat het op de markt komt als alternatief voor anticholinergica worden voorgeschreven, vooral omdat het bijwerkingenprofiel mild lijkt te zijn. Vooralsnog dient de exacte plaatsbepaling van dit middel nog wel te geschieden, wat pas echt kan als er voldoende postmarketing surveillance heeft plaatsgevonden. Figuur 1 brengt het diagnostisch proces en de conservatieve behandeling bij de vrouw in beeld. Figuur 2 doet hetzelfde, maar dan voor de man. Chirurgische behandeling Het is van belang om enkele algemeen chirurgische principes te benadrukken alvorens over te gaan tot de bespreking van de operatieve behandeling. Van tevoren moet altijd het doel van de operatie, de te verwachten gezondheidswinst en de risico s met de patiënt en/ of zijn verzorgers besproken worden. Bespreek ook alternatieve behandelingen. De operateur moet goed opgeleid zijn in de te verrichten ingreep en voldoende ingrepen verrichten om de opgedane expertise te hebben behouden. Tot slot moet de operateur bereid zijn om zijn eigen resultaten ten aanzien van een bepaalde ingreep te delen met de patiënt. De algoritmes van de chirurgische behandeling van mannen en vrouwen zijn weergegeven in figuur 3 en 4. Figuur 3. Algoritme chirurgische behandeling voor de vrouw. chirurgische behandeling van de vrouw met urine-incontinentie gefaalde conservatieve/medicamenteuze therapie stressincontinentie gemengde incontinentie urge-incontinentie stress predominant bied een MUS aan en overweeg peri-urethrale injecties voor tijdelijke symptoomverlichting GA urge predominant bied botulinetoxine A of SNS aan GA eventuele alternatieven: Burch colposuspensie of fasciesling GA Falen bespreek mogelijkheid van blaasaugmentatie of deviatie GA nieuwe evaluatie van de patiënt en overweeg tweedelijns chirurgie volg algoritme vanaf nieuw uitgangspunt GA GA = niveau A-aanbeveling, GB = niveau B-aanbeveling, GC = niveau C-aanbeveling, MUS = mid-urethrale sling. Dit algoritme is gebaseerd op de eerder gepubliceerde Engelse versie, en aangepast aan de Nederlandse situatie. Naar: Lucas et al. 8 12

Samenvattingskaart Richtlijn Urine-incontinentie

Samenvattingskaart Richtlijn Urine-incontinentie Samenvattingskaart Richtlijn Urine-incontinentie In deze samenvatting worden de aanbevelingen voor de benadering van de patiënt met urine-incontinentie (UI) beschreven uit de Richtlijn Urineincontinentie

Nadere informatie

Samenvattingskaart Richtlijn Urine-incontinentie

Samenvattingskaart Richtlijn Urine-incontinentie Samenvattingskaart Richtlijn Urine-incontinentie gebaseerd op de richtlijn urine-incontinentie voor de tweede- en derdelijnszorg Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU) De Nederlandse Vereniging voor

Nadere informatie

Urge-incontinentie Marina Hovius, uroloog

Urge-incontinentie Marina Hovius, uroloog Urge-incontinentie Marina Hovius, uroloog Anatomie Terminologie Prevalentie Onderzoek Co-morbiditeit Conservatieve maatregelen Medicamenteuze therapie Operatieve therapie Anatomie Terminologie: richtlijn

Nadere informatie

Academische bekkenzorg samen met de regio: Toegevoegde waarde

Academische bekkenzorg samen met de regio: Toegevoegde waarde Academische bekkenzorg samen met de regio: Toegevoegde waarde Symposium bekkenzorg in optima forma. Eindhoven 24 November 2017 Gommert van Koeveringe, MD, PhD, Fellow EBU, urologist Professor en afdelingshoofd,

Nadere informatie

De bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug

De bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug De bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug folder voor verwijzers Bekkenfysiotherapie Als huisarts of specialist ziet

Nadere informatie

Indicatoren. Richtlijn urine-incontinentie voor de tweede- en derdelijnszorg. Definitief mei 2013

Indicatoren. Richtlijn urine-incontinentie voor de tweede- en derdelijnszorg. Definitief mei 2013 Indicatoren Richtlijn urine-incontinentie voor de tweede- en derdelijnszorg Definitief mei 2013 Inhoud 1. Procesbeschrijving... 3 1.1. Indicatorenwerkgroep... 3 1.2. Achtergrond over interne indicatoren...

Nadere informatie

De bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug

De bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug De bekkenfysiotherapeut helpt met diagnostiek en behandeling van klachten in het gebied van buik, bekken, bekkenbodem en lage rug folder voor verwijzers Bekkenfysiotherapie Als huisarts of specialist ziet

Nadere informatie

Indicatoren (update 2014) Update - Richtlijn urine-incontinentie voor de tweedeen derdelijnszorg. Update april 2014

Indicatoren (update 2014) Update - Richtlijn urine-incontinentie voor de tweedeen derdelijnszorg. Update april 2014 Indicatoren (update 2014) Update - Richtlijn urine-incontinentie voor de tweedeen derdelijnszorg Update april 2014 Inhoud 1. Procesbeschrijving... 3 1.1. Indicatorenwerkgroep... 3 1.2. Achtergrond over

Nadere informatie

Urineverlies. Incontinentie. Poli Gynaecologie

Urineverlies. Incontinentie. Poli Gynaecologie 00 Urineverlies Incontinentie Poli Gynaecologie De inhoud van deze voorlichtingsfolder is mede samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Uw gynaecoloog zal samen

Nadere informatie

Behandelopties voor incontinentie na een prostaatkankeroperatie. K.C. van Dalen, uroloog 6 oktober 2015

Behandelopties voor incontinentie na een prostaatkankeroperatie. K.C. van Dalen, uroloog 6 oktober 2015 Behandelopties voor incontinentie na een prostaatkankeroperatie K.C. van Dalen, uroloog 6 oktober 2015 Incontinentie = ongewenst urineverlies Soorten incontinentie Stressincontinentie (SUI) Urineverlies

Nadere informatie

Nieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie (2013) Samenvatting voor patiënten

Nieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie (2013) Samenvatting voor patiënten Nieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie (2013) Samenvatting voor patiënten In deze folder staat informatie over onderzoeken en behandelingen bij mensen met urine-incontinentie (urineverlies).

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Baas over je blaas Stressincontinentie bij vrouwen

Baas over je blaas Stressincontinentie bij vrouwen Baas over je blaas Stressincontinentie bij vrouwen Huisartsenclinic 2017 Henriëtte Engel, huisarts, kaderarts urogynaecologie Maaike Gerritse, urogynaecoloog Inhoud Stressincontinentie; wat is het probleem

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Urologie. Jakko Nieuwenhuijzen. Garry Pigot. 1 Benigne prostaathyperplasie (BPH), plasklachten en overactieve blaas (OAB)...

Inhoud. Deel I Urologie. Jakko Nieuwenhuijzen. Garry Pigot. 1 Benigne prostaathyperplasie (BPH), plasklachten en overactieve blaas (OAB)... VI Inhoud Deel I Urologie 1 Benigne prostaathyperplasie (BPH), plasklachten en overactieve blaas (OAB)... 3 Jakko Nieuwenhuijzen 1.1 Inleiding.... 5 1.2 Fysiologie en terminologie.... 5 1.3 LUTS, BPH,

Nadere informatie

Richtlijn Urine-incontinentie

Richtlijn Urine-incontinentie Richtlijn Urine-incontinentie voor de tweede- en derdelijnszorg Initiatief: Nederlandse Vereniging voor Urologie In samenwerking met: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie Financiering:

Nadere informatie

Bekkenbodemcentrum. Bekkenfysiotherapie

Bekkenbodemcentrum. Bekkenfysiotherapie Bekkenbodemcentrum Bekkenfysiotherapie 2009 NVOG Het copyright en de verantwoordelijkheid voor deze folder berusten bij de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) in Utrecht. Leden

Nadere informatie

Stappenplan urine-incontinentie in de eerste lijn

Stappenplan urine-incontinentie in de eerste lijn Stappenplan urine-incontinentie in de eerste lijn Preventie van urine-incontinentie en complicaties bij zelfstandig wonende ouderen Stap 1: Screenen op urine-incontinentie in de eerste lijn Verliest u

Nadere informatie

Nieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie (2014) Samenvatting voor patiënten

Nieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie (2014) Samenvatting voor patiënten Nieuwe Nederlandse richtlijn urine-incontinentie (2014) Samenvatting voor patiënten In deze folder staat informatie over onderzoeken en behandelingen bij mensen met urine-incontinentie (urineverlies).

Nadere informatie

Multiple sclerose en blaasklachten

Multiple sclerose en blaasklachten Multiple sclerose en blaasklachten Zaterdag 8 februari 2014 Dr. Evert Koldewijn uroloog Catharina Ziekenhuis Eindhoven Vanuit dit gebied wordt de blaas en de plasbuis bestuurd f-mri beelden 4 Urine opslag

Nadere informatie

RICHTLIJN URINE-INCONTINENTIE

RICHTLIJN URINE-INCONTINENTIE RIHTLIJN URINE-INONTINENTIE VOOR DE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG VERSIE 2.0 2014 INITITIEF: NEDERLNDSE VERENIGING VOOR UROLOGIE IN SMENWERKING MET: NEDERLNDSE VERENIGING VOOR OBSTETRIE EN GYNEOLOGIE FINNIERING:

Nadere informatie

Urine incontinentie bij vrouwen

Urine incontinentie bij vrouwen Urine incontinentie bij vrouwen Ellen van der Linden, uroloog Mesos Annemiek ter Horst, bekkenfysiotherapeut stelling Uitgaand van een standaardpraktijk van 2350 patiënten, verwacht je ongeveer 30 vrouwen

Nadere informatie

urineverlies bij vrouwen incontinentie

urineverlies bij vrouwen incontinentie patiënteninformatie urineverlies bij vrouwen incontinentie Met incontinentie wordt bedoeld: ongewild urineverlies. Veel vrouwen verliezen ongewild urine bij inspanning of hebben te vaak en te snel aandrang

Nadere informatie

Bekkenbodemproblematiek ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Bekkenbodemproblematiek ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN INTERLINE Bekkenbodemproblematiek Concept dd 27 maart 2007 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding De werkgroep is een multidisciplinaire werkgroep gynaecologie

Nadere informatie

KWALITEITSRAPPORTAGE PROLAPS vaginale verzakking

KWALITEITSRAPPORTAGE PROLAPS vaginale verzakking KWALITEITSRAPPORTAGE PROLAPS vaginale verzakking Bij Bergman Clinics besteden we veel aandacht aan het meten van de resultaten van onze behandelingen. Deze informatie is voor ons belangrijk om van te leren

Nadere informatie

Urine-incontinentie bij vrouwen

Urine-incontinentie bij vrouwen Urine-incontinentie bij vrouwen Urine-incontinentie bij vrouwen Urine-incontinentie is het ongewild verlies van urine. Het is een veel voorkomend probleem. Een op de vier vrouwen jonger dan 65 lijdt aan

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting en conclusies

Chapter 10. Samenvatting en conclusies Chapter 10 Samenvatting en conclusies 139 140 Hoofdstuk 1 Geeft een overzicht van de geschiedenis van bekkenbodemdisfunctie en bekkenfysiotherapie, in Nederland en het buitenland. Dit proefschrift concentreert

Nadere informatie

KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 stressincontinentie

KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 stressincontinentie KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 stressincontinentie Bij Bergman Clinics besteden we veel aandacht aan het meten van de resultaten van onze behandelingen. Deze informatie is voor ons belangrijk om van te leren

Nadere informatie

VROUWENZAKEN VERZAKKING EN INCONTINENTIE

VROUWENZAKEN VERZAKKING EN INCONTINENTIE VROUWENZAKEN VERZAKKING EN INCONTINENTIE Klaartje Manders, Gynaecoloog Elkerliek Bianca Versteijnen, Huisarts t Gasthuis Gemert Jeanne Strijbosch, Bekkenbodemfysiotherapeut Fysio & Zo VERZAKKING EN INCONTINENTIE

Nadere informatie

Chapter 10. Nederlandse samenvatting

Chapter 10. Nederlandse samenvatting Chapter 10 Nederlandse samenvatting Incontinentie urinae, het ongewild verlies van urine, is een frequent voorkomend probleem bij vrouwen. De prevalentie (het vóórkomen) hiervan wordt geschat tussen de

Nadere informatie

Medische Publieksacademie. Buik- en bekkenbodemdisfunctie bij mannen & vrouwen. Wat is onze missie? Wie zijn er welkom: Wie zijn wij?

Medische Publieksacademie. Buik- en bekkenbodemdisfunctie bij mannen & vrouwen. Wat is onze missie? Wie zijn er welkom: Wie zijn wij? Medische Publieksacademie Wie zijn wij? Buik- en bekkenbodemdisfunctie bij mannen & vrouwen A.L. Stel W.H. de Muinck Keizer Urologen Gynaecologen MDL arts J. Stekelenburg H.J.A. Jebbink M. van Selm M.

Nadere informatie

Multiple Sclerose en urologie

Multiple Sclerose en urologie Multiple Sclerose en urologie Bertil Blok, uroloog Blaasfunctiestoornissen vaak bij MS Meer dan 80% van de MS patienten heeft urologische symptomen 96% van de MS patienten met meer dan 10 jaar MS krijgen

Nadere informatie

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN INTERLINE DEVENTER BEKKENBODEMPROBLEMATIEK Maart 2010 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding De werkgroep is een multidisciplinaire werkgroep gynaecologie / urologie

Nadere informatie

Plassen moet, maar gaat het ook altijd goed? Marina Hovius Uroloog OLVG. 20 januari 2018

Plassen moet, maar gaat het ook altijd goed? Marina Hovius Uroloog OLVG. 20 januari 2018 Plassen moet, maar gaat het ook altijd goed? Marina Hovius Uroloog OLVG No disclosures(geen conflicterende belangen). Plassen moet, maar gaat het ook goed. UROLOOG, wat is dat? Specialisme dat zich bezig

Nadere informatie

Richtlijn Urine-incontinentie

Richtlijn Urine-incontinentie Richtlijn Urine-incontinentie voor de tweede- en derdelijnszorg Initiatief: Nederlandse Vereniging voor Urologie In samenwerking met: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie Financiering:

Nadere informatie

Urine-incontinentie bij vrouwen

Urine-incontinentie bij vrouwen Urine-incontinentie bij vrouwen Gynaecologie alle aandacht Urine-incontinentie bij vrouwen Urine-incontinentie is het ongewild verlies van urine. Het is een veel voorkomend probleem. Een op de vier vrouwen

Nadere informatie

Urineincontinentie bij vrouwen Dr. Peter De Wil, uroloog Kliniek Sint Jan. Ontmoetingsavond 4/4/2019 MCH Wezembeek

Urineincontinentie bij vrouwen Dr. Peter De Wil, uroloog Kliniek Sint Jan. Ontmoetingsavond 4/4/2019 MCH Wezembeek Urineincontinentie bij vrouwen Dr. Peter De Wil, uroloog Kliniek Sint Jan Ontmoetingsavond 4/4/2019 MCH Wezembeek Wanneer urine incontinentie? Als de druk in de blaas hoger is dan de druk in de urethra!

Nadere informatie

KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 vaginale verzakking

KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 vaginale verzakking KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 vaginale verzakking Bij Bergman Clinics besteden we veel aandacht aan het meten van de resultaten van onze behandelingen. Deze informatie is voor ons belangrijk om van te leren

Nadere informatie

Radicale Prostatectomie. Incontinentie. na een. AZ Damiaan Oostende. Dr. Jochen Darras Dienst Urologie

Radicale Prostatectomie. Incontinentie. na een. AZ Damiaan Oostende. Dr. Jochen Darras Dienst Urologie Incontinentie na een Radicale Prostatectomie Dr. Jochen Darras Dienst Urologie AZ Damiaan Oostende Prostaatkanker Frequentst ontdekte kanker bij de man Tweede doodsoorzaak door kanker (na longkanker) Breed

Nadere informatie

Gynaecologie. Bekkenbodemproblemen fysiotherapie. Afdeling: Onderwerp:

Gynaecologie. Bekkenbodemproblemen fysiotherapie. Afdeling: Onderwerp: Afdeling: Onderwerp: Gynaecologie 1 1. Wat is bekkenfysiotherapie? 2. Wat is het verschil met gewone fysiotherapie? 3. Wanneer is bekkenfysiotherapie zinvol? 4. Hoe werkt de bekkenfysiotherapeut? 5. Speciale

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Incontinentie

Patiënteninformatie. Incontinentie Incontinentie Patiënteninformatie Incontinentie Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Inspanningsincontinentie 1.2 Aandrangincontinentie 1.3 Gemengde incontinentie 2 Eerste consult 3 Onderzoek 4 Behandelingen

Nadere informatie

Bekkenbodemproblematiek CASUSSCHETSEN

Bekkenbodemproblematiek CASUSSCHETSEN INTERLINE Bekkenbodemproblematiek Concept dd 27 maart 2007 CASUSSCHETSEN Casusschets 1 Mw Adams, 46 jaar, komt op het spreekuur voor een uitstrijkje. Voor het inbrengen van het speculum vraagt u haar wat

Nadere informatie

GYNAECOLOOG MET UROGYNAECOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED. Versie 1.0

GYNAECOLOOG MET UROGYNAECOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED. Versie 1.0 GYNAECOLOOG MET UROGYNAECOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED Versie 1.0 Datum Goedkeuring 23-03-2011 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inleiding Vanuit kwaliteitsoogpunt

Nadere informatie

Dr. Marijke C.Ph. Slieker-ten Hove. Bekkenfysiotherapeut

Dr. Marijke C.Ph. Slieker-ten Hove. Bekkenfysiotherapeut Naam Bekkenfysiotherapeut Titel proefschrift/thesis Samenvatting Dr. Marijke C.Ph. Slieker-ten Hove Ja Pelvic Floor Function and Disfunction in a general female population Algemeen Het hoofdonderwerp van

Nadere informatie

Het Urologie Formularium

Het Urologie Formularium Het Urologie Formularium Het Urologie Formularium Een praktische leidraad Onder redactie van: Dr. A.S. Glas Dr. J.P.M. Sedelaar P. van de Woestijne Met medewerking van: Dr. F.C.H. d Ancona, Dr. M. Barendrecht,

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Urine-incontinentie

PATIËNTEN INFORMATIE. Urine-incontinentie PATIËNTEN INFORMATIE Urine-incontinentie Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over urine-incontinentie. Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig te lezen. Urine-incontinentie

Nadere informatie

VERZAKKING EN INCONTINENTIE

VERZAKKING EN INCONTINENTIE VERZAKKING EN INCONTINENTIE WAT IS EEN VERZAKKING (PROLAPS) Normale situatie, geen verzakking Verzakking indien de bekkenbodemspieren onvoldoende ondersteunen HOE VAAK KOMT HET VOOR Bij 40% van de vrouwen

Nadere informatie

Bekkenfysiotherapie. multidisciplinair samenwerken

Bekkenfysiotherapie. multidisciplinair samenwerken Bekkenfysiotherapie multidisciplinair samenwerken MSc Bekkenfysiotherapie: Lieke Wiggers (Fysiotherapie Noordman) Margo Versteeg (Fysiotherapie de Werfheegde) 3 november 2016, EZH-conferentie Inhoud Bekkenbodem

Nadere informatie

Indicatorenset Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw

Indicatorenset Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw Indicatorenset Operatieve ingrepen bij stressincontinentie bij de vrouw Uitvraag ziekenhuizen/zbc s over verslagjaar 2016 Versie februari 2016 Colofon Internet: OmniQ (portaal van DHD) voor aanlevering

Nadere informatie

Patiëntenversie behorend bij de conceptrichtlijn Urine-incontinentie bij vrouwen

Patiëntenversie behorend bij de conceptrichtlijn Urine-incontinentie bij vrouwen Patiëntenversie behorend bij de conceptrichtlijn Urine-incontinentie bij vrouwen INITIATIEF: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) ORGANISATIE: Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg

Nadere informatie

Workshop/QUIZ richtlijnen

Workshop/QUIZ richtlijnen Workshop/QUIZ richtlijnen Saskia Bruijn urotherapeut AMC/EKZ Lottie Peerdeman urotherapeut WKZ Keetje de Mooij kinderuroloog WKZ Edith Dekker urotherapeut WKZ Vraag 1 Welke terminologie wordt gebruikt

Nadere informatie

Medewerkerinformatie. Bekkenfysiotherapie. Wat is bekkenfysiotherapie? terTER_

Medewerkerinformatie. Bekkenfysiotherapie. Wat is bekkenfysiotherapie? terTER_ Medewerkerinformatie Bekkenfysiotherapie Wat is bekkenfysiotherapie? 1234567890-terTER_ Bekkenfysiotherapie Wat is bekkenfysiotherapie? Bij bekkenfysiotherapie leert u om de spieren van de bekkenbodem

Nadere informatie

1. Bekkenbodemspiertraining

1. Bekkenbodemspiertraining 1. Bekkenbodemspiertraining Vrouwen: Er is bewijs dat bekkenbodemspiertraining bij oudere vrouwen met urine-incontinentie (met name bij stress, maar ook bij aandrang en gemengde urine-incontinentie) effectiever

Nadere informatie

3 e Post EAUN Meeting

3 e Post EAUN Meeting 3 e Post EAUN Meeting Lisette vd Bilt Verpleegkundig Specialist Catharinaziekenhuis Eindhoven Bekkenbodemspieroefeningen bij urine incontinentie Zin of Onzin? Zin of onzin? Definitie De ICS/IUGA definieert

Nadere informatie

Gynaecologie/Bekkenbodemcentrum

Gynaecologie/Bekkenbodemcentrum Gynaecologie/Bekkenbodemcentrum Bekkenbodemfysiotherapie Deze brochure wordt u aangeboden door de afdeling Gynaecologie/Verloskunde. Wij vinden het belangrijk dat patiënten goede voorlichting krijgen.

Nadere informatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Behandeling van stressincontinentie. rkz.nl

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Behandeling van stressincontinentie. rkz.nl Patiënteninformatie Behandeling van stressincontinentie (TVT) rkz.nl In overleg met uw arts is besloten bij u een operatie te verrichten ter behandeling van uw incontinentieklachten. Doel van deze operatie

Nadere informatie

Michel Wyndaele Uroloog UMC Utrecht. Bijscholingsdag Urotherapie 22 maart 2019

Michel Wyndaele Uroloog UMC Utrecht. Bijscholingsdag Urotherapie 22 maart 2019 Michel Wyndaele Uroloog UMC Utrecht Bijscholingsdag Urotherapie 22 maart 2019 OPSLAG EVACUATIE *Embryologie *Anatomie *Innervatie *Fysiologie Laterza R., et al. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol, 2011 MainLineHealth.org

Nadere informatie

Sacrale neurostimulatie voor incontinentie. Week van de urologie Dr. M. Abasbassi

Sacrale neurostimulatie voor incontinentie. Week van de urologie Dr. M. Abasbassi Sacrale neurostimulatie voor incontinentie Week van de urologie Dr. M. Abasbassi 26-09-2018 SNS voor incontinentie Enkele feiten Diagnostiek Alternatieven Sacrale neurostimulatie Conclusie SNS voor incontinentie

Nadere informatie

Kennismaking en presentatie in overleg gynaecologenverloskundigen-verpleegkundigen

Kennismaking en presentatie in overleg gynaecologenverloskundigen-verpleegkundigen Kennismaking en presentatie in overleg gynaecologenverloskundigen-verpleegkundigen BovenIJ Ziekenhuis 14-04-2014 Cora van Senten Carla de Winter Geregistreerd Bekkenfysiotherapeuten Onderwerpen Oefeningen

Nadere informatie

Post ICS 2014 Stress incontinentie. Jetske van Breda 28-11-2014

Post ICS 2014 Stress incontinentie. Jetske van Breda 28-11-2014 Post ICS 2014 Stress incontinentie Jetske van Breda 28-11-2014 Disclosure-slide voor sprekers op nascholingsbijeenkomsten (potentiële) Belangenverstrengeling Geen / Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

Functionele problematiek van de bekkenbodem:

Functionele problematiek van de bekkenbodem: Functionele problematiek van de bekkenbodem: wat de algemeen gynaecoloog moet weten van de urogynaecologie Karlijn Schweitzer UMC Utrecht / Bergman Clinics Vrouwenzorg Disclosure belangen spreker (Potentiële)

Nadere informatie

Bekkenfysiotherapie. bij bekkenbodemklachten. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Bekkenfysiotherapie. bij bekkenbodemklachten. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Bekkenfysiotherapie bij bekkenbodemklachten Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Problemen met de bekkenbodem beginnen vaak met kleine klachten. Licht urineverlies

Nadere informatie

Bekkenfysiotherapie bij bekkenbodemklachten

Bekkenfysiotherapie bij bekkenbodemklachten Bekkenfysiotherapie bij bekkenbodemklachten Albert Schweitzer ziekenhuis Regionaal Bekkenbodem Centrum maart 2010 pavo 0682 Inleiding Problemen met de bekkenbodem beginnen vaak met kleine klachten. Licht

Nadere informatie

Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen

Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen 00 Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen aanvullende informatie bij de folder 'Bekkenbodemproblemen bij vrouwen' Poli Gynaecologie De inhoud van deze voorlichtingsfolder is mede samengesteld door de Nederlandse

Nadere informatie

URODYNAMICA DAGEN donderdag 2 en vrijdag 3 februari 2017

URODYNAMICA DAGEN donderdag 2 en vrijdag 3 februari 2017 URODYNAMICA DAGEN donderdag 2 en vrijdag 3 februari 2017 Toelichting PAO Heyendael organiseert op donderdag 2 en vrijdag 3 februari 2017 in samenwerking met de Unit voor Functionele Urologie van het Radboudumc

Nadere informatie

Informatie. Pessarium Therapie bij verzakking (prolaps)

Informatie. Pessarium Therapie bij verzakking (prolaps) Informatie Pessarium Therapie bij verzakking (prolaps) WWW.ELKERLIEK.NL Inleiding Deze folder geeft u informatie over verzakking van de baarmoeder en/of vaginawanden en de meest gebruikelijke behandelingsmogelijkheden.

Nadere informatie

Programma. Ketenzorg Arnhem

Programma. Ketenzorg Arnhem Programma 17.30 Incontinentie/ Valpreventie 18.30 Bijdrage ergotherapeut 19.00 Pauze 19.10 Pitch Verbeterplan 20.30 Pauze 20.45 Waarom ouderenzorg, Take home Message 21.00 Afsluiting Incontinentie: Mictie

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Handreiking. Urine-incontinentie

Handreiking. Urine-incontinentie Handreiking Urine-incontinentie Handreiking Urine-incontinentie Doelgroep Ouderen met: Klachten van urine-incontinentie (= iedere vorm van onwillekeurig verlies van urine). ¹ ² ³ Diagnostiek Vraag naar:

Nadere informatie

Tips rond de zorg voor mensen met bekkenbodemproblemen

Tips rond de zorg voor mensen met bekkenbodemproblemen Hoe kan ik de beste zorg krijgen? Tips rond de zorg voor mensen met bekkenbodemproblemen Inleiding De gezondheidszorg in Nederland is over het algemeen van een hoog niveau. Toch wordt niet overal dezelfde

Nadere informatie

Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen

Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen Gynaecologie Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat zijn de bekkenbodemoefeningen of wat is bekkenbodemtherapie?... 3 Hoe verloopt bekkenbodemtherapie?... 3 Algemene

Nadere informatie

Reparatie van de vaginale prolaps. Dr Jochen Darras Uroloog AZ Damiaan

Reparatie van de vaginale prolaps. Dr Jochen Darras Uroloog AZ Damiaan Reparatie van de vaginale prolaps Dr Jochen Darras Uroloog AZ Damiaan Anatomie van het vrouwelijk bekken Wat is vaginale prolaps? verzakking van de blaas, baarmoeder en/of darm Types prolaps Voorste vaginaal

Nadere informatie

Verzakkingsoperaties met vaginale matjes. Poli Gynaecologie

Verzakkingsoperaties met vaginale matjes. Poli Gynaecologie 00 Verzakkingsoperaties met vaginale matjes Poli Gynaecologie 1 De inhoud van deze voorlichtingsfolder is mede samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Uw gynaecoloog

Nadere informatie

VOORSTE COMPARTIMENT: CYSTOCOELE EN URETHROCOELE

VOORSTE COMPARTIMENT: CYSTOCOELE EN URETHROCOELE VOORSTE COMPARTIMENT: CYSTOCOELE EN URETHROCOELE Dr. Philippe MAST - UROLOGIE Panel dr. Mast (urologie) dr. Schoofs (gynaeco) dr.quanten (alg.heelk.) dr. Theuniers (fys.rev.) dr. Van Dongen (gastro-entero)

Nadere informatie

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for

Nadere informatie

Inhoud. Urine incontinentie bij ernstige MS: zijn er nog opties? 1. Definitie 2. Diagnostiek 3. Behandeling 4. Casus

Inhoud. Urine incontinentie bij ernstige MS: zijn er nog opties? 1. Definitie 2. Diagnostiek 3. Behandeling 4. Casus Urine incontinentie bij ernstige MS: zijn er nog opties? Bertil Blok, uroloog Inhoud 1. Definitie 2. Diagnostiek 3. Behandeling 4. Casus 1. Definitie blaasproblemen bij ernstige MS De ernstige MS patient

Nadere informatie

VERZAKKINGSOPERATIES MET VAGINALE MESH (MATJES)

VERZAKKINGSOPERATIES MET VAGINALE MESH (MATJES) VERZAKKINGSOPERATIES MET VAGINALE MESH (MATJES) 1. Waarom een verzakkingsoperatie met een implantaat (matje)? 2. Hoe wordt de ingreep uitgevoerd? 3. Complicaties specifiek gerelateerd aan de ingreep met

Nadere informatie

Chronische bekkenpijn oorzaken en aanpak. Sanne Nooteboom, huisarts Doreth Teunissen, kaderhuisarts uro-gynaecologie

Chronische bekkenpijn oorzaken en aanpak. Sanne Nooteboom, huisarts Doreth Teunissen, kaderhuisarts uro-gynaecologie Chronische bekkenpijn oorzaken en aanpak Sanne Nooteboom, huisarts Doreth Teunissen, kaderhuisarts uro-gynaecologie Doel Deelnemers zijn in staat om: te exploreren o.a. door de belangrijkste alarmsymptomen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,

Nadere informatie

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds

Nadere informatie

Leven met het restless legs syndroom TWEEDE, GEHEEL HERZIENE EDITIE

Leven met het restless legs syndroom TWEEDE, GEHEEL HERZIENE EDITIE Leven met het restless legs syndroom TWEEDE, GEHEEL HERZIENE EDITIE Joke Jaarsma en Roselyne M. Rijsman Leven met het restless legs syndroom TWEEDE, GEHEEL HERZIENE EDITIE Houten 2016 2016 Bohn Stafleu

Nadere informatie

5 Concept Patiëntenversie Urine-incontinentie bij vrouwen

5 Concept Patiëntenversie Urine-incontinentie bij vrouwen Concept Patiëntenversie Urine-incontinentie bij vrouwen Concept Patiëntenversie Urine-incontinentie bij vrouwen, 1 Informatie voor de patiënt 5 Deze informatiefolder bevat informatie over de zorg en behandeling

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20844 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Beck, Jacobus Johannes Hendrikus Title: Sexual abuse evaluation in urological

Nadere informatie

Belangenverstrengeling. Inhoud. Bekkenbodem (1) Bekkenbodem (2) Achtergrondinformatie prolaps. Wat willen vrouwen? Wat doen gynaecologen?

Belangenverstrengeling. Inhoud. Bekkenbodem (1) Bekkenbodem (2) Achtergrondinformatie prolaps. Wat willen vrouwen? Wat doen gynaecologen? Belangenverstrengeling Geen Uterus behouden of verwijderen? Dr. Renée J Detollenaere, Zwolle pagina 2 Inhoud Achtergrondinformatie prolaps Wat willen vrouwen? Wat doen gynaecologen? Wat zouden we moeten

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Inleiding. Deel II Onderzoek en diagnose

Inhoud. Deel I Inleiding. Deel II Onderzoek en diagnose XI I Deel I Inleiding 1 Algemeen........................................................................... 3 1.1 Inleiding diagnostiek.................................................................

Nadere informatie

Gezond ouder worden. Harmke Nijboer

Gezond ouder worden. Harmke Nijboer Gezond ouder worden Harmke Nijboer Klinisch i Geriater Ik word vergeetachtig, zijn dit de eerste tekenen van dementie? De diagnose:samenhang g milde geheugenstoornissen en dementie Normale veroudering

Nadere informatie

PowerPoint presentatie

PowerPoint presentatie PowerPoint presentatie Urine-incontinentie bij ouderen Doreth Teunissen huisarts/onderzoeker 2 december 2010, RAI Amsterdam Opzet - (patho)fysiologie continentie - prevalentie - wie zoekt hulp - behandelingsmogelijkheden

Nadere informatie

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine Dit materiaal beschrijft aanbevelingen om belangrijke risico s van atomoxetine te

Nadere informatie

PCA3. www.urologischcentrum.be

PCA3. www.urologischcentrum.be PCA3 www.urologischcentrum.be De PCA3 test, een eenvoudige urinetest die kan helpen bij de diagnose van prostaatkanker en de keuze van therapie. Over prostaatkanker Prostaatkanker is één van de meest voorkomende

Nadere informatie

Bekkenbodemcentrum Máxima

Bekkenbodemcentrum Máxima Bekkenbodemcentrum Máxima Afdeling gynaecologie en urologie Locatie Eindhoven U bent op grond van uw klachten doorverwezen naar het bekkenbodemcentrum in Máxima Medisch Centrum. In deze brochure leest

Nadere informatie

VAGINALE IMPLANTATEN: STAND VAN ZAKEN

VAGINALE IMPLANTATEN: STAND VAN ZAKEN VAGINALE IMPLANTATEN: STAND VAN ZAKEN Medio april is de verkoop van matjes om vaginale verzakkingen te herstellen onverwacht gestaakt in Amerika. Dit besluit is genomen door de Food & Drug Administration

Nadere informatie

Plaats van bekkenfysiotherapie bij radicale prostatectomie. Jona Beckers Bekkenfysiotherapeut MUMC+ 2 november 2017

Plaats van bekkenfysiotherapie bij radicale prostatectomie. Jona Beckers Bekkenfysiotherapeut MUMC+ 2 november 2017 Plaats van bekkenfysiotherapie bij radicale prostatectomie Jona Beckers Bekkenfysiotherapeut MUMC+ 2 november 2017 Inhoud Inleiding Klachten Literatuur m.b.t. pre- en postoperatieve bekkenfysiotherapie

Nadere informatie

TVT Bij stressincontinentie

TVT Bij stressincontinentie TVT Bij stressincontinentie Afdeling gynaecologie en verloskunde U wordt binnenkort in ons ziekenhuis opgenomen omdat u last van incontinentie heeft, waarvoor een operatie nodig is. Deze folder geeft uitleg

Nadere informatie

NVOG Voorlichtingsbrochure PESSARIUM BIJ VERZAKKING EN INCONTINENTIE

NVOG Voorlichtingsbrochure PESSARIUM BIJ VERZAKKING EN INCONTINENTIE NVOG Voorlichtingsbrochure PESSARIUM BIJ VERZAKKING EN INCONTINENTIE PESSARIUM BIJ VERZAKKING EN INCONTINENTIE 1. Wat is een pessarium? 2. Wanneer kiest u voor een pessarium? 3. Hoe wordt een pessarium

Nadere informatie

PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG

PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG Prof. dr. Harm Kuipers 1 WAAROM NU? TIJD IS ER RIJP VOOR Zorgveld in beweging; steeds meer nadruk op specialisatie en concentratie Oncologische literatuur: 1) relatie tussen

Nadere informatie

Behandeling van stressincontinentie (TVT) door de uroloog

Behandeling van stressincontinentie (TVT) door de uroloog Urologie Behandeling van stressincontinentie (TVT) door de uroloog www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is stressincontinentie?... 3 Stellen diagnose... 3 Behandeling... 4 Voorbereiding... 4 De operatie...

Nadere informatie

Urine-incontinentie bij vrouwen

Urine-incontinentie bij vrouwen Urine-incontinentie bij vrouwen Stressincontinentie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Urine-incontinentie bij vrouwen 1 Plasdagboekje (mictielijst) 1 Flowmetrie 1 Urodynamisch onderzoek

Nadere informatie

OAB, urodynamica en behandelingsmogelijkheden. De blaas de baas. Pieter M. Groenendijk Uroloog MC Haaglanden, Den Haag/Leidschendam

OAB, urodynamica en behandelingsmogelijkheden. De blaas de baas. Pieter M. Groenendijk Uroloog MC Haaglanden, Den Haag/Leidschendam OAB, urodynamica en behandelingsmogelijkheden De blaas de baas Pieter M. Groenendijk Uroloog MC Haaglanden, Den Haag/Leidschendam Iets over mijzelf Uroloog in het MCH sinds 2011, hiervoor 8 jaar in RdGG

Nadere informatie

Incontinentiepoli voor Vrouwen. Algemene informatie

Incontinentiepoli voor Vrouwen. Algemene informatie Incontinentiepoli voor Vrouwen Algemene informatie 1 Incontinentie In deze folder geven wij u in het kort informatie over verschillende vormen van incontinentie. Incontinentie is ongewild urineverlies.

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE. Urine-incontinentie

FYSIOTHERAPIE. Urine-incontinentie FYSIOTHERAPIE Urine-incontinentie Urine-incontinentie Urine-incontinentie is het ongewild verlies van urine. De hoeveelheid urineverlies kan verschillen: een druppeltje, een scheut, een straal of zelfs

Nadere informatie